Studie Zegenen

Zegenen betekent goed spreken en goed doen voor anderen. Zelfs God. Het staat tegenover veroordelen en vervloeken en allerlei kwaad wat je een mens aan kan doen.

De studie geeft alleen nog maar informatie over de woorden, die in het Hebreeuws en Grieks van de Bijbel voorkomen.

De citaten zijn uit de NBV21 vertaling tenzij anders is aangegeven.

Studievragen

Over dit onderwerp zijn de volgende vragen te stellen.

Wat is zegenen?
Wie kunnen zegenen. En wie kunnen we zegenen?

Kunnen we namens God zegenen?

Wat kan zegenen uitwerken?

Hoe kun je zegenen?

In het laatste hoofdstuk Lessen staan antwoorden op deze vragen.

Oude Testament

In het Hebreeuws komen deze woorden voor die je met zegenen en zegen kunt vertalen.

Barak, zegenen

Dit zijn de gegevens rond het woord barak.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1בָּרַךְ bāraḵWerkwoordH1288Zegenen
Komt 330 keer voor in 289 verzen
KJV: bless (302x), salute (5x), curse (4x), blaspheme (2x), blessing (2x), praised (2x), kneel down (2x), congratulate (1x), kneel (1x), make to kneel (1x), miscellaneous (8x).
2בְּרָכָה bᵊrāḵâZelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H1293Zegening
Komt 69 keer voor in 64 verzen.
KJV: blessing (61x), blessed (3x), present (3x), liberal (1x), pools (1x).

Ad. 1. Barak, zegenen.
Dit woord komt vooral in twee boeken veel voor namelijk 73 keer in het boek Genesis en 75 keer voor in het boek van de Psalmen.

Genesis 1:22. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’
Opmerking: de eerste zeen van God is voor de dieren.

Genesis 1:28. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’
Opmerking: de tweede zegen van God is voor de mensen.

Genesis 2:3. God zegende de zevende dag en heiligde die, want op die dag rustte Hij van heel zijn scheppingswerk.
Opmerking: de derde zegen van God is voor de sabbat.

Genesis 5:2. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Toen Hij hen geschapen had, zegende Hij hen en noemde hen mens.
Opmerking: voor de tweede keer is genoemd dat God de mens zegende.

Genesis 9:1, Toen zegende God Noach en zijn zonen; Hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde.

Genesis 9:26. Ook zei hij: Gezegend is de HEERE, de God van Sem! Laat Kanaän een dienaar voor hem zijn! ]HSV]

Opmerking: dit zei Noach toen hij uit zijn roes ontwaakte en opmerkte dat Sem en Jafeth met respect met hem waren omgegaan en Cham de vader van Kanaän niet.

Genesis 12: 2-3 ‘Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal Ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij’.

Opmerking 1: dit zegt God tegen  Abraham. Dit gaat voor het eerst erover dat mensen ook zegenen, namelijk Abraham zegenen.
Opmerking 2: ‘een bron van zegen zul je zijn’, hier voor de eerste keer het zelfstandig naamwoord bᵊrāḵâ

Nieuwe Testament

Ook in het Nieuwe Testament komt maar een woordfamilie voor dat met zegenen is te vertalen.

Eulogeo, zegenen

Dit zijn de gegevens rond het woord eulogeo.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1εὐλογέω eulogeōWerkwoordG2127Goed spreken, zegenen
Komt 44 keer voor in 41 verzen
KJV: bless (43x), praise (1x)
2εὐλογητός eulogētosBijvoeglijk
naamwoord
G2128Gezegend
Komt 8 keer voor in 8 verzen
KJV: blessed (said of God) (8x).
3εὐλογία eulogiaZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G2129Zegening
Komt 16 keer voor in 14 verzen
KJV: blessing (11x), bounty (2x), bountifully (with G1909) (2x), fair speech (1x).

Ad. 1. Eulogeo, zegenen

Hier de teksten uit het boek van Matteüs waarin het werkwoord zegenen voorkomt.

Matteüs 5:43-45. U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten. Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. [HSV]

Matteüs 14:19. En Hij gaf de menigte opdracht op het gras te gaan zitten; en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. [HSV]

Opmerking: Jezus sprak goed over de broden en de vissen. Wat het daarom dat ze zich vermenigvuldigden?

Dit was tijdens de intocht van Jezus in Jeruzalem. Palmpasen.
Matteüs 21:9. De talloze mensen die voor Hem uit liepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel!’

Matteüs 23:39. Ik verzeker jullie: vanaf nu zullen jullie Mij niet meer zien, totdat je zult zeggen: “Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!”’

Opmerking: als Jezus terugkomt dan zal hetzelfde worden gezegd.

Matteüs 25:34. Dan zal de koning tegen de groep aan zijn rechterzijde zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.

Dit is als Jezus met zijn discipelen het Pesach maal viert.
Matteüs 26:26. En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. [HSV]

Andere bronnen

Zegengebed bij het hedendaagse joodse volk
De site joodsleven.nl geeft informatie over het dankgebed wat men vandaag te dag hanteert en dat zal al wel vele jaren in gebruik zijn.

Zij schrijven dat ze het gebed, de berecha, beginnen met: „Gezegend bent U, Eeuwige onze G-d, Koning van de wereld…” waarna ze verder gaan al naar gelang welke zegen aan de orde is:
Voor brood: „…die brood voortbrengt uit de aarde.”
Voor andere graanproducten: „… die allerlei soorten voedsel geschapen heeft.”
Voor wijn: „…die de vrucht van de wijnstok geschapen heeft.”
Voor boomvruchten (zoals appelen e.d.): „…die de vrucht van de boom geschapen heeft.”
Voor groente en aardvruchten (zoals aardbeien e.d.): „…die de vrucht van de aarde geschapen heeft.”
Voor al het overig voedsel (zoals vlees en eieren e.d.): „…door wiens woord alles is ontstaan.”
Als ze brood eten wassen ze eerst nog de handen en danken: „… die ons geheiligd heeft met Zijn geboden, en ons geboden heeft omtrent het wassen van de handen.”)

Het dankgebed bestaat zoals je ziet uit twee delen. In het eerste deel wordt God benaderd en aangesproken. In het tweede deel komt aan de orde waarvoor je God wil danken.

Het eerste deel begint met Baruch atah, Gezegend bent u.

Baruch kun je ook vertalen met lofprijzen, bewonderen en dankzeggen. Baruch is goede woorden uitspreken tegen God, geweldig bent u, mooi bent u, bewondering uitspreken.

In Psalm 103:1 staat Baruch xxx. Is wel vertaalt met Prijs de Heer. Kan ook ‘mijn bewondering is voor u Heer’. De hoogst kwalificatie die je maar kunt bedenken. Het mooiste woord om uit te drukken hoe geweldig we God vinden. Jongeren zouden zeggen ‘vet gaaf’ of iets dergelijks

We willen opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.