Studie onderwijs

Een belangrijk doel van de Bijbel is de mensen te leren, te onderwijzen. Te leren wie God is, wie wij zelf zijn en hoe we elkaar als mensen hebben te zien.

Er zijn mensen die verantwoordelijk zijn om onderwijs te geven. Wellicht bent u zo iemand. Als u vader, moeder of echtgenoot bent dan zondermeer voor degenen, die bij u horen. Maar misschien heeft u ook een taak binnen een gemeenschap.

Deze studie gaat er over wat de Bijbel zegt over het onderwijs in het algemeen. Het Hebreeuwse woord voor onderwijs is ’torah’. Het Joodse volk noemt de eerste vijf boeken van de Bijbel, de torah. Die boeken zijn het basisonderwijs voor het leven. Ze waren er in de eerste plaats voor het volk Israël, maar zijn ook voor de andere volken om goed te leren leven.

Wat bieden die eerste vijf boeken? In de eerste plaats verhalen. Van hoe alles wat we zien is ontstaan, de vroegste geschiedenis van de mensheid, verhalen van een familie die God vooral op het oog had, verhalen over het volk dat uit deze familie ontstond. Daarnaast basisstructuren, meestal inzettingen genoemd, over de indeling van jaren, dagen en tijden bijvoorbeeld en ook geboden of adviezen, rechten en zo nog allerlei dingen.

De geciteerde teksten in deze studie komt uit de NBV vertaling, tenzij een andere vertaling is aangegeven.

Studievragen

Waar gaat het in hoofdlijnen over bij het onderwijs van de Bijbel? Zou je ook bepaalde vakken kunnen onderscheiden?

Oude Testament

Je zou kunnen zeggen dat de eerste vijf boeken van de Bijbel, van het Oude Testament dus, dat die vooral het basisonderwijs geven. Als je dat overslaat dan begrijp je minder van het onderwijs van de latere boeken.

Over onderwijs in het algemeen

In de Bijbel is er een zelfstandig naamwoord Torah met drie verschillende schrijfwijzen of spellingen.

Er is ook een werkwoord dat je met onderwijzen of onderrichten kunt vertalen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1תּוֹרָה
towrah
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8451Onderwijs, onderricht.
Komt 219 keer voor in 213 verzen.
KJV: law (219x)
 תּוֹרָה
towrah
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8452Komt eenmaal voor in 2 Samuel 7:19.
KJV: manner (1x).
 תּוֹר
towr
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8448Komt eenmaal voor in 1 Kronieken 17:17.
KJV: according to the estate (1x).
2יָרָה
yarah
Werkwoord
(is de wortel
van torah)
H3384Onderwijzen, onderrichten.
Komt 82 keer voor.
KJV: ’teach’ (42x)

Het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord wordt in het Nederlands op verschillende manieren geschreven zoals Thora, Torah of Tora. Gezien de Hebreeuwse letter Hé aan het eind van het woord lijkt de spelling Torah met een h op het eind het meest passend.

Het Hebreeuws kent geen hoofdletters of kleine letters, het Nederlands wel, dus lastig om te kiezen tussen Torah of torah. Ik kies maar voor Torah. Het is tenslotte zo belangrijk dat een hoofdletter op zijn plaats is.

Wikipedia meldt over de betekenis: torah betekent onderwijzing, leer, instructie of wet.

De KJV vertaalt altijd met ‘law’, in het Nederlands ‘wet’. Dat zal wel in navolging zijn van de vertaling van torah in het Griekse Nieuwe Testament dat het Griekse woord ‘nomos’, hanteert.

Wel jammer voor ons van die vertalingen met het woord ‘wet’. Het aspect onderwijs is in dat woord niet terug te vinden. Met het woord ‘wet’ wordt je niet snel populair.

Het onderwijs is geen onderwijs zomaar voor de aardigheid of om een baan te verwerven, waar je goed mee kan verdienen.

Het is onderwijs over het leven. Als je het tegengestelde doet dan het onderwijs aangeeft zal het slecht aflopen met je leven. Daarmee kun je dit onderwijs voor jezelf wel als een soort ‘wet’ zien.

Lees alle teksten hieronder alsof er ‘onderwijs’. staat. Het is geen vrijblijvend onderwijs, het is zoals een dokter, die iemand aanbeveelt te bewegen of om niet meer te roken.

De wortel van het woord Torah is het werkwoord yara, dat werpen, leggen, schieten, tonen en instrueren betekent, maar ook dus onderrichten, les geven.

In de eerste vijf boeken van de Bijbel
In de eerste vijf boeken komt 56 keer het woord torah voor. In Genesis 1x, Exodus 7x, Leviticus 16x, Numeri 10x en Deuternomium 20x.

Genesis
Dit is de enige keer dat het woord torah in het boek Genesis voorkomt. Genesis 26:5. Want Abraham heeft naar mij geluisterd en zich gehouden aan wat ik hem opdroeg, aan mijn geboden, voorschriften en regels.

Opmerking 1: het woord had men beter kunnen vertalen met onderwijs zoals de Complete Jewish Bible dat doet: ‘All this is because Avraham heeded what I said and did what I told him to do -he followed my mitzvot, my regulations and my teachings.’
Opmerking 2: De SV, NBG en HSV vertalen het woord torah met ‘wetten’.

Exodus
Het woord torah komt zeven keer voor in het boek Exodus.

Ter afsluiting van wat er allemaal over het Pesachfeest wordt gezegd staat er deze tekst.
Exodus 12:49. Voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen geldt een en dezelfde regel.’
Opmerking: ook hier zou het woord ‘onderwijs’ beter zijn.

En hier gaat het erom dat ouders aan hun kinderen vertellen wat de HEER voor hen heeft gedaan.
Exodus 13:9. Laat dit gebruik zijn als een herinneringsteken om uw arm en op uw voorhoofd, zodat de wetten van de HEER voortdurend op uw lippen zijn. De HEER heeft u immers met sterke hand uit Egypte bevrijd.

Opmerking: belangrijk dat het onderwijs van de HEER voortdurend op onze lippen is. 

En hier gaat het er over hoe ze met het gebruik van het manna in de woestijn moeten omgaan.
Exodus 16:4. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden.
Opmerking: het onderwijs van de HEER is niet vrijblijvend. Hij beziet in ieder geval of zijn volk zich aan zijn onderwijs over het manna zullen houden.

Toen bleek dat volk zich niet aan het onderwijs van de HEER hield.
Exodus 16:28. Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Hoe lang blijven jullie nog weigeren mijn geboden en voorschriften in acht te nemen?
Opmerking: mitswot is vertaal met ‘geboden’.

Mozes moet aan voor veel mensen van zijn volk recht spreken en dingen uitleggen.
Exodus 18:16. Als ze een geschil hebben, wordt dat aan mij voorgelegd, en dan beslis ik wie er in zijn recht staat en vertel ik hun hoe Gods wetten en voorschriften luiden.’
Opmerking: choqqa is vertaald met ‘wetten’. Het gaat om inzettingen.

Dan komt de goede raad van Jehtro.
Exodus 18:20. Prent hun zijn wetten en voorschriften in en leer hun welke weg ze moeten bewandelen en welke plichten ze moeten vervullen.
Opmerking: ook hier is ‘chokka vertaal met ‘wetten’.

Exodus 24:12. De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal ik je de stenen platen geven waarop ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten.’ 
Opmerking: hier is torah weer vertaalt met wetten. Op de stenen platen staat het onderwijs van de HEER. En inderdaad, die bevatten ook geboden, mitswot.

Numeri
In het boek Numeri komt het woord Torah tienmaal voor in negen verzen.

Numeri 5:29-30. Dit is het voorschrift voor gevallen van jaloezie, als een gehuwde vrouw zich verontreinigt door overspel te plegen, of als een man zijn vrouw in een vlaag van jaloezie wantrouwt. De man moet de vrouw voor de HEER brengen en de priester moet dit voorschrift nauwgezet volgen.

In Numeri 6 gaat over het nazireeërschap, iemand die zich wil afzonderen.

Numeri 6:13-15. Wanneer de periode van het nazireeërschap voorbij is, gelden de volgende voorschriften: De nazireeër moet naar de ingang van de ontmoetingstent gebracht worden, en daar moet hij de HEER een offergave aanbieden: een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer, een eenjarige ooi zonder enig gebrek als reinigingsoffer en een volwassen ram zonder enig gebrek als vredeoffer, verder een mand met ongedesemd tarwebrood, dikke broden, met olijfolie bereid, en dunne ongedesemde broden, met olijfolie bestreken, en de bijbehorende graan- en wijnoffers. 

Numeri 6:21. Dit zijn de voorschriften voor de nazireeër, die op grond van zijn wijding de HEER een offergave verschuldigd is. Volgens de voorschriften met betrekking tot het nazireeërschap moet hij de belofte die hij gedaan heeft nauwkeurig nakomen. Als hij het zich veroorloven kan, mag hij nog meer geven.”’

In Numeri 15 gaat er over of het onderwijs ook voor de vreemdelingen is.

Numeri 15:16. Voor jullie en voor de vreemdelingen die bij jullie wonen geldt een en hetzelfde voorschrift en een en dezelfde regel.”

Numeri 15:29. Wanneer iemand onopzettelijk een misstap begaat, geldt voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen die bij jullie wonen een en dezelfde wet.

Numeri 19:1-2. De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Dit is een wet die de HEER heeft ingesteld: Zeg tegen de Israëlieten dat ze je een koe brengen, een gave rode koe zonder enig gebrek, die nog nooit een juk heeft gevoeld.

Numeri 19:14. Wanneer iemand gestorven is in een tent geldt deze regel: iedereen die de tent binnengaat en alles wat zich in de tent bevindt, is zeven dagen onrein; 

Numeri 31:21-23. De priester Eleazar zei tegen de mannen die aan de strijd hadden deelgenomen: ‘Dit is een wet die de HEER heeft ingesteld en die Hij aan Mozes bekend heeft gemaakt: Alles van goud of zilver, van koper, ijzer, tin of lood, alles wat vuurbestendig is, moet door het vuur gehaald worden om weer rein te worden, en het moet bovendien met reinigingswater worden gereinigd.

Leviticus
In het boek Leviticus komt het woord torah onderwijs 16 keer voor.

Zeven keer gaat het om onderwijs voor een bepaald offer. in Leviticis 6 en 7. Vijf keer over onderwijs over de plaag van melaatsheid in Leviticus 13 en 14.

In de volgende hoofdstukken komt het woord torah eenmaal voor. In Leviticus 11, daar gaat het over het onderwijs over reine en onreine dieren. En in Leviticus 12 over rein en onrein na een bevalling. En hoofdstuk 15 over onrein na vloeiingen.

In het 26ste hoofdstuk wordt dit nog eens allemaal samengevat.
Levitics 26:46. Dit zijn de bepalingen, regels en voorschriften waarin de HEER de betrekkingen tussen hem en de Israëlieten heeft vastgelegd, en die hij op de Sinai aan Mozes heeft bekendgemaakt.

Deuteronomium
Vlak voor dat het volk Israël de Jordaan gaat oversteken om het land in bezit te nemen herhaalt Mozes nog een keer wat God van het volk vraagt.

Deuteronomium 1:5. Aan de overkant van de Jordaan, in Moab, gaf Mozes het volk zijn onderricht; hier volgt alles wat hij uiteenzette:

Opmerking: het hele boek Deuteronomium geeft daar een overzicht van.

Hoofdstuk 4
Dit hoofdstuk bevat de inleiding op het overzicht van geboden, die in de komende hoofdstukken naar voren zal komen.

Deuteronomium 4:8. En welk volk, hoe groot ook, heeft wetten en regels zo rechtvaardig als het onderricht dat ik u nu geef?

Deuteronomium 4:44. Dit is het onderricht dat Mozes de Israëlieten heeft gegeven.

Deuteronomium 17
Hoofdstuk 17 is een hoofdstuk met allerlei geboden.

Deuteronomium 17:8-11. Met betrekking tot moord of doodslag, rechtsvordering en geweldpleging kunnen zich in uw steden rechtszaken voordoen waarin het te moeilijk is om vonnis te wijzen. In dergelijke gevallen moet u naar de plaats gaan die de HEER, uw God, zal uitkiezen. Daar raadpleegt u de Levitische priesters en de rechter die daar op dat moment zetelt, en zij zullen uitspraak doen. Doe precies wat zij u voorschrijven en volg de aanwijzingen die u van hen krijgt nauwkeurig op. Houd u aan de uitleg die zij u geven en aan het vonnis dat ze uitspreken. Wijk daar op geen enkele manier van af. 

Opmerking 1: de uitspraken die priesters of rechters doen als het opgeschreven onderwijs onvoldoende duidelijk maakt wat er moet worden gedaan, is zo rechtsgeldig als het onderwijs zelf.
Opmerking: het woord ‘uitleg’ van de NBV vertaling is een te zwak woord voor wat er in het Hebreeuws staat.

Deuteronomium 17:18-19. Als de koning eenmaal over zijn rijk heerst moet hij een afschrift van dit wetboek laten maken, naar de tekst die bij de Levitische priesters berust. Hij moet het onder handbereik hebben en erin lezen zolang hij leeft. Zo leert hij ontzag te hebben voor de HEER, zijn God, en alle wetten uit dit boek in acht te nemen.

Opmerking: er staat in het Hebreeuws ‘woorden van dit onderwijs’, dat is toch wel anders dan ‘wetten uit dit boek’.

Hoofdstuk 27
Dot hoofdstuk gaat erover wat moet gebeuren als het volk Israël aan de overkant van de Jordaan zal komen.

Deuteronomium 27:3-8. Mozes droeg, samen met de oudsten van Israël, het volgende aan het volk op: ‘Leef alle geboden na die ik u vandaag gegeven heb. En op de dag dat u de Jordaan oversteekt om het land binnen te gaan dat de HEER, uw God, u zal geven, moet u daar aan de overkant grote stenen oprichten. Nadat u daarop een kalklaag hebt aangebracht, moet u de wetten waarin ik u onderwezen heb erop schrijven. Dan mag u het land van melk en honing, dat de HEER, de God van uw voorouders, u heeft beloofd, binnentrekken. Plaats, zodra u de Jordaan bent overgestoken, de stenen op de Ebal, zoals ik u nu voorschrijf, en voorzie ze van een kalklaag. Bouw daar bovendien een altaar voor de HEER, uw God, van stenen die niet met ijzeren gereedschap bewerkt zijn, en breng Hem brandoffers op het uit ruwe steen opgetrokken altaar. Breng er vredeoffers en houd een feestmaal ten overstaan van de HEER, uw God. Schrijf alle bepalingen van deze wet heel duidelijk op die stenen.’

Opmerking: kwamen bij Ebal nieuwe stenen? <<nazoeken de Studiebijbel>>
Opmerking: dat je stenen met een geestelijke betekenis niet met gereedschap mag bewerken was een gebruik bij alle volken.

Dan wordt verteld dat de stammen zich op de bergen Ebal en Gerizim moeten plaatsnemen. Er worden vervloekingen uitgesproken en dat gaat in de vorm van de Levieten, die zoiets moeten zeggen als ‘vervloekt is een ieder’ etc. en het volk moet dan zeggen ‘Amen’. Zoals in deze eerste vervloeking (vers 15): ‘Vervloekt is eenieder die een godenbeeld maakt en het op een geheime plaats bewaart; in de ogen van de HEER is het een gruwelijk maaksel van mensenhanden.” En heel het volk moet antwoorden: “Amen.”

Het hoofdstuk sluit af met deze samenvattende tekst.
Deuteronomium 27:26. “Vervloekt is eenieder die zich niet houdt aan de bepalingen van deze wet.” Dan antwoordt heel het volk: “Amen.”’
Opmerking: er staat meer algemeen ‘de woorden van de wet’.

Hoofdstuk 28
Dit hoofstuk gaat om zegen of vloek afhankelijk van de wegen waar het volk Israël voor zal kiezen.

Deuteronomium 28:58-61. Als u niet zorgvuldig de wetten naleeft waarin ik u onderwezen heb en die in dit boek zijn opgetekend, en de glorierijke en ontzagwekkende naam van de HEER, uw God, de eerbied onthoudt die hem toekomt, zal Hij u en uw nageslacht zeer zwaar straffen. Hij zal u treffen met ongehoorde plagen, waar geen einde aan komt, en met vreselijke, ongeneeslijke ziekten. Hij zal opnieuw al die gevreesde kwalen uit Egypte op u afsturen en u ermee treffen. Maar ook de ziekten en plagen waarover dit wetboek zwijgt zal Hij op u afsturen, tot er niemand meer on ver is.
Opmerking 1: er staat in het Hebreeuws in vers 58 ‘de woorden van de torah moet je naleven’.
Opmerking 2: in vers 59 staat in het Hebreeuws driemaal het woord ‘plagen’. Het woord ‘straffen’ is een conclusie van de vertaler van de NBV21.

Hoofdstuk 29
Het hoofdstuk 29 geeft aanvullende vermaningen weer.

Deuteronomium 29:20 (21). De HEER zal hem afzonderen van de stammen van Israël en hem voor het ongeluk bestemmen overeenkomstig de vervloekingen van het verbond dat in dit wetboek is opgetekend.

Deuteronomium 29:28 (29). Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God, toe; wat openbaar is, komt ons toe. Wij en onze kinderen dienen ons altijd te richten naar alle bepalingen van deze wet.

Hoofdstuk 30
Als het volk zal afwijken, maar weer terugkomt zal de Heere God zich weer over hen ontfermen. De eerste verzen van hoofstuk 3 zijn de context van vers 10 waar over de torah wordt gesproken.

Deuteronomium 30:1-3. Wanneer alles werkelijkheid is geworden wat ik u beschreven heb, de zegeningen en de vervloekingen, en wanneer u ten slotte, door de HEER, uw God, uiteengejaagd en verstrooid onder alle volken, daar lering uit getrokken hebt en samen met uw kinderen naar de HEER, uw God, terugkeert en Hem weer met hart en ziel gaat gehoorzamen – daartoe heb ik u vandaag aangespoord –, dan zal de HEER, uw God, in uw lot een keer brengen: Hij zal zich over u ontfermen en u, na u eerst verstrooid te hebben, weer uit al die landen bijeenbrengen.

Deuteronomium 30:10. Want u toont de HEER, uw God, dan uw gehoorzaamheid door de geboden en bepalingen in dit wetboek in acht te nemen, en u wilt Hem weer met hart en ziel toebehoren.

Hoofdstuk 31
Dit hoofdstuk gaat over de opvolging van Mozes. Eerst sluit hij zijn werk af.

Deuteronomium 31:9-12. Mozes stelde zijn hele onderricht op schrift en gaf de boekrol aan de Levitische priesters, die de ark van het verbond met de HEER moesten dragen, en aan de oudsten van Israël. Hij droeg hun daarbij het volgende op: ‘Lees deze voorschriften elk zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, tijdens het Loofhuttenfeest voor aan alle Israëlieten. Want dan komt heel Israël naar de plaats die de HEER uitkiest, om daar voor Hem te verschijnen. Roep dan het volk bijeen, met inbegrip van de vrouwen en kinderen en de vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Laat iedereen naar de voorlezing luisteren en zo leren ontzag te tonen voor de HEER, uw God, en de wetten waarin u onderwezen bent, strikt na te leven.

Deuteronomium 31:24-26. Toen Mozes alle bepalingen van de wet op schrift had gesteld, gaf hij de Levieten die de ark van het verbond met de HEER moesten dragen de volgende opdracht: ‘Leg dit wetboek naast de ark van het verbond met de HEER, uw God; het moet daar blijven om tegen dit volk te getuigen.

Hoofdstuk 32
In hoofdstuk 32 staat het lied van Mozes.

Deuteronomium 32:2. Moge mijn onderricht neerdalen als regen, mogen mijn woorden zijn als milde dauw, als regen op het jonge gras, als regendruppels op het groen.
Opmerking: in het Hebreeuws staat hier het woord leqacḥ, Strong H3948 dat alleen hier in de boeken van Mozes voorkomt. Het gaat hier eerder om innerlijk onderwijs dat impact op je heeft. Het woord komt ook nog acht keer in andere boeken voor. << op later moment nog verder uitwerken>>

Deuteronomium 32:44-47. Heel dit lied heeft Mozes samen met Jozua, de zoon van Nun, gezongen ten aanhoren van het volk. Toen Mozes zijn toespraak tot heel Israël beëindigd had, besloot hij: ‘Neem mijn waarschuwingen ter harte, en draag ook uw kinderen op om zich strikt te houden aan de wetten waarin u onderwezen bent. Want het gaat hier niet om iets onbeduidends, het is een zaak van levensbelang! Als u er gehoor aan geeft, zult u lang leven in het land aan de overkant van de Jordaan, dat u in bezit zult nemen.’
Opmerking 1: dit hoofdstuk is als eerste gezongen. Het is destijds gezongen door Mozes en door Jozua de zoon van Nun (Nun betekent vrijheid).
Opmerking 2: ook hier staat in het Hebreeuws: de woorden waarin u onderwezen bent.

Hoofdstuk 33.
In dit hoofdstuk staat de zegen van Mozes.

Dit vers geeft een inleiding op de zegen van Mozes voor de verschillende stammen.
Deuteronomium 33:4. Mozes gaf ons zijn onderricht als een kostbaar bezit voor Jakobs volk.

Dit is onderdeel van de zegen van Mozes voor de stam van Levi. De NBV vertaalt torah nu ineens met voorschriften.
Deuteronomium 33:10. Laat hen uw regels onderwijzen aan Jakob,
uw voorschriften doorgeven aan Israël. Laat hun geurige gave U behagen, laat hen brandoffers brengen op uw altaar.
Opmerking: het woord mishpat vertaalt de NBV met regels. Het woord yara is terecht vertaald met onderwijzen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De NBV vertaalt het woord Torah met diverse Nederlandse woorden zoals onderricht, uitleg, wet en wetboek, voorschriften of soms met een halve zin zoals ‘de wetten waarin u onderwezen bent’.

Abraham luisterde naar het onderwijs van God. Genesis 26:5

‘Voor Israëlieten als voor vreemdelingen’, die onder hen woonden of geldt het voor alle vreemdelingen? geldt hetzelfde onderwijs. Exodus 12:49.

Het onderwijs van de Heer moet voortdurend op onze lippen zijn. Exodus 13:9

De bevestiging van het onderwijs ging met een ritueel. Deuteronomium 27:3-8.

Wat is het doel van het onderwijs?
Het moet tegen het volk getuigen. Deuteronomium 31:26

Het onderwijs komt tot ons via woorden (dabar)

Het onderwijs is van levensbelang. Deuteronomium 32:46. Het onderwijs is een kostbaar bezit voor het volk van Jacob. Deuteronomium 33:4.

Voor wie is het onderwijs?
Voor het volk Israël en hun kinderen. Deuteronomium 32:45.

Waar gaat het onderwijs over?
Rechten (mishpat) Deuteronomium 33:10

Ieder zevende jaar moest het onderwijs worden voorgelezen met de oproep om strikt na te leven. Deuteronomium 31:9-12.

Door het onderwijs niet op te volgen kunnen plagen worden verwacht. Deuteronomium 28 en 29.

Door het onderwijs na te leven kan het volk aangeven dat ze weer gehoorzaam willen zijn aan God. Dan zal God een keer brengen in hun lot. Deuteronomium 30:10.

Daar waar het onderwijs onvoldoende duidelijk maakt wat te doen, dienen bevoegde personen priesters en rechters dat te doen. Hun uitspraken hebben dezelfde kracht. Deuteronomium 17:8-11

Psalmen en Spreuken

In de Psalmen komt 36 keer het woord Torah voor, waarvan 25 keer in Psalm 119.

Dit zijn de eerste drie teksten van de Psalmen waar het woord Torah in voorkomt.

Psalm 1:2. .. maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. [NBG]
Opmerking: the Complete Jewish Bible vertaalt: “Their delight is in ADONAI’s Torah; on his Torah they meditate day and night”.

Psalm 19:8. De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. [NBG]

Psalm 37:30-31. De mond van de rechtvaardige spreekt wijsheid, zijn tong spreekt gerechtigheid, hij draagt de wet van God in zijn ​hart en zijn voeten struikelen niet. [NBV]

En hier de eerste twee teksten van Psalm 119 waarin het woord torah voorkomt.

Psalm 119:1. Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER.
Opmerking: in de Hebreeuwse tekst gaat om de volmaakten, tamim, H8549 op de manier van het leven naar het onderwijs van de HEER. Je bent niet volmaakt als je leeft naar het onderwijs, dat zou niet helemaal correct zijn, maar het heeft veel met elkaar te maken.

Psalm 119:18. Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet. [HSV]
Opmerking: Wat zou dat zijn de wonderen van het onderwijs van de Heer? Ik denk dat als je het onderwijs van de Heer serieus neemt dat dan God je wonderen laat meemaken.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Blij zijn met Gods onderwijs is belangrijk. En het onderwijs van God overpeizen geeft ook zegen. Psalm 1:2. Uit ervaring zeg ik: dat klopt helemaal”.

Het onderwijs van de HEER is volmaakt. Psalm 19.

De rechtvaardige draagt het onderwijs van de HEER in zijn hart. Psalm 37.

Zalig ben je als je leeft naar het onderwijs van de Heer. Je zal veel wonderen meemaken. Psalm 119.

In het boek Spreuken
In het boek van de Spreuken komt in dertien verzen het woord torah voor. De eerste vier keren gaat het om het onderwijs van vader en moeder. Hier het eerste vers.

Dit is de eerste tekst over het onderwijs van je moeder.
Spreuken 1:8. Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet. [NBG]

Opmerking: in deze tekst gaat het ook over de tucht van je vader, het Hebreeuwse woord is מוּסָר, mûsār, Strong H4148. Dit woord komt dertig keer voor in het boek van de Spreuken. Bij onderwijs hoort ook disciplineren en tucht.

Leerplan van God voor Israël

Het leerplan van God kent diverse vakken. Ik heb er acht gevonden. Ze staan in de tabel hieronder.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1דָּבָר
dabar
Zelfstandig  naamwoord
mannelijk
H1697Woord inclusief daad.
Komt 1439 keer voor in 1290 verzen.
KJV: word (807x), thing (231x), matter (63x), acts (51x), chronicles (38x), saying (25x), commandment (20x), misc (204x).

Woord (dabar)

Als het in de boeken van Mozes om ‘woorden’ gaat, dan gaat het om woorden van God. Het Woord en God zijn ook een soort van synoniemen. De tekst 1 Johannes 1:1 verwijst naar het levende Woord. Dat lijkt naar Jezus te verwijzen.

De boeken van Mozes geven het onderwijs van God aan. In dat onderwijs van God staan vele woorden van God.

Genesis 15:1. Na deze dingen kwam het woord van de HEERE tot Abram in een visioen: Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot.
Genesis 15:4. Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn.

Exodus 24:3. Toen kwam ​Mozes​ en deelde het volk al de woorden des Heren en al de verordeningen mee, en het gehele volk antwoordde eenstemmig: Al de woorden, die de Here gesproken heeft, zullen wij doen.
Opmerking: de NBV vertaalt dabar twee keer met ‘geboden’.

Volgens deze tekst is dabar een samenvattend woord. ‘Al de woorden, die de Here gesproken heeft, zullen wij doen’. Onder al die woorden zijn mitswot, mishpat, chukkah en nog meer.

Het boek Deuteronomium begint met ‘Davariem’, dat betekent ‘Dit zijn de woorden’. Het boek heet in de Tenach dan ook ‘davariem’. Het boek davariem bevat een overzicht dat Mozes geeft aan het volk Israël van alle geboden.

Bij een jongerenbond van de HGJB hebben ze een tak van werk: Dabar werk. Daar zeggen ze dat in dabar niet alleen het woord, maar ook de daad is inbegrepen. Dat geldt zeker. Dat geldt wel voor al het onderwijs. Alle woorden, die de HEER spreekt, die zijn er om te doen. In Israël en zeker in het latere Jodendom ging het daar dan ook vooral om. Misschien wel in een te overdreven vorm.

Teksten met overzichten

Sommige teksten in de Bijbel bevatten meer dan één van bovenstaande woorden. Het zijn dikwijls samenvattende teksten. Goed om te onthouden

Genesis 26:5 Want Abraham heeft naar mij geluisterd en zich gehouden aan wat ik hem opdroeg, aan mijn geboden (mitswah), voorschriften (chuqqah) en regels (towrah).

Toelichting: de SV, HSV en NBG vertalen mitswah ook met ‘geboden’. De AV vertaalt met “commandments”.

Genesis 26:4-5. En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels, en Ik zal uw nageslacht al die landen geven, en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat ​Abraham​ naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden (mitsva), mijn inzettingen (chuqqah) en mijn wetten (torah). [NBG]

Toelichting: Er is hier vertaalt ‘Abraham heeft naar Mij geluisterd’. In de Hebreeuwse tekst staat “mijn stem gehoorzaamt” . Dat is overeenkomstig wat wij moeten doen: de stem van God gehoorzamen.

Leviticus 26:46. Dit zijn de inzettingen (choq) en verordeningen (mishpat) en wetten (torah), die de Here gegeven heeft tussen Zich en de Israëlieten op de berg ​Sinai, door de dienst van ​Mozes. [NBG]

Bovenstaande woorden komen zo dikwijls voor, dat in deze studie alleen een heel beperkt overzicht kan worden gegeven.

Het lijkt duidelijk als ieder woord een afgebakende betekenis heeft. Zoals in onze taal het woord stoel en tafel duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. In het Hebreeuws hebben we dikwijls met woorden, waarvan de betekenissen elkaar overlappen. Dat is ook met de woorden hierboven het geval.

Disciplineren

Het onderwijs in de Bijbel heeft tot doel de mensen, het volk Israël in de eerste plaats, te disciplineren.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1יָסַר yāsarWerkwoordH3256Disciplineren
Komt 43 keer voor in 38 verzen.
KJV: chastise 21 instruct (8x), correct (7x), taught (2x), bound (1x), punish (1x), reformed (1x), reproveth (1x), sore (1x).

Lev 26:18, 23, 28
Deu 4:36.
Deu 8:5
Deu 21:18
Deu 22:18
1Ki 12:11, 14
1Ch 15:22
2Ch 10:11, 14
Job 4:3
Psa 2:10
Psa 6:1
Psa 16:7
Psa 38:1
Psa 39:11
Psa 94:10, 12
Psa 118:18
Pro 9:7
Pro 19:18
Pro 29:17, 19
Pro 31:1
Isa 8:11
Isa 28:26
Jer 2:19
Jer 6:8
Jer 10:24
Jer 30:11
Jer 31:18
Jer 46:28
Eze 23:48
Hos 7:12, 15
Hos 10:10

Nieuwe Testament

Aandacht voor het begrip onderwijs is er ook in het Nieuwe Testament. Zo gaat het over leren en de leer, zie de gegevens daarover in de onderstaande tabel.

Er zijn ook mensen, die het onderwijs geven en de gemeenschap proberen te disciplineren, de leraren en de rabbi’s. Dit onderwerp is behandeld bij de studie discipelschap.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1διδάσκω
didaskō
WerkwoordG1321
SB1183
Leren
Komt 97 keer voor in 91 verzen.
KJV: teach (93x), taught (with G2258) (4x).
2διδαχή
didachē
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1322
SB1184
De leer
Komt 30 keer in 29 verzen voor
KJV: doctrine (29x), has been taught (1x).
3διδασκαλία
didaskalia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1319
SB1181
De leer
Komt 21 keer voor in 21 verzen.
KJV: doctrine (19x), teaching (1x), learning (1x)
4διδακτός didaktosBijvoeglijk
naamwoord
G1318
SB1180
Komt 3 keer voor in 2 verzen
KJV:

Het werkwoord didasko leren

Het werkwoord leren komt 97 keer voor, hieronder is een selectie van de teksten aangegeven. Teksten van het evangelie van Matteüs van het boek Handelingen en van de brief aan de Romeinen.

Matteüs 4:23. Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.

Opmerking: Wat Jezus doet is meer dan onderwijs geven, Hij doet ook verkondigen of proclameren.

Matteüs 5:1-3. Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. Hij nam het woord en onderrichtte hen: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.

Matteüs 5:19. Wie dus ook maar het minste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de minste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. 

Matteüs 7:28-29. Toen Jezus deze woorden had geëindigd, gebeurde het dat de menigte versteld stond van Zijn onderricht, want Hij onderwees hen als gezaghebbende en niet zoals de schriftgeleerden. [HSV]

Matteüs 9:35. Jezus trok rond langs alle steden en dorpen, Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal.

Matteüs 11:1. En het gebeurde, toen Jezus geëindigd had Zijn twaalf discipelen opdrachten te geven, dat Hij vandaar vertrok om onderwijs te geven en te prediken in hun steden. [HSV]

Matteüs 13:54. En Hij kwam in Zijn vaderstad en onderwees hen in hun synagoge, zodat zij versteld stonden en zeiden: Waar heeft Deze die wijsheid en krachten vandaan? [HSV]

Matteüs 15:7-9. Huichelaars! Hoe treffend is de profetie die Jesaja over u heeft uitgesproken: “Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij; tevergeefs vereren ze Mij, want wat ze onderwijzen zijn voorschriften van mensen.”

Matteüs 21:23. Toen Hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe. Ze vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?’

Matteüs 22:15-16. Nu trokken de farizeeën zich terug om te overleggen hoe ze Hem met een uitspraak in de val konden lokken. Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal herodianen naar Hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat U oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. U trekt u niets aan van het oordeel van anderen, want U ziet niemand naar de ogen.

Opmerking: dit is wat de mensen, die Jezus lastig wilden vallen over zijn onderwijs zeggen: in alle oprechtheid.

Matteüs 26:55-56. Toen zei Jezus tegen de mannen: ‘U bent er met zwaarden en knuppels op uit getrokken om Mij te arresteren, alsof Ik een misdadiger ben! Dagelijks was Ik in de tempel om onderricht te geven, en toen hebt u Me niet gevangengenomen; 56maar dit alles gebeurt omdat de geschriften van de profeten in vervulling moeten gaan.’ Daarop lieten alle leerlingen Hem in de steek en vluchtten weg.

Matteüs 28:15. Ze namen het geld aan en deden zoals hun was opgedragen. En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal onder de Joden de ronde.

Matteüs 28:19-20. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’

Handelingen 1:1. Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen. [HSV]
Opmerking: de schrijver heeft het over het evangelie van Lukas.

Handelingen 4:1-2. Terwijl Petrus en Johannes de menigte nog toespraken, kwamen de priesters, het hoofd van de tempelwacht en de sadduceeën op hen af, hevig ontstemd omdat ze het volk onderrichtten en de opstanding uit de dood verkondigden op grond van wat er met Jezus was gebeurd

Handelingen 4:18. Ze riepen hen terug en bevalen hun de naam van Jezus op geen enkele manier meer te gebruiken en het volk niet meer over Hem te onderrichten.

Handelingen 5:21. De apostelen gaven hieraan gehoor en gingen bij het aanbreken van de dag naar de tempel, waar ze hun onderricht voortzetten.
Handelingen 5:25. Kort daarop kwam iemand zeggen: ‘De mannen die u gevangen hebt gezet, zijn in de tempel en onderrichten het volk.’
Handelingen 5:28. ‘Hebben wij u niet nadrukkelijk verboden die naam nog te gebruiken en er onderricht over te geven?
Handelingen 5:42. Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het verkondigen van het goede nieuws dat Jezus de messias is.

Handelingen 11:25-26. Hierna vertrok Barnabas naar Tarsus om Saulus te zoeken, en toen hij hem gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië. Een heel jaar lang kwamen ze met de gemeente daar bijeen en gaven ze onderricht aan tal van mensen. Het was in Antiochië dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.

Handelingen 15:1. En enigen die uit Judea gekomen waren, leerden de broeders: Als u niet besneden wordt volgens het gebruik van Mozes, kunt u niet zalig worden. [HSV]

Handelingen 15:35. Paulus en Barnabas bleven in Antiochië, waar ze met nog vele anderen de boodschap van de Heer onderwezen en verkondigden.

Handelingen 18:11. En hij verbleef daar een jaar en zes maanden en gaf in hun midden onderwijs in het Woord van God. [HSV]
Opmerking: gaat over de gemeente van Korinthe.

Handelingen 18:24-25. En een zekere Jood, van wie de naam Apollos was, een Alexandriër van afkomst, een welsprekend man, die kundig was op het gebied van de Schriften, kwam in Efeze aan. Deze was in de weg van de Heere onderwezen en, omdat hij vurig van geest was, sprak en onderwees hij nauwkeurig de zaken van de Heere, maar hij wist alleen van de doop van Johannes. [HSV]

Opmerking: Apollos was in de weg van de Heer onderwezen. Hier staat het Griekse woord katēchēmenos, Strong G2727. Het is een woord dat acht keer voorkomt. Moet nog worden toegevoegd aan deze studie. <<>>

Handelingen 20:20. U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht.

Handelingen 21:21. Men heeft hun over u verteld dat u alle Joden die onder de heidenen wonen, leert afvallig te worden van Mozes, doordat u zegt dat zij de kinderen niet moeten besnijden en ook niet moeten wandelen overeenkomstig de gebruiken van de wet. [HSV]

Handelingen 21:27-28. Toen de zeven dagen ten einde liepen, zagen de Joden uit Asia hem in de tempel en brachten heel de menigte in verwarring. Zij sloegen de handen aan hem en schreeuwden: Mannen van Israël, kom helpen! Dit is de man die overal iedereen onderwijs geeft dat indruist tegen het volk, tegen de wet en tegen deze plaats. [HSV]

Handelingen 28:31. Hij verkondigde het koninkrijk van God en onderrichtte vrijmoedig over de Heer Jezus Christus, zonder dat hem iets in de weg werd gelegd.

Romeinen 2:21. … u die anderen onderwijst, onderwijst u uzelf eigenlijk wel?

Romeinen 12:6-7. En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen. [HSV]

En hier nog twee teksten, die me opvielen.

Lucas 11:1. Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’

1 Korintiërs 4:17. Daarom ook stuur ik Timoteüs naar u toe, die mijn geliefd kind is, trouw aan de Heer. Hij zal u in herinnering brengen hoe ik in eenheid met Christus Jezus leef, precies zoals ik overal aan iedere gemeente leer.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Onderwijs geven en verkondigen of proclameren zijn twee verschillende kanten van het werk. Matteüs 4:23, 9:35, 11:1. Handelingen 4:2. Handelingen 15:35. Handelingen 20:20.

Het onderwijs gaat over:
Leren om te bidden. Lucas 11:1
Jezus. Handelingen 4:18
Het Woord van God. Handelingen 18:11
De zaken van de Heer. Handelingen 18:25
De Heer Jezus Christus. Handelingen 28:31
Leren om in eenheid met Christus te leven. 1 Korintiërs 4:17

In Antiochië werd wel een jaar lang onderwijs gegeven. Handelingen 11:26.

Kritiek op het onderwijs van Paulus. Handelingen 21:21 en 28
Het is belangrijk om jezelf te onderwijzen. Romeinen 2:21
Goed onderwijs geven is een gave van de Geest. Romeinen 12:7

Het zelfstandig naamwoord didache

De didache is het Griekse woord voor leer. Hieronder alle teksten met dit woord.

Matteüs 7:28.

Matteüs 16:12.

Matteüs 22:33.

Marcus 1:22

Marcus 1:27. Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als Hij onreine geesten een bevel geeft, wordt Hij gehoorzaamd.’

Marcus 4:2

Marcus 11:18

Marcus 12:38

Lucas 4:32.

Johannes 7:16-17. <<16>> Wie ernaar streeft te doen wat God wil, zal weten of mijn leer van God komt of dat Ik namens mezelf spreek.

Johannes 18:19. De hogepriester ondervroeg Jezus over zijn leerlingen en over zijn leer.

Handelingen 2:42.

Handelingen 5:28. ‘Hebben wij u niet nadrukkelijk verboden die naam nog te gebruiken en er onderricht over te geven? En toch verspreidt u uw leer in heel Jeruzalem en stelt u ons aansprakelijk voor de dood van die man.’

Handelingen 13:12.

Handelingen 17:19. Ze namen hem mee naar de Areopagus en zeiden: ‘Kunt u ons uitleggen wat die nieuwe leer is die door u wordt uitgedragen?

Romeinen 6:17. U was slaven van de zonde, maar – God zij gedankt! – nu gehoorzaamt u van ganser harte de leer waaraan u zich hebt toevertrouwd,

Romeinen 16:17

1 Korintiërs 14:6

1 Korintiërs 14:26

2 Timoteüs 4:2.

Titus 1:9. En hij moet zich houden aan de betrouwbare boodschap die in overeenstemming is met de leer, zodat hij in staat is om anderen met heilzaam onderricht te bemoedigen en dwarsliggers terecht te wijzen.

Hebreeën 6:1-2. Laten we ons daarom richten op wat voor volwassenen bedoeld is en de eerste beginselen van de leer over Christus laten rusten. We gaan niet nog eens het fundament leggen en spreken over het zich afkeren van daden die tot de dood leiden, over het geloof in God, de leer over het dopen en de handoplegging, en over de opstanding van de doden en het laatste oordeel.

Hebreeën 13:9. Laat u niet meeslepen door veelsoortige en vreemde leringen, want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door voedsel; zij die het daarin zochten, hebben daar geen baat bij gevonden. [HSV]

2 Johannes 1:9-10. Wie niet bij de leer van Christus blijft maar verder wil gaan, heeft God niet. Wie bij die leer blijft, heeft zowel de Vader als de Zoon. Als er iemand bij u komt die deze leer niet uitdraagt, ontvang hem dan niet in uw huis en groet hem niet,

Openbaring 2:14-15. Maar enkele dingen heb Ik tegen u: sommigen houden vast aan de leer van Bileam, die Balak liet weten hoe hij voor de Israëlieten een valstrik moest zetten, waardoor ze vlees dat bij de afgodendienst gebruikt is zouden eten en ontucht zouden plegen. Zo is het ook bij u: sommigen houden op dezelfde manier vast aan de leer van de Nikolaïeten.

Openbaring 2:24. Tegen de rest van u in Tyatira, al degenen die haar leer niet aanhangen en die zich niet hebben verdiept in de zogenaamde verborgenheden van Satan, zeg Ik: ‘Ik leg u maar één last op:

Wat kunnen we van deze teksten leren?

Het zelfstandig naamwoord didaskalia.

Dit woord wijst letterlijk op wat bij een leraar hoort. Hieronder alle teksten met dit woord.

Matteüs 15:8-9. Dit volk nadert tot Mij met hun mond en eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich ver bij Mij vandaan; maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. [HSV]
Opmerking: zelfde tekst in Marcus 7:7.

Romeinen 12:7. hetzij profetie, naar de mate van het geloof; hetzij dienstbetoon, in het dienen; hetzij wie onderwijst, in het onderwijzen [HSV]

Romeinen 15:4. Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden. [HSV]

Efeziërs 4:14. … opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, [HSV]

Kolossenzen 2:22. Dit zijn allemaal dingen die door het gebruik vergaan; ze zijn ingevoerd volgens de geboden en leringen van de mensen. [HSV]

1 Timoteüs 1:10. … ontuchtplegers, mannen die andere mannen misbruiken, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer,

1 Timoteüs 4:1. Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, [HSV]

1 Timoteüs 4:6. Wanneer je dit alles aan de broeders en zusters voorhoudt, zul je een goede dienaar van Christus Jezus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en de juiste leer, waarvan je een trouw aanhanger bent.

1 Timoteüs 4:13. Blijf bezig met het voorlezen, met het vermanen, met het onderwijzen, totdat ik kom. [HSV]

1 Timoteüs 4:16. Neem je in acht, houd je aan de leer en blijf dat doen; dan red je zowel jezelf als hen die naar je luisteren.

1 Timoteüs 5:17. Laat ouderlingen die goed leiding geven, dubbele eer waard geacht worden, vooral diegenen die arbeiden in het Woord en in de leer.

1 Timoteüs 6:1. Wie het slavenjuk draagt, moet zijn meester hoogachten, zodat Gods naam en de leer niet worden bespot. <<nog niet in samenvatting>>

1 Timoteüs 6:3. Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, is verblind. <<nog niet in samenvatting>>

2 Timoteüs 3 :10. Maar ú hebt mij nagevolgd in mijn onderwijs, levenswandel, levensopvatting, geloof, geduld, liefde, volharding, [HSV] <<nog niet in samenvatting>>

2 Timoteüs 3:16. Alles wat de Schrift zegt is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een rechtschapen leven. <<nog niet in samenvatting>>

2 Timoteüs 4:3. Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoetkomen en hun naar de mond praten.
Opmerking: het gaat hier om de gezonde manier van onderwijs geven.

Titus 1:9. En hij moet zich houden aan de betrouwbare boodschap die in overeenstemming is met de leer, zodat hij in staat is om anderen met heilzaam onderricht te bemoedigen en dwarsliggers terecht te wijzen.

Titus 2:1. Maar jij moet verkondigen wat overeenkomt met de heilzame leer. <<nog niet in samenvatting>>

Titus 2:7. Geef zelf met goede daden het voorbeeld, laat je leer zuiver en waardig zijn,

Titus 2:10. … of van hem stelen, maar moeten laten zien dat ze volkomen betrouwbaar zijn. Dan verhogen ze in alles wat ze doen het aanzien van de leer van God, onze redder.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De gave om goed onderwijs te geven is een gave van de Geest. Romeinen 12:7.

Een goede leer helpt om te volharden en geeft ons hoop. Romeinen 15:4.

Voor Timoteüs is het gezond onderwijs geven zijn belangrijkste taak. 1 Timoteüs 4:6 en 13

Houd je aan de leer. 1 Timoteüs 4:16. En als je goed onderwijst ben je eer waard. 1 Timoteüs 5:17

Op een gezonde manier onderwijs geven, is belangrijk. 2 Timoteüs 4:3
Doel van het werk van de leraar is bemoedigen en dwarsliggers terecht wijzen. Titus 1:9.

Laat je wijze van leren zuiver en waardig zijn. Titus 2:7
Het onderwijs werk dient het aanzien van God onze redder te verhogen. Titus 2:10.

De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer. De wet maakt namelijk duidelijk dat het niet goed is. 1 Timoteüs 1:10

Er is een wijze van leren die gaan over geboden van mensen. Matteüs 15:8-9
Er is een wind van leer, een leer die steeds anders is. Efeziërs 4:14
Er zijn wijze van leren van mensen. Kolossenzen 2:22.
Er kan ook een manier van leren zijn van demonen. 1 Timoteüs 4:1

Afwijkend leren

Het Griekse woord heterodidaskalein, Strong 2085, kun je met een afwijkende leer onderwijzen vertalen. Er zijn twee teksten waar het woord in voorkomt.

1 Timoteüs 1:3. Toen ik naar Macedonië vertrok, heb ik je gevraagd in Efeze te blijven. Je moet voorkomen dat bepaalde mensen daar een afwijkende leer onderwijzen

1 Timoteüs 6:3-5. Iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de heilzame woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, is verblind. Zo iemand begrijpt niets, maar heeft een ongezonde zucht naar geredetwist en geruzie; dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen, en tot eindeloos gekrakeel tussen mensen van wie de geest verziekt is, die van de waarheid beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt.

Andere bronnen

De Joodse godsdienst is gespecialiseerd op dit onderwerp. De torah heeft grote betekenis voor hun leven.

Zo worden jongens als ze dertien worden en meisjes als ze twaalf worden respectievelijk bar mitswa en bat mitswa. Ze mogen dan uit de torah voorlezen, maar daar is volgens Joodse opvattingen nodig dat ze begrijpen wat ze lezen.

Het laatste Joodse feest in de rij van feesten is Sjimchat Torah, dat vreugde over het onderwijs betekent. Dat geeft wel aan hoe belangrijk het onderwijs is.

In kerken en christelijke gemeenten is men ook gericht onderwijs. Voor jongeren noemt men dat de catechisatie. In de zondagse samenkomsten doet men dit ook. Men noemt het preken, verkondiging of iets dergelijks.

Overwegingen

Ieder onderwijs bouwt verder op wat men al weet. Soms is reparatiewerk nodig omdat er verkeerd onderwijs was.

Het onderwijs van het Oude Testament blijft staan. Het onderwijs van het Nieuwe Testament bouwt verder op het onderwijs van het Oude Testament.

Lessen

Goed onderwijs is voor ieder kerk of gemeente van essentieel belang.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.