De feesten zijn Gods manier om ons het goede leven te leren. Dat geldt ook voor het Matsesfeest. Dat leert ons vooral om niet zuur te leven.
In het Hebreeuws heet het feest ‘Chag ha-Matzoth’. Chag is het Hebreeuwse woord voor feest. Matzoth is meervoud van matse. Als je een matse wil maken moet je in pakweg een kwartier het deeg maken en het deeg bakken. Als je er langer over doet, dan raakt het deeg verzuurd. Zo werkt dat nu eenmaal als je deeg met water mengt.
Verzuurd deeg kun je gebruiken om een brood te laten rijzen. Tegenwoordig gebruikt men trouwens daarvoor bakkersgist.
Deze studie onderzoekt wat er in de Bijbel staat over het Matsesfeest, ook in de bredere context van verzuring of juist geen verzuring.
De teksten zijn geciteerd uit de NBV vertaling tenzij anders aangegeven.
Studievragen
Bij dit onderwerp zou je de volgende vragen kunnen stellen.
Wat is een matse?
Hoe is het Matses feest ontstaan?
Wat beoogt het Matses feest?
Heeft het Matses feest een relatie met andere feesten?
Hebben matses nog een ander doel dan voor het Matses feest?
Hebben de Nederlandse vertalingen de woorden rond het Matses feest goed vertaald?
Hebben de kerken en christelijke gemeenten het onderwijs van de Bijbel over dit onderwerp ter harte genomen?
Bij het hoofdstuk Lessen zijn de antwoorden op deze vragen te vinden.
Wat is een matse.
Een matse (Hebreeuws: מצה) is een plat brood dat niet is gerezen door desem of gist. Het is een soort cracker. Er zijn ronde en vierkante matses in de handel.
Omdat op verpakkingen van matses ook wel matzes staat, met een letter ‘z’ in plaats van ‘s’ is deze schrijfwijze ook ingeburgerd. Matse is het Jiddische woord voor het Hebreeuwse woord ‘matsa’ of in meervoud ‘matsot’. Het Hebreeuwse woord betekent leeggelopen, droog en zoetig. Matses zijn ook droog en zoetig.
Als je gereedgemaakt deeg niet gebruikt om te bakken gaat het al vrij snel verzuren. Verzuurd deeg, desem, kun je gebruiken om het brood te laten rijzen. Tegenwoordig gebruikt men gist om het deeg te laten rijzen. Bakkersgist is iets anders dan verzuurd deeg, maar het heeft wel dezelfde werking.
Hier een tip over hoe je zelf matses kunt maken. Dit heb ik van de site overetengesproken.nl geplukt. Matses maakt men van bloem en water. Dat zijn de twee ingrediënten.
Als je water en bloem mengt, dun uitrolt en op hoge temperatuur bakt, krijg je heerlijk brosse crackers. Volgens de Joodse traditie moet het hele proces van deeg maken en bakken binnen 18 minuten zijn afgerond. Maak niet teveel deeg tegelijk zodat je de matses direct na het uitrollen kunt bakken. De bakker van de site maakt series van vijf matses tegelijk omdat er vijf matses tegelijk op zijn bakplaat kunnen.
Oude Testament
Hier de gegevens van het Oude Testament van de woorden matse, matsesfeest, desem en brood.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | מַצָּה matsah | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H4682 | Matse. Komt 53 keer voor in 42 verzen. KJV: unleavened bread (33x), unleavened (14x), cakes (5x), without leaven (1x). |
מַצָּה חָג chag matsah | Combinatie | H2282 H4682 | Het gedenkfeest Matses. Deze combinatie komt twaalf keer voor. | |
2 | חָמֵץ chametz | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H2557 | Desem. Komt 11 keer voor in 11 verzen KJV: leaven (5x), leavened bread (4x), leaven (2x). |
3 | לֶחֶם leḥem | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H3899 | Brood Komt 299 keer voor in 277 verzen KJV: bread (237x), food (21x), meat (18x), shewbread (with H6440) (5x), loaves (5x), shewbread (with H4635) (3x), shewbread (2x), victuals (2x), eat (1x), feast (1x), fruit (1x), provision (1x). |
4 | חַלָּה ḥallâ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H2471 | Soort brood Komt 14 keer voor in 11 verzen. KJV: cake (14x). |
Ad 1: matse is ongezuurd brood, brood dat is gemaakt zonder rijsmiddel. Een rijsmiddel is gist of gewoon deeg met water vermengd dat langer heeft gestaan.
In het Grieks had men geen apart woord voor matses, zie hoofdstuk Nieuwe Testament. In Nederland gebruiken we gewoon het Hebreeuwse woord: matses. Bij de supermarkt te koop.
Ad 2: chametz. In het Hebreeuws heb je een woord voor ongezuurd (ongedesemd) en gezuurd (gedesemd) brood namelijk matse lechem en chametz lechem. Het woord lechem betekent brood en kennen we van de plaats Bethlechem, broodhuis.
Ad 3: lechem is het gewone woord voor brood. Leviticus 7:13 en 23:17 spreken van het gebruik van gedesemd brood. En in Deuteronomium 16:3 dat je juist dit brood niet moet gebruiken. Er zijn ook twee teksten die spreken van matse brood. De overige teksten waar het woord matse in voorkomt laten de toevoeging van het woord voor brood weg.
Ad 4: challa is een apart soort brood dat men bij de Joodse mensen op sabbath eet. Zes keer staat er in de tekst ongedesemde challa. Dat kan dus ook. Over gedesemde challa spreekt de tekst niet.
Instelling van het Matses feest
In het boek Exodus kunnen we de instelling van het Matses feest lezen.
Het gebruik om bij een bijzonder moment matses te eten komt al voor in het boek Genesis.
Genesis 19:1-3. De twee engelen kwamen ’s avonds in Sodom aan. Lot zat juist in de stadspoort. Zodra hij hen zag stond hij op, ging hun tegemoet en boog zich diep voor hen neer. ‘Heren,’ zei hij, ‘komt u toch mee. Het huis van uw dienaar staat voor u open; overnacht daar en was er uw voeten. Dan kunt u morgenvroeg uw weg vervolgen.’ ‘Nee, dank u,’ antwoordden ze, ‘we overnachten wel op het plein.’ Omdat hij echter sterk bleef aandringen, gingen ze met hem mee naar zijn huis. Daar maakte hij een maaltijd voor hen klaar; hij bakte brood en ze aten bij hem.
Opmerking 1: God komt Lot redden uit de stad Sodom, de stad, die verwoest gaat worden. Lot weet dat nog niet en organiseert een feestje voor de engelen, een misteh, en bakt voor hen matses.
Opmerking 2: er staat in het Hebreeuws matses, de NBV vertaalt dat met brood. Blijkbaar vinden de vertalers het niet belangrijk om het verschil aan te geven.
Opmerking 3: doet Lot dit toevallig? Wat waarschijnlijker is, is dat het een door de Geest van God geïnspireerde aanpak is, die een aanloop is naar de introductie van het matses feest op een later moment.
Exodus 12:8. Rooster het vlees en eet het nog diezelfde nacht, met ongedesemd brood en bittere kruiden.
Opmerking: dit zegt God bij de instelling van de Pesachmaaltijd. Daarbij moest men ook matses eten.
Exodus 12:14-20. Die dag moet voortaan een gedenkdag zijn, die je moet vieren als een feest ter ere van de HEER. Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht, alle komende generaties moeten die dag vieren. Eet dan zeven dagen lang ongedesemd brood, en verwijder meteen op de eerste dag alle zuurdesem uit jullie huizen; wie op een van die zeven dagen iets eet dat zuurdesem bevat, moet uit de gemeenschap van Israël gestoten worden. De eerste en zevende dag zijn heilige dagen die jullie samen moeten vieren. Die beide dagen mag er geen enkele bezigheid verricht worden, jullie mogen alleen het voedsel bereiden dat ieder nodig heeft. Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht. Generatie na generatie moeten jullie het feest van het Ongedesemde brood vieren, omdat ik jullie die dag, in groepen geordend, uit Egypte heb geleid. Van de avond van de veertiende dag van de eerste maand tot de avond van de eenentwintigste dag van die maand moeten jullie ongedesemd brood eten. Gedurende die zeven dagen mag er geen zuurdesem in jullie huizen te vinden zijn; iedereen die iets eet dat zuurdesem bevat, moet uit de gemeenschap van Israël gestoten worden, of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet. Eet niets dat met zuurdesem bereid is; eet uitsluitend ongedesemd brood, waar jullie ook wonen.
In dit hoofdstuk wordt het zeven dagen lang eten van matses feest voor het eerst beschreven.
Exodus 12:37-39. De Israëlieten trokken te voet van Rameses naar Sukkot; hun aantal bedroeg ongeveer zeshonderdduizend, vrouwen en kinderen niet meegerekend, terwijl er bovendien een grote groep mensen van allerlei herkomst met hen meetrok. Ze voerden enorme kudden schapen, geiten en runderen mee. Van het deeg dat ze uit Egypte hadden meegenomen bakten ze ongedesemde broden. Doordat ze uit Egypte waren weggejaagd, was er geen tijd geweest om zuurdesem toe te voegen of voor andere proviand te zorgen.
Opmerking 1: zeven dagen lang matses te eten en geen brood te eten met desem.
Opmerking 2: matses maken en eten vanwege de haast. Dat is ook een betekenis van de matses. Haast om uit het slavernij te gaan.
Exodus 13:3-6. Mozes zei tegen het volk: ‘Blijf deze dag gedenken, de dag waarop u weggetrokken bent uit Egypte, dat slavenland, want met krachtige hand heeft de HEER u daaruit bevrijd. Er mag dan niets gegeten worden dat zuurdesem bevat. Deze dag, de dag van uw uittocht, valt in de maand abib. Als de HEER u eenmaal in het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Chiwwieten en Jebusieten gebracht heeft, in het land dat hij onder ede aan uw voorouders beloofd heeft, een land dat overvloeit van melk en honing, neem dan steeds in deze maand het volgende gebruik in acht: Eet zeven dagen lang ongedesemd brood, en vier op de zevende dag feest ter ere van de HEER.
Opmerking: hier wordt voor het eerst de periode van eten van matses een feest genoemd, een chag matswah, een Matses feest. Matses en feest komen nog elf keer in één tekst voor. Hieronder komen ze aan de orde.
Exodus 13:7-10. Niet alleen moet u die zeven dagen ongedesemd brood eten, ook mag er in het hele land geen gedesemd brood of zuurdesem bij u te vinden zijn. En vertel uw kinderen die dag: “Zo gedenk ik wat de HEER voor mij heeft gedaan toen ik wegtrok uit Egypte.” Laat dit gebruik zijn als een herinneringsteken om uw arm en op uw voorhoofd, zodat de wetten van de HEER voortdurend op uw lippen zijn. De HEER heeft u immers met sterke hand uit Egypte bevrijd. Ieder jaar opnieuw moet u dit gebruik op de vastgestelde tijd in acht nemen.
Opmerking: het Matses feest is zo belangrijk dat men het voortdurend moet gedenken. Waarom is het zo belangrijk. Omdat het zuur je eigen leven verzuurd, de relaties onderling en je relatie met God. <>>
Exodus 23:14-18. Driemaal per jaar moeten jullie ter ere van mij feestvieren. In de maand abib, de maand waarin jullie uit Egypte weggetrokken zijn, moet je op de daarvoor vastgestelde dagen het feest van het Ongedesemde brood vieren. Eet dan zeven dagen lang ongedesemd brood, zoals ik je heb opgedragen. Niemand mag dan met lege handen voor mij verschijnen. Verder moeten jullie het Oogstfeest vieren, het feest van de eerste opbrengst van wat je op de akker gezaaid hebt, en tot slot, wanneer aan het eind van het jaar de hele oogst is binnengehaald, het Inzamelingsfeest. Driemaal per jaar dus moeten alle mannen voor de Machtige, de HEER, verschijnen. Als je een offerdier voor Mij slacht, mag het bloed van het dier alleen vloeien wanneer er niets aanwezig is dat zuurdesem bevat, en het vet van mijn feestoffer mag niet tot de volgende morgen bewaard worden.
Opmerking 1: hier wordt het feest van de matses genoemd, samen met het Oogstfeest, de chag ha-qatsier, feest van de oogst en Inzamelingsfeest, de chag ha-assiep, feest van het verzamelen. Deze feesten met deze namen worden alleen verder nog in Exodus 34:22 genoemd. Bedoeld zullen zijn Pinksteren en de Najaarsfeesten.
Opmerking 2: de opsomming van de drie feesten met de benamingen Matses feest, ook wel Pesach feest genoemd, het Pinksterfeest, en het Loofhuttenfeest komt verder nog voor in Leviticus 23:6, Numeri 28:17 en Deuteronomium 16:16. Het zijn de drie pelgrimsfeesten. Zodra het volk Israël in Kanaän is gaan wonen zijn dat de feesten die het hele volk, ieder jaar, in Jeruzalem zal gaan vieren. Drie keer per jaar een pelgrimage.
Opmerking 3: bij het slachten van de dieren mocht er niets aanwezig zijn dat zuurdesem bevatte. Zie ook Exodus 34:25.
Exodus 34:18. Vier steeds het feest van het Ongedesemde brood, en wel op de daarvoor vastgestelde dagen van de maand abib, de maand waarin jullie weggetrokken zijn uit Egypte. Eet dan zeven dagen lang ongedesemd brood, zoals ik je heb opgedragen.
Opmerking: nog een herinnering om dit feest te vieren verderop in het boek Exodus.
Exodus 34:25. Als je een offerdier voor Mij slacht, mag het bloed van het dier alleen vloeien wanneer er niets aanwezig is dat zuurdesem bevat, en van het offerdier voor het pesachfeest mag niets tot de volgende morgen bewaard worden.
In de boeken Leviticus, Numeri en Deuteronomium treffen we herhalingen aan met aanvullende opmerkingen.
Leviticus 23:5-6. Op de veertiende dag van de eerste maand wordt ter ere van de HEER het pesachoffer bereid, in de avondschemer. En op de vijftiende dag van die maand begint ter ere van de HEER het feest van het Ongedesemde brood: zeven dagen lang moeten jullie dan ongedesemd brood eten.
Opmerking: er staat het feest van de matses en het eten van matses.
In Numeri 9 gaat het over het alsnog een maand later vieren van het Pesachfeest waarbij dan ook weer matses moeten worden gegeten.
Numeri 28:16-17. Op de veertiende dag van de eerste maand wordt ter ere van de HEER het pesachoffer bereid. En op de vijftiende dag van die maand begint het feest waarop er zeven dagen lang ongedesemd brood gegeten wordt.
Deuteronomium 16:13. Bij dat vlees mag u geen gedesemd brood eten, maar alleen ongedesemd brood, gedurende zeven dagen. Het is het tranenbrood dat u, zolang u leeft, zal herinneren aan de dag waarop u wegtrok uit Egypte, aan dat overhaaste vertrek.
Opmerking: het ongedesemde brood is het lechem ‘oni te vertalen met het brood van de armoede, het brood van de ellende. Het woord tranenbrood van de NBV21 is wel goed bedacht.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Onderdeel van de Pesach maaltijd is het eten van matses in plaats van gewoon brood. Daarnaast het vlees van het eenjarige lam en bittere kruiden. Ieder onderdeel heeft een betekenis. Exodus 12:8. Leviticus 23:5-6. Numeri 9.
Het zeven dagen lang eten van matses is voor altijd voor het volk Israël. De eerste en laatste dag is een heilige dag met een heilige samenroeping een miqra kodesh, een waarop geen arbeid mag worden verricht. Ook dit is net als de Pesachmaaltijd een ‘chaqat olam’ een verordening voor dit tijdperk. Degene, die wel gewoon brood eet wordt uit de gemeenschap verwijderd. Exodus 12:14-20. Exodus 34:18. Numeri 28:16-17.
Er als reden aangegeven dat het matses brood er kwam vanwege de haast zodat er geen tijd was om het meel te laren rijzen. Exodus 12:37-39.
De periode van het eten van matses is een chag, een herdenkingsfeest. Exodus 13:3-6.
De periode mag je niet alleen matses eten, het zuurdesem mag ook helemaal niet in je huis te vinden zijn. Exodus 13:7-10.
Het Matses feest is één van de drie belangrijke feesten. Exodus 23:14-18.
Als je een offerdier slacht mag er ook geen zuurdesem aanwezig zijn. Exodus 34:25.
Het matses brood wordt ook wel tranenbrood genoemd. Deuteronomium 16:13
Matses onderdeel van het dankoffer
Dit voedseloffer is voor de wijding van Aäron en zijn zonen.
Exodus 29:1-3. Doe het volgende om Aäron en zijn zonen te heiligen, zodat ze mij als priester kunnen dienen: Neem een stier en twee rammen zonder enig gebrek. Neem verder brood, dikke broden, met olijfolie bereid, en dunne broden, met olijfolie bestreken – alles ongedesemd en gebakken van tarwebloem. Leg dit in een mand en breng die naar het heiligdom, evenals de stier en de beide rammen.
Nadar de stier en de rammen op het altaar zijn gelegd, moet dit vervolgens met de drie matse broden gebeuren.
Exodus 29:23-25. En neem uit de mand met ongedesemd brood die de HEER gebracht is een rond brood, een dik, met olie bereid brood en een dun brood. Leg dit alles op de handpalmen van Aäron en zijn zonen om het ten overstaan van de HEER omhoog te heffen. Neem het daarna weer van hun handen en verbrand het op het altaar, boven op het brandoffer. Het is een geurige gave die de HEER behaagt.
Vervolgens dienen Aäron en zijn zonen van dit vlees en deze matse broden te eten.
Exodus 29:32-34. Aäron en zijn zonen moeten het vlees van de ram en het brood uit de mand eten bij de ingang van de ontmoetingstent. Alleen zij mogen eten van het vlees en het brood waarmee de verzoeningsrite voltrokken werd toen zij gewijd en geheiligd werden. Een onbevoegde mag er niet van eten, want het is heilig. Als er de volgende morgen nog iets over is van het vlees van het wijdingsoffer of van het brood, moet je dat verbranden. Het mag niet meer gegeten worden, omdat het heilig is.
Opmerking: het gaat hier over het matse brood, maar het woord staat als zodanig niet in deze tekst.
Leviticus 2:1-10. Wanneer iemand een graanoffer aan de HEER aanbiedt, moet hij tarwebloem nemen. Hij moet er olijfolie over gieten en er wierook op leggen. Hij moet het offer naar de priesters, de zonen van Aäron, brengen. De priester neemt een handvol van de bloem en de olie, samen met alle wierook, en verbrandt dit als teken voor de hele offergave op het altaar, als een geurige gave die de HEER behaagt. Wat er van het graanoffer overblijft, is bestemd voor Aäron en zijn zonen; als deel van de offergaven voor de HEER is dat allerheiligst. Voor een graanoffer dat in de oven wordt gebakken, moet tarwebloem worden gebruikt; de offergave mag bestaan uit dikke ongedesemde broden, met olijfolie bereid, of dunne ongedesemde broden, met olijfolie bestreken. Een graanoffer dat op de bakplaat wordt bereid, moet bestaan uit tarwebloem vermengd met olijfolie; het deeg moet ongedesemd zijn. Het baksel wordt in stukken gebroken en overgoten met olie; dan is het geschikt als graanoffer. Voor een graanoffer dat in een kookpan wordt klaargemaakt, moeten tarwebloem en olijfolie gebruikt worden. Een graanoffer dat uit deze bestanddelen bereid is, mag aan de HEER worden aangeboden. Het moet aan de priester worden gegeven, die het naar het altaar brengt. De priester moet een deel van het graanoffer als teken voor de hele offergave op het altaar verbranden, als een geurige gave die de HEER behaagt. Wat er van het graanoffer overblijft, is bestemd voor Aäron en zijn zonen; als deel van de offergaven voor de HEER is dat allerheiligst.
Leviticus 2:11-13. Geen enkel graanoffer dat de HEER wordt aangeboden, mag gedesemd zijn. Gedesemd brood en vruchtenstroop mogen niet als offergave voor de HEER verbrand worden. Het mag wel bij de opbrengst van de nieuwe oogst aan de HEER worden aangeboden, maar niet als geurige gave op het altaar worden verbrand. Aan elk graanoffer moet zout worden toegevoegd: het zout, als teken voor het verbond met jullie God, mag bij het graanoffer niet ontbreken. Ook aan de andere offers moet zout worden toegevoegd.
Leviticus 6:14-17. Dit nu is de wet voor het graanoffer. Een van de zonen van Aäron moet het voor het aangezicht van de HEERE aanbieden, vóór het altaar. Dan moet hij er een handvol van nemen, dus een deel van de meelbloem van het graanoffer, een deel van de bijbehorende olie en van al de wierook die bij het graanoffer hoort. Vervolgens moet hij het op het altaar in rook laten opgaan. Het is een aangename geur tot een gedachtenis voor de HEERE. Wat er nu van overblijft, mogen Aäron en zijn zonen eten. Het moet ongezuurd gegeten worden op de heilige plaats. In de voorhof van de tent van ontmoeting moeten zij dat eten. Het mag niet met zuurdeeg gebakken worden. Het is hun aandeel, dat Ik hun gegeven heb van Mijn vuuroffers. Het is allerheiligst, zoals het zondoffer en zoals het schuldoffer.[HSV].
Opmerking: Er staat in het Hebreeuws minchah, dat is offer, dat is vertaald met graanoffer.
Leviticus 7:11-14. Dit zijn de voorschriften voor het vredeoffer dat aan de HEER wordt aangeboden: Wie het offer als dankbetuiging aanbiedt, offert bij het offerdier dikke ongedesemde broden, met olijfolie bereid, dunne ongedesemde broden, met olijfolie bestreken, en dikke broden van fijne tarwebloem, doordrenkt met olijfolie. Aan deze gaven, die hij tegelijk met het offerdier moet brengen, moet hij ook gedesemde broden toevoegen. Van elke soort brood wordt er één apart gehouden en aan de HEER geschonken. [HSV]
Opmerking 1: het Hebreeuwse woord tohdah kun je vertalen met ‘dank je wel’. De NBV vertaalt met vredeoffer, de HSV met lofoffer.
Opmerking 2: hier gaat het niet alleen over brood, lechem maar ook over dikke broden zoals de NBV vertaalt, in het Hebreeuws challa. Het brood dat je Joodse mensen vooral met sabbath eten.
Opmerking 3: zowel matse als chametz moet worden geofferd, zie laatste vers. Wat zou dat betekenen?
In Leviticus 8 staat een uitgebreide beschrijving van de wijding van Aäron en zijn zonen inclusief de matse broden (vers 2 en 26).
Leviticus 10:10-12. Jullie moeten onderscheid kunnen maken tussen wat heilig is en wat niet, tussen wat rein is en wat onrein, en de Israëlieten uitleg geven over alle bepalingen die de HEER bij monde van Mozes aan hen bekendgemaakt heeft.’ Mozes zei tegen Aäron en zijn overgebleven zonen, Eleazar en Itamar: ‘Neem wat er over is van het graanoffer dat aan de HEER is aangeboden, en eet het in de vorm van ongedesemd brood, naast het altaar, want het is allerheiligst.
Leviticus 23:16-17. Vanaf die dag na de sabbat, vanaf de dag dat de schoof omhooggeheven is, moeten zeven volle weken worden afgeteld, tot de dag na de zevende sabbat. Vijftig dagen moeten jullie aftellen, en dan moeten jullie de HEER een graanoffer aanbieden uit de nieuwe tarweoogst. Jullie moeten dan uit je woonplaats brood meenemen om het voor de HEER omhoog te heffen: twee broden van twee tiende efa tarwebloem, met zuurdesem gebakken, als gave voor de HEER uit de eerste opbrengst van de nieuwe oogst.
In Numeri 6 is matse brood onderdeel van het offer voor een nazireeër.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Bij het voedsel of graanoffer mag je alleen matses gebruiken. Exodus 29 en Leviticus 2.
Bij het vredeoffer moet je ook matses brood gebruiken. Leviticus 7:11-14
Het lijkt er op dat de tekst uitlegt dat het eten van matses helpt om onderscheid te kunnen maken. Leviticus 10:10-12
In de tijd tussen Pasen en Pinksteren dient men juist brood met desem te gebruiken voor het offer. Leviticus 23:16-17
Matse gebruik na de intocht in Kanaän
Bij de intocht in het land is het al mogelijk om één dag na het pesachoffer ook matses te maken van het graan van het land. Dat was voor het eerst na jarenlange omzwerving in de woestijn, waar ze als voedsel manna kregen.
Jozua 5:10-12. Toen de Israëlieten in hun kamp bij Gilgal waren, op de vlakte van Jericho, bereidden ze in de avond van de veertiende dag van die eerste maand het pesachoffer. Al één dag na het pesachoffer aten ze ongedesemd brood en geroosterd graan van de opbrengst van het land. Er kwam die dag geen manna meer; de Israëlieten kregen vanaf toen nooit meer manna. Ze aten dat jaar van de opbrengst van de akkers van Kanaän.
Als Gideon een offer geeft, zie Richteren 6:20 doet hij dat ook met matse brood.
Overigens doet ook de geestenbezweerster dat, die koning Saul raadpleegde 1 Samuel 28:24.
Koning David verdeelde de taken onder de Levieten zoals de verantwoordelijkheid voor de matse broden. 1 Kronieken 23:29.
Koning Josia verbood bij de opruiming van de afgoderij de priesters het tempelplein te betreden. Wel mochten ze van het matse brood eten. 2 Koningen 23:9.
2 Kronieken 8:13. Daar bracht hij de offers die Mozes had voorgeschreven voor sabbat, nieuwemaan en de drie grote jaarlijkse feesten: het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.
Er zijn verschillende momenten in de geschiedenis dat men naast Pesach ook dit het feest weer gaat vieren, terwijl dat lang niet het geval was. Zie ook de studie over Pesach.
2 Kronieken 30:13-15. Een grote menigte verzamelde zich in Jeruzalem om in de tweede maand het feest van het Ongedesemde brood te vieren; ze kwamen in groten getale. Eerst verwijderden ze de altaren die in Jeruzalem stonden, ook alle reukofferaltaren, en gooiden die in de bedding van de Kidron. Daarna slachtten ze op de veertiende dag van de tweede maand de dieren voor het pesachoffer. Beschaamd hadden de priesters en de Levieten zich geheiligd, zodat zij in de tempel van de HEER brandoffers konden brengen.
2 Kronieken 30:21. Vol vreugde vierden de in Jeruzalem bijeengekomen Israëlieten zeven dagen lang het feest van het Ongedesemde brood. Dag aan dag loofden de Levieten en de priesters de HEER door klankvolle instrumenten voor de HEER te bespelen.
Opmerking: onder koning Hizkia ging met het feest weer vieren nadat het lange tijd niet meer was gevierd.
2 Kronieken 35:16-17. Zo herstelde men die dag op bevel van koning Josia de dienst aan de HEER in ere door Pesach te vieren en offers te brengen op het altaar van de HEER. Alle aanwezige Israëlieten vierden Pesach en daarna het feest van het Ongedesemde brood, zeven dagen lang.
Opmerking: onder koning Josia werd dit feest weer gevierd.
Ezra 6:19-22. De teruggekeerde ballingen vierden Pesach op de veertiende dag van de eerste maand. De priesters en de Levieten hadden zich allemaal gereinigd, zij allen waren rein. Ze slachtten het pesachlam voor alle ballingen, voor hun medepriesters, en voor zichzelf. De Israëlieten die teruggekeerd waren uit de ballingschap aten het pesachlam, en datzelfde deden ook al degenen die zich hadden afgekeerd van de onreinheid van de plaatselijke bevolking en zich bij de Israëlieten hadden aangesloten om de HEER, de God van Israël, te vereren. Vol blijdschap vierden ze het feest van het Ongedesemde brood, zeven dagen lang, want de HEER had hen met vreugde vervuld: Hij had de koning van Assyrië tot andere gedachten jegens hen gebracht, zodat de koning hen steunde bij het werk aan de tempel van God, de God van Israël.
Opmerking: onder priester Ezra ging men het Matses feest weer vieren.
Ezechiël 45:21. Op de veertiende dag van de eerste maand moeten jullie Pesach vieren, het feest waarop er zeven dagen lang ongedesemd brood gegeten wordt.
Opmerking: Hier wordt Pesach en het eten van de matses als één feest genoemd.
Hierboven zijn alle verzen geciteerd waar het woord matsa in voorkomt. Hieronder nog een tekst waarin het woord chamets in voorkomt.
Amos 4:4-6. Kom naar Betel en zondig er maar, kom naar Gilgal en zondig daar nog meer. Breng er ’s ochtends je offerdieren, de volgende dag je tienden. Breng er een dankoffer met gedesemd brood, en beroem je op je vrijwillige gaven – want zo willen jullie het toch, Israëlieten? – spreekt God, de HEER. Ik was het die jullie in elke stad honger liet lijden en maakte dat er in geen enkel dorp brood was: maar jullie zijn niet naar mij teruggekeerd – spreekt de HEER.
Opmerking: soms gaat het over ‘chametz lechem’, brood met desem. Bij de profeet Amos komt daar een cynisch stuk tekst over voor.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Een paar keer vermelden de boeken dat men het Pesachfeest weer ging vieren. Blijkbaar was dat dan een tijdlang niet het geval.
Nieuwe Testament
Hier de gegevens van de Griekse woorden voor ongedesemd, desemen en desem.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ἄζυμος azymos | Bijvoeglijk naamwoord | G106 SB91 | Niet desem. Komt 9 keer voor in 9 verzen. KJV: unleavened bread (8x), unleavened (1x). |
2 | ζύμη zymē | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G2219 SB2012 | Desem Komt 13 keer voor in 11 verzen. KJV: leaven (13x) |
3 | ζυμόω zymoō | Werkwoord | G2020 SB2013 | Zuur worden Komt vier keer voor. KJV: leaven (4x) |
<<deze tekst laten vervallen?>>Als Jezus naar Jeruzalem gaat voor dat bijzondere Paasfeest, waar hij zal sterven en ook weer zal opstaan, dan wordt het feest genoemd. Het feest van een leven zonder onrust. Jezus spreekt ook over de gist, die er kan zijn in een leven.
Ad 1. azymos niet desem, matses dus
Het Griekse woord dat voor matsot wordt gebruikt is ἄζυμος azymos. Het komt 9 keer voor in 9 verzen. Hieronder alle verzen.
De a van azymos betekent ‘niet’. Azymos is brood dat niet met desem is bereid, het is ongezuurd. In het Grieks is er geen apart woord voor. Ook in het Nederlands is er geen apart woord voor.
Matteüs 26: 17. Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’”.
Opmerking: het Pesachmaal werd in de avond gebruikt, dan al weer de volgende dag. Deze tekst geeft de indruk dat het Matses feest begon op de dag voor Pesach. Zie ook de teksten hierna.
Markus 14:1. De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden.
Marcus 14:12. Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood, wanneer het pesachlam wordt geslacht, zeiden zijn leerlingen tegen hem: ‘Waar wilt u dat wij voorbereidingen gaan treffen zodat u het pesachmaal kunt eten?’
Opmerking: het was dus in de morgen, terwijl ’s avonds dan de feesten zouden beginnen.
Lukas 22:1. Het feest van het Ongedesemde brood, dat Pesach genoemd wordt, was bijna aangebroken.
Opmerking: de tekst gaat vervolgens verder over hoe men Judas gaat gebruiken om Jezus te verraden. Een voorbeeld van hoe desem werkt.
Lukas 22:7-13. De dag van het Ongedesemde brood waarop het pesachlam geslacht moest worden, brak aan. Jezus stuurde Petrus en Johannes op pad met de woorden: ‘Ga voor ons het pesachmaal bereiden, zodat we het kunnen eten.’ Ze vroegen hem: ‘Waar wilt u dat we het bereiden?’ Hij antwoordde: ‘Let op, wanneer jullie de stad in gegaan zijn, zal jullie een man tegemoet komen die een kruik water draagt. Volg hem naar het huis waar hij binnengaat, en zeg tegen de heer van dat huis: “De meester vraagt u: ‘Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten?’” Hij zal jullie een grote bovenzaal wijzen die al is ingericht; maak het daar klaar.’ Ze gingen op weg, en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal.
Lukas 22:14-20. Toen het zover was, ging hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd. Hij zei tegen hen: ‘Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt. Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.’ Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: ‘Neem deze beker en geef hem aan elkaar door. Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is.’ En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
Opmerking: het Griekse woord artos is het algemene woord voor brood, welk soort brood dat ook is.
Het feest van het ongedesemde brood wordt nog twee keer genoemd in het boek Handelingen.
Handelingen 12:3. Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood.
Handelingen 20:6. Wijzelf voeren na het feest van het Ongedesemde brood weg uit Filippi en kwamen vijf dagen later eveneens in Troas aan, waar we zeven dagen doorbrachten.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Op de eerste dag van het ongedesemde brood, het Matses feest, werd het Paaslam geslacht. ’s Avonds was dan de maaltijd en de start van het Pesach feest. Matteüs, Marcus en Lukas.
Het brood bij het Pesachmaal is vanzelfsprekend matses brood. Bij het uitdelen van dat matses brood zegt Jezus: “Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken. Lukas 22:14-20
In het boek Handelingen was het Matses feest nog steeds belangrijk.
Ad 2 en 3. Zymē en zymoo zuur en zuur worden
Hieronder de teksten van alle negen keer dat het woord desem wordt gebruikt. In diezelfde teksten staat ook vier keer het werkwoord zuur worden, verzuren.
De eerste tekst bevat woorden van Jezus. Hij schetst een beeld van gist of desem met een positieve betekenis.
Matteüs 13:33. Hij vertelde hun een andere gelijkenis: ‘Het koninkrijk van de hemel lijkt op zuurdesem die een vrouw mengde met drie zakken meel tot alle meel doordesemd was.’
Opmerking 1: bijna dezelfde tekst staat in Lukas 13:21.
Opmerking 2: hier heeft het woord zuurdesem een positieve betekenis. Het zuurdesem is dus op zich niet slecht, maar het zure in ons denken en handelen is slecht.
Hieronder drie tekstgedeelten, die gaan over het gist of zuurdesem van de verschillende groepen, de farizeeën, de sadduceeën of van Herodes.
Matteüs 16:6. Dus toen Jezus tegen hen zei: ‘Wees terdege op je hoede voor de zuurdesem van de farizeeën en de sadduceeën,’
Matteüs 16:11-12. Hoe is het mogelijk dat jullie niet begrijpen dat ik het niet over brood had? Wees op je hoede voor de zuurdesem van de farizeeën en de sadduceeën!’ Toen begrepen ze dat hij niet bedoelde dat ze op hun hoede moesten zijn voor de zuurdesem in het brood, maar voor het onderricht van de farizeeën en de sadduceeën.
Marcus 8:15. Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’
Opmerking: dit is dezelfde geschiedenis als hiervoor. De teksten van Jezus zijn nog pittiger.
Lucas 12:1-3. Intussen had er zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar hij richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën. Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. Alles wat jullie in het duister zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal vanaf de daken bekend worden gemaakt.
Twee gedeelten uit de brieven van Paulus om te leven zonder zonde.
1 Korintiërs 5: 6-8. U hebt geen enkele reden om zo zelfvoldaan te zijn. Weet u niet dat al een beetje desem het hele deeg zuur maakt? Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg. U bent immers als ongedesemd brood omdat ons pesachlam, Christus, is geslacht. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.
Galaten 5:7-12. U was zo goed op weg, wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven volgen? Niet hij die u geroepen heeft. Bedenk goed: Al een beetje desem maakt het hele deeg zuur. De Heer geeft mij de overtuiging dat u en ik het daar volledig over eens zijn. Maar degenen die u in verwarring brengen zullen worden gestraft, wie ze ook zijn. En wat mijzelf betreft, broeders en zusters, als ik nog altijd de besnijdenis zou verkondigen, waarom word ik dan vervolgd? Dan zou het kruis toch zijn kracht verliezen en niet langer een struikelblok zijn? Ze moesten zich laten castreren, die onruststokers!
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het zuurdesem is een beeld van de vrijwel onzichtbare invloed, die een bepaalde geestelijke sfeer kan hebben. Dat kan positief of negatief zijn.
Zo is het koninkrijk van God ook net als zuurdesem. Het kan ook een hele wereld positief beïnvloeden. Matteüs 13:33. Net als het niet volgen van de waarheid een negatief gevolg heeft. 1 Korintiërs 5: 6-8 en Galaten 5:7-12.
Jezus noemt bij drie groepen dat je op moet passen voor hun zuurdesem. Herodes en zijn kliek, een corrupte overheid. Meedoen met corruptie om voordeel te behalen is hier de kwade invloed. Marcus 8:15
De farizeeën vanwege hun huichelarij, zegt Jezus. Huichelarij hield in, denk ik, omdat ze zeiden dat ze God dienden maar intussen uit waren op eigen roem en voordeel. Lucas 12:1-3
Het zuurdesem van de sadduceeën wordt niet benoemd war uit dat bestaat. Matteüs 16. Zij hadden een vrijzinnige overtuiging, er is geen leven na de dood theologie, er is alleen wat je ziet. En zij heulden met Herodes.
Omdat het Paaslam, dat is Jezus, geslacht is, zijn wij als matses. 1 Korintiërs 5: 6-8.
Als desem wordt ook genoemd zelfvoldaanheid en kwaad en ontucht. 1 Korintiërs 5. Ook dit soort zaken zullen je hele wezen doortrekken zodat het deel wordt van je identiteit.
Een mooie tekst om te onthouden.
1 Korintiërs 5:8. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.
Andere bronnen
Er is op internet informatie te vinden over het maken en het gebruik van matses.
In Nederland is er één bakkerij namelijk Hollandia Matzes die matses maakt. En die -onder toezicht van het Nederlandse opperrabbinaat- ook koosjere matzes voor Pesach maakt. Zie Hoe worden matzes eigenlijk gemaakt?
De Rooms Katholieke kerk gebruikt ongedesemd deeg om ouwel te maken. Na de wijding van het ouwel noemt men dat de hostie. De hostie hanteert men als het brood tijdens de maaltijd van de Heer. Ook wel de eucharistie viering of de communie genoemd. De ouwel wordt uitsluitend gebakken in gespecialiseerde kloosterbakkerijen.
Zowel in de Katechismus van de Katholieke Kerk, de Institutie van Calvijn als het Christelijk Geloof van dr. H. Berkhof heb ik geen informatie over matses/ongedesemd brood of het feest van de ongezuurde broden gevonden. Wel is informatie te vinden in o.a. de volgende boeken.
Schrijver | Titel en vindplaats | |
1 | Arno Lamm, Emile-André Vanbeckevoort | Wake Up bladzijden 247-255 |
2 | Dr. G.H. Cohen Stuart | Joodse feesten en vasten. Bladzijde 69 |
3 | Bert Otten | De feesten van de Heer, bladzijden 11 tot en met 14. |
Ad 1: dit boek wijst er o.a. op dat Jezus juist bij het Matsesfeest de kooplieden en geldwisselaars uit de tempel wegjoeg. Johannes 2:13-25. Het huis van de Vader moest ook schoon worden. De periode van het feest is een goede aanleiding om een eind te maken aan niet alleen wat materieel vies is maar ook wat geestelijk vies is.
Ad 2: dit boek wijst er o.a. op dat als je de woorden chamets en matseh met elkaar vergelijkt dan zijn twee letters hetzelfde de ‘m’ en de ’ts’. Het woord chamets begint met een cheet, dat is een gesloten letter, daarin zit je als het ware gevangen. Het woord matseh eindigt met de letter hé dat is een open letter, dat staat voor de vrijheid. Door het verzuurde leven aarde wordt je gevangen, maar het zoete leven van de hemel maakt je vrij.
Overwegingen
Het Pesach feest en het Matses feest overlappen elkaar in te tijd. Soms noemt de Bijbel het geheel het Pesach feest en noemt de Bijbel het geheel het Matses feest. In Ezechiël 45:21 staat geschreven dat Pesach zeven dagen duurt waarbij matsot wordt gegeten.
In vertalingen kun je zowel de uitdrukking ongezuurd als ongedesemd tegenkomen. Zo spreken de SV, NBG en HSV over het feest van de ongezuurde broden en de NBV over het feest van het Ongedesemde brood.
In Nederland kennen we dit brood al lange tijd als matses. Waarom dat woord niet in gebruik is in vertalingen is onduidelijk. Te Joods? Heeft men het verband niet gelegd?
In de Protestantse en evangelische wereld heeft men geen bepaalde gedachte bij het gebruik van ongedesemd brood. Bij het Heilig Avondmaal gebruikt men meestal witbrood als brood.
In de Katholieke kerk gebruikt men de hostie bij de maaltijd van de Heer. Dat is een ongedesemd brood. Verder tref ik bij de Katholieke kerk ook geen onderwijs daar over in hun Katechismus.
Het matses feest begint bij de Pesach maaltijd. Het feest duurt zeven dagen. Het feest begint met een rustdag en eindigt met een rustdag. Gedurende de hele periode eet men matses in plaats van brood waar desem of gist in zit.
In Israël noemen ze de hele periode Pesach feest en ze eten in die periode matses in plaats van gewoon brood. Toen we eens in Israël tijdens pesach op vakantie waren, konden we geen brood of andere producten in de supermarkt kopen met desem of gist. Die waren er niet of die waren in de winkel afgedekt. Als je een ‘gewoon’ broodje wilde kopen moest je dat doen in de Arabische wijk.
Kenmerken van het Matses feest zijn het wegdoen van verzuurde en vieze dingen. Ook de haast valt op. Bij de verlossing en bevrijding is haast aan de orde.
Lessen
Wat is een matse?
Een matse is gevormd van een deeg en water mengsel voordat het zuur werd. Een matse smaakt dan ook vrij zoet.
Alles in ons leven heeft de neiging om zuur te worden, en daarmee ook onrein, maar een matse is gemaakt voordat het zuur is geworden. Een beeld van een stukje hemel op aarde.
Hoe is het Matses feest ontstaan?
Bij het Pesachfeest hoorde vooral de Pesachmaaltijd waarbij matses werden gegeten. Dit moment en zeven dagen erna werden ingesteld als het Matsesfeest.
De voorbereiding bestond er uit om alles wat nog verzuurd was weg te doen en tijdens de zeven dag at men alleen als brood matses.
Wat beoogt het Matses feest?
Veel onderwijs in Israël en de Bijbel gaat van het praktische naar het geestelijke. Zo ook met het feest van de Matses. Je eet matses en zo verinnerlijk je de houding van die bij matses horen.
Heeft het Matses feest een relatie met andere feesten?
Het Pesach feest staat voor bevrijding en verlossing uit het slavenhuis. Het Matses feest staat voor zoet en rein. Voor bevrijding en verlossing is van het zure en het onreine afscheid nemen nodig. En om bevrijd en verlost te blijven is ook zoet en rein blijven nodig.
Na het Matses komt gelijk het feest van de eerstelingen. Dat is gemaakt van brood dat juist wel gezuurd is. Zo staan we als reine mensen in een onreine wereld.
Hebben matses nog een ander doel dan voor het Matses feest?
In de Bijbel lezen we dat men bij het voedseloffer matses moest gebruiken. ik denk als toonbeeld van het mooie dat je moet gebruiken voordat het verzuurd raakt.
Hebben de Nederlandse vertalingen de woorden rond het Matses feest goed vertaald?
In de vertalingen zijn de matses steeds ongezuurde broden genoemd. Dat was al zo in de Statenvertaling en dat is ook nog zo in de Bijbel in Gewone Taal. Dit lijkt me niet correct. De matses kun je al tijdenlang bij de supermarkten kopen en worden ook al eeuwenlang door Joodse mensen gemaakt en ook zo genoemd. Laten we ze gewoon matses noemend.
In de vroege kerk gebruikte men bij de maaltijd van de Heer matses. Een voorbeeld om van hen over te nemen.
Hebben de kerken en christelijke gemeenten het onderwijs van de Bijbel over dit onderwerp ter harte genomen?
De ongezuurde broden lijken iets van een andere wereld en het zal mede daarom zijn dat de lessen uit de Bijbel van de matses niet geland zijn in de christelijke wereld.
Voor degenen, die met hart en ziel meedoen, zowel met de uiterlijkheden als de innerlijke beweging van dit feest van God kunnen een zoet leven tegemoet zien zonder zuurheid en onrust. Hoe geweldig is dat. Prijs de Heer. Halleluja. |