Iedereen heeft wel autistische, schizofrene en manisch depressieve trekjes. Maar bij sommige zijn ze boven een bepaalde maat en dan kan een psychiater bij een diagnose een psychiatrische aandoening constateren.
Er is een handboek met een complete verzameling van alle mogelijke aandoeningen. Dat is het DSM handboek. Op dit moment geldt versie 5, de DSM-5.
Iedere aandoening heeft een naam, een label, en ook een nummer. Mensen, die zijn gediagnosticeerd door de psychiatrie hebben een label gekregen. In de media worden deze namen voor labels ook gehanteerd.
Voor mensen buiten de psychiatrie, die willen helpen geven deze labels een aanwijzing van wat er aan de hand is. Het is echter vooral verstandig om de oorzaak van de psychiatrische aandoening te achterhalen. En bij de bronnen van de oorzaken genezing en bevrijding te brengen.
Er zijn een heel scala van oorzaken mogelijk: niet gezien, genegeerd, ongewenst, afgewezen, onderdrukt, gepest, slachtoffer van geweld of van een ongeluk.
Als gevolg van deze oorzaken heeft iemand psychiatrisch gedrag ontwikkeld en die kan allerlei uitingsvormen hebben.
Mensen, die willen helpen kunnen warmte en liefde geven. Een luisterend oor. Iets leuks samen doen. Als vriend behandelen. Uitnodigen voor een feestje. Een pastorale helper kan mogelijk meer doen.
In de psychiatrie is er voor ieder label wel een behandeling. Een behandeling kan gesprekken en medicatie bevatten. Bij de gesprekken kan ook een hulpmiddel als EMDR worden toegepast.
Aan de hand van de classificatie van DSM-5 kan een psychiater vergoedingen krijgen van de zorgverzekeraars voor uitgevoerde behandelingen.
Er geldt een maximum aan aantal behandelingen. Daarna is men ‘uitbehandeld’. Er is dan met ruime tussenpozen alleen nog een gesprek mogelijk over het vervolg van de medicatie.
Er zijn diverse nadelen van deze indeling van aandoeningen en bijbehorende ‘labels’. De twee grootste zijn wel dat een aandoening dikwijls niet precies past bij een ‘label’. Sommigen mensen hebben een hele reeks van aandoeningen en welke ‘label’ geef je dan aan.
Een fenomeen is de ‘draaideur psychiatrische patient’. Nadat iemand is uitbehandeld kan hij of zij na verloop van tijd opnieuw aankloppen. Het kan met aanvullende of andere klachten ten opzichte van eerdere behandelingen.
Een groep, die nog moeilijker te behandelen is, is de groep van de zogenaamde ‘verwarde mensen’.
Ik hoorde op een conferentie van de psychiatrie dat een enkele keer een draaideur patient niet terugkomt omdat hij of zij een vriend of vriendin heeft gevonden. Een heel goede therapie zou kunnen zijn om de mens met psychiatrische problemen in een vriendschapsrelatie op te nemen. Zoals ik hiervoor ook al allerlei mogelijkheden heb aangegeven.
Ik ben ook wel mensen met psychiatrische klachten tegen gekomen, die nog nooit bij een psychiater waren geweest. Ze probeerden ermee te leven. Ze hadden een netwerk waar ze op konden leunen.
Er zijn wel aparte zaken rond nieuwe versies van handboeken. Een eerdere psychiatrisch aandoeningen kan normaal worden vanwege een andere maatschappelijke wind die is gaan waaien. Zo was homoseksualiteit in de versie die tot 1974 geldig was, een psychiatrische aandoening, daarna niet meer. Zo is als een mens zich een andere gender voelt dan biologisch het geval is in de DSM-5 dat al meer geaccepteerd dan in DSM-IV.
Apart is ook dat wat in een andere cultuur als normaal wordt gezien, zoals medicijnmannen die in trance raken, volgens het handboek als psychiatrisch zouden worden gediagnosticeerd.
En zo zijn er ook zaken die een aandoeningen lijken niet opgenomen in het handboek. Ik denk bijvoorbeeld aan mensen die dwangmatig in Calais verblijven om over te steken naar heilstaat Engeland.
Een relativerend boek in deze is het boek Terug naar Normaal van Alan Frances. De aanpak van de psychiatrie is een moedige, betrokken maar ook vertwijfelde poging om mensen te helpen. Overigens mooi dat de psychiatrie er is en ook mensen bezig zijn om ook op dit terrein de zorg te verbeteren.
Het lastige is dat mensen met een psychiatrische aandoening warmte en liefde nodig hebben terwijl de psychiatrische hulpverlening dat nauwelijks kan en mag bieden. Het is als bij een baby, die kun je fles in de mond kunt duwen maar een baby heeft ook aanraking en lieve woordjes nodig.
Leden van een christelijke gemeente kunnen wel warmte en liefde geven. Voor hen zijn mensen niet patiënten of cliënten, maar vrienden of broers en zussen in het geloof.
Hier is een link naar een voorbeeld van een inhoud van een aandoening zoals dat in DSM-5 staat.