In de kerken heerst de opvatting dat je na dit leven naar de hemel of naar de hel gaat. Klopt die opvatting wel? Aan het eind van deze les is er een soort conclusie. Maar eerst gaan we kijken wat er in de Bijbel staat over het leven na dit leven.
De tekst hieronder kun je voor jezelf als studie gebruiken. Je kunt het ook als lesmateriaal gebruiken om het onderwerp het leven na dit leven over te dragen. Mijn ervaring is dat dit niet in één les kan. Voor christenen drie avonden denk ik. En voor niet christenen nog meer.
Dat komt dan vooral omdat het voor een deel af zal wijken van bestaande denkbeelden. En je dingen zal willen nazoeken en uitzoeken en bediscussiëren. Als ondersteuning is de studie over de hemel en de studie over het dodenrijk, die ook op deze site staan bedoeld.
Na de introductie zijn er tien blokjes met inhoud, zie inhoudsopgave.
Mogelijke introductie
Je kunt natuurlijk allerlei introducties gebruiken. Hieronder een voorbeeld.
Als je gaat vragen aan mensen: ‘Waar ga je naar toe na dit leven’, dan kun je dit antwoord krijgen: ‘Naar de hemel of naar de hel’. Maar uit onderzoek blijkt dat er zijn heel wat mensen zijn, die niet meer in de hel geloven dat er een hel is. Uit onderzoek blijkt trouwens dat een grotere groep nog wel gelooft in de hemel.
Onderzoeken laten zien hoe mensen er over denken. Natuurlijk niet wat de werkelijkheid is. Als er een hel is, dan zal die hel er zich weinig van aantrekken of de mensen er nu wel of niet in geloven.
Enkele tientallen jaren was er in Nederland een grote groep, die de overtuiging had: ‘dood is dood’. Als je lichaam sterft, is hun bewering, dat stopt het ook met je persoonlijkheid. Omdat dit toch wel vreemd is, hebben veel mensen in onze tijd de overtuiging dat de overledenen nog steeds om ons heen zijn en ons kunnen zien. En dat we ze later ook nog kunnen zien.
Deze les wil overdragen wat er in de Bijbel staat over waar we naar toe gaan na dit leven. Dat is nog een best ingrijpend verhaal dat ook binnen de kerk redelijk onbekend is.
<<Het was al eeuwen van te voren geduid en na deze gebeurtenis kwam er licht over bij de volgelingen van Jezus en later nog meer inspiratie van de Heilige Geest over dit onderwerp. Het zijn woorden, flarden en beelden, Geen precieze beschrijvingen.
In het resterende deel van dit artikel gaat het er over wat Jezus heeft gedaan en bewerkt en wat dit tot gevolg heeft voor mensen. En hoe het is voor de mensen, die niet in de Heer leven.>>
Wat Jezus voor ons heeft bereikt.
Er heeft tweeduizend jaar geleden een verandering plaats gevonden in waar we als mensen na ons leven naar toegaan. En dat heeft Jezus voor ons gerealiseerd.
Het heeft te maken met al een eeuwenlange gelden opgestelde belijdenis van de kerk over Jezus ‘nedergedaald ter helle, opgestaan van de doden en een eeuwig leven’.
Hieronder schrijft de apostel Paulus over vier dingen. Punt 1 dat Jezus afdaalde en opsteeg. Dat weten we van zijn ‘nederdaling ter helle’, van zijn opstanding en zijn hemelvaart. Punt 2 is dat Jezus ‘gevangenen’ meevoerde. Dat zijn hen, die in het dodenrijk gevangen gehouden werden. Zie daarover in het volgende punt meer. Punt 3 dat het een enorme ‘genade’ is, een gave aan de mensen. En dat klopt ook, we hoeven niet meer naar het dodenrijk als gevangenis. Punt 4, Jezus vult de hemelsferen met zijn aanwezigheid en werkt in deze wereld door apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraren.
Efeziërs 4:7-11. Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft. Daarom staat er: ‘Toen Hij opsteeg naar omhoog, voerde Hij gevangenen mee en schonk Hij gaven aan de mensen.’ ‘Hij steeg op’ – wat betekent dat anders dan dat Hij ook is afgedaald naar wat lager ligt, naar de aarde? Hij die is afgedaald is dezelfde als Hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. En Hij is het die zowel apostelen heeft aangesteld als profeten, zowel verkondigers van het evangelie als herders en leraren.
Opmerking: de genade van vers 1 is de vertaling van charis, kun je ook met gave vertalen. Wat Jezus voor ons doet is een gift, een gave, een geschenk.
De zin van de apostel, die begint met daarom meldt in de HSV vertaling dat de gevangenis gevangen wordt genoemd.
Efeziërs 4:8. Daarom zegt Hij: Toen Hij opvoer in de hoogte, nam Hij de gevangenis gevangen en gaf Hij gaven aan de mensen. [HSV]
Opmerking: met de gevangenis, dat is de plaats waar mensen vast worden gehouden wordt volgens mij het dodenrijk bedoeld.
Met de woorden ‘daarom zegt’ in deze zin, wijst de apostel op een tekst in het Oude Testament van Psalm 68.
Psalm 68:19. U bent opgevaren naar omhoog, U hebt gevangenen weggevoerd. [HSV]
Even teruggrijpen op de missie van Jezus.
In het begin van zijn bediening zegt Jezus al dat zijn taak is om gevangenen hun vrijlating bekend te maken.
Lukas 4:18-19. De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
De gevangenen vrij te laten is een breed begrip. Jezus zal dit voor wat betreft de gevangenis van het dodenrijk doen door naar het hart van de aarde te gaan.
Matteüs 12:40. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven.
Hel en dodenrijk
Tot nu toe is het woord dodenrijk al enkele keren gevallen. Wat zegt de Bijbel over het dodenrijk of de hel zoals de SV en de HSV dat noemt?
Het Oude Testament noemt 65 keer het woord sjeool dat je met dodenrijk kunt vertalen. Het idee dat de mensen naar hun dood als schimmen of geesten naar het dodenrijk gaan is de gedachte van het Oude Testament. Het Nieuwe Testament noemt elf keer het woord hades. Dat woord heeft dezelfde betekenis.
Het idee van de Bijbel over het dodenrijk sluit aan bij wat in die oude tijden algemene kennis was. Niet alleen in Israël, maar ook in de omringende landen, ook in Griekenland en zelfs bij onze voorouders de Germanen. In Griekenland werd het dodenrijk de hades genoemd. En bij de Germanen de hel.
Naar het dodenrijk ging iedereen. Dat geldt ook voor de vrome mensen in de tijd van het Oude Testament. Ook Jacob, ook David. En Jezus vertelt in het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus dat ook Abraham in het dodenrijk was.
Het is in de Bijbel een vanzelfsprekendheid, een onvermijdelijkheid, dat iedereen na zijn dood in de sjeool beland. Zoals in deze tekst van het boek Job.
Job 7:9. Zoals wolken verwaaien en verdwijnen, zo daalt de mens voorgoed af in het dodenrijk.
Alleen het blijkt in dat verhaal dat er verschillende afdelingen zijn. En dat er tussen de rijke man en de arme Lazarus een kloof was. Waar Lazarus was, dat was een relatief goede plek en waar de rijke man was juist niet.
Dat idee van die verschillende afdelingen tref je aan in de Bijbel, ook in boeken in de Middeleeuwen, zoals in het boek <<>> en ook in de Joodse boeken.
De laatste eeuwen is de betekenis van het woord hel steeds meer op het verschrikkelijke van de hel komen te liggen. Er werd zelfs bedacht dat je eeuwig brand in het vuur. Behoorlijk sadistisch. Door het vuur blijft er normaliter toch alleen as over?
De vertalers van de Bijbel hebben er twee oplossingen voor gekozen. De NBG introduceerde als eerste het woord ‘dodenrijk’. Dat lokte protest uit. De latere HSV bleef het woord hel gebruiken, maar als dat te streng was dan maakte men er het woord ‘graf’ van.
De diepste laag van het dodenrijk, daar gaat het ook wel eens over in de Bijbel zou je wel terecht met het woord hel kunnen vertalen.
Toch gloort in het Oude Testament reeds de gedachte dat ontsnappen aan het dodenrijk mogelijk is. Zoals in deze teksten.
1 Samuel 2:6. De HEER doet sterven en doet leven, zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog.
Ook Koning David wilde ontsnappen van het dodenrijk.
Psalm 49:16. Maar mij zal God vrijkopen uit de macht van het dodenrijk, mij zal hij wegnemen.
Er zijn er trouwens ook wel enkelingen, die aan de weg naar het dodenrijk ontsnappen. Henoch, die leefde in de tijd voor Noach. En wellicht Mozes omdat zijn graf nooit werd gevonden. En Elia, die werd meegenomen naar omhoog.
Pas na de opstanding van Jezus is er voor de gelovigen de mogelijkheid om het dodenrijk te ontlopen. Jezus heeft zelfs de sleutels van de dood en het dodenrijk.
Gevolgen voor het paradijs
Voor de joden in de tijd van Jezus was het paradijs het bovenste gedeelte van het dodenrijk. Een relatief mooie plek. Dat was het deel waar o.a. Abraham was.
Aan de moordenaar van het kruis profeteerde Jezus dat hij met hem in het paradijs zou zijn.
Lucas 23:43. Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’
Maar na de opstanding van Jezus is er iets ingrijpends met het dodenrijk gebeurt. Uit de tweede brief van de apostel Paulus aan de Korintiërs kunnen we over het resultaat lezen.
Als Paulus namelijk over het paradijs spreekt, dan zegt hij dat het in de derde hemel is. Daar waar God is.
2 Korintiërs 12:1-5. Ik word er wel toe gedwongen hoog van mezelf op te geven. Daarom zal ik, hoewel het geen enkel doel dient, het hebben over visioenen en openbaringen die de Heer ons schenkt. Ik ken een volgeling van Christus die veertien jaar geleden tot in de derde hemel werd weggevoerd – in zijn lichaam of buiten zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen. Maar ik weet dat deze man – in zijn lichaam of zonder zijn lichaam, dat weet ik niet, dat weet God alleen – werd weggevoerd tot in het paradijs en dat hij daar woorden hoorde die door geen mens mogen worden uitgesproken. Van zo iemand wil ik hoog opgeven. Wat mijzelf betreft zal ik me slechts op mijn zwakheid laten voorstaan.
Dus wat is er gebeurd? Een deel van het dodenrijk, het paradijs deel is in de hemel terecht gekomen. Daar zal ook wel de moordenaar, die aan het kruis hing samen met Jezus terecht gekomen zijn.
Gevolgen voor de gevangenen uit de voortijd.
Voor ons is de voortijd niet meer in beeld. Het gaat dan om de tijd van voor de zondvloed. In die tijd weigerden de mensen om te gehoorzamen. Het lijkt er op of ze in een aparte ruimte zijn in het dodenrijk.
Maar Jezus gaat daar verkondigen.
1 Petrus 3:19-21. Hij (Jezus) is naar de geesten gegaan die gevangen zaten, om dit alles te verkondigen aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, van de watervloed gered, en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, waardoor u nu wordt gered. De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten.
Opmerking: zouden die mensen, die weigerden om te gehoorzaam door het water van de watervloed zouden zijn gedoopt om zo behouden te worden?
Gevolgen voor de gelovigen?
Jezus meldt ons al dat het huis van de Vader vele woningen heeft. Daar hadden de omstanders ook het beeld bij van de aardse woning van God. De tabernakel en later de tempel, die een schaduw was van de woning in de hemel.
Johannes 14:2. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken?
De apostel Paulus gaat in zijn tweede brief aan de gemeente van Korinte uitgebreid in op hoe het nu gaat voor de gelovigen. We krijgen een woning in de hemel.
2 Korintiërs 5:1-3. Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. We zijn er echter zeker van dat we ook ontkleed niet naakt zullen zijn.
Nu zijn we ver van de Heer, maar straks dichtbij.
2 Korintiërs 5:4-6. Zolang we in onze aardse tent verblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven. Dus wij blijven altijd vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen.
We leven in vertrouwen op God.
2 Korintiërs 5:7-10. We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar. We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen. Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan als in ons bestaan bij hem. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.
Gevolgen voor de dood en het dodenrijk
De apostel Paulus schrijft in zijn brief aan de Korintiërs over de hades, het dodenrijk. Tenminste volgens de handschriften, die de Statenvertaling en de HSV als leidend gebruikt.
1 Korintiërs 15:55. Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? [Statenvertaling]
Opmerking: de HSV vertaalt hier het Griekse hades met graf.
Het gaat in de context om de toekomst. Paulus schrijft over de tijd dat we bij de laatste bazuin in een oogwenk zullen worden veranderd. Het besef dat we zullen worden bekleed met het onvergankelijke haalt voor ons de angel uit de dood en de overwinning uit het dodenrijk.
Andere handschriften hebben hier twee keer het woord ‘dood’ in combinatie met eerst overwinning en daarna prikkel zodat er staat in de context.
1 Korintiërs 15:53-57. Want het vergankelijke lichaam moet worden bekleed met het onvergankelijke, het sterfelijke lichaam met het onsterfelijke. En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is verslonden en overwonnen. Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. Maar laten we God danken, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus.
De handschriften, die de Statenvertaling en de HSV gebruikt sluiten aan bij wat er in het boek Openbaring over de dood en het dodenrijk staat.
Dit zegt Jezus tegen de apostel Johannes.
Openbaring 1:18. Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.
Openbaring 20:13-14. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel.
Jaagden voor Paulus de dood en het dodenrijk geen angst aan, uiteindelijk zullen aan het eind van de tijd de dood en het dodenrijk verdwijnen.
Degenen, die in het dodenrijk zijn zullen worden geoordeeld naar hun daden. En dan is er het eind van de dood en het dodenrijk. Jullie hebben geen nut meer. De mensen zullen niet meer dood gaan en het dodenrijk blijft dan leeg.
Tenslotte nog: de hel op aarde
In de Bijbel wordt over het dal van Hinnom gesproken. Het was in oude tijden een gruwelijk plek waar kinderen werden geofferd.
In het Nieuwe Testament wordt het dal van Hinnom, in het Grieks gehenna genoemd. Een uitdrukking voor een plaats van grote ellende, een plaats die je angstvallig moet vermijden.
Jezus waarschuwt dat je niet door je gedrag, schelden, een verkeerde weg, niet beducht zijn op de verleider, huichelen of verkeerde taal op die plek komt. Dat is in elf verzen in de Bijbel te lezen. En ook de apostel Jakobus doet dat in een uitspraak.
Het woord gehenna is door de SV en HSV als hel vertaalt, maar je moet dan vooral denken, lijkt mij, aan een hel op aarde en niet de hel waar je na dit leven zou kunnen komen. De NBG vertaalt gehenna met dodenrijk. De NBV laat het woord onvertaald en laat het woord ‘gehenna’ in de tekst zien. De juiste weergave wat mij betreft.
Waarom het niet juist kan zijn dat de gehenna de hel is na dit leven? Voor omdat het erover gaat dat ons lichaam, voeten, handen etc. in de hel komt. Ons lichaam heeft te lijden van slecht gedrag, maar als we gestorven zijn ligt ons lichaam in het graf en gaat niet naar de hel.
Voor wie is het?
Voor wie is het ontsnappen aan het dodenrijk, de opstanding van de doden, het paradijs, de woning in het huis van de Vader, het overkleed worden met het hemelse en het koninkrijk van God?
Hier is een veelheid aan teksten, die ik voor het antwoord hierop zou kunnen gebruiken.
Ik kies voor de volgende twee.
Het gaat er om dat je doet wat Jezus zegt.
Matteüs 7:21. Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. [HSV]
De tweede tekst gaat om de bruiloft van de koning. Je wordt uitgenodigd, je mag binnenkomen, maar je moet wel een bruiloftskleed aantrekken, anders wordt je buiten geworpen.
Matteüs 22:11-12. Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die geen bruiloftskleed droeg, en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen.
De Bijbel geeft ook aan dat nadat de beoordeling is geweest velen wroeging en spijt zullen hebben omdat ze het hebben gemist. De Bijbel spreekt van ‘geween en tandengeknars’ en van komen in de ‘buitenste duisternis’.
Wat gebeurt er als je er niet bij hoort?
Wat gebeurt er na je dood als je niet bij de gelukkigen hoort? Dat willen we graag weten.
De Bijbel spreekt over enkele onderwerpen, die ons kunnen helpen om het antwoord te vinden: vuur, een oven, kaf, buitenste duisternis.
Wel goed om te weten is dat bij ons vuur staat voor pijn. In de Bijbel gaat het om loutering. Denk er aan dat Jezus komt met de Heilige Geest en met vuur.
Bij een oven denken wij misschien dat je eeuwig moet pijn lijden. In de Bijbel is een oven voor dingen waar je vanaf wil. Je gooit iets in een oven om het kwijt te zijn.
Dat geldt ook voor kaf. Dat laat je wegblazen door de wind en binnen een paar dagen is het in de natuur verdwenen. Verteerd, opgelost.
De buitenste duisternis geeft een onaangenaam gebied aan. Het geeft ook aan dat er diverse plekken zijn met minder duisternis.
Als je naar de beelden kijkt, die de Bijbel gebruikt is er een soort tweedeling. Beelden voor definitieve verdwijning en beelden zoals vuur en de buitenste duisternis, die niet op verdwijning wijzen maar op een naar gevolg of loutering.
Het lijkt mij, maar dat is speculatie, dat voor de oorspronkelijke kinderen van het Koninkrijk geen verdwijning is, maar loutering. En dat anderen verdwijnen.
Wie zijn de kinderen van het Koninkrijk? In ieder geval zij die bij het volk Israël horen en hoorden. En ik denk ook gezinnen en families die zich bij het volk Israël aangesloten. Door te belijden dat je Jezus volgt en de Bijbel serieus wil nemen bijvoorbeeld.
Conclusie over hemel en hel.
In de kerk leeft de opvatting dat je na je dood naar de hemel of naar de hel gaat. Maar zo zwart wit spreekt de Bijbel er niet over. En lange tijd is in de kerk er ook niet zo over gedacht.
En in het licht van de Bijbel is ‘de hemel’ een onnauwkeurige aanduiding. Zo spreekt de Bijbel er niet over. En van ‘de hel’ hebben we in Nederland door de tijd een ander beeld gekregen. Veel erger dat het was.
Dat mensen ‘eeuwig zullen branden in de hel’ klinkt nogal sadistisch en het staat niet in de Bijbel. Eerder zullen mensen verdwijnen zoals kaf van het koren.
Werkvorm
Vorm groepjes van drie mensen en vertel elkaar wat jij voor jezelf van je toekomstige leven verwacht.
Bespreek ook met elkaar wat je van de inhoud van deze studie vindt. Bespreek ook wat je ermee zou kunnen doen.