Studie onderwijs

De Bijbel vindt onderwijs super belangrijk, cruciaal. In het Hebreeuws is dat vergelijkbaar met het woord torah. Een bekend woord voor u wellicht.

Het onderwijs in de Bijbel omvat het hele leven: uitleg hoe de wereld in elkaar zit, familieverhalen, spreuken, recht, geboden en verboden, opdrachten en algemene aanwijzingen. Voorbeelden van al deze zaken treffen jullie in deze studie aan.

Het onderwijs in kerken en christelijke gemeenten is gericht op een selectie van de onderwerpen in de Bijbel.

In deze studie gaat het o.a. over het belang van onderwijs.

Onderwijs torah

in de Bijbel is er een zelfstandig naamwoord torah in drie varianten. Er is ook een werkwoord dat je met onderwijzen of onderrichten kunt vertalen.

Hebreeuws
woord
Soort woordStrongOpmerkingen:
1תּוֹרָה
towrah
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8451Onderwijs, onderricht.
Komt 219 keer voor in 213 verzen.
KJV: law (219x)
 תּוֹרָה
towrah
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8452Komt eenmaal voor in 2 Samuel 7:19.
KJV: manner (1x).
 תּוֹר
towr
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8448Komt eenmaal voor in 1 Kronieken 17:17.
KJV: according to the estate (1x).
2יָרָה
yarah
Werkwoord
(is de wortel
van torah)
H3384Onderrichten.
Komt 82 keer voor.
KJV: ’teach’ (42x)

Het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord wordt in het Nederlands op verschillende manieren geschreven zoals Thora, Torah of Tora. Gezien de Hebreeuwse letter Hé aan het eind van het woord lijkt de spelling Torah met een h op het eind het meest passend.

Het Hebreeuws kent geen hoofdletters of kleine letters, het Nederlands wel, dus lastig om te kiezen tussen Torah of torah. Ik kies maar voor torah.

Wikipedia meldt over de betekenis: torah betekent onderwijzing, leer, instructie of wet.

De KJV vertaalt altijd met ‘law’, in het Nederlands ‘wet’. Dat zal wel in navolging zijn van de vertaling van torah in het Griekse Nieuwe Testament. Daar is steeds sprake van ‘nomos’, dat ook ‘wet’ betekent.

Wel jammer van die vertalingen met ‘wet’. Het aspect onderwijs is er geheel uit verdwenen.

Het woord onderwijs lijkt mij het beste om ermee te vertalen, het is geen vrijblijvend onderwijs. Dat brengt de betekenis van het woord wel een stukje richting ‘wet’.

Lees alle teksten hieronder alsof er staat ‘onderwijs’. Het is geen vrijblijvend onderwijs, het is zoals een dokter, die iemand aanbeveelt te bewegen of om niet meer te roken.

De wortel van het woord torah is het werkwoord yara, dat werpen, leggen, schieten, tonen en instrueren betekent, maar ook dus onderrichten, les geven.

Torah in de eerste vijf boeken van de Bijbel

In de eerste vijf boeken komt 56 keer het woord torah voor. In Genesis 1x, Exodus 7x, Leviticus 16x, Numeri 10x en Deuternomium 20x.

Genesis
Dit is de enige keer dat het woord torah in het boek Genesis voorkomt. Genesis 26:5. Want Abraham heeft naar mij geluisterd en zich gehouden aan wat ik hem opdroeg, aan mijn geboden, voorschriften en regels.
Opmerking 1: De SV, NBG en HSV vertalen hier het woord torah met ‘wetten’.
Opmerking 2: je kunt je overigens ook houden aan het onderwijs dat je is gegeven. Bij onderwijs denk je toch meer aan dat het verstandig is om te doen en bij wetten heeft het met ‘moeten’ te maken op straffe van een boete.

De Complete Jewish Bible vertaalt in de zin van opmerking 2: All this is because Avraham heeded what I said and did what I told him to do -he followed my mitzvot, my regulations and my teachings.

Exodus
Het woord torah komt zeven keer voor in het boek Exodus.

Ter afsluiting van wat er allemaal over het Pesachfeest wordt gezegd staat deze tekst.
Exodus 12:49. Voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen geldt een en dezelfde regel.’
Opmerking: beter ‘geldt hetzelfde onderwijs’.
Opmerking: het lijkt mij dat dit woord nog steeds geldt.

En hier gaat het erom dat ouders aan hun kinderen vertellen wat de HEER voor hen heeft gedaan.
Exodus 13:9. Laat dit gebruik zijn als een herinneringsteken om uw arm en op uw voorhoofd, zodat de wetten van de HEER voortdurend op uw lippen zijn. De HEER heeft u immers met sterke hand uit Egypte bevrijd. Toelichting: belangrijk dat het onderwijs van de HEER voortdurend op onze lippen is. 

En hier gaat het er over hoe ze met het gebruik van het manna in de woestijn moeten omgaan.
Exodus 16:4. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ik zal voor jullie brood uit de hemel laten regenen. De mensen moeten er dan elke dag op uit gaan om net zo veel te verzamelen als ze voor die dag nodig hebben. Daarmee stel ik hen op de proef: ik wil zien of ze zich aan mijn voorschriften houden.
Opmerking: het onderwijs van de HEER is niet vrijblijvend. Hij beziet in ieder geval of zijn volk zich aan zijn onderwijs over het manna zullen houden.

Toen bleek dat volk zich niet aan het onderwijs van de HEER hield.
Exodus 16:28. Toen zei de HEER tegen Mozes: ‘Hoe lang blijven jullie nog weigeren mijn geboden en voorschriften in acht te nemen?
Opmerking: mitswot is vertaal met ‘geboden’.

Mozes moet aan voor veel mensen van zijn volk recht spreken en dingen uitleggen.
Exodus 18:16. Als ze een geschil hebben, wordt dat aan mij voorgelegd, en dan beslis ik wie er in zijn recht staat en vertel ik hun hoe Gods wetten en voorschriften luiden.’
Opmerking: choqqa is vertaald met ‘wetten’. Het gaat om inzettingen.

Dan komt de goede raad van Jehtro.
Exodus 18:20. Prent hun zijn wetten en voorschriften in en leer hun welke weg ze moeten bewandelen en welke plichten ze moeten vervullen.
Opmerking: ook hier is ‘chokka vertaal met ‘wetten’.

Exodus 24:12. De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal ik je de stenen platen geven waarop ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten.’ 
Opmerking: hier is torah weer vertaalt met wetten. Op de stenen platen staat het onderwijs van de HEER. En inderdaad, die bevatten ook geboden, mitswot.

Numeri
In het boek Numeri komt het woord torah tienmaal voor in negen verzen.

Numeri 5:29-30. Dit is het voorschrift voor gevallen van jaloezie, als een gehuwde vrouw zich verontreinigt door overspel te plegen, of als een man zijn vrouw in een vlaag van jaloezie wantrouwt. De man moet de vrouw voor de HEER brengen en de priester moet dit voorschrift nauwgezet volgen.

Numeri 6 gaat over het nazireeërschap, iemand die zich wil afzonderen.

Numeri 6:13-15. Wanneer de periode van het nazireeërschap voorbij is, gelden de volgende voorschriften: De nazireeër moet naar de ingang van de ontmoetingstent gebracht worden, en daar moet hij de HEER een offergave aanbieden: een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer, een eenjarige ooi zonder enig gebrek als reinigingsoffer en een volwassen ram zonder enig gebrek als vredeoffer, verder een mand met ongedesemd tarwebrood, dikke broden, met olijfolie bereid, en dunne ongedesemde broden, met olijfolie bestreken, en de bijbehorende graan- en wijnoffers. 

Numeri 6:21. Dit zijn de voorschriften voor de nazireeër, die op grond van zijn wijding de HEER een offergave verschuldigd is. Volgens de voorschriften met betrekking tot het nazireeërschap moet hij de belofte die hij gedaan heeft nauwkeurig nakomen. Als hij het zich veroorloven kan, mag hij nog meer geven.”’

Numeri 15 gaat er over of het onderwijs ook voor de vreemdelingen is.

Numeri 15:16. Voor jullie en voor de vreemdelingen die bij jullie wonen geldt een en hetzelfde voorschrift en een en dezelfde regel.”

Numeri 15:29. Wanneer iemand onopzettelijk een misstap begaat, geldt voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen die bij jullie wonen een en dezelfde wet.

Numeri 19:1-2. De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Dit is een wet die de HEER heeft ingesteld: Zeg tegen de Israëlieten dat ze je een koe brengen, een gave rode koe zonder enig gebrek, die nog nooit een juk heeft gevoeld.

Numeri 19:14. Wanneer iemand gestorven is in een tent geldt deze regel: iedereen die de tent binnengaat en alles wat zich in de tent bevindt, is zeven dagen onrein; 

Numeri 31:21-23. De priester Eleazar zei tegen de mannen die aan de strijd hadden deelgenomen: ‘Dit is een wet die de HEER heeft ingesteld en die Hij aan Mozes bekend heeft gemaakt: Alles van goud of zilver, van koper, ijzer, tin of lood, alles wat vuurbestendig is, moet door het vuur gehaald worden om weer rein te worden, en het moet bovendien met reinigingswater worden gereinigd.

Leviticus
In het boek Leviticus komt het woord torah onderwijs 16 keer voor.

Zeven keer gaat het om onderwijs voor een bepaald offer. in Leviticis 6 en 7. Vijf keer over onderwijs over de plaag van melaatsheid in Leviticus 13 en 14.

In de volgende hoofdstukken komt het woord torah eenmaal voor. In Leviticus 11, daar gaat het over het onderwijs over reine en onreine dieren. En in Leviticus 12 over rein en onrein na een bevalling. En hoofdstuk 15 over onrein na vloeiingen.

In het 26ste hoofdstuk wordt dit nog eens allemaal samengevat.
Levitics 26:46. Dit zijn de bepalingen, regels en voorschriften waarin de HEER de betrekkingen tussen hem en de Israëlieten heeft vastgelegd, en die hij op de Sinai aan Mozes heeft bekendgemaakt.

Deuteronomium
Vlak voor dat het volk Israël de Jordaan gaat oversteken om het land in bezit te nemen herhaalt Mozes nog een keer wat God van het volk vraagt.

Deuteronomium 1:5. Aan de overkant van de Jordaan, in Moab, gaf Mozes het volk zijn onderricht; hier volgt alles wat hij uiteenzette:

Hoofdstuk 4
Dit hoofdstuk bevat de inleiding op het overzicht van geboden, die in de komende hoofdstukken naar voren zal komen.

Deuteronomium 4:8. En welk volk, hoe groot ook, heeft wetten en regels zo rechtvaardig als het onderricht dat ik u nu geef?

Deuteronomium 4:44. Dit is het onderricht dat Mozes de Israëlieten heeft gegeven.

Deuteronomium 17
Hoofdstuk 17 is een hoofdstuk met allerlei geboden.

Hier is het woord torah vertaalt met uitleg.
Deuteronomium 17:11. Houd u aan de uitleg die zij u geven en aan het vonnis dat ze uitspreken. Wijk daar op geen enkele manier van af. 

En hier is torah met wetboek vertaald.
Deuteronomium 17:18-19. Als de koning eenmaal over zijn rijk heerst moet hij een afschrift van dit wetboek laten maken, naar de tekst die bij de Levitische priesters berust. Hij moet het onder handbereik hebben en erin lezen zolang hij leeft. Zo leert hij ontzag te hebben voor de HEER, zijn God, en alle wetten uit dit boek in acht te nemen.
Opmerking: in het laatste vers is woorden, dabar, met wetten vertaald.

Hoofdstuk 27
Dot hoofdstuk gaat erover wat moet gebeuren als het volk Israël aan de overkant van de Jordaan zal komen.

Deuteronomium 27:3-8. Mozes droeg, samen met de oudsten van Israël, het volgende aan het volk op: ‘Leef alle geboden na die ik u vandaag gegeven heb. En op de dag dat u de Jordaan oversteekt om het land binnen te gaan dat de HEER, uw God, u zal geven, moet u daar aan de overkant grote stenen oprichten. Nadat u daarop een kalklaag hebt aangebracht, moet u de wetten waarin ik u onderwezen heb erop schrijven. Dan mag u het land van melk en honing, dat de HEER, de God van uw voorouders, u heeft beloofd, binnentrekken. Plaats, zodra u de Jordaan bent overgestoken, de stenen op de Ebal, zoals ik u nu voorschrijf, en voorzie ze van een kalklaag. Bouw daar bovendien een altaar voor de HEER, uw God, van stenen die niet met ijzeren gereedschap bewerkt zijn, en breng Hem brandoffers op het uit ruwe steen opgetrokken altaar. Breng er vredeoffers en houd een feestmaal ten overstaan van de HEER, uw God. Schrijf alle bepalingen van deze wet heel duidelijk op die stenen.’
Opmerking: kwamen bij Ebal nieuwe stenen? <<>>
Opmerking: dat je stenen niet met gereedschap mag bewerken was ook een regel bij de volken.

Dan wordt verteld dat de stammen zich op de bergen Ebal en Gerizim moeten plaatsen. Er worden van vervloekingen uitgesproken en dat gaat in de vorm van de Levieten, die zoiets moeten zeggen als ‘vervloekt is een ieder’ etc. en het volk moet dan zeggen ‘Amen’. Zoals in deze eerste vervloeking (vers 15): ‘Vervloekt is eenieder die een godenbeeld maakt en het op een geheime plaats bewaart; in de ogen van de HEER is het een gruwelijk maaksel van mensenhanden.” En heel het volk moet antwoorden: “Amen.”

Het hoofdstuk sluit af met deze samenvattende tekst.
Deuteronomium 27:26. “Vervloekt is eenieder die zich niet houdt aan de bepalingen van deze wet.” Dan antwoordt heel het volk: “Amen.”’

Hoofdstuk 28
Dit hoofstuk gaat om zegen of vloek afhankelijk van de wegen waar het volk Israël voor zal kiezen.

Deuteronomium 28:58-61. Als u niet zorgvuldig de wetten naleeft waarin ik u onderwezen heb en die in dit boek zijn opgetekend, en de glorierijke en ontzagwekkende naam van de HEER, uw God, de eerbied onthoudt die hem toekomt, zal Hij u en uw nageslacht zeer zwaar straffen. Hij zal u treffen met ongehoorde plagen, waar geen einde aan komt, en met vreselijke, ongeneeslijke ziekten. Hij zal opnieuw al die gevreesde kwalen uit Egypte op u afsturen en u ermee treffen. Maar ook de ziekten en plagen waarover dit wetboek zwijgt zal Hij op u afsturen, tot er niemand meer on ver is.
Opmerking 1: er staat in het Hebreeuws in vers 58 de woorden van de torah moet je naleven.
Opmerking 2: in vers 59 staat in het Hebreeuws driemaal het woorden plagen. Het woord ‘straffen’ is een conclusie van de vertaler van de NBV21.

Hoofdstuk 29
Dit hoofdstuk geeft aanvullende vermaningen weer.

Deuteronomium 29:20 (21). De HEER zal hem afzonderen van de stammen van Israël en hem voor het ongeluk bestemmen overeenkomstig de vervloekingen van het verbond dat in dit wetboek is opgetekend.

Deuteronomium 29:28 (29). Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God, toe; wat openbaar is, komt ons toe. Wij en onze kinderen dienen ons altijd te richten naar alle bepalingen van deze wet.

Hoofdstuk 30
Als het volk zal afwijken, maar weer terugkomt zal de Heere God zich weer over hen ontfermen. De eerste verzen van hoofstuk 3 zijhn de context van vers 10 waar over de torah wordt gesproken.

Deuteronomium 30:1-3. Wanneer alles werkelijkheid is geworden wat ik u beschreven heb, de zegeningen en de vervloekingen, en wanneer u ten slotte, door de HEER, uw God, uiteengejaagd en verstrooid onder alle volken, daar lering uit getrokken hebt en samen met uw kinderen naar de HEER, uw God, terugkeert en Hem weer met hart en ziel gaat gehoorzamen – daartoe heb ik u vandaag aangespoord –, dan zal de HEER, uw God, in uw lot een keer brengen: Hij zal zich over u ontfermen en u, na u eerst verstrooid te hebben, weer uit al die landen bijeenbrengen.

Deuteronomium 30:10. Want u toont de HEER, uw God, dan uw gehoorzaamheid door de geboden en bepalingen in dit wetboek in acht te nemen, en u wilt Hem weer met hart en ziel toebehoren.

Hoofdstuk 31
Dit hoofdstuk gaat over de opvolging van Mozes. Eerst sluit hij zijn werk af.

Deuteronomium 31:9-12. Mozes stelde zijn hele onderricht op schrift en gaf de boekrol aan de Levitische priesters, die de ark van het verbond met de HEER moesten dragen, en aan de oudsten van Israël. Hij droeg hun daarbij het volgende op: ‘Lees deze voorschriften elk zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, tijdens het Loofhuttenfeest voor aan alle Israëlieten. Want dan komt heel Israël naar de plaats die de HEER uitkiest, om daar voor Hem te verschijnen. Roep dan het volk bijeen, met inbegrip van de vrouwen en kinderen en de vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Laat iedereen naar de voorlezing luisteren en zo leren ontzag te tonen voor de HEER, uw God, en de wetten waarin u onderwezen bent, strikt na te leven.

Deuteronomium 31:24-26.Toen Mozes alle bepalingen van de wet op schrift had gesteld, gaf hij de Levieten die de ark van het verbond met de HEER moesten dragen de volgende opdracht: ‘Leg dit wetboek naast de ark van het verbond met de HEER, uw God; het moet daar blijven om tegen dit volk te getuigen.

Hoofdstuk 32
In hoofdstuk 32 staat het lied van Mozes.

Deuteronomium 32:2. Moge mijn onderricht neerdalen als regen, mogen mijn woorden zijn als milde dauw, als regen op het jonge gras, als regendruppels op het groen.
Opmerking: in het Hebreeuws staat hier het woord leqacḥ, Strong H3948 dat maar eenmaal in de boeken van Mozes voorkomt. Een vergelijkbaar woord voor torah, maar gaat vooral over het onderwijs dat impact op je heeft.

Deuteronomium 32:44-47. Heel dit lied heeft Mozes samen met Jozua, de zoon van Nun, gezongen ten aanhoren van het volk. Toen Mozes zijn toespraak tot heel Israël beëindigd had, besloot hij: ‘Neem mijn waarschuwingen ter harte, en draag ook uw kinderen op om zich strikt te houden aan de wetten waarin u onderwezen bent. Want het gaat hier niet om iets onbeduidends, het is een zaak van levensbelang! Als u er gehoor aan geeft, zult u lang leven in het land aan de overkant van de Jordaan, dat u in bezit zult nemen.’
Opmerking 1: dit hoofdstuk is als eerste gezongen. Het is destijds gezongen door Mozes en door Jozua de zoon van Nun (Nun betekent vrijheid).
Opmerking 2: ook hier staat in het Hebreeuws: de woorden waarin u onderwezen bent.

Hoofdstuk 33.
In dit hoofdstuk staat de zegen van Mozes.

Dit vers geeft een inleiding op de zegen van Mozes voor de verschillende stammen.
Deuteronomium 33:4. Mozes gaf ons zijn onderricht als een kostbaar bezit voor Jakobs volk.

Dit is onderdeel van de zegen van Mozes voor de stam van Levi. De NBV vertaalt torah nu ineens met voorschriften.
Deuteronomium 33:10. Laat hen uw regels onderwijzen aan Jakob,
uw voorschriften doorgeven aan Israël. Laat hun geurige gave U behagen, laat hen brandoffers brengen op uw altaar.
Opmerking: het woord mishpat vertaalt de NBV met regels. Het woord yara is terecht vertaald met onderwijzen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De NBV vertaalt het woord torah met diverse Nederlandse woorden zoals onderricht, uitleg, wet en wetboek, voorschriften of soms met een halve zin zoals <<>>

Torah in de Psalmen

In de Psalmen komt 36 keer het woord torah voor, waarvan 25 keer in Psalm 119.

Dit zijn de eerste drie teksten van de Psalmen waarin het woord torah voorkomt.

Psalm 1:2. .. maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. [NBG]
Opmerking: the Complete Jewish Bible vertaalt: “Their delight is in ADONAI’s Torah; on his Torah they meditate day and night”.

Psalm 19:8. De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. [NBG]

Psalm 37:30-31. De mond van de rechtvaardige spreekt wijsheid, zijn tong spreekt gerechtigheid, hij draagt de wet van God in zijn ​hart en zijn voeten struikelen niet. [NBV]

En hier de eerste twee teksten van Psalm 119 waarin het woord torah voorkomt.

Psalm 119:1. Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER.
Opmerking: in de Hebreeuwse tekst gaat om de volmaakten, tamim, H8549 op de manier van het leven naar het onderwijs van de HEER. Je bent niet volmaakt als je leeft naar het onderwijs, dat zou niet helemaal correct zijn, maar het heeft veel met elkaar te maken.

Psalm 119:18. Ontsluit mijn ogen en laat mij aanschouwen de wonderen van Uw wet. [HSV]
Opmerking: Wat zou dat zijn de wonderen van het onderwijs van de Heer? Ik denk dat als je het onderwijs van de Heer serieus neemt dat dan God je wonderen laat meemaken.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Blij zijn met Gods onderwijs is belangrijk. En het onderwijs van God overpeizen geeft ook zegen. Psalm 1:2. Uit ervaring zeg ik: dat klopt helemaal”.

Het onderwijs van de HEER is volmaakt. Psalm 19.

De rechtvaardige draagt het onderwijs van de HEER in zijn hart. Psalm 37.

Zalig ben je als je leeft naar het onderwijs van de Heer. Je zal veel wonderen meemaken. Psalm 119.

De torah in het boek Spreuken.

In het boek van de Spreuken komt in dertien verzen het woord torah voor. De eerste vier keren gaat het om het onderwijs van vader en moeder.

Dit is de eerste tekst over het onderwijs van je moeder.
Spreuken 1:8. Hoor, mijn zoon, de tucht van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet. [NBG]

Opmerking: hier gaat het ook over de tucht van je vader. Het Hebreeuwse woord מוּסָר, mûsār, Strong H4148 komt dertig keer voor in het boek van de Spreuken. Naast onderwijs dus ook disciplineren, tucht.

Leerplan van God voor Israël

Het leerplan van God kent diverse vakken. Ik heb er acht gevonden. Ze staan in de tabel hieronder.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1דָּבָר
dabar
Zelfstandig  naamwoord
mannelijk
H1697Woord inclusief daad.
Komt 1439 keer voor in 1290 verzen.
KJV: word (807x), thing (231x), matter (63x), acts (51x), chronicles (38x), saying (25x), commandment (20x), misc (204x).
2מִצְוָה mitsvahZelfstandig  naamwoord
vrouwelijk
H4687Gebod.
Komt 181 keer voor in 177 verzen.
KJV: commandments (177x), precept (4x), commanded (2x), law (1x), ordinances (1x).
3מִשְׁפָּט mishpat Zelfstandig  naamwoord
mannelijk
H4941Rechtvaardig oordeel.
Komt 421 keer voor in 406 verzen.
KJV: judgment (296x), manner (38x), right (18x), cause (12x), ordinance (11x), lawful (7x), order (5x), worthy (3x), fashion (3x), custom (2x), discretion (2x), law (2x), measure (2x), sentence (2x), miscellaneous (18x).
4מִשְׁמֶרֶת mišmereṯZelfstandig  naamwoord
vrouwelijk
H4931Komt 78 keer in 69 verzen voor.
KJV: charge (50x), ward (9x), watch (7x), keep (7x), ordinance (3x), offices (1x), safeguard (1x).
4חק
choq 
Zelfstandig  naamwoord
mannelijk
H2706Inzetting
Komt 127 keer voor in 124 verzen.
KJV: statute (87x), ordinance (9x), decree (7x), due (4x), law (4x), portion (3x), bounds (2x), custom (2x), appointed (1x), commandments (1x), miscellaneous (7x).
 חֻקָּה chuqqahZelfstandig  naamwoord
vrouwelijk
H2708Inzetting
Komt 104 keer voor in 100 verzen.
KJV: statute (77x), ordinance (22x), custom (2x), appointed (1x), manners (1x), rites (1x)
5צָוָה
tsavah
WerkwoordH6680Opdracht.
Komt 494 keer voor in 475 verzen.
KJV: command (514x), charge (39x), commandment (9x), appoint (5x), bade (3x), order (3x), commander (1x), misc (4x).
6עֵדוּת `eduwthZelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H5771Getuigenis.
Komt 59 keer voor in 57 verzen
KJV: testimony (55x), witness (4x).
7mashalZelfstandig  naamwoord
mannelijk
H4912Spreuk, gelijkenis.
Komt 39 keer voor in 39 verzen.
KJV: proverb (19x), parable (18x), byword (1x), like (1x).
8toledothZelfstandig  naamwoord
vrouwelijk
H8435Verhaal van een geslacht.
Komt 39 keer voor in 39 verzen.
KJV: generations (38x), birth (1x).

Wat opvalt is de moeite, die de KJV heeft om het met eenduidige woorden te vertalen.

Het woord dath, zie bij punt 6 komt 20 keer in het boek Esther voor. Eenmaal in het boek Deuteronomium 33:2 (heel raar in de NBV vertaalt) en in Ezra 8:36.

Gaat via woorden (dabar)

Als het in de boeken van Mozes om ‘woorden’ gaat, dan gaat het om woorden van God. Het Woord en God zijn ook een soort van synoniemen. De tekst 1 Johannes 1:1 verwijst naar het levende Woord. Dat lijkt naar Jezus te verwijzen.

De boeken van Mozes geven het onderwijs van God aan. In dat onderwijs van God staan vele woorden van God.

Genesis 15:1. Na deze dingen kwam het woord van de HEERE tot Abram in een visioen: Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot.
Genesis 15:4. Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn.

Exodus 24:3. Mozes​ maakte het volk bekend met alle geboden (dabar) en regels (mishpat) die de HEER had gegeven, en het volk verklaarde eenstemmig dat het zich zou houden aan alles wat de HEER geboden (dabar) had.

In de NBG vertaling zijn de woorden dabar en mishpat anders vertaald:

Exodus 24:3. Toen kwam ​Mozes​ en deelde het volk al de woorden des Heren en al de verordeningen mee, en het gehele volk antwoordde eenstemmig: Al de woorden, die de Here gesproken heeft, zullen wij doen.

Volgens deze tekst is dabar een samenvattend woord. “Al de woorden, die de Here gesproken heeft, zullen wij doen”. Onder al die woorden zijn mitswot, mishpat, chukkah en nog meer.

Het boek Deuteronomium begint met ‘Davariem’, dat betekent ‘Dit zijn de woorden’. Het boek heet in de Tenach dan ook ‘davariem’. Het boek davariem bevat een overzicht dat Mozes geeft aan het volk Israël van alle geboden.

Bij een jongerenbond van de HGJB hebben ze een tak van werk: Dabar werk. Daar zeggen ze dat in dabar niet alleen het woord, maar ook de daad is inbegrepen. Dat geldt zeker. Dat geldt wel voor al het onderwijs. Alle woorden, die de HEER spreekt, die zijn er om te doen. In Israël en zeker in het latere Jodendom ging het daar dan ook vooral om. Misschien wel in een te overdreven vorm.

De tien woorden

Wat wij ‘de tien geboden’ noemen, noemt de Bijbel de tien woorden. In de Hebreeuwse tekst staat עשׂרת הדברות, asèrèt hadewarot, asèrèt is tien, ha is het lidwoord de, en ‘dewarot’ verwijst naar woorden.

Deze uitdrukking staat zowel in Exodus 34:28 als in Deuteronomium 4: 13 als in Deuteronomium 10: 4.

Het woord dewarot is het meervoud van ‘dabar’ wat ‘krachtig woord’ betekent namelijk het woord en de daad, die erbij hoort. 

De NBV en de WV vertalen met de tien geboden. Zo zijn ze nu eenmaal bekend. De SV, HSV en de NBG vertalen met de tien woorden, de HSV zelfs met hoofdletters, de Tien Woorden).

De woorden van God zijn van ons voor groot belang. Als ze iets zeggen over ons denken en handelen, dan zijn het voor ons adviezen, die we zeker op zullen volgen.

De tien geboden worden ook wel de decaloog genoemd, vanuit het Grieks deca logus, dat tien woorden betekent.

De tekst van de tien woorden
De tien woorden zijn tot ons gekomen in twee versies. In Exodus 20: 2-17 en in Deuteronomium 5: 6-21. Er zijn verschillen tussen de teksten bij drie geboden namelijk bij het Sabbat gebod, eren vader en moeder en hebzucht. Bij het Sabbat gebod betreft het wel vier verschillen. Waarom zijn die verschillen belangrijk. Om meer kanten van de zaak te laten zien (denk ik).

Tekst in Exodus 20 (NBV)Verschillen met Ex 20 in Deut 5.  (NBV)
2 ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. 3 Vereer naast mij geen andere goden. 4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; 6 maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. 7 Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. 8 Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. 9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, 10 maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. 11 Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.       12 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. 13 Pleeg geen moord. 14 Pleeg geen overspel. 15 Steel niet. 16 Leg over een ander geen vals getuigenis af. 17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’      De volgende verschillen zijn er bij het sabbatgebod:  <vers 12 in acht nemen in plaats van houdt in ere> <vers 14: opsomming runderen, ezels andere dieren in plaats van “vee”> < vers 14: toevoeging over rusten slaaf en slavin> <vers 15 is geheel anders. Ipv verwijzing naar de schepping een verwijzing naar de slavenarbeid in Egypte> 12 Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige dag. 13 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, 14 maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u. 15 Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft hij u opgedragen de sabbat te houden.     <bij het eren gebod betreft het een toevoeging, zie tekst in vet> 16 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden. Dan wordt u gezegend met een lang leven en met voorspoed in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.     <bij het hebzucht gebod is de volgorde anders: eerst vrouw en dan huis. En er is een toevoeging in vet> 21 Zet uw zinnen niet op de vrouw van een ander, en laat evenmin uw oog vallen op zijn huis, of op zijn akker, zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’

Opmerkingen bij de nummers van de geboden

Er staat drie keer in de tekst dat het om de tien woorden gaat. Maar in die tekst van de tien woorden, die overigens in andere hoofdstukken staan, is er geen nummering aangebracht. Hoe de twaalf onderdelen in tien woorden in te passen. Verschillende tradities maken andere keuzen.

In de joodse traditie wordt de aanhef: “ik ben de Heer Uw God” als het eerste woord gezien. De protestantse traditie heeft dit niet als onderdeel van de tien woorden gezien. Wellicht omdat het er niet als een gebod uitziet.

Voor de Joodse mensen zijn “geen andere goden” en “geen afgodsbeelden” één woord. Hoort inderdaad bij elkaar. Bij de protestanten zijn het er twee, want anders komt men niet tot tien woorden. Verder komt de protestantse traditie overeen met de joodse.

In de orthodoxe traditie (Oost Europees) en de Rooms Katholieke nummering zie je het grote conflict over beelden terug. Na een lange discussie werd besloten: beelden mocht je wel vereren maar niet aanbidden. Iedere kerk gaat er anders mee om. De Oosterse kerk belicht “geen afgodsbeelden” apart. En de westerse, Rooms Katholieke kerk neemt het als één gebod. Om te voorkomen dat er dan maar negen woorden zijn wordt de laatste zin in twee geboden verdeeld namelijk je mag niet de vrouw van een ander  begeren (nummer negen). En ook niet zijn huis (nummer tien).

De toon
Verder is er nog wat te zeggen over de toon. De tien geboden kunnen op tweeërlei wijze worden opgevat.

Namelijk als wet. Het “gij zult” kan als imperatief gelezen worden, als regels waaraan men zich moet houden, door God opgelegd aan zijn volk.

Of als belofte. Sommige theologen lezen echter de tien geboden met nadruk (zoals de joden plegen te doen) op de verkondiging aan het begin, dan worden het – volgens deze theologen – woorden van belofte en bevrijding; de schets van de situatie waarnaar het volk onderweg is, een land van belofte, een wereld van rechtvaardigheid.

Het proces
God gaf twee platen aan Mozes nadat hij veertig dagen met God was geweest op de berg Sinaï. Hij kreeg ze in tweevoud op twee platen. Een voor in de ark in de tempel te bewaren. En  één voor <<>. Bij de tweede set platen nam Mozes de stenen platen mee de berg op en God beschreef ze.

Doel en betekenis van de tien geboden
De tien geboden is ook een stramien voor de opzet van de indeling van de geboden. Ze staan in de volgorde van de tien geboden. Voor veel landen zijn de tien geboden de basis geweest van hun rechtspraak (bron Wikipedia).

Meer versies en samenvattingen.
In Exodus 34 staat de geschiedenis van de tweede versie van de platen met de tien geboden. Er zijn ook twee versies van de lijst van geboden, zie vorig punt.

De tien geboden zou je een samenvatting van de geboden kunnen noemen.  Er staan ook meer versies van de tien geboden in de Thora. In Exodus 34: 11-26 worden geboden genoemd die niet in de tien woorden zijn opgenomen. Is dit een aparte set van ook belangrijke geboden? Een andere samenvatting van de geboden staat bijvoorbeeld in Leviticus 19.

En dan zijn er nog meer ingedikt samenvattingen van de geboden.  Die van Jezus bijvoorbeeld. Matteüs 22: 34-40. Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ Jezus vat de ganse wet samen onder twee basisprincipes  een combinatie van Deuteronomium 6:5 (in plaats van ‘al uw krachten’ voegt Jezus ‘heel uw verstand’ in), en Leviticus 19:18b en ‘wel heb je naast lief als jezelf’. Om dit zo te verbinden was voor de joden nieuw.

De twee stenen platen hebben een duidelijke eigen waarde.
Dit zijn de zes teksten in Exodus waar het over de platen gaat:
Exodus 24: 12. De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal ik je de stenen platen geven waarop ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten.’
Exodus 31:18. Nadat de HEER dit alles op de Sinai tegen Mozes had gezegd, gaf hij hem de twee platen van het verbond, de stenen platen, door Gods vinger beschreven.
Exodus 32: 15. Mozes keerde zich om en ging de berg af. De twee platen met de verbondstekst droeg hij bij zich. Aan beide kanten waren ze beschreven, aan de voorkant en aan de achterkant.

Na de geschiedenis met het gouden kalf:
Exodus 34:1 De HEER zei tegen Mozes: ‘Hak twee stenen platen uit, gelijk aan de vorige. Dan zal ik op die platen de geboden schrijven die ook op de eerste stonden, die jij stukgegooid hebt.
Exodus 34: 4. Mozes hakte twee stenen platen uit, net als de vorige, en ’s morgens ging hij in alle vroegte de Sinai op, zoals de HEER hem had opgedragen. De twee stenen platen droeg hij bij zich.
Exodus 34: 29. Mozes daalde de Sinai af, met de twee platen van het verbond bij zich. Hij wist niet dat zijn gezicht glansde doordat hij met de HEER had gesproken.

In Deuteronomium wordt nog elf keer over de stenen platen gesproken, het is een recapitulatie van deze belangrijke gebeurtenis.

Hoe kun je de tien geboden houden?
De tekst van Paulus aan de Korintiërs verwijst er naar. Laat de Geest de geboden in je hart griffen.
2 Korintiërs 3:3. U bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld, niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God, niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen. <<>>

Wandel in nieuwheid van het leven, zie de brief aan de Romeinen.
Romeinen 6:4. <<>>

Geboden (mitsvah en mitswot)

Het meest betrekking op wat wij onder een gebod verstaan is het woord mitsvah, meervoud mitswot.

We kennen dit woord van, die Joodse jongen, die als hij de leeftijd van dertien jaar bereikt dat er dan een feestelijke bijeenkomst waarbij hij een ‘bar mitswa’ wordt, zoon van het gebod. Wat  minder bekend is wellicht de ‘bat mitswa’ de feestelijke bijeenkomst van een meisje dat twaalf jaar wordt.

Op die momenten wordt de jongen en het meisje zelf verantwoordelijk om de geboden na te leven. Tot dan toe lag alle verantwoordelijkheid bij de ouders. Hij en zij krijgen ook verantwoordelijkheden in de gemeenschap. De jongen mag een Schriftgedeelte lezen in de synagoge en ook soms een uitleg doen.

Er zijn mensen, die een lijst hebben gemaakt van alle mitswot in de Bijbel. Dat is niet zo gemakkelijk als het lijkt, want je kunt van alles samenvatten of verbijzonderen. En soms staat het er niet uitdrukkelijk bij dat het een mitswot is.

De lijst van Maimonides is het meest bekend en bevat 613 mitswot. Deze lijst tref je aan bij deze link http://nl.wikipedia.org/wiki/613_mitswot  

Van de mitswot wordt gezegd dat als je ze niet opvolgt, dat je dan schuldig bent en je ook de gevolgen zal moeten dragen (Leviticus 5:17). Voorbeelden van mitswot zijn wat moeilijk te geven, omdat God allerlei aanwijzingen heeft, maar er niet bij zegt dat het mitswot zijn.

Recht of rechten (misjpa)

De vertaling van het Hebreeuwse woord mispat is de Nederlandse taal is nogal verschillend.

Recht is misschien wel het meest juiste woord om te vertalen. NBV: regels, NBG: verordeningen, HSV: bepalingen. SV: recht tenminste in Exodus 21:31. <<Zowel SV, NBG als AV passen nog wel een twintigtal andere woorden om te vertalen toe. >>

Het woord mispat komt 82 keer voor in de Torah. Overigens wordt het recht ook dikwijls bezongen. In de Psalmen komt het woord 64 keer voor. <<nog verder dit onderwerp uitzoeken>>

De eerste keer dat het woord voorkomt is in de teksten hier direct onder.

Genesis 18:19. Want ik heb hem uitgekozen, hij moet zijn zonen en zijn verdere nakomelingen voorhouden de weg te volgen die ik wijs, door ​rechtvaardig​ en goed te handelen. Alleen dan zal ik verwezenlijken wat ik ​Abraham​ heb toegezegd.

Genesis 18:19. .. want Ik heb hem gekend, opdat hij gebieden zou, dat zijn zonen en zijn ​huis​ na hem de weg des Heren zouden bewaren door ​gerechtigheid​ en recht te doen, opdat de Here aan ​Abraham​ vervulle wat Hij over hem gesproken heeft. [NBG]

Dit is de overweging van de HEER om Abraham te vertellen over Sodom en Gomorra. Rechtvaardig handelen, tsaddiek en goed te handelen, in NBG vertaling recht te doen, staan hier naast elkaar. In de NBG tekst staat de weg van de Heer, een term, die de eerste christengemeente voor zichzelf zal gebruiken. “Derech JHWH”

Genesis 18:25. Zoiets kunt u toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt u toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch ​rechtvaardig​ handelen?’

Dit is uit het pleidooi van Abraham om de steden te sparen. Hier wordt rechtvaardig handelen, in de NBG vertaling recht doen, gekoppeld aan de rechter.

De hoofdstukken Exodus 21, 22 en 23 bevatten allerlei rechten: wat betreft slavernij, mishandelingen, vervloekingen, ruzies en vechtpartijen, ongelukken, bezittingen etc.

Het borstplaat van de Hogepriester was de plaat van de mishpat, 3 keer zo genoemd in het boek Exodus 28.

Ook bij het eerstgeboorterecht wordt mispat gebruikt.

Bij doodstraf of dan eigenlijk doodsrecht. Het priesterrecht. Het vreemdelingenrecht.

Wederzijdse rechten. Die rechten moesten worden gerespecteerd.

Last (misjmeret)

Aanklacht, lading, last. Mijn wensen, claim. God wil iets. Het is voor hem een last en een zorg. Als wij de last van God serieus nemen, dan is dat liefde voor Hem. Van de 69 verzen wordt dit woord in 39 verzen gebruikt in combinatie met het werkwoord שָׁמַר šāmar, Strong H8104.

Dat werkwoord kun je vertalen met in de gaten houden. Houdt de last van de Heer, zijn moeite voor ons in de gaten.

Er zijn enkele teksten waar niet de combinatie voorkomt. Dat is de teksten van Exodus.

Dit zegt God tegen Isaak.
Genesis 26:4-5. Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.
Opmerking 1: hier de combinatie

Opmerking 2: mijn voorschriften is een veel te oppervlakkig woord. Er zit pijn en verlangen van God achter. Dat nam Aäron serieus.

Dit is de opdracht voor het volk Israël voor de Pesach maaltijd.
Exodus 12:5-6. U moet een lam zonder enig gebrek hebben, een mannetje van een jaar oud. U moet het van de schapen of van de geiten nemen. U moet het in bewaring houden tot de veertiende dag van deze maand, en heel de verzamelde gemeenschap van Israël zal het slachten tegen het vallen van de avond.
Opmerking: je moest iets van de pijn

Dit gaat over het manna dat in dubbele hoeveelheden kwam op de zesde dag terwijl het manna niet de op sabbath kwam.
Exodus 16:22-23. Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbele hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor één persoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen. Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gesproken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren.

Hier gaat het ook over het manna.
Exodus 16:32-34. Verder zei Mozes: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft. Vul een gomer ervan om het te bewaren, al hun generaties door, zodat zij het brood zien dat Ik u in deze woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde. Ook zei Mozes tegen Aäron: Neem een kruik en doe daar een volle gomer manna in, en zet die voor het aangezicht van de HEERE om het te bewaren, al hun generaties door. Zoals de HEERE Mozes geboden had, zette Aäron het vóór de getuigenis om te bewaren.

Dit gaat over de wijding van hogepriester Aäron en zijn zonen.
Leviticus 8:34-36. Zoals men op deze dag gedaan heeft, zo heeft de HEERE geboden te doen om verzoening voor jullie te bewerken. Jullie moeten dan bij de ingang van de tent van ontmoeting blijven, dag en nacht, zeven dagen lang. Jullie moeten de voorschriften van de HEERE in acht nemen, opdat jullie niet sterven, want zo is het mij geboden. Aäron en zijn zonen deden al de dingen die de HEERE door de dienst van Mozes geboden had.
Opmerking: de wacht van de Heer waarnemen. SV.
Opmerking 2: hier dus zowel het zelfstandig naamwoord als het werkwoord met daartussen het woord ‘et’, Strong 853.

Het gaat hier om seksuele daden, die gruwelijk zijn.
Leviticus 18:29-30. Want al wie ook maar één van al die gruweldaden doet, de personen die ze doen, moeten uit het midden van hun volk uitgeroeid worden. Daarom moet u Mijn voorschriften in acht nemen en geen van die gruwelijke gebruiken die vóór u gedaan zijn, navolgen, en u daardoor niet verontreinigen. Ik ben de HEERE, uw God.
Opmerking: let er goed op wat de HEER pijn doet. Geen sex met dieren bijvoorbeeld.
Opmerking: hier dus zowel het zelfstandig naamwoord als het werkwoord met daartussen het woord ‘et’, Strong 853.

Leviticus 22:9. Zij moeten Mijn voorschriften in acht nemen, zodat zij geen zonde op zich laden en daardoor sterven, omdat zij dat ontheiligd hebben. Ik ben de HEERE, Die hen heiligt.

Numeri 1:52-53. De Israëlieten moeten hun kamp opslaan, ieder bij zijn eigen kamp en ieder bij zijn eigen vaandel, ingedeeld overeenkomstig hun legers, maar de Levieten moeten hun kamp opslaan rondom de tabernakel van de getuigenis; dan zal er geen grote toorn op de gemeenschap van de Israëlieten komen. Zo moeten de Levieten de voorschriften met betrekking tot de tabernakel van de getuigenis in acht nemen.

Numeri 3:5-8. De HEERE sprak tot Mozes: Laat de stam Levi naderbij komen en plaats hem vóór de priester Aäron om hem te dienen. Zij moeten zijn taak en de taak van heel de gemeenschap vervullen, vóór de tent van ontmoeting, om de dienst van de tabernakel te verrichten. En zij moeten zorg dragen voor al de voorwerpen van de tent van ontmoeting, en de taak van de Israëlieten vervullen door de dienst van de tabernakel te verrichten.

Numeri 3:25. En de taak van de nakomelingen van Gerson in de tent van ontmoeting was de zorg voor de tabernakel en de tent, de dekkleden ervan, het gordijn voor de ingang van de tent van ontmoeting,

Voor het nageslacht van Kahath geldt dit.
Numeri 3: 28. … zij vervulden de taak ten behoeve van het heiligdom.

Numeri 3: 31-32. En hun taak was de zorg voor de ark, de tafel, de kandelaar, de altaren en de voorwerpen van het heiligdom, waarmee ze de dienst verrichtten, en het gordijn, ja, voor heel de dienst ervan. De leider die boven de leiders van Levi stond was Eleazar, de zoon van de priester Aäron. Hij had het opzicht over hen die de taak ten behoeve van het heiligdom vervulden.

Numeri 3:36. En de opgedragen taak van de nakomelingen van Merari was de zorg voor de planken van de tabernakel, met zijn dwarsbalken, zijn pilaren, zijn voetstukken, en al zijn voorwerpen, ja, voor heel de dienst ervan.

Numeri 3:38. Zij nu die hun kamp vóór de tabernakel, aan de oostkant, moeten opslaan, dus vóór de tent van ontmoeting, waar de zon opkomt, zijn Mozes, en Aäron met zijn zonen, die de taak ten behoeve van het heiligdom vervullen, in naam van de Israëlieten.

Dit is de taak van de nakomelingen van de Gersonieten.
Numeri 4:27-28. Heel de dienst van de nakomelingen van de Gersonieten, bij heel hun dragen en bij heel hun dienen, moet gebeuren overeenkomstig het bevel van Aäron en zijn zonen. U moet aan hen hun taak bij alles wat zij moeten dragen, opleggen. Dit is de dienst van de geslachten van de nakomelingen van de Gersonieten in de tent van ontmoeting, hun taak onder leiding van Ithamar, de zoon van de priester Aäron.

Dit gaat over de taak van de nakomelingen van Merari.
Numeri 4:31-32. Dit is hun taak in het dragen, bij heel hun dienst in de tent van ontmoeting: de planken van de tabernakel, zijn dwarsbalken, zijn pilaren en zijn voetstukken; ook de pilaren rond de voorhof met hun voetstukken, hun pinnen en hun touwen, kortom, alle bijbehorende voorwerpen en heel hun dienst. De voorwerpen die zij overeenkomstig hun taak moeten dragen, moet u aan de hand van hun namen tellen.

Numeri 8:24-26. De HEERE sprak tot Mozes: Dit geldt voor de Levieten: vanaf vijfentwintig jaar oud en daarboven is men tot de dienst in de tent van ontmoeting verplicht. Maar iemand vanaf vijftig jaar oud zal van de dienst ontheven zijn en zal niet meer hoeven te dienen. Wel mag hij zijn broeders in de tent van ontmoeting bijstaan bij het vervullen van hun taak; de dienst zelf mag men echter niet meer verrichten. Zo moet u inzake de Levieten doen ten aanzien van hun taken.

Numeri 9:19, Als de wolk vele dagen boven de tabernakel bleef staan, namen de Israëlieten de voorschriften van de HEERE in acht en braken zij niet op.
Opmerking: de last van de HEER in acht. Het waren de gevoelens van God waarom de wolk niet verder ging?

Numeri 9:23. Op het bevel van de HEERE sloegen zij hun kamp op en op het bevel van de HEERE braken zij op. Zij namen de voorschriften van de HEERE in acht, op het bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes.

Numeri 17:10. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Breng de staf van Aäron terug vóór de getuigenis, om hem te bewaren, als teken voor de opstandigen. En u zult een einde maken aan hun gemor over Mij, opdat zij niet sterven.

Numeri 18:3-5. Zij zullen uw taak vervullen en de taak ten behoeve van heel de tent. Alleen mogen zij niet in de nabijheid komen van de voorwerpen van het heiligdom, en van het altaar, opdat zij niet sterven, zij niet en u ook niet. Maar zij moeten zich bij u aansluiten en de taak ten behoeve van de tent van ontmoeting vervullen, heel de dienst van de tent. Een onbevoegde mag echter niet in uw nabijheid komen.
U moet dus de taak ten behoeve van het heiligdom en de taak ten behoeve van het altaar vervullen, opdat er geen grote toorn meer zal zijn tegen de Israëlieten.

Numeri 18:8. De HEERE sprak tot Aäron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven de taak van Mijn hefoffers. Met alle heilige gaven van de Israëlieten heb Ik ze aan u gegeven, omwille van de zalving, en aan uw zonen, als een eeuwige verordening.

Numeri 19:9. En iemand die rein is, moet de as van de koe verzamelen en buiten het kamp op een reine plaats wegleggen. Die as is voor de gemeenschap van de Israëlieten om te bewarenbestemd voor reinigingswater. Het is een middel tot ontzondiging.

Numeri 31:30, Maar van de helft voor de Israëlieten moet u één gevangene op de vijftig nemen, van de mensen, van de runderen, van de ezels en van de schapen, van al de dieren, en ze aan de Levieten geven, die de taak ten behoeve van de tabernakel van de HEERE vervullen.

Numeri 31:47. … van die helft voor de Israëlieten nam Mozes één gevangene uit vijftig, van de mensen en van de dieren; en hij gaf ze aan de Levieten, die de taak ten behoeve van de tabernakel van de HEERE vervulden, zoals de HEERE Mozes geboden had.

Deuteronomium 11:1. Daarom moet u de HEERE, uw God, liefhebben en Zijn voorschriften, Zijn verordeningen, Zijn bepalingen en Zijn geboden in acht nemen, alle dagen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Een taak zoals de NBV het formuleert gaat verder dan een corvee werkje. We moeten nu eenmaal allemaal wel iets doen. Het moeten persoonlijke missies worden van degenen, die de taak krijgen. Een levensvervulling.

Je kunt uit deze teksten ook zien wat voor God belangrijk is. Namelijk <<>>

Inzettingen (choq en chuqqah)

Ook de woorden choq en chuqqah worden op verschillende manieren vertaald.

De sabbath en de feesten zijn inzettingen. Allerlei zaken rond de tempeldienst en de offers zijn inzettingen.

Exodus 12 en 13 gaat het over de instelling van het Pesach feest voor het volk Israël. (4x chukkah)

29:8 gaat over het priesterschap van Aaron en hun zonen en 30:21 voeten wassen voor Aaron en zijn zonen.

Leviticus 3:17. Dit zij een altoosdurende inzetting (chukkah) voor uw geslachten in al uw woonplaatsen: gij zult volstrekt geen vet en geen ​bloed​ eten. [NBG]

De verbinding van dit woord met ‘owlam’, H5769, de ‘choq owlam’ en de chuakkah owlam maken het woord tot een indrukwekkend begrip. Combinaties, die respectievelijk elf en 23 keer voorkomen in de Bijbel, meestal de Torah.

De ‘chocq owlam’ is vertaald als ‘altoos durende inzetting’ (NBG), een eeuwige verordening (HSV) of een eeuwige  inzetting (SV). De NBV vertaalt ‘owlam’ niet. Waarom niet?

Exodus 12 gaat het over de instelling van het Pascha.
Exodus 12:14 en 17.
Exodus 12:24. Dit voorschrift blijft voor u en uw kinderen voor altijd van kracht.

Exodus 27:21
Exodus 28:43
Exodus 29:9  en 28
Exodus 29:28. Ja, het moet voor de Israëlieten ten behoeve van Aäron en zijn zonen een eeuwige verordening zijn, want het is een hefoffer, een hefoffer van de Israëlieten, afkomstig van hun dankoffers. Het is hun hefoffer voor de HEERE. [HSV]

Exodus 30:17-21. De HEER zei tegen Mozes: ‘Maak een bronzen wasbekken op een bronzen onderstel, voor de wassingen. Zet het tussen de ontmoetingstent en het altaar en doe er water in. Met dit water moeten Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen. Ze moeten dit doen voordat ze de ontmoetingstent binnengaan, anders zullen ze sterven. Ook wanneer ze dienst gaan doen bij het altaar en de HEER een offer gaan brengen, moeten ze hun handen en hun voeten wassen, anders zullen ze sterven. Deze bepaling blijft voor altijd van kracht voor Aäron en zijn nakomelingen, voor alle komende generaties.’

Leviticus 3:17.
Leviticus 6:18 en 22
Leviticus 7:36
Leviticus 10:9 en 15
Leviticus 16:29, 31 en 34
Leviticus 17:7
Leviticus 23: 14, 21, 31 en 41.
Leviticus 3 en 9. gaat over regels van de offers voor Aaron en zijn zonen.

Numeri 10:8.
Numeri 15:15
Numeri 18:8, 11, 19 en 23. Gaat over het deel van de offergaven, die altijd voor Aaron en zijn zonen zullen zijn.
Numeri 19:10 en 21.

Jeremia noemt een speciale eeuwige inzetting.
Jeremia 5:22. Zou u voor Mij niet bevreesd zijn, spreekt de HEERE, of zou u voor Mijn aangezicht niet beven? Ik, Die het zand gemaakt heb tot een grens voor de zee, een eeuwige verordening, die zij niet zal overschrijden. Al kolken haar golven, zij zullen niets kunnen uitrichten, al bruisen zij, zij zullen hem niet overschrijden. [HSV]

Ook Ezechiël noemt het dagelijkse offer als een altijd durende inzetting.
Ezechiël 46:13-15. Breng dagelijks een eenjarige ram zonder enig gebrek als brandoffer aan de HEER, elke morgen weer. En breng daarbij elke morgen een graanoffer van een zesde efa graan en een derde hin olie om door de tarwebloem te mengen, als graanoffer voor de HEER. Deze bepalingen blijven voor altijd van kracht. Elke morgen moeten de priesters een jonge ram, een graanoffer en olie offeren, als een dagelijks brandoffer.

Verder lezen we van de dichter van Psalm 119 dat hij of zij bereidt is de inzettingen eeuwig uit te voeren.
Psalm 119:112. Met hart en ziel ben ik bereid uw wetten uit te voeren, eeuwig, tot het einde toe.

Iemand gebieden (tsavah)

Het werkwoord tsavah komt voor het eerst voor in Genesis.

Genesis 2:16-17. En de Heere God gebood de mens, zeggende: Van alle boom van deze hof zult gij vrij eten;  Maar van de boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven. [SV]

Hier is gekozen voor de tekst van de Statenvertaling. De SV en HSV zijn vertalingen die ’tsahvah’ als werkwoord vertalen. De andere vertalingen NBV, NBG, CJB en zelfs de Naardense Bijbel maken ervan dat God een gebod geeft. Een combinatie van een zelfstandig naamwoord en werkwoord.

JHWH gebiedt volgens de Bijbel steeds bepaalde mensen. Adam bijvoorbeeld, zoals hierboven, maar ook Noach, Abraham, Isaak en Jacob.

Getuigenis (edut)

<<dit deel moet nog worden uitgewerkt>>

Spreuk (mashal)

<<dit deel moet nog worden uitgewerkt>>

Familiegeschiedenis (toledoth)

Het gaat volgens mij over opsommingen van de geslachtenlijn incl. de verhalen, die daarbij hoorden. Het woord komt van yalad, dragen, voortbrengen en krijgen. Het is een woord dat voor de geboorte van mensen wordt gebruikt. Het zijn familieverhalen waarvan we kunnen leren. Oftewel onderwijs.

Het woord toledoth komt voor in Genesis, Numeri en 1 Kronieken en ook eenmaal in het boek Ruth.

Genesis 2:4.

Genesis 5:1

Genesis 6:9.

Genesis 10:1.

10:32.

11:10.

11:27.

Van Ismaël.

Genesis 25:12-13.

Van Isaak.
Genesis 25:19.

Teksten met overzichten

Sommige teksten in de Bijbel bevatten meer dan één van bovenstaande woorden. Het zijn dikwijls samenvattende teksten. Goed om te onthouden

Genesis 26:5 Want Abraham heeft naar mij geluisterd en zich gehouden aan wat ik hem opdroeg, aan mijn geboden (mitswah), voorschriften (chuqqah) en regels (towrah).

Toelichting: de SV, HSV en NBG vertalen mitswah ook met ‘geboden’. De AV vertaalt met “commandments”.

Genesis 26:4-5. En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels, en Ik zal uw nageslacht al die landen geven, en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat ​Abraham​ naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden (mitsva), mijn inzettingen (chuqqah) en mijn wetten (torah). [NBG]

Toelichting: Er is hier vertaalt ‘Abraham heeft naar Mij geluisterd’. In de Hebreeuwse tekst staat “mijn stem gehoorzaamt” . Dat is overeenkomstig wat wij moeten doen: de stem van God gehoorzamen.

Leviticus 26:46. Dit zijn de inzettingen (choq) en verordeningen (mishpat) en wetten (torah), die de Here gegeven heeft tussen Zich en de Israëlieten op de berg ​Sinai, door de dienst van ​Mozes. [NBG]

Bovenstaande woorden komen zo dikwijls voor, dat in deze studie alleen een heel beperkt overzicht kan worden gegeven.

Het lijkt duidelijk als ieder woord een afgebakende betekenis heeft. Zoals in onze taal het woord stoel en tafel duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. In het Hebreeuws hebben we dikwijls met woorden, waarvan de betekenissen elkaar overlappen. Dat is ook met de woorden hierboven het geval.

Disciplineren

Het onderwijs in de Bijbel heeft tot doel de mensen, het volk Israël in de eerste plaats, te disciplineren.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1יָסַר yāsarWerkwoordH3256Disciplineren
Komt 43 keer voor in 38 verzen.
KJV: chastise 21 instruct (8x), correct (7x), taught (2x), bound (1x), punish (1x), reformed (1x), reproveth (1x), sore (1x).

Lev 26:18, 23, 28
Deu 4:36.
Deu 8:5
Deu 21:18
Deu 22:18
1Ki 12:11, 14
1Ch 15:22
2Ch 10:11, 14
Job 4:3
Psa 2:10
Psa 6:1
Psa 16:7
Psa 38:1
Psa 39:11
Psa 94:10, 12
Psa 118:18
Pro 9:7
Pro 19:18
Pro 29:17, 19
Pro 31:1
Isa 8:11
Isa 28:26
Jer 2:19
Jer 6:8
Jer 10:24
Jer 30:11
Jer 31:18
Jer 46:28
Eze 23:48
Hos 7:12, 15
Hos 10:10

Andere bronnen

De Joodse godsdienst is gespecialiseerd op dit onderwerp. De torah heeft grote betekenis voor hun leven.

Zo worden jongens als ze dertien worden en meisjes als ze twaalf worden respectievelijk bar mitswa en bat mitswa.

Het laatste Joodse feest noemt men Sjimchat Thora. Vreugde over het onderwijs.

Samenvatting

Soms gaat het over de tien geboden <?? nog opzoeken>

<<>> In de Bijbel zelf kan het woord torah wel drie verschillende dingen betekenen. Het woord komt nogal eens terug in een rijtje met andere woorden zoals geboden en instructies (1). Een voorbeeld daar waar het woord voor het eerst wordt gebruikt, in Genesis 26.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.