Studie Zegelen

Het verzegelen en zegelringen komt zowel in het Oude en het Nieuwe Testament voor. Hieronder de resultaten van het onderzoek naar het voorkomen van deze woorden.

De teksten uit de Bijbel zijn geciteerd uit de NBV vertaling, tenzij een andere vertaling, naar mijn idee, de betekenis beter aangeeft. De dan gehanteerde vertaling is aangegeven.

Studievragen

Wat zegt de Bijbel over zegels en verzegelen. Kunnen wij mensen ook een zegel van iets ontvangen?

Oude Testament

In het Hebreeuws zijn er twee soorten woorden rond zegel en zegelen. Hieronder staan ze.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1תָּו
tāv
Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H8420Merkteken
Komt 3 keer voor in 3 verzen.
KJV: mark (2x), desire (1x).
תָּוָה
tāvâ
WerkwoordH8427Verzegelen
Komt in 3 keer in 2 verzen voor.
KJV: scrabble (1x), set (1x).
2טַבַּעַת
ṭabaʿaṯ
Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H2885Zegelring
Komt 50 keer voor in 38 verzen
KJV: ring (49x)
3חָתַם
ḥāṯam
WerkwoordH2856Verzegelen
Komt 27 keer voor in 24 verzen.
KJV: seal (18x), seal up (6x), marked (1x), stopped (1x), variant (1x).
חוֹתָם ḥôṯāmZelfstandig naamwoord
mannelijk
H2368Zegel
Komt 14 keer voor in 13 verzen.
KJV: signet (9x), seal (5x).

Tava inkrassen

Dit werkwoord komt in twee verzen voor. Hieronder staan ze.

Dit gaat over de latere koning David, die in gevaar deed alsof hij gek was.
1 Samuël 21:13. Daarom deed hij net alsof hij gek was: toen ze hem beetpakten, ging hij als een waanzinnige tekeer, kraste tekens op de deuren van de poort en kwijlde in zijn baard.

Job 31:35. Och, had ik maar iemand die naar mij wilde luisteren! Zie, mijn ondertekening! Laat de Almachtige mij antwoorden, en laat mijn Tegenstander een aanklacht op schrift stellen.

Hier een tekst met het Hebreeuwse woord תָּוָה, tāvâ, Strong H8428 dat eenmalig voorkomt en krassen betekent.
Psalm 78:40-41. Hoe vaak tergden zij God in de woestijn, kwetsten zij Hem in dat dorre land, hoe vaak keerden zij zich af en daagden zij Hem uit, krenkten zij de Heilige van Israël!
Opmerking: ze krasten de Heilige van Israël. Zoals later Jezus werd gekrast, gegeseld tijdens zijn verhoor voor de kruisiging.

Zelfstandig naamwoord tav.
Het zelfstandig naamwoord tav komt in drie verzen voor. Tweemaal in Ezechiël hoofdstuk 9 en eenmaal in het boek Job. Hieronder staan ze alle drie.

Job 31:35. Och, had ik maar iemand die naar mij wilde luisteren! Zie, mijn ondertekening! Laat de Almachtige mij antwoorden, en laat mijn Tegenstander een aanklacht op schrift stellen. [HSV]

Het hoofdstuk Ezechiël 9 is een heftig hoofdstuk. God gaat Jeruzalem straffen over het onrecht en het onnodig bloed vergieten. Een in linnen geklede man met een schrijverskoker en zes mannen met een dodelijk wapen zullen door de stad Jeruzalem gaan. Alleen die mensen, die jammeren en klagen over de zonden van de stad, in onze hedendaagse cultuur zou je dat protesteren of demonstreren kunnen noemen, die moesten ze eerst een teken op hun hoofd laten aanbrengen. Zij moesten worden gespaard.

Ezechiël 9:4-6. De HEER zei tegen hem: ‘Maak een ronde door Jeruzalem, en zet een merkteken op het voorhoofd van iedereen die jammert en klaagt om de gruwelijke dingen die er in de stad gebeuren.’ Tegen de zes anderen hoorde ik Hem zeggen: ‘Ga achter hem aan, trek ook door de stad en dood iedereen. Wees onverbiddelijk en heb geen medelijden. Oude mensen, jonge mannen en vrouwen, moeders en kinderen – jullie moeten ze allemaal ombrengen. Maar laat degenen die het merkteken dragen ongemoeid. Begin bij mijn heiligdom.’ En ze begonnen bij de zeventig oudsten, die voor de tempel stonden.

Het zelfstandig naamwoord ṭabaʿaṯ zegelring

<< teksten met het woord zegelring moeten nog worden toegevoegd>>

Verzegelen en zegel hatam en hotam

Het werkwoord hatam, verzegelen, komt in 24 verzen voor. Bij de Qal en Niphal werkwoordsvorm betekent het woord ‘verzegelen’. Bij Piel vorm betekent het woord opsluiten en bij Hiphil stoppen. Deze vormen zijn gebruikt in de verzen van Leviticus 15:3 en Job 24:16.

Hier de citaten van alle andere verzen waarbij het dus verzegelen betekent.

Dit is een tekst uit het lied van Mozes.
Deuteronomium 32:34. Is dat niet bij Mij opgeborgen, verzegeld in Mijn schatkamers?

1 Koningen 21:8. Uit naam van Achab schreef Izebel brieven, verzegelde die met het koninklijke zegel en stuurde ze naar de oudsten en aanzienlijksten in de stad waar Nabot woonde.

Nehemia 9:38-10:1. Op grond van dit alles sluiten wij een vaste overeenkomst en stellen die op schrift, met het zegel van onze vorsten, Levieten en priesters. Onder hen die hun zegel zetten waren: Zijne Excellentie Nehemia, de zoon van Hachalja, en Zidkia. [HSV]

Ester 3:12. Zo werden op de dertiende dag van de eerste maand de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Haman het wilde en dat gericht was aan de satrapen van de koning, aan de gouverneurs van alle provincies en aan de vorsten van alle volken. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal. Het werd geschreven in naam van koning Ahasveros en met de zegelring van de koning verzegeld.

Ester 8:8-10. Stel nu zelf, in naam van de koning, een verordening op schrift die u voor de Joden het beste lijkt, en verzegel die met de koninklijke zegelring. Want wat geschreven is in naam van de koning en verzegeld met de zegelring van de koning kan niet worden herroepen.’ Meteen daarna, op de drieëntwintigste dag van de derde maand, de maand siwan, werden de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Mordechai het wilde en dat gericht was aan de Joden, aan de satrapen en de gouverneurs, en aan de hoofden van alle provincies, van India tot Nubië, honderdzevenentwintig provincies. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal, ook voor de Joden in hun eigen schrift en hun eigen taal. Mordechai liet dit bevel schrijven in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Door boden die snelle paarden bereden, gefokt in de koninklijke stoeterij, liet hij brieven verspreiden.
Opmerking: welk woord is gebruikt voor zegelring?

Job 9:7. De zon houdt op te schijnen als Hij het beveelt, en Hij sluit de sterren weg, verzegeld.

Job 14:17. Mijn overtreding is in een buidel verzegeld, en U houdt mijn ongerechtigheid bijeen. [HSV]

Job 33:14-17. Want God spreekt één of twee keer, maar men slaat er geen acht op: in een droom, een visioen in de nacht, als een diepe slaap op de mensen valt, in de sluimer op de slaapplaats. Dan openbaart Hij het voor het oor van de mensen, en Hij verzegelt hun tuchtiging, om de mens van een verkeerde daad af te brengen. [HSV]

Job 37:7. Hij verzegelt de hand van ieder mens, zodat alle mensen Zijn werk kennen.

Hooglied 4:12. Zusje, bruid, een besloten hof ben jij, een gesloten tuin, een verzegelde bron.

Jesaja 8:16. Ik zal mijn getuigenis zorgvuldig bewaren, dit onderricht in mijn leerlingen verzegelen.

Jesaja 29:11. Het visioen van dit alles is voor jullie als de tekst van een verzegeld boek, dat aan iemand die kan lezen wordt voorgelegd met de vraag: ‘Lees dit eens,’ waarop hij antwoordt: ‘Dat gaat niet, het is verzegeld.’

In Jeremia 32 gaat het om de koop van een akker.
Jeremia 32:9-11. … en kocht de akker van mijn neef Chanamel uit Anatot. Ik stelde een koopcontract op, verzegelde dat in aanwezigheid van getuigen en betaalde Chanamel zeventien sjekel zilver, die ik afwoog in een weegschaal. Ik gaf zowel het verzegelde contract, waarin de bepalingen en voorwaarden waren vastgelegd, als het open contract.

Jeremia 32:14. Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Neem deze brieven, deze koopbrief – de verzegelde en deze opengelaten brief – en doe ze in een aarden pot, zodat ze vele dagen in goede staat blijven.

Jeremia 32:44. Men zal ervoor betalen en in aanwezigheid van getuigen koopcontracten opstellen en verzegelen, in het gebied van Benjamin, in het gebied rond Jeruzalem, in de steden van Juda, van het bergland, het heuvelland en de Negev. Want Ik zal hun lot ten goede keren – spreekt de HEER .’

Ezechiël 28:12. Mensenkind! hef een klaaglied op over de koning van Tyrus, en zeg tot hem: Zo zegt de Heere Heere: Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid! [Statenvertaling]

Daniël 9:24. Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven. [HSV]

Daniël 12:4. Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd. Velen zullen op zoek gaan en de kennis zal toenemen.’

Daniël 12:9. Maar hij zei: ‘Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd.

Nog twee woorden in deze reeks, die beiden eenmaal voorkomen.

Het zelfstandig naamwoord חֹתֶמֶת (ḥōṯemeṯ) Strong H2858 komt eenmaal voor in Genesis 38:25.

Het werkwoord חֲתַם (ḥăṯam), Strong H2857 komt eenmaal voor in Daniël 6:18. Er werd een steen gebracht waarmee de opening van de kuil werd afgedekt, en de koning verzegelde die met zijn zegelring en met de zegelring van zijn machthebbers, om te verhinderen dat iemand iets aan Daniëls omstandigheden zou veranderen.
Opmerking: Er staat het Hebreeuwse woord עִזְקָא,ʿizqā’, Strong H5824
dat alleen in deze tekst voorkomt en nog wel twee keer en dat door de NBV met zegelring is vertaald.

Nieuwe Testament

In het Grieks komt maar één soort woord voor in drie vormen dat met een zegel heeft te maken. Een zegel heeft iets moois, iets voornaams, dit in tegenstelling tot woorden, die er ook zijn, die duiden op een brandmerk of tatoeage.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1σφραγίς sphragisZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G4973Zegel
Komt 16 keer voor in 16 verzen.
KJV: seal (16x).
2σφραγίζω sphragizōWerkwoordG4972Verzegelen
Komt 26 keer voor in 17 verzen.
KJV: seal (22x), set to (one’s) seal (1x), stop (1x), seal up (1x), set a seal (1x), variations of ‘seal’ (1x).
3κατασφραγίζω
katasphragizō
WerkwoordG2696Verzegelen
Komt eenmaal voor in Openbaring 5:1.
KJV: seal (1x).

Een zegel kan twee functies hebben. Aan het zegel kun je zien dat een belangrijk persoon je iets speciaals hebt gegeven. En een zegel kan ook iets verborgen houden. Je kunt het dan pas lezen of gebruiken als je het zegel verbreekt.

Verzegelen is een actie om iets verborgen te maken. Soms lezen we in de Bijbel dat een zegel wordt verbroken dan wordt iets openbaar wat eerst verborgen was. Soms was niet bekend dat er iets verborgen was.

Het woord sphragis, zegel komt in 16 verzen voor, drie keer in de brieven en de 13 keer in het boek Openbaring. Het werkwoord sphragizō komt acht keer in de brieven en 18 keer in het boek Openbaring voor. Het werkwoord katasphragizō komt eenmaal in het boek Openbaring voor. Hieronder staan alle verzen gesorteerd naar de volgorde van de boeken van het Nieuwe Testament.

Matteüs 27:65-66. Pilatus antwoordde: ‘U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt.’ Ze gingen naar het graf en beveiligden het door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten.

Dit zijn woorden van Jezus.
Johannes 3:31-33. Wie van boven komt, is boven allen; wie uit de aarde is, is uit de aarde en spreekt uit de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen. En wat Hij gezien en gehoord heeft, dat getuigt Hij, en Zijn getuigenis neemt niemand aan. Wie Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft daarmee bezegeld dat God waarachtig is. Want Hij Die God gezonden heeft, spreekt de woorden van God, want God geeft Hem de Geest zonder maat. [HSV]
Opmerking: de tekst begrijp ik niet goed.

Johannes 6:25-27. En toen zij Hem gevonden hadden aan de overkant van de zee, zeiden zij tegen Hem: Rabbi, wanneer bent U hier gekomen?
Jezus antwoordde hun en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: U zoekt Mij, niet omdat u tekenen gezien hebt, maar omdat u van de broden gegeten hebt en verzadigd bent. Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft God de Vader verzegeld.
Opmerking: Jezus is door God de Vader verzegeld.

De eerste tekst in de brieven van Paulus gaat het over aartsvader Abraham en de relatie van hem met geloof en besnijdenis.
Romeinen 4:9b-11.  Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid. Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een onbesnedene? Niet als besnedene, maar als onbesnedene! En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als  een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog  onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven, hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden; en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had toen hij nog onbesneden was. [HSV]
Opmerking: een besnijdenis is een zegel van goedheid voor iemand, die besneden is.

Romeinen 15:28. Nadat ik mij van deze taak gekweten heb, en de opbrengst van de collecte officieel aan hen heb overhandigd, zal ik u op doorreis naar Spanje bezoeken.
Opmerking: in het Grieks staat de verzegelde vrucht, daar heeft de NBV collecte en officieel van gemaakt.

1 Korintiërs 9:2. Ook al ben ik voor anderen geen apostel, voor u ben ik dat zeker wel, want u bent door uw geloof in de Heer het waarmerk van mijn apostelschap.
Opmerking: een apostel zonder een gemeente, die door hem is gesticht is een apostel zonder waarmerk.

2 Korintiërs 1:21-22. Het is God die u en ons Christus als fundament geeft, die ons allen heeft gezalfd, heeft gewaarmerkt als zijn eigendom en als voorschot de Geest in ons hart gegeven heeft.

In komend deel van de Bijbel vertelt Paulus dat hij heeft geleerd om niet tot last van de gemeente te zijn. Daar is hij goed in en dat imago, daar is Paulus zuinig op.

2 Korintiërs 11:10. Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is, die roem zal ik mij nergens in Achaje laten ontnemen.
Opmerking: in de vertaling van Professor Brouwer staat het zo: ‘.. dat deze roem te mijnen opzichte niet tot zwijgen zal worden gebracht in de landstreken van Achaje’. Als het onder een zegel zit, dan zie je het niet meer.

Efeziërs 1:13-14. In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.
Opmerking: de NBV vertaalt met ‘gemerkt met het stempel van de heilige Geest’.

Efeziërs 4:30. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. [HSV]
Opmerking: ook hier vertaalt de NBV met merken en stempel, de hele zin luidt ‘Maak Gods heilige Geest niet bedroefd, want Hij is het stempel waarmee u gemerkt bent voor de dag van de verlossing. ‘

2 Timoteüs 2:19. Toch blijft het vaste fundament van God staan, met dit zegel: De Heere kent wie van Hem zijn, en: Ieder die de Naam van Christus noemt, moet zich ver houden van de ongerechtigheid. [HSV]
Opmerking: hier is het zegel als je door Jezus wordt gekend.

De teksten van het boek Openbaring
In het boek Openbaring zegels of merktekens acht keer in verband gebracht met het voorhoofd. Het Griekse woord daar voor is metopoon, Strong G3359. Dit woord bestaat uit twee delen meta dat met, na en achter betekent en poon dat duidt op de ogen. Het is de ruimte tussen de ogen of het voorhoofd.

Overigens komt het idee van iets speciaal op het voorhoofd ook voor in Exodus en Deuteronomium. Zie hierboven.

In de Joodse traditie ziet het opvolgen van de geboden in deze delen van de Bijbel er zo uit. Een soort kastje op het voorhoofd. Men noemt dat kastje evenals de snoeren om de arm ’tefillim’.

Het woord metopoon komt voor het eerst voor in Openbaring 7:3.

We hebben het hier over het woord sphragis, dat zegel betekent. Een heel ander soort merkteken is de χάραγμα cháragma, Strong 5480, SB4798, dat is het woord dat acht keer wordt gebruikt als merkteken van het beest. Dat kan een brandmerk zijn, wellicht een tatoeage.

Openbaring 5:1-2. Toen zag ik dit: degene die op de troon zat had in zijn rechterhand een boekrol die aan beide kanten beschreven was en met zeven zegels was verzegeld. Ik zag een machtige engel die met luide stem uitriep: ‘Wie komt het toe de zegels te verbreken en de boekrol te openen?’
Opmerking: in de eerste zin is het eenmalig voorkomende woord katasphragizō gebruikt. Het legt door gebruik van dit woord extra nadruk op de verzegeling.

Openbaring 5:5. Toen zei een van de oudsten tegen mij: ‘Huil niet. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen.’
Openbaring 5:9. En ze zetten een nieuw lied in: ‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want U bent geslacht en met uw bloed hebt U voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.

Openbaring 6:1. Toen zag ik dit: het lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: ‘Kom!’
Openbaring 6:3. Toen het lam het tweede zegel verbrak, hoorde ik het tweede wezen zeggen: ‘Kom!’
Openbaring 6:5. Toen het derde zegel werd verbroken, hoorde ik het derde wezen zeggen: ‘Kom!’ Ik zag dit: een zwart paard met een ruiter, die een weegschaal in zijn hand hield.
Openbaring 6:7. Toen het vierde zegel werd verbroken, hoorde ik het vierde wezen zeggen: ‘Kom!’
Openbaring 6:9. Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis.
Openbaring 6:12. Ik zag, toen het zesde zegel verbroken werd, hoe er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan werd bloedrood.

Openbaring 7:2. Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem toe:

Openbaringen 7:3-9. Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten. Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issaschar waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld. [HSV]

Openbaring 8:1. Toen het lam het zevende zegel verbrak, viel er een stilte in de hemel, die ongeveer een half uur duurde.
Opmerking: blijkbaar ontzagwekkend wat er moest vrijgekomen na die half uur durende stilte in de hemel.

Openbaring 9:4. Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen.

Openbaring 10:4. En toen de zeven donderslagen hun stemmen hadden laten horen, stond ik op het punt ze op te schrijven. Maar ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet op. [HSV]
Opmerking: hier is overduidelijk dat verzegelen ‘verbergen’ betekent in die zijn dat het alleen mag worden opgemaakt door een bevoegd persoon.

Openbaring 13:16. Verder liet het bij alle mensen, groot en klein, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd.
Opmerking: een gebod van God wordt gebruikt door de boze.

Openbaring 14:1. Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren honderdvierenveertigduizend mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden.

Openbaring 14:9. Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt,

Openbaring 17:5. en op haar voorhoofd stond een naam met een geheime betekenis: ‘Het grote Babylon, moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter wereld’.

Openbaring 20:1-4. Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus.

Openbaring 22:4. en Hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd.

Openbaring 22:10. En hij zei tegen mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij. [HSV]
Opmerking: met andere woorden, hou deze profetie niet geheim.

Stigma
Er is ook nog het woord στίγμα, stigma, Strong 4742, SB4123, dat ook op een tatoeage of brandmerk kan duiden. Het woord stigma komt alleen in deze tekst voor.
Galaten 6:17. En laat voortaan niemand mij meer tegenwerken, want ik draag de littekens van Jezus in mijn lichaam.
Opmerking: ook de HSV, SV en NBG kozen voor het woord litteken om daarmee te vertalen.

Van heilige Franciscus van Assisi weten we dat hij na een lange tijd van vereenzelviging met het lijden van Jezus ook de tekenen van Jezus lijden op zijn lichaam kreeg. Men noemde die tekenen stigma’s.

In het Nieuwe Testament wordt het woord stigma niet gebruikt voor de doorboorde handen en de doorstoken zij van Jezus.

In Johannes 20:20 laat Jezus aan de discipelen zijn handen en zijn zij zien zodat ze wisten dat de verschijning Jezus was. De discipel Thomas was daar niet bij.

Als ze hem over de verschijning van Jezus vertellen zegt hij tegen hen:
Johannes 20:25. Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.

Het woord dat met litteken is vertaalt is τύπος, typos, Strong G5179, maar dat kun je beter met afdruk vertalen. De afdruk van de spijkers in zijn handen en van de speer in zijn zij.

En in vers 27 nodigt Jezus de discipel Thomas uit “Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in mijn zij”.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
God heeft Jezus verzegeld. Johannes 6:27.

God had de leden van de gemeente gewaarmerkt als zijn eigendom en de Heilige Geest als voorschot gegeven. 2 Korintiërs 1:22.

Door het geloof was men verzegeld door de Heilige Geest. Efeziërs 1:13-14. De leden van de gemeente van Efeze zijn verzegeld door de Heilige Geest tot de dag van de verlossing. Efeziërs 4:30

De mensen met het zegel van God mag je geen kwaad doen. Openbaring 9:4. Ook engelen kunnen het zegel van God hebben. Openbaring 7:2.

Andere bronnen

Lessen

Het woord dat wij met zegel vertalen is het Hebreeuwse woord ’tav’. De ’tav’ is de naam van de laatste letter van het Hebreeuwse alfabet. Een belangrijk woord dus.

Waarom dat woord maar zo weinig voorkomt in de Bijbel, namelijk drie keer, is mij niet bekend. In het oud Hebreeuwse schrift uit de tijd van voor koning Salomo leek de vorm van deze letter op een kruis. Ook om te onthouden en er nog eens over na te denken.

De afdruk van een zegel levert een waarmerk op. De gelovigen hebben de Geest van God als zegel op hun leven. Als we ons dat beseffen is dat een bemoediging en een geruststelling. Je kunt die afdruk van het zegel ook bij elkaar zien als gelovigen. Duistere machten zien die afdruk ook en dat zorgt daarom voor bescherming.

Je kunt door een zegel aan te brengen ook iets verzegelen en daardoor verbergen. Als een zegel wordt verbroken, daar kunnen we o.a. van lezen in het boek Openbaring, dan komt er iets te voorschijn. In het boek Openbaring zijn het de gevolgen van vervloekingen, die mensen op zich hebben geladen.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.