Studie Geestelijke Manifestaties

Het woord manifestatie of geestelijke manifestatie is een woord en een uitdrukking, die sommige christelijke kerken hanteren. Ook de Engelse King James Bible gebruikt het woord ‘manifest’ and ‘manifestation’.

Manifesteren betekent letterlijk bekendmaken, openbaren, iets zichtbaar of tastbaar maken.

Het idee is dat je iets ziet in onze zichtbare wereld van wat uit de onzichtbare wereld komt. Doordat mensen zich vreemd gaan gedragen, doordat je vreemde indrukken krijgt en doordat je wonderen mee maakt. De Bijbel staat vol met voorbeelden van geschiedenissen en onderwijs hierover.

De manifestatie kan van God komen, maar je hebt ook reacties in de zichtbare wereld als het in de onzichtbare wereld een confrontatie is van de duisternis met het Koninkrijk van God

In deze studie gaat het over de woorden die de KJV o.a. vertaalt met manifesteren en manifestaties. En verder over specifieke manifestaties zoals die bij mensen te zien zijn en die niet kunnen worden ondergebracht bij de gaven van de Geest. Over wonderen is allerlei andere zaken uit de onzichtbare wereld van God zijn andere studie.

In deze studie is standaard de NBV of NBV21 gebruikt, behalve daar waar de Statenvertaling (SV) het geestelijke aandacht geeft en de NBV het alledaags probeert te maken.

Studievragen

Bij dit onderwerp zou je het volgende kunnen afvragen:
Welke manifestaties uit de geestelijke wereld komen er voor bij mensen?
Horen manifestaties bij het geloofsleven?
Moet je streven naar bijzondere manifestaties?
Hoe komt het dat geestelijke manifestaties onbekend zijn in de kerk?

In het hoofdstuk Lessen staan de antwoorden op deze vragen.

Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament hanteert twee familie van woorden, die met manifesteren, verschijnen, openbaren, bekend maken te vertalen zou zijn. Namelijk phaino en epi-phaino. Als eerste onderzoeken we phaino.

Phaino

Hier de gegevens van de woorden rond phaino.

Woord Soort woord Strong Opmerkingen:
1φαίνω phainōWerkwoordG5316
SB4656
Verschijnen
Komt 31 keer voor in 31 verzen
KJV: appear (17x), shine (10x), be seen (2x), seem (1x), think (1x)
2φανερός phanerosBijvoeglijk naamwoordG5318
SB4657
Verschijnende
Komt 21 keer voor in 19 verzen
KJV: manifest (9x), openly (with G1722) (with G3588) (3x), known (3x), abroad (with G1519) (2x), spread abroad (1x), outwardly (with G1722) (with G3588) (1x), outward (1x), appear (1x)
3 φανερόω phaneroōWerkwoord G5319
SB4658
Manifesteren
Komt 58 keer voor in 43 verzen
KJV: make manifest (19x), appear (12x), manifest (9x), show (3x), be manifest (2x), show (one’s) self (2x), manifestly declare (1x), manifest forth (1x)
4φανέρωσις phanerōsisZelfstandig
naamwoord vrouwelijk
G5321
SB4660
Manifestatie
Komt 2 keer voor in 2 verzen
KJV: manifestation (2x)

Het gaat bij deze woorden phanerōsis, phaneroō en phaneros om iets dat verborgen is en vervolgens openbaar wordt.

Er zijn verschillende vormen. Iets van een andere wereld manifesteert zich in de ons bekende wereld. We lezen ook van Jezus, die in het verborgen op reis naar Jeruzalem ging om daar openbaar te worden. Een waarheid kan verborgen zijn totdat de waarheid zich ineens manifesteert.

Ad 1: phaino
Het werkwoord phaino komt in 31 verzen voor.

Selectie is dat het gaat om iets uit de onzichtbare wereld dat in de zichtbare wereld verschijnt.

Een engel des Heeren verscheen in een droom aan Jozef. Matteüs maakt daar drie keer melding van. In Matteüs 1:20 en 2:13 en 2:19.

De ster die verscheen voor de wijzen uit het Oosten. Matteüs 2:7. Was dat een fysieke ster of was deze alleen zichtbaar voor geestelijke ogen?

Ook mensen willen soms met iets te voorschijn komen met een niet goed doel. Iemand wil te voorschijn komen als een vrome bidder of dat je vroom aan het vasten bent. Matteüs 6:5 en 16. Toon je vasten aan de Vader in de hemel. Die zal je in het openbaar vergelden. Matteüs 6:19.

Matteüs 9:32-33. Terwijl ze het huis weer verlieten, bracht men iemand bij Hem die bezeten was en niet kon spreken. Nadat de demon was uitgedreven, begon de stomme te spreken. De mensenmassa stond versteld en zei: ‘Zoiets is in Israël nog nooit vertoond!’

Matteüs 24:29-30. Meteen na die tijd van verdrukking zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal het teken van de Mensenzoon verschijnen aan de hemel, en alle volken op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. 

Jezus, die niet meer zichtbaar was in deze wereld, verscheen aan Maria van Magdala (Marcus 14:26)
Het scheen sommigen dat Elia was verschenen. Lukas 9:8.
Dat de vrouwen Jezus hadden gezien na de opstandig, leek kletspraat. Lukas 24:11.

Ad 2: phaneros
Het bijvoeglijk naamwoord phaneros komt in 19 verzen voor.

<<nog teksten toevoegen>>

Ad 3: phaneroō
Het werkwoord phaneroō komt in 43 verzen voor. Hier de verzen uit de evangeliën en de brief aan de Romeinen.

Marcus 4:21-23. En Hij zei: ‘Je pakt toch geen lamp om hem onder een korenmaat te zetten of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard. Alles wat verborgen is, moet openbaar worden gemaakt, en alles wat geheim is, moet aan het licht komen. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’
Opmerking: het lijkt hier om de waarheid te gaan.

Dit gaat over Jezus na de opstanding, dan verschijnt Hij vanuit de geestelijke wereld in de zichtbare wereld. Hier aan de Emmaüsgangers en de elf leerlingen.
Marcus 16:12-14. Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de stad waren. Ze gingen terug en vertelden het aan de anderen; maar ook zij werden niet geloofd. Ten slotte verscheen Hij aan de elf leerlingen terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, en Hij verweet hun hun ongeloof en halsstarrigheid, omdat ze geen geloof hadden geschonken aan degenen die Hem hadden gezien nadat Hij uit de dood was opgewekt.

Johannes 1: 29-31. De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want Hij was er vóór mij.” Ook ik wist niet wie Hij was, maar ik kwam met water dopen opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden.’

Johannes 2:11. Dit heeft Jezus gedaan als begin van de tekenen, te Kana in Galilea, en Hij heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem. [HSV]

Johannes 3:19-21. Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’
Opmerking: dat kan dus ook dat het in de omgeving van iemand duidelijk wordt dat zijn werken van God zijn.

Johannes 7:3-4. Zijn broers dan zeiden tegen Hem: Vertrek vanhier en ga weg naar Judea, zodat ook Uw discipelen de werken die U doet kunnen zien. Want niemand doet iets in het verborgene, en streeft er tegelijk zelf naar dat men openlijk over hem spreekt. Als U deze dingen doet, maak Uzelf dan openbaar aan de wereld.

Johannes 9:2-3. Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’ ‘Hij niet en zijn ouders ook niet,’ was het antwoord van Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden.

Johannes 17:6-7. Ik heb uw naam bekendgemaakt aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U, maar U hebt hen aan Mij gegeven. Ze hebben uw woord bewaard, en nu begrijpen ze dat alles wat U Mij hebt gegeven, van U komt.
Opmerking: ik heb uw naam gemanifesteerd. Wat zou Jezus bedoelen?

Dit was na de opstanding van Jezus.
Johannes 21:1. Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt.
Johannes 21:14. Dit was al de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen nadat Hij uit de dood was opgestaan.

Opmerking: het woord ‘verscheen’ is wel een heel gewoon woord als je bedenkt wat er in de praktijk gebeurde. Jezus, die niet meer tot ons aardse levende mensen hoorde, was er ineens weer.

Romeinen 1:18-19. Vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen. Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt.
Opmerking: de eerste onderstreping is het bijvoeglijk naamwoord phaneroo. De tweede onderstreping is <<>>

Romeinen 2:28-29. Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt,
maar híj is Jood die het in het verborgene is. [HSV]
Opmerking: twee keer het bijvoeglijk naamwoord.

Romeinen 3:21-22. Maar nu is Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, zichtbaar geworden buiten de wet om: God schenkt vrijspraak op grond van geloof in Jezus Christus, aan allen die geloven. En er is geen onderscheid.

Dit is de laatste tekst van de brief aan de Romeinen.
Romeinen 16:25-27. Aan Hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.

Ad 4: phanerōsis
Het zelfstandig naamwoord phanerōsis komt twee keer voor, hieronder beide verzen.

1 Korintiërs 12:7. In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.

Opmerking 1: dit is een mooie vertaling maar het woord gemeente staat niet in het Grieks, dat is een uitleg van de NBV21.
Opmerking 2: De Complete Jewish Bible vertaalt het als volgt “Moreover, to each person is given the particular manifestation of the Spirit that will be for the common good”.
Opmerking 3: de HSV vertaalt: “Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander“.
Opmerking 4 : het laatste deel van de tekst: tot welzijn van allen [NBG en Willibrord], tot hetgeen nuttig is [SV].
Opmerking 5: mij lijkt dit de beste vertaling “In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, tot welzijn van allen“.

2 Korintiërs 4:1-2. Omdat God ons in zijn ​barmhartigheid​ deze taak gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet. Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten.

Opmerking 1: de waarheid komt te voorschijn uit de onzichtbare wereld.
Opmerking 2: NBG vertaalt met ‘aan het licht brengen’ en de SV/HSV met ‘openbaring’.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Van de vertaling kunnen we leren dat de vertalers het een beetje gewoontjes vertalen.

Wat is zichtbaar geworden vanuit de geestelijke wereld?
– het is de bedoeling dat alles wat verborgen is zichtbaar wordt. Marcus 4:22.
– God is werkzaam in alles wat hij doet. Johannes 3:21
– Gods werk, een genezingswonder. Johannes 9:3.
– Jezus werd enkele keren zichtbaar. Johannes
– de naam van God, de kennis van God. Johannes 17:6, Romeinen 1:19
– Gods gerechtigheid buiten de wet om. Romeinen 3:21.
– de onthulling van het geheim. Romeinen 16:26. <<welk geheim precies?>>

epi-phaino

Hier de gegevens van de woorden rond epi-phaino.

WoordSoort WoordStrongOpmerkingen:
1ἐπιφαίνω
epiphainō
WerkwoordG2014
SB1833
Te voor schijn komen
Komt 4 keer voor in 4 verzen
KJV: appear (3x), give light (1x).
2ἐπιφάνεια
epiphaneia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G2015
SB1834
Verschijning
Komt 6 keer voor in 6 verzen.
KJV: appearing (5x), brightness (1x).
3ἐπιφανής
epiphanēs
Bijvoeglijk
naamwoord
G2016
SB1835
KJV: notable (1x).
4ἐπιφαύσκω
epiphauskō
WerkwoordSB1836KJV: notable (1x).

Ad 1:

Luk 1:79
Act 27:20
Tit 2:11
Tit 3:4

Ad 2:

2Th 2:8
1Ti 6:14
2Ti 1:10
2Ti 4:1, 8
Tit 2:13

Ad 3:

Handdelingen 2:20

Ad 4:

Efeziers 5:14

Specifieke manifestaties

In de vorige hoofdstukken ging het over manifestaties in het algemeen. In dit hoofdstuk bekijken wat de Bijbel vertelt over specifieke manifestaties en dan die een directe invloed hebben op de persoonlijkheid van mensen.

Er zijn nog allerlei andere manifestaties van de geestelijke wereld in deze wereld zoals: bevrijdingen, genezingen, wonderen en tekenen, die komen bij andere onderwerpen aan de orde.

Dronken in de Geest

Zowel in het Oude als het Nieuwe Testament komt een dronken zijn voor, die met de aanwezigheid van Geest van God te maken heeft.

Dronken שָׁכַר (shakar)
Het Hebreeuwse woord voor dronken is שָׁכַר (shakar), Strong H7937 en komt 19 keer voor in 19 verzen. De eerste keer dat in de boeken van de Bijbel het woord is gebruikt is als Noach dronken is, dat is na de zondvloed. Daarna als Jozef zijn broers dronken voert bij de eerste ontmoeting van hem met zijn broers.

1 Samuel 1:14-15. Hij sprak haar aan en vroeg: ‘Gaat dit nog lang zo duren? Als u dronken bent, ga dan uw roes uitslapen!’ ‘U vergist u, heer,’ antwoordde Hanna. ‘Ik heb geen wijn of andere drank gedronken. Nee, ik ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de HEER.

Hooglied 5:1b. Eet, vriend en vriendin! Drink, en word dronken van liefde!

Dit lijkt op de tekst van Psalm 36 vers 2 in de Oude Berijming: Uw goedheid, Heer’, is hemelhoog, Uw waarheid tot den wolkenboog, Uw recht is als Gods bergen, Uw oordeel grondloos; Gij behoedt, En zegent mens en beest,en doet Uw hulp nooit vruchtloos vergen. Hoe groot is Uw goedgunstigheid, Hoe zijn Uw vleuglen uitgebreid! Hier wordt de rust geschonken; Hier ’t vette van Uw huis gesmaakt. Een volle beek van wellust maakt, Hier elk in liefde dronken.

Er is trouwens ook nog een dronken in de geest, die niet tot opbouw is van het geloof maar, die tot onvruchtbaarheid leidt. 

Jesaja 29:9b-10. De profeten zijn dronken, maar niet van de wijn, de priesters waggelen, maar niet door de drank. Want een geest van diepe slaap heeft de HEER over jullie uitgestort: hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en jullie verstand, de zieners, verduisterd.

Het dronken zijn komt negen keer in Jesaja en Jeremia voor en steeds in de zin dat de HEER ze dronken maakt om het oordeel te ontvangen. Eenmaal is er hoop voor de kinderen van Israël.

Jesaja 51:20-23a. Je kinderen zijn bezweken … overweldigd door de toorn van de HEER, verlamd door de dreiging van je God. Daarom, luister hiernaar, ongelukkige, jij die beschonken bent, maar niet door de wijn. Dit zegt je God, de HEER, de God die het opneemt voor zijn volk: Ik neem de bedwelmende beker uit je hand, de kelk, de beker van mijn toorn, je hoeft er niet meer uit te drinken. Ik geef hem aan hen die jou kwelden.

Het is duidelijk dat er een scheiding en geen verwarring moet zijn tussen het dronken in de geest en het van het onder invloed komen van wijn. In Leviticus staat daar de regels voor de priester voor.

Leviticus 10: 8-9. Toen zei de HEER tegen Aäron: ‘Jij en je zonen mogen geen wijn of andere drank drinken voor je naar de ontmoetingstent komt, anders sterven jullie. Deze bepaling blijft voor jullie en je nakomelingen voor altijd van kracht.

In de ontmoetingstent was er zoveel aanwezigheid van God dat het een manifesterende werking had op de mensen, die in de tent waren. <<verder uitzoeken>>

Dronken μεθύω (methyō)
In het Grieks is het woord voor dronken μεθύω methyō, Strong G3184, dit woord komt acht keer voor in zeven verzen. In vijf teksten heeft het een relatie met de Heilige Geest of een andere geestelijke betekenis.

Johannes 2:10. en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ [context is de bruiloft van Kana als Jezus water in wijn verandert]

Handelingen 2:11-13. Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

Blijkbaar is er meer aan de hand met de apostelen, en allen die bij hen waren, dan alleen dat ze op luide toon vreemde talen spraken. Als dat alleen aan de hand is, kom je niet op het idee dat men dronken is.

Handelingen 2: 15-17. Deze mensen zijn niet dronken, zoals u denkt; het is immers pas het derde uur na zonsopgang. Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël: “Aan het einde der tijden, zegt God, zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten.

De verklaring van Petrus is dat de geest is uitgegoten en blijkbaar heeft dat het effect dat mensen geraakt worden en zich zo gaan gedragen, dat het op dronkenschap lijkt.

In Openbaringen wordt tweemaal over dronken gesproken in negatieve zin, over dronken van de wijn van de ontucht (17:2) en dronken van het bloed van de heiligen (17:6). Dat laatste is een verwijzing naar Jesaja 49:26.

Er is ook nog een werkwoord dronken zijn μεθύσκω (methyskō), Strong G3182, dat woord komt drie keer voor in de Bijbel waarvan eenmaal in geestelijke betekenis namelijk:

Efeziërs 5:18-20. Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer  en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.

Waarom zou Paulus de verbinding maken met door de Geest vervulde zaken en ‘bedrinken’? Er zijn genoeg mensen die het dronken zijn in de Geest hebben ervaren: niet goed meer kunnen denken en niet zeker meer op je benen staan. Een aanraking van de Geest kan leiden tot het vallen in de Geest, zie daarvoor de volgende paragraaf.

Natuurlijk we moeten ook nuchter en waakzaam zijn. Er is een tijd voor dronken in de Geest en een andere tijd. Het lijkt me trouwens ook geen tegenstelling, je kunt dronken in de Geest zijn en tegelijker tijd geestelijke nuchter en waakzaam.

Waggelen נוּעַ (nuwa`)
In het Hebreeuws is er het woord נוּעַ (nuwa`) voor , Strong H5128, dat 42 keer voor komt in 36 verzen. Naast waggelen, kan in sommige gevallen ook met schudden of trillen worden vertaald.

Het woord wordt gebruikt bij het bidden van Hanna, zie vorige paragraaf en ook in de hierboven genoemde tekst van Jesaja 29. <<verder nog uitzoeken>>

Glanzen

Het glanzen kom je in zowel het Oude als het Nieuwe Testament tegen. Het is ook te zien in de vroeg christelijke kunst waar om het gezicht van Jezus, de apostelen en de heiligen een aureool werd geschilderd.

Allereerst komt dat doordat onze God een stralende verschijning is.
Psalm 76:5. Hoe stralend bent u, hoe machtig!
Ezechiël 8:4. Daar zag ik de stralende verschijning van de God van Israel

Glanzen קָרַן qaran
Het Hebreeuwse werkwoord קָרַן qaran, Strong H7160 komt vier keer voor, waarvan drie keer in Exodus 34. De NBV vertaalt met glanzen, de SV met glinsteren. Het woord kan ook de betekenis hebben van horens van een dier, wellicht zoals ook horen kunnen glinsteren. De betekenis van horens komt terug in Psalm 69:32. De Vulgata ‘gebruikte in Exodus 34 ook het (latijnse) woord voor horens. Dat is de reden waarom de beroemde Italiaanse beeldhouwer Michelangelo het beeld van Mozes maakte met twee horentjes.

Exodus 34:29-30. En het geschiedde, toen Mozes van de berg Sinaï afging (de twee tafelen der getuigenis nu waren in de hand van Mozes, toen hij van de berg afging), zo wist Mozes niet, dat het vel van zijn aangezicht glinsterde, toen Hij met hem sprak. 30 Toen nu Aäron en al de kinderen Israëls Mozes aanzagen, ziet, zo glinsterde het vel van zijn aangezicht; daarom vreesden zij tot hem toe te treden. [SV}

Exodus 34:34-35. Doch als Mozes voor het aangezicht des Heeren kwam, om met Hem te spreken, zo nam hij de bedekking af, totdat hij uitging; en nadat hij uitgegaan was, zo sprak hij tot de kinderen Israëls, wat hem geboden was. Zo zagen de kinderen Israëls het aangezicht van Mozes, dat het vel van het aangezicht van Mozes glinsterde; derhalve deed Mozes de bedekking weer op zijn aangezicht, totdat hij inging om met Hem te spreken. [SV]

<<hieronder nog verder uitwerken>>

Psalmen 34:9. Wie naar hem opzien, stralen van vreugde.
Spreuken 4:18. De weg van de rechtvaardigen is stralend als de zon die opkomt, hoger klimt, totdat de dag zijn licht verspreidt.
Jesaja 60:1. Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de Heer. [schitter komt van het Hebreeuwse werkwoord אוֹר (‘owr) Strong H215 en de luister van het zelfstandig naamwoord כָּבוֹד (kabowd), Strong H3519
Jesaja 60:5. Je zult stralen van vreugde als je het ziet, je hart zal van blijdschap overslaan.

Matteüs 17:2. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.
Lucas 9:26. Wanneer hij komt in de stralende luister die hemzelf, de Vader en heilige engelen omgeeft.

Uit 2 Korintiërs 3
De apostel Paulus komt er in zijn tweede brief aan de gemeente van Korintiërs terug. Hieronder een lang citaat uit deze brief uit de vertaling “Bijbel in Gewone taal”.

2 Korintiërs 3:7-9. De regels van de wet waren geschreven op twee stenen platen. Die regels lieten zien dat mensen straf verdienden. Zo bracht de wet uiteindelijk de dood. Toch kwam de wet op aarde met een schitterende glans. Want toen Mozes de wet meebracht, had zijn gezicht een hemelse glans. De Israëlieten konden er niet naar kijken! Maar dat was een glans die weer zou verdwijnen.

Opmerking: Als de wet al zo’n glans met zich meebracht, dan doet de heilige Geest dat natuurlijk helemaal!

2 Korintiërs 3:10-11. De hemelse glans die het volk van Israël zag, was heel bijzonder. Toch was die glans niets, vergeleken met de glans die wij nu zien. Want de glans die de wet meebracht, moest weer verdwijnen. Maar de hemelse glans die met Christus gekomen is, verdwijnt nooit.

2 Korintiërs 3:12-13. Ik vertrouw erop dat de glans die met ​Christus​ gekomen is, nooit verdwijnt. Ik vertel er open en eerlijk over. Ik doe niet zoals ​Mozes. Die deed een doek voor zijn gezicht. Hij wilde niet dat de Israëlieten zouden zien dat de glans op zijn gezicht weer verdween. Want dan zouden ze begrijpen dat de wet ook niet altijd zou blijven gelden.
Opmerking: de apostel Paulus voegt hier iets toe wat in het Oude Testament niet wordt vermeld.

2 Korintiërs 3:14-15. De Israëlieten hebben de heilige boeken nooit goed kunnen begrijpen, en ze begrijpen die nog steeds niet goed. Dat lukt pas als ze in Christus gaan geloven. Ook nu nog begrijpen de Israëlieten het niet goed als er voorgelezen wordt uit de wet van Mozes. Het lijkt wel alsof er een doek over hun verstand ligt.

2 Korintiërs 3:16-17. Maar telkens als er iemand gaat geloven in de Heer, wordt die doek weggehaald. Want wie gaat geloven in de Heer, ontvangt de heilige Geest. En de heilige Geest maakt mensen vrij, zodat ze alles kunnen begrijpen.

2 Korintiërs 3:18. Wij christenen zijn dus vrij. Wij hebben geen doek voor ons gezicht. Onze gezichten laten iets zien van de hemelse glans van de ​Heer. Want wij veranderen in nieuwe mensen, wij gaan steeds meer lijken op onze hemelse ​Heer. Daar zorgt de ​heilige​ Geest voor.

Niet meer in staat zijn

In een tweetal gevallen in de boeken van de Bijbel is het duidelijk dat ze door de aanwezigheid van God niet konden blijven staan of hun kracht verloren.

De eerste gaat over de inwijding van de tempel.

2 Kronieken 5:13-14. Het geschiedde dan, toen zij eenparig trompetten en zongen, om een eenparige stem te laten horen, prijzende en lovende de Heere; en toen zij de stem verhieven met trompetten, en met cimbalen, en andere muzikale instrumenten, en toen zij de Heere prezen, dat Hij goed is, dat Zijn weldadigheid is tot in eeuwigheid; dat het huis met een wolk vervuld werd, namelijk het huis des Heeren. En de priesters konden, vanwege die wolk, niet staan, om te dienen; want de heerlijkheid des Heeren had het huis Gods vervuld. [SV. NBV: De priesters konden hun dienst niet meer verrichten, want de majesteit van God vulde de hele tempel]

In de bijbel worden de werkwoorden יָכֹל  yakol, Strong H3201, kunnen, עָמַד amad Strong H5975 plaatsnemen en שָׁרַת sharath Strong H8334 dienen, gebruikt. De laatste in de betekenis van niet dienen. Je zou kunnen vertalen: ze konden niet plaatsnemen om te dienen. De reden is de aanwezigheid van de wolk. Wat het precies met de priesters deed staat er niet bij. Dat was henzelf wellicht ook niet duidelijk, maar ze waren niet in staat om hun dienst te doen.

Het andere voorbeeld gaat over de profeet Daniel nadat hij God had gezocht.

Daniel 10: 7-11  En ik, Daniël, alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote verschrikking viel op hen, en zij vluchtten, om zich te versteken. Ik dan werd alleen overgelaten, en zag dit grote gezicht, en er bleef in mij geen kracht over; en mijn sierlijkheid werd aan mij veranderd in een verderving, zodat ik geen kracht behield. En ik hoorde de stem van Zijn woorden; en toen ik de stem van Zijn woorden hoorde, zo viel ik in een diepe slaap op mijn aangezicht, met mijn aangezicht ter aarde. En ziet, een hand roerde mij aan, en maakte, dat ik mij bewoog op mijn knieën, en de palmen van mijn handen. En Hij zeide tot mij: Daniël, gij zeer gewenste man! merk op de woorden, die Ik tot u spreken zal, en sta op uw standplaats, want Ik ben alsnu tot u gezonden; en toen Hij dat woord tot mij sprak, stond ik bevende. [SV. Vervolgens krijgt Daniel profetieën over de eindtijd]

Vallen (Oude Testament)

In de boeken van de Bijbel gaat het diverse malen over vallen op je gezicht. Het vallen gebeurt een enkele keer in combinatie met lachen, juichen en diepe slaap.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1נָפַל nāp̄alWerkwoordH5307Vallen
Komt 435 keer voor in 403 verzen.
KJV: fall (318x), fall down (25x), cast (18x), cast down (9x), fall away (5x), divide (5x), overthrow (5x), present (5x), lay (3x), rot (3x), accepted (2x), lie down (2x), inferior (2x), lighted (2x), lost (2x), miscellaneous (22x).
2פָּנִים pānîmZelfstandig
naamwoord
mannelijk
H6440Gezicht, aangezicht, gelaat.
Komt 2127 keer voor in 1891 verzen
KJV: before (1,137x), face (390x), presence (76x), because (67x), sight (40x), countenance (30x), from (27x), person (21x), upon (20x), of (20x), …me (18x), against (17x), …him (16x), open (13x), for (13x), toward (9x), miscellaneous (195x).

De combinatie van deze twee woorden, vallen op je gezicht, נָפַל פָּנִים, naphal paniym, komt negentig keer voor in het Oude Testament.

Je kunt om diverse redenen op je gezicht gaan. Soms is het figuurlijk zoals bij Kain, die vond dat hij op zijn gezicht was gegaan bij het samen met Abel offeren (Genesis 4:5-6). Het kan ook gaan over die diepe buiging, die mensen maken in het Midden Oosten als ze elkaar ontmoeten. Dat is gebruikelijk daar en het is om respect en ontzag te tonen.

Maar als het gaat om respect voor een mens zijn de gebruikelijke woorden het werkwoord שָׁחָה (shachah), Strong H7812 een woord dat 172 keer voorkomt in 166 verzen en het werkwoord קָדַד (qadad), Strong H6915 dat 15 keer voorkomt in 15 verzen.

Maar als je de HEER ontmoet of een engel van de HEER ontmoet of een mens met de Geest van de HEER of er een enorme geestelijke aanwezigheid is vanwege doorbraak of strijd, dan kun je als persoon niet meer blijven staan. Jongeren zouden zeggen “dan ga je op je plaat”. Een uitstekende verwoording van deze Hebreeuwse woorden.

Vooral de moderne vertalers van de Bijbel hebben de neiging om de teksten alledaags en menselijk te maken. Daardoor verdwijnt de geestelijke manifestatie in de vertalingen en wordt het gewoontjes.

Als voorbeeld deze tekst in Genesis 17:1 uit de Statenvertaling en andere bekende Nederlandse vertalingen.

Genesis 17:1-4. Toen nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de Heere aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en wees oprecht! En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen. Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende: Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden! [Statenvertaling]

Bij deze vertalingen overkomt het Abram niet, maar hij doet het zelf.
NBG: Toen wierp Abram zich op zijn aangezicht
HSV: Toen wierp Abram zich met het gezicht ter aarde
Willibrord vertaling: Toen boog Abram diep neer
Het Boek: Abram wierp zich op de grond

En bij deze vertalingen doet Abram het zelf en het is bij deze vertaling ook een culturele uiting geworden. Niets bijzonders in het Midden Oosten.
NBV: Abram boog zich diep neer
Bijbel in Gewone Taal: Abram maakte een diepe buiging

En bij deze vertaling overkomt het Abraham, maar maakt men er een emotionele reactie van.
The Message: “Overwhelmed, Abram fell flat on his face”.

Genesis 17:17. Toen viel Abraham op zijn aangezicht, en hij lachte; en hij zeide in zijn hart: Zal een, die honderd jaren oud is, een kind geboren worden; en zal Sara, die negentig jaren oud is, baren? [SV]

Hier is de combinatie van vallen en lachen. In het Hebreeuws staat er: וַיִּצְחָ֑ק פָּנָ֖יו עַל־ אַבְרָהָ֛ם וַיִּפֹּ֧ל Als je de woorden van rechts naar links bekijkt, staat er:  way·yip·pōl (toen viel) abraham ‘al (op) pa-naw (gezicht) way·yiṣ·ḥāq (en lachte). Abraham noemt later zijn zoon Isaak. De naam Isaak is een verbuiging van de Hebreeuwse naam Jitschak, dat hij lachte of hij zal lachen betekent. Het lachen is blijkbaar zo belangrijk dat Abraham zijn zoon ernaar vernoemt.

Genesis 44:14-16. En Juda kwam met zijn broeders in het huis van Jozef; want hij was nog zelf aldaar; en zij vielen voor zijn aangezicht neer ter aarde [SV]. ‘Wat hebben jullie gedaan?’ verweet Jozef hun. ‘Beseften jullie niet dat een man als ik kan zien wat voor anderen verborgen is?’ Juda antwoordde: ‘Wat kunnen wij u hierop antwoorden, heer? Hoe kunnen we ons vrijpleiten? God heeft de misdaad van uw dienaren aan het licht gebracht. Wij zijn bereid uw slaaf te worden, mijn heer, niet alleen degene bij wie de beker is gevonden, maar wij allemaal.’ [NBV]

Deze geschiedenis, je zou dit hele verhaal moeten lezen, heeft een enorme impact op het geestelijk welzijn van het volk Israël. Men had, zoals men later met Jezus zou doen, hun door God aangewezen leider en broer Jozef willen vermoorden. Maar de HEER brengt hen in deze geschiedenis in de positie om aan het oordeel wat hen zou wachten een keer te brengen. Dit voorbeeld is dus vallen vanwege een persoon, een mens.

Leviticus 9:23-24. Toen ging Mozes met Aäron in de tent der samenkomst; daarna kwamen zij uit, en zegenden het volk; en de heerlijkheid des Heeren verscheen aan al het volk. Want een vuur ging uit van het aangezicht des Heeren, en verteerde op het altaar het brandoffer, en het vet. Toen het ganse volk dit zag, zo juichten zij, en vielen op hun aangezichten. [SV. Hier zie je twee soorten geestelijke uitingen juichen en vallen. In één samenkomst]

Numeri 14:4-5. En zij zeiden de een tot de ander: Laat ons een hoofd opwerpen, en weerkeren naar Egypte! Toen vielen Mozes en Aäron op hun aangezichten, voor het aangezicht van de ganse gemeente van de vergadering van de kinderen Israëls. [SV. Hier zie je het vallen vanwege een botsing tussen de geestelijke rijken het licht en de duisternis]

Numeri 16:3-4. En zij vergaderden zich tegen Mozes, en tegen Aäron, en zeiden tot hen: Het is te veel voor u, want deze ganse vergadering, zij allen, zijn heilig, en de Heere is in het midden van hen; waarom dan verheft gij u over de gemeente des Heeren? Toen Mozes dit hoorde, zo viel hij op zijn aangezicht. [SV. Ook hier die botsing en nog wel met een vrome smoes]

Numeri 16:20-22. En de Heere sprak tot Mozes en tot Aäron, zeggende: Scheidt u af uit het midden van deze vergadering, en Ik zal hen als in een ogenblik verteren! Maar zij vielen op hun aangezichten, en zeiden: O God! God der geesten van alle vlees! een enig man zal gezondigd hebben, en zult Gij U over deze ganse vergadering grotelijks vertoornen? [SV]

Numeri 16:44-45. Toen sprak de Heere tot Mozes, zeggende: Maak u op uit het midden van deze vergadering, en Ik zal hen verteren, als in een ogenblik! Toen vielen zij op hun aangezichten. [SV]

Numeri 20:6. Toen gingen Mozes en Aäron van het aangezicht der gemeente tot de deur van de tent der samenkomst, en zij vielen op hun aangezichten; en de heerlijkheid des Heeren verscheen hun. [SV]

Jozua 5:13-15. Voorts geschiedde het, toen Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem, Die een uitgetrokken zwaard in Zijn hand had. En Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij van ons, of van onze vijanden? En Hij zeide: Neen, maar Ik ben de Vorst van het heer des Heeren: Ik ben nu gekomen! Toen viel Jozua op zijn aangezicht ter aarde en aanbad, en zeide tot Hem: Wat spreekt mijn Heere tot Zijn knecht? Toen zeide de Vorst van het heer des Heeren tot Jozua: Trek uw schoenen af van uw voeten; want de plaats, waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed alzo. [SV]

Jozua 7:6 en 10 6 Toen verscheurde Jozua zijn klederen, en viel op zijn aangezicht ter aarde, voor de ark des HEEREN, tot de avond toe, hij en de oudsten van Israël; en zij wierpen stof op hun hoofd. 10 Toen zeide de HEERE tot Jozua: Sta op; waarom ligt gij dus neer op uw aangezicht? [SV]

Het vallen was een initiatief van Jozua naar aanleiding van de verloren slag om Ai. Hier wekt de HEER Jozua op om stappen te zetten. Sta op. Dat kan dus ook.

Richteren 13:20. En het geschiedde, toen de vlam van het altaar opvoer naar de hemel, zo voer de Engel des Heeren op in de vlam van het altaar. Toen Manóach en zijn vrouw dat zagen, zo vielen zij op hun aangezichten ter aarde. [SV. Het gaat hier over de ouders van Simson. Een bovennatuurlijk verschijnsel kan voor ons mensen leiden tot vallen, dat kan hier aan de orde zijn geweest]

Twee keer ging het beeld van de god Dagon van Asdod op zijn plaat omdat hij in de nabijheid van de ark was.

1 Samuel 5:3-4. Maar toen die van Asdod de volgende dag vroeg opstonden, ziet, zo was Dagon op zijn aangezicht ter aarde gevallen voor de ark des Heeren. En zij namen Dagon en zetten hem weer op zijn plaats. Toen zij nu de volgende dag des morgens vroeg opstonden, ziet, Dagon lag op zijn aangezicht ter aarde gevallen voor de ark des Heeren; maar het hoofd van Dagon, en de beide palmen van zijn handen afgehouwen, aan de dorpel; alleen was Dagon daarop overgebleven. [SV]

Dan een tekst, die erover gaat dat vijanden vallen en zo gemakkelijk kunnen worden gedood.

1 Samuel 14:12-13. Verder antwoordden de mannen van de bezetting aan Jónathan en zijn wapendrager, en zeiden: Klimt op tot ons, en wij zullen het u wijs maken. En Jónathan zeide tot zijn wapendrager: Klim op achter mij, want de Heere heeft hen gegeven in de hand van Israël. Toen klom Jónathan op zijn handen en op zijn voeten, en zijn wapendrager hem na; en zij vielen voor Jónathans aangezicht, en zijn wapendrager doodde ze achter hem. [SV]

Opvallend is dat er ongeveer hetzelfde gebeurt bij David en Goliath alleen was het toen een door de Geest geleide steen die Goliath raakte.

1 Samuel 17:49. En David stak zijn hand in de tas, en hij nam een steen daaruit, en hij slingerde, en trof de Filistijn in zijn voorhoofd; zodat de steen zonk in zijn voorhoofd, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde. [SV]

Ook bij de geschiedenis van het profeteren van de boden van Saul, zie hoofdstuk in geestvervoering raken, gaat Saul zelf ook profeteren en valt voor het aangezicht van Samuel. Bloot nog wel.

1 Samuel 19:24. En hij trok zelf ook zijn klederen uit, en hij profeteerde zelf ook, voor het aangezicht van Samuël; en hij viel bloot neer die zelfde ganse dag, en de ganse nacht. Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten? [SV]

Van koning David ook een voorbeeld van vallen voor een oordeel, namelijk toen David het volk had laten tellen.

1 Kronieken 21:16. Toen David zijn ogen ophief, zo zag hij de engel des Heeren, staande tussen de aarde en tussen de hemel, met zijn uitgetrokken zwaard in zijn hand, uitgestrekt over Jeruzalem; toen viel David, en de oudsten, bedekt met zakken, op hun aangezichten.

De volgende tekst gaat over de strijd tussen de priesters van Baäl en de profeet Elia.

1 Koningen 18:38-40. Toen viel het vuur des Heeren, en verteerde dat brandoffer, en dat hout, en die stenen, en dat stof, ja lekte dat water op dat in de groeve was. Toen nu het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, en zeiden: De Heere is God, de Heere is God! En Elía zeide tot hen: Grijpt de profeten van Baäl, dat niemand van hen ontkome. En zij grepen ze; en Elia voerde hen af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar. [SV]

Het hoofdstuk van de volgende tekst staat bol van de manifestaties van de HEER. Hier de tekst over de aanleiding en het gevolg.

2 Kronieken 20:3 en 18.  3 Jósafat nu vreesde [vanwege de legers van zijn vijanden], en stelde zijn aangezicht, om de Heere te zoeken; en hij riep een vasten uit in gans Juda. 18 Toen neigde zich Jósafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neer voor het aangezicht des Heeren, aanbiddende de Heere. [SV]

Van de profeten is het Ezechiël degene die regelmatig valt en we lezen het ook van de profeet Daniel.

Ezechiël 1:28. Gelijk de gedaante van de boog, die in de wolk is ten dage van de plasregen, alzo was de gedaante van de glans rondom; dit was de gedaante van de gelijkenis van de heerlijkheid des Heeren; en toen ik het zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde een stem van Een, Die sprak.

Ezechiël 3:23. En ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de heerlijkheid des Heeren stond aldaar, gelijk de heerlijkheid, die ik gezien had bij de rivier Chebar; en ik viel op mijn aangezicht.

Twee teksten gaan over de reactie van Ezechiël, bij het zien van de nieuwe tempel.

Ezechiël 43:3. En alzo was de gedaante van het gezicht, dat ik zag, gelijk het gezicht, dat ik gezien had, toen ik kwam, om de stad te verderven; en het waren gezichten, als het gezicht, dat ik gezien had aan de rivier Kebar; en ik viel op mijn aangezicht.
Ezechiël 44:4. Daarna bracht hij mij naar de weg van de noorderpoort, voor aan het huis; en ik zag, en ziet, de heerlijkheid des Heeren had het huis des Heeren vervuld; toen viel ik op mijn aangezicht.

Tenslotte het vallen en het komen in diepe slaap als de profeet Daniel de aartsengel Gabriel ontmoet.

Daniel 8:16-18. En ik hoorde tussen Ulai de stem van een mens, die riep en zeide: Gabriël! geef deze het gezicht te verstaan. En hij kwam naast de plaats, waar ik stond; en toen hij kwam, verschrikte ik, en viel op mijn aangezicht. Toen zeide hij tot mij: Versta, gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot de tijd van het einde. Toen hij nu met mij sprak, viel ik in een diepe slaap op mijn aangezicht ter aarde; toen roerde hij mij aan, en hij stelde mij op mijn standplaats.

Vallen (Nieuwe Testament)

Ook in het Nieuwe Testament lezen we dat mensen vallen en om er nog iets aan toe te voegen ook neervallen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1προσπίπτω prospiptōWerkwoordG4363Neervallen
Komt 8 keer voor in 8 verzen.
KJV: fall down before (5x), beat upon (1x), fall down at (1x), fall (1x).
2πίπτω
piptō
WerkwoordG4098Vallen
Komt 90 keer voor in 85 verzen
KJV: fall (69x), fall down (19x), light (1x), fail (1x).

De combinatie van de Griekse woorden προσπίπτω prospiptō, Strong G4363 ‘vallen voor’ en αὐτός autos G846 ‘hem’, vallen voor hem, komt zes keer voor, hier staan deze teksten.

Marcus 3:11. Telkens als de onreine geesten hem zagen, vielen ze voor hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’

Dit gaat over de bloed vloeiende vrouw.
Marcus 5:33. De vrouw , die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid.
Opmerking: deze tekst staat ook in Lukas 8:47.

Dit gaat over de Syro Fenicische vrouw.
Marcus 7:25. Integendeel, er kwam al meteen een vrouw die over hem gehoord had naar hem toe, en zij viel voor zijn voeten neer. Ze had een dochter die door een onreine geest bezeten was.

Dit gaat over de wonderbare visvangst.
Lukas 5:8. Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.

Dit gaat over de bezeten man in het gebied van de Gerasenen.
Lucas 8:28. Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor hem neer en riep luidkeels: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek je, doe me geen pijn!’

Het lijkt me goed om er vanuit te gaan dat ze vielen vanwege de autoriteit van Jezus en dat ze niet vielen omdat ze respect voor Jezus hadden. eerste door mensen, die door demonen bezeten zijn. Ze vallen voor Jezus neer.

De andere twee keer dat het woord prospiptō wordt gebruikt gaat het om het neervallen van de regen op de huis op de rots en het huis op het zand en op deze tekst.

Handelingen 16:28-30. Maar Paulus riep met grote stem, zeggende: Doe uzelf geen kwaad; want wij zijn allen hier. En toen hij licht geëist had, sprong hij naar binnen, en werd zeer bevende, en viel voor Paulus en Silas neer aan de voeten; En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?  [SV]

Vallen πίπτω (piptō)
Er wordt nog een ander Grieks woord gebruikt voor vallen, namelijk πίπτω piptō, Strong G4098. Dat woord is gebruikt bij de verheerlijking op de berg, de gevangenneming van Jezus, de bekering van Paulus en bij Johannes op Patmos.

Matteus 17:5-7. Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb: hoort Hem!  En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet. [SV]

In deze tekst staat er in het Grieks πίπτω piptō, Strong G4098, vallen, ἐπί epi Strong G1909, op, αὐτός autos, Strong G846, hun en πρόσωπον prosōpon Strong G4383 gezicht. Dus: vallen op hun gezicht.

De combinatie vallen en gezicht met deze woorden komt verder nog zeven keer voor en lijkt in de volgende onderstaande verzen van 1 Korintiërs en Openbaringen 7:11 en 11:16 ook te komen door de bovennatuurlijke kracht van God.

Het citaat van deze tekst komt uit twee vertalingen.
1 Korintiërs 14:23-25. Wanneer namelijk de hele gemeente samenkomt en iedereen zich in klanktaal uit, zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken dan niet zeggen dat u krankzinnig bent? Maar profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. [NBV] 25 En alzo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar; en alzo, vallende op zijn aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God waarlijk onder u is. [SV]

Opmerking: zou in die charismatische gemeente van Korinte bezoekers vallen onder de aanwezigheid van God?

Openbaringen 7:11. En al de engelen stonden rondom de troon, en rondom de ouderlingen en de vier dieren; en vielen voor de troon neer op hun aangezichten, en aanbaden God. [SV]

Openbaringen 11:16. En de vier en twintig ouderlingen, die voor God zitten op hun tronen, vielen neer op hun aangezichten, en aanbaden God. [SV]

Hierboven ging het in alle gevallen om vallen op je gezicht. Hieronder nog vier teksten, die gaan over vallen.

Het gaat hier om de apostel Johannes, die iets ziet dat er uitziet als een mens.
Openbaring 1:17. Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste.

Openbaring 5:8. En toen Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neer, hebbende elk citers en gouden schalen, zijnde vol reukwerk, welke zijn de gebeden der heiligen. [SV]

Openbaringen 5:14. En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neer, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid. [SV]

Openbaringen 19:4. En de vier en twintig ouderlingen, en de vier dieren vielen neer, en aanbaden God, Die op de troon zat, zeggende: Amen, Halleluja! [SV]

Vallen op de grond
Er zijn een drietal teksten, die gaan over vallen op de grond, met drie variaties van het woord, dat voor grond wordt gebruikt.

Johannes 18:4b-6. Hij liep naar hen toe en vroeg: ‘Wie zoeken jullie?’ Ze antwoordden: ‘Jezus uit Nazaret.’ ‘Ik ben het,’ zei Jezus, terwijl Judas, zijn verrader, erbij stond. Toen hij zei: ‘Ik ben het,’ deinsden ze achteruit en vielen op de grond.
Opmerking: het Griekse woord voor grond is hier χαμαί (chamai) Strong G5476.

Handelingen 9:3-9. Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’ De mannen die met Saulus meereisden, stonden sprakeloos; ze hoorden de stem wel, maar zagen niemand.  Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. Zijn metgezellen pakten hem bij de hand en brachten hem naar Damascus. Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet.
Opmerking: het Griekse woord voor grond is hier γῆ gē, Strong G1093 dat je ook met aarde kan vertalen.

In Handelingen 22:6 verhaald Paulus deze geschiedenis nogmaals, alleen gebruikt Lucas hier  ἔδαφος edaphos, Strong G1475 als woord voor grond.   

Opvallend is het verschil in ervaring van Paulus en de mensen, die bij hem waren. De drie dagen blind lijken op de situatie van Zacharias, die enkele maanden niet kon spreken.

Wat kunnen we van deze teksten leren?

Waarom vallen de mensen neer?

Opheffen/Springen/Meenemen

Er staan diverse woorden in de Bijbel die erover gaan dat mensen op een bovennatuurlijke manier worden bewogen.

Opheffen נָשָׂא nasa’
In het Hebreeuws komt het woord נָשָׂא nasa’ Strong H5375 voor, het betekent opheffen. Wel apart dat het Amerikaanse ruimtevaart bedrijf ook NASA heet.

Job 30:22. U tilt me op en laat me rijden op de wind, uw woedende storm schudt mij heen en weer.

Ezechiël 3:12-15. Toen hief een geest mij op, en ik hoorde achter mij een zwaar dreunend geluid: ‘De luister van de HEER zij geloofd in zijn woning!’ Het was het geluid van de vleugels van de wezens die elkaar raakten, en van de wielen naast hen; het klonk als een hevig dreunen. De geest hief mij op en voerde mij weg. Bitter gestemd en ontdaan ging ik mee; de hand van de HEER had mij vastgegrepen. Ik kwam weer in Tel-Abib, bij de ballingen die wonen bij het Kebarkanaal. Daar zat ik zeven dagen verdoofd [שָׁמֵם shamem Strong H8074, hiervoor besproken] in hun midden.

In Ezechiël 8:3, 11:1, 11:24, 43:5 staat ook dat de profeet door de Geest wordt opgeheven.

In de Opwekking bundel komt het lied “Til mij op” voor. Nummer 581.

Springen σκιρτάω skirtaō
In het Grieks komt drie keer het woord σκιρτάω (skirtaō), Strong G4640 springen voor.

Lukas 1:41. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest.

Lukas 1:44. Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.

Lukas 6:22-23. Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen. Wees verheugd als die dag komt en spring op van blijdschap, want jullie zullen rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat hun voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.  

Weggedragen worden in de geest ἀπήνεγκέν με ἐν πνεῦμα  apenenken me en pneuma
Openbaringen 17:3. En hij [een van de zeven engelen] bracht mij weg in een woestijn, in de geest, en ik zag een vrouw, zittende op een scharlakenrood beest, dat vol was van namen der godslastering, en het had zeven hoofden en tien hoornen. [SV, de NBV heeft vervoering en meenemen]

Openbaringen 21:10. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalende uit de hemel van God. [SV, de NBV heeft vervoering en meenemen]

Handelingen 8:39-40. Toen ze uit het water kwamen, greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer, maar vervolgde zijn weg vol vreugde. Filippus kwam terecht in Azotus; van daar reisde hij verder en verkondigde in alle steden het evangelie, tot hij in Caesarea aankwam [hier staat het Griekse werkwoord ἁρπάζω harpazō, Strong G726 dat grijpen betekent]

Lachen/roepen/luid gejuich

Er staan diverse woorden in de Bijbel die erover gaan dat mensen zich op een bovennatuurlijke manier uiten.

Lachen צָחַק (tsachaq)
Het werkwoord צָחַק (tsachaq), Strong H6711 komt 13 keer voor in 12 verzen. Het gaat vooral om uitlachen of schamper lachen, maar een enkele keer niet.

Dit gebeurde, nadat de HEER met Abraham sprak.
Genesis 17:17. Toen viel Abraham op zijn aangezicht, en hij lachte; en hij zeide in zijn hart: Zal een, die honderd jaren oud is, een kind geboren worden; en zal Sara, die negentig jaren oud is, baren? [SV].

Lachen en vrolijk zijn
De combinatie van de werkwoorden שׂוּשׂ suws, Strong H7797 blij zijn en  שָׂמַח samach Strong H8055 verblijden, komt vier keer voor, waarvan twee keer naar mijn idee met een bovennatuurlijke duiding.

Psalm 40:17. Wie bij u hun geluk zoeken zullen lachen en vrolijk zijn, wie van u hun redding verwachten zullen steeds weer zeggen: ‘Groot is de HEER.’
Psalm 70:5. Wie bij u hun geluk zoeken zullen lachen en vrolijk zijn, wie van u hun redding verwachten zullen steeds weer zeggen: ‘God is groot!’

Verder komt het woord שְׂחוֹק (sĕchowq), het lachen/lachbui, Strong nummer H7814 15 keer voor in 14 verzen, waarvan twee keer naar idee met een bovennatuurlijke duiding.

Job 8:20-21. Maar nooit zal God onschuldigen verachten, nooit zal hij hem die kwaad doet sterken. Eens zal hij je mond weer vullen met gelach, de vreugde van je lippen laten klateren [tĕruw`ah zie hieronder].

Psalm 126:2. Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De Heere heeft grote dingen aan dezen gedaan. [SV]

Hard geluid תְּרוּעָה (tĕruw`ah)
In het Hebreeuws staat er ook nog het woord תְּרוּעָה (tĕruw`ah), Strong H8643 wat in het Engels met shouting wordt vertaald. Wat is een goed Nederlands woord? Luid gejuich? Het woord komt 36 keer voor in 33 verzen <<ik heb nog niet alle teksten bekeken>>

Job 33:26. Hij zal tot God ernstig bidden, Die in hem een welbehagen nemen zal, en zijn aangezicht met gejuich aanzien. [SV]

Psalm 33:3. Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal. [SV]
Opmerking: de KJV: Sing unto him a new song; play skilfully with a loud noise

Groot geluid גָּדוֹל (gadowl) en קוֹל (qowl)

De combinatie גָּדוֹל (gadowl), Strong H1419 groot en קוֹל (qowl) Strong H6963 geluid, komt 47 keer voor in de Hebreeuwse tekst. Onderstaande tekst is een voorbeeld waar dit woord in voorkomt.

Ezechiël 11:13. Terwijl ik nog aan het profeteren was stierf Pelatja, de zoon van Benaja. Ik wierp me voorover en schreeuwde: ‘Ach HEER, mijn God, gaat u nu ook de rest van het volk nog vernietigen?’

Ook in het Nieuwe Testament zullen er voorbeelden zijn van bovennatuurlijk roepen, schreeuwen of lachen. << nog uitzoeken>>

Lucas 6:21. Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen.

Er komt iets op je

Lukas 3:21-22. Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’

In dit geval is het een duif en een stem uit de hemel.
<<verder nog niet uitgezocht>>

Overwegingen

Op internet is veel te lezen over de manifestaties die in deze studie beschreven. Het zijn vooral kritische geluiden. Manifestaties passen niet in ons westerse wereldbeeld waarin voor de onzichtbare wereld niet of nauwelijks plaats is en dus ook niet als die onzichtbare wereld in de onze zichtbaar is.

Er zijn ook geestelijke manifestaties die ontstaan omdat de duisternis wordt geconfronteerd met het Koninkrijk van God. Wilkin van der Kamp noemt dat demonische manifestaties. Ze ontstaan door een waarheidsconfrontatie.

Om dat te kunnen beoordelen wat de bron is van de manifestatie is de gave van onderscheid nodig. Hier twee teksten, die helpen bij het beoordelen van manifestaties:
1 Samuel 16:7. Jij kijkt naar het uiterlijk, maar Ik kijk naar het hart.
Jesaja 55:9. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.

Er zullen veel mensen zijn, ook van de kerk, die dit nog nooit bij een ander hebben gezien of gehoord en ook niet bij zichzelf hebben meegemaakt. Toch schrijft de Bijbel over die werkingen van de Geest zeer regelmatig.

Omdat vertalingen er vaak ook iets gewoons van die manifestaties maken, is het te begrijpen dat ons dit onderwerp in de Bijbel ontgaat.

In het Bahai geloof worden de manifestaties van God worden gezien als persoonlijkheden, incarnaties van God. Geen gewone stervelingen maar tussenpersonen die tegelijkertijd menselijk en goddelijk zijn. Jezus Christus zou volgens hen zo’n manifestatie kunnen zijn.

Andere bronnen

Er zijn diverse boeken waar allerlei bijzondere manifestaties aan de orde komen zoals:
– het boek van Bill Johnson met als titel ‘Wanneer de hemel doorbreekt op aarde’ met als ondertitel ‘Leven in Gods bovennatuurlijke kracht’.
– het boek van T.L. Lowery met als titel ‘Walking in the supernatural’ met als ondertitel ‘Receiving Spiritual Power for a Miraculous Life’.

Enkele boeken gaan over geschiedenissen van opwekkingen zoals:
– het boek van Roberts Liardon met als titel: ‘Als het vuur ontbrandt’ en ondertitel: ‘De opwekking van Azusa street’.
– het boek van Mel Tari met als titel ‘Een geweldige wind’ en ondertitel ‘Opwekking in Indonesië’.

Samenvatting

Wat kwam er allemaal aan de orde? In extase/trance zijn, in geestvervoering raken, dronken in de Geest, glans en luister, niet meer in staat zijn, vallen, opheffen, springen, meenemen en lachen, roepen, luid gejuich en er komt iets op je.

De Statenvertaling heb ik gemerkt, probeert die geestelijke dingen getrouw te vertalen hoewel de geleerden er destijds waarschijnlijk ook weinig van begrepen. De NBV maakt er soms iets alledaags van. De Statenvertaling laat mensen vallen in de nabijheid van God, de NBV laat diezelfde mensen zich neerbuigen, dat ziet er dan weer heel menselijk uit.

De Bijbel heeft geen theologie over manifestaties. Al die voorbeelden van manifestaties in deze studie zijn beschrijvingen van wat in werkelijkheid gebeurde. Het is ook niet zo dat mensen zochten of verlangden naar manifestaties. Het waren mensen, die zochten Gods wil te doen en een God, die iets bijzonders wilde doen en dan gebeurden er ‘rare’ dingen.

Deze studie heeft dan ook niet het doel het zoeken naar manifestaties aan te sporen. Nee, maar wel om manifestaties te herkennen en daardoor te weten hoe je er tegenover moet  staan. En nog meer, als dit soort dingen gebeuren dat je weet dat de geestelijke wereld dichtbij is. En als het een uitstorting van de Geest is dan weet je dat op dat moment de kerk vernieuwt en dat er daardoor weer hoop voor de wereld is.

Verder is het goed om te weten dat in het ene tijdperk meer manifestaties zijn dan in het andere, maar dat het van alle tijden is, zeker ook van onze tijd.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.