#106 Invloed van en op de Kerk

Na de start van de christelijke gemeente op die bijzondere Pinksterdag zijn inmiddels bijna twintig eeuwen gepasseerd.

De christelijke gemeente heeft de wereld ingrijpend veranderd, in ieder geval de Romeinse wereld van die tijd. Van de wereld buiten het Romeinse rijk, waar zeker ook evangelisten zijn geweest, ken ik die invloed niet.

Andersom is er gedurende die tijd natuurlijk ook invloed geweest van de bestaande wereld op de christelijke gemeente.

Buiten de kerk waren ook nieuwe ontwikkelingen. Denk maar aan de opkomst van de wetenschap en de tijd van de verlichting. Wat in de wereld veranderde had natuurlijk ook invloed op de mensen in de kerk.

Het is natuurlijk goed om af te vragen of we niet bewust op een aantal schreden moeten terugkeren. Omdat die invloeden de kerk niet geholpen heeft dichter bij haar doel te komen. Soms juist niet.

De start

De gemeente Gods was in het begin een met de Heilige Geest vervulde gemeenschap gefundeerd op de wet en de profeten en het onderwijs van Jezus. Maar allengs kregen ook andere denkstromingen invloed op die gemeente. Dat heeft langzamerhand een kerk voortgebracht die nog maar in de verte lijkt op wat de eerste gemeente in het begin was. Het Joodse karakter en het door de Geest bruisende en levendige is er van af.

Invloeden

Er gebeurt in twintig eeuwen natuurlijk verschrikkelijk veel. Je kunt dit ook op allerlei manieren duiden. Hieronder is dus een keuze gemaakt van de belangrijkste invloeden.

De eerstgenoemde invloed wordt al in het Nieuwe Testament geduid. En ook enigszins, die van de Grieken. Over die laatste twee is ook heel wat literatuur van hedendaagse christelijke schrijvers.

Van die van de Romeinen en van de godsdiensten van de volken ken ik geen literatuur. Die is blijkbaar meer ongemerkt, onbewust geaccepteerd. Merkwaardig eigenlijk.

Vanuit het traditionele jodendom

Als je de evangeliën leest, merk je bij Jezus een totaal loyale houding naar de Wet en de Profeten, maar een andere houding als het gaat om het traditionele jodendom. Jezus hield zich niet aan de regels voor de sabbat door aren te plukken en door mensen te genezen bijvoorbeeld. Jezus spreekt de Farizeeën er ook scherp op aan dat ze hun eigen regels boven die van de Wet stellen. Als er goede zaken waren in de traditie dan gebruikte Jezus die wel zoals het gebruik om water te scheppen op de grote dag van het Loofhuttenfeest.

De eerste tientallen jaren is er op diverse plaatsen grote invloed van het traditionele jodendom op de kerk geweest. Er was het idee dat je door die uitvoerige lijst met regels uit de traditie na te leven je het eeuwige leven kon verdienen. Paulus keert zich daar tegen. Je kunt dat lezen in de brief aan de Galaten en die van de Romeinen. Daarentegen helpen de geboden van de Thora genoemd wel om gezond te leven en dichter bij God te zijn.

Was dit een invloed, die in het begin van de kerk een groot gevaar was. De invloed verdween toen de band met Israël, het Oude Testament, de Joodse broeders langzamerhand steeds minder werd.

Vanuit het Griekse denken.

Al direct kreeg de kerk ook te maken met invloed van het Griekse denken. Paulus schrijft er in 1 Kor 15: 35- 58 al over. Grieken die onderscheid maakten tussen de hogere geest/ziel en het lagere lichaam. Paulus was faliekant tegen dat onderscheid.

Met de afnemende invloed van de Hebreeuwse wet en de profeten op de kerk, nam de invloed van het Griekse denken toe. De meeste kerkvaders hadden geen Joodse achtergrond, verstonden het Hebreeuws ook niet goed. In die tijd was het werk van de Geest nog krachtig. Met hun charisma hadden ze grote invloed op de geleidelijk veranderende koers van de kerk.

Die invloed van het Griekse denken is in de kerk doorgegaan. De al-woorden (almachtig, alwetend, alom tegenwoordig etc), de drie-eenheid, het begrip eeuwig als een oneindig lange tijd. Manieren van denken, die vreemd zijn aan het Hebreeuwse denken van de Bijbel.

Door de Romeinen

De invloed van het Romeinse rijk kreeg vooral vorm toen de kerk een staatskerk werd. De Romeinse heersers wilden geen onderlinge tegenstellingen in het rijk. Men wilde één kerk die te controleren was en daarnaast geen andere kerken, die niet te controleren waren. Die kerken moesten verdwijnen.

De Romeinse kalender werd in de kerk geïntroduceerd, een nieuwe dag begon nu om 12:00 ’s nachts, de zondag werd de rustdag, gelijk aan die van de Romeinse godheid en het nieuwe maan feest verdween. De kerk had een gecombineerde zon en maan kalender, dat werd nu alleen een zonkalender.

Het Paasfeest werd ook anders in de kalender gezet, het pesachmaal verviel. Het Pinksterfeest en is nu na 49 dagen. Van het Loofhuttenfeest wilde men af. Het verwijst naar een toekomstig niet-Romeins rijk, met een Messias nota bene, een concurrent voor de keizer. Zo’n feest was een gevaar voor de keizer, dat feest moest zéker worden afgeschaft. Daarvoor in de plaats kwam het kerstfeest. Dat sloot aan bij het midwinterfeest wat er in het rijk overal al was.

Voor heersers is een machtsstructuur in de kerk handig. De diensten moesten minder spontaan. De kerkbankjes kwamen en de preekstoel. En ook nog een standaard liturgie. Het vrije woord, het onderwijs van de gemeente werd ook gestructureerd. Het liefst ze kort mogelijk en liefst zoveel mogelijk standaard teksten. Zo hou je alles mooi onder controle.

Romeinen hebben vrijwel alle maatregelen door kunnen voeren. In de kerk wende men er langzamerhand aan en op gegeven moment dacht men dat het altijd al zo geweest was en dat het beter was da het ooit was geweest.

In deze tijd verdween steeds meer de aandacht voor de mensen, hun groei in geloof, hun vorming en het nieuwe mensen worden. De aandacht ging steeds meer naar de leiders van de kerk, de reeds overleden heiligen, de hemel en de hel na het overlijden, de gebouwen en hun interieur en hun liturgieën. Gewone mensen werden niet geacht om zelf te denken en hun noden, behoeften en verlangens bepaalden niet meer de agenda.

Van de godsdiensten van de volken

Niet alleen de zondag, maar ook het Paasfeest en het Kerstfeest bevatten elementen van de godsdiensten van de volken in het Romeinse rijk en daarbuiten zoals in het Westen de Germaanse en Keltische godsdiensten.

Vanuit de godsdiensten van de volken was er ook een andere houding tegenover God. Een houding met minder vertrouwen: ‘je weet nooit of God je gunstig gezind is’. Ook een andere houding bij het gebed: ‘handen gevouwen en hoofd gebogen’. In het gebed ging men het eerbiedige ‘wilt u’ gebruiken. Ook het gevoel van het niet-verantwoordelijk zijn. Sommige gingen en gaan er ver in: de godheid bepaalt alles, wij kunnen niets en wij zijn niets.

Hadden steden en streken eerst een bepaalde god, die gediend moest worden en die hen beschermde en vruchtbaarheid gaf. Nu kreeg een stad of streek vaak een ‘heilige’ die de stad of de steek beschermde.

De heilige had een uitstekend voorbeeld gegeven om na te volgen. Maar was het verstandig om deze nu ook de nieuwe ‘patroon’ van de stad of streek te maken? Was er daarmee wel voldoende onderscheid met vroeger?

Door de Verlichting

In de 18de eeuw kwam er een nieuwe cultuur filosofische en intellectuele stroming op gang, die klein begon maar allengs steeds meer invloed kreeg.

Algemeen beschouwt men de uitspraak ‘cogito ergo sum’, Latijns voor ‘ik denk, dus ik ben’ als het begin van deze stroming . Deze uitspraak was van filosoof en wiskundige René Descartes, een Fransman, die wel twintig jaar in Nederland woonde.

René Descartes overleed in 1560. Hij was de exponent van een stroming, die allengs meer aanhang kreeg. Je kunt ook zeggen dat hij en anderen onderdeel waren van een nieuwe tijdgeest.

We kunnen zelf nadenken buiten de kerk om, die in die dagen alom tegenwoordig was. Door redeneren en het gezonde verstand kun je tot de waarheid komen. Wat je niet met het gezonde verstand kan beredeneren, zoals geestelijke zaken zijn niet belangrijk en die zaken bestaan wellicht ook niet.

Dat verlichtingsdenken ging ook de kerk beïnvloeden. Alleen wat je ziet bestaat denken veel mensen en leden van kerken denken wel dat de geestelijke wereld bestaat maar het daar weinig affiniteit mee. Veel mensen in kerken hebben nog nooit de een geestelijke ervaring gehad. De Heilige Geest is een onbekende god.

In de Rooms Katholieke kerk was nog aandacht voor het bovennatuurlijke. Bij de reformatie, althans bij de ‘gereformeerde’ tak, kwam de overtuiging dat het beter was je helemaal niet meer te richten op tekenen en wonderen.

De tekenen en wonderen van Jezus waren er vooral om aan te tonen dat Jezus de zoon van God was. Het doel om van die tekenen en wonderen te leren en ze na te volgen werd niet meer gezien.

Door de ‘Romantiek’

<<dit deel moet nog worden ingevuld>>

Bronnen

Voor dit onderwerp kunnen we nauwelijks terecht bij de Bijbel als bron. Er is geen enkel boek in de Bijbel dat over de situatie gaat na de eerste tientallen jaren.

Er zijn een veelheid aan boeken te raadplegen over dit onderwerp. Dit vind ik per onderwerp de meest interessante boeken.

1Invloed van de Griekse filosofie op de kerk
 TitelAuteurOpmerkingen:
1De wereld van SofieJostein GaarderOndertitel: Roman over de geschiedenis van de filosofie
2De onzichtbare maatAndreas Kinneging Archeologie van goed en kwaad.
2Invloed van de godsdiensten van de niet-Joodse volkeren op de kerk
 TitelAuteurOpmerkingen:
1The two BabylonsAlexander HislopIs hét standaard werk over dit onderwerp.
2Nederlandse Religie- geschiedenisJoris van Eijnatten en Fred van Lieburg
3Hoe de invloeden op de kerk de relatie met het jodendom beïnvloedde
 TitelAuteurOpmerkingen:
1Tussen Oorsprong en schismaDavid FlusserHet zijn artikelen over Jezus, het Jodendom en het vroege Christendom
2How the Church departed from its Hebraic RootsTorah ministries
4Hoe de kerk de omgeving beïnvloedde
 TitelAuteurOpmerkingen:
1Evangelie verkondiging in de eerste eeuwenMichael Green
2Arm en rijkDavid S. LandesGeeft globale lijnen van de wereldgeschiedenis.
5Hoe moderne stromingen de kerk beïnvloedde
 TitelAuteurOpmerkingen:
1De terugkeer van de verloren VaderF.O. van GennepEen analyse van de cultuur geschiedenis van de laatste eeuwen
2

Overwegingen

Als we de invloeden op de kerk kennen en haar gevolgen, kunnen we hierover bezinnen, onze situatie overdenken, komen tot belijdenis en nadenken en bidden over een andere koers en die dan ook opgaan. De klok terugdraaien zal niet gaan. Maar het Joodse en het van de Geest vervulde zoals in de oorspronkelijke gemeente is onmisbaar. Het zal een koers zijn waar we veel opnieuw moeten leren. Een koers met vallen en opstaan. Het lijkt me voor gevestigde kerken haast niet te doen maar voor groepen die pionieren moet het haalbaar zijn.

De Paus heeft het in dit verband over een vork. De steel is Israël, de ene tand van de vork, de kerk heeft zich in een bepaalde richting ontwikkeld en de andere tand van de vork de joden hebben zich in een andere richting ontwikkeld.

Beide hebben nu een afstand met Israël. Zou dit de wens van God zijn? Natuurlijk niet. Ga daarom op weg met het oude plan van God met Israël en wij de volken buiten Israël als in Israël ingelijfd.

Lessen

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.