In de Bijbel lezen we dat men met zegelringen zegels maakt. Soms om te verzegelen. We lezen niet van stempels om zegels te maken, maar misschien waren die er ook wel in de tijden van de schrijvers van de Bijbel. Zegels tonen dat er een zegelring of een stempel van een autoriteit aan het werk is geweest.
De zegelringen, de zegels en het verzegelen komen zowel in het Oude als het Nieuwe Testament voor. In deze studie welke betekenissen dit heeft met name de geestelijke betekenissen.
De teksten uit de Bijbel zijn geciteerd uit de NBV vertaling, tenzij een andere vertaling, naar mijn idee, de betekenis beter aangeeft. De dan gehanteerde vertaling is aangegeven.
Studievragen
Bij dit onderwerp zou je het volgende kunnen afvragen:
Wat geeft de Bijbel aan als functies van zegels en van verzegelen? Kunnen wij mensen ook een zegel van iets ontvangen?
Wat geeft de Bijbel allemaal aan wat is verzegeld?
Waarom gaat het in het boek Openbaring zoveel over zegels en verzegelen?
In het hoofdstuk Lessen staan de antwoorden op deze vragen.
Oude Testament
In het Hebreeuws zijn er twee groepen van woorden rond zegel en verzegelen. Hieronder staan ze in twee hoofdstukken.
Tava inkrassen
Naast het werkwoord tava komen er in deze groep nog twee zelfstandig naamwoorden voor.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | תָּוָה tāvâ | Werkwoord | H8427 | Verzegelen Komt in 3 keer in 2 verzen voor. KJV: scrabble (1x), set (1x) |
2 | תָּו tāv | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H8420 | Merkteken Komt 3 keer voor in 3 verzen. KJV: mark (2x), desire (1x). |
3 | טַבַּעַת ṭabaʿaṯ | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H2885 | Ring, zegelring Komt 50 keer voor in 38 verzen KJV: ring (49x) |
De verzen waarin de eerste twee woorden voorkomt zijn allen geciteerd. Het derde woord alleen als het om een zegelring gaat.
Ad 1 en ad 2: het werkwoord tava en het zelfstandig naamwoord tav
Het werkwoord tava komt in twee verzen voor en het zelfstandig naamwoord in drie verzen. Hieronder staan ze.
Dit gaat over de latere koning David, die in gevaar deed alsof hij gek was.
1 Samuël 21:13. Daarom deed hij net alsof hij gek was: toen ze hem beetpakten, ging hij als een waanzinnige tekeer, kraste tekens op de deuren van de poort en kwijlde in zijn baard.
Job 31:35. Och, had ik maar iemand die naar mij wilde luisteren! Zie, mijn ondertekening! Laat de Almachtige mij antwoorden, en laat mijn Tegenstander een aanklacht op schrift stellen.J
Het hoofdstuk Ezechiël 9 is een heftig hoofdstuk. De HEER gaat Jeruzalem straffen over het onrecht en het onnodig bloed vergieten. Een in linnen geklede man met een schrijverskoker en zes mannen met een dodelijk wapen zullen door de stad Jeruzalem gaan.
Ezechiël 9:4-6. De HEER zei tegen hem: ‘Maak een ronde door Jeruzalem, en zet een merkteken op het voorhoofd van iedereen die jammert en klaagt om de gruwelijke dingen die er in de stad gebeuren.’ Tegen de zes anderen hoorde ik Hem zeggen: ‘Ga achter hem aan, trek ook door de stad en dood iedereen. Wees onverbiddelijk en heb geen medelijden. Oude mensen, jonge mannen en vrouwen, moeders en kinderen – jullie moeten ze allemaal ombrengen. Maar laat degenen die het merkteken dragen ongemoeid. Begin bij mijn heiligdom.’ En ze begonnen bij de zeventig oudsten, die voor de tempel stonden.
Er komt ook nog eenmaal het Hebreeuwse woord met een kleine variant voor dat is het woord תָּוָה, tāvâ, Strong H8428. Het betekent krassen. Hier is de tekst waarin het woord voorkomt.
Psalm 78:40-41. Hoe vaak tergden zij God in de woestijn, kwetsten zij Hem in dat dorre land, hoe vaak keerden zij zich af en daagden zij Hem uit, krenkten zij de Heilige van Israël!
Opmerking: ze krasten de Heilige van Israël. Zoals later Jezus werd gekrast, gegeseld tijdens zijn verhoor voor de kruisiging.
Ad 3: Het zelfstandig naamwoord ṭabaʿaṯ ring of zegelring.
Het woord komt 50 keer voor in 38 verzen. Bijna altijd lijkt het over gewone ringen te gaan en zes keer over een zegelring. Die van de Farao, in Genesis 41:42 en die van de koning Ahasverus in het boek Esther. Hier de tekst uit het boek Esther.
Esther 8:10. Mordechai liet dit bevel schrijven in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Door boden die snelle paarden bereden, gefokt in de koninklijke stoeterij, liet hij brieven verspreiden.
Opmerking: hier komt ook het werkwoord verzegelen voor dat uit de woord familie komt van het volgende hoofdstuk.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het krassen is een uiting van heftige emoties. 1 Samuël 21:13, Psalm 78:40-41 en Job 31:35.
Alleen die mensen, die jammeren en klagen over de zonden van de stad zullen worden gespaard. In onze tijd is het mogelijk om te protesteren of demonstreren. Goed om te doen dus als daar aanleiding voor is. Deze demonstranten krijgen een teken op hun hoofd gekrast waardoor ze worden gespaard. (in het Nieuwe Testament krijgen mensen een teken van het beest gekrast). Ezechiël 9:4-6.
Hatam verzegelen
Er is naast het werkwoord hatam ook nog het zelfstandig naamwoord hotam.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | חָתַם ḥāṯam | Werkwoord | H2856 | Verzegelen Komt 27 keer voor in 24 verzen. KJV: seal (18x), seal up (6x), marked (1x), stopped (1x), variant (1x). |
2 | חוֹתָם ḥôṯām | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H2368 | Zegel Komt 14 keer voor in 13 verzen. KJV: signet (9x), seal (5x). |
3 | חֲתַם ḥăṯam | Werkwoord | H2857 | Verzegelen Komt eenmaal voor KJV: sealed (1x). |
4 | חֹתֶמֶת ḥōṯemeṯ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H2858 | Zegel Komt eenmaal voor KJV: signet (1x). |
De woorden bij 3 en 4 zijn verwant aan het woord bij 1. Het woord bij 4 is de vrouwelijk vorm van hotam. Waarom de vrouwelijke vorm is gehanteerd, want de ring is van een man, is mij niet bekend.
Ad 1: het werkwoord hatam
Het werkwoord hatam, verzegelen, komt in 24 verzen voor. Bij de Qal en Niphal werkwoordsvorm betekent het woord ‘verzegelen’. Bij Piel vorm betekent het woord opsluiten en bij Hiphil betekent het werkwoord stoppen zoals in de verzen van Leviticus 15:3 en Job 24:16. Dee verzen zijn niet geciteerd, de overige wel.
Hier de citaten van deverzen waarbij het verzegelen betekent.
Dit is een tekst uit het lied van Mozes. Het gaat om de vijanden van het volk Israël.
Deuteronomium 32:33-35. Hun wijn is slangenvergif, en een venijnig gif van adders. Is dat niet bij Mij opgeborgen, verzegeld in Mijn schatkamers? Aan Mij komt de wraak en de vergelding toe, op het tijdstip dat hun voet wankelt.
Opmerking: het kwaad van de vijanden wordt veilig opgeborgen in de schatkamers van God.
1 Koningen 21:8. Uit naam van Achab schreef Izebel brieven, verzegelde die met het koninklijke zegel en stuurde ze naar de oudsten en aanzienlijksten in de stad waar Nabot woonde.
Nehemia 9:38-10:1. Op grond van dit alles sluiten wij een vaste overeenkomst en stellen die op schrift, met het zegel van onze vorsten, Levieten en priesters. Onder hen die hun zegel zetten waren: Zijne Excellentie Nehemia, de zoon van Hachalja, en Zidkia. [HSV]
Opmerking: de opsomming van degenen, die hun zegel zetten gaat nog een aantal verzen door. En ook werden zelfvervloekingen toegevoegd zoals in de tijd van Deuteronomium.
Ester 3:12. Zo werden op de dertiende dag van de eerste maand de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Haman het wilde en dat gericht was aan de satrapen van de koning, aan de gouverneurs van alle provincies en aan de vorsten van alle volken. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal. Het werd geschreven in naam van koning Ahasveros en met de zegelring van de koning verzegeld.
Ester 8:8-10. Stel nu zelf, in naam van de koning, een verordening op schrift die u voor de Joden het beste lijkt, en verzegel die met de koninklijke zegelring. Want wat geschreven is in naam van de koning en verzegeld met de zegelring van de koning kan niet worden herroepen.’ Meteen daarna, op de drieëntwintigste dag van de derde maand, de maand siwan, werden de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Mordechai het wilde en dat gericht was aan de Joden, aan de satrapen en de gouverneurs, en aan de hoofden van alle provincies, van India tot Nubië, honderdzevenentwintig provincies. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal, ook voor de Joden in hun eigen schrift en hun eigen taal. Mordechai liet dit bevel schrijven in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Door boden die snelle paarden bereden, gefokt in de koninklijke stoeterij, liet hij brieven verspreiden.
Opmerking: welk woord is gebruikt voor zegelring?
Job 9:7. De zon houdt op te schijnen als Hij het beveelt, en Hij sluit de sterren weg, verzegeld.
Job 14:17. Mijn overtreding is in een buidel verzegeld, en U houdt mijn ongerechtigheid bijeen. [HSV]
Job 33:14-17. Want God spreekt één of twee keer, maar men slaat er geen acht op: in een droom, een visioen in de nacht, als een diepe slaap op de mensen valt, in de sluimer op de slaapplaats. Dan openbaart Hij het voor het oor van de mensen, en Hij verzegelt hun tuchtiging, om de mens van een verkeerde daad af te brengen. [HSV]
Job 37:7. Hij verzegelt de hand van ieder mens, zodat alle mensen Zijn werk kennen.
Hooglied 4:12. Zusje, bruid, een besloten hof ben jij, een gesloten tuin, een verzegelde bron.
Jesaja 8:16. Ik zal mijn getuigenis zorgvuldig bewaren, dit onderricht in mijn leerlingen verzegelen.
Jesaja 29:11. Het visioen van dit alles is voor jullie als de tekst van een verzegeld boek, dat aan iemand die kan lezen wordt voorgelegd met de vraag: ‘Lees dit eens,’ waarop hij antwoordt: ‘Dat gaat niet, het is verzegeld.’
In Jeremia 32 gaat het om de koop van een akker.
Jeremia 32:9-11. … en kocht de akker van mijn neef Chanamel uit Anatot. Ik stelde een koopcontract op, verzegelde dat in aanwezigheid van getuigen en betaalde Chanamel zeventien sjekel zilver, die ik afwoog in een weegschaal. Ik gaf zowel het verzegelde contract, waarin de bepalingen en voorwaarden waren vastgelegd, als het open contract.
Jeremia 32:14. Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Neem deze brieven, deze koopbrief – de verzegelde en deze opengelaten brief – en doe ze in een aarden pot, zodat ze vele dagen in goede staat blijven.
Jeremia 32:44. Men zal ervoor betalen en in aanwezigheid van getuigen koopcontracten opstellen en verzegelen, in het gebied van Benjamin, in het gebied rond Jeruzalem, in de steden van Juda, van het bergland, het heuvelland en de Negev. Want Ik zal hun lot ten goede keren – spreekt de HEER .’
Ezechiël 28:12. Mensenkind! hef een klaaglied op over de koning van Tyrus, en zeg tot hem: Zo zegt de Heere Heere: Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid! [Statenvertaling]
Opmerking: hoe is deze tekst te begrijpen? <<>>
Daniël 9:24. Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven. [HSV]
Daniël 12:4. Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd. Velen zullen op zoek gaan en de kennis zal toenemen.’
Daniël 12:9. Maar hij zei: ‘Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.
Ad 2: het zelfstandig naamwoord hotam
Her zelfstandig naamwoord hotam komt in dertien verzen voor, hieronder alle verzen.
Genesis 38:18.En op zijn vraag wat ze als onderpand van hem wilde, antwoordde ze: ‘Het snoer met uw zegel en de staf die u in uw hand hebt.’ Hij gaf het haar en had gemeenschap met haar, en zij werd zwanger van hem.
Exodus 28:11. Als werk van een graveerder van edelstenen, zoals men zegels graveert, moet u de twee stenen graveren, met de namen van de zonen van Israël. U moet ze zó maken dat ze gevat zijn in gouden kassen. [HSV]
Exodus 28:21. En de stenen moeten twaalf in getal zijn, overeenkomstig de namen van de zonen van Israël, overeenkomend met hun namen. De stenen moeten zegelgraveringen krijgen, ieder met zijn naam. Zij zijn voor de twaalf stammen bestemd. [HSV]
Exodus 28:36. U moet ook een plaat maken van zuiver goud en daarin graveren, zoals men zegels graveert: DE HEILIGHEID VAN DE HEERE. [HSV]
Exodus 39:6-7. Men graveerde de namen van Israëls zonen in de onyxstenen, zoals men zegelstenen snijdt, men vatte de stenen in gouden kassen en zette ze op de schouderstukken van de priesterschort, om de HEER aan de Israëlieten te herinneren; zo had de HEER het Mozes opgedragen.
Exodus 39:14. Er waren twaalf stenen, zoals er twaalf namen zijn van Israëls zonen: in elke steen werd de naam van een van de twaalf stammen gegraveerd, zoals men zegelstenen snijdt.
Exodus 39:30. Men maakte de rozet, de heilige diadeem, van zuiver goud en graveerde daarin, als in een zegel, de woorden ‘Aan de HEER gewijd’.
1 Koningen 21:8. Vervolgens schreef zij brieven in de naam van Achab, verzegelde die met zijn zegel, en zij stuurde de brieven naar de oudsten en naar de edelen die bij Naboth in diens stad woonden. [HSV]
Job 38:14. De aarde krijgt vorm als klei onder een zegel, haar oppervlak wordt gedrapeerd als een kleed.
Job 41:6. Zeer machtig zijn zijn sterke schilden, elk gesloten als met een nauwsluitend zegel. [HSV]
Hooglied 8:6. Draag mij als een zegel op je hart, als een zegel op je arm. Sterk als de dood is de liefde, beklemmend als het dodenrijk de hartstocht. De liefde is een vlammend vuur, een vuurgloed van de HEER.
Jeremia 22:24-25. Zo waar Ik leef – spreekt de HEER –, ook al droeg Ik jou, koning Jechonja van Juda, zoon van Jojakim, als een zegelring aan mijn rechterhand, Ik zou je ervan afrukken. Ik lever je uit aan hen die je naar het leven staan, aan de mensen voor wie je zo bang bent: koning Nebukadnessar van Babylonië en de Chaldeeën
Haggaï 2:23. Op die dag – spreekt de HEER van de hemelse machten – zal Ik jou, Zerubbabel, zoon van Sealtiël en mijn dienaar, dragen als mijn zegelring, want jou heb Ik uitverkozen – zo spreekt de HEER van de hemelse machten.”’
Ad 3. Het werkwoord ḥăṯam
Het werkwoord ḥăṯam komt eenmaal voor.
Daniël 6:18. Er werd een steen gebracht waarmee de opening van de kuil werd afgedekt, en de koning verzegelde die met zijn zegelring en met de zegelring van zijn machthebbers, om te verhinderen dat iemand iets aan Daniëls omstandigheden zou veranderen.
Opmerking: het woord zegelring is de vertaling van het Hebreeuwse woord עִזְקָא,ʿizqā’, Strong H5824 dat alleen in deze tekst voorkomt en nog wel twee keer.
Ad 4. Het zelfstandig naamwoord ḥōṯemeṯ
Het zelfstandig naamwoord ḥōṯemeṯ komt eenmaal voor.
Genesis 38:25. Maar terwijl ze de stad uit werd gebracht, liet ze haar schoonvader deze boodschap brengen: ‘Ik ben zwanger van de eigenaar van deze voorwerpen. Kijkt u eens goed van wie dit zegel, dit snoer en deze staf zijn.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het gaat in deze teksten dikwijls om praktische handelingen. Een overeenkomst die met een zegel is bevestigd. Genesis 38. Brieven van Isebel met een zegel 1 Koningen 21. De kuil waarin Daniël werd gegooid werd verzegeld. Daniël 6. Koning Ahasveros die besluiten met een zegel bekrachtigde. Esther 3 en 8.
We lezen van de efod waarin stenen moesten worden aangebracht met inkervingen zoals bij een zegel. Exodus 28 en 39.
Een bijzondere overeenkomst van het volk Israël met hun God. De zegels van de vorsten, Levieten en priesters kwamen er op. Nehemia 9:38-10-1.
We lezen dat het kwaad van vijanden wordt opgeborgen in de schatkamer van de HEER. Deuteronomium 32:33-35. De overtredingen van Job idem. Job 14:17. En de tuchtiging van mensen. Job 33.
We lezen van geheimenissen die zijn verzegeld Jesaja 29:11.
Een enorm compliment voor koning Jechonja en Zerubbabel. De HEER zal hem dragen als zijn zegelring. Jeremia 22:24-25 en Haggaï 2:23.
De gedachte om iemand als een zegel op je hart te dragen. Hooglied 8:6
Het boek Daniël spreekt van woorden die hij moest verzegelen totdat de eindtijd er is. Daniël 12. Het boek Openbaring zal wellicht woorden aangeven die Daniël nog moest verbergen.
Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament komt één soort woord voor zegel en verzegelen dominant voor. Vooral in het boek Openbaring. Ook komen woorden als charagma, stigma en typos voor.
Sphragis zegel
In het Grieks komt maar één soort woord voor in drie vormen dat met een zegel heeft te maken. Een zegel heeft iets moois, iets voornaams, dit in tegenstelling tot woorden, die er ook zijn, die duiden op een brandmerk of tatoeage.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | σφραγίς sphragis | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G4973 SB4347 | Zegel Komt 16 keer voor in 16 verzen. KJV: seal (16x). |
2 | σφραγίζω sphragizō | Werkwoord | G4972 SB4346 | Verzegelen Komt 26 keer voor in 17 verzen. KJV: seal (22x), set to (one’s) seal (1x), stop (1x), seal up (1x), set a seal (1x), variations of ‘seal’ (1x). |
3 | κατασφραγίζω katasphragizō | Werkwoord | G2696 SB2401 | Verzegelen Komt eenmaal voor in Openbaring 5:1. KJV: seal (1x). |
Een zegel kan twee functies hebben. Aan het zegel kun je zien dat een belangrijk persoon je iets speciaals hebt gegeven. En een zegel kan ook iets verborgen houden. Je kunt het dan pas lezen of gebruiken als je het zegel verbreekt.
Verzegelen is een actie om iets verborgen te maken. Soms lezen we in de Bijbel dat een zegel wordt verbroken dan wordt iets openbaar wat eerst verborgen was. Soms was niet bekend dat er iets verborgen was.
De woorden sphragis en sphragizō komen vooral in het boek Openbaring voor. Respectievelijk 13 keer in Openbaring en 3 elders, 18 keer in Openbaring en 8 elders. Het werkwoord katasphragizō komt alleen een keer in het boek Openbaring voor.
Hieronder staan alle verzen gesorteerd naar de volgorde van de boeken van het Nieuwe Testament.
Matteüs 27:65-66. Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ Ze gingen naar het graf en beveiligden het door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten.
Dit zijn woorden van Jezus.
Johannes 3:31-33. Wie van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen. En wat Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij, en Zijn getuigenis neemt niemand aan. Wie Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft daarmee bezegeld dat God waarachtig is. Want Hij Die God gezonden heeft, spreekt de woorden van God, want God geeft Hem de Geest zonder maat. [HSV]
Opmerking 1: het onderstreepte woord kan ook bevestigen of bekrachtigen betekenen. Als je aanneemt dat Jezus de zoon van God is en daarmee autoriteit heeft dan bekrachtig je dat God waar is.
Opmerking 2: als je het getuigenis van Jezus afwijst dat vind je dat God zelf niet de waarheid heeft gesproken. 1 Johannes 5:10.
Johannes 6:25-27. En toen zij Hem gevonden hadden aan de overkant van de zee, zeiden zij tegen Hem: Rabbi, wanneer bent U hier gekomen? Jezus antwoordde hun en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigd bent. Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft God de Vader verzegeld.
Opmerking: Jezus is door God de Vader verzegeld. De NBG vertaalt: want op Hem heeft God de Vader zijn zegel gedrukt.
De eerste tekst in de brieven van Paulus gaat het over aartsvader Abraham en de relatie van hem met geloof en besnijdenis.
Romeinen 4:9b-11. Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid. Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een onbesnedene? Niet als besnedene, maar als onbesnedene! En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven, hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden; en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had toen hij nog onbesneden was. [HSV]
Opmerking: de besnijdenis dat onder de Joodse mensen werd en wordt gedaan is een daad van geloof. Het besneden zijn is een zegel van de rechtvaardigmaking van het geloof.
Romeinen 15:28. Nadat ik mij van deze taak gekweten heb, en de opbrengst van de collecte officieel aan hen heb overhandigd, zal ik u op doorreis naar Spanje bezoeken.
Opmerking: in het Grieks staat ‘de verzegelde vrucht’, een mooie uitdrukking, het geeft respect aan voor wat de mensen gaven. Dat respect mist de NBV vertaling.
1 Korintiërs 9:2. Ook al ben ik voor anderen geen apostel, voor u ben ik dat zeker wel, want u bent door uw geloof in de Heer het waarmerk van mijn apostelschap.
Opmerking: een apostel zonder dat er geloof is ontstaan is een apostel zonder waarmerk oftewel geen apostel.
2 Korintiërs 1:21-22. Het is God die u en ons Christus als fundament geeft, die ons allen heeft gezalfd, heeft gewaarmerkt als zijn eigendom en als voorschot de Geest in ons hart gegeven heeft.
Opmerking: als je een toegewijd lid bent van de gemeente, dan heb je het zegel van eigendom van Christus en God.
2 Korintiërs 11:10. Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is, die roem zal ik mij nergens in Achaje laten ontnemen.
Opmerking: de NBV en HSV vertalen uit een handschrift waarin hier phrasso staat wat o.a afsluiten betekent. En niet sphragizō wat verzegelen betekent.
Efeziërs 1:13-14. In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met “in Hem bent u, toen u tot geloof kwam, gemerkt met het stempel van de heilige Geest, die ons beloofd is”. De Heilige Geest wordt verbeeld als een stempel, die merkt. Het staat er niet maar het is wel een mooi beeld.
Efeziërs 4:30. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. [HSV]
Opmerking: ook hier vertaalt de NBV21 met stempel en merken. De zin luidt ‘Maak Gods heilige Geest niet bedroefd, want Hij is het stempel waarmee u gemerkt bent voor de dag van de verlossing. ‘
2 Timoteüs 2:19. Toch blijft het vaste fundament van God staan, met dit zegel: De Heere kent wie van Hem zijn, en: Ieder die de Naam van Christus noemt, moet zich ver houden van de ongerechtigheid. [HSV]
Opmerking: hier is het zegel als je door Jezus wordt gekend.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het begint met een opmerking van Johannes dat als je het getuigenis van Jezus tot je neemt, je daarmee bekrachtig, bezegeld dat God waar is. Johannes 3:33.
God heeft Jezus verzegeld. Johannes 6:27. Dat gebeurde daarna ook met hen die met Jezus gingen leven. Zo had God de leden van de gemeente gewaarmerkt als zijn eigendom en de Heilige Geest als voorschot gegeven. 2 Korintiërs 1:22.
Door het geloof was men verzegeld door de Heilige Geest. Efeziërs 1:13-14. De leden van de gemeente van Efeze zijn verzegeld door de Heilige Geest tot de dag van de verlossing. Efeziërs 4:30
Het zegel van dat je door God gekend bent, heeft als missie dat je verre moet houden van ongerechtigheid. 2 Timoteüs 2:19.
Net als in het Oude Testament gaat het in het Nieuwe ook er over dat het laten besnijden een daad van geloof is dat leidt tot rechtvaardigmaking. Romeinen 4:11.
De opbrengst van een collecte wordt een verzegelde vrucht genoemd. Bijzonder wat een eerbied voor gaven van gemeenteleden. Romeinen 15:28.
Tenslotte nog een opmerking van Paulus dat doordat men ging geloven in Korinthe dat dit het waarmerk van een apostel is. 1 Korintiërs 9:2.
De teksten van het boek Openbaring
In het boek Openbaring komt 31 keer de woorden zegel of verzegelen voor. Deze woorden worden acht keer in verband gebracht met de plaats van het zegel, het voorhoofd. Het Griekse woord daar voor is metopon. Hier de gegevens van dit woord.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | μέτωπον metōpon | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G3359 | Voorhoofd Komt 8 keer voor in 8 verzen KJV: forehead (8x). |
Het woord metopon bestaat uit twee delen, meta dat betekent ‘met’, ‘na’ en ‘achter’ betekent en ‘pon’ dat duidt op de ogen. Het is de ruimte tussen de ogen. Je zou ook kunnen zeggen het voorhoofd. Het midden van het voorhoofd. Het woord metopon komt voor het eerst voor in Openbaring 7:3.
Overigens komt het idee van iets speciaal op het voorhoofd ook voor in Exodus en Deuteronomium. Zie in deze studie bij het Oude Testament. In de Joodse traditie maakt men een soort kastje op het voorhoofd. Men noemt dat kastje evenals de snoeren om de arm ’tefillim’.
Hier alle verzen van het boek Openbaring waarin de woorden voor zegel, verzegelen en voorhoofd in voorkomen.
Openbaring 5:1-2. Toen zag ik dit: degene die op de troon zat had in zijn rechterhand een boekrol die aan beide kanten beschreven was en met zeven zegels was verzegeld. Ik zag een machtige engel die met luide stem uitriep: ‘Wie komt het toe de zegels te verbreken en de boekrol te openen?’
Opmerking: in de eerste zin is het eenmalig voorkomende woord katasphragizō gebruikt. Het legt door gebruik van dit woord extra nadruk op de verzegeling.
Openbaring 5:5. Toen zei een van de oudsten tegen mij: ‘Huil niet. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen.’
Openbaring 5:9. En ze zetten een nieuw lied in: ‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want U bent geslacht en met uw bloed hebt U voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.
Openbaring 6:1. Toen zag ik dit: het lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: ‘Kom!’
Openbaring 6:3. Toen het lam het tweede zegel verbrak, hoorde ik het tweede wezen zeggen: ‘Kom!’
Openbaring 6:5. Toen het derde zegel werd verbroken, hoorde ik het derde wezen zeggen: ‘Kom!’ Ik zag dit: een zwart paard met een ruiter, die een weegschaal in zijn hand hield.
Openbaring 6:7. Toen het vierde zegel werd verbroken, hoorde ik het vierde wezen zeggen: ‘Kom!’
Openbaring 6:9. Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis.
Openbaring 6:12. Ik zag, toen het zesde zegel verbroken werd, hoe er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan werd bloedrood.
Openbaring 7:2. Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem toe:
Openbaring 7:3-9. Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten. Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issaschar waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld. [HSV]
Openbaring 8:1. Toen het lam het zevende zegel verbrak, viel er een stilte in de hemel, die ongeveer een half uur duurde.
Opmerking: blijkbaar ontzagwekkend wat er moest vrijgekomen na die half uur durende stilte in de hemel.
Openbaring 9:4. Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen.
Openbaring 10:4. En toen de zeven donderslagen hun stemmen hadden laten horen, stond ik op het punt ze op te schrijven. Maar ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet op. [HSV]
Openbaring 13:16. Verder liet het bij alle mensen, groot en klein, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd.
Opmerking: een gebod van God wordt gebruikt door de boze.
Openbaring 14:1. Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden.
Openbaring 14:9. Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt,
Hier gaat het over de grote hoer die aan talrijke waterstromen zit.
Openbaring 17:4-5. Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar ontucht en onreinheid, en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld’.
Openbaring 20:1-2. Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten.
Openbaring 20:3-4. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus.
Openbaring 22:1-4. Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam en stroomde dwars door de stad. Aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen Hem vereren en Hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd.
Opmerking: dat geeft aan hoe het zegel op het voorhoofd er uit ziet: Zijn Naam. Hoe zou dat geschreven zijn, er uit zien?
Openbaring 22:10. En hij zei tegen mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij. [HSV]
Opmerking: met andere woorden, de woorden van deze profetie zijn niet geheim.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Er is veel verzegeld doorn God, maar wie mag die zegels verbreken? Openbaring 5:1. De telg van David. Openbaring 5:5 en 9.
Als die telg, het lam, de zegels verbreekt is daar een enorme reactie op. Openbaring 6.
Er was een engel die het zegel van de levende God had. Openbaring 7:2. Onder zijn leiding moesten de dienaren van God aan hun voorhoofd worden verzegeld. Dat waren mensen uit alle stammen van Israël. Openbaring 7:3-9.
Openbaring 8 beschrijft dat er een stilte valt na het verbreken van de zevende zegel. Het is de opmaat voor een nieuwe serie rampen. Aan de rampen lijkt geen einde te komen.
Er waren vernielingen maar de mensen met het zegel van God zal geen kwaad gebeuren. Openbaring 9:4.
In Openbaring 10 is vermeld dat wat werd gezegd verzegeld moest blijven.
Als je de draak gaat aanbidden ontvang je het teken van het beest. Openbaring 13.
In Openbaring 14 gaat het over hen die het teken van de Vader op hun voorhoofd hebben en daarna een waarschuwing om niet het teken van het beest te krijgen.
In Openbaring 17 gaat het over de grote hoer met een naam met een geheime betekenis op haar voorhoofd.
Dé tegenstander zal in een put worden geworpen die door God wordt verzegeld. Openbaring 20:2.
De gelovigen, die niet het teken van het beest op voorhoofd of hand hebben staan zullen duizend jaar regeren. Openbaring 20:4.
Op het voorhoofd van de gelovigen zal Zijn Naam staan. Openbaring 22:4.
De woorden van het boek Openbaring moeten beschikbaar zijn voor iedereen. Openbaring 22:10.
Charagma merkteken
In deze studie gaat het over het woord sphragis, dat zegel betekent. Een heel ander soort merkteken is de charagma, dat is het woord dat negen keer wordt gebruikt waarvan acht keer als merkteken van het beest. Dat kan een brandmerk zijn, wellicht een tatoeage.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | χάραγμα cháragma | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G5480 SB4798 | Merk Komt 9 keer voor in 9 verzen KJV: mark (8x), graven (1x). |
Zie voor uitleg en betekenis de studie eindtijdsignalen, zie link
Stigma en Typos
Er is ook nog het woord στίγμα, stigma, Strong G4742, SB4123, dat ook op een tatoeage of brandmerk kan duiden. Het woord stigma komt alleen in deze tekst voor.
Galaten 6:17. En laat voortaan niemand mij meer tegenwerken, want ik draag de littekens van Jezus in mijn lichaam.
Opmerking: ook de HSV, SV en NBG kozen voor het woord litteken om daarmee te vertalen.
Van heilige Franciscus van Assisi weten we dat hij na een lange tijd van vereenzelviging met het lijden van Jezus ook de tekenen van Jezus lijden op zijn lichaam kreeg. Men noemde die tekenen stigma’s.
In het Nieuwe Testament wordt het woord stigma niet gebruikt voor de doorboorde handen en de doorstoken zij van Jezus.
In Johannes 20:20 laat Jezus aan de discipelen zijn handen en zijn zij zien zodat ze wisten dat de verschijning Jezus was. De discipel Thomas was daar niet bij.
Als ze hem over de verschijning van Jezus vertellen zegt hij tegen hen:
Johannes 20:25. Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.
Het woord dat met litteken is vertaald is τύπος, typos, Strong G5179, maar dat kun je beter met afdruk vertalen. De afdruk van de spijkers in zijn handen en van de speer in zijn zij.
En in vers 27 nodigt Jezus de discipel Thomas uit “Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in mijn zij”.
Andere bronnen
Ik ken geen boek dat in zijn geheel over het onderwerp zegel of verzegelen gaat. Natuurlijk worden er wel over dit onderwerp in boeken opmerkingen gemaakt. Net als over stigma’s en littekens.
Overwegingen
Het woord dat wij met zegel vertalen is het Hebreeuwse woord ’tav’. De ’tav’ is de naam van de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet. Een belangrijk woord dus. Waarom dat woord maar zo weinig voorkomt in de Bijbel, namelijk drie keer, is opmerkelijk. Zit daar een verhaal achter?
In het oud Hebreeuwse schrift uit de tijd van voor koning Salomo leek de vorm van deze letter tav op een kruis. Zou kerven en krassen, zegels en het kruis een relatie hebben?
Hoe zou je het zegel dat God geeft aan hen, die het getuigenis van Jezus voor waar houden kunnen verbeelden? Zoiets als hieronder misschien?
Het je laten besnijden als daad van geloof noemt de apostel Paulus in de brief aan de Romeinen. Zou dat nog iets zeggen over het huidige volk Israël? En over wat de gelovigen uit de volken zouden moeten doen?
In de kerk spreken we wel over het teken en zegel van de doop. Dat is misschien ook wel zo, maar het staat niet in de Bijbel.
Lessen
Je kunt iets met een zegel verzegelen dat wil zeggen het is daarmee beschermd en verborgen. Een vervaardigd zegel kan de betekenis van een waarmerk hebben. Deze functies zijn ook terug te vinden in de Bijbel.
Kunnen wij mensen ook een zegel van iets ontvangen?
De gelovigen van Jezus hebben de Geest van God als een zegel op hun leven. Je kunt dat zegel bij elkaar zien. Ook duistere machten zien die afdruk ook en dat zorgt daarom voor bescherming.
Wat geeft de Bijbel allemaal aan wat is verzegeld?
We lezen dat het kwaad van vijanden wordt opgeborgen in de schatkamer van de HEER. Deuteronomium 32:33-35. De overtredingen van Job idem. Job 14:17. En de tuchtiging van mensen. Job 33.
Waarom gaat het in het boek Openbaring zoveel over zegels en verzegelen?
Aan het eind van de tijd worden zegels verbroken. Zegels en verzegelen zijn de rode draad, die door het boek Openbaring loopt. De zegels die dan worden verbroken maken enorme krachten los.
Mensen met het zegel van God zijn beschermd. Mensen met het zegel van het beest zal kwaad worden aangedaan. Uiteindelijk zal dé kwade macht in een put worden geworpen die zal worden verzegeld door God.
Je kunt door een zegel aan te brengen ook iets verzegelen en daardoor verbergen. Als een zegel wordt verbroken, daar kunnen we o.a. van lezen in het boek Openbaring, dan komt er iets te voorschijn. In het boek Openbaring zijn het de gevolgen van vervloekingen, die mensen op zich hebben geladen.
De woorden van het boek Openbaring moesten niet worden verzegeld. Zo kunnen wij in grote lijnen weten wat er gaat gebeuren en hoe we ons op die tijd kunnen voorbereiden.