Studie Profeteren

Er staan in het Oude Testament een hele rij profetenboeken en in het Nieuwe Testament wordt het boek Openbaring een profetie genoemd. Ook in de boeken, die niet gelden als profetenboeken staan profetieën. Ook worden de woorden profeten, profeteren en profetieën dikwijls gebruikt.

Het gaat bij profeteren dus over één van de grootste onderwerpen in de Bijbel.

Je begrijpt dat dat zo is als je begrijpt wat profeteren is en wat de wens van God is voor ons.

Naast profeten komen we in de Bijbel ook zogenaamde zieners tegen. Zijn zieners een aparte categorie of zijn zij een soort profeten. En dan komen we ook nog wachters tegen. Hoe passen die er bij? Zie daarvoor de studie Wachters.

En wat deden profeten? Alleen woorden spreken of ook nog andere dingen.

Bij de Samenvatting aan het eind van deze studie wordt op deze vragen antwoord gegeven.

Deze studie heeft beperkingen. De profetieën heb ik inhoudelijk nauwelijks onderzocht. Het gaat in deze studie wat de Bijbel zegt over profeten, profeteren en profetieën. En daarbij zijn nog niet de teksten van de profetenboeken bekeken. Behalve die in het boek Amos.

Oude Testament

In het Oude Testament komen zo’n 450 keer woorden voor, die in onze taal zijn vertaald met woorden profeet, profeteren en profetie.

Er komt daarnaast andere woorden voor, die je eerder met ‘ziener’ of ‘zien’ zou kunnen vertalen. Het gaat daarbij om geestelijk zien.

Ook komen er nog woorden voor, die met ‘wachter’ zijn vertaald. Zieners en wachters lijken op profeten. Daarom staan de teksten met deze woorden ook in deze studie.

Profeten en profeteren

In het Oude Testament gaat het meer dan 300 keer over profeten en meer dan 100 keer over profeteren. Ook het woord profetes komt een enkele keer voor en het woord profetie.

Hebreeuws woordSoort woordStrongOpmerkingen:
1נָבִיא
nabiy’
Zelfstandig naamwoord mannelijkH5030Profeet.
Komt 316 keer voor in 288 verzen.
KJV: prophet (312x), prophecy (1x), them that prophesy (1x), prophet (with H376) (1x), variant (1x).
נְבִיא
nᵊḇî’
(Aramees)
Zelfstandig naamwoord mannelijkH5029Profeet
Komt 4 keer voor in 3 verzen.
KJV: prophet (4x).
נְבִיאָה
nᵊḇî’â
Zelfstandig naamwoord vrouwelijkH5031Profetes
Komt 6 keer voor in 6 verzen.
KJV: prophetess (6x).
2נָבָא
naba’
WerkwoordH5012Profeteren
Komt 115 voor in 102 verzen
KJV: prophesy (111x), prophesying (2x), prophet (2x)
נְבָא
nᵊḇā’
(Aramees)
WerkwoordH5013Profeteren.
Komt eenmaal voor
KJV: prophesied (1x).
3נְבוּאָה nĕbuw’ahZelfstandig naamwoord vrouwelijkH5016Profetie.
Komt 3 keer voor in 3 verzen.
KJV: prophecy (3x).

Wat zeggen de woordenboeken over wat profeteren is? Volgens de Strong’s Definitions Legend is de betekenis van het Hebreeuws woord ‘spreken, of zingen, onder inspiratie en dat in een  voorspelling of eenvoudige voordracht’.

De Gesenius Hebrew-Chaldee Lexicon geeft nog de volgende toevoegingen in de betekenis. Door mij samengevat in:
1. Spreken door een goddelijke kracht. De profeten worden veronderstelt door een goddelijke kracht bewogen te worden.
2. Zingen als gegrepen door een goddelijke impuls om God te prijzen. 1 Samuel 10:6 en 10, 1 Samuel 19:20-24 en 1 Koningen 18: 29. Zie profetische aanbidding.
3. Rare man. Zie 1 Samuel 18:10, Jeremia 29:26 en 2 Koningen 9:11.

In de Torah

In de eerste vijf boeken van Mozes, de torah komen maar zeven teksten voor waar het woord profeet in voorkomt.

Dit is de eerste keer dat het in de boeken van de Bijbel gaat over een profeet. Het zijn woorden van de HEER in een droom aan Abimelech een inwoner van Kanaän. De profeet is Abraham. En God zegt over hem: hij kan voor je bidden.
Genesis 20:7. Maar geef haar nu terug aan haar man, want hij is een profeet en kan voor je bidden, en dan zul je in leven blijven. Maar geef je haar niet terug, dan zul je onherroepelijk sterven, jij en allen die bij je horen.’
Opmerking 1: deze profeet heeft van God een capaciteit gekregen om te zorgen voor behoud van Abimelech.
Opmerking 2: het woord ‘kan’ geeft aan dat er ruimte is voor Abraham om te kiezen. ,,wat staat er in her Hebreeuws en in andere vertalingen?>>

De Heere God werkt samen met de profeten. En daarin is ruimte voor beide partijen om het op een bepaalde manier te doen. En ook dat je daarover kunt overleggen. Een opmerkelijke gang van zaken, die niet spoort met de theologie ‘God doet alles’.

Het woord profeet valt daarna pas weer als de HEER Mozes erop uitstuurt om naar de farao te gaan met de boodschap dat hij het volk moet laten gaan. Dit zegt de HEER dan tegen Mozes.
Exodus 7:1. Maar de HEER zei: ‘Ik zal ervoor zorgen dat jij als een god voor de farao staat, en je broer Aäron zal je profeet zijn. Jij moet Aäron alles zeggen wat ik je opdraag, en hij moet het woord voeren en de farao vragen de Israëlieten uit zijn land te laten vertrekken.
Opmerking: dit is ook heel opmerkelijk Mozes is de profeet van God en Aäron de profeet van Mozes.

Het werkwoord profeteren komt in de torah alleen in Numeri 11 voor. Het lijkt op een opwekking geschiedenis.

Numeri 11:24-30. Mozes ging naar buiten en bracht de woorden van de HEER aan het volk over. Daarna bracht hij zeventig oudsten van het volk bijeen en stelde hen rond de tent op. Toen daalde de HEER af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geest die op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze te profeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd. Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp. Een jongeman rende naar Mozes toe en zei: ‘Eldad en Medad zijn in het kamp aan het profeteren!’ ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!’ zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes’ rechterhand was geweest. Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belangen moet opkomen? Legde de HEER zijn geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’ Daarop keerden Mozes en de oudsten van Israël naar het kamp terug.
Opmerking 1: dat “profeteerde iedereen maar”  komt weer terug in een brief van de apostel Paulus.
Opmerking 2: in vers 30 staat overigens niet het werkwoord met het zelfstandig naamwoord. De HSV vertaalt terecht ‘Och, waren allen van het volk van de HEERE maar profeten, dat de HEERE Zijn Geest over hen gaf!

En deze tekst gaat er van uit dat er onder het volk profeten waren.
Numeri 12:5-8. Toen daalde de HEER af in de wolkkolom, ging bij de ingang van de tent staan en riep Aäron en Mirjam. Nadat zij beiden naar voren waren gekomen, zei hij: ‘Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen. Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan vertrouwen, ga ik anders om: met hem spreek ik rechtstreeks, duidelijk, niet in raadsels, en hij aanschouwt mijn gestalte. Hoe durven jullie dan aanmerkingen op mijn dienaar Mozes te maken?’
Toelichting: Het rechtstreeks in gesprek zijn met God is mooier dan dat je via dromen en visioenen beelden ontvangt

In het boek Deuteronomium staan in drie hoofdstukken geboden voor profeteren en profeten. Het zijn strenge regels.

Ook al ben je een goede profeet, maar je roept toch op om achter andere goden aan te gaan en die te dienen, maar moet die profeet in Israël worden gedood. Dat gedood worden geldt ook voor andere mensen, die oproepen om afvallig te worden. Zie hieronder de tekst met deze heftige boodschap.

Deuteronomium 13:1-5. Als in uw midden een profeet opstaat of iemand die dromen heeft, en u een teken of wonder geeft, en dat teken of dat wonder waarvan hij tot u gesproken had, komt en hij zegt: Laten we achter andere goden aan gaan, die u niet kent, en laten we die dienen,
luister dan niet naar de woorden van die profeet of naar hem die die dromen heeft! Want de HEERE, uw God, stelt u dan op de proef om te weten of u de HEERE, uw God, liefhebt met heel uw hart en met heel uw ziel. Achter de HEERE, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden. En die profeet of hij die die dromen heeft, moet gedood worden, omdat hij heeft opgeroepen afvallig te worden aan de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte heeft geleid en u uit het slavenhuis verlost heeft; en omdat hij u wilde afbrengen van de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft daarop te gaan. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. [HSV]

Les uit deze tekst:
Profeten zijn mensen, die dromen hebben en tekenen en wonderen veroorzaken.
Oproepen als profeet om andere goden te dienen is de reden voor de doodstraf. God dienen, daar draait het om.

Dit zegt Mozes: de volken hebben toekomstvoorspellers en waarzeggers, maar het volk Israël heeft profeten.

Deuteronomium 18:13-14. U moet volledig op de HEER, uw God, gericht zijn. Ook al luisteren de volken in het land dat u in bezit zult nemen wel naar toekomstvoorspellers en waarzeggers, ú heeft de HEER, uw God, dat verboden. 

Deuteronomium 18:15-20. Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik (zegt Mozes). Naar hen moet u luisteren. U hebt de HEER daar immers zelf om gevraagd, toen u bij de Horeb bijeen was? U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de HEER, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ De HEER heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. Wie niet wil luisteren naar de woorden die zij in mijn naam spreken, zal ik ter verantwoording roepen. Maar als een profeet de euvele moed heeft om in mijn naam iets te zeggen dat ik hem niet heb opgedragen, of om in de naam van andere goden te spreken, dan moet hij ter dood gebracht worden.’

Lessen uit deze tekst:
De volken heeft toekomstvoorspellers en waarzeggers, maar het volk Israël heeft profeten.
God zal uit het midden van het volk profeten laten opstaan. Want helaas niet het hele volk wilde profeteren.
God zal het volk zijn woorden ingeven. Letterlijk staat er: Hij legt de woorden in zijn mond. En de profeet spreekt zoals God opdracht geeft.
Als een profeet spreekt moet je ook luisteren. Het is niet vrijblijvend. Als je niet luistert zal God je ter verantwoording roepen.
Als een profeet iets zegt dat God hem niet heeft opgedragen moet hij ter dood worden gebracht.

Deuteronomium 18:21-22. Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van de HEER komt? Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt.

Les uit deze tekst:
Als een profeet iets roept wat niet uitkomt en er gebeurt niets, dan moet je geen ontzag voor hem hebben.

In dit werd over Mozes gezegd.
Deuteronomium 34:10. Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie de HEER zo vertrouwelijk omging.

Wat deze teksten ons leren:
De HEER kun je als een profeet beschouwen, in dit geval Abraham, terwijl hij dat zelf niet wist. Zie Genesis 20. Uit dit verhaal komt ook naar voren dat de voorbede van een profeet belangrijk is.

De HEER stelt Aäron aan als een profeet, later zou hij ook de hogepriester zijn. Als je een profeet bent, dan maken je woorden indruk.

In Numeri 11 geeft Mozes als wens dat iedereen zou gaan profeteren in de gemeente. Een woord dat de apostel Paulus in zijn brief aan de Korintiërs gebruikt.

De vertrouwelijke omgang van de HEER met een mens is het ultieme. Daar in de buurt komen mensen die dromen, visoenen en dergelijke ontvangen, om door te geven.

Deuteronomium 18 geeft aan hoe je kunt toetsen of het om een goede profeet gaat. Het is een goede profeet als er in werkelijkheid gebeurt wat hij zegt. In Deuteronomium 13 staat dat ondanks, als er in werkelijkheid gebeurt wat een bepaalde profeet zegt, hij toch de doodstraf verdient als hij oproept om andere goden te dienen.

Boeken Koningen, Kronieken en Nehemia

Hieronder enkele teksten van de geschiedenis van koning Saul. Een bijzondere geschiedenis is, als de Geest van God zo krachtig is dat Saul gaat profeteren.

1 Samuel 10:9-13. En inderdaad, zodra Saul zich had omgedraaid om zijn weg te vervolgen, maakte God van hem een ander mens. En alle voorspelde gebeurtenissen kwamen diezelfde dag nog uit. Toen ze bij Gibea aankwamen, kwam hun een stoet profeten tegemoet. Saul werd gegrepen door de geest van God en raakte net als zij in vervoering. Allen die hem van vroeger kenden en zagen dat hij zich in vervoering bij de profeten had aangesloten, zeiden tegen elkaar: ‘Wat is er met de zoon van Kis gebeurd? Hoort Saul nu ook al bij de profeten?’ En een van hen merkte op: ‘Wie is hun vader eigenlijk?’ Zo komen we aan de uitdrukking: Hoort Saul nu ook al bij de profeten? Toen zijn vervoering voorbij was, ging Saul naar de offerhoogte.

Er staat hier twee keer in vervoering  terwijl er in het Hebreeuws profeteren staat. Deze vorm van profeteren zou in het Nieuwe Testament, lijkt mij, zingen in de Geest worden genoemd.Misschien waren de mensen toen wel zo sterk in vervoering, dat ze nauwelijks meer bij bewust zijn waren.

<<er is nog verder onderzoek nodig naar de 277 teksten in de andere boeken van het Oude Testament>>

Het woord profetie komt in het Oude Testament drie keer voor. Hieronder staan ze alle drie.

Dit gaat over koning Salomo.
2 Kronieken 9:29-31. Verdere bijzonderheden over Salomo zijn van begin tot eind opgetekend in de geschriften van de profeet Natan, in de profetie van Achia uit Silo en in de visioenen van de ziener Jedo over Jerobeam, de zoon van Nebat. Veertig jaar regeerde Salomo vanuit Jeruzalem over heel Israël, tot hij bij zijn voorouders te ruste ging. Hij werd begraven in de Davidsburcht, en zijn zoon Rechabeam volgde hem op.
Toelichting: de geschriften van Natan, de profetiën van Achia en de visioenen van Jedo kennen we niet. Het woord ziener komen we verderop in de studie tegen.

En dit over de tijd van koning Asa.
2 Kronieken 15:1-8. Azarja, de zoon van Oded, werd gegrepen door de geest van God. Hij ging Asa tegemoet en zei tegen hem: ‘Asa en Juda en Benjamin, luister naar mij! De HEER staat aan uw kant zolang u aan zijn kant staat. Als u hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden, maar als u zich van hem afwendt, zal hij zich van u afwenden. Lange tijd hebben de Israëlieten zonder de ware God geleefd, zonder priesters om hun de wet uit te leggen, zonder onderricht. Pas in hun rampspoed keerden ze terug naar de HEER, de God van Israël; ze hebben hem gezocht en hij heeft zich door hen laten vinden. Wie in die tijd maar een voet buiten de deur zette werd belaagd, want overal heerste ontreddering. Volken en steden raakten met elkaar slaags omdat God hen tot ontreddering bracht door hen met allerlei rampen te treffen. Wees dus vastberaden en geef de moed niet op: voor uw inspanningen zult u beloond worden.’ Gesterkt door deze woorden en door de profetie van de profeet Oded liet Asa onmiddellijk alle gruwelijke godenbeelden uit Juda en Benjamin verwijderen en ook uit de steden die hij in het bergland van Efraïm had veroverd. Hij herstelde het altaar voor de HEER tegenover de voorhal van de tempel.

En deze uit de tijd van Nehemia.
Nehemia 6:12. Want ik merkte, en ziet, God had hem niet gezonden; maar hij sprak deze profetie tegen mij, omdat Tobía en Sanballat hem gehuurd hadden. [hier gaat het om een profetie uit een kwade bron]

Wat kunnen we leren van deze teksten?
Lang niet alle profetieën zijn bewaard voor ons. 2 Kronieken 9

Een profetie in een land kan een enorme uitwerking hebben. 2 Kronieken 15.

Nehemia had de gave van onderscheid. Hij merkte op dat de profetie vals was. Zie boek Nehemia.

Verder: er zijn ook woorden in het Hebreeuws, die ook op een profetie duiden. In het Nederlandse vertaling komen we die als ‘visie’, ‘spreuk’ tegen. Een profeet kan ook een ‘last’ hebben. Zie volgende hoofdstukken.

Boek van de Psalmen

In het boek van de Psalmen komt eenmaal een verwijzing voor naar de profeet Nathan. En verder nog deze twee teksten.

In deze Psalm wordt getreurd om de verwoesting van Jeruzalem.
Psalm 74:9. Een gunstig teken zien wij niet, niet één profeet meer,
en geen van ons weet voor hoe lang.
Opmerking: van alle rampen is er één dat er niet één profeet meer is.

Het gaat hier om de tijd dat de familie van de aartsvaders in Kanaän als vreemdelingen leefde.
Psalm 105:14-15. Hij stond niet toe dat iemand hen verdrukte,
ter wille van hen strafte Hij koningen: ‘Raak mijn gezalfden niet aan,
doe mijn profeten geen kwaad.’
Opmerking: let op. Het is niet zomaar een uitspraak van God. God zorgde er zelf voor dat dit ook gebeurde

Profeet Amos

Dit zijn alle teksten van het boek van de profeet Amos waar de woorden profeet en profeteren in voorkomen.

Amos 2:9-12. En toch heb Ik ter wille van jullie de Amorieten uitgeroeid, die zo groot waren als ceders en zo sterk als eiken: met wortel en tak roeide Ik ze uit. Ik heb jullie uit Egypte weggeleid, Ik heb jullie veertig jaar lang door de woestijn gevoerd, opdat jullie het land van de Amorieten in bezit konden nemen. Sommigen van jullie maakte Ik profeet, anderen nazireeër – zo is het toch, Israëlieten? – spreekt de HEER. Maar jullie gaven de nazireeërs wijn te drinken, en tegen de profeten hebben jullie gezegd: ‘Jullie mogen niet profeteren.’
Opmerking: als je zegt dat dat iemand niet mag profeteren zeg je eigenlijk dat je niet de stem van God wil horen.

Amos 3:6-8. En wordt ooit een stad door onheil getroffen zonder toedoen van de HEER? Zo doet God, de HEER, niets zonder dat Hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten. Een leeuw heeft gebruld – wie zou er niet vrezen? God, de HEER, heeft gesproken – wie zou er niet profeteren?

Amos 7:12-17. Daarna zei Amasja tegen Amos: ‘Ziener, verdwijn! Ga terug naar Juda en verdien daar je brood, ga daar maar profeteren. Hier in Betel mag je niet langer profeteren, want dit is het heiligdom van de koning, dit is de koninklijke tempel.’ Maar Amos antwoordde: ‘Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen leerling van een profeet. Ik ben veeboer en vijgenteler. Maar de HEER heeft me achter mijn schapen vandaan gehaald, en het is de HEER die tegen me heeft gezegd: “Ga naar mijn volk Israël en profeteer daar.” Luister daarom naar de woorden van de HEER. Jij zegt dat ik niet mag profeteren in Israël, geen profeet mag zijn voor Isaaks volk. Daarom – zegt de HEER – zal je vrouw in de stad als hoer moeten leven, zullen je zonen en dochters sterven door het zwaard en zal je land in stukken worden verdeeld. Jijzelf zult op onreine grond sterven en Israël zal van zijn grond worden verbannen.’

De ‘ziener’

Het woord ziener komt ook in de Bijbel als begrip voor. Een aanduiding, die overeenkomt met het woord profeet.

Hebreeuws woordSoort woordStrongOpmerkingen:
1חֹזֶה 
chozeh
Zelfstandig naamwoord mannelijkH2374Ziener.
Komt 22 keer voor in 22 verzen.
KJV: seer (16x), see (3x), agreement (1x), prophets (1x), stargazers (1x).
2הָרֹאֶ֑ה
ha ro’eh
Zelfstandig naamwoord mannelijkH7203De visie, de ziener.
Komt zes keer voor.
KJV: vision (1x).

In het Hebreeuws zijn er in ieder geval twee werkwoorden voor zien. Afgeleid van deze werkwoorden zijn er ook twee woorden in het Hebreeuws voor degenen, die bijzondere geestelijke dingen zien. De woorden ziener, chozeh en ha ro’eh, dat je met de ziener zou moeten vertalen. Ik heb nog geen onderscheid gevonden tussen deze twee woorden.

Bij de werkwoorden gaat het soms ook over geestelijk zien. Dat verschijnsel komt al in de boeken van Mozes voor. “Ze zagen de God van Israël”. Dat kan alleen met je geestelijke ogen.

Het woord chozeh komt vanaf het boek 2 Samuel voor. Het is een begrip uit een wat latere tijd. Uit de tijd van de charismatische koning David.

Het zelfstandig naamwoord harro’eh en het werkwoord dat ook wel als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt wel dertien keer voor. Tenminste volgens de Biblehub. Volgens de Blue Letter Bible slechts eenmaal.

Dit soort zien was dus al langer bekend. Mensen, die veel zagen ging men wellicht zieners noemen.

In Jesaja 30 staan beide woorden.

Ziener (chozeh)

Dit woord komt in 22 verzen voor, hieronder worden de allemaal genoemd.

Eenmaal vertaalt de NBV het woord chozeh met schouwer in Jesaja 30:10. En dat omdat ook het woord ra’ah in de tekst staat, dat je ook met ziener kunt vertalen.

2 Samuel 24:11-12. De HEER richtte zich tot de profeet Gad, de ziener van David: ‘Ga naar David en zeg hem: “Dit zegt de HEER: Drie straffen leg ik je voor. Kies er een uit; die zal ik je opleggen.”’

2 Koningen 17:13. Telkens opnieuw vermaande de HEER Israël en Juda bij monde van de profeten en de zieners: ‘Keer terug van jullie dwaalwegen en houd je aan mijn geboden en bepalingen, aan de wet die ik jullie voorouders heb opgelegd en die jullie door mijn dienaren de profeten is overgeleverd.’

1 Kronieken 25:5. Zij waren de zonen van Heman, de ziener van de koning, die de woorden van God kon duiden en ze kracht bijzetten.
Toelichting: God schonk Heman veertien zonen en drie dochters.)

In deze tekst komt alle drie de verschillende profetische functies voor.
1 Kronieken 29:29. De geschiedenis van koning David is van begin tot eind opgetekend in de geschriften van de ziener (raah) Samuel, de profeet (navi) Natan en de schouwer (chozeh) Gad.

2 Kronieken 33:18-19. Verdere bijzonderheden over Manasse, over zijn gebed tot zijn God en de woorden die de zieners in de naam van de HEER, de God van Israël, tot hem richtten, staan in de kronieken van de koningen van Israël. Zijn gebed en hoe de HEER zich door hem liet vermurwen, maar ook al zijn zonden en overtredingen, hoe hij voordat hij zich verootmoedigde op allerlei plekken offerplaatsen liet bouwen en Asjerapalen en godenbeelden oprichtte, zijn opgetekend in de geschriften van Chozai. [Hier veronderstelt de NBV dat de zieners de naam van zieners, chozai hebben]  

2 Kronieken 35:15. Ook de zangers, de nakomelingen van Asaf, konden op hun post blijven, zoals koning David en zijn zieners aan Asaf, Heman en Jedutun bevolen hadden, evenals de poortwachters die bij alle poorten stonden opgesteld. Er was niets dat hen ervan weerhield hun plicht te vervullen, want hun verwanten, de Levieten, bereidden voor hen het pesachoffer.

Het woord chozeh komt vier keer in het boek Jesaja voor.

Jesaja 28:15. Jullie zeiden: ‘Wij hebben een verbond gesloten met de dood, met het dodenrijk zijn we een verdrag aangegaan. Wanneer de striemende gesel voorbijkomt zal hij ons niet raken. Wij houden ons schuil in bedrog en verbergen ons in leugens.’ <<>>

Jesaja 29:10. Want een geest van diepe slaap heeft de HEER over jullie uitgestort: hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en jullie verstand, de zieners, verduisterd.

Jesaja 30:10. Tegen de zieners zeggen zij: ‘Voor ons geen visioenen!’ en tegen de schouwers: ‘Schouw niet naar waarheid. Spreek leugens tegen ons en valse profetieën.

Jesaja 47:13. Wat heb je je afgetobd met talloze raadgevers! Laten zij die naar de sterren staren, die de hemel kunnen uitleggen, die je per maand laten weten wat je overkomen zal, laten zij nu aantreden, laten zij je redden!

Micha 3:7. De zieners zullen beschaamd staan en de waarzeggers worden te schande gemaakt: ze zullen hun mond gesloten houden, want God geeft geen antwoord.

Drie keer komt het woord voor in het boek Ezechiël. Dan gaat het over het product van de zieners namelijk gezichten.

En verder wordt in 1 Kronieken 21:9 en 2 Kronieken 29:25 Gad de ziener genoemd. In 2 Kronieken 9:29 en 12:15 wordt Iddo de ziener genoemd. In 2 Kronieken 19:2 wordt Hanini de chozeh genoemd, in de paragraaf hieronder ook een raah. In 2 Kronieken 29:30 wordt Asaph een chozeh genoemd. In Amos 7:12 wordt Amos als chozeh genoemd. 

Ziener (ha ro-eh en ra’ah)

De diverse grondteksten van het Hebreeuws verschillen over het woord ziener, die zowel vertaal kan zijn van ha ro-eh, ziener, Strong H7203 als van het werkwoord ra’ah Strong H7200. Het gaat hier dus om het werkwoord zien dat ook als zelfstandig naamwoord in de Bijbel is gebruikt.

Een als zelfstandig naamwoord gebruikt werkwoord  kan blijkbaar in het Hebreeuws. Het zou dat in het Nederlands moeten klinken? De of het zienen? Of: degene die ziet?

Hieronder staan alle teksten waarbij met het woord ‘ziener’ kan worden vertaald.

In het eerste boek van Samuel geeft hoofdstuk 9 een mooie inkijk in de taak en het leven van een ‘ziener’.

Ik geef drie alinea’s weer. In de eerste en laatste alinea wordt over de ziener gesproken. De middelste alinea heb ik om het verband te kunnen zien ook opgenomen.

1 Samuel 9:9-11. Vroeger zei men in Israël wanneer men God om raad wilde vragen: ‘Kom, laten we naar de ziener gaan,’ want wat nu een profeet heet, werd vroeger een ziener genoemd.) ‘Dat is een goed voorstel,’ zei Saul tegen zijn knecht. ‘Kom, we gaan.’ En ze begaven zich naar de stad waar de godsman woonde. Toen ze de helling naar de stad op gingen, kwamen ze een paar meisjes tegen die op weg waren om water te putten. ‘Is de ziener in de stad?’ vroegen ze.

Opmerking: in vers 9 staat, zie hierboven ‘want wat nu een profeet heet, werd vroeger een ziener genoemd’. Deze tekst is wel apart. In de Bijbel is het namelijk hier de eerste keer dat het woord ziener is gebruikt. Het woord profeet is in de Bijbel dan al wel 16 keer genoemd.

In de werkelijkheid gebruikte men het woord ziener dus eerst. Dat lijkt mij ook goed aan te sluiten bij de oude occulte praktijken in het Midden Oosten. Later is men het woord navi, profeet gaan gebruiken en is toen ook in de teksten van de torah opgenomen.    

1 Samuel 9:12-17. ‘Jazeker,’ antwoordden de meisjes. ‘Als u snel bent, treft u hem nog. Hij is juist vandaag naar de stad gekomen ter gelegenheid van het offerfeest. Als u nu de stad binnengaat, treft u hem nog aan voordat hij naar de offerhoogte gaat voor het offermaal. De genodigden wachten namelijk met eten op hem, omdat hij het offer moet zegenen voor ze aan de maaltijd beginnen. Maak voort, dan kunt u hem niet mislopen.’ Ze liepen door naar de stad, en juist toen ze de poort binnen wilden gaan kwamen ze Samuel tegen, die op weg was naar buiten, naar de offerhoogte. Een dag voor de komst van Saul had de HEER aan Samuel bekendgemaakt: ‘Morgen om deze tijd stuur ik je een man uit Benjamin. Hem zul je zalven tot vorst over mijn volk Israël. Hij zal mijn volk bevrijden uit de greep van de Filistijnen, want ik heb me hun lot aangetrokken en hun roep om hulp gehoord.’ Zodra Samuel Saul zag, liet de HEER hem weten: ‘Dit is nu de man over wie ik je gezegd heb: “Hij zal mijn volk beteugelen.”’

1 Samuel 9:18-19. In de stadspoort sprak Saul Samuel aan en vroeg hem: ‘Kunt u mij zeggen waar de ziener woont?’ ‘Ik ben de ziener,’ antwoordde Samuel. ‘Wees mijn gast en ga mee naar de offerhoogte. Vandaag zult u met mij eten en morgenvroeg zal ik u uitgeleide doen. Ik zal u vertellen wat er in u schuilt.

De schrijver van het boek Samuel zal dat oude woord ‘ziener’ nog een keer gebruiken.
2 Samuel 15:27. Verder zei de koning tegen de priester Zadok: Bent u niet een ziener? Keer in vrede terug naar de stad, en de zonen van u beiden met u: uw zoon Ahimaäz en Jonathan, de zoon van Abjathar.

En verder staat het woord in 1 Kronieken 9:22, 26:28, 29:29, deze drie spreken over Samuel de ziener, en in 2 Kronieken 16:7en 10, deze spreken over Hanani de ziener en tenslotte in het boek Jesaja nog een keer.

Hier een schets van de profeet Jesaja over andere profeten in die dagen.
Jesaja 28:7. Maar zelfs priesters waggelen van de wijn, profeten wankelen door de drank: ze waggelen door de drank en zijn verward door de wijn; de drank doet hen wankelen, waggelend hebben ze visioenen, zwalkend doen ze hun uitspraken.

Jesaja 30:10. Tegen de zieners zeggen zij: ‘Voor ons geen visioenen!’ en tegen de schouwers: ‘Schouw niet naar waarheid. Spreek leugens tegen ons en valse profetieën.

In deze tekst komen beide zelfstandig naamwoord voor, terwijl voor zover wij weten ze dezelfde betekenis hebben. Ook in 2 Kronieken 29:29 komen beide woorden voor.

Het werk van de profeet

Een profeet heeft allerlei middelen om zijn werk te doen.

De profeten, zieners en wachters hebben allerlei middelen om hun werk te doen: visioenen, dromen, lasten, zienswijzen, spreuken of parabels.

Hebreeuws woordSoort woordStrongOpmerkingen:
1מַשָּׂא  massa’Zelfstandig
naamwoord mannelijk
(Eigennaam)
H4853Last.
Komt 66 keer voor  in 60 verzen.
KJV: burden (57x), song (3x), prophecy (2x), set (1x), exaction (1x), carry away (1x), tribute (1x)
2חָזָה chazahWerkwoordH2372Zien, aanschouwen. Komt 51 keer voor in 47 verzen.
KJV: see (38x), behold (7x), look (3x), prophesy (2x), provide (1x)
3חָזוֹן chazownZelfstandig
naamwoord mannelijk
H2377Zienswijze.
Komt 35 keer voor in 34 verzen.
KJV: vision (35x)
4רָאָה 
ra’ah
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord mannelijk
H7200Zien.
Komt 1314 keer voor in 1212 verzen.
KJV: see (879x), look (104x), behold (83x), shew (68x), appear (66x), consider (22x), seer (12x), spy (6x), respect (5x), perceive (5x), provide (4x), regard (4x), enjoy (4x), lo (3x), foreseeth (2x), heed (2x), miscellaneous (74x).
5מַרְאָה
mar’â
Zelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H4759Visioen
Komt elf keer in tien verzen voor.
KJV: vision (11x), lookingglasses (1x).
6חָלַם
ḥālam
Zelfstandig
naamwoord mannelijk
H2472Droom
Komt 30 keer voor in 25 verzen.
KJV:
חָלַם
ḥālam
WerkwoordH2492Dromen
Komt 30 keer voor in 25 verzen
KJV: to dream (29x)
7מָשָׁל 
mashal
Zelfstandig
naamwoord mannelijk
H4912(Orakel)spreuk.
Komt 39 keer voor 39 verzen.
KJV: proverb (19x), parable (18x), byword (1x), like (1x).

Last מַשָּׂא  massa

Het is opmerkelijk dat het Nederlandse woord massa ook betrekking heeft op last of gewicht. Het woord massa in de Bijbel is gebruikt om de last op je schouders aan te duiden. Of een last die iemand zoals Mozes voor het volk draag. In dit geval een zware verantwoordelijkheid.

De SV en de HSV vertalen het woord massa met ‘last’. De NBV vertaalt steeds met het woord profetie. Daarmee verbergen ze dat een profeet een last kan hebben.

De NBG vertaalt 25 keer het woord massa met het woord Godsspraak. De NBV gebruikt het woord godsspraak één keer, maar dan voor het woord baqar H1239 dat meer zoeken betekent. De HSV en de SV gebruiken het woord Godsspraak helemaal niet.

Dit is de eerste tekst in de Bijbel waar het woord ‘massa’ wordt gebruikt. Het gaat over een letterlijke last.
Exodus 23:5. Wanneer je ziet dat de ezel van iemand met wie je in onmin leeft onder zijn last bezwijkt, mag je niet werkeloos toezien maar moet je hem meteen de helpende hand bieden.

Dit is de tweede keer dat het woord ‘massa’ wordt gebruikt is in Numeri 4. Hier gaat in dit hoofdstuk om allerlei zaken, die gedragen moesten worden. Een ‘lastige’ taak.
Numeri 4:15. Pas als Aäron en zijn zonen bij het opbreken van het kamp klaar zijn met het bedekken van het heiligdom en alle heilige voorwerpen, mogen de Kehatieten komen om ze te dragen.

Numeri 4:49. Zoals de HEER had geboden, werden ze onder leiding van Mozes ingeschreven overeenkomstig de taak die ieder van hen bij het vervoer had. Zo had de HEER het Mozes opgedragen.

Numeri 11:17. Ik zal neerdalen om daar met jou te spreken, en een deel van de geest die op jou rust zal ik op hen overdragen. Dan kunnen zij samen met jou de last van het volk dragen en hoef je dat niet langer alleen te doen.

Bij de profeet Jesaja gaat het veertien keer om een last, die de profeet Jesaja is opgelegd. Hier de eerste keer.

Jesaja 13:1. De last over Babel, die Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft. [HSV]
Opmerking: de HSV geeft er als een noot bij: De last – dat wil zeggen: een woord van God dat de profeet als een last is opgelegd. Ik heb de indruk dat het verder gaat. God wil dat Jesaja meewerkt bij het doel dat het met Babel de goede kant uit gaat. Wat kan Jesaja doen? Uitspreken dat het niet goed zal gaan met Babel op deze manier. Wellicht heeft Jesaja zijn woorden ook naar Babel gestuurd of Jesaja is er zelf geweest om het te vertellen.

Hier in het boek van Jeremia is de last zowel geestelijk of psychologisch als letterlijk.
Jeremia 23:33-34. En als een profeet, een priester of wie dan ook vraagt: “Welke last geeft de HEER ons met zijn woorden te dragen?”, antwoord dan: “Jullie zelf zijn die last, maar Ik zal jullie afwerpen – spreekt de HEER.”

In die tijd was het blijkbaar zo dat profeten zich er op lieten voorstaan dat ze een last hadden. Zodanig dat de HEER zich er aan ergerde.

Jeremia 23:34-40. De profeet, priester of wie dan ook die het nog over een “last van de HEER” heeft straf Ik, samen met zijn hele familie. Vraag elkaar liever: “Wat heeft de HEER geantwoord?” of: “Wat heeft de HEER gezegd?” Spreek niet langer over een “last van de HEER”. Ieder zegt op last van Mij te spreken, maar daarmee verdraaien jullie de woorden van de levende God, de HEER van de hemelse machten, jullie God. Vraag een profeet liever wat de HEER geantwoord heeft, of wat Hij gezegd heeft. Dit zegt de HEER: Als jullie toch over een “last van de HEER” spreken, terwijl Ik jullie heb verboden dat te doen, zal Ik jullie optillen en van me afwerpen, samen met de stad die Ik jullie en je voorouders gegeven heb. Ik breng eeuwige smaad en schande over jullie, die nooit zal worden vergeten.

Bij de profeten Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Hosea, Nahum, Habakuk, Zacharia en Maleachi wordt genoemd dat ze een last hebben en dat ze als gevolg daarvan gaan profeteren. <<>>

Dit zijn de laatste vijf keer dat het woord massa voorkomt in het Oude Testament. Hier wordt het woord ‘last’ gebruikt als woord om de hele boodschap en wat het gevolg van die boodschap zou moeten zijn aan te duiden.

Nahum 1:1. De last van Ninevé. Het boek van het visioen van Nahum uit Elkos. [HSV]

Habakuk 1:1. De last die de profeet Habakuk gezien heeft. [HSV]

Zacharia 9:1. Een last, het woord van de HEERE in het land Chadrach. Damascus zal zijn rustplaats zijn, want de HEERE heeft oog voor mensen, net als voor al de stammen van Israël, [HSV]
Zacharia 12:1. De last, het woord van de HEERE over Israël. De HEERE spreekt, Die de hemel uitspant, de aarde grondvest en de geest van de mens in zijn binnenste vormt. [HSV]

Maleachi 1:1. Een last, het woord van de HEERE tot Israël, door de dienst van Maleachi. [HSV]

Conclusie:
Het woord last duidt aan dat voor de profeet de boodschap, die uitgedragen moest worden zwaar drukte. Zo gaat dat dus tussen God en een profeet. De Heer legt iets bij de profeet op zijn hart waardoor hij er bijna niet ontkomt om er iets mee te doen.

Zien, חָזָה chaza en רָאָה ra’ah

Het werkwoord chaza, zien komt in 47 teksten voor. Het betreft gaat soms om gewoon kijken of zien, maar soms ook om profetisch zien. Het woord ra’ah komt meer dan 1200 keer voor en gaat slechts in enkele gevallen om profetische zien.

Als eerste heb ik naar de betreffende teksten van de torah bekeken. Het woord chaza komt vier keer voor, volgens mij gaat het iedere keer over profetisch zien.

Allereerst lezen we hier het advies van de schoonvader van Mozes: Jethro.
Exodus 18:21a. Maar zoek daarnaast onder het volk een aantal doortastende, vrome mannen, die betrouwbaar zijn en zich niet laten omkopen, en geef hun de leiding over groepen van duizend, van honderd, van vijftig en van tien.
Opmerking 1: in het Hebreeuws staat er het woord zien, terwijl de NBV met ‘zoek’ heeft vertaald. Het gaat denk ik om profetisch zien. De keuze heeft dus een geestelijke lading. Net zoals Jezus zijn toekomstige apostel Nathanaël onder de vijgenboom ‘zag’
Opmerking 2: de HSV vertaalt chaza met ‘omkijken’. Dat Mozes moest omkijken naar bepaalde mannen. Wel een beetje alledaags woord.
Opmerking 3: de HSV licht toe dat Mozes moest kijken naar mannen met vermogen.

Dit is de tekst, die gaat over het moment waar een hele groep mensen dichtbij God waren.
Exodus 24:9-11. Hierna ging Mozes de berg op, samen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van het volk, en zij zagen (ra’ah, zie punt 6) de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf. Deze vooraanstaande Israëlieten werden niet door God gedood: zij zagen (chazah) hem, en zij aten en dronken.
Opmerking: in deze tekst komt eerst het werkwoord ra’ah voor en daarna het woord chazah.

Het is voor mij ronduit bizar dat een occulte tovenaar als Bileam deze openbaring van God krijgt.
Numeri 24:3b-6. ‘Zo spreekt Bileam, de zoon van Beor, zo spreekt de man wiens oog geopend is, zo spreekt hij die Gods woorden hoort en ziet wat de Ontzagwekkende toont, in vervoering, met ontsloten ogen: Hoe mooi zijn uw tenten, Jakob, hoe mooi uw woningen, Israël, als palmbomen, overal verspreid, als tuinen langs een rivier, als aloë’s door de HEER geplant, als ceders langs het water.

Numeri 24:15-17. Daarop hief hij deze orakelspreuk (mashal, zie dit punt hieronder) aan: ‘Zo spreekt Bileam, de zoon van Beor, zo spreekt de man wiens oog geopend is, zo spreekt hij die Gods woorden hoort, die weet wat de Allerhoogste weet en ziet wat de Ontzagwekkende toont, in vervoering, met ontsloten ogen: Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël. Hij verbrijzelt Moab de slapen, de kinderen van Set slaat hij neer.

Opmerking: de ster uit Jacob in de toekomst. Over wie zou dat gaan? Koning David voldeed daar aan. Jezus zeker ook.

Les: zelf heb ik ook een keer meegemaakt dat een persoon, die in de occulte wereld zat woorden van God heeft uitgesproken. Kijk dus niet zozeer naar de persoon maar of de boodschap van God is.

Naast de teksten van de torah vond ik ook deze teksten:

Job 19:26-27. Hoezeer mijn huid ook is geschonden, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen. Ik zal hem aanschouwen, ik zal hem met eigen ogen zien, ik, geen ander, heel mijn binnenste smacht van verlangen.

Een interessante vraag. Zou dat nog steeds zo zijn dat we niet weten wanneer de HEER ingrijpt?
Job 24:1. Waarom kent de Ontzagwekkende de tijd van alle dingen, maar weten zij die hem vereren nooit wanneer hij ingrijpt? [HSV: terwijl zij die Hem kennen, Zijn dagen niet zien?]

Psalmen 11:7b. De oprechte zal zijn gelaat aanschouwen. [SV heeft het andersom: Zijn aangezicht aanschouwt de oprechte. In de zaligsprekingen staat de zachtmoedigen zullen God zien. Misschien is dit ook God ziet de zachtmoedigen]
Psalmen 17:15. Laat mij, recht gedaan, uw gelaat aanschouwen [vergelijkbaar met de vorige tekst]
Psalmen 27:4 de liefde (of schoonheid) van de HEER te aanschouwen.

Psalmen 46:9. Kom en zie wat de HEER heeft gedaan, de werken

Drie keer ziet de profeet Jesaja iets: een gezicht, een woord (dabar) en een last in Jes 1:1, 2:1 en 13:1.

Andere tekst uit het boek Jesaja
Jesaja 26:11. HEER, uw opgeheven hand ziet hij niet. Laat hem dan tot zijn schande zien hoe u ijvert voor uw volk, hoe het vuur uw vijand verteert.

Jesaja 48:6. Je hebt het gehoord, je kunt het allemaal zien – waarom laat je dat niet blijken? Vanaf nu laat ik je nieuwe dingen horen: wat nog verborgen is en jou onbekend.

<<De boeken na het boek Jesaja moet ik nog bekijken>>

Gezicht חָזוֹן chazown

Het zelfstandig naamwoord  chazown  komt voor het eerst voor in 1 Samuel 3:1
Allle 34 teksten heb ik bekeken. Voor zover ze voor onze studie belangrijk zijn heb ik ze opgenomen.

1 Samuel 3:1. De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. [wat betreft het laatste stukje in deze tekst. SV: er was geen openbaar gezicht. HSV: er was geen visioen dat in de openbaarheid kwam. NBG: gezichten waren niet talrijk]

1 Kronieken 17:15. Geheel overeenkomstig deze woorden en dit gezicht, heeft Natan tot David gesproken. [NBG. Overigens spreekt God in dit hoofdstuk in de droom van Natan alleen woorden van God voor de bouw van de tempel door Salomo en niet door David. In de tekst staat niets over beelden]

Psalmen 89:20. Ooit hebt u in een visioen gesproken tot uw getrouwen en gezegd: ‘Ik heb hulp geboden aan een held, een jongen uit het volk verheven. [deze profetie gaat over David. Hij staat bij mijn weten niet in de Bijbel, maar dat kan natuurlijk, lang niet alles staat in de Bijbel]

Spreuken 29:18. Zonder profetie vervalt het volk tot bandeloosheid, wie de wet in acht neemt, is gelukkig. [NBG: Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk, maar heil hem die de wet bewaart]

Jesaja 1:1. Dit zijn de visioenen die Jesaja, de zoon van Amos, over Juda en Jeruzalem gezien heeft, toen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia in Juda regeerden. [zo worden dus de profetieën van Jesaja samengevat, de gezichten of visoenen]

Als Jeremia klaagt bij God dat zogenaamde profeten allerlei mooie dingen zeggen, dan staat er:
Jeremia 14:14. De HEER antwoordde: ‘Die profeten verkondigen leugens, en dat in mijn naam. Ik heb hen niet gezonden, hun niets opgedragen, niet tot hen gesproken. De visioenen die ze profeteren zijn leugens, waarzeggerij, holle woorden en eigen verzinsels.

Als Jeremia klaagt over de ondergang van Jeruzalem:
Klaagliederen 2:9. Haar poorten zijn ter aarde gezonken, de grendels stukgeslagen en vernield. Nu haar koning en leiders onder vreemde volken leven, is het onderricht van haar priesters verdwenen; haar profeten ontvangen niet langer visioenen van de HEER. [een dorre tijd is als er geen visioenen zijn van de Heer]

Ezechiël 7:13b. De profetie over dit land wordt niet herroepen, wie schuldig is wordt niet gespaard! [De NBV vertaalt hier ook met profetie terwijl het een gezicht betreft]

In boek Ezechiël staan verder nog zes teksten met het woord chazown.

Daniël 1:17. En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen.

Er staan nog dertien teksten in het boek Daniël over gezichten/visioenen die hij zelf kreeg.

Micha 3:5-7. Dit zegt de HEER over de profeten die mijn volk misleiden, die over vrede praten zolang ze maar iets te eten krijgen en die iedereen die hen niet op hun wenken bedient de oorlog verklaren: Voor jullie zal het een nacht zijn zonder visioenen, donker en zonder voorspellingen. Voor die profeten zal de zon ondergaan en zal de dag veranderen in duisternis. De zieners zullen beschaamd staan en de waarzeggers worden te schande gemaakt: ze zullen hun mond gesloten houden, want God geeft geen antwoord.

Habakuk 2:2-3. Dit was het antwoord van de HEER. Schrijf dit visioen op, grif het duidelijk in platen, zodat het snel te lezen is. Het visioen wacht tot zijn tijd gekomen is, het getuigt ervan, het liegt niet. Ook al is het nog niet vervuld, wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Gezichten en visioenen hebben een profetische waarde. Zie Jesaja 1:1 (zie ook Obadje 1:1 en Nahum 1:1).
Een alternatief woord voor gezicht of visioen is het woord beeld of beelden of een plaatje.
Leg profetieën vast. En het kan even duren voordat de tijd van het visioen gekomen is (Habakuk).
Zelfs als ze in de naam van HEER worden uitgesproken kunnen profetieën ook leugens zijn (Jeremia).
Als er geen gezichten zijn, dan leven we in een slechte tijd. Dat was zo in de tijd van Samuel en in de tijd van Klaagliederen en de tijd van Micha werd het voorspelt.
Als je op een  valse manier profeteert, dan zijn er ernstige consekwenties (Micha)

Spreuken מָשָׁל  mashal

In 37 teksten komt dit woord voor. De vertalers vertalen dit woord met spreuk. Maar de NBV heeft zeven keer in Numeri 23 en 24 waar het over Bileam gaat, vertaalt met ‘orakelspreuk’. Zijn woorden gaven de plannen van God aan.

Ook in de volgende verzen zou het om een sturende waarde van ons Heer kunnen gaan.
1 Koningen 4:32. Hij (koning Salomo) sprak immers drieduizend spreuken, en liederen van hem waren er duizend vijf. [NBG]

<<nog toevoegen. De KJV vertaalt dikwijls met ‘parable’ wat wij zouden kunnen vertalen met gelijkenis. Zou een parabel ook sturende waarde hebben?>>

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament komen woorden rond profeten, profeteren en profetie in bijna 200 teksten voor.

 Grieks
woord
Soort woordStrongOpmerkingen:
1προφήτης prophētēsZelfstandig naamwoord mannelijkG4396 SB3853Profeet.
Komt 149 keer voor in 143 verzen.
KJV: prophet (149x)
2προφητεύω prophēteuōWerkwoordG4395 SB3852Profeteren.
Komt 30 keer voor in 27 verzen.
KJV: prophesy (28x).
3προφητεία prophēteiaZelfstandig naamwoord vrouwelijkG4394 SB3851Profetie.
Komt 19 keer voor in 19 verzen.
KJV: prophecy (16x), prophesying (3x).
4προφητικός prophētikosBijvoeglijk naamwoordG4397 SB3854Profetische.
Komt twee keer voor. KJV: of the prophets (1x), of prophecy (1x).
5προφῆτις prophētisZelfstandig naamwoord vrouwelijkG4398 SB3855Profetes.
Komt 2 keer voor in 2 verzen.
KJV: prophetess (2x).

Het gaat in het Nieuwe Testament over profeten en profeteren, over profetie en het profetische. Zelfs over profetessen. Ik ben nog geen woorden tegengekomen, die je met ziener, schouwer of wachter kunt vertalen. Woorden, die we wel in het Oude Testament tegen kwamen.

Er zijn ook enkele teksten, die gaan over valse of schijn profeten.

Dit deel is opgedeeld in drie delen. Wat er is geschreven over profeten (en profetessen). Wat er is geschreven over profeteren. En wat er is geschreven over hun producten.

Over profeten

De woorden profeet of profeten komen 143 verzen voor in het Nieuwe Testament.

Zeer regelmatig wordt er verwezen naar de profeten en hun uitspraken van het Oude Testament. Ze gaan over een veelheid aan onderwerpen, die reeds bij allerlei onderwerpen op deze site aan de orde komen. De teksten waarbij naar een profetie uit het Oude Testament wordt verwezen zijn hieronder niet opgenomen.

Er worden allerlei uitspraken gedaan over profeten en over de waarde van hun profetieën. Die staan hieronder geciteerd.

De onderstaande drie tekstgedeelten komen uit de Bergrede van Jezus.
Matteüs 5:12. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk beloond worden in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
Les: deze tekst geeft de innige band van God aan met profeten. En ook dat je daardoor in de wereld niet altijd geliefd ben.

Matteüs 5:17. Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.
Opmerking: andere vertalingen hebben niet ‘afschaffen’ maar ‘ontbinden’. Afschaffen hoort meer bij regels, die kun je afschaffen. Maar de profeten hebben kracht. Daarom, als je ze ontbindt dan maak je ze ongeldig en daardoor krachteloos.
Les 1: de wet en profeten komen tot ‘vervulling’ d.w.z. ze worden werkelijkheid. Het is de taak van Jezus om profetieën werkelijkheid te laten worden. Dat is ook nu nog zo.
Les 2: de tekst verwijst naar de mensen, de profeten. Je zou verwachten dat de tekst verwijst naar de profetieën. Let op de collegialiteit van God met de mensen, die profeten zijn.

Matteüs 7:12. Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.
Opmerking: het hart is wat de kern is. De kern is dus niet dat we netjes leren leven, God leren dienen of wat dan ook. Maar elkaar behandelen zoals je dat zelf ook zou willen.

Dit zegt Jezus nadat de discipelen van de uitzending van Jezus terug zijn gekomen met al hun ervaringen.
Matteus 10:41. Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, zal als een profeet beloond worden, en wie een rechtvaardige ontvangt omdat het een rechtvaardige is, zal als een rechtvaardige beloond worden.
Les: behandel een profeet met respect. Voor dat respect ontvang je een beloning.

De onderstaande twee teksten gaan over Johannes de Doper.
Matteus 11:9. Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker, zeg ik jullie, en zelfs meer dan een profeet.
Opmerking: je kunt zelfs dus nog uitstijgen boven een profeet. Dat gold voor Johannes de Doper. Hij is buitencategorie.

Mattheüs 11:13. Want al de profeten en de Wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. [HSV]
Opmerking: <<?>>

In Matteüs 13 geeft Jezus onderwijs over het koninkrijk van God. Daarbij speelt profetie een belangrijke rol.

Matteüs 13:14-17. In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling: “Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou Ik hen genezen.” Gelukkig zijn jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! Want Ik verzeker jullie: vele profeten en rechtvaardigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en te horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.

Les: we zijn enorme bofferds dat we na de tijd van Jezus leven. Je kunt van zoveel over het leven kennis nemen.

Les: en daarmee is ook de allerbelangrijkste les. Wees alert om wat je kunt weten ook op te nemen.

Matteus 13:35. Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld. [NBG]

Het is een citaat uit Psalm 78, die door Asaf is gemaakt. Asaf wordt in 2 Kronieken 29:30 een ziener genoemd.
Psalm 78:2. Ik wil mijn mond met spreuken opendoen en van aloude verborgenheden doen overvloeien. [HSV]
In het Hebreeuws staat ‘mashal’, zie het hoofdstuk hiervoor. Een mashal is een product van een profeet. Dat woord is hier met ‘spreuken’ vertaald.

Nadat Jezus in Nazareth is verworpen.
Matteus 13:57.  En zij werden aan Hem geërgerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis. [NBG]
Les: eer juist de mensen in je eigen omgeving. Vanwege jaloersheid en dergelijke kan dat voor jou en voor mij moeilijk zijn.

Bij de vier teksten hieronder gaat het twee keer over Johannes de Doper en twee keer over Jezus. Maar alle vier keer gaat het over het respect wat ze hadden bij het volk en dat dat respect ook hen ook bescherming bood en zoals bij Jezus ruimte gaf om dingen te doen
Matteüs 14:5. En hoewel hij hem wilde doden, deed hij dat niet uit vrees voor het volk, dat hem voor een profeet hield.

Dit is een tekst, die gaat om de intocht van Jezus in Jeruzalem (Palmpasen).
Matteüs 21:11. Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’

De eerste tekst hieronder gaat over Johannes de Doper en de tweede over Jezus.
Matteüs 21:26. Maar als we zeggen: “Van mensen,” dan krijgen we het volk over ons heen, want iedereen houdt Johannes voor een profeet.’
Matteüs 21:46. Ze wilden Hem graag gevangennemen, maar ze waren bang voor de reactie van de menigte, die Hem voor een profeet hield.

Grote les: waardeer de profeten.

Deze tekst volgt na de vraag wat het grootste gebod is in de wet: God liefhebben boven alles en onze naasten als onszelf. En dan volgt deze opmerking.
Matteüs 22:40. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’
Les: ook in de boeken van de profeten gaat het steeds om de liefde. Zo moet je dus ook de nare aankondigingen van oordelen zien. Daar zit liefde achter, namelijk om de mensen te behoeden voor het kwaad.

Deze drie tekstgedeelten staan in het hoofdstuk over het wee over de schriftgeleerden.

Matteüs 23:29. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen, en jullie zeggen: “Als wij geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.” Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben.

Matteüs 23:34. Daarom, luister! Ik stuur profeten en wijzen en schriftgeleerden naar jullie toe. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen.

Opmerking: het is een kritische tekst over schiftgeleerden, maar Jezus stuurt ook goede schriftgeleerden om mensen te onderwijzen.

Matteüs 23:37. Jeruzalem, Jeruzalem, jij die de profeten doodt en stenigt wie naar je toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb Ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild.

Opmerking: wat in vers 34 en 37 staat is ook later na de opstanding van Jezus en dat belangrijke Pinsterfeest ook gebeurd. De vervolgingen waren heftig.

Matteüs 26:56. … maar dit alles gebeurt omdat de geschriften van de profeten in vervulling moeten gaan.’ Daarop lieten alle leerlingen Hem in de steek en vluchtten weg.

Handelingen 3:22-25. Mozes heeft al gezegd: “De Heer, uw God, zal in uw midden een profeet zoals ik laten opstaan; luister naar Hem en naar alles wat Hij u zal zeggen. Wie niet naar deze profeet luistert, zal uit het volk gestoten worden.” Samuel en alle profeten na hem hebben deze tijd aangekondigd. U bent de erfgenamen van deze profeten, en van het verbond dat God met uw voorouders heeft gesloten toen Hij tegen Abraham zei: “In jouw nageslacht zullen alle volken op aarde gezegend worden.”
Opmerking: de zin ‘wie niet naar deze profeet luistert zal uit het volk gestoten worden’ is wel een heel stevige uitspraak.

Handelingen 11:27-30. In diezelfde tijd kwamen er vanuit Jeruzalem profeten naar Antiochië. Een van hen, die Agabus heette, voorspelde door de Geest dat de wereld door een grote hongersnood zou worden getroffen, iets dat tijdens de regering van Claudius inderdaad gebeurd is. De leerlingen besloten dat de broeders en zusters in Judea ondersteund moesten worden. Ze droegen elk naar vermogen bij en lieten hun gift door Barnabas en Saulus naar de oudsten brengen.
Opmerking 1: de profeet Agabus doet geen voorspelling, zoals is vertaald, maar indiceert of verklaart een teken, Strong G4591.
Opmerking 2: De boodschap van Agabus zet de gemeente in beweging.

Handelingen 13:1. Er waren in de gemeente van Antiochië profeten en leraren, onder wie Barnabas, Simeon, die Niger werd genoemd, Lucius de Cyreneeër, Manaën, een jeugdvriend van de tetrarch Herodes, en Saulus.

Handelingen 15:32. Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, hielden een lange toespraak, waarmee ze de gelovigen bemoedigden en sterkten.

Handelingen 21:9-10. Na enkele dagen kwam er een profeet uit Judea, die Agabus heette. Hij zocht ons op, pakte Paulus’ gordel en bond daarmee zijn eigen handen en voeten vast. Toen zei hij: ‘Dit zegt de heilige Geest: “Zo zal de man van wie deze gordel is, worden vastgebonden door de Joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen zullen uitleveren.”’
Opmerking: Dit was een goede profetie met het juiste inzicht. Dit ging ook gebeuren. Maar toch koos de apostel Paulus er voor om zijn plan uit te voeren. Werpt een mooi licht op onze eigen verantwoordelijkheid.

1 Korintiërs 12:28-29. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. Is iedereen soms een apostel? Of een profeet? Is iedereen een leraar? Kan iedereen wonderen verrichten?

1 Korintiërs 14:29. En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen. [HSV]

1 Korintiërs 14:32-33. En de geesten van de profeten zijn aan de profeten zelf onderworpen. Want God is geen God van wanorde, maar van vrede, zoals in alle gemeenten van de heiligen. [HSV]
Opmerking: het profeteren gaat niet buiten de mensen om. Je hebt controle over wat je zegt, hoe je het zegt en of je het zegt.

1 Korintiërs 14:37. Als iemand denkt dat hij een profeet is of een geestelijk mens, laat hij dan erkennen dat wat ik u schrijf geboden van de Heere zijn.

Efeziërs 2:19-22. Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. In Hem vormt het bouwwerk één geheel en groeit het uit tot een tempel die gewijd is aan de Heer, in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
Opmerking: gemeenten worden gebouwd op het fundament van apostelen en profeten. In de praktijk gaat dat gaat dat door woorden, die ze uitspreken en daden, die ze doen.

Efeziërs 3:5-6. Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie.
Opmerking: wat toen werd onthuld was revolutionair, maar nu al weer vanzelfsprekend geworden. Eerder dat we niet neer zien dat het volk Israël er als eerste bij hoort.

Efeziërs 4:11-13. En Hij is het die zowel apostelen heeft aangesteld als profeten, zowel verkondigers van het evangelie als herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus.

Jakobus 5:10-11. Neem een voorbeeld aan het geduldige lijden van de profeten die in de naam van de Heer spraken. Degenen die standhielden prijzen we gelukkig! U hebt gehoord hoe standvastig Job was, en u weet welke uitkomst de Heer gaf; de Heer is immers liefdevol en barmhartig.

1 Petrus 1:10-11. Wat die redding inhoudt, trachtten de profeten te achterhalen toen ze profeteerden over de genade die u ten deel zou vallen. Zij probeerden vast te stellen op welke tijd en op welke omstandigheden Christus’ Geest, die in hen werkzaam was, doelde toen deze voorzegde dat Christus zou lijden en daarna in Gods luister zou delen.
Opmerking: de profeten uit de tijd van het Oude Testament probeerden te begrijpen hoe dat in de toekomst zou gaan.

<<deze paragraaf moet ik nog aanvullen>>

Over profeteren

Het woord profeteren komt in 27 verzen voor in het Nieuwe Testament. Hieronder staan ze allemaal.

Gehoorzamen is belangrijker dan profeteren

De eerste tekst met het werkwoord profeteren komt uit de Bergrede van Jezus.
Matteüs 7:21-23. Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! [HSV]

Les: je kunt bijzondere dingen doen zoals profeteren, maar het allerbelangrijkste is gehoorzaam te zijn aan wat de Heer van je vraagt. Dat kan natuurlijk ook profeteren zijn.

Johannes de Doper, het ijkpunt in de geschiedenis.

De tweede tekst waar het woord profeteren in voorkomt staat in een stuk tekst dat over de betekenis van Johannes de Doper gaat. Hij is de bode, die komen zou. Er is van hen die uit een vrouw geboren zijn niemand groter. Hij is het ijkpunt in de geschiedenis. Ook wat geprofeteerd is in de wet en de profeten.
Mattheüs 11:13. Want al de profeten en de Wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. [HSV]

Opmerking: waarom zo de nadruk van Jezus op het enorme belang van Johannes de Doper? Omdat het zo’n enorm goede voorbereiding was voor het werk van Jezus? Blijkbaar beseffen we nog onvoldoende hoe belangrijk het werk van Johannes de Doper was. <<nog uitbreiden als daar aanleiding toe is>>

Profetie: het gaat er om dat je God met je hart dient.

Deze tekst staat in het kader van het houden van de Joodse leringen over hoe te leven. Daardoor is het geloof het houden van regeltjes geworden. Een grove misvatting.
Mattheüs 15:7. Huichelaars! Terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, toen hij zei: Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. [HSV]

Les 1: als je je aan regels houdt zonder dat je het met je hart doet, speel je mooi weer, ben je in de visie van Jezus een huichelaar. Jesaja 29:13 voegt hier nog iets aan toe: “Omdat hun ontzag voor Mij louter plicht is, slechts aangeleerd en door mensen opgelegd”.

Les 2: het gaat er om wat God ergens van vindt en dat in je leven aanhoudt. Je eigen opvattingen, waarmee je denkt God te eren, dat is tevergeefs als het niet aansluit bij wat God wil.

In het evangelie van Marcus staat ook deze uitspraak van Jezus.
Markus 7:6. Maar Hij antwoordde hun: Terecht heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan. [HSV]

Les: hier wordt nog een extra pijnlijke constatering toegevoegd, zie vers 8: ‘de geboden van God geeft u op’. Die horen juist op eerste plaats te staan. De tradities van mensen zijn ondergeschikt.

Profeteren is niet voor eigen gebruik.

In drie teksten wordt Jezus bij het verhoor voor de kruisiging uitgedaagd om te ‘profeteren’ wie hem sloegen.
Matteüs 26:68. … en zeiden: ‘Profeteer dan maar eens voor ons, messias, wie is het die Je geslagen heeft?’
Marcus 14:65. Toen begonnen sommigen Hem te bespuwen; ze blinddoekten Hem en sloegen Hem en zeiden: ‘Profeteer nu maar!’, en ook de dienaren gaven Hem vuistslagen.
Lucas 22:64. Ze blinddoekten Hem en zeiden: ‘Profeteer nu maar, wie is het die Je geslagen heeft?’
Opmerking: de boodschap lijkt mij dat het profeteren er voor is om daadwerkelijk een positieve bijdrage voor de mensheid te leveren. Profeteren wordt alleen in dat kader gebruikt.

Voorbeeld van een profetie
Dit is een profetie uitgesproken door Zacharias, die wij de lofzang van Zacharias noemen.
Lucas 1:67-79. En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met de Heilige Geest en profeteerde: Geprezen zij de Heere, de God van Israël, want Hij heeft naar Zijn volk omgezien en er verlossing voor tot stand gebracht. En Hij heeft een hoorn van zaligheid voor ons opgericht in het huis van David, Zijn knecht, zoals Hij gesproken had bij monde van Zijn heilige profeten, die er door de eeuwen heen geweest zijn, namelijk verlossing van onze vijanden en bevrijding uit de hand van allen die ons haten, om barmhartigheid te bewijzen aan onze vaderen en te denken aan Zijn heilig verbond, de eed die Hij aan Abraham, onze vader, gezworen heeft om ons te geven, dat wij, verlost uit de hand van onze vijanden, Hem zouden dienen zonder vrees, in heiligheid en gerechtigheid voor Hem alle dagen van ons leven. En jij, kind, zult een profeet van de Allerhoogste genoemd worden, want je zult voor het aangezicht van de Heere uit gaan om Zijn wegen gereed te maken, en om Zijn volk kennis van de zaligheid te geven in de vergeving van hun zonden, door de innige gevoelens van barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft, om te verschijnen aan hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw van de dood, en om onze voeten te richten op de weg van de vrede. [HSV]

Opmerking: de profetie gaat deels over wat op dat moment in geloofsogen dan reeds bereikt is: omgezien, verlossing, hoorn van zaligheid. En vervolgens gaat het er over wie Jezus zal zijn.

Een hogepriester, die profeteert.

De tekst hieronder spreekt iemand uit, een prachtig inzicht, van iemand, die tegen Jezus was.

Johannes 11:49-51. Maar een van hen, Kajafas, die de hogepriester van dat jaar was, zei tegen hen: U weet niets, en u overweegt niet dat het nuttig voor ons is dat één Mens sterft voor het volk, en niet heel het volk verloren gaat. Dit zei hij echter niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij dat Jezus sterven zou voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar ook om de kinderen van God, overal verspreid, bijeen te brengen. [HSV]

Kunnen profeteren is een teken van het einde van de tijden.

Dit is uit de verkondiging van Petrus op de Pinksterdag.
Handelingen 2:17-18. “Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren.

Profeteren is een gevolg van de Heilige Geest, die neerdaalt.

Handelingen 19:1-7. Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen, aan wie hij vroeg: ‘Hebben jullie de heilige Geest ontvangen toen jullie tot geloof kwamen?’ Ze antwoordden: ‘Nee, we hebben zelfs niet gehoord van het bestaan van een heilige Geest.’ Hij vroeg: ‘Hoe zijn jullie dan gedoopt?’ ‘Met de doop van Johannes,’ antwoordden ze. Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen die tot inkeer kwamen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.’ Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus, en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden. De hele groep bestond uit ongeveer twaalf mensen.

Vier dochters van de evangelist profeteren.

Handelingen 21:8-9. En de volgende dag gingen Paulus en wij die bij hem waren, daarvandaan en kwamen in Caesarea. Wij gingen naar het huis van Filippus, de evangelist, die een van de zeven diakenen was, en bleven bij hem. Deze had vier dochters, nog maagden, die profeteerden. [HSV]

Het onderwijs in de brief aan de gemeente van Korinthe.

De 1ste brief aan de Korintiërs, de hoofdstukken 11 tot en met 14 bevatten veel onderwijs over profeteren en profetieën.

1 Korintiërs 11:3b-5. Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus. Iedere man die met bedekt hoofd bidt of profeteert, maakt zijn hoofd te schande. Maar een vrouw maakt haar hoofd te schande wanneer ze met onbedekt hoofd bidt of profeteert, want ze is in dat geval precies hetzelfde als een kaalgeschoren vrouw.

Opmerking: is dit een cultuur punt of is het echt in de geestelijke wereld zo, dat het van belang is dat je je hoofd bedekt of juist niet bedekt? Ik heb in ieder geval nog nooit met iets op mijn hoofd geprofeteerd.

Het profeteren van mensen is onvolkomen.

1 Korintiërs 13:8-9. De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt.

Zou mooi zijn als iedereen in de gemeente profeteert

Profeteren zorgt voor opbouw, troost en bemoediging. Het is ten bate van andere mensen zelfs een hele gemeente.
1 Korintiërs 14:1-6. Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren. Wie namelijk in een andere taal spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand begrijpt het, maar in zijn geest spreekt hij geheimenissen. Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost. Wie in een andere taal spreekt, bouwt zichzelf op, maar wie profeteert, bouwt de gemeente op. En ik zou wel willen dat u allen in andere talen spreekt, maar vooral dat u profeteert. Immers, wie profeteert, is meer dan wie in andere talen spreekt, tenzij hij het uitlegt, opdat de gemeente erdoor opgebouwd wordt.

Profeteren kan een goede indruk geven aan ongelovigen
Hier is aangegeven dat profeteren voor gelovigen is en dat beoordelen en terechtwijzen er ook bij kan horen.
1 Korintiërs 14:22-25. Klanktaal is dus een teken dat niet bestemd is voor gelovigen maar voor ongelovigen, en profeteren is niet voor ongelovigen maar voor gelovigen. Wanneer namelijk de hele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent? Maar profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. Alles wat hem heimelijk beweegt zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden: ‘Werkelijk, God is in uw midden.’

Het volgende deel gaat over hoe je dat in je gemeente organiseert als zowel in klanktaal wordt gesproken als wordt geprofeteerd.
1 Korintiërs 14:30-31. Wanneer aan iemand die nog op zijn plaats zit iets geopenbaard wordt, moet degene die op dat moment spreekt verder zwijgen. U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd.

Opmerking: hoe zou dat praktisch gegaan zijn? Zoiets? Als iemand een profetie kreeg, dan moest hij zijn vinger opsteken en gaf de leider van de bijeenkomst die persoon het woord?

Les: als iemand profetische woorden krijg in een bijeenkomst, dan gaat dat voor ten opzichte van iemand, die op dat moment het woord voert.

1 Korintiërs 14:39-40. Kortom, broeders en zusters, streef ernaar te profeteren en verhinder niet dat er in klanktaal gesproken wordt. Alles moet op gepaste wijze en in goede orde gebeuren.

Les: het kunnen profeteren is heel belangrijk.

En dan nog vier teksten uit andere boeken.

1 Petrus 1:10. Naar deze zaligheid hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd. [HSV]

Judas 1:14. Zij zijn het ook over wie Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd heeft toen hij zei: ‘Ik zie de Heer komen met zijn heilige tienduizendtallen.

Opmerking 1: het is een beeld uit het boek van Henoch, dat niet als boek in de Bijbel is opgenomen. Maar wel dus wel het beeld dat Henoch kreeg.

Opmerking 2: tienduizendtallen was het grootste getal dat in de taal van de tijd van Henoch bestond. Je kunt dus aan een grotere schare denken dat aan die tienduizendtallen.

Les: Henoch kreeg een prachtig beeld, het maakte duizenden jaren later nog steeds indruk. Hij zag de Heer komen met zijn heilige tienduizendtallen.

Openbaring 10:11. Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw profeteren over talrijke landen en volken, over mensen van elke taal en over vele koningen.’

Opmerking: dit is wat een opdracht was aan Johannes om te doen, wat we ook in het verdere van het boek Openbaring is te lezen.

Openbaring 11:3. Ik zal mijn twee getuigen opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderdzestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed.’
Opmerking: in het volgende hoofdstuk staat meer uitleg over deze tekst.

Over profetieën

Het zelfstandig naamwoord ‘profetie komt’ 19 keer voor in het Nieuwe Testament. Hieronder worden alle teksten genoemd.

De eerste keer dat het woord profetie voorkomt geeft al veel inzicht. Het gaat in Matteüs over de schare mensen, die op Jezus afkwamen maar die óf niet goed luisterde of kritische waren over Jezus. Jezus verwijst naar een profetie van Jesaja, namelijk Jesaja 6:9-10. Hier eerst de tekst die Jezus uitspreekt en in het boek van Matteüs wordt genoemd.

Matteüs 13:14. In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling: “Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben.

Jesaja 6:9-10. Toen zei Hij: ‘Ga naar dit volk en profeteer het volgende tegen hen: “Luister goed, maar begrijpen zul je het niet; kijk goed, maar inzien zul je het niet.” Maak het hart van het volk ongevoelig, stop hun oren toe, smeer hun ogen dicht. Dan kunnen ze met hun ogen niet zien, met hun oren niet luisteren en met hun hart niet begrijpen. Ze zullen niet naar Mij terugkeren en geen herstel vinden.’

Toelichting: de uitspraak van Jezus en van Jesaja was, denk ik, een poging om mensen wakker te schudden. Om ze van gedachte te laten veranderen. Als je dichtbij God en de waarheid wil komen, dan moet je daar je best voor doen.

Les: een profetie kan een oordeel zijn, maar is toch gericht om mensen tot bezinning te brengen. En uiteindelijk dat mensen tot hun bestemming komen.

De tweede tekst waar het woord ‘profetie’ in voorkomt staat in de brief aan de gemeente van Rome.
Romeinen 12:6-7. En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen. [HSV]

Les 1: het kunnen profeteren, profetie, krijgen we van God als gunst.
Les 2: als we meer geloof hebben, dan gaat het profeteren beter.

De volgende twee teksten gaat er ook over dat het kunnen profeteren
1 Korintiërs 12:8-10. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. [HSV]

Les: er zijn allerlei gaven, die de Geest kan geven, de gave van profetie hoort daar ook bij.

1 Korintiërs 13:1-2. Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden. En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets. [HSV]

Les: de gave van profetie moet zijn ingebed in een liefdevol hart.

1 Korintiërs 13:8. De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden. [HSV]

Les: de liefde zal altijd blijven, maar een profetie kan zijn tijd hebben gehad. Neem bijvoorbeeld de profetie dat een maagd zal zwanger worden. Dat heeft reeds plaatsgevonden, we kunnen er alleen met blijdschap op terugkijken.

1 Korintiërs 14:6. En nu, broeders, als ik naar u toe zou komen en in andere talen zou spreken, wat voor voordeel zou ik u brengen, als ik ook niet tot u zou spreken óf door openbaring, óf door kennis, óf door profetie, óf door onderricht? [HSV]

Les: profetie geeft voordeel voor de gemeente. Naast zaken als spreken door openbaring of kennis of onderwijs.

1 Korintiërs 14:22. Zo zijn de andere talen dus tot een teken, niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen, en zo is de profetie niet voor de ongelovigen, maar voor hen die geloven. [HSV]

Les: het kunnen profeteren is een teken dat je gelooft. Het kunnen spreken in talen maakt indruk op ongelovigen. Ongelovigen kunnen vanzelfsprekend niet de woorden van God doorgeven, dat doen gelovigen.

1 Tessalonicenzen 5:19-20. Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft.

Les: als de Geest je wat ingeeft, neem het dan serieus, doe er mee wat de bedoeling is. Als je dat niet doet, dan zal de gave van profetie afnemen.

1 Timoteüs 1:18-19a. Timoteüs, mijn kind, ik vertrouw je deze opdracht toe op grond van de profetische woorden die destijds over jou zijn uitgesproken. Laten die je tot steun zijn in de goede strijd die je toegerust met geloof en een zuiver geweten, moet voeren.

Les: Timoteüs moest de profetische woorden, die over hem zijn uitgesproken serieus nemen. De grote apostel Paulus geeft hierbij het goede voorbeeld.

1 Timoteüs 4:14. Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie, met handoplegging door de raad van ouderlingen. [HSV]

Opmerking: zo als het hier staat, zo gebeurt het ook nu nog in sommige evangelische of charismatische gemeenten. De les is: neem als er een profetie wordt uitgesproken dit serieus!

2 Petrus 1:20-21. Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.

Les 1: profeteren is gedreven door de Geest namens God spreken.
Les 2: het is niet goed om je eigen interpretatie, je eigen uitleg er op na te houden als het gaat om profetieën, die in het Oude Testament staan. Laat je bij de interpretatie leiden door wat de Geest door die profetie heeft te zeggen.

Het boek Openbaring noemt zeven keer het woord ‘profetie’.

De apostel Johannes duidt zijn schrijven aan als een profetie.
Openbaringen 1:3. Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd wordt. Want de tijd is nabij.

Opmerking: het Griekse woord dat met ‘zich houden aan’ is vertaald betekent ‘in de gaten houden’ ‘er aandacht voor hebben’. Dat lijkt mij in te houden dat je het eens in de zoveel tijd dit boek leest en probeert te onthouden wat er staat. <<misschien nog meer?>>

De volgende teksten, die in het laatste hoofdstuk van dit boek staan, sluiten hier op aan.
Openbaring 22:7. En zie, Ik kom spoedig. Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt. [HSV]

Opmerking: het is hetzelfde Griekse woord, dat in de vorige wat met in acht neemt is vertaald, kun je ook vertalen met, hetzelfde Griekse woord is gebruikt als hierboven, ‘in de gaten houden’.

Openbaring 22:10. En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij. [NBG]
Opmerking: verzegel lijkt hier te gaan om ‘dat je het niet leest’ of ‘niet meer leest’

Openbaring 22:18. Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. [NBG]

Openbaring 22:19. En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is. [NBG]

Naast deze teksten over profetie over het boek Openbaring, aan het begin en het eind van het boek Openbaring, gaat het nog in twee teksten over andere onderwerpen.

Als eerste over de twee getuigen in Openbaringen 11. Het lijkt er op alsof deze twee getuigen, G1417 en G3144, zelf deze enorme gevolgen mogen bepalen. Net zoals Elia bad dat het droog zou zijn en het regende niet meer.
Openbaring 11:6. Zij hebben de macht om de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt zolang zij profeteren. Ook hebben ze de macht om water in bloed te veranderen. Verder kunnen ze de aarde treffen met alle mogelijke plagen, zo vaak ze maar willen.

Zijn die twee getuigen getuigen van God of juist niet? Gezien wat ik hiervoor over het boek Openbaring hebt gezegd, is het goed om uit te zoeken. In hoofdstuk 11 vers 2 en vers 3 gaat het over ‘Mijn getuigen’, het zijn dus getuigen van God. Ze ontvangen van God macht en zullen, in rouwkleding, 1260 dagen profeteren. Allerlei bijzondere dingen zullen zij doen. Zij zullen worden gedood en de Heer laat ze weer opstaan. Lees verder in dit hoofdstuk tot en met vers 15.

Getuigen G3141 komt alleen in verband met werken overeenkomstig de missie van Jezus voor.

Overigens komt alleen al in het Nieuwe Testament nog vier keer het begrip twee (of drie) getuigen voor. Die getuigen waren er voor om het kwaad aan de kaak te stellen om zo het kwaad te beperken. Het lijkt mij dat de twee getuigen dit ook zullen doen.

Les: God kan mensen een grote verantwoordelijkheid en macht geven om te profeteren. De twee getuigen kregen ‘grote macht’ als zij iets uitspraken gebeurde het ook.

Nog een opvallende tekst in Openbaring. Over Jezus vertellen en het heil dat hij vertegenwoordigt is in wezen profeteren. Dat is denk ik de betekenis van de tekst.

Een stem uit de troon van God, die allerlei dingen zegt. O.a. dit. Openbaringen 19:9-10. En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie. [HSV]

In dit deel staat twee keer het woord getuigenis, Strong 3141, dat zou je beter kunnen vertalen met de missie van Jezus. Denk ook aan de opdracht die Jezus aan zijn discipelen geeft: Je zult mijn getuigen zijn, oftewel je draagt de missie van Jezus uit.

Bij de uitdrukking de geest van profetie kan je denken aan de lijn, de teneur , de onderliggende doelstelling van de profetie. Die is namelijk de missie van Jezus. En die missie was het heil brengen in de wereld.

Profetische geschriften en woorden

Slechts tweemaal heb ik in de Bijbel een bijvoeglijk naamwoord gevonden, die verbonden is met profetie.

Dit gaat over de profetische geschriften.
Romeinen 16:25-26. Aan hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen.
Opmerking: het gaat hier om de graphé van de profeten.

En deze over profetische woorden.
1 Petrus 1:16-21. Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.
Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren. En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.

Profetessen

Er worden twee mensen in het Nieuwe Testament profetessen genoemd. Twee tegenpolen namelijk de profetes Anna in Lukas 2:36 en Isebel in Openbaringen 2:20.

<<vijf dochters die profeteren>>

Andere bronnen

Er zijn veel boeken over profetie geschreven.

Eén van die boeken is Impact, Profeteer en verander de wereld. Schrijfster Arleen Westerhof. Een boek uit 2019.

Arleen beschrijft in dertien hoofdstukken en een bijlage wat belangrijk is om de profetische bediening op een goede manier gestalte te geven.

Dit vond ik de belangrijkste lessen (tussen haakjes de bladzijde van het boek):
– profeteren is iets wat mensen overkomt. Het is de werking van God uit naar de mensen toe. Als mens kan je dat leren zien en opmerken. Je kunt oefenen om te komen in een ‘luisterhouding’. Heer uw inspiratie is nodig. – als je profeteert dat is er het risico dat je je eigen innerlijke stem hoort of een stem van de duisternis i.p.v. een stem van de Heer door de Heilige Geest. Het risico van je eigen stem kun je ondervangen door niet vanuit je liefde of je ergernis voor iemand te profeteren. Het risico van de stem van de duisternis is te zorgen dat er geen onverwerkte trauma’s, angst of verslavingen van welke aard dan ook in je eigen leven zijn.
– voor iemand die profeteert is een nederigheid en een dienende geest onontbeerlijk. Dat zijn geen eigenschappen, die we van nature bezitten. Ook dankbaarheid en intens leven met God zijn belangrijk.
-ga ervan uit dat de profetische woorden toch niet correct kunnen zijn. Ons profeteren is onvolkomen. Bewaar dan alleen de goede dingen. Beproef alle dingen maar behoud het goede. 1 Tess. 5:19-21.
– het is belangrijk dat daar waar wordt geprofeteerd men werkt volgens een protocol, vooral als het om profeteren over leiders gaat (88-94). De gedragscode, die in het boek staat lijkt me geschikt (193-194).
-als je een profetisch woord krijgt is het ook zaak dat je er iets mee doet. Verlang naar vervulling en let op de stem van de Heer voor een eerste stap op weg naar het woord dat over jou is uitgesproken.

Wat profeteren niet is:
– ‘u vraagt wij draaien’ zoals ‘Kunt u over me profeteren welke man ik zal krijgen?’ En als je dat niet hebt teleurgesteld zijn. Het is wat God over jou zegt: dat is prachtig! Hoe mooi kan dat zijn?

Andere boeken

Hier wat mij  de belangrijkste leken. In volgorde van de leeftijd van de schrijvers. En met soms wat opmerkelijke uitspraken met mijn commentaar.

Dr Bill Hamon schreef “Profeten en persoonlijke profetie” en <<>>

Cindy Jacobs: The Voice of God (1995). De stem van God (2001). Bladzijde 35: “De soevereine God zal het mensdom zeker niet betrekken bij de besluitvorming”. Dat lijkt mij niet correct.

Mike Bikle schreef “Groeien in de profetische bediening”. Uitgave 1996 en nieuwe versie 2008

Kris Valloton schreef ” De Profetenschool”. Het is best een goed boek, maar er staan, naar mijn idee, incorrect opvattingen in over het Oude Testament.

Bladzijde 127. “Onder het oude verbond woonde de Geest van de Heer niet in de mensen en was er geen verbinding tussen hun menselijke geest en God”. Dit zijn twee krasse uitspraken, die niet juist zijn. Er zijn vele voorbeelden uit het OT dat dit niet zo is.

Zelfde bladzijde. “De mensen, die de profetische uitspraken ontvingen, in de tijd van het OT, waren geestelijk gezien immers dood”. Wat een rare uitspraak.

Op bladzijde 148 wordt de tweede tempel genoemd “het duurste herbouwproject uit de wereld geschiedenis”. Deze uitspraak kan niet veel kwaad, maar is echt onzin.

Van bladzijde 75 tot 78 gaat het over de geschiedenis van Annanias en Saffira. Dit is een uitzondering op de overtuigingen van Kris en daar wordt hij dan wel eens mee geconfronteerd schrijft hij. Hij had het ook kunnen gebruiken om een stap dieper te graven. Maar Kris doet het af als een uitzondering. Jammer.

Bij Kris opmerking dat het “de goddelijke opdracht” zou zijn “om alle heidenen te doden” zou het goed zijn om daarbij te zeggen dat het om de zeven volken ging die in Kanaän woonden. Hij baseert die “opdracht” op teksten op bladzijde 59, maar geen enkele tekst ondersteunt zijn uitspraak.

Bladzijde 67 “Bedenk nogmaals wel dat de Joden meer dan veertienhonderd jaar lang gehoord hadden, dat ze de heidenen moesten haten en vernietigen”. Deze uitspraak gaat veel te ver. De kant van de ontferming van God voor de volken komt in zijn boek niet aan de orde.

Het boek van Shawn Boltz. Translating God. In 2018 is de Nederlandse vertaling uitgekomen met titel Gods hart vertolken. Profeteren moet Gods liefde voor de mensen laten zien. Je kunt hooggeplaatste personen tegenkomen als je een profeet bent. Een mooie uitleg over het profetische boek Openbaringen (hoofdstuk 2).

Graham Cooke, Alan Ross zijn bekende sprekers. Van bovenstaande mensen zijn veel toespraken op You Tube te vinden. Een voordeel bij het lezen van boeken is dat je hele stukken soms zelfs hele hoofdstukken kan overslaan zonder de belangrijke dingen te missen. Preken op You Tube kijken kosten veel meer tijd.

Er zijn ook Nederlandse schrijvers. Zo schreef drs. M.D. Geuze het boekje: Streef om te profeteren! (42 blz). Het is een leerboekje om drie lessen met een groep te doen. De drie lessen gaan over: De Bijbel het profetische Woord (1), Jezus Christus de hoogste profeet (2) Christus gemeente een profetische gemeenschap (3)

Les 1 is gebaseerd op het begrip “profetisch woord” . Het is echter een uitdrukking die maar eenmaal in de Bijbel voorkomt. Geuze doet de aanname dat het profetisch woord onze Bijbel is. Het lijkt mij dat o.a. in de Bijbel profetische woorden voorkomen. Hij schrijft ook dat woorden in de Bijbel het hoogste gezag zijn, daar moeten onze nieuwe profetische woorden  aan worden getoetst. Dat is correct natuurlijk.

Er is een kwartaalblad “Profetisch Perspectief”. Het kijkt naar profetieën in de Bijbel en het interpreteren van die woorden in onze tijd.

Abraham Joshua Heschel: The prophets, uitgave 1962. De Nederlandse uitgave van de Profeten in 2013.

Samenvatting

Een profeet is iemand, die bij God hoort.

Als God iets wil doen in deze wereld, wil Hij dat via mensen doen. De mensen die zich daarvoor lenen zijn profeten en profetessen. Dan denk je niet vanuit de perspectieven, die in de wereld populair zijn, maar dan denk je zoals God denkt.

<<deze tekst moet nog worden gemaakt>>

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.