De Nederlandse wetgeving bepaalt voor een belangrijk deel ons leven. We doen dingen en we doen dingen niet om te leven overeenkomstig de wetgeving. We houden veel meer rekening met de wetgeving dan we ons bewust zijn.
Soms overtreden we de wet en als dat wordt opgemerkt krijgen we een sanctie, een boete bijvoorbeeld. Als we het daarmee niet eens zijn, kunnen we een bewaarschrift indienen. Desnoods schakelen we een rechtbank in.
Zo gaat dat ook in de wereld die we niet zien, de geestelijke wereld. In die wereld geldt ook wetten. Als je leeft volgens deze wetten ontvang je vanuit die geestelijke wereld zegen. Als je niet leeft volgens die wetten dan ontvang je vloek.
In onze tijd zeggen we niet zegen of vloek, maar geluk of pech. Men bedoelt met deze woorden dat het willekeur is. Er is geen oorzaak. Niemand hoeft voor geluk iets te doen en niemand heeft schuld aan pech.
Het voordeel van deze opvatting is, dat we ons niet hoeven in te spannen. Het nadeel is dat als iemand pech overkomt, er geen uitweg is. Ook als je geluk moet je maar hopen dat je het ooit overkomt.
Wat je overtuiging ook is, de waarheid is, dat je in de regel zegen hebt te verwachten als je het goede doet en vloek hebt te verwachten als je kwade dingen doet. Zo zit het leven in elkaar. Als je meer zegen wil en minder vloek dan is er een verandering nodig.
Overigens is zegen en vloek ontvangen geen automatisme. Het kan zijn dat er lange tijd zegen voor je is terwijl je niet de goede dingen doet. Dat wordt moeilijker als mensen vloeken over je uitspreken, die een grond van waarheid hebben. Je kunt ook vanuit het rijk van de duisternis een doel worden om gepest te worden.
Boven dit alles staat God als rechter. Rechter zijn is één van de belangrijke functies van God. Mensen, die Daniël heten getuigen dit. Hun naam betekent namelijk ‘Rechter is mijn God’.
Als er een vloek werkzaam is, probeer er dan achter te komen wat de aanklacht is. Je kunt wellicht een verdediging aanvoeren. Of je kunt schuld bekennen, vragen om vergeving en het goede gaan doen.
Bij God kun je terecht als rechter. Hij kan rechtspreken over jouw zaak en engelen het vonnis laten uitvoeren.
Voorbereiding rechtszaak
Als je jouw zaak bij God wil aanbrengen is het goed, dat je je goed voorbereid.
1. Inventariseren waar jij en je voorouders in beide bloedlijnen van Gods wetten zijn afgeweken. Afwijkingen maken je vuil en zwak. Deze afwijkingen opschrijven en uitspreken. Die afwijkingen niet meer doen en zorgen dat je ze ook niet meer gaat doen. <<In bijgaande studie komt een lijst van mogelijke afwijkingen>>
2. Bidden tot God om reiniging van alles wat je vuil hebt gemaakt. Daarbij is het goed om dankbaar te zijn voor Jezus die destijds zijn leven heeft geofferd zodat wij rein kunnen worden.
3. Als je denkt onder een vloek te leven kun je pleitbrief opstellen voor de Hemelse Rechter om door genade terug te krijgen wat geroofd is. Voorbeelden van wat geroofd kan zijn: niet in je bestemming kunnen komen, gezondheid, vrijheid, moed, huwelijk, vriendschappen, financiën, zelfvertrouwen en vrede en blijdschap in je hart.
De rechtszaak
Als je je voorbereid hebt is het goed om een begeleider te zoeken. Breng het dan dit samen bij de Hemelse Rechter. Luister samen naar de stem van de Geest om antwoorden te vernemen. Ga overeenkomstig de uitspraak van de Hemelse Rechter verder het leven in.
Goed om te weten
Je kunt bij die hemelse rechtbank terecht om van een vloek af te komen. Je kunt bij de hemelse rechtbank ook terecht voor onrecht, wat je overkomt. Kom op voor je recht. Dien een klacht in. En laat de wraak verder aan de Hemelse Rechter over.
De Bijbel geeft veel informatie over God als rechter, de rechtszaken in de hemel, over aanklagen en pleiten, over het vonnis bepalen en het recht verschaffen. Er komen ook diverse posities, die bij rechtszaken horen aan de orde, de aanklager, de middelaar, de pleiter en de getuigen zowel charge als decharge. Zie de bijgaande studie
God bemoeit zich ten goede met je zaak. De Heilige Geest wordt de pleiter genoemd en Jezus is een voorspraak voor hen, die Hem liefhebben.