Studie De Volken

Israël is een volk. En verder heb je nog tal van andere volken op deze aarde. Wat is de rol van de volken en wat is de rol van Israël als het gaat over de volken. Daar gaat het in deze studie over.

Het gaat ook over het woord ‘heiden’ dat in onze vertalingen voorkomt maar er is geen apart woord zowel in het Hebreeuws als het Grieks waar dit een vertaling is. Hoe zit dat? Daar gaat deze studie ook over.

Hebreeuwse deel van de bijbel

Een woord goj (Hebreeuws: גוי, meervoud: גויים – gojim) betekent ‘volk’ in het Hebreeuws en wordt gebruikt voor het volk van Israël en ook voor de andere volken. Gods belofte aan Abraham was hem een vader van een menigte gojim te maken. Genesis 17:5.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1גּוֹי  gowyZelfstandig naamwoordH1471Volk. 558 x in 511 verzen, vanaf Genesis 10:5. KJV: nation (374x), heathen (143x), Gentiles (30x), people (11x).
2אֻמָּה ‘ummahZelfstandig naamwoordH523Stam of mensen. Het woord komt drie keer voor in Gen. 25:16 Num. 25:15 Psalmen 117
3אֻמָּה ‘ummah (Aramees)Zelfstandig naamwoordH524Stam of mensen. Het woord komt acht keer voor in Ezra en Daniël.
4עָם  ‘amZelfstandig naamwoordH5971  De mensen. Komt 1868 keer voor in 1654 verzen. KJV: people (1,836x), nation (17x), people (with H1121) (4x), folk (2x), Ammi (1x), men (1x), each (1x).
   H5971 H3478De combinatie mensen van Israël komt 78 keer voor.
5עַם ‘am (Aramees)Zelfstandig naamwoord mannelijkH5972Mensen. 15 keer. KJV: people (15x).
6לָשׁוֹן  law-shone’Zelfstandig naamwoordH3956(Mensen met bepaalde) talen/tongen 117 keer, 1ste keer in Genesis 10:5 (Babel)
7לִשָּׁן lish-shawn’ (Aramees)Zelfstandig naamwoordH3961(Mensen met bepaalde) talen 7 keer

De boeken waar het meest over de volken wordt gesproken: Ezechiël 81 keer, Jeremia 77 keer, Jesaja 66 keer, Psalmen 58 keer, Deuteronomium 41 keer, Genesis 23 keer. In de Thora wordt het joodse volk soms aangeduid met goj kadosh – heilig volk (zoals in Exodus 19:6).

Psalm 117: 1-2. Looft de Here, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natiën; want zijn goedertierenheid is machtig over ons, en des Heren trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja.

In messiaanse kring wordt wel gesproken over “am Israël”, dat lijkt zoiets als het gekozen volk Israël te betekenen. We komen dit woord ook tegen in de naam Abram, Ab = vader en am =volk.

Volgens Wikipedia wordt de term goj gebruikt voor niet-Joden. Zowel in het Jiddisch als het Hebreeuws, gebruikt men goj ook om een niet-Joods persoon aan te duiden, oftewel een lid van ‘de volkeren’.

In beide betekenissen heeft het woord geen negatieve connotatie, maar is zuiver feitelijk. Zo wordt een aardige buurman die op sabbat het licht komt aandoen een “sjabbesgoj” genoemd. Orthodoxe joden mogen dit namelijk niet zelf doen omdat dit wordt opgevat als een herscheppende bezigheid oftewel werken en dat is volgens de Torah verboden op sabbat.

In de Talmoed vindt men zowel positieve als negatieve opmerkingen jegens de gojim als groep. Eigen uitleg van een joodse meneer: “Dit kan worden begrepen tegen de achtergrond van de betrekkingen tussen joden en niet-joden en niet-joodse autoriteiten in het algemeen op dat moment, en de persoonlijke situatie van degene die zijn mening geeft”.

Een ‘goj’ oftewel een niet-jood kan jood worden door zich te bekeren tot het Jodendom. Een jood kan echter nooit een niet-jood worden. Wanneer hij het Jodendom verlaat en zich tot een ander geloof bekeert, wordt hij gezien als ‘kofer’ (vergelijk met het Arabisch-islamitische begrip kaffir). Een niet-religieuze jood, die zich niet met een ander geloof verbonden heeft, wordt gewoon als jood gezien.

Griekse deel van de bijbel

In het Griekse deel van de bijbel wordt dikwijls over de volken gesproken. Hieronder het overzicht.

Het woordSoort woordStrongOpmerkingen:
1ἔθνος ethnosZelfstandig naamwoordG1484 C&B 1334Volk, menigte
Komt 164 keer voor in 152 verzen.
KJV: Gentiles (93x), nation (64x), heathen (5x), people (2x).
2ἐθνικός ethnikosZelfstandig naamwoordG1482 C&B 1332Aangepast aan dat volk
2 x volgens KJV en 4x volgens NBG
3ἐθνικῶς ethnikōsBijvoeglijk naamwoordG1483 C&B 1333Zoals van dat volk
1x in Galaten 2:14
4Λαός  lah-os’Zelfstandig naamwoordG2992Mensen
142 keer

Het Griekse woord voor volk is ethnos. Een ethnische eenheid dus. In Matteüs 28 ‘maak alle volken tot mijn discipelen’, wordt ook ethnos gebruikt.

In Efeziërs 2:11 zijn twee Griekse woorden (ethne en sarki), volken in het vlees, in de NBV vertaling met het ene woord “heidenen” vertaalt. Hier is het woord heiden nog meest toepasselijk.

Er zijn ook andere varianten van dit woord. Matteüs 6:7. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Hier staat ethnikos G1482, iemand uit de volken, die toen nog bijna allemaal de goden van hun eigen volk dienden.

Er is ook nog een heel ander woord dat in de vertalingen met heiden is vertaalt. Een woord van Jezus. Matteüs 5:47. En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo?  Hier staat het woord telōnēs wat overheidsdienaren zou kunnen betekenen. De KJB vertaalt steeds met ‘publicans’. De overheidsdienaren hielden toen ook de mensen in de omgeving zoveel mogelijk te vriend.

Waarom het woord ‘heiden’

De woorden ‘heiden’ en ‘heidenen’ zijn bekende woorden, maar ze hebben een negatieve klank. Het is een denigrerend woord. De Bijbel in de originele Hebreeuwse en Griekse teksten spreken over het volk Israël en daarnaast over de volken.

Er is geen woord in het Hebreeuws of het Grieks dat je met heiden of heidenen zou kunnen vertalen. Op het moment dat ik dit ontdekte dacht ik: “Is dit nu juist of heeft de keizer toch kleren aan, terwijl ik denk dat het niet zo is?”

Toen mensen uit de volken tot geloof kwamen sprak men van “de gelovigen uit de volken”. Een eretitel. Daarnaast zijn er mensen en volken, die nog niets hebben met de God van het volk Israël. Hoe is het gekomen dat deze woorden in de vertalingen zijn terecht gekomen. Is het een vorm van zelfkastijding, is het bedoeld als bescheidenheid?

Niet alleen hebben de woorden heiden of heidenen een negatieve klank, ze zorgen ook voor verwarring. Waren de ongelovige joden heidenen? Ben ik een heiden omdat ik een Nederlander ben, of zijn alleen de Nederlanders, die geen christenen zijn heidenen? Trouwens wanneer ben je precies een gelovige.

Het maakt het alleen maar duidelijker als we de woorden met volk of volken vertalen. Zo wordt bijvoorbeeld de streek waar Jezus opgroeide en later werkte “het Galilea van de heidenen” genoemd. Er staat: “het Galilea van de volken”. Dat klopte ook want in Galilea woonden heel wat mensen van niet Joodse volken. En Jezus trok daar vooral rond. Dat was al de internationale missie van Jezus. En juist in dit Galilea had Jezus veel meer toegang dan in het Joodse Judea. 

Jezelf of je eigen volk een heiden of heidenen noemen, lijkt op een collectief neerhalen van jezelf. En dat is niet goed.  De Heer heeft ons lief. Uitschelden is nooit goed, ook niet als je jezelf uitscheldt.

Het woord heiden in de vertalingen

Het woord heiden of heidenen komt het meest voor in de Statenvertaling en in modernere vertalingen wordt het steeds minder gebruikt. De HSV voert een nieuw woord in, namelijk het woord ‘heidenvolken’.  Ook ongelukkig wat mij betreft.

De Statenvertaling gebruikt 418 keer het woord ‘heiden of heidenen’, voor het eerst in Leviticus.
De HSV gebruikt 413 keer het woord heiden, heidenen of heidenvolken. De NBG vertaling gebruikt nog maar 118 keer heiden of heidenen. Voor het eerst pas bij het boek Ezra.
De NBV vertaling gebruikt nog slechts 80 keer het woord heiden of heidenen. Alleen nog maar in het Nieuwe Testament. Matteüs 5:17 is dan de eerste tekst: “het Galilea der heidenen”. Hier staat het woord ‘ethnos’, dat dus beter vertaalt kan worden met: “Het Galilea van de volken”.

Complete lijst met teksten

De complete lijst van teksten waar de NBV heiden, heidens of heidenen heeft:

Ik geef bij deze teksten de NBV vertaling en tussen haakjes hoe het beter met het woord volk zou kunnen worden vertaald. Soms lijkt het mij beter als je met “mensen uit de volken” zou vertalen.

Als je alle teksten doorleest zul je merken dat je inzicht in dat grote goddelijke concept van het gekozen volk Israël en de volken, die er allemaal op deze wereld zijn, beter gaat begrijpen. In de evangeliën lees je dat de volken er nog niet bij hoorden, maar in het boek Handelingen is de omslag.  

De introductie van het woord heiden en heidenen in de tijd van de Statenvertaling of nog eerder zie ik als een poging van de duisternis om verwarring en onduidelijkheid te brengen. Laten we weer terug gaan naar gezond taalgebruik.

Matteüs 4:15. ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan de weg naar zee en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen (volken), luister ..

Matteüs 5:47. En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen (mensen uit de volken) niet net zo?

Matteüs 6:7. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen (mensen uit de volken), die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.

Matteüs 6:32. …dat zijn allemaal dingen die de heidenen (mensen van de volken) najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.

Matteüs 10:5. Deze twaalf zond Jezus uit, en hij gaf hun de volgende instructies: ‘Sla niet de weg naar de heidenen (volken) in en bezoek geen Samaritaanse stad.

Matteüs 10:18. Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen, en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen (mensen van de volken).

Matteüs 18:17. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden (iemand uit een ander volk) of een tollenaar behandelt.

Matteüs 20:19. Ze zullen hem uitleveren aan de heidenen (mensen uit de volken), die de spot met hem zullen drijven en hem zullen geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal hij worden opgewekt uit de dood.’ [onderdeel van het oordeel dat je wordt uitgeleverd aan de volken, wij dus. Zie ook nog de twee teksten hieronder]

Marcus 10:33. ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen (mensen uit de volken).

Lucas 18:32. Want hij zal worden uitgeleverd aan de heidenen (volken) en worden bespot en mishandeld en bespuwd.

Lucas 2:32. … een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen (volken) en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ [dat is na Pinksteren gebeurt]

Lucas 21:24. De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen (volken), tot de tijd van de heidenen (volken) voorbij is. [let op er is dus een tijd dat de tijd van de volken voorbij is en er dan weer een andere tijd komt. Een nieuwe tijd met het volk Israël? ]

Handelingen 2:23. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen (volken) laten kruisigen en doden. [wat een oordeel haal je over jezelf als Joods volk door iemand uit te leveren aan de volken, zie ook de drie teksten hierboven]

Handelingen 10:45. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat

Handelingen 11:1.  De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook de heidenen (mensen uit de volken) Gods woord hadden aanvaard.
Handelingen 11:18. Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: ‘Dan geeft God dus ook de heidenen (mensen uit de volken) de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’

Handelingen 13:46. Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen (mensen uit de volken) wenden.
Handelingen 13:48. Toen de heidenen (mensen uit de volken) dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof.

Handelingen 14:2. Maar er waren ook Joden die niets van hun boodschap wilden weten, en dezen deden hun best om bij de heidenen (mensen uit de volken) een vijandige stemming jegens de gelovigen te kweken.
Handelingen 14:5. Toen Paulus en Barnabas merkten dat heidenen (mensen uit de volken) en Joden samen met hun leiders op het punt stonden om geweld te gebruiken en hen wilden stenigen ..
Handelingen 14:27. Daar aangekomen riepen ze de gemeente bijeen en brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. Ze vertelden hoe hij voor de heidenen (mensen uit de volken) de deur naar het geloof had geopend.

Handelingen 15:3. Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig over de bekering van de heidenen (mensen uit de volken), iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte.
Handelingen 15:7-8. Toen het tot een hevige woordenstrijd kwam, stond Petrus op en zei: ‘Broeders, u weet dat God mij al in het begin uit uw midden heeft gekozen om de boodschap van het evangelie onder de heidenen (volken) te verspreiden en hen tot geloof te brengen. God, die weet wat er in de mensen omgaat, heeft blijk gegeven van zijn vertrouwen in de heidenen (volken) door hun de heilige Geest te schenken, zoals hij die ook aan ons geschonken heeft.
Handelingen 15:12. Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen (volken) had verricht.
Handelingen 15:14. Simeon heeft uiteengezet hoe God zelf het plan heeft opgevat om uit de heidenen een volk te vormen dat zijn naam vereert. [er staat uit de heidenen, in het Grieks ethnon, een volk, in het Grieks laos, dat een groep mensen een menigte betekent. Een correcte vertaling zou naar mijn idee zijn dat God uit de volken een menigte mensen vormt, dat zijn naam vereert]
Handelingen 15:17-18. … zodat de mensen die overgebleven zijn de Heer zullen zoeken, evenals alle heidenen (mensen uit de volken) over wie mijn naam is uitgeroepen. Zo spreekt de Heer, die dit van oudsher heeft aangekondigd.”
Handelingen 15:19. Daarom ben ik van mening dat we de heidenen (mensen uit de volken) die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen …  
Handelingen 15:23. Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan hun broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië die uit de heidense volken afkomstig zijn: gegroet! [waarom twee woorden “heidense volken” in de vertaling, er staat maar één Grieks woord namelijk ethnos. Het gaat hier dus om broeders uit de volken]

Handelingen 18:6. Maar omdat ze zich verzetten en lasterlijke taal spraken, schudde hij het stof van zijn kleren en zei: ‘U roept zelf het onheil over u af! Mij treft geen blaam. Voortaan zal ik me tot de heidenen (volken) richten.’

Handelingen 21:11. Hij zocht ons op, pakte Paulus’ gordel en bond daarmee zijn eigen handen en voeten vast. Toen zei hij: ‘Dit zegt de heilige Geest: “Zo zal de man van wie deze gordel is, worden vastgebonden door de Joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen (mensen uit de volken) zullen uitleveren.”’
Handelingen 21:19. Nadat Paulus hen begroet had, vertelde hij tot in bijzonderheden wat God door zijn verkondigingswerk onder de heidenen (volken) tot stand had gebracht.
Handelingen 21:21. Nu is hun verteld dat jij de Joden die onder de heidenen (volken) wonen aanspoort tot ontrouw aan Mozes; je zou beweren dat ze hun kinderen niet hoeven te besnijden en dat ze zich niet aan de voorschriften hoeven te houden.
Handelingen 21:25. Wat betreft de heidenen (mensen uit de volken) die het geloof hebben aanvaard, hen hebben we schriftelijk op de hoogte gesteld van onze beslissing dat ze zich in acht moeten nemen voor vlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, voor bloed, voor vlees waar nog bloed in zit, en voor ontucht.’

Handelingen 22:21. Maar hij zei tegen mij: “Ga, want ik wil je naar de heidenen (volken) sturen, ver van hier.”’

Handelingen 26:17. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen (volken), naar wie ik je uitzend.

Handelingen 26:20. … en heb eerst aan de inwoners van Damascus en Jeruzalem, en aan allen die in Judea wonen, en later ook aan de heidenen (volken) verkondigd dat ze tot inkeer moesten komen en God moesten eren, en zich dienden te gedragen zoals dat bij hun nieuwe leven paste.

Handelingen 26:23. … namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de heidenen het licht te verkondigen.’ [er staat: menigte mensen, Grieks laos, en de volken Grieks ethnos]

Handelingen 28:28. U moet dan ook weten dat God deze boodschap van redding al aan de heidenen (volken) bekendgemaakt heeft; zij zullen wel luisteren.’

Romeinen 2:14. Wanneer namelijk heidenen (mensen uit de volken), die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet.

Romeinen 3:29. Is God soms alleen de God van de Joden en niet die van de heidenen (volken)? Zeker ook die van de heidenen (volken) ..

Romeinen 9:30. Wat kunnen we hieruit nu opmaken? Hoewel ze er niet naar hebben gestreefd, zijn heidenen (mensen uit de volken) als rechtvaardigen aangenomen, op grond van hun geloof.

Romeinen 11:11. Maar nu vraag ik weer: ze zijn toch niet gestruikeld om ten val te komen? Dat in geen geval, maar door hun overtreding konden de heidenen (volken) worden gered en daarop moesten zij afgunstig worden.

Romeinen 11:12-13. Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een rijke gave voor de heidenen (volken), hoeveel rijker zal dan de gave zijn wanneer zij zich allen hebben bekeerd. Ik spreek nu tot degenen onder u die uit heidense volken (volken) komen. Zeker, ik ben een apostel voor de heidenen (volken), maar ik schat mijn taak juist dáárom zo hoog. [ook hier weer een keer het begrip heidense volken;  er staat alleen maar ethnos]

Romeinen 11:25. Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen (volken) zijn toegetreden.

Romeinen 15:9-11. maar hij is ook gekomen om de heidenen (volken) in staat te stellen God te loven om zijn barmhartigheid, zoals geschreven staat: ‘Daarom zal ik u prijzen onder de heidenen (volken), psalmzingen ter ere van uw naam.’ En verder staat er: ‘Verheug u, heidenen (volken), samen met zijn volk.’ En er staat ook: ‘Loof de Heer, alle heidenen; prijs hem, alle volken.’ [ook hier ethnos en laos, hier had dus beter kunnen worden vertaal Loof de Heer, alle volken; prijs hem menigte van mensen]

Romeinen 15:12. En verder zegt Jesaja: ‘Isaï zal een telg voortbrengen: hij die komt om over de heidenen (volken) te heersen; op hem zullen zij hun hoop vestigen.’

Romeinen 15:16. … ik moet in volledige toewijding aan zijn evangelie een dienaar van Christus Jezus voor de heidenen (volken) zijn, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de heilige Geest.

Romeinen 15:18. Ik zal over niets anders spreken dan wat Christus door mij tot stand brengt om de heidenen (volken) tot gehoorzaamheid te brengen: door wat ik zeg en doe ..

Romeinen 15:27. Ze hebben daartoe vrijwillig besloten, maar ze staan dan ook bij hen in de schuld. Immers, omdat de heidenen (volken) deel hebben gekregen aan wat de heiligen in Jeruzalem in geestelijk opzicht geschonken hebben, zijn ze ertoe verplicht hen bij te staan in materiële zaken.

Romeinen 16:4. die voor mij hun leven op het spel hebben gezet. Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de heidenen (volken).

1 Korintiërs 1:23. maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen (volken) dwaas.

1 Korintiërs 5:1. Het is algemeen bekend dat er een geval van ontucht bij u is dat zelfs bij de heidenen (volken) niet voorkomt: er is iemand die met de vrouw van zijn vader leeft.

1 Korintiërs 8:1. Dan nu over heidens offervlees. Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. [het gaat hier om vlees dat de goden, Grieks idols, van de volken is geofferd.

1 Korintiërs 10:20. Dat niet, maar wel dat heidenen (volken) aan demonen offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u één wordt met demonen. [in het Grieks wordt ook het woord daimonion gebruikt als woord voor wat wij de goden noemen]

1 Korintiërs 12:2. Zoals u weet was u in de tijd dat u nog heidenen (tot de volken behoorde) was volledig in de ban van goden die taal noch teken geven.  [Natuurlijk zijn deze mensen onderdeel van hun volk, maar nu horen ze vooral tot het volk van God]

Galaten 1:16. … zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik hem aan de heidenen (volken) zou verkondigen. Ik heb toen geen mens om raad gevraagd ..

Galaten 2:2. Dat was mij in een openbaring opgedragen. In besloten kring legde ik de belangrijkste broeders het evangelie voor dat ik aan de heidenen (volken) verkondig, want ik wilde me ervan overtuigen dat mijn inspanningen, toen en nu, niet voor niets waren.

Galaten 2:7. Integendeel, toen ze inzagen dat mij de verkondiging onder de heidenen (volken) was toevertrouwd, zoals aan Petrus de verkondiging onder de besnedenen

Galaten 2:9. … en ze dus de genade onderkenden die mij geschonken was, toen reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die als steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen (volken) gaan, zij naar de besnedenen.

Galaten 2:12. Hij at altijd met de heidenen (mensen uit de volken), maar toen er afgezanten van Jakobus kwamen, trok hij zich terug en at hij apart, uit angst voor de voorstanders van de besnijdenis.

Galaten 2:14. Toen ik zag dat ze niet de rechte weg naar het ware evangelie bewandelden, zei ik tegen Kefas, in aanwezigheid van iedereen: ‘Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden (iemand uit de volken) en houdt je niet aan de Joodse gebruiken; hoe kun je dan opeens heidenen (mensen uit de volken) dwingen als Joden te leven?’

Efeziërs 2:11. Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk door uw afkomst heidenen (uit de volken) bent en onbesnedenen genoemd wordt door hen die door mensenhanden besneden zijn –

Efeziërs 3:1. Daarom is het dat ik, Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, voor u, heidenen (mensen uit de volken), bid.

Efeziërs 3:6. …. de heidenen -mensen uit volken– delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie.

Efeziërs 3:8. Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidenen -volken– de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen ..

Efeziërs 4:17. Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van de heidenen -volken– met hun loze denkbeelden.

1 Timoteüs 2:7. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidenen -volken– om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.

Openbaring 2:14. Maar enkele dingen heb ik tegen u: sommigen houden vast aan de leer van Bileam, die Balak liet weten hoe hij voor de Israëlieten een val moest opzetten, waardoor ze heidens offervlees zouden gaan eten en ontucht zouden plegen. [gaat over vlees dat aan de goden was geofferd] <<er staat eten afgoderij dingen phagein eidolothyta G5315 G1494>>

Openbaring 2:20. Maar dit heb ik tegen u: u laat die Izebel, die zichzelf profetes noemt, haar gang gaan terwijl ze mijn dienaren met haar uitspraken tot ontucht en het eten van heidens offervlees verleidt. eten afgoderij dingen

Openbaring 11:2. De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen -volken-, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen.

Hoe kun je Jood worden?

Een niet-Jood die toetreedt tot het Jodendom wordt daarmee geen etnische Jood en zelfs geen religieuze Jood. In de Bijbel en elders heet dat ‘proseliet’ of ‘Godvrezende’. Jood worden ze dus nooit.

Samenvatting

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.