Wat ons nogal kan bezig houden is de vraag waar het kwaad vandaan komt. Een lastige vraag. Het kwaad komt niet van één kant, maar van meer kanten. Het heeft wel één grote oorzaak. Daarover straks meer.
Twintig jaar geleden schreef een joodse rabbi Harold Kushner het boek “Als het kwaad goede mensen treft”. Het gaat over hoe moeilijk het voor hem was, ook met zijn joodse geloof, toen zijn zoon Aäron aan progeria ging lijden en uiteindelijk op 14 jarige leeftijd stierf. Het ging bij deze zoon over het kwaad van een lichamelijke ziekte. Een kwaad waarvan hij dacht dat het hem niet zo treffen.
Er is ook veel kwaad dat door mensen wordt aangericht. Een overval, een moord, een mishandeling, oorlog, roof, diefstal, uitbuiting, noem maar op. Dat is nog wel het meeste kwaad wat er is denk ik.
Het valt me op dat de focus in de Bijbel er vooral op ligt dat we uit ons eigen leven het kwaad weg doen. Dat we geen gevolg geven aan behoeften, die kwaad veroorzaken. Dat we geen gedachten voeden en toelaten, waardoor we uiteindelijk een ander kwaad gaan doen. Het is goed om in je eigen leven ons eigen kwaad zoveel mogelijk buiten onszelf brengen en houden.
Als je leiding geeft en verantwoordelijk bent voor een groep van mensen, dan is één van je taken om het kwaad te onderkennen, te bewaken en zo klein mogelijk te houden.
Je kunt dat doen door te proberen alle risico’s uit te sluiten. Zoals dat je geen mensen tot je groep laat behoren, die een keer de fout zijn ingegaan. Als je dat doet, leidt dat wel tot het missen van talent. Dat je een veilige strategie kiest. De kans dat je groep succesvol zal zijn wordt dan klein. Of dat je kiest voor overdadige controles. Maar dan gaan de mensen in de groep zich nooit vrij voelen, dan breekt de eigen verantwoordelijkheid af.
Jezus in zijn manier van leiding geven is hier ook ons voorbeeld. Hij koos twaalf discipelen uit met een heel diverse achtergrond. Daar waren ook mensen bij, die een fout leven hadden gehad. Zijn strategie was die van de Vader en zat vol met risico’s. Jezus koos niet voor controles van zijn discipelen. Wel voor uitdaging en bemoediging. Uiteindelijk was er één discipel die hem verraadde. Zou Jezus het achteraf anders hebben willen doen? Nee!
In onze maatschappij besteden we een belangrijk deel van onze welvaart aan bestrijding van het kwaad. Politie en justitie. Rechtbanken. Bedrijven, die bezig zijn met beveiliging. Wetgevers, die hun hoofd breken om mazen in de wet te dichten.
Ook in ons privé leven houden we rekening met het kwaad. We mijden bepaalde plekken op bepaalde tijden. We beveiligen ons huis en onze auto. We zijn alert op de computer. En we doen overal sleutels op om diefstal te voorkomen.
Wat zou het geweldig zijn als er geen kwaad meer was. Een verademing voor goede mensen. Voor de kwade mensen net zo, want hun leven verloopt meestal dramatisch. En voor al die mensen, die soms goed en soms kwaad doen evenzo een verademing.
Het is voor iedereen aan te bevelen: doe het goede en niet het kwade. Hoe doe je dat? Door voor ‘het licht’ te kiezen en niet voor ‘de duisternis’. De duisternis laat je blindelings je eigen behoeften volgen ongeacht wat het gevolg is. Je zal het doen in de duisternis. Het blijft soms lange tijd verborgen. Maar soms wordt het ineens openbaar. En dan ben je er bij.
Open staan voor inspiratie van boven is voor het licht kiezen. Het licht heb je nodig om dingen te ontdekken en te zien. Over je weg. En over wat waar is en niet waar is. En ook hoe kom je wat je nodig hebt voor je weg. Hoe kom je aan gaven en talenten. Hoe kom je aan kracht. Hoe kun je blij en gelukkig worden.
Nog even over die ene oorzaak van het kwaad. De mens was ooit goed. Maar de mens wilde meer. Ook zelf bepalen wat goed en kwaad is. Helemaal eigen baas zijn. Zo kwam het verval en het kwaad in de wereld.
En als we in ons eigen leven en in het leven van andere mensen kijken speelt dit nog steeds. Niet alleen als het gaat om de hogere waarden van het leven, maar ook als het gaat om degenen, die boven ons staan zoals een overheid, die een koers uitzet.