Studie Slavernij

Dit is nog een incomplete studie. Alleen nog maar een aantal teksten van het Nieuwe Testament.

Verhalen en regels over slavernij kom je voor het eerste tegen bij het ontstaan van het volk Israël. Het volk werd bevrijd van de slavernij van Egypte en bij de wetgeving werden allerlei regels voor slaven vastgesteld. Slavernij is niet de bedoeling, maar als het er is moet je goed met je slaven omgaan.

In het Romeinse Rijk in de tijd van het Nieuwe Testament was er een enorme hoeveelheid slaven.

Nieuwe Testament

Het woord douleuō komt van doulos dat slaaf betekent. Het kan slaan op zowel vrijwillig als verplicht dienen oftewel gebonden zijn. Je zou ook kunnen zeggen verslaafd zijn.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1δουλαγωγέω
doulagōgeō
WerkwoordG1396
SB1254
Tot slaaf maken
Komt eenmaal voor
KJV: bring into subjection (1x).
2δουλεία douleiaZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1397
SB1255
Slavernij
Komt 5 keer voor in 5 verzen.
KJV: bondage (5x).
3δουλεύω douleuōWerkwoordG1398
SB1256
Dienen, gebonden zijn
Komt 25 keer voor in 23 verzen.
KJV: serve (18x), be in bondage (4x), do service (3x).
4δούλη
doulē
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1399
SB1257
Slavin
Komt 3 keer voor in 3 verzen.
KJV: handmaiden (2x), handmaid (1x).
5δοῦλος
doulos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G1401
SB1259
Slaaf
Komt 127 keer voor in 119 verzen.
KJV: servant (120x), bond (6x), bondman (1x).
6δουλόω douloōZelfstandig
naamwoord
mannelijk
G1402
SB1260
Slavernij
Komt 8 keer voor in 8 verzen.
KJV: become servant (2x), bring into bondage (2x), be under bondage (1x), given (1x), make servant (1x), in bondage (1x).

<<Over welke tekst gaat SB1258? G1400 bestaat niet. Romeinen 6:19>>

Ad. 1 Het werkwoord tot slaaf maken doulagōgeō
Dit woord komt eenmaal voor in deze tekst.
1 Korintiërs 5:27. Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word. [HSV]

Ad. 2 Het zelfstandig naamwoord douleia
Dit woord komt vijf keer voor, hier alle teksten met dit woord.

Romeinen 8:15. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! [HSV]

Romeinen 8:20-21. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door Hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar er is hoop, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.

Galaten 4:24. Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis; want deze vrouwen zijn de twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, dat kinderen voortbrengt voor de slavernij, dat is Hagar. [HSV]

Galaten 5:1. Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. [HSV]

Hebreeën 2:13-15. Zo zegt Hij ook: ‘Ik zal steeds op Hem vertrouwen,’ en verder: ‘Hier sta Ik met de kinderen die God Mij gegeven heeft.’ Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij, om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, en zo allen te bevrijden die door hun angst voor de dood hun leven lang in slavernij verkeerden. 

Ad. 3 Het werkwoord slaaf zijn of worden douleuō
Dit werkwoord komt 25 keer voor in 23 verzen. Hier alleen die verzen, die gaan over geestelijk of mentaal slaaf zijn.

Johannes 8:33. Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt U dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’

Romeinen 6:6. Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.

Romeinen 7:6. Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter. [HSV]

Romeinen 7:25. Dat doet God! Dank aan hem door Jezus Christus, onze Heer. Met mijn verstand onderwerp ik mij aan de wet van God, maar door mijn natuur onderwerp ik mij aan de wet van de zonde.

Romeinen 12:11. Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer.

Romeinen 14:16-18. Breng het goede dat God u schenkt geen schade toe, want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest. Wie Christus zo dient, is God welgevallig en bij de mensen geacht.

Romeinen 16:17-18. Ik spoor u aan, broeders en zusters, op te passen voor degenen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan, en die daarmee ingaan tegen alles wat u hebt geleerd. Ga hun uit de weg, want zulke mensen dienen niet Christus, onze Heer, maar alleen hun eigen lusten, en door fraaie en welluidende woorden misleiden ze argeloze mensen

Galaten 4:8-9. Toen u God nog niet kende, was u onderworpen aan goden die helemaal geen goden zijn. Hoe is het dan toch mogelijk dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan als slaven onderwerpen wilt?

Galaten 4:25. Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is. [HSV]

Galaten 5:13. Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde.

Efeziërs 6:7. en dien met bereidwilligheid de Heere en niet de mensen. [HSV]

Hier gaat het over Timoteüs.
Filippenzen 2:22. En u kent zijn beproefdheid, dat hij met mij gediend heeft in het Evangelie, zoals een kind met zijn vader.

Kolossenzen 3:24b. Dien Christus: Hij is uw meester!

1 Tessalonicenzen. 1:9-10. … iedereen praat erover hoe wij door u zijn ontvangen en hoe u zich van de afgoden hebt afgewend om u tot God te keren – om Hem, de levende en ware God, te dienen 10en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de dood heeft doen opstaan: Jezus, die ons redt van het komende oordeel.

1 Timoteüs 6:2. Een slaaf die een gelovige meester heeft, mag zijn meester niet zijn respect onthouden omdat ze broeders zijn. Integendeel, hij moet hem met nog meer inzet dienen, juist omdat hij met degene die van zijn diensten gebruikmaakt in geloof en liefde verbonden is.

Titus 3:3. Want ook wij waren voorheen onverstandig, ongehoorzaam, dwalend, verslaafd aan allerlei begeerten en hartstochten, levend in slechtheid en afgunst, hatelijk en elkaar hatend. [HSV]

<<toepasselijke teksten van de overige woorden moet ik nog uitzoeken>>

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het was onderdeel van het onderwijs van Jezus om mensen duidelijk te maken dat mensen kwetsbaar waren voor geestelijke en mentale slavernij.

We willen opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.