Studie De Nieuwe Gemeente

Bij ons denken we als snel bij een christelijke gemeente aan een groep mensen, die lid zijn van een bepaalde kerk. Regelmatig komt men bijelkaar, maar er zijn ook leden die zelden of nooit de samenkomsten bezoeken.

Het woord in het Grieks dat we met gemeente of kerk vertalen is ekklesia dat heeft de betekenis van tevoorschijn roepen. In het Nieuwe Testament is een christelijke gemeente een groep mensen, die bij elkaar komen en daardoor dus ook bij elkaar horen. Je kunt naast bijeenkomen ook zeggen samenkomen of vergaderen.

Naast ekklesia komt ook het woord synago voor, dat duidt nog meer op het verzamelen, Daar is een aparte studie van.

Het Oude Testament hanteert twee Hebreeuwse woorden, qahal en edah, als het gaat om de gemeente of de gemeenschap.

Veel studie plezier toegewenst. De teksten worden steeds geciteerd uit de NBV of NBV21 vertaling, tenzij anders aangegeven.

De ekklesia

Voor het bij elkaar komen en het bij elkaar zijn van een groep mensen, gebruikten de Grieken het woord ἐκκλησία. In Latijnse letters geschreven: ekklesia. De schrijvers van het Nieuwe Testament gebruikten dit woord voor de gelovigen, die bij elkaar komen.

Voor het bij elkaar komen of verzamelen gebruikten de Grieken ook het woord synago. Ook dat woord gebruikten de schrijver van het Nieuwe Testament. Zie het volgende hoofdstuk voor de studie.

In de tabel hieronder een overzicht van het gebruik van het woord ekklesia in de Bijbel.

Meestal is er ook een werkwoord bij een zelfstandig naamwoord, maar dat is bij het woord ekklesia niet het geval. Ik heb geen werkwoord kunnen vinden.

Het woord ekklesia wordt gekoppeld met andere woorden de ekklesia theos, de gemeente of gemeenschap van God.

Grieks
woord
Soort
woord
StrongOpmerkingen
1ἐκκλησία
ekklesia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1577
SB1421
Gemeente.
Komt 115 keer voor
in 112 verzen.
KJV: church (115x),
assembly (3x).
ἐκκλησία
θεός
ekklesia
theos
CombiG1577
G2316
De gemeente Gods
Komt vijftien keer voor.
KJV: “church of God” 8x

Het woord ekklesia hangt samen met het werkwoord ek-kaleo dat tevoorschijn roepen betekent. Dit werkwoord komt niet in de Bijbel voor. En inderdaad we roepen mensen op om te voorschijn te komen en je aan te sluiten bij de ekklesia.

Het woord ekklesia komt 3 x voor in de evangeliën, 24 x in Handelingen, 5 x in Romeinen 16, 30 x in de brieven aan de Korintiërs en 19 x in Openbaringen (waarvan 18 x in hoofdstukken 1 t/m 3).

Het woord ekklesia is een woord dat al wordt gebruikt in de evangeliën, maar vooral als de nieuwe dimensie van de gemeenschap er aan is toegevoegd.

Ekklesia bij de Grieken

In de Griekse wereld gebruikte men het woord ekklesia voor een bijeenkomst waar de mensen voor werden bijeengeroepen. De belangrijke mensen in die tijd. Ook in de Bijbel in Handelingen 19 komt het in die betekenis voor. Het gaat dan om de mensen van Efeze, die samenkomen om Paulus te veroordelen.

Handelingen 19:32. Daar schreeuwde de menigte inmiddels van alles door elkaar, want er heerste grote verwarring en de meeste mensen wisten niet eens waarom ze bijeengekomen waren.
Handelingen 19:39-40. Als er daarbuiten nog iets anders is dat u wenst, zal dat op een officiële volksvergadering behandeld worden. We lopen toch al het gevaar dat we ter verantwoording worden geroepen voor het oproer van vandaag, daar we deze onlusten op geen enkele manier kunnen goedpraten. Na deze woorden maakte hij een einde aan de bijeenkomst.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Vanuit die bijeengekomen mensen ging een grote druk uit. Is meer dan een verzameling individuele mensen. Het bijeenkomen van mensen heeft grote sociale impact. En als er een geestelijke kant zit aan de bijeenkomst ook een geestelijke impact.

Een demonstratie bijvoorbeeld, zoals dat in Nederland wel eens is, is ook een betekenisvol drukmiddel. Het belang kun je een beetje indammen door het te negeren.

De ekklesia bij het volk Israël in Oude Tijden

Er zijn twee teksten in het Nieuwe Testament, die gaan over de ekklesia van het volk Israël in het Oude Testament.

Het gaat in deze tekst over Mozes.
Handelingen 7:38. Hij was het die, toen het volk in de woestijn bijeen was, als bemiddelaar optrad tussen onze voorouders en de engel die op de berg Sinai tegen hem sprak, hij was het die de levenbrengende woorden ontving om ze aan ons door te geven.
Opmerking: De NBG en de SV gebruiken het woord ‘vergadering’ hier en de HSV het woord ‘samenkomst’.

Hebreeën 2:12. … wanneer hij zegt: Ik zal uw naam bekendmaken aan mijn broeders en zusters, u loven in de kring van mijn volk. 
Opmerking 1: dit is een verwijzing naar Psalm 22:23.
Opmerking 2: de SV, HSV en NBG vertalen hier i.p.v. kring met ‘gemeente’

Wat kunnen we van deze teksten leren?
In oude tijden toen het volk Israël in de woestijn verbleef waren samenkomsten er ook al voor de communicatie van God met zijn volk. En ook om samen God te loven. Zie ook in deze studie het hoofdstuk over het Oude Testament.

Opbouw van deze studie
Er worden allerlei soorten dingen gezegd over de ekklesia in het Nieuwe Testament. Om overzicht te krijgen heb ik de teksten naar soort betekenis gerubriceerd. Allereerst gaat het over de verbinding van de ekklesia met God, met Jezus en met de Geest.

De Ekklesia van God.

Naast de ekklesia in de Griekse samenleving en de ekklesia van het volk Israël in het Oude Testament is er ook een ekklesia theos, de gemeente Gods.

De schrijvers van het Nieuwe Testament spreken veertien keer over de gemeente Gods. oftewel de ekklesia van God namelijk in Handelingen 20:28, 1 Korintiërs 1:2, 10:32,11:16, 11:22, 15:9, 2 Korintiërs 1: 1, Galaten 1:3 “ik vervolgde de gemeente Gods”, 1 Tessalonicenzen 1:1, 2:14 en  2 Tessalonicenzen 1:1, 1:4 , 1 Timoteüs 3:5 en 15 (ekklesia van de levende God).

Zestien keer wordt in een tekst de relatie gelegd van Jezus met de gemeente, slechts eenmaal, in Romeinen 16:16, wordt de gemeente, de gemeente van Christus, genoemd. Een andere variant staat in Galaten 1:22, dat spreekt van de gemeente in Christus zoals in de HSV en de Statenvertaling vertaalt. De NBV vertaalt dit met ‘christengemeenten’, en de NBG met gemeente van Christus.

Ook de relatie van de Geest met de gemeente wordt gelegd. De Geest helpt de gemeente met vrede, Handelingen 9:31. De Geest geeft de gemeente bedieningen, Handelingen 20:28. De Geest geeft gaven, 1 Korintiërs 14:12. De Geest spreekt ook tot de gemeente, diverse keren in het boek Openbaring.  

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Na die bijzondere Pinksterdag zou je de gemeente, de gemeente van de Geest kunnen noemen. Maar de Bijbel doet dat niet. Het is de gemeente van God, wat naar God de Vader verwijst. Wij zijn als nieuwe gemeenschap verankerd in dat grote rustpunt, God de Vader, de hoogste macht van hemel en aarde.

De Ekklesia van Plaatsen en Personen.

In de brieven worden de beschrijvingen van de gemeenten gekoppeld aan allerlei plaatsen en gebieden. Gemeenten kunnen ook verbonden zijn met bepaalde personen.

2 Korintiërs 1:1. Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, en van onze broeder Timoteüs. Aan de gemeente van God in Korinte en aan alle heiligen in heel Achaje.
2 Korintiërs 8:1. Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië.

Romeinen 16:1. Ik beveel onze zuster Febe bij u aan, die in dienst staat van de gemeente in Kenchreeën.
Romeinen 16:4-5. … die voor mij hun leven op het spel hebben gezet. Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de heidenen. Groet ook de gemeente die bij hen in huis samenkomt. Groet mijn geliefde Epenetus, die als eerste in Asia tot het geloof in Christus is gekomen. [in het Grieks staat er niet heidenen, maar volken]
Romeinen 16:23. Gajus, die mijn gastheer is en die zijn huis voor de hele gemeente openstelt, laat u groeten. Erastus, die de gelden van de stad beheert, en mijn broeder Quartus laten u groeten.  –

1 Korintiërs 1:2. Aan de gemeente van God in Korinte, geheiligd door Christus Jezus, aan hen die zijn geroepen om zijn heiligen te zijn, en aan allen die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen, waar dan ook, bij hen en bij ons.

Galaten 1:2. Aan de gemeenten in Galatië, ook namens alle broeders en zusters die bij mij zijn.
Galaten 1:22. De christengemeenten in Judea hadden mij nog nooit ontmoet.

Kolossenzen 4:15. Wilt u de broeders en zusters in Laodicea groeten, en ook Nymfa en de gemeente die bij haar thuis samenkomt.
Kolossenzen 4:16. Wanneer deze brief bij u is voorgelezen, moet u ervoor zorgen dat hij ook in de gemeente van Laodicea wordt voorgelezen, en dat u de brief aan hen te lezen krijgt.

1 Tessalonicenzen 1:1. Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, de Vader, en de Heer Jezus Christus. Genade zij u en vrede.
2 Tessalonicenzen 1:1. Van Paulus, Silvanus en Timoteüs. Aan de gemeente in Tessalonica, die toebehoort aan God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus.

Filemon 1:2. … aan onze zuster Apfia en onze medestrijder Archippus, en aan de gemeente die bij u thuis samenkomt.

Het gaat in deze tekst om Gajus, waarvan over zijn liefde word getuigd.
3 Johannes 1:6. Ten overstaan van de gemeente hebben zij van uw liefde getuigd. Wees zo goed hen voor de verdere reis uit te rusten op een wijze die God waardig is.

Wat kunnen we hiervan leren?
Overal ontstonden nieuwe gemeenschappen van nieuwe mensen. Die kwamen samen o.a. bij mensen thuis. De namen, die zijn genoemd zullen wel de steunpilaren zijn geweest. Mannen en ook vrouwen zoals Febe, Nympha en Apfia.

In allerlei plaatsen ontstonden ook gemeenten. Zo werden ze ook genoemd de gemeente, die in … is.

Het Lijden van de Ekklesia.

Vanaf het moment op die bijzondere Pinksterdag, toen de Heilige Geest werd uitgestort, overkomt de ekklesia van alles. Ook vervolging en lijden.

Handelingen 8:1. Nog diezelfde dag brak er een hevige vervolging los tegen de gemeente in Jeruzalem, zodat allen verspreid werden over Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen.
Handelingen 8:3. Saulus probeerde de gemeente te vernietigen door mannen en vrouwen met geweld uit hun huizen te sleuren en hen te laten opsluiten in de gevangenis.

Handelingen 12:1. Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen.

1 Korintiërs 15:9. Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd.

Galaten 1:13. U hebt gehoord hoe ik vroeger volgens de Joodse godsdienst leefde, dat ik de gemeente van God fanatiek vervolgde en haar probeerde uit te roeien.

Filippenzen 3:6. … en heb de gemeente fanatiek vervolgd. Aan wat er in de wet over gerechtigheid staat, voldeed ik volledig.

Kolossenzen 1:24. Ik ben blij dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog aan Christus lijden ontbreekt, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk.

1 Tessalonicenzen 2:14. Het is u vergaan, broeders en zusters, als Gods gemeenten in Judea die Christus Jezus toebehoren. U hebt even zwaar onder uw stadsgenoten geleden als zij onder de Joden.

2 Tessalonicenzen 1:4. Wij spreken dan ook in de gemeenten van God vol trots over uw standvastigheid en trouw onder de vervolgingen en onderdrukking die u moet doorstaan.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Eén kant van ekklesia, de nieuwe gemeenschap is, dat ze haar eigen dynamiek heeft en dat ze niet past in dictatoriale en autoritair geleide maatschappijen. De nieuwe gemeenschap kan zich niet aanpassen aan de bestaande cultuur. Dan zou ze gelijk verdwenen zijn. Het resultaat is dat een dictatoriale overheid je kan gaan vervolgen, gevangen zetten of mishandelen, je laat lijden.

Tragisch dat de latere apostel Paulus aan die vervolging mee heeft gedaan. Hij komt er eerlijk in zijn brieven voor uit. Als hij in de brief aan de Kolossenzen schrijft dat hij een bijdrage wil leveren met zijn persoonlijk lijden aan het lijden van de kerk, dan zal dat wel met zijn rol destijds te maken hebben.

Geestelijke impact van de Ekklesia.

Hier staan de teksten waar te lezen is over de geestelijke impact van de ekklesia.

Als eerste een heel bekend gesprek van Jezus en Petrus.
Matteüs 16:15-18. Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk (ekklesia) zal bouwen,  – en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen.

Uitleg: Als je op de vraag van ‘wie is Jezus’ dit antwoord geeft, dan ben je door de Vader in de hemel geïnspireerd. Op de groep mensen, die geïnspireerd door de Vader deze dingen zegt, zal Jezus zijn kerk bouwen. En die groep, die ekklesia zullen de aanvallen van duisternis kunnen weerstaan.

Opmerking: dat de NBV ekklesia vertaalt met kerk is niet handig. Zouden de kerken de ekklesia zijn zoals Jezus heeft bedoeld? Andere vertalingen zoals de NBG vertalen met ‘gemeente’ in plaats van kerk.

Handelingen 2:47. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden. [Statenvertaling vertaalt met: En prezen God, en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed er dagelijks tot de gemeente toe, die zalig werden]

Uitleg: Je hebt allerlei gemeenschappen. Er is ook een gemeenschap van mensen, die zalig wordt. Zalig is: ze werden aangeraakt door de Heilige Geest en werden nieuwe mensen, nieuwe scheppingen. Let op dat de vertaling van de Statenvertaling veel steviger is: “ze werden zalig”, terwijl de NBV zegt: “ze wilden worden gered”.

Handelingen 5:11. De hele gemeente en allen die hiervan hoorden, werden door grote schrik bevangen. [het gaat hier om ontzag voor God. Dat is houding, die zegen geeft]

Handelingen 9:31. In heel Judea en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei. De gelovigen leefden in ontzag voor de Heer, en dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe.

Handelingen 12:5. Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God.

Handelingen 13:1. Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus.

Handelingen 16:5. De gemeenten werden steeds sterker in het geloof en het aantal leerlingen nam dagelijks toe.

Dit is een oproep aan de oudsten van de gemeente in Efeze.
Handelingen 20:28. Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon.
Opmerking: hier gaat het terloops over het offer dat God heeft gebracht om het wonder van de ekklesia te verwerven.

1 Korintiërs 7:17. In het algemeen: laat ieder in de positie blijven die de Heer hem heeft gegeven, blijven wat hij was toen God hem riep. Dat schrijf ik voor aan alle gemeenten.

1 Korintiërs 12:28. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken.

Efeziërs 1:22. Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk

Efeziërs 3:10. Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen,
Efeziërs 3:21. … aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen.

Efeziërs 5:23-25. … want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat hij gered heeft. En zoals de kerk het gezag van Christus erkent, zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen. Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven.
Efeziërs 5:27. … en om haar (verwijst naar de kerk in vers 25) in al haar luister bij zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver.
In de Statenvertaling: Opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij heilig zou zijn en onberispelijk.
Efeziërs 5:29. Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de kerk.
Efeziërs 5:32. Dit mysterie is groot en ik betrek het op Christus en de kerk. [het gaat er hier om dat Jezus het hoofd is van de gemeente als lichaam]

Kolossenzen 1:18. Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn.

1 Timoteüs 3:15. … voor het geval ik mocht worden opgehouden. Dan weet je hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat wil zeggen de kerk van de levende God, fundament en pijler van de waarheid.

Hebreeën 12:22-23. Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen, tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen, en tot de Middelaar van het nieuwe verbond, Jezus, en tot het bloed van de besprenkeling, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel. [HSV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Waar het getuigenis is dat Jezus Heer is, daar is de ekklesia prima bestand tegen de duisternis. Matteüs 16.

Door de aanraking van de Heilige Geest werden mensen zalig. Zalig is: het ging hun goed. Beter kon niet. Handelingen 2.

Een gemeente,die ontzag voor God heeft, dat is een groot goed. Dan gaan mensen hun leven een andere koers geven. Handelingen 5.
Handelingen 9: vrede, bloei, ontzag, hier ook weer genoemd. Hun aantal nam toe: ook een kernmerk van zegen.
Handelingen 12: ze bidden vol vuur, dat kun je niet zonder de Geest.
Er waren, ineens, profeten en leraren in de gemeente. Geroepen door de Geest. Handelingen  13.
Handelingen 16: steeds sterker in het geloof. Het aantal neemt ook toe. Dat zal wel met geloof te maken hebben. 

De ouderlingen van Efeze zijn als herder door de Geest aangesteld. Handelingen 20. Dat geldt ook voor de gemeente van Korinte. Ieder is tot iets geroepen en ook wel voor bijzondere diensten. 1 Korintiërs 7 en 12.

God de Vader heeft Jezus als hoofd van de ekklesia aangesteld. En die ekklesia geeft de wereld wijsheid. Efeziërs 1 en 3.
Christus heeft de ekklesia lief, hij reinigt en zuivert haar. Christus voedt en verzorgt de kerk. Christus is met de ekklesia verbonden zoals in een huwelijk. Efeziërs 5.

Christus is in alles de eerste in de ekklesia. De apostel Paulus krijgt de kracht om persoonlijk lijden nog toe voegen aan dat van Jezus. Kolossenzen.

De ekklesia is van de levende God, fundament en pijler van de waarheid. 1 Timoteüs.

Hebreeën 12:23 geeft een onmetelijk vergezicht. Wat een mooie vooruitzichten. O.a. genaderd tot de stad van de levende God.

Mensen dragen ook de ekklesia.

Hieronder de teksten, waarin te lezen is hoe de apostelen en de oudsten hun verantwoordelijkheid namen om allerlei maatregelen en beslissingen te nemen. Een wonderlijke samenwerking tussen God en mensen.

Handelingen 11:22. Het nieuws over hun optreden bereikte de gemeente in Jeruzalem, waar men besloot Barnabas naar Antiochië te zenden.
Handelingen 11:26. … en toen hij hem gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië. Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bijeen en gaven ze onderricht aan tal van mensen. Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.

Handelingen 14:23. In elke gemeente stelden ze oudsten aan, en na gevast en gebeden te hebben bevalen ze hen aan bij de Heer, in wie ze hun vertrouwen hadden gesteld.
Handelingen 14:27. Daar aangekomen riepen ze de gemeente bijeen en brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. Ze vertelden hoe hij voor de heidenen de deur naar het geloof had geopend.

Handelingen 15:3-4. Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig over de bekering van de heidenen, iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte. Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht.
Handelingen 15:22. Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas.
Handelingen 15:30. Ze namen afscheid en vertrokken naar Antiochië, en nadat ze daar de gemeente hadden bijeengeroepen, overhandigden ze de brief.
Handelingen 15:41. Hij (Paulus) trok door Syrië en Cilicië, waar hij de gemeenten bemoedigde.

Handelingen 18:22. Nadat hij in Caesarea aan land was gegaan, reisde hij via Jeruzalem, waar hij een bezoek bracht aan de gemeente, naar Antiochië.

Handelingen 20:17. Vanuit Milete stuurde hij iemand naar Efeze met het verzoek aan de oudsten van de gemeente om bij hem te komen.

Romeinen 16:16. Groet elkaar met een heilige kus. Alle gemeenten van Christus laten u groeten.

1 Korintiërs 16:1. Wat de collecte voor de heiligen betreft, moet u de richtlijn volgen die ik aan de gemeenten in Galatië gegeven heb .
1 Korintiërs 16:19. De gemeenten van Asia groeten u. Ook Aquila en Prisca en de gemeente die bij hen in huis samenkomt laten u, met wie zij één zijn in de Heer, hartelijk groeten.

2 Korintiërs 8:18-19. Wij sturen een broeder met hem mee die om zijn werk voor het evangelie door alle gemeenten geprezen wordt. Bovendien is hij door de gemeenten in Macedonië gekozen om met ons mee op reis te gaan en ons te helpen bij dit goede werk, dat wij verrichten ter ere van de Heer en om onze goede bedoelingen te tonen.
2 Korintiërs 8:23-24. Wat Titus betreft: hij is mijn metgezel en werkt met ons mee ten dienste van u. Wat de twee andere broeders betreft: ze zijn de vertegenwoordigers van de gemeenten in Macedonië en strekken Christus tot eer. Bewijs hun, en daarmee de gemeenten, dat u hen liefhebt en laat zien dat wij terecht zo trots op u zijn.

2 Korintiërs 11:8. Andere gemeenten heb ik geplunderd door geld aan te nemen om u van dienst te kunnen zijn.
2 Korintiërs 11:28. En dan laat ik al het andere nog buiten beschouwing: de druk waaronder ik dagelijks sta vanwege mijn zorg voor de gemeenten.

2 Korintiërs 12:13. U bent in vergelijking met de andere gemeenten niets tekortgekomen, op één ding na: ik heb u niets gekost. Vergeef me deze onrechtvaardigheid.

Filippenzen 4:15. U weet zelf, Filippenzen, dat toen ik na mijn vertrek uit Macedonië met de verkondiging begon, uw gemeente de enige is geweest die gedeeld heeft in mijn tegoeden en tekorten.

1 Timoteüs 3:5. Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen?

1 Timoteüs 5:16. Als een gelovige vrouw weduwen in haar familie heeft, moet zij die zelf ondersteunen en niet de gemeente met de zorg belasten. Dan kan de gemeente voor weduwen zorgen die alleen staan.

Jakobus 5:14. Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer.

3 Johannes 1:9-10. Ik heb hierover al aan de gemeente geschreven, maar Diotrefes, die daar de dienst wil uitmaken, trekt zich niets van ons aan. Als ik kom, zal ik zijn gedrag ter sprake brengen. Die man verspreidt laster over ons, en daar laat hij het niet bij: hij weigert de broeders te ontvangen, en houdt degenen tegen die dat wel willen en verjaagt hen uit de gemeente.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De Heer is via de Geest actief in de kerk, maar in Handelingen en in de brieven lezen we van allerlei maatregelen en activiteiten, waarbij mensen het voortouw nemen. Natuurlijk vol van de Geest. Hier waar de teksten over spreken.

Men besluit om Barnabas te zenden, die op zijn beurt Paulus meeneemt om onderwijs te geven. Handelingen 11.
Ze stellen oudsten aan en bevelen hen aan bij de Heer. Ze roepen de gemeente bijeen en brengen verslag uit. Handelingen 14.
Ze getuigden van de bekering van de volken. Ze verhaalden wat God door hen tot stand had gebracht. Ze vaardigden een grotere groep af, die mee zouden reizen. Ze roepen de gemeente bijeen, dat komt vaker voor dus. Paulus bemoedigde de gemeenten. Handelingen 15.
Later bezoekt Paulus de gemeente en daarna nog weer verzoekt hij de oudsten om bij hem te komen. Handelingen 18 en 20.

Elkaar de groeten overbrengen komt regelmatig voor. En collectes is ook een onderwerp. 1 Korintiërs.
Een broeder meesturen, die door een gemeente is gekozen. 2 Korintiërs 8.
Geld aannemen of juist niet is ook een onderwerp. 2 Korintiërs 12 en Filippenzen.

Waarop we moeten letten als we leiders aanstellen. 1 Timoteüs.
Paulus spreek over mijn zorg voor de gemeente. 2 Korintiërs 11. De gemeente moet ook de zorg voor gemeenteleden organiseren. 1 Timoteüs 5.

De ziekenzalving is een taak van de oudsten van de gemeente. Jakobus.
En tenslotte ook de zorg om de leiding van een gemeente niet in verkeerde handen te laten vallen. 3 Johannes.

Hoe gaan we met elkaar om.

Jezus doet uitspraken over de ekklesia in zijn tijd. Hoe men toen al met elkaar om zouden moeten gaan.

Jezus geeft aan hoe je in een gemeente met onderlinge conflicten moet omgaan.
Matteüs 18:15. Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden.
Matteüs 18:17. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden of een tollenaar behandelt.
Conclusie: iemand, die niet voor reden vatbaar is over zijn fouten moet je je in de ekklesia op afstand zetten.

De apostel Paulus snijdt hoe je met elkaar in de ekklesia omgaat ook aan in zijn eerste brief aan de Korintiërs.

Geef in de ekklesia onderwijs hoe je in verbondenheid met Jezus moet leven.
1 Korintiërs 4:17. Daarom ook stuur ik Timoteüs naar u toe, die mijn geliefd kind is, trouw aan de Heer. Hij zal u in herinnering brengen hoe ik in verbondenheid met Christus Jezus leef. Dat is wat ik overal aan iedere gemeente leer. [in de HSV staat ‘mijn wegen, die in Christus zijn’]

Goed om er op te letten dat jezelf geen aanstoot veroorzaakt. Niet binnen en buiten de ekklesia.
1 Korintiërs 10:32. Geef geen aanstoot aan de Joden, aan andere volken of aan Gods gemeente.
Opmerking: ik haal er uit: wees bedachtzaam, drijf dingen niet op de spits, voorkom conflicten.

<<>>
1 Korintiërs 11:16. Iemand die meent zo eigenzinnig te moeten zijn af te wijken van wat ik zeg, dient te bedenken dat wij noch de gemeenten van God een ander gebruik kennen.

In de gemeenten geen partijen vormen.
1 Korintiërs 11:18. Om te beginnen: ik hoor dat u bij uw samenkomsten in de gemeente partijen vormt. Tot op zekere hoogte geloof ik dat ook.

Ook geen rangen en standen in de ekklesia.
1 Korintiërs 11:22. Hebt u soms geen eigen huis waar u kunt eten en drinken? Of veracht u de gemeente van God en wilt u de armen onder u vernederen? Wat moet ik hierover zeggen? Moet ik u soms prijzen? Dat doe ik in geen geval.

Bouw elkaar op met geestelijke gaven bijvoorbeeld met profeteren.
1 Korintiërs 14:4-5. Iemand die in klanktaal spreekt is daar alleen zelf bij gebaat; iemand die profeteert doet dat ten bate van de gemeente. Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken, maar ik wil nog liever dat u profeteert. Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in klanktaal spreekt, tenzij hij uitlegt wat hij zegt, zodat de gemeente er baat bij heeft.
1 Korintiërs 14:12. Dit geldt ook voor u: als u zo graag geestelijke gaven bezit, moet u ernaar streven uit te blinken in de opbouw van de gemeente.

1 Korintiërs 14:19. … maar om in de gemeente anderen te onderwijzen, gebruik ik liever een paar begrijpelijke woorden dan ontelbaar veel in klanktaal.
1 Korintiërs 14:23. Wanneer namelijk de hele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent?

Samenkomsten waar ieder wel iets heeft.
1 Korintiërs 14:26. Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. [hier staat in het Grieks niet het woord ekklesia, maar het verwijst er naar]

1 Korintiërs 14:28. Maar als er geen uitlegger is, laat hij dan in de gemeente zwijgen, maar laat hij tot zichzelf spreken en tot God. [HSV, de NBV vertaalt het woord ekklesia niet)
1 Korintiërs 14:33. want God is niet een God van wanorde maar van vrede. Zo is het in alle gemeenten van de heiligen.

De NBV vertaalt ekklesia in onderstaande teksten met ‘samenkomsten’. Dat zou wel eens een precieze vertaling kunnen zijn omdat het gaat over spreken en zwijgen. Dat is toch alleen verstorend als er een spreker is? Het is ook net als iemand, die in tongen wil spreken, maar er is geen uitlegger, die moet ook zwijgen.
1 Korintiërs 14:34-35. Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat. Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis aan hun man vragen, want het is een schande voor een vrouw als ze tijdens een samenkomst spreekt.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Mensen aanspreken en desnoods uit de gemeente verwijderen, die het verkeerde pad op gaan. Matteüs.
Onderwijs omvat ook uit hoe je in verbondenheid met Jezus leeft, de wegen in de Heer. 1 Korintiërs 4.
Profeteren in een samenkomst is het belangrijkste, spreken in tongen ook mooi als er uitleg is. 1 Korintiërs 14:4-5, 23 en 28.
Met geestelijke gaven kun je elkaar helpen als de gemeente samenkomt. 1 Korintiërs 14:19.
In een samenkomst heeft ieder wel iets tot opbouw van de gemeente. 1 Korintiërs 14:26.
Er moet ook orde in de samenkomst zijn. 1 Korintiërs 14:33. Het kan heel irritant zijn als mensen steeds door elkaar heen praten. Zou dat de reden zijn van ‘de zwijgtekst’ van 1 Korintiërs 14:34-35?

Het opbouwen van de ekklesia

In het algemeen wordt over de ekklesia gezegd dat ze moet worden ‘opgebouwd’. Hier is een woord gebruikt dat slaat op het bouwen van een huis. Het gaat de apostel Paulus dus niet om het in stand houden en beheren maar om het opbouwen van de gemeente.

Grieks
woord
Soort
woord
StrongOpmerkingen
1οἰκοδομέω
oikodomeō
WerkwoordG3618
SB3103
Bouwen
Komt 39 keer voor in 38
verzen
KJV: build (24x),
edify (7x), builder (5x),
build up (1x),
be in building (1x),
embolden (1x).
2οἰκοδομή
oikodomē
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G3619
SB3104
Gebouw, opbouw,
stichting
Komt 18 keer voor in 18
verzen
KJV: edifying (7x),
building (6x),
edification (4x),
wherewith (one)may
edify (1x)
3οἰκονομία
oikonomia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G3622
SB3106
Huisbeheer.
Komt 8 keervoor in 8
verzen
KJV: dispensation (4x),
stewardship (3x).
4οἰκονόμος
oikonomos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G3623
SB3107
Huisbeheerder
Komt 10 keer voor in 10
verzen.
KJV: steward (8x),
chamberlain (1x),
governor (1x).
5οἶκος
oikos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G3624
SB3108
Huis
Komt 114 keer in 106
verzen voor.
KJV: house (104x),
household (3x),
home (with G1519) (2x),
at home (with G1722) (2x),
miscellaneous (3x).

Het werkwoord oikodomeō is het gewone Griekse woord voor bijvoorbeeld een huis bouwen. Alleen in de Bijbel is het ook een beeld van een geestelijk huis bouwen.

Het woord oikodomē komt drie keer voor in relatie tot de gebouwen van de tempel. De overige vijftien keer staat oikodome in het kader van de opbouw van de gemeente, hoewel het woord gemeente er meestal niet letterlijk altijd bij staat. Interessant wat tot opbouw wordt genoemd.

Romeinen 14:19. Laten wij dus najagen wat de vrede en de onderlinge opbouw bevordert .
Romeinen 15:2. Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw.

1 Korintiërs 3:9. Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker. U bent een bouwwerk van God.

1 Korintiërs 14:3-5. Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost. Wie in een andere taal spreekt, bouwt zichzelf op, maar wie profeteert, bouwt de gemeente op. En ik zou wel willen dat u allen in andere talen spreekt, maar vooral dat u profeteert. Immers, wie profeteert, is meer dan wie in andere talen spreekt, tenzij hij het uitlegt, opdat de gemeente erdoor opgebouwd wordt. [HSV]

1 Korintiërs 14:12. Dit geldt ook voor u: als u zo graag geestelijke gaven bezit, moet u ernaar streven uit te blinken in de opbouw van de gemeente.
1 Korintiërs 14:26. Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.

2 Korintiërs 5:1. Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel

2 Korinthe 10:8. Want ook als ik mij nog meer zou beroemen op onze volmacht, die de Heere ons gegeven heeft tot opbouw en niet tot uw afbraak, dan zou ik nog niet beschaamd worden.

2 Korinthe 12:19. Denkt u nu weer dat wij ons tegenover u verdedigen? Wij spreken voor het aangezicht van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot uw opbouw.

2 Korinthe 13:10. Daarom schrijf ik u dit terwijl ik afwezig ben, opdat ik, wanneer ik aanwezig ben, niet streng hoef op te treden, overeenkomstig de volmacht die de Heere mij gegeven heeft tot opbouw en niet tot afbraak.

Efeziërs 2:21-22. In Hem vormt het bouwwerk één geheel en groeit het uit tot een tempel die gewijd is aan de Heer, in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
Opmerking: samen opbouwen is het Griekse woord met Strong G4925, een woord dat alleen in deze tekst voorkomt.

Efeze 4:12. … om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,
Efeze 4:16. Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde.
Efeze 4:29. Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.

De huisbeheerder

De oikonomea, het huisbeheer en de persoon, die het huisbeheer doet, de oikonomos zijn ook beelden voor het beheerder en de beheerder van het geestelijke huis.

Profetieën over de zeven ekklesia in Azië.

In het boek Openbaringen staan profetieën voor zeven gemeenten in het westen van Turkije. Dat heette toen Azië.

Wat zeggen die profetieën aan de gemeenten ons nu nog? Laten we ze eerste een lezen.

Eerst lezen we een soort opening.
Openbaringen 1:4. Van Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia. Genade zij u en vrede van hem die is, die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon.

De zeven gemeenten

Openbaring 1:11. … en die tegen me zei: Schrijf alles wat je ziet in een boek en stuur dat naar de zeven gemeenten, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.
Openbaring 1:20. Dit is de betekenis van de zeven sterren die je in mijn rechterhand zag en van de zeven gouden lampenstandaards: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven standaards zijn de zeven gemeenten zelf.

Openbaring 2:1. Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en tussen de zeven gouden lampenstandaards verblijft:
Openbaringen 2:7. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal ik laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat.

Openbaring 2:8. Schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt hij die de eerste en de laatste is, die dood was en nu leeft.
Openbaring 2:11. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal van de tweede dood geen schade ondervinden.

Openbaring 2:12. Schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamum: Dit zegt hij die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft.
Openbaring 2:17. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat die niemand kent, behalve degene die het ontvangt.

Openbaring 2:18. Schrijf aan de engel van de gemeente in Tyatira: Dit zegt de Zoon van God, die ogen heeft als vlammend vuur en voeten als brons.
Openbaring 2:23. … haar kinderen zal ik laten sterven aan een dodelijke ziekte. Laat elke gemeente beseffen dat ik het ben die hart en ziel van de mens doorgrondt en dat ik ieder van u zal belonen naar zijn daden.
Openbaring 2:29. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

Openbaring 3:1. Schrijf aan de engel van de gemeente in Sardes: Dit zegt hij die de zeven geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik weet wat u doet; overal wordt beweerd dat u het leven hebt, terwijl u dood bent.
Openbaring 3:6. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

Openbaring 3:7. Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen.
Openbaring 3:13. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

Openbaring 3:14. Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping.
Openbaring 3:22. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

Openbaring 22:16. Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten. Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De boodschappen voor de zeven gemeenten in het boek Openbaringen zijn van een bijzondere profetische schoonheid. Het zijn gemeenten in steden, die nu in het Westelijk deel van het huidige Turkije liggen.

In iedere boodschap zit een openbaring over wie Jezus is en wel in het eerste deel van de tekst. Dan is er de inhoud van de profetie voor de gemeente. En dan is er een afsluiting met een oproep om naar de Geest te luisteren. Voor drie gemeenten is er daarbij nog een aanvullende boodschap.

Deze tekst in Openbaringen geeft een mooi beeld van wat de Geest tot de ekklesia, ook die van vandaag, zou kunnen zeggen: complimenten over standvastigheid en betrouwbaarheid, aanmerkingen bijvoorbeeld over de liefde die verslapt, oproep tot bekering en wat de consequenties zijn als er geen bekering is. Wees trouw tot in de dood. Doe afstand van een verkeerde leer is belangrijk. Breek met mensen, die de gemeente op het slechte pad brengen. Hou je niet bezig met geheimen van de duisternis.  

Opvallend dat deze gemeenten, die in dezelfde streek liggen toch verschillende profetieën krijgen. Dat zal bij ons ook zijn.

De ekklesia van de ene stad of dorp is ook anders, dan die andere. Wie heeft een profetie voor de ekklesia in de eigen woonplaats? En wie durft de profetie naar voren te brengen ?

Hoe is ekklesia vertaalt?

Wat betreft de vertaling van het woord ‘ekklesia’ zijn er tussen de diverse vertalingen grote onderlinge verschillen. Je kunt met ‘kerk’ vertalen, maar dan denk je al gauw aan het instituut kerk of het kerkgebouw of je kunt met ‘gemeente’ vertalen. Een evangelisch iemand denkt dan misschien aan zijn eigen evangelische gemeente. Anderen denken dan misschien aan de gemeente waar je woont. Je zou ook met samenkomst, bijeenkomst of vergadering kunnen vertalen. Maar dat gebeurt zelden.

De Statenvertaling gebruikt nooit het woord kerk in de vertalingen van de tekst. Zou dat zijn omdat de mensen van die tijd dan nog teveel aan de Rooms Katholieke kerk zouden denken wat men bij een protestantse vertaling niet zou willen? De Statenvertaling gebruikt wel het woord ‘kerk’ drie keer in titels boven een paragraaf. Alle drie keer bij paragrafen van het Oude Testament. Welke gedachte zou daar achter zitten? Dat de kerk er al in de tijd van het Oude Testament was? Was dat een boodschap voor de Joodse mensen in die dagen bedoeld?

Dit zijn de drie titels:
bij Psalm 47:1: ‘Een triomfpsalm der Kerk’,
bij Jesaja 27:1: ‘Verdelging van de vijanden van Gods Kerk’
bij Joël 3:1: ‘Profetie van Gods strafgericht over de vijanden van Zijn Kerk’.

De Statenvertaling heeft naast de tekst in de titels nog twee keer het woord kerk in een combinatie woord.
Handelingen 19:35. En toen de stadsschrijver de schare gestild had, zeide hij: Gij mannen van Efeze! wat mens is er toch, die niet weet, dat de stad der Efeziërs de kerkbewaarster is van de grote godin Diana, en van het beeld, dat uit de hemel gevallen is?
Handelingen 19:37. Want gij hebt deze mannen hier gebracht, die noch kerkrovers zijn, noch uw godin lasteren.

Normaliter volgt de HSV de Statenvertaling, maar niet wat betreft het woord ‘kerk’. In de HSV komt het woord ‘kerk’ niet voor, ook niet in combinatie met een ander woord.

In de NBG vertaling komt het woord kerk ook niet voor.

Met de komst van de NBV vertaling is het woord ‘kerk’ in vertalingen aan een revival bezig. Het woord komt in de NBV vertaling twaalf keer voor. Allemaal in het Nieuwe Testament. Logisch, want de kerk was er nog niet in het Oude Testament.

De Bijbel in Gewone Taal, van nog latere datum, gebruikt het woord ‘kerk’ 141 keer. Het woord gemeente wordt niet gebruikt. Is dit boek voor jongeren dvan de kerk geschreven en niet voor die van de evangelische gemeenten? Of voor mensen, die nog niet feloven en hooguit weten van een kerk?

De Willibrord vertaling van de Rooms Katholieke kerk gebruikt het woord kerk vanzelfsprekend wel. Zeventien keer waaronder natuurlijk Matteüs 5:18: “Ik zeg jou: jij bent Petrus; op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen” en Efeziërs 5:23. “… zoals Christus het hoofd is van de kerk”. Rooms Katholieken zullen daarbij aan hun paus en aan hun kerk denken.

Dan nog een woord van waardering over William Tyndale. Hij heeft op 42 jarige leeftijd in Vilvoorde, een plaats vlakbij Brussel, de doodstraf ondergaan. In die tijd mocht je alleen een vertaling van de Bijbel in bezit hebben als je daarvoor een vergunning had. Met Tyndale was het nog erger, hij was bezig met het vertalen van de Bijbel uit het Hebreeuws en uit het Grieks.

Tyndale wilde de vertaling zo getrouw mogelijk doen. Natuurlijk is het handig voor een kerk als in de vertaling de opvatting van de kerk is opgenomen. De eigen visie gesanctioneerd door Gods Woord. Wat wil je nog meer?

Maar Tyndale koos voor het woord “overseer” in plaats van de in vertalingen gebruikelijke “bishop”. En hij koos voor “elder” in plaats van “priest”. Het Griekse woord ekklesia vertaalde hij  met “congregation” in plaats van “church”. Die ‘foute’ vertalingen van Tyndale heeft hem zijn leven gekost.

Ondanks de kritiek heeft de latere en beroemde King James Version (KJV) vertaling rond de 80% van de vertaling van Tyndale overgenomen. De KJV is wel weer de woorden “church” en “bishop” gaan gebruiken, maar niet “priest” in plaats van “elder”. Een kleine postume overwinning voor Tyndale. (bron: de Engelse Wikipedia)

Gemeenschap in het Oude Testament

Er staan in het Oude Testament diverse woorden, die duiden op de samenkomsten, vergaderingen van het volk. Dikwijls worden die woorden ook gebruikt om een hele groep ermee aan te duiden.

Hieronder het profiel van de woorden, die in het Oude Testament voorkomen.

Hebreeuws woordSoort woordStrongOpmerkingen:
1קָהֵל qahalZelfstandig  naamwoord mannelijkH6951Vergadering of gemeente. Komt 123 keer voor in 116 verzen.
KJV: congregation (86x), assembly (17x), company (17x), multitude (3x).
2עֵדָה `edahZelfstandig naamwoord vrouwelijkH5712Vergadering of gemeente Komt 149 keer voor in 140 verzen.
KJV: congregation (124x), company (13x), assembly (9x), multitude (1x), people (1x), swarm (1x).
3מוֹעֵד
môʿēḏ
Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H4150Gemeente.
Komt 223 keer voor in 213 verzen.
KJV: congregation (150x), feast (23x), season (13x), appointed (12x), time (12x), assembly (4x), solemnity (4x), solemn (2x), days (1x), sign (1x), synagogues (1x).
4מִקְרָא
miqrā’
Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H4744Komt 23 keer voor in 22 verzen.
KJV: convocation (19x), assemblies (2x), calling (1x), reading (1x).
5סוֹד sôḏZelfstandig naamwoord
mannelijk
H5475Komt 21 keer voor in 21 verzen.
KJV: secret (9x), counsel (6x), assembly (5x), inward (1x).
6עֲצָרָה
ʿăṣārâ
Zelfstandig naamwoord vrouwelijkH6116Vergadering
Komt 11 keer voor in 11 verzen.
KJV: solemn assembly (9x), solemn meeting (1x), assembly (1x).

De woorden qahal en edah gebruikt men beide voor zowel om er een bijeenkomst mee aan te geven als wel om er de hele gemeenschap mee aan te duiden.

Zowel de Joodse Rabbi’s als christelijke theologen hebben een verschil in betekenis van deze twee woorden gezocht. Een Torah school meldt: qahal is meer het proces om samen te komen en edah is de samenkomst. Theoloog Cliff Mc Manis schreef: “Qahal kan duiden op allerlei soorten vergaderingen, ook die van de volken. Edah wordt alleen voor het volk Israël gebruikt”.

In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, wordt edah nooit vertaalt met ekklesia, maar regelmatig, niet altijd, met synagoge. Qahal wordt wel vertaald met ekklesia.

De KJV vertaalt beide woorden zowel met “congregation” als “assembly”.

Wat er ook wel aan de hand zou kunnen zijn is dat de woorden door de tijd heen in betekenis zijn gaan veranderen. Zo is in het boek Genesis het woord mo-ed vooral gekoppeld aan tijd, terwijl in het boek Exodus vooral gaat om de hele gemeenschap.

Soms worden de woorden verbonden met het woord Israël, zo heb ik gevonden dat de combinatie qahal en Israël 12 keer voorkomt in de Bijbel. De Bijbel spreekt ook 34 keer over de edah Israël. Pakweg een derde van deze met de toevoeging kinderen. Dus de edah van de kinderen van Israel. Vijf keer komt in één tekst beide woorden kahal en edah voor.

In het Nieuwe Testament komt de uitdrukking de gemeente van God regelmatig voor. Dat is in het Oude Testament ook het geval zij het in beperkte mate. Voor zover ik heb kunnen nagaan komen combinaties met ‘el’, ‘elohim’ en ‘adonai’ niet voor. Alleen de combinatie met de persoonlijke naam van God, JHWH, oftewel zoals wij het schrijven Jahweh.

De uitdrukking ‘qahal Jahweh’ komt in tien teksten voor. Enkelen zijn hieronder geciteerd. De edah Jahweh komt vier teksten voor, waaronder twee keer in Numeri, zie hieronder.

De mo-ed Jahweh komt in zeven teksten voor. Het gaat dan steeds over de feesten van de Heer, waarvoor de gehele gemeenschap werd uitgenodigd. Komt o.a. vier keer in Leviticus voor, zie hieronder.

De uitdrukking ‘mikra Jahweh’ komt niet voor, de uitdrukking ‘sod Jahweh’ komt twee keer voor. Psalm 25:14 en Jeremia 23:18. De uitdrukking ‘asara Jahweh’ komt eenmaal voor, zie Deuteronomium 16:8 hieronder.

De teksten met het woord atsara staan in de studie samenkomen.

Overigens is er nog het woord אֲסֻפּ֑וֹת asuppot, dat eenmaal voorkomt namelijk in Prediker 12:11 en dat de KJV ook met assembly vertaalt. Het werkwoord, dat de wortel van dit woord is, betekent samenkomen.

Hier nog wat uitdieping van het profiel van de woorden.

WoordWortel van het woordOpmerkingen
1קָהֵל qahalKomt van een werkwoord dat verzamelen betekent32x in de tora, verder in 16 andere boeken.
2עֵדָה `edahKomt van een werkwoord dat testen of getuigen betekent75x in Numeri, 15x in Exodus, 12x Leviticus. Niet in Genesis en Deut. Ook nog 10x Psalmen
3מוֹעֵד
môʿēḏ
Komt van een werkwoord dat ontmoeten op een vastgestelde tijd betekent37x Exodus, 45x Leviticus, 63x Numeri, 4x Genesis en 3x Deut. en dan nog in 21 andere boeken
4מִקְרָא miqrā’Komt van een werkwoord dat roepen betekent11x Leviticus, 7x Numeri en 1x in Exodus, en dan nog 3x in andere boeken.
5סוֹד sôḏKomt van een werkwoord dat funderen betekent1x in de tora nl. in Exodus, 10 keer in de Psalmen, rest in allerlei andere boeken.
6עֲצָרָה
ʿăṣārâ
Komt van een werkwoord dat houden betekent.3x in de tora, rest in 7 andere boeken.

In de boeken van Mozes

In het boek Genesis is er nog geen sprake van het volk Israël. Het woord kahal, met als wortel verzamelen wordt gebruikt voor profetieën, die gaan het volken, die zullen worden verzameld. Zie studie Israël en de volken.

Ook het woord mo-ed wordt vier keer gebruikt, maar niet in de relatie met een gemeenschap, het wijst dan alleen op een bijzonder feestelijk moment.

Het boek Exodus

In het boek Exodus is er ineens sprake van de vergadering of gemeenschap van Israël. De verschillende woorden, zie hierboven komen 56 keer voor. Het meest mo-ed, 37 keer, daarna edah 15 keer.

Exodus 12:3. Zeg tegen de hele gemeenschap (edah) van Israël: “Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één.

Exodus 12:6. En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering (qahal) der ​gemeente​ (edah) van Israël het slachten in de avondschemering. [Statenvertaling]

Exodus 12:19. Gedurende die zeven dagen mag er geen zuurdesem in jullie huizen te vinden zijn; iedereen die iets eet dat zuurdesem bevat, moet uit de gemeenschap (edah) van Israël gestoten worden, of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet.

Exodus 12:47. Ieder die tot de gemeenschap (edah) van Israël behoort, is verplicht dit maal te bereiden.

Exodus 16:1-3. Zij braken op uit Elim en heel de gemeenschap (edah) van de Israëlieten kwam in de woestijn Sin, die tussen Elim en de Sinaï ligt. Dat was op de vijftiende dag van de tweede maand nadat zij uit het land Egypte waren vertrokken. En heel de gemeenschap (edah) van de Israëlieten morde tegen Mozes en tegen Aäron in de woestijn. De Israëlieten zeiden tegen hen: Och, waren wij maar door de hand van de HEERE gestorven in het land Egypte, toen wij bij de vleespotten zaten en brood aten tot verzadiging toe! Want u hebt ons uitgeleid naar deze woestijn om heel deze gemeente (qahal) van honger te laten sterven. [HSV]

Exodus 16:9-10. Mozes zei tegen Aäron: ‘Zeg tegen de hele gemeenschap (edah) van Israël: “Wend u tot de HEER, want hij heeft uw geklaag gehoord.”’ Zodra Aäron dit aan het volk (edah) had opgedragen en allen zich met het gezicht naar de woestijn hadden opgesteld, verscheen in een wolk de majesteit van de HEER.

Exodus 16:22. Maar op de zesde dag verzamelden ze een dubbele hoeveelheid: twee omer per persoon. De leiders van het volk (edah) kwamen dit bij Mozes melden.

Exodus 17:1. Vanuit de woestijn van Sin trok het hele volk (edah) van Israël verder, van de ene pleisterplaats naar de andere, volgens de aanwijzingen van de HEER. Toen ze hun tenten opsloegen in Refidim, bleek daar geen water te zijn om te drinken. edah

Expodus 34:31. Mozes riep hen echter bij zich . Aäron en al de leiders van de gemeenschap (edah) keerden naar hem terug, en Mozes sprak tot hen. [HSV]

Exodus 35:1-4. Toen liet Mozes heel de gemeenschap (edah) van de Israëlieten bijeenkomen en hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die de HEERE geboden heeft om ze te doen: Zes dagen moet er werk verricht worden, maar de zevende dag moet heilig voor u zijn, een sabbat, een dag van volledige rust, voor de HEERE. Ieder die op die dag werk verricht, moet gedood worden. U mag op de sabbatdag in geen van uw woongebieden vuur aansteken. Verder sprak Mozes tot heel de gemeenschap (edah) van de Israëlieten: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft. [HSV]

Exodus 35:19-20. Toen ging heel de gemeenschap (edah) van de Israëlieten bij Mozes weg, en ze kwamen terug: ieder wiens hart hem daartoe bewoog en ieder wiens geest hem gewillig maakte. Ze brachten het hefoffer voor de HEERE ten behoeve van het werk aan de tent van ontmoeting, voor al het dienstwerk daarin en voor de geheiligde kledingstukken.

Exodus 38:25. En het zilver van hen die geteld waren uit de gemeenschap (edah), was honderd talent en duizend zevenhonderdvijfenzeventig sikkel, gerekend volgens de sikkel van het heiligdom.

Boek Leviticus

Leviticus 4:13-14. Als echter heel de gemeenschap (edah) van Israël zonder opzet gezondigd heeft en de zaak voor de ogen van de gemeente (qahal) verborgen is gebleven, en zij iets gedaan hebben tegen enig gebod van de HEERE, wat niet gedaan mag worden, en dus schuldig zijn geworden, en als de zonde die zij daartegen begaan hebben, bekend is geworden, dan moet de gemeente (qahal) een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer aanbieden en die vóór de tent van ontmoeting brengen.
Leviticus 4:21. Vervolgens moet hij de jonge stier naar buiten brengen, tot buiten het kamp, en hem verbranden, net zoals hij de eerste jonge stier verbrand heeft. Het is een zondoffer van de gemeente (qahal). [HSV]
Conclusie: Als iemand van de gemeenschap gezondigd heeft, heeft dat gevolgen voor de hele gemeenschap.

In deze tekst komen drie verschillende woorden voor, die je met gemeenschap kunt vertalen. Het is onderdeel van de inwijding van de priesters.
Leviticus 8:4. Mozes deed wat de HEER hem had opgedragen. Toen de hele gemeenschap zich bij de ingang van de ontmoetingstent verzameld had.
Opmerking 1: ‘edah’ is vertaalt met gemeenschap, ‘qahal’ met verzamelen en ‘mo-ed’ is samengevoegd met tabernakel en is met ontmoetingstent vertaalt.
Opmerking: de KJV geeft een volgens mij juistere vertaling. And Moses did as the LORD commanded him; and the assembly was gathered together unto the door of the tabernacle of the congregation.

Leviticus 16:17. Er mag niemand in de ontmoetingstent zijn, vanaf het moment dat hij die binnengaat om de verzoeningsrite te voltrekken tot het ogenblik waarop hij de tent verlaat. Nadat hij voor zichzelf en zijn familie en voor de hele gemeenschap (qahal) van Israël de verzoeningsrite heeft voltrokken.

Leviticus 16:33. … moet hij de verzoeningsrite voltrekken aan de heilige ruimte in het heiligdom, en ook aan het voorste deel van de ontmoetingstent en aan het altaar. Zo bewerkt hij verzoening voor de priesters en de hele gemeenschap (qahal).

Conclusie: De priester bewerkt verzoening voor zichzelf en de hele gemeenschap.

Leviticus 23:1-4. De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER (mo-ed Jahweh), die je als heilige dagen samen moet vieren. Dit zijn mijn hoogtijdagen: Zes dagen kun je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die je als heilige dag samen moet vieren. Je mag die dag geen enkele bezigheid verrichten. Waar je ook woont, het moet een rustdag zijn die aan de HEER gewijd is. Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER (mo-ed Jahweh), die je als heilige dagen samen moet vieren, elk op de aangewezen tijd:

Leviticus 23:36-37. (asara)

Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER (mo-ed Jahweh), die je als heilige dag samen moet vieren en waarop jullie de HEER een offergave moeten aanbieden, brandoffers, graanoffers, vredeoffers en wijnoffers, al naargelang voor een bepaalde dag is voorgeschreven.

Leviticus 23:44. En Mozes maakte de hoogtijdagen van de HEER (mo-ed Jahweh) aan het volk bekend.

Boek Numeri.

Numeri 10:7. Voor het bijeenroepen van de gemeenschap (qahal) gebeurt dat niet: dan wordt er geen luid signaal geblazen, maar een gewone trompetstoot gegeven.

Numeri 14:5. (qahal)

Numeri 15:15. Voor de hele gemeenschap (qahal) geldt een en dezelfde wet, voor jullie zelf en voor de vreemdelingen die bij jullie wonen, voor alle komende generaties. Er bestaat voor de HEER geen onderscheid tussen jullie en vreemdelingen.
Toelichting: voor ons een heel normale regel, maar er zijn landen te over vroeger en nu waar de ene groep meer rechten heeft dan de andere.

Numeri 16:3. Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: ‘U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap (edah) zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap (qahal) van de HEER verheven?’ <<hier de gemeenschap van de HEER>>

Numeri 16:33. Zo daalden zij met allen die bij hen hoorden levend in het dodenrijk af. De aarde sloot zich boven hen, en zij waren uit de gemeenschap (qahal) verdwenen.

Numeri 16:47. Aäron nam de vuurschaal , zoals Mozes had gesproken, en liep snel naar het midden van de gemeente (qahal), en zie, de plaag was onder het volk begonnen. En hij legde er reukwerk in en deed verzoening voor het volk. [HSV]

Numeri 19:20. Maar wie onrein is en zich niet laat reinigen, moet uit de gemeenschap (qahal) gestoten worden, omdat hij het heiligdom van de HEER verontreinigd heeft. Omdat hij zich niet met reinigingswater heeft laten besprenkelen, blijft hij onrein.

Numeri 20:1-6. In de eerste maand kwamen de Israëlieten, het hele volk, in de woestijn van Sin, en ze bleven lang in Kades. Mirjam stierf daar en werd er begraven. Toen er geen water meer was, liep het volk tegen Mozes en Aäron te hoop. Ze maakten Mozes verwijten. ‘Waren wij ook maar omgekomen toen een deel van ons volk door het ingrijpen van de HEER stierf,’ zeiden ze. ‘Waarom hebt u het volk van de HEER (qahal) naar deze woestijn gebracht? Om ons hier te laten sterven, met ons vee? Waarom hebt u ons weggehaald uit Egypte en ons naar dit afschuwelijke oord gebracht? Er is hier geen koren, er zijn hier geen vijgenbomen, geen wijnstokken en geen granaatappelbomen. En drinkwater is er ook niet.
Mozes en Aäron verwijderden zich van de gemeenschap (qahal) en gingen naar de ingang van de ontmoetingstent. Daar wierpen ze zich ter aarde. Toen verscheen de majesteit van de HEER.
Toelichting: in vers 4 heeft de NBV het woord volk gebruikt. In het Hebreeuws is daar een ander woord voor. Waarom de NBV dit vertaalt met ‘volk’ is onduidelijk.

Numeri 20:10-12. En Mozes en Aäron riepen de gemeente voor de rots bijeen, en hij zei tegen hen: Luister toch, ongehoorzamen, zullen wij voor u uit deze rots water voortbrengen? Toen hief Mozes zijn hand op en hij sloeg de rots twee keer met zijn staf, en er kwam veel water uit, zodat de gemeenschap (qahal) en hun vee konden drinken. Maar de HEERE zei tegen Mozes en tegen Aäron: Omdat u niet in Mij geloofd hebt, en Mij voor de ogen van de Israëlieten niet geheiligd hebt, zult u deze gemeente (qahal) niet in het land brengen dat Ik hun gegeven heb. [HSV]

Numeri 27:15-17. Toen sprak Mozes tot de HEERE: Laat de HEERE, de God Die aan alle vlees de adem geeft, over deze gemeenschap (edah) een man aanstellen die voor hen uitgaat en die voor hen ingaat, en die hen doet uitgaan en die hen weer doet ingaan, opdat de gemeenschap van de HEERE (edah Jahweh) niet zal zijn als schapen die geen herder hebben. [HSV]
Opmerking: het is een enorme zegen als de edah van de HEER een goede leider heeft. Het volk Israël kende soms lange tijd geen leider.

Numeri 29:35. (asara)

Numeri 31:16. Juist zij waren het die de Israëlieten, op aanraden van Bileam, destijds bij de Peor verleid hebben tot ontrouw aan de HEER, en dat veroorzaakte de plaag die de gemeenschap van de HEER (edah Jahweh) getroffen heeft.
Opmerking: de gemeente van de HEER lijdt als geheel als een groep het kwaad doet.

Het boek Deuteronomium.

Deuteronomium 5:22. De HEER heeft deze woorden – deze, en niet meer – tot u gesproken toen u daar bijeen (qahal) was. Met een geweldig stemgeluid kondigde hij op de berg zijn geboden af, vanuit vuur en dreigende, donkere wolken, en hij schreef ze op twee stenen platen en gaf die aan mij. 

Deuteronomium 9:10. En de HEERE gaf mij de twee stenen tafelen, beschreven door de vinger van God; daarop stonden alle woorden die de HEERE met u gesproken had op de berg, vanuit het midden van het vuur, op de dag dat u daar bijeenkwam (qahal). [HSV]

Deuteronomium 16:8.Zes dagen lang moet u ongedesemd brood eten, en de zevende dag is er een feestelijke samenkomst voor de HEER (asara Jahweh), uw God; dan mag u niet werken.

Deuteronomium 23:1-3. Iemand die door kneuzing aan het geslachtsdeel gewond is of van wie het geslachtsdeel is afgesneden, mag niet in de gemeente (qahal) van de HEERE komen. Een bastaard mag niet in de gemeente (qahal) van de HEERE komen; zelfs zijn nakomelingen van de tiende generatie mogen niet in de gemeente van de HEERE komen. Een Ammoniet of Moabiet mag niet in de gemeente van de HEERE komen; zelfs hun nakomelingen van de tiende generatie mogen tot in eeuwigheid niet in de gemeente (qahal) van de HEERE komen. [HSV]

Deuteronomium 23:8. Wat de kinderen betreft die bij hen geboren worden: de derde generatie mag in de gemeente van de HEERE (qahal) komen. [HSV]

Deuteronomium 31:30. Toen sprak Mozes ten aanhoren van heel de gemeente van Israël (qahal) de woorden van dit lied, totdat ze voltooid waren: [HSV]

Deuteronomium 33:4. Mozes gebood ons de wet, het erfelijk bezit van de gemeente van Jakob. [HSV]

Wat kunnen wij van deze teksten leren?
Drie keer wordt het woord qahal gebruikt als verzameling. In dit geval van volken, die uit Jacob zullen voortkomen. Is deze belofte van God al gerealiseerd? Ik denk van wel. Er is een verzameling van volken, die niet weet dat ze van Jacob afstammen maar wat toch wel het geval is.

Je zou het ook als een verzameling van volken kunnen zien, die vanwege het geloof dat ze met Jacob delen ook van hem afstammen. Dat is een grote rij van volken.

Psalmen en Profeten.

Samenvatting

In de tijden van het Nieuwe Testament heeft het bij elkaar komen en ook de gemeenschap van gelovigen er een dimensie bij gekregen. Ooit was dat gemeenschappelijke de geboden van God en dat men door de besnijdenis bij het volk Israël hoorde. De nieuwe dimensie, die er bij kwam is dat Jezus het hoofd werd van de bijeenkomst en ook van de gemeenschap. Jezus, de voorzitter van de vergadering en nog meer, die leiding geeft niet alleen van de vergadering maar ook van de gemeenschap. Dat doet hij door de werking van de Heilige Geest.

Voor gelovigen uit de volken horen we bij de vergadering en de gemeenschap door ons vertrouwen in Jezus.

Die nieuwe dimensie komt vooral naar voren als de schrijvers van het Nieuwe Testament het woord ekklesia gebruiken. Een enkele keer ook door het woord synagoge te gebruiken of het werkwoord synago, dat verzamelen betekent.

In de tijd dat het volk Israël de reis naar het beloofde land maakte was het natuurlijk een gemeenschap. Een familie op missie. Ze maakten van alles mee, als individu, als kleine en als grotere groep en ook als geheel volk.

Als ze bijeenkwamen was dat omdat er iets aan de hand was. Er moest een opdracht worden ontvangen of een probleem opgelost. Er was niet zoiets als iedere zondag kwamen ze bijeen. Ze kwam bijeen om een bepaalde reden.

Opvallend is dat we lezen van instructies, maar niet van onderwijs. Ook lezen we niet van preken en zeker ook niet van een zondagse eredienst. Zou dat later komen?

<>We lezen over de oudsten van het volk. Er was dus een zekere leiderschapsstructuur. Mozes en Aäron en oudsten. Ze waren actief als er een beslissing moest worden genomen of uitgevoerd

Op deze site staat een studie over de ekklesia en de synagoge, dat zijn de begrippen van het Nieuwe Testament, die ongeveer overeenkomen met de Hebreeuwse woorden qahal en edah in het Oude Testament.

Dat is ook goed te zien in de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta. Daar komen de woorden ekklesia en synagoge ook voor en regelmatig als vertaling van de woorden qahal en edah.

Hier een tekst waar beide woorden in één tekst voorkomen namelijk in het boek van de Spreuken.
Spreuken 5:14. In bijna alle kwaad heb ik verkeerd, in het midden van de ​gemeente​ (ekklesia) en de gemeenschap (synagoge)! 

De NBV kiest voor de woorden gemeente en gemeenschap. De HSV, de NBG en de SV kiezen voor de woorden: gemeente en de vergadering. In het Hebreeuws worden hier achtereenvolgens de woorden qahal en edah gebruikt.

Uit andere teksten blijkt overigens dat qahal en edah niet standaard met ekklesia en synagoge worden vertaald.

Andere bronnen

Er zijn veel boeken over de kerk en de gemeente geschreven. en dan vooral vanuit de optiek van de kerk zoals, die nu is en hoe die zou kunnen zijn. Boeken over de gemeenschap van het Oude Testament ken ik niet.

De boeken zijn in verschillende soorten boeken onder te verdelen. Als eerste noem ik de boeken die gaan over de kerk/gemeente die vernieuwing nodig heeft. Die boeken hebben mij wakker geschud.

Michael Griffiths: “Assepoester, Of – de vergeten bestemming van de kerk”.  
Howard A. Snijder: “Het probleem van de wijnzakken”. Kun je nieuwe wijn wel in de oude structuren van de kerk gieten?
H.J. Hegger: “Zij is mijn bruid”. Hij stelt de vraag: “In hoeverre lijkt de kerk op de bruid van Christus”.

Dan zijn er boeken over vormen van gemeente zijn rekening houdend met wat de wetenschap aan psychologie, sociologie en organisatie heeft opgeleverd.
De mooiste vind ik: Huizen die de wereld veranderen van Wolfgang Simson. Daarna die van Ronald van de Molen: Plant een kerk.

Verder heb je de wat oudere boeken Gemeentegroei en Onder Commando van Bram Krol en Kerk zonder drempel van David L. Olssen van Willow Creek. Als een kerk of gemeente echt wil groeien, dan zijn dit bruikbare boeken.

Dan heb je boeken die best goed helpen zoals Kleur jouw wereld met Natuurlijke Gemeente Ontwikkeling en het Het ABC van de natuurlijke gemeenteontwikkeling van Christian Schwarz. Op zich goede boeken en het heeft ook enkele kerken geholpen.

En dan heb je boeken die zijn geschreven om de kerkenraden in beweging te krijgen. Ze zijn in hun bestuurlijke taal geschreven zoals Werkers van het Laatste uur van Stefan Paas. En Nieuwe taken voor de Kerk van Nu van Tom Wright. Het boek Kerk zonder muren van Jim Petersen besteedt ongeveer de helft van de bladzijden aan een overzicht van de geschiedenis van de kerk om daaruit te komen met voorstellen.

En dan nog boeken die een overzicht bieden zoals De kerk van God deel 1 en deel 2 van Willem Ouweneel en Gods Kerk van Derek Prince. Deze boeken geven een mooi overzicht van wat er in de Bijbel staat, maar dat was voor een tijd in een heel andere context.

Het zijn allemaal goede en fraaie boeken. Heb ik nu ook gevonden dat je moet opletten of Jezus echt de leiding heeft? En dat je anders anderen moet zoeken waarmee je dat wel kan beleven? Ik kan het me niet heinneren.

Liederen.

“Wij zijn hier bijeen in Jezus naam”. In de bundel van “Opwekking” lied 228.

“De Ware Kerk des Heren”. Dit is lied 303 van het liedboek van de kerken.

1 De ware kerk des Heren,
in Hem alleen gegrond,
geschapen Hem ter ere,
de bruid van zijn verbond,
dankt aan zijn dood het leven.
Hij is haar Bruidegom.
Want God, zo staat geschreven,
zag naar zijn dienstmaagd om.

2 Door God bijeen vergaderd,
één volk dat Hem behoort,
als kindren van één Vader;
één doop, één Geest, één woord.
Zo offert allerwege
de kerk U lof en prijs.
Eén naam is aller zegen,
één brood is aller spijs.

3 Al heeft men haar geteisterd,
al wordt zij onderdrukt,
door dwalingen verbijsterd,
door strijd uiteengerukt,
de stem der martelaren
roept uit: o Heer, hoe lang?
De nacht is vol gevaren,
de morgen vol gezang.

4 In ‘t woeden aller tijden
is nooit het lied verstomd,
Gods hoede zal ons leiden,
de volle vrede komt!
Geloven wordt aanschouwen,
als uit de hemel daalt
de bruid, de hoge vrouwe,
de kerk die zegepraalt.

5 Met God zijn wij verbonden,
met Vader, Zoon en Geest,
met alwie overwonnen,
alwie zijn trouw geweest.
Bewijs ons uw genade,
dan zingen wij bevrijd
de glorie van uw daden,
in tijd en eeuwigheid.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.