Studie de Volken

In de Bijbel zijn individuele mensen in beeld, maar zou God ook oog hebben voor groepen mensen? Zeker. De Bijbel gaat ook over families en generaties, en ook over stammen, volken en naties. Zo’n drieduizend keer staat in de Bijbel een woord dat je met stammen, volken en naties kunt vertalen.

Israël als een volk wordt genoemd. Maar ook tal van andere volken en volken in het algemeen. Wat is de rol van de volken en wat is de rol van Israël als het gaat over de volken? Daar gaat het in deze studie over.

In deze studie een overzicht van de Hebreeuwse en Griekse woorden, die de Bijbel hanteert. Een beknopte hoeveelheid teksten uit de Bijbel met die woorden. En verder een hoofdstuk over het woord heidenen, dat in de Nederlandse vertalingen dikwijls wordt gebruikt om de woorden van volken te vertalen. Geen goed idee dit woord, lijkt mij.

Oude Testament

In het Hebreeuws komen drie soorten woorden voor die met volk zijn te vertalen. De betekenissen liggen deels over elkaar heen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1גּוֹי  
gowy
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H1471Volk
Komt 558 keer voor in 511 verzen
KJV: nation (374x), heathen (143x), Gentiles (30x), people (11x).
2אֻמָּה
‘ummah
Zelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H523Volk, natie
Komt drie keer voor in 3 verzen.
KJV: people (2x), nation (1x)
3אֻמָּה ‘ummah (Aramees)Zelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H524Volk, natie
Komt 8 keer voor in Ezra en Daniël.
KJV: nation (8x)
4עָם 
‘am
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H5971Leden van een volk
Komt 1868 keer voor in 1654 verzen.
KJV: people (1,836x), nation (17x), people (with H1121) (4x), folk (2x), Ammi (1x), men (1x), each (1x)
5עַם
‘am (Aramees)
Zelfstandig
naamwoord mannelijk
H5972Leden van een volk
Komt 15 keer voor.
KJV: people (15x).
6שֵׁבֶט
šēḇeṭ
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H7626Stam
Komt 190 keer voor in 178 verzen.
KJV: tribe (140x), rod (34x), sceptre (10x), staff (2x), miscellaneous (4x).

Bij de Aramese woorden en bij het woord šēḇeṭ, stam, is nog niet op zoek gegaan naar de teksten waarin deze woorden voorkomen.

Goj
Het woord goj (Hebreeuws: גוי, meervoud: גויים – gojim) betekent ‘volk’ in het Hebreeuws en wordt gebruikt voor het volk van Israël en ook voor de andere volken.

De boeken waar het meest over de volken wordt gesproken: Ezechiël 81 keer, Jeremia 77 keer, Jesaja 66 keer, Psalmen 58 keer, Deuteronomium 41 keer, Genesis 23 keer. In de torah wordt het joodse volk soms aangeduid met goj kadosh – heilig volk (zoals in Exodus 19:6).

Hieronder alle teksten uit het boek Genesis waar het woord goj in voorkomt.

Genesis 10:5. Van hen stammen de mensen af die verspreid over de kustgebieden leven, elke familie en elk volk in zijn eigen land en met zijn eigen taal.
Genesis 10:20. Dit waren de nakomelingen van Cham, ingedeeld naar families, talen, landen en volken.
Genesis 10:31-32. Dit waren de nakomelingen van Sem, ingedeeld naar families, talen, landen en volken. Dit waren de families die afstamden van de zonen van Noach, ingedeeld naar afkomst en volken. Van hen stammen de verschillende volken af die zich na de zondvloed over de aarde hebben verspreid.

Dit zegt God tegen aartsvader Abraham.
Genesis 12:2-3. Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’
Opmerking: in vers 3 staat het woord mishpachah Strong H4940 dat families betekent maar hier met volken is vertaald.

In Genesis 14:1 en 9 wordt ene Tideal, de koning van de volken genoemd. Een soort keizer dus. De NBV vertaalt het woord volken niet.

Dit zegt God tegen Abraham over de toekomst.
Genesis 15:14. Maar Ik zal het volk dat hen als slaaf laat werken ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen.

Nogmaals God tegen Abraham.
Genesis 17:4-6. ‘Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want Ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.

Dit zegt God over Sara de vrouw van Abraham.
Genesis 17:16. Ik zal haar zegenen en jou bij haar een zoon geven. Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen en koningen van haar zullen afstammen.’

En tegen Abraham over zijn zoon Ismaël.
Genesis 17:20. En wat Ismaël betreft, Ik verhoor je: Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar maken en hem veel, heel veel nakomelingen geven. Twaalf stamvorsten zal hij verwekken en er zal een groot volk uit hem voortkomen.

Dit bedacht God over Abraham.
Genesis 18:18. Uit Abraham zal immers een groot en machtig volk voortkomen, en in hem zullen alle volken op aarde gezegend worden.

Genesis 20:4. Abimelech was echter nog niet tot haar genaderd. Daarom zei hij: Heere, wilt U dan echt een onschuldig volk doden? [HSV]
Opmerking: blijkbaar had koning Abimelech een hoge ethische standaard.

Dit zegt God tegen Abraham.
Genesis 21:13. Maar ook uit de zoon van je slavin zal Ik een volk doen voortkomen, omdat ook hij een kind van je is.’

Ook dit zegt God over Ismaël tegen Hagar.
Genesis 21:18. Sta op, help de jongen overeind en ondersteun hem. Ik zal een groot volk uit hem doen voortkomen.’

Na het bijna offer van Isaac zegt God tegen Abraham.
Genesis 22:18. En dankzij jouw nakomelingen zullen alle volken op aarde zich gezegend noemen. Want jij hebt naar Mij geluisterd.’

Dit zegt God tegen Rebekka.
Genesis 25:23. De HEER zei tegen haar: ‘Twee volken zijn er in je schoot, volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard. Het ene zal machtiger zijn dan het andere, de oudste zal de jongste dienen.’

Opmerking: het tweede woord dat met volken is vertaald is ummiem en is hier met volken vertaald. De twee volken zullen leiden tot twee gemeenschapsverbanden zowel de nakomelingen van Esau als die van Jacob. Dat is in onze tijd ook werkelijkheid geworden. Eigenlijk al vanuit Ismaël, de eerste splitsing in de familie. De wereldwijde islamitische gemeenschap die de oemma wordt genoemd. De joden en christenen vormen ook een wereldwijde gemeenschap.

Dit zegt God tegen Isaac.
Genesis 26:4. Ik zal je zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en dit hele gebied aan hen geven, en dankzij jouw nakomelingen zullen alle volken op aarde zich gezegend noemen.

Dit zegt God tegen Jacob.
Genesis 35:11. En Hij vervolgde: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Wees vruchtbaar en word talrijk; je zult uitgroeien tot een volk, tot een hele menigte volken, en er zullen koningen uit je voortkomen.

Dit zegt God tegen Jozef.
Genesis 46:3. God zei: ‘Ik ben God, de God van je vader. Wees niet bang om verder te reizen naar Egypte, want Ik zal daar een groot volk uit je doen voortkomen.

Genesis 48:19. Maar zijn vader wilde dat niet. ‘Ik weet het, mijn zoon,’ zei hij, ‘ik weet het. Ook uit hem zal een volk voortkomen, ook hij zal machtig worden. Maar zijn jongere broer zal machtiger worden dan hij, en uit hem zullen tal van volken voortkomen.’

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Een volk heeft een land en een taal. De volken zijn uit verschillende takken van families ontstaan. Genesis 10. De tussengrootte tussen een familie en een volk kan een stam worden genoemd.

De belofte aan Abraham is een groot volk. Genesis 12. En daarna een menigte volken. Genesis 17. Genesis 18. Genesis 26. Ook tegen Sara zegt God dat er volken uit haar zullen ontstaan. En ook zoon Ismaël zal een groot volk worden.

Uit Rebekka en Isaac zullen twee volken ontstaan. En ook twee gemeenschapsverbanden, oemmiem.

Door het hele boek van Genesis heen gaat het om de ontwikkeling van de mensheid tot volken. Vanaf Noach tot en met Jozef.

Ummah
Het woord ummah komt van het woord eem, Strong H517 dat moeder betekent. Het woord ummah komt voor in de volgende drie verzen.

Genesis 25:16. Dit zijn de zonen van Ismaël en dit zijn hun namen, in hun dorpen en tentenkampen: twaalf vorsten, ingedeeld naar hun stammen. [HSV]
Opmerking 1: opmerkelijk dat in de moslim wereld het woord ummah belangrijk is.
Opmerking 2: De Willibrord vertaalt ook ummah met stammen. De Statenvertaling vertaalt met volken. De NBG met volksstammen. De NBV21 vertaalt dit woord niet. De KJV vertaalt met nations.

Numeri 25:15. De Midjanitische vrouw die gedood was, heette Kozbi. Zij was een dochter van Sur, een Midjanitisch stamhoofd. 
Opmerking: wat de NBV simpel vertaalt met Midjanitisch stamhoofd daar vertaalt de KJV met ‘he was head over a people, and of a chief house in Midian.

Psalm 117: 1-2. Looft de Here, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natiën; want zijn goedertierenheid is machtig over ons, en des Heren trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja.

Am
Het woord am komt van een woord dat verbergen en verdwijnen betekent. Het ziet meer op de mensen van een volk.

Hieronder alle 33 teksten uit het boek Genesis waar het woord am in voorkomt.

Deze tekst staat in de geschiedenis van de toren van Babel.
Genesis 11:6. ‘Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal,’ zei de HEER , ‘en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik.

Uit de veldtocht van Abraham.
Genesis 14:16. En hij bracht alle bezittingen terug, en ook zijn broeder Lot en zijn bezittingen bracht hij terug, evenals de vrouwen en het volk. [HSV]

God geeft Abraham de opdracht om de mannen te besnijden.
Genesis 17:13-14. Degene die in uw huis geboren is én degene die met uw geld gekocht is, moeten zeker besneden worden. Zo zal Mijn verbond in uw vlees tot een eeuwig verbond zijn. Maar hij die mannelijk en onbesneden is, van wie het vlees van zijn voorhuid niet besneden wordt, die persoon moet van zijn volksgenoten worden afgesneden; hij heeft Mijn verbond verbroken.

Genesis 17:15-16. Verder zei God tegen Abraham: ‘Wat je vrouw Sarai betreft, voortaan moet je haar niet meer Sarai noemen maar Sara. 16Ik zal haar zegenen en jou bij haar een zoon geven. Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen en koningen van haar zullen afstammen.’

Dit gebeurt in Sodom als de engelen bij Lot zijn gekomen.
Genesis 19:4. Nog voor zij zich te slapen legden, omsingelden de mannen van die stad, de mannen van Sodom, van jong tot oud, het huis; heel het volk, niemand uitgezonderd.

Abraham gaat in onderhandeling om een graf te verwerven na de dood van Sara.
Genesis 23:7. Toen stond Abraham op, boog zich voor de bevolking van dat land, de Hethieten. [HSV]
Genesis 11-13. Nee, mijn heer! Luister naar mij: De akker geef ik u, en de grot die erop ligt, geef ik u ook. Voor de ogen van mijn volksgenoten geef ik u die; begraaf uw dode. Toen boog Abraham zich voor de bevolking van dat land, en hij sprak tot Efron ten aanhoren van de bevolking van het land: Als u werkelijk Efron bent, luister dan toch naar mij. Ik zal u geld voor de akker geven. Neem het van mij aan, zodat ik mijn dode daar kan begraven. [HSV]

Dit gaat over de dood van Abraham en Ismaël.
Genesis 25:7-8. Abraham leefde honderdvijfenzeventig jaar. Hij stierf in gezegende ouderdom; na een lang leven blies hij de laatste adem uit en werd hij met zijn voorouders verenigd.
Genesis 25:17. Ismaël leefde honderdzevenendertig jaar. Toen blies hij de laatste adem uit en werd hij verenigd met zijn voorouders.

Genesis 26:10-11. Maar Abimelech zei: ‘Wat hebt u ons aangedaan! Er had nu gemakkelijk iemand van mijn volk met uw vrouw kunnen slapen, en dan zouden wij door uw toedoen schuldig zijn geweest.’ Daarop waarschuwde hij het hele volk: ‘Wie deze man of zijn vrouw ook maar met één vinger aanraakt, zal ter dood gebracht worden.’

Genesis 27:29. Volken zullen je dienen, naties zich voor je buigen. Je zult heer zijn over je broers, je moeders zonen buigen zich voor jou. Vervloekt wie jou vervloekt, gezegend wie jou zegent.’

Genesis 28:3. God, de Ontzagwekkende, moge je zegenen, je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven, zodat er een groot aantal volken uit je voortkomt.

>>Genesis 28:14. Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. In jou en je nakomelingen zullen alle volken op aarde gezegend worden.
Opmerking: hier gaat het over het zaad en de nakomelingen. Deze tekst past bij een andere studie. <<>>

Genesis 32:8. Jakob schrok hevig, het angstzweet brak hem uit. Daarom verdeelde hij zijn mensen over twee kampen, evenals zijn schapen en geiten en zijn runderen en kamelen.

Genesis 33:15. Esau zei: ‘Laat me dan tenminste een paar van mijn mannen bij je achterlaten.’ Maar Jakob sloeg dat af: ‘Waarom al die moeite? Het is mij voldoende dat mijn heer mij goedgezind is.’

Genesis 34:16. Dan geven wij onze dochters aan u en trouwen wij met uw dochters, en dan blijven we bij u wonen en kunnen wij één volk worden.
Genesis 34:22. Maar ze stellen één voorwaarde voordat ze bereid zijn om bij ons te wonen en één volk met ons te worden: al onze mannen en jongens moeten worden besneden, net als zij.

Genesis 35:6. Toen Jakob met alle mensen die met hem meetrokken in Luz was aangekomen, het huidige Betel, in Kanaän, bouwde hij er een altaar; hij noemde die plaats El-Betel, omdat God zich daar aan hem geopenbaard had toen hij op de vlucht was voor zijn broer.

Genesis 35:29. Toen blies hij de laatste adem uit en werd hij met zijn voorouders verenigd, na een lang leven. Hij werd begraven door zijn zonen Esau en Jakob.

Een uitspraak van de farao voor Jozef, die onderkoning wordt.
Genesis 41:40. U vertrouw ik het bestuur van mijn paleis toe, en heel mijn volk zal doen wat u beveelt. Alleen door de troon zal ik boven u staan.’

Genesis 41:55. Toen ook de Egyptenaren honger begonnen te lijden en de mensen steeds luider om eten riepen bij de farao, zei deze tegen hen: ‘Ga maar naar Jozef en doe wat hij zegt.’

Genesis 42:6. Jozef was de hoogste machthebber in het land en iedereen moest bij hem graan kopen. Toen zijn broers voor hem verschenen, bogen ze zich diep voor hem neer.

Genesis 47:21. En in alle delen van Egypte maakte Jozef het volk tot slaaf.
Genesis 47:23. Jozef zei tegen het volk: ‘Nu heb ik uzelf en uw grond voor de farao gekocht. Hier hebt u zaad; zaai de akkers daarmee in.
Genesis 48:4. Hij heeft me gezegd: “Ik zal je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven; er zal een groot aantal volken uit je voortkomen. En dit land zal Ik jouw nakomelingen voor altijd in bezit geven.”

De zegen van Jacob voor zijn kleinzoon Manasse.
Genesis 48:19. Maar zijn vader wilde dat niet. ‘Ik weet het, mijn zoon,’ zei hij, ‘ik weet het. Ook uit hem zal een volk voortkomen, ook hij zal machtig worden. Maar zijn jongere broer zal machtiger worden dan hij, en uit hem zullen tal van volken voortkomen.’
Opmerking: een menigte van volken (goj) dat is de belofte voor kleinzoon Efraïm.

Genesis 49:10. In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf, totdat hij komt die er recht op heeft; hem zullen de volken gehoorzaam zijn.

Genesis 49:16. Dan zal over zijn volk rechtspreken, als een van de stammen van Israël. [HSV]

Genesis 49:29. Toen gaf Jakob zijn zonen de volgende opdracht: ‘Als ik straks met mijn voorouders verenigd word, begraaf me dan bij hen in de grot op het land van de Hethiet Efron,

Genesis 49:33. Na zijn zonen deze opdracht te hebben gegeven trok Jakob zijn voeten weer op het bed. Toen blies hij de laatste adem uit en werd hij verenigd met zijn voorouders.

Dit zegt Jozef tegen zijn broers.
Genesis 50:20. Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd, om te bewerken wat er nu gebeurt: dat een groot volk in leven blijft.

Am Israël
De combinatie volk en Israël, Strong H5971 en H3478, komt 78 keer voor. In messiaanse kringen spreekt men wel over “am Israël”, dat lijkt zoiets als het gekozen volk Israël te betekenen. We komen dit woord ook tegen in de naam Abram, Ab = vader en am =volk.

Nieuwe Testament

In het Griekse deel van de bijbel zijn er twee soorten woorden om volken mee aan te duiden. Hieronder het overzicht.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1ἔθνος ethnosZelfstandig
naamwoord
onzijdig
G1484
SB1334
Volk, menigte
Komt 164 keer voor in 152 verzen.
KJV: Gentiles (93x), nation (64x), heathen (5x), people (2x).
2ἐθνικός ethnikosZelfstandig naamwoord
mannelijk
G1482
SB1332
Iemand uit een volk
Komt 2 keer voor
KJV: heathen (1x), heathen man (1x).
3ἐθνικῶς ethnikōsBijvoeglijk
naamwoord
G1483
SB1333
Volkenkundig
1x in Galaten 2:14
KJV: after the manner of Gentiles (1x).
4λαός 
laos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G2992
SB<<>>
Mensen
Komt 143 keer voor in 139 verzen.
KJV: people (143x)

Het Griekse woord voor volk is ethnos. In het Nederlands kennen we het bijvoeglijk naamwoord etnisch. Dat woord betekent betrekking hebbend op een volk of een bevolkingsgroep. Het synoniem is volkenkundig.

Het woord ethnikos komt volgens de KJV twee keer voor. Volgens de NBG, omdat ze andere handschriften als basis gebruiken, komt dit woord vier keer voor. Zie SB 1332.

Het woord laos ziet meer op de mensen die een volk uitmaken, het is het equivalent van het Hebreeuwse woord am.

Ethnos, volk
Het woord ethnos komt van de 150 keer, 15 keer in het evangelie van Matteüs voor. Hieronder de 15 verzen van het boek Matteüs. Het is nauwkeuriger als je bij de teksten het woord volken leest in plaats van heidenen. Zie de uitleg in het hoofdstuk over ‘heidenen’.

Matteüs 4:15-16. ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan de weg naar zee en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen (volken), luister Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ 
Opmerking 1: in vers 16 is het woord laos met volk vertaalt. Het lijkt mij beter om dat met mensen te vertalen.
Opmerking 2: in het land van de stammen van Israël, Zebuon en Naftali woonden in de tijd van Jezus vooral mensen uit de volken blijkbaar.

Matteüs 6:32. …dat zijn allemaal dingen die de heidenen (volken) najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.

Matteüs 10:5. Deze twaalf zond Jezus uit, en hij gaf hun de volgende instructies: ‘Sla niet de weg naar de heidenen (volken) in en bezoek geen Samaritaanse stad.

Matteüs 10:18. Jullie zullen omwille van mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen, en een getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen (volken).

Matteüs 12:18. ‘Hier is mijn dienaar, Hem heb Ik uitgekozen, Hem heb Ik lief, in Hem vind Ik vreugde. Ik zal Hem vervullen met mijn Geest, Hij zal alle volken het oordeel aanzeggen.

Matteüs 12:21. Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen.’

Matteüs 20:19. Ze zullen hem uitleveren aan de heidenen (volken), die de spot met hem zullen drijven en hem zullen geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal hij worden opgewekt uit de dood.’
Opmerking: een onderdeel van het oordeel is dat je wordt uitgeleverd aan de volken, wij dus.

Matteüs 20:25. Jezus riep hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken.
Opmerking: inderdaad dat gebeurt ook nu nog dikwijls in de wereld.

Matteüs 21:43. Daarom zeg Ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen.

Matteüs 24:7. Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen hongersnoden uitbreken en aardbevingen plaatsvinden:
Matteüs 24:9. Dan zal men jullie onderdrukken en doden, en jullie zullen door alle volken worden gehaat omwille van mijn naam.
Matteüs 24:14. Pas als het goede nieuws van het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.

Matteüs 25:32. Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt.

Matteüs 28:19. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Galilea was destijds het gebied van de volken. Hier lag de start en was het succes van de bediening van Jezus.

Ethnikos, iemand uit de volken
Hier de twee teksten waarin dit woord voorkomt. 5:47 staat niet in de KJV.

Matteüs 5:47. En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen (volken) niet net zo?

<<>>Opmerking: Hier staat het woord telōnēs wat overheidsdienaren zou kunnen betekenen. De KJB vertaalt steeds met ‘publicans’. De overheidsdienaren hielden toen ook de mensen in de omgeving zoveel mogelijk te vriend.

Matteüs 6:7. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.
Opmerking: hier staat zoals de mensen van de volken. Goed om te weten dat die toen nog bijna allemaal de goden van hun eigen volk dienden.

Matteüs 18:17. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden (iemand uit een ander volk) of een tollenaar behandelt.

<<ook nog de twee teksten uit de NBG?><

Ethnikōs, volkenkundig
Dit woord komt slechts in één tekst voor.

Galaten 2:14. Toen ik zag dat ze niet de rechte weg naar het ware evangelie bewandelden, zei ik tegen Kefas, in aanwezigheid van iedereen: ‘Als jij, hoewel je een Jood bent, niet volgens de Joodse gebruiken leeft maar volgens die van de andere volken, hoe kun je dan niet-Joden dwingen om als Joden te leven?’

Opmerking: het gaat hier om een moeilijk keuze. In hoeverre kun je meedoen met een andere cultuur, die anders is dan wat je gewend bent. De Nederlandse cultuur en de Joodse is ook nogal verschillend.

Laos, mensen
Het woord laos, mensen komt ook 15 keer voor in het evangelie van Matteüs, hier alle vijftien verzen.

Matteüs 1:21. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’

Matteüs 2:4. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden.
Matteüs 2:6. “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’

Matteüs 4:16. Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’

Matteüs 4:23. Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.

Mat 9:35

Matteüs 13:15. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou Ik hen genezen.”

Matteüs 15:8. “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij.
Opmerking: een teleurstellende ontdekking van Jezus. Het geeft ook gelijk aan wat voor ons belangrijk is. Je hart verbinden met Jezus.

Hieronder wordt het woord volk in twee betekenissen gebruikt. Het gaat steeds over de leiders van het volk en ook over de mensenmassa in de straat, het volk, dat een machtsfactor van belang was.

Matteüs 21:23. Toen Hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe. Ze vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?’

Matteüs 26:3. Ondertussen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bijeen in het huis van de hogepriester, Kajafas.

Matteüs 26:5. ‘Maar niet op het feest,’ zeiden ze, ‘want dan komt het volk in opstand.’

Matteüs 26:47. Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd.

Matteüs 27:1. De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen.

Matteüs 27:25. En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed ons maar worden aangerekend, en onze kinderen!’

Matteüs 27:64. Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen Hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: “Hij is opgewekt uit de dood,” en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste.’

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Jezus zal de mensen bevrijden van hun zonden.

Equivalenten van het woord volk

De NBV vertaalt soms het woord volk terwijl er in het Grieks een ander woord staat. Zo vertaalt de NBV twee keer het woord voor voorouders met volk en vier keer het woord voor menigte met volk en eenmaal het woord voor generatie met volk.

Twee keer vertaalt men de uitdrukking ‘het huis van Israël’ met volk van Israël. Dat is deze twee teksten.
Matteüs 10:6. Ga liever op zoek naar de verloren schapen van het volk van Israël.
Matteüs 15:24. Hij antwoordde: ‘Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël.’

En ook wordt het woord voor stammen Strong G5443 met volken vertaalt, namelijk in deze tekst.
Matteüs 24:30. Dan zal het teken van de Mensenzoon verschijnen aan de hemel, en alle volken op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister.

Waarom het woord ‘heidenen’?

De Bijbel in de originele Hebreeuwse en Griekse teksten spreken over het volk Israël en over volken in het algemeen. Toen mensen uit de volken tot geloof kwamen sprak men van “de gelovigen uit de volken”. Een eretitel.

Maar de Statenvertaling is het woord heiden en heidenen gaan gebruiken. Misschien gebeurde dat ook al in de vertalingen die ouder zijn dan de Statenvertaling. In de 16de eeuw waren de mensen, die in de arme gebieden woonden zoals op de heide gebieden dikwijls nog niet christelijk. Heiden is een soort scheldwoord, het heeft een negatieve klank. Het is een denigrerend.

Het Engels gentiles komt uit het Latijn en stamt van ‘gēns’ wat familie, volk, stam betekent. Geen negatief woord dus.

Je zou eventueel mensen en volken, die ongelovig willen blijven heidenen kunnen noemen. Maar dat geeft ook wel verwarring. Waren de ongelovige joden heidenen? Ben ik een heiden omdat ik een Nederlander ben, of zijn alleen de Nederlanders, die geen christenen zijn heidenen?

Zoals gezegd zijn er in het Hebreeuws en het Grieks geen woorden, die je met heiden of heidenen zou kunnen vertalen.

Het maakt het alleen maar duidelijker als we de woorden met volk of volken vertalen. Zo wordt bijvoorbeeld de streek waar Jezus opgroeide en later werkte “het Galilea van de heidenen” genoemd. Er staat: “het Galilea van de volken”. Dat klopte ook want in Galilea woonden heel wat mensen van niet Joodse volken. En Jezus trok daar vooral rond. Dat was al de internationale missie van Jezus. En juist in dit Galilea had Jezus veel meer toegang dan in het Joodse Judea. 

Op het moment dat ik dit ontdekte dacht ik: “Is dit nu juist of heeft de keizer toch kleren aan, terwijl ik denk dat het niet zo is?” Vreemd dat de kerk en de vertalers zo blijven vasthouden aan zo’n cultuur bepaalde fout.

Jezelf of je eigen volk een heiden of heidenen noemen, lijkt op een collectief neerhalen van jezelf. En dat is niet goed.  De Heer heeft ons lief. Uitschelden is nooit goed, ook niet als je jezelf uitscheldt.

De vertalingen
De woorden heiden of heidenen komt het meest voor in de Statenvertaling en met het woord heidenvolken ook inn de HSV.

De modernere vertalingen gebruiken deze woorden steeds minder. De NBV21 nog maar 30 keer en de Bijbel in Gewone Taal geen enkel keer meer.

VertalingenSVHSVNBGNBV
Aantal keer41841311880
Woordenheiden
heidenen
heiden
heidenen
heidenvolken (297x)
heiden
heidenen
heiden
heidenen
Waar?Vanaf
Leviticus
Vanaf
Leviticus
Vanaf EzraAlleen in NT

De complete lijst van teksten waar de NBV heiden, heidens of heidenen heeft:

Ik geef bij deze teksten de NBV vertaling en tussen haakjes hoe het beter met het woord volk zou kunnen worden vertaald. Soms lijkt het mij beter als je met “mensen uit de volken” zou vertalen.

Als je alle teksten doorleest zul je merken dat je inzicht in dat grote goddelijke concept van het gekozen volk Israël en de volken, die er allemaal op deze wereld zijn, beter gaat begrijpen. In de evangeliën lees je dat de volken er nog niet bij hoorden, maar in het boek Handelingen is de omslag.

Hieronder de teksten waarbij in de NBV vertaling met het woord heiden of heidenen is vertaald. Voor de teksten uit het boek Matteüs verwijs ik naar het vorige hoofdstuk.

Marcus 10:33. ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen (mensen uit de volken).

Lucas 18:32. Want hij zal worden uitgeleverd aan de heidenen (volken) en worden bespot en mishandeld en bespuwd.

Lucas 2:32. … een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen (volken) en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
Opmerking: de openbaring van het licht gebeurde al in de tijd van Jezus, er waren heel wat mensen uit de volken, die hem toen al volgden. En dat is na Pinksteren nog meer geworden.

Lucas 21:24. De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen (volken), tot de tijd van de heidenen (volken) voorbij is.
Opmerking: er komt dus een tijd dat de tijd van de volken voorbij is en er dan weer een andere tijd komt. Een nieuwe tijd van God met het volk Israël?

Handelingen 2:23. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen (volken) laten kruisigen en doden.
Opmerking: wat een oordeel haal je over jezelf als Joodse leiders door de door God gegeven redder uit te leveren aan de volken. zie ook de drie teksten hierboven

Handelingen 10:45. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen.
Opmerking: de NBV21 vertaalt met niet-joden, maar er staat gewoon enthnos, volken. Wat met Joodse gelovigen is vertaald, daar staat ‘de besneden gelovigen’.

Handelingen 11:1.  De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook de heidenen (mensen uit de volken) Gods woord hadden aanvaard.
Handelingen 11:18. Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: ‘Dan geeft God dus ook de heidenen (volken) de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’

Handelingen 13:46. Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen (mensen uit de volken) wenden.
Handelingen 13:48. Toen de heidenen (mensen uit de volken) dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof.

Handelingen 14:2. Maar er waren ook Joden die niets van hun boodschap wilden weten, en dezen deden hun best om bij de heidenen (mensen uit de volken) een vijandige stemming jegens de gelovigen te kweken.
Handelingen 14:5. Toen Paulus en Barnabas merkten dat heidenen (mensen uit de volken) en Joden samen met hun leiders op het punt stonden om geweld te gebruiken en hen wilden stenigen ..
Handelingen 14:27. Daar aangekomen riepen ze de gemeente bijeen en brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. Ze vertelden hoe hij voor de heidenen (mensen uit de volken) de deur naar het geloof had geopend.

Handelingen 15:3. Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig over de bekering van de heidenen (mensen uit de volken), iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte.
Handelingen 15:7-8. Toen het tot een hevige woordenstrijd kwam, stond Petrus op en zei: ‘Broeders, u weet dat God mij al in het begin uit uw midden heeft gekozen om de boodschap van het evangelie onder de heidenen (volken) te verspreiden en hen tot geloof te brengen. God, die weet wat er in de mensen omgaat, heeft blijk gegeven van zijn vertrouwen in de heidenen (volken) door hun de heilige Geest te schenken, zoals hij die ook aan ons geschonken heeft.
Handelingen 15:12. Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen (volken) had verricht.
Handelingen 15:14. Simeon heeft uiteengezet hoe God zelf het plan heeft opgevat om uit de heidenen een volk te vormen dat zijn naam vereert. [er staat uit de heidenen, in het Grieks ethnon, een volk, in het Grieks laos, dat een groep mensen een menigte betekent. Een correcte vertaling zou naar mijn idee zijn dat God uit de volken een menigte mensen vormt, dat zijn naam vereert]
Handelingen 15:17-18. … zodat de mensen die overgebleven zijn de Heer zullen zoeken, evenals alle heidenen (mensen uit de volken) over wie mijn naam is uitgeroepen. Zo spreekt de Heer, die dit van oudsher heeft aangekondigd.”
Handelingen 15:19. Daarom ben ik van mening dat we de heidenen (mensen uit de volken) die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen …  
Handelingen 15:23. Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud: ‘Van de apostelen en de oudsten. Aan hun broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië die uit de heidense volken afkomstig zijn: gegroet! [waarom twee woorden “heidense volken” in de vertaling, er staat maar één Grieks woord namelijk ethnos. Het gaat hier dus om broeders uit de volken]

Handelingen 18:6. Maar omdat ze zich verzetten en lasterlijke taal spraken, schudde hij het stof van zijn kleren en zei: ‘U roept zelf het onheil over u af! Mij treft geen blaam. Voortaan zal ik me tot de heidenen (volken) richten.’

Handelingen 21:11. Hij zocht ons op, pakte Paulus’ gordel en bond daarmee zijn eigen handen en voeten vast. Toen zei hij: ‘Dit zegt de heilige Geest: “Zo zal de man van wie deze gordel is, worden vastgebonden door de Joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen (mensen uit de volken) zullen uitleveren.”’
Handelingen 21:19. Nadat Paulus hen begroet had, vertelde hij tot in bijzonderheden wat God door zijn verkondigingswerk onder de heidenen (volken) tot stand had gebracht.
Handelingen 21:21. Nu is hun verteld dat jij de Joden die onder de heidenen (volken) wonen aanspoort tot ontrouw aan Mozes; je zou beweren dat ze hun kinderen niet hoeven te besnijden en dat ze zich niet aan de voorschriften hoeven te houden.
Handelingen 21:25. Wat betreft de heidenen (mensen uit de volken) die het geloof hebben aanvaard, hen hebben we schriftelijk op de hoogte gesteld van onze beslissing dat ze zich in acht moeten nemen voor vlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, voor bloed, voor vlees waar nog bloed in zit, en voor ontucht.’

Handelingen 22:21. Maar hij zei tegen mij: “Ga, want ik wil je naar de heidenen (volken) sturen, ver van hier.”’

Handelingen 26:17. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen (volken), naar wie ik je uitzend.

Handelingen 26:20. … en heb eerst aan de inwoners van Damascus en Jeruzalem, en aan allen die in Judea wonen, en later ook aan de heidenen (volken) verkondigd dat ze tot inkeer moesten komen en God moesten eren, en zich dienden te gedragen zoals dat bij hun nieuwe leven paste.

Handelingen 26:23. … namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de heidenen het licht te verkondigen.’ [er staat: menigte mensen, Grieks laos, en de volken Grieks ethnos]

Handelingen 28:28. U moet dan ook weten dat God deze boodschap van redding al aan de heidenen (volken) bekendgemaakt heeft; zij zullen wel luisteren.’

Romeinen 2:14. Wanneer namelijk heidenen (mensen uit de volken), die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet.

Romeinen 3:29. Is God soms alleen de God van de Joden en niet die van de heidenen (volken)? Zeker ook die van de heidenen (volken) ..

Romeinen 9:30. Wat kunnen we hieruit nu opmaken? Hoewel ze er niet naar hebben gestreefd, zijn heidenen (mensen uit de volken) als rechtvaardigen aangenomen, op grond van hun geloof.

Romeinen 11:11. Maar nu vraag ik weer: ze zijn toch niet gestruikeld om ten val te komen? Dat in geen geval, maar door hun overtreding konden de heidenen (volken) worden gered en daarop moesten zij afgunstig worden.

Romeinen 11:12-13. Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een rijke gave voor de heidenen (volken), hoeveel rijker zal dan de gave zijn wanneer zij zich allen hebben bekeerd. Ik spreek nu tot degenen onder u die uit heidense volken (volken) komen. Zeker, ik ben een apostel voor de heidenen (volken), maar ik schat mijn taak juist dáárom zo hoog. [ook hier weer een keer het begrip heidense volken;  er staat alleen maar ethnos]

Romeinen 11:25. Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen (volken) zijn toegetreden.

Romeinen 15:9-11. maar hij is ook gekomen om de heidenen (volken) in staat te stellen God te loven om zijn barmhartigheid, zoals geschreven staat: ‘Daarom zal ik u prijzen onder de heidenen (volken), psalmzingen ter ere van uw naam.’ En verder staat er: ‘Verheug u, heidenen (volken), samen met zijn volk.’ En er staat ook: ‘Loof de Heer, alle heidenen; prijs hem, alle volken.’ [ook hier ethnos en laos, hier had dus beter kunnen worden vertaal Loof de Heer, alle volken; prijs hem menigte van mensen]

Romeinen 15:12. En verder zegt Jesaja: ‘Isaï zal een telg voortbrengen: hij die komt om over de heidenen (volken) te heersen; op hem zullen zij hun hoop vestigen.’

Romeinen 15:16. … ik moet in volledige toewijding aan zijn evangelie een dienaar van Christus Jezus voor de heidenen (volken) zijn, zodat zij een God welgevallig offer kunnen worden, geheiligd door de heilige Geest.

Romeinen 15:18. Ik zal over niets anders spreken dan wat Christus door mij tot stand brengt om de heidenen (volken) tot gehoorzaamheid te brengen: door wat ik zeg en doe ..

Romeinen 15:27. Ze hebben daartoe vrijwillig besloten, maar ze staan dan ook bij hen in de schuld. Immers, omdat de heidenen (volken) deel hebben gekregen aan wat de heiligen in Jeruzalem in geestelijk opzicht geschonken hebben, zijn ze ertoe verplicht hen bij te staan in materiële zaken.

Romeinen 16:4. die voor mij hun leven op het spel hebben gezet. Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de heidenen (volken).

1 Korintiërs 1:23. maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen (volken) dwaas.

1 Korintiërs 5:1. Het is algemeen bekend dat er een geval van ontucht bij u is dat zelfs bij de heidenen (volken) niet voorkomt: er is iemand die met de vrouw van zijn vader leeft.

1 Korintiërs 8:1. Dan nu over heidens offervlees. Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. [het gaat hier om vlees dat de goden, Grieks idols, van de volken is geofferd.

1 Korintiërs 10:20. Dat niet, maar wel dat heidenen (volken) aan demonen offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u één wordt met demonen. [in het Grieks wordt ook het woord daimonion gebruikt als woord voor wat wij de goden noemen]

1 Korintiërs 12:2. Zoals u weet was u in de tijd dat u nog heidenen (tot de volken behoorde) was volledig in de ban van goden die taal noch teken geven.
Opmeerking: Natuurlijk zijn deze mensen onderdeel van hun volk, maar nu horen ze vooral tot het volk van God

Galaten 1:16. … zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik hem aan de heidenen (volken) zou verkondigen. Ik heb toen geen mens om raad gevraagd ..

Galaten 2:2. Dat was mij in een openbaring opgedragen. In besloten kring legde ik de belangrijkste broeders het evangelie voor dat ik aan de heidenen (volken) verkondig, want ik wilde me ervan overtuigen dat mijn inspanningen, toen en nu, niet voor niets waren.

Galaten 2:7. Integendeel, toen ze inzagen dat mij de verkondiging onder de heidenen (volken) was toevertrouwd, zoals aan Petrus de verkondiging onder de besnedenen

Galaten 2:9. … en ze dus de genade onderkenden die mij geschonken was, toen reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die als steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen (volken) gaan, zij naar de besnedenen.

Galaten 2:12. Hij at altijd met de heidenen (mensen uit de volken), maar toen er afgezanten van Jakobus kwamen, trok hij zich terug en at hij apart, uit angst voor de voorstanders van de besnijdenis.

Galaten 2:14. Toen ik zag dat ze niet de rechte weg naar het ware evangelie bewandelden, zei ik tegen Kefas, in aanwezigheid van iedereen: ‘Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden (iemand uit de volken) en houdt je niet aan de Joodse gebruiken; hoe kun je dan opeens heidenen (mensen uit de volken) dwingen als Joden te leven?’

Efeziërs 2:11. Bedenk daarom dat u – u die eigenlijk door uw afkomst heidenen (uit de volken) bent en onbesnedenen genoemd wordt door hen die door mensenhanden besneden zijn –

Opmerking: twee Griekse woorden (ethne en sarki), volken in het vlees, in de NBV vertaling met het ene woord “heidenen” vertaalt. Hier is het woord heiden nog meest toepasselijk.

Efeziërs 3:1. Daarom is het dat ik, Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, voor u, heidenen (volken), bid.

Efeziërs 3:6. …. de heidenen (volken) delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie.

Efeziërs 3:8. Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidenen (volken) de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen ..

Efeziërs 4:17. Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van de heidenen (volken) met hun loze denkbeelden.

1 Timoteüs 2:7. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidenen (volken) om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.

Openbaring 2:14. Maar enkele dingen heb ik tegen u: sommigen houden vast aan de leer van Bileam, die Balak liet weten hoe hij voor de Israëlieten een val moest opzetten, waardoor ze heidens offervlees zouden gaan eten en ontucht zouden plegen.
Opmerking: het gaat hier over vlees dat aan de goden was geofferd. Er staat letterlijk ‘eten afgoderij dingen’ phagein eidolothyta Strong nummers G5315 en G1494

Openbaring 2:20. Maar dit heb ik tegen u: u laat die Izebel, die zichzelf profetes noemt, haar gang gaan terwijl ze mijn dienaren met haar uitspraken tot ontucht en het eten van heidens offervlees verleidt.
Opmerking: ook hier staat ‘eten afgoderij dingen’

Openbaring 11:2. De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen (volken), die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Ook de niet besneden gelovigen, die uit de volken ontvangen de Heiige Geest. Handelingen 10:45. Ook is het voor hen mogelijk om tot inkeer te komen het woord van God te ontvangen. Handelingen 11.

Door Christus Jezus delen de volken ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie. Efeziërs 3:6.

Ga niet op de weg van de volken. Efeziërs 4:17. Het is beter dat de volken de wegen gaan van Jezus.

De voorhof van de tempel is bestemd voor de volken. Openbaring 11:2.

Paulus is bestemd als leraar voor de volken. Galaten 1:16, 2:2, 7 en 9, Efeziërs 3:1 en 8, 1 Timoteüs 2:7

Andere bronnen

Volgens Wikipedia wordt het woord goj gebruikt voor niet-Joden. Het woord heeft geen negatieve betekenis, maar is zuiver feitelijk. Zo wordt een aardige buurman die op sabbat het licht komt aandoen een “sjabbesgoj” genoemd. Orthodoxe joden mogen dit namelijk niet zelf doen omdat dit wordt opgevat als een herscheppende bezigheid oftewel werken en dat is volgens de Torah verboden op sabbat.

Een ‘goj’ oftewel een niet-jood kan onder de joden worden gerekend door je te bekeren tot het Jodendom. Je moet dan gioer doen. Een jood kan echter nooit een niet-jood worden. Wanneer hij het Jodendom verlaat en zich tot een ander geloof bekeert, wordt hij gezien als ‘kofer’ (vergelijk met het Arabisch-islamitische begrip kaffir). Een niet-religieuze jood, die zich niet met een ander geloof verbonden heeft, wordt gewoon als jood gezien.

Een niet-Jood die toetreedt tot het Jodendom wordt daarmee geen etnische Jood en zelfs geen religieuze Jood. In de Bijbel en elders heet dat ‘proseliet’ of ‘Godvrezende’. Jood worden ze dus nooit.

Lessen

Hoe de volken zijn ontstaan, we zijn één familie, en wat God als doel heeft met de volken is belangrijk om te weten.

Het doel is dat alle volken de Schepper van hemel en aarde, Ik ben, erkennen als hun Heer en ook zodanig gaan leven. Dan zal God zegen en voorspoed geven.

Het volk Israël koos God uit om via dat volk het de andere volken voor te doen hoe ze moeten leven. Hij was en is de God van Israël.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.