In kerken en christelijke gemeenten zijn er allerlei functies: bisschop, priester, pastoor, dominee, voorganger, ouderling, oudste, diaken, kerkrentmeester etc. Ieder kerk of christelijke gemeente heeft dat wel weer op zijn eigen manier opgepakt en ingericht.
We kunnen in vertalingen van de Bijbel ook over ‘bedieningen’. Mensen krijgen dienende taken krijgen onder invloed van de Heilige Geest. Er zijn diverse soorten dienende taken namelijk die van herder, van leraar, van evangelist, van apostel of profeet. Jezus bepaalt dat zelf.
In deze studie komen eerst de dienende taken van de Geest aan de orde, daarna de functies, die in de organisatie van de gemeenten voorkwamen.
Zou er meer in de Bijbel geschreven zijn over de bedieningen of over de functies? En zouden de functies, die wij kennen, ook in de Bijbel voorkomen? Deze studie geeft daar antwoord op.
Deze studie betreft alleen het Nieuwe Testament. De vertaling is de NBV21 tenzij anders aangegeven.
Bedieningen, dienen
Het Griekse woord diakonia is met bedieningen vertaalt. De Engelse KJV vertaalt met ministry. Degene, die de bediening uitvoert is een minister, in onze taal een diaken.
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | διακονία diakonia | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G1248 SB1109 | Bediening. Komt 36 keer voor in 32 verzen. KJV: ministry (16x), ministration (6x), ministering (3x), miscellaneous (9x) |
2 | διακονέω diakoneō | Werkwoord | G1247 SB1108 | Dienen Komt 37 keer voor in 32 verzen. KJV: minister unto (15x), serve (10x), minister (7x), miscellaneous (5x). |
Er zijn 32 verzen in de Bijbel waar het woord diakonia in voorkomt, hieronder staan ze allemaal.
Eerst twee teksten, die inzicht geven in de bedieningen.
1 Korintiërs 12:4-6. Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt.
Opmerking 1: de HSV vertaalt met ‘Er is verscheidenheid in bedieningen’.
Opmerking 2: de KJV vertaalt met ‘administrations’. In de Verenigde Staten gebruikt men het woord administration om de overheid van het land aan te duiden.
In de brief aan de Efeziërs zijn diverse dienende taken genoemd en die worden gegeven door de opgestane Heer. Door de Heilige Geest natuurlijk.
Efeziërs 4:10-16. Hij die is afgedaald is dezelfde als Hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus. Vanuit dat hoofd krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.
De apostel Paulus geeft hier aan wat de bedoeling is van de dienende taken. In de teksten hieronder worden nog diverse soorten dienende taken genoemd.
Hieronder de overige verzen waar de Bijbel over dienende taken spreekt in de volgorde van de boeken van de Bijbel.
Lukas 10:40. Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’
Opmerking: de diakonia is hier de zorg voor de gasten.
Hier een deel van de toespraak van Petrus op de Pinksterdag.
Handelingen 1:16-17. Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest door de mond van David voorzegd heeft van Judas, die de leidsman geweest is van hen, die Jezus vingen; Want hij was met ons gerekend, en had het lot van deze bediening verkregen. [SV]
Opmerking: Het was blijkbaar de geestelijke bediening van Judas om Jezus te verraden.
Handelingen 1:24-25. Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die u gekozen hebt om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan.’
Opmerking: hier is de diakonia, de dienende taak de taak van apostel.
Het gaat in deze tekst nog om de gemeente in Jeruzalem.
Handelingen 6:1. Toen het aantal leerlingen toenam, ontstond er op een gegeven moment ontevredenheid bij de Griekstaligen, die de Arameessprekenden verweten dat de weduwen uit hun groep bij de diakonia (dagelijkse ondersteuning) werden achtergesteld.
Opmerking: traditioneel wordt dit vers uitgelegd als zorg dragen voor voedsel en kleding of zoiets. De tekst spreek alleen van ‘gemeenschappelijke maaltijden’ als specifieke taak en dat men wijze mannen zocht. Men had beter koks en obers kunnen zoeken als het alleen om die taak ging. De rest was vooral een geestelijke bediening.
Handelingen 6:4. .. terwijl wij ons zullen wijden aan het gebed en aan de verkondiging van het woord van God.
Opmerking: hier is de diakonia het onderwijs van het woord van God, de NBG vertaalt met ‘de bediening van het Woord’.
In Antiochië was er een profeet uit Jeruzalem, die dit profeteerde.
Handelingen 11:28-30. En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius.
En de discipelen besloten, ieder naar vermogen, iets te sturen ten dienste van de broeders die in Judea woonden, en dat deden zij ook. En zij stuurden het naar de ouderlingen door de hand van Barnabas en Saulus. [HSV]
Opmerking: de diakonia bestond hier uit het opsturen van hulp voor ledigen van de hongersnood.
Handelingen 12:25. Bárnabas nu en Saulus keerden weer van Jeruzalem, toen zij de dienst volbracht hadden, meegenomen hebbende ook Johannes, die toegenaamd werd Markus.
Opmerking: de SV en de NBV vertaalt met gift, waarmee ze het resultaat van de collecte bedoelen, die men in het Handelingen 11 wilde opsturen.
Handelingen 20:24. Ik hecht echter niet de minste waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaak maar kan voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen heb: getuigen van het evangelie van Gods genade.
Opmerking: de hele opdracht, die Paulus kreeg noemt hij diakonia.
Handelingen 21:19. Nadat Paulus hen begroet had, vertelde hij tot in bijzonderheden wat God door zijn verkondigingswerk onder de heidenen tot stand had gebracht.
Opmerking: de NBV vertaalt hier nu diakonia ineens met verkondigingswerk.
Romeinen 11:13. Ik spreek nu tot degenen onder u die uit heidense volken komen. Zeker, ik ben een apostel voor de heidenen, maar ik schat mijn diakonia (taak) juist dáárom zo hoog.
Opmerking: ook hier omschrijft Paulus zijn levenstaak als diakonia, dienstverlening.
Romeinen 12:7. Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen.
Opmerking: in de NBV wordt de suggestie gewekt dat de diakonia een gave is, maar het woord gave komt niet in het Grieks voor. Er staat: wie diaconie doet in de diaconie en wie onderwijs in het onderwijzen.
Romeinen 15:31. Bid voor mij dat ik zal worden gered van de ongelovigen in Judea en dat mijn hulp door de heiligen in Jeruzalem zal worden gewaardeerd.
Opmerking: de NBV vertaalt diakonia met hulp, de KJV met ‘service’ wat wel een mooie vertaling is.
1 Korintiërs 12:5. .. er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer.
Opmerking: je kan wellicht zeggen dat iedere gelovige zijn eigen diakonia dienende taak heeft. De KJV vertaalt met ‘administrations’.
1 Korintiërs 16:15. Ik heb nog een verzoek aan u, broeders en zusters. U weet dat Stefanas en zijn huisgenoten als eersten in Achaje tot geloof gekomen zijn en dat ze zich in dienst van de heiligen hebben gesteld.
Opmerking: Stefanas en zijn huisgenoten hebben hun eigen diakonia, dienende taak op zich genomen. KJV: ministry
Er is een soort diakonia die er was onder het Oude Verbond en die er was onder het Nieuwe Verbond. Hier een tekst waarin het woord diakonia vier keer voorkomt.
2 Korintiërs 3:7-9. En indien de bediening des doods in letters bestaande, en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, alzo dat de kinderen Israëls het aangezicht van Mozes niet sterk konden aanzien, om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die te niet gedaan zou worden, hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn? Want indien de bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is de bediening der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid. [SV]
Opmerking: de diakonia onder het Nieuwe Verbond is van de Heilige Geest.
2 Korintiërs 4:1. Omdat God ons in zijn barmhartigheid deze diakonia (taak KJV ministry) gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet.
2 Korintiërs 5:18. En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de diakonia (bediening) der verzoening gegeven heeft. [NBG]
2 Korintiërs 6:3. Wij geven in geen enkel opzicht enige aanstoot, opdat onze diakonia (bediening) niet gesmaad worde. [NBG]
2 Korintiërs 8:4. .. en zij vroegen, met alle aandrang, uit eigen beweging van ons de gunst, deel te mogen nemen aan het diakonia (dienstbetoon) voor de heiligen. [NBG, de NBV versmalt dit tot collecte]
2 Korintiërs 9:1. Want over de diakonia (dienst), die gij de heiligen betoont, u nog te schrijven, acht ik overbodig. [NBG, de NBV versmalt dit tot collecte]
2 Korintiërs 9:12-13. Want het diakonia (dienstbetoon) met deze ondersteuning draagt niet alleen bij tot de behoeften der heiligen, maar het is ook overvloedig door vele dankzeggingen aan God. Want door dit duidelijk blijk van diakonia (hulpbetoon) prijzen zij God om uw gehoorzaam belijden van het evangelie van Christus en om uw onbekrompen delen met hen en met allen,
2 Korintiërs 11:8. Andere gemeenten heb ik geplunderd door geld aan te nemen om u diakonia (van dienst) te kunnen zijn.
Efeziërs 4:12. .. om de heiligen toe te rusten voor het diakonia (werk in zijn dienst KJV ministry). Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd.
Kolossenzen 4:17. En zeg tegen Archippus: ‘Let erop dat u de diakonia (taak KJV ministry) die u van de Heer hebt ontvangen, ook vervult.’
1 Timoteüs 1:12. Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de diakonia (bediening KJV ministry) gesteld heeft. [NBG]
2 Timoteüs 4:5. Jij echter moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je diakonia (dienende taak) vervullen.
2 Timoteüs 4:11. Alleen Lukas is bij mij. Haal Markus op en breng hem met u mee, want hij is voor mij van veel nut voor de diakonia (ambtelijke bediening). [HSV]
Hebreeën 1:14. Zijn zij (de engelen) niet allen diakonia (dienende KJV ministering) geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding?
Openbaringen 2:19. Ik ken uw werken, de liefde, het diakonia (dienstbetoon KJV: service), het geloof, uw volharding en uw werken, en ook dat de laatste meer zijn dan de eerste. [HSV]
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De diakonia, de dienende taak, kan een heel praktische taak zijn. Bijvoorbeeld zoals Marta de mensen te eten en te drinken gaf toen Jezus bij Marta, Maria en Lazarus op bezoek was.
Dit heeft een andere betekenis dan ons woord diakonie zoals we dat in de kerk gebruiken.
Het kan ook een geestelijke dienende taak zijn, die je van God krijgt. Paulus zag zijn taak als een diakonia, ministry. Het is belangrijk dat de heiligen in de gemeente worden toegerust voor de ministry taak (Efeziërs). Archippus heeft ook de ministry taak van de Heer gekregen. Timoteüs moet ook vooral ministry doen. Markus is belangrijk voor de ministry. Het werk van de engelen is ook ministry. Een onderdeel van wat er in een gemeente destijds gebeurde was ministry en dienende taak.
Er zijn specifieke diakonia taken, zoals de bediening van het woord en het werk van de verzoening.
Diakonos, degenen, die een bediening uitvoeren
Diakonos zijn de mensen, die de bediening uitvoeren. Apart om te zien dat in de Engelse taal er wel drie verschillende functies aan zijn gekoppeld.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | διάκονος diakonos | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk en mannelijk | G1249 SB1110 | Diaken Komt 30 keer voor in 28 verzen. KJV: minister (20x), servant (8x), deacon (3x). |
2 | SB1108 |
Het diakonos duidt op bedienden. Een voorbeeld zijn degenen, die op de bruiloft in Kana de gasten bedienden (Johannes 2:5).
Maar een bediende in de kracht van de Geest doet wonderbare werken. Na Pinksteren zorgden diakonos, bedienden als Stefanus en Filippus voor wonderen en tekenen. En daar was in de gemeente alle waardering voor.
De volgende personen worden diakonos genoemd: Jezus (Romeinen 15:8), zuster Phebe (Romeinen 16:1), Paulus en Apollos (1 Korintiërs 3:5), Paulus (Kolossenzen 1:23 en 25), Epafras (Kolossenzen 1:7), Tychicus (4:7) Timoteüs (1 Tessalonicenzen 3:2 en 1 Timoteüs 4:6).
Jezus zorgt voor de omslag in het denken. Een diakonos voor iedereen is de belangrijkste.
Marcus 9:35. Hij (Jezus) ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders diakonos (dienaar).’
Johannes 12:26. Wie mij diakoneo (dient) moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn diakonos (dienaar) zijn, en wie mij diakoneo (dient) zal door de Vader geëerd worden.
Filippenzen 1:1. Van Paulus en Timoteüs, doulos (dienaren) van Christus Jezus. Aan alle heiligen in Filippi die één zijn in Christus Jezus, en aan hun episkopos (opzieners) en diakonos (dienaren). [hier gaat Paulus nog verder, hij is niet alleen een bediende maar hij noemt zichzelf zelfs een slaaf]
<<Het is goed om dit onderwerp nog verder uit te werken. Er is ook nog het werkwoord dienen SB1108, dat wordt gebruikt als dienen in de Geest>>
Bediening Apostel
De eerste soort dienende taak, die in het rijtje van bedieningen van Efeziërs 4 wordt genoemd is de apostel. Hieronder de gegevens.
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ἀπόστολος apostolos | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G652 | Apostel Komt 81 keer voor in 80 verzen. KJV: apostle (78x), messenger (2x), he that is sent (1x). In Handelingen 30 keer. |
2 | ἀποστολή apostolē | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G651 | Het apostelschap Komt in 4 teksten voor KJV: apostleship (4x). |
In sommige kringen in de kerk is de apostel een verheven taak, maar zijn naam betekent gezondene, uitgezondene. Hij moet de orders van de Geest uitvoeren. Als hij zijn werk goed doet gaat dat gepaard met tekenen en wonderen.
Hier de teksten waar het woord apostel in voorkomt.
Matteüs 10:2-4. Dit zijn de namen van de twaalf apostelen: als eerste Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs, Simon Kananeüs en ten slotte Judas Iskariot, die Hem zou uitleveren.
Opmerking: in het boek Matteüs worden de twaalf volgelingen van Jezus steeds leerlingen, discipelen genoemd. Alleen in deze tekst worden ze apostelen genoemd. Ze worden hier dan ook uitgezonden. Hier worden ze alle twaalf met name genoemd.
** Marcus 3:14. Hij stelde twaalf van hen aan als apostel; ze moesten Hem vergezellen, en Hij wilde hen uitzenden om het goede nieuws te verkondigen.
Opmerking: in deze tekst heeft de vertaler het woord apostel ingevoegd.
Marcus 6:30. De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden.
** Marcus 6:33. Maar hun vertrek werd opgemerkt, en velen herkenden hen; uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en ze kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen.
Opmerking: in deze tekst heeft de vertaler het woord apostel ingevoegd.
Lucas 6:13. Toen de dag aanbrak, riep Hij zijn leerlingen bij zich en koos twaalf van hen uit, die Hij apostelen noemde:
Opmerking: dit is en mogelijk carrière pad dat je van leerling apostel wordt.
Lucas 9:10. Toen de apostelen terugkeerden, vertelden ze Jezus alles wat ze gedaan hadden. Hij trok zich met hen terug in de stad Betsaïda.
Lucas 11:49. Daarom heeft God in zijn wijsheid gezegd: “Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.”
Opmerking: wat is het verschil tussen een profeet en een apostel? Een apostel is een duizendpoot, een soort van manager. Een profeet is meer de spreekbuis van God.
Lucas 17:5. Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’
Lucas 22:14. Toen het tijd was, ging Hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd.
Lucas 24:10. Het waren Maria van Magdala, Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus, en nog een aantal andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd,
Johannes 13:16. Werkelijk, Ik verzeker jullie, een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt.
Opmerking: hier hebben de vertalingen weergegeven wat de apostel is, een afgezant.
Handelingen 1:2. … tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was.
** Handelingen 1:12. Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem. Deze berg ligt vlak bij de stad, op een sabbatsreis afstand.
Opmerking: in deze tekst heeft de vertaler het woord apostel ingevoegd.
Handelingen 1:25. … om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die naar de voor hem bestemde plaats is gegaan.’
Opmerking: hier staat in het Grieks apostelschap.
Handelingen 1:26. Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.
** Handelingen 2:14. Daarop trad Petrus naar voren, samen met de elf andere apostelen, verhief zijn stem en sprak de menigte toe: ‘U, Joden en inwoners van Jeruzalem, luister naar mijn woorden en neem ze ter harte.
Handelingen 2:37. Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: ‘Wat moeten we doen, broeders?’
Handelingen 2:42. Ze wijdden zich trouw aan het onderricht dat de apostelen gaven, aan de onderlinge gemeenschap, het breken van het brood en het gebed. De vele tekenen en wonderen die de apostelen verrichtten, vervulden iedereen met ontzag.
Handelingen 4:33.
De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.
**Handelingen 4:34
Niemand onder hen leed gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen
Acts 4:35.
Handelingen 4:36. Een van hen was Josef, een Leviet uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas had gekregen, wat in onze taal ‘zoon van de vertroosting’ betekent. Hij bezat een akker, die hij verkocht, waarna hij het geld naar de apostelen bracht.
Handelingen 5:2. maar hield een deel van de opbrengst achter – ook zijn vrouw wist daarvan – en bracht de rest van het geld naar de apostelen.
Handelingen 5:12. De apostelen verrichtten vele tekenen en wonderen onder het volk. De gelovigen kwamen eensgezind bijeen in de zuilengang van Salomo,
Handelingen 5:18. lieten ze de apostelen gevangennemen en opsluiten.
** Handelingen 5:21. De apostelen gaven hieraan gehoor en gingen bij het aanbreken van de dag naar de tempel, waar ze hun onderricht voortzetten. Toen de hogepriester en de sadduceeën gearriveerd waren, riepen ze het Sanhedrin bijeen, de hele raad van oudsten van de Israëlieten, en zonden ze tempelwachters naar de gevangenis om de apostelen te halen.
** Handelingen 5:27. Ze namen de apostelen mee en leidden hen voor het Sanhedrin. De hogepriester begon het verhoor met de vraag:
Handelingen 5:29. Petrus en de andere apostelen antwoordden: ‘Men moet God meer gehoorzamen dan mensen.
** Handelingen 5:33. Toen de leden van het Sanhedrin dit hoorden, ontstaken ze in hevige woede en besloten ze de apostelen ter dood te brengen.
Handelingen 5:34. Maar toen stond een van hen op, een farizeeër die Gamaliël heette en die als wetsleraar bij het hele volk in aanzien stond. Hij gaf opdracht de apostelen een ogenblik naar buiten te brengen
Handelingen 5:40. … en riepen de apostelen weer binnen. Ze lieten hen geselen, bevalen hun de naam van Jezus niet meer te gebruiken en lieten hen vrij.
** Handelingen 5:41. De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus.
** Handelingen 6:2. Daarop riepen de twaalf apostelen de voltallige gemeenschap van leerlingen bijeen en zeiden: ‘Het is niet goed dat wij de zorg dragen voor de gemeenschappelijke maaltijden, want daardoor verwaarlozen we de verkondiging van Gods woord.
Handelingen 6:6. Ze lieten deze mannen plaatsnemen voor de apostelen, die een gebed uitspraken en hun daarna de handen oplegden.
Handelingen 8:1. Saulus keurde de moord op hem goed. Nog diezelfde dag brak er een hevige vervolging los tegen de gemeente in Jeruzalem, zodat allen verspreid werden over Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen.
Handelingen 8:14. Toen de apostelen in Jeruzalem hoorden dat de inwoners van Samaria het woord van God hadden aanvaard, stuurden ze Petrus en Johannes naar hen toe.
Handelingen 8:18. Toen Simon zag dat de mensen door de handoplegging van de apostelen vervuld raakten van de Geest, bood hij Petrus en Johannes geld aan
Handelingen 9:27. Barnabas nam hem echter onder zijn hoede en bracht hem naar de apostelen, aan wie hij vertelde dat Saulus onderweg de Heer had gezien, dat die met hem had gesproken en dat hij in Damascus vrijmoedig de naam van Jezus had verkondigd.
** Handelingen 9:28. Saulus liep nu openlijk met de apostelen in Jeruzalem rond en verkondigde vrijmoedig de naam van de Heer.
Handelingen 11:1. De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook niet-Joden Gods woord hadden aanvaard.
Handelingen 14:4. Er ontstond echter verdeeldheid onder de inwoners van de stad, van wie sommigen partij kozen voor de Joden en anderen voor de apostelen.
Handelingen 14:14. Maar toen de apostelen Barnabas en Paulus merkten wat de bedoeling was, scheurden ze van ontzetting hun kleren, drongen zich door de menigte heen en riepen:
Handelingen 15:2. Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten.
Handelingen 15:4. Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht.
Handelingen 15:6. De apostelen en de oudsten kwamen bijeen om nader op deze zaak in te gaan.
Handelingen 15:22-23. Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas. Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan onze broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië afkomstig uit de heidense volken: gegroet!
Act 15:33
Handelingen 16:4. Op hun tocht langs de steden stelden ze de gemeenteleden op de hoogte van de besluiten die door de apostelen en de oudsten in Jeruzalem waren genomen en droegen hun op zich daaraan te houden.
Romeinen 1:1. Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen,
Romeinen 1:5. Hij heeft mij de genade geschonken apostel te zijn, opdat ik omwille van zijn naam aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen –
Opmerking: hier staat in het Grieks apostelschap.
Romeinen 11:13. En tegen u, afkomstig uit die andere volken, zeg ik: Het is waar dat ik een apostel voor de heidense volken ben, maar ik schat mijn taak juist dáárom zo hoog
Romeinen 16:7. Groet Andronikus en Junia, mijn volksgenoten, die met mij in de gevangenis hebben gezeten, die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden.
1 Korintiërs 1:1. Van Paulus, apostel van Christus Jezus, geroepen door de wil van God, en van onze broeder Sostenes.
1 Korintiërs 4:9. Maar volgens mij heeft God ons, apostelen, de laagste plaats toegewezen, alsof we ter dood veroordeeld zijn. We zijn voor heel de wereld, zowel voor engelen als mensen, een schouwspel geworden.
1 Korintiërs 9:1-2. Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus, onze Heer, gezien? En bent u niet het werk dat ik dankzij de Heer tot stand heb gebracht? Ook al ben ik voor anderen geen apostel, voor u ben ik dat zeker wel, want u bent door uw geloof in de Heer het waarmerk van mijn apostelschap.
Opmerking: in vers 2 staat in het Grieks apostelschap.
1 Korintiërs 9:5. Zouden wij niet het recht hebben een gelovige echtgenote op onze reizen mee te nemen, zoals de andere apostelen, de broers van de Heer en Kefas?
1 Korintiërs 12:28-29. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. Is iedereen soms een apostel? Of een profeet? Is iedereen een leraar? Kan iedereen wonderen verrichten?
1 Korintiërs 15:7. Vervolgens is Hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen.
1 Korintiërs 15:9. Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd.
** 1 Korintiërs 15:10. Maar door zijn genade ben ik nu wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb veel harder gewerkt dan alle andere apostelen, althans, niet ik, maar Gods genade die mij bijstaat.
2 Korintiërs 1:1. Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, en van onze broeder Timoteüs. Aan de gemeente van God in Korinte en aan alle heiligen in heel Achaje.
2Co 8:23
2 Korintiërs 11:5. Ik denk dat ik in geen enkel opzicht de mindere ben van die geweldige apostelen van u.
** 2 Korintiërs 11:12. Ik zal mijn werk op deze manier blijven doen, zodat de apostelen die zo opscheppen over het geld dat ze opstrijken niet de kans krijgen zich aan ons gelijk te stellen.
2 Korintiërs 11:13. Schijnapostelen zijn het, die zich door oneerlijk te werk te gaan voordoen als apostelen van Christus.
2 Korintiërs 12:11-12. Ik heb me aangesteld als een dwaas, maar u hebt me ertoe gedwongen. U had me moeten aanbevelen. Want ik mag dan onbeduidend zijn, ik doe toch echt niet onder voor die geweldige apostelen van u. Alles wat een apostel tot apostel maakt, heb ik u laten zien: volharding in alles, tekenen, wonderen en grote daden.
Galaten 1:1. Van Paulus, een apostel die niet is aangesteld of gezonden door mensen, maar door Jezus Christus en God, de Vader, die Hem uit de dood heeft opgewekt,
Galaten 1:17. … en ben ook niet naar Jeruzalem gegaan, naar hen die eerder apostel waren dan ik. Ik ben onmiddellijk naar Arabië gegaan en ben van daar weer teruggekeerd naar Damascus.
Galaten 1:19. Maar van de overige apostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broer van de Heer.
Galaten 2:8. want zoals God Petrus kracht had gegeven voor zijn werk als apostel onder de besnedenen, zo had Hij mij kracht gegeven voor mijn werk onder de andere volken.
Opmerking: hier staat in het Grieks apostelschap.
Efeziërs 1:1. Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus. Aan de heiligen in Efeze, aan de gelovigen die één zijn met Christus Jezus.
Efeziërs 2:20. … gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen.
Efeziërs 3:5. Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten:
Efeziërs 4:11. En Hij is het die zowel apostelen heeft aangesteld als profeten, zowel verkondigers van het evangelie als herders en leraren,
Phl 2:25
Kolossenzen 1:1. Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Timoteüs.
1Th 2:6
1 Tessalonicenzen 2:7. Hoewel we ons als apostelen van Christus hadden kunnen laten gelden, zijn we u tegemoet getreden met de tederheid van een voedster die haar kinderen koestert.
1 Timoteüs 1:1. Van Paulus, apostel van Christus Jezus in opdracht van God, onze redder, en van Christus Jezus, onze hoop.
1 Timoteüs 2:7. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidense volken, om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.
2 Timoteüs 1:1. Van Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, gezonden om de belofte te verkondigen van het leven in eenheid met Christus Jezus.
2 Timoteüs 1:11. Ik ben aangesteld als verkondiger, apostel en leraar van dit evangelie;
Titus 1:1. Van Paulus, dienaar van God, apostel van Jezus Christus, gestuurd om het geloof van Gods uitverkorenen te versterken en hun kennis bij te brengen van de waarheid die tot vroomheid leidt,
Hebreeën 3:1. Daarom, heilige broeders en zusters, die deel hebt aan de hemelse roeping, richt uw aandacht op Jezus, de apostel en hogepriester van het geloof dat wij belijden,
1 Petrus 1:1. Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven,
2 Petrus 1:1. Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij.
2 Petrus 3:2. en wel door u te herinneren aan de woorden die de heilige profeten destijds hebben gesproken en aan het gebod van onze Heer en redder dat uw apostelen u hebben doorgegeven.
Judas 1:17. Maar, geliefde broeders en zusters, denk aan wat de apostelen van onze Heer Jezus Christus al hebben gezegd:
Openbaring 2:2. Ik weet wat u doet, hoe u zich inzet en standhoudt, en dat u boosdoeners niet verdraagt. Zo hebt u mensen die beweren dat ze apostelen zijn, op de proef gesteld en als leugenaars ontmaskerd.
Openbaring 18:20. Juich om haar, hemel, juich heiligen, apostelen en profeten! Het vonnis dat zij jullie had toebedacht, heeft God aan haar voltrokken.’
Openbaring 21:14. De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam.
Profeet
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | προφήτης prophētēs | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G4396 | Profeet. Komt 149 keer voor in 143 verzen. KJV: prophet (149x). |
Evangelist
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | εὐαγγελιστής euaggelistēs | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G2099 | Evangelist. Komt 3 keer voor in 3 verzen. KJV: evangelist (3x). |
Herder
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ποιμήν poimēn | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G4166 | Herder. Komt 18 keer voor in 17 verzen. KJV: shepherd (15x), Shepherd (2x), pastor (1x). |
Leraar
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | διδάσκαλος didaskalos | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G1320 | Leraar. Komt 58 keer voor 57 verzen. KJV: Master (Jesus) (40x), teacher (10x), master (7x), doctor (1x). |
Priester
In diverse woorden in het Nieuwe Testament wordt het priesterschap aangeduid. Hier staan de gegevens.
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ἱερεύς hiereus | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G2409 | Priester Komt 32 keer voor in 30 verzen KJV: priest (31x), high priest (1x). |
2 | ἱεράτευμα hierateuma | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G2406 | Priesterschap Komt 2 keer voor KJV: Master (Jesus) (40x), teacher (10x), master (7x), doctor (1x). |
Het woord priesterschap komt twee keer voor en duidt het priesterschap aan van de christelijke gemeente. Hier staan de twee teksten.
1 Petrus 2:4-5. Voeg u bij Hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.
1 Petrus 2:9. Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht.
Opmerking: in deze twee teksten wordt het priesterschap zowel heilig, vers 5, als koninklijk vers 9 genoemd.
In 30 verzen gaat het over priesters, maar meestal de priesters die in Jeruzalem bij de tempeldienst werkzaam waren. Hier de teksten, die gaan over priester in de christelijke gemeente.
Openbaring 1:6. … die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan Hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
Openbaring 5:10. U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’
Openbaring 20:6. Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van Christus zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen.
Taken in de gemeente
Naast de bedieningen van de Geest komt ook in in de eerste gemeente vaste taken voor in de gemeentelijke organisatie.
Bij de aanduidingen van leden van de gemeente komen we tegen ‘slaven van Christus’ en ‘heiligen’, dat zijn geen specifieke taken.
Wat we wel tegenkomen zijn oudsten, diakenen, opzieners/bisschoppen en voorgangers/leiders.
Oudste
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen | |
1 | πρεσβύτερος presbyteros | Bijvoeglijk naamwoord | G4245 | Oudste Komt 67 keer voor in 67 verzen. KJV: elder (64x), old man (1x), eldest (1x), elder woman (1x). |
2 | πρεσβυτέριον presbyterion | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G4250 | Oudstenraad KJV: elders (1x), estate of elders (1x), presbytery (1x). |
Het woord voor oudste is een bijvoeglijk naamwoord. Het bestuur lag in die tijd bij mannen dus het zullen wel de oudste mannen zijn geweest.
Het gaat in het Nieuwe Testament van de 67 keer dat het woord wordt gebruikt maar een beperkt aantal keer over oudsten van de gemeente.
Het gaat drie keer over een oudstenraad. In Lukas 22:66 en Handelingen 22:5 gaat het over de oudstenraad van de joden in Jeruzalem. Alleen in 1 Timoteüs 4:14 gaat het over de oudstenraad van de christelijke gemeente. Zie de tekst hieronder.
Een groot deel gaat over de oudsten uit het Oude Testament en de oudsten in Jeruzalem, de presbyters, die de dood van Jezus zochten. Daarvan hier enkele voorbeelden van teksten.
Hebreeën 11:1-2. Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. Hierdoor immers hebben de ouden een goed getuigenis gekregen.
Handelingen 22:5. iets dat de hogepriester en de hele raad van oudsten kunnen bevestigen. Ik heb van hen zelfs aanbevelingsbrieven gekregen voor onze broeders in Damascus, toen ik daarheen ging om ook daar mensen gevangen te nemen en hen naar Jeruzalem te brengen, waar ze hun straf moesten ondergaan.
Handelingen 23:14. Ze gingen naar de hogepriesters en de oudsten en zeiden: ‘We hebben een heilige eed gezworen om niets meer te eten voor we Paulus hebben gedood.
Handelingen 24:1. Vijf dagen later arriveerde Ananias, de hogepriester, samen met enkele oudsten en met Tertullus, een advocaat. Ze dienden hun klacht tegen Paulus in bij de procurator.
Handelingen 25:15. Toen ik in Jeruzalem was hebben de hogepriesters en de oudsten van de Joden een klacht tegen hem ingediend en om zijn veroordeling verzocht.
Er zijn ook teksten, waarbij het lijkt dat het over ouderen in het algemeen gaat en niet over de functie van oudste, zoals in deze teksten.
Johannes 8:9. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond.
Handelingen 2:17.
Romeinen 9:11-12. en al voor ze geboren waren en iets goeds of slechts gedaan hadden, werd haar gezegd: ‘De oudste zal de jongste dienen.’ Zo blijft Gods besluit van kracht: God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat Hij hem roept.
1Timoteüs 5:1-2. Ga niet tekeer tegen een oude man. Als je hem vermaant, beschouw hem dan als een vader, zoals je jonge mannen als broers moet zien, 2oude vrouwen als moeders en jonge vrouwen als zussen – en dit in alle zuiverheid.
En dit gaat over oudsten in de gemeente.
Handelingen 11:30…. en lieten hun gift door Barnabas en Saulus naar de oudsten brengen.
Handelingen 14:23. In elke gemeente stelden ze oudsten aan, en na gevast en gebeden te hebben bevalen ze hen aan bij de Heer, in wie ze nu geloofden.
Handelingen 15:2. Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten.
Handelingen 15:4. Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht.
Handelingen 15:6. De apostelen en de oudsten kwamen bijeen om nader op deze zaak in te gaan.
Handelingen 15:22-23. Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas. Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan onze broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië afkomstig uit de heidense volken: gegroet!
Handelingen 16:4. Op hun tocht langs de steden stelden ze de gemeenteleden op de hoogte van de besluiten die door de apostelen en de oudsten in Jeruzalem waren genomen en droegen hun op zich daaraan te houden.
Handelingen 20:17. Vanuit Milete stuurde hij iemand naar Efeze met het verzoek aan de oudsten van de gemeente om bij hem te komen.
Handelingen 21:18. De volgende dag ging Paulus met ons naar Jakobus, bij wie alle oudsten waren samengekomen.
1 Timoteüs 4:14. Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken.
1 Timoteüs 5:17. Oudsten die goed leiding geven moeten dubbel worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht.
1 Timoteüs 5:19. Geef alleen gehoor aan een aanklacht tegen een oudste als die bevestigd wordt door ten minste twee getuigen.
Titus 1:5. Ik heb je op Kreta achtergelaten om, volgens mijn richtlijnen, de resterende zaken te regelen en in elke stad oudsten aan te stellen:
Jakobus 5:14. Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer.
1 Petrus 5:1. Ik doe een beroep op de oudsten onder u. Als uw mede-oudste en als ooggetuige van Christus’ lijden, en omdat ik evenals u zal delen in de luister die binnenkort zal worden geopenbaard, vraag ik u:
1 Petrus 5:5. En u, jongeren, moet van uw kant het gezag van de oudsten erkennen. Overigens, in de omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt Hij zijn genade.
2 Johannes 1:1. Van de oudste. Aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen, die ik werkelijk liefheb – en niet alleen ik, maar allen die de waarheid hebben leren kennen –
3 Johannes 1:1. Van de oudste. Aan mijn geliefde broeder Gajus, die ik werkelijk liefheb.
Openbaring 4:4. Om de troon heen stonden vierentwintig andere tronen, waarop vierentwintig oudsten zaten. Ze droegen witte kleren en hadden een gouden krans op hun hoofd.
Openbaring 4:10. werpen de vierentwintig oudsten zich neer voor Hem die op de troon zit, en aanbidden Hem die leeft tot in eeuwigheid, en leggen hun kransen voor zijn troon met de woorden:
Openbaring 5:5-6. Toen zei een van de oudsten tegen mij: ‘Huil niet. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen.’ Toen zag ik midden voor de troon een lam staan, tussen de vier wezens en de oudsten. Het zag eruit als een lam dat geslacht was en het had zeven hoorns en zeven ogen; dat zijn de zeven geesten van God, die over de hele wereld zijn uitgestuurd.
Openbaring 5:8. Op hetzelfde moment wierpen de vier wezens en de vierentwintig oudsten zich voor het lam neer. Ieder van hen had een lier en een gouden schaal vol wierook; dat zijn de gebeden van de heiligen.
Openbaring 5:11. Daarna hoorde ik het geluid van een groot aantal engelen rondom de troon, de wezens en de oudsten; het waren er oneindig veel, tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden.
Openbaring 5:14. De vier wezens antwoordden: ‘Amen,’ en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer.
Openbaring 7:11. Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze wierpen zich neer voor de troon en aanbaden God
Openbaring 7:13. Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’
Openbaring 11:16. De vierentwintig oudsten op hun tronen bij God wierpen zich neer en aanbaden God.
Openbaring 14:3. Er werd voor de troon en voor de vier wezens en de oudsten iets gezongen dat leek op een nieuw lied. Niemand kon het lied begrijpen, behalve de honderdvierenveertigduizend mensen die van de aarde zijn vrijgekocht.
Openbaring 19:4. De vierentwintig oudsten en de vier wezens wierpen zich neer voor God, die op de troon zit, en aanbaden Hem met de woorden: ‘Amen! Halleluja!’
Wat kunnen we van deze teksten leren?
In Openbaring gaat het in elf teksten over oudsten en daarvan gaat het zes keer over de vierentwintig oudsten.
Diakenen
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen | |
1 | διάκονος diakonos | Zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk | G1249 | Oudste Komt 31 keer voor in 29 verzen. KJV: minister (20x), servant (8x), deacon (3x). |
Mat 20:26
Mat 22:13
Mat 23:11
Mar 9:35
Mar 10:43
Jhn 2:5, 9
Jhn 12:26
Rom 13:4
Rom 15:8
Rom 16:1, 27
1Co 3:5
2Co 3:6
2Co 6:4
2Co 11:15, 23
Gal 2:17
Eph 3:7
Eph 6:21
Phl 1:1
Col 1:7, 23, 25
Col 4:7
1Th 3:2
1Ti 3:8, 12
1Ti 4:6
Episkopos
Er zijn diverse woorden waar de Rooms Katholieke kerk het woord bisschop heeft afgeleid en de functie van opziener, die je wel in evangelische gemeenten tegen komt.
De opziener is dikwijls niet de baas maar de eindverantwoordelijke. Anderen voeren uit en de opziener houdt in de gaten of dat goed gebeurt. De bisschop heeft allerlei leidinggevende taken zowel materieël als geestelijk. Klopt dat nu wel met de Bijbel.
Hier de woorden, die voorkomen.
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen | |
1 | ἐπίσκοπος episkopos | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G1985 | Opziener Komt 5 keer voor in 5 verzen. KJV: bishop (6x), overseer (1x). |
2 | ἐπισκοπή episkopē | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G1984 | Opzienerstaak Komt 4 keer voor in 4verzen KJV: visitation (2x), bishoprick (1x), office of a bishop (1x). |
3 | ἐπισκοπέω episkopeō | Werkwoord | G1983 | Omzien Komt 2 keer voor KJV: look diligently (1x), take the oversight (1x). |
Het Griekse woord episkopos bestaat uit epi en skopos. Epi is op, over, in of naar. Skopos in zien, markeren, inspecteren. Je kunt vertalen om omzien, overzien of toezien.
Hier alle teksten met de woorden uit de tabel.
Handelingen 1:20. Want er staat geschreven in het boek van de Psalmen: Laat zijn woonplaats woest worden en laat er niemand zijn die daarin woont. En: Laat een ander zijn ambt als opziener nemen. [HSV]
Opmerking: hier gaat het om wat een opziener doet.
Handelingen 20:28. Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld; u bent de opzieners van Gods gemeente, die hij verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon.
Filippenzen 1:1. Van Paulus en Timoteüs, dienaren van Christus Jezus. Aan alle heiligen in Filippi die één zijn in Christus Jezus, en aan hun opzieners en dienaren.
Opmerking: het woord <<>> is met dienaren vertaald.
1 Timoteüs 3:1-2. Het is een waar woord: als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven. Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn.
Opmerking: in vers 1 gaat het om de opzienersfunctie en in vers 2 om iemand met de functie van opziener.
Titus 1:7. Een opziener moet als beheerder van Gods huis onberispelijk zijn: hij mag niet eigenzinnig optreden, niet driftig zijn, niet te veel drinken, niet gewelddadig zijn en niet hebzuchtig.
Hebreeën 12:15. Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.
Opmerking: hier staat het werkwoord.
1 Petrus 2:25. Want u was als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen. [HSV]
Opmerking: de vertaler gaat er van uit dat het hier om God gaat, die opziet.
1 Petrus 5:2. Hoed de kudde van God waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht – niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden maar met belangeloze toewijding.
Opmerking: hier staat het werkwoord dat met toezicht houden is vertaal.
In Lukas 19 gaat er naar je wordt omgezien, maar dat je het niet ter harte neemt.
Lukas 19:41-44. En toen Hij dichtbij kwam en de stad zag, weende Hij over haar. Hij zei: Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen. Want er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het nauw zullen brengen. En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend.
Opmerking: een uitermate pastoraal thema. En is een tijd dat de genade dichtbij is, als je het niet grijpt, kan het later te laat zijn.
In 1 Petrus 2 gaat het ook over een toekomstige situatie, het belicht alleen een heel andere kant dan de vorige tekst. Hier komt God toe naar mensen, die Hem eerst niet zagen maar wel als naar hen wordt omgezien en ze verheerlijken God dan voor de goede werken, die ze in de gelovigen zagen.
1 Petrus 2:11-12. Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel. Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen omgezien wordt. [HSV]
De kerk wil het graag zo zien dat de bisschoppen de opzieners zijn. Op twee plaatsen bij de brieven voegen ze een noot toe.
Bij 2 Timoteüs 4:22 voegt de uitgever van de KJV toe:
The second epistle unto Timotheus, ordained the first bishop of the church of the Ephesians, was written from Rome, when Paul was brought before Nero the second time.
Bij Titus 3:15 voegt de uitgever van de KJV toe: “It was written to Titus, ordained the first bishop of the church of the Cretians, from Nicopolis of Macedonia”.
Er is in het Nieuwe Testament ook nog het woord ἐπισκέπτομαι episkeptomai, G1980 dat 11 keer voorkomt in 11 verzen en opzoeken betekent. Hier is niet iets van leiding geven bedoeld.
In Jesaja 60:17 wordt ook de opzienerstaak genoemd.
Jesaja 60:17. In plaats van koper zal Ik goud brengen, in plaats van ijzer zal Ik zilver brengen, in plaats van hout koper, in plaats van stenen ijzer. En als uw opzichter stel Ik vrede aan en als uw opzieners gerechtigheid. [HSV]
Opmerking: het Hebreeuwse woord is נָגַשׂ (nāḡaś) dat 23 keer voorkomt, Strong H5065. Alleen hier vertaalt de HSV dit woord met opziener.
Die leiding hebben
In de meeste vertalingen komt je het woord voorganger tegen. Wat staat daarover in de Bijbel? Hier het woord dat met voorganger is vertaald.
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen | |
1 | ἡγέομαι hēgeomai | Werkwoord | G2233 | Die leiden Komt 28 keer voor in 27 verzen. KJV: count (10x), think (4x), esteem (3x), have rule over (3x), be governor (2x), miscellaneous (6x). |
In het Griekse woord hēgeomai zit het Nederlandse woord hegemonie. Daar hebben we in het Nederlands geen werkwoord van, dat is wel zo in het Grieks. De uitdrukkingen leiding hebben en leidend zijn komen daar nog het meest dichtbij lijkt mij.
Er wordt drie keer gesproken over ‘die leiden hebben’ in verband met de gemeente.
Hebreeën 13:7. Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt.
Hebreeën 13:17. Gehoorzaam uw leiders en schik u naar hen, want zij waken over uw leven en zullen daarvan ook rekenschap moeten afleggen. Zorg ervoor dat zij hun taak met vreugde kunnen vervullen, zodat ze geen reden tot klagen hebben: dat zou u zeker niet ten goede komen.
In Handelingen 14 gaat het om leiders, die niet tot de gemeente behoorden.
Handelingen 14:5-7. Toen Paulus en Barnabas merkten dat Joden en niet-Joden samen met hun leiders op het punt stonden om geweld te gebruiken en hen wilden stenigen, vluchtten ze naar Lykaonië, waar ze in de steden Lystra en Derbe en omstreken het evangelie verkondigden.
En in Handelingen 15 gaat het wel om leiders, die tot de gemeente hoorden.
Handelingen 15:22. Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas.
De SV, HSV en NGB vertalen in de twee teksten in de brief aan de Hebreeën met het woord ‘voorgangers’. ‘Gedenk uw voorgangers’ zal een citaat zijn dat bij veel mensen bekend is.
Als er in de gemeente alleen door de predikant woorden van God gesproken worden, dan is de vertaling ‘Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben’ te begrijpen. Gelukkig ben je als jouw gemeente door meer, zelfs door velen woorden van God worden gesproken.
Er staan nog twee aanwijzingen bij. De eerste is ‘let op hun wandel’, dat is de levenswandel. Daar staat nog het woord ‘ekbasis’ bij. Dat is in de vier bekende vertalingen vertaald met ‘kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt’ NBV21,’let op het einde van hun wandel’, NBG, ‘let op de uitkomst van hun levenswandel’, HSV, aanschouwende de uitkomst van hun wandeling’, SV.
Het Griekse woord ‘ekbasis’ zou je ook kunnen vertalen met resultaat. Wat is het resultaat van de levenswandel van de leiders. Dat kun je natuurlijk steeds meer vaststellen in de loop van hun leven. Veroorzaken ze allerlei ongelukken of helpen ze de mensen zich te verzoenen met elkaar en met God.
De tweede aanwijzing is: ‘volg hun geloof na’. Dat is een tweede belangrijk aspect van leiderschap. Ook als het eerste kenmerk slecht is, is het verstandig om het tweede te doen.
Taken in de huidige kerken
Iemand, die herderlijke zorg doet is bezig in het pastoraat. Hij of zij wordt pastorale medewerker genoemd. Iemand, die voor zijn dagelijks werk dit doet wordt pastor genoemd. De kerk kwijt zich voor het leden van haar pastorale taak. De blokouderlingen doen het pastoraat in hun toegewezen blok.
Zo wordt ook gesproken van het apostolaat en de apostolische taak van de kerk. Iemand, die bezig is met, hoe noemen we dat apostolaire taak van de kerk, ja hoe noemen we die eigenlijk. Zou die apostel moeten heten? Hoe zit dit eigenlijk.
Boeken, dat ik er op heb nageslagen: Dr. A. Noordegraaf Titel Vijf broden en twee vissen. Ondertitel: Missionair gemeente zijn in een (post) moderne samenleving. Hoofdstuk 3: een halve eeuw apostolaat blz 52 t/m 92. 1998.
“de Nederlands Hervormde Kerk heeft in de achter ons liggende halve eeuw veel energie geïnvesteerd in het denken over apostolaat en inzichten ontwikkeld, die doorwerken tot in onze tijd” (blz 52)
“De kerk was zozeer bezig met haar onderlinge strijd dat ze niet bij machte was een krachtig profetisch geluid te laten horen in de jaren 30, de crisisjaren en de jaren dat het nationaal socialisme in Europa geluid op kwam” blz 53.
In de tweede wereldoorlog ontstond er de gedachte, dat het met de kerk en ons land anders moest. Dat kwam tot uiting in een kanselboodschap, voor te lezen, op eerste Pinksterdag direct na de bevrijding “Bouw uw sociale leven op de grondslag der christelijke gerechtigheid en der onderlinge verantwoordelijkheid” blz 57.
“Of onderwerping aan Gods geboden of herhaling van dit lot, misschien nog scherper”. Welbewust wilde de kerk een nieuwe weg inslaan” blz 57.
Een drietal mannen trok in de zomer van 1945 het land in om de kerkenraden en gemeenten te bepalen bij de roeping tot vernieuwing. Gravemeyer over de noodzaak van reformatie van de kerk en herkerstening van ons land. Kraemer beklemtoonde, dat de kerk geroepen was om de gewetens te vormen en de stuurloze massa’s te leiden door het licht van het evangelie over alle terreinen van het leven te laten gaan. Banning benadrukte de profetische roeping van de kerk ten aanzien van het sociale en politieke leven. Allerlei missionaire en diaconaal sociale taken, die men tot dan toe aan particuliere organisaties had overgelaten, wilde men als kerk zelf gaan doen. En zo de belijdenis dat Christus Heer is over het totale leven daadwerkelijk gestalte geven blz 58.
In 1945 werd het Instituut Kerk en Wereld opgericht: een internaat om mensen op te leiden de maatschappij in te gaan en hen te dienen. De oprichter wilde “de Bijbel het volk indragen” In 1968 stopte dit werk door geldgebrek. Er kwam een blad “Open Deur” voor rand- en buitenkerkelijken. Blz 60 en 61.
De Hervormde Kerk rekende het tot haar apostolaire opdracht om zich via ambtelijke vergaderingen te richten tot overheid en volk. Dit spreken kwam tot uiting in brieven, kanselboodschappen, geschriften en herderlijke schrijvens. Het ging over een breed spectrum van onderwerpen zoals de doodstraf, de behandeling van politieke delinquenten, de koloniale kwestie, de relatie tot Indonesië, Ambon en Nieuw Guinea, de omroep, vragen rondom huwelijk en seksualiteit, arbeid, verkeer, sport, oorlog en vrede, kernwapens, racisme en humanisme, samenleving en politiek. De visie werd overigens slechts door een deel van de kerkleden herkend en gedeeld (blz 62).
Er waren raden van de Nederlands Hervormde Kerk, die op diverse terreinen, actief waren. Een belangrijke overkoepelende is de Generale Diakonale Raad (blz 62).
“Moet de kerk niet eerst een woonstede Gods in de Geest zijn voordat zij een instrument van God in de wereld kan zijn blz 66
Nadeel ook de “grote invloed van bovenplaatselijk apparaat”
“Was de gedachte van een kerstening van de samenleving niet veel te pretentieus in een tijd dat de kerken leeg liepen”(blz 66)
De vraag: “Hoe kunnen we de moderne mens bereiken met het evangelie” wordt genoemd als bezinningspunt genoemd voor apostolaat (blz 66).
Het werk van Billy Graham wordt traditioneel apostolaat genoemd (blz 67).
Een schets van de situatie van de kerk of de kerken als organisaties.
Een schets van de kerk en kerken in de maatschappij in de geschiedenis.
Wat kunnen we van deze studie leren
Er zit nogal een groot verschil tussen ons spraakgebruik en het manier waar de Bijbel over bedieningen s