Iedereen heeft wel autistische, schizofrene en manisch depressieve trekjes. Maar bij sommige zijn ze boven een bepaalde maat en dan kan een psychiater bij een diagnose een psychiatrische aandoening constateren.
Er is een handboek met een complete verzameling van alle mogelijke aandoeningen. Dat is het DSM handboek. Op dit moment geldt versie 4, de DSM IV.
Iedere aandoening heeft een naam, een label, en ook een nummer. Mensen, die zijn gediagnosticeerd door de psychiatrie hebben een label gekregen. In de media worden deze namen voor labels ook gehanteerd.
Voor mensen buiten de psychiatrie, die willen helpen geven deze labels enigszins een aanwijzing, maar het is vooral verstandig om de oorzaak van de psychiatrische aandoening te achterhalen.
Dat kunnen een heel scala aan oorzaken zijn: niet gezien, genegeerd, ongewenst, afgewezen, onderdrukt, gepest, slachtoffer van geweld of van een ongeluk.
Als gevolg van deze oorzaken heeft iemand psychiatrisch gedrag ontwikkeld en die kan allerlei uitingsvormen hebben.
Mensen, die willen helpen kunnen warmte en liefde geven. Een luisterend oor. Iets leuks samen doen. Als vriend behandelen. Uitnodigen voor een feestje.
In de psychiatrie is er voor ieder label wel een behandeling. Een behandeling kan gesprekken en medicaties bevatten. Bij de gesprekken kan ook een hulpmiddel als EMDR worden toegepast.
Aan de hand van de classificatie van dit handboek kan een psychiater vergoeding krijgen van de zorgverzekeringsmaatschappij voor een uitgevoerde behanding.
Er geldt een maximum aan aantal behandelingen. Daarna is men ‘uitbehandeld’. Er is dan met ruime tussenpozen alleen nog een gesprek mogelijk over het vervolg van de medicatie.
Er zijn diverse nadelen van deze indeling van aandoeningen en bijbehorende ‘labels’. De twee grootste zijn wel dat een aandoening dikwijls niet precies past bij een ‘label’ en dat sommigen mensen een hele reeks van aandoeningen hebben en hoe geef je die dan een ‘label’.
Een ander fenomeen is de draaideur psychiatrische patient. Na uitbehandeling is er dan geen beheersbare situatie overgebleven maar is de persoon opnieuw ten einde raad.
Een groep, die nog moeilijker te behandelen is, is de groep van de zogenaamde ‘verwarde mensen’.
Ik hoorde op een conferentie van de psychiatrie dat een enkele keer een draaideur patient niet terugkomt omdat hij of zij een vriend of vriendin heeft gevonden. Een heel goede therapie zou kunnen zijn om de mens met psychiatrische problemen in een vriendschapsrelatie op te nemen. Zoals ik hiervoor ook al allerlei mogelijkheden heb aangegeven.