Studie GenadeGaven

Deze studie laat zien wat er over de genadegaven in de Bijbel is geschreven. Het zijn vooral teksten van het Nieuwe Testament. Er is ook een paragraaf over genadegaven in het Oude Testament.

Een studie is vooral voor iemand, die meer over het onderwerp wil weten of die er les in wil geven. Het doel van deze studie is te komen tot een document dat aangeeft wat leraren van de gemeente van Christus zouden moeten weten over de genadegaven.

Deze studie gaat over de genadegaven in het algemeen. Er zijn aparte studies over specifieke soorten genadegaven zoals profetie, onderscheid, wijsheid, kennis, spreken in tongen en genezing.

Bij de studie is geprobeerd alles weer te geven wat er in het Nieuwe en Oude Testament over de genadegaven in het algemeen staat. Daar zal ik nog wel niet volledig in zijn geslaagd, maar dan weet u wat de bedoeling was.

De geciteerde vertaalde teksten uit de Bijbel komen uit de NBV, tenzij de vertaling van teksten onvoldoende laat zien wat er in de originele Griekse tekst staat. Dan is er voor teksten van een andere vertaling gekozen.

Laten we ernaar verlangen dat die genadegaven weer voluit gaan functioneren. Zodat we de missie van de kerk, Gods heil brengen in een wereld in nood, goed kunnen uitvoeren.

Inleiding

Het is een enorme variëteit van dingen, die we van de Geest van God ontvangen. Dat past ook bij de Geest. Als je kijkt naar zijn scheppingswerken, de aarde, de bloemen, de dieren, de mensen, dan zie je ook die variëteit.

De genadegaven waren niet met die woorden in het Oude Testament aangekondigd. Wel de uitstorting van de Geest. Die uitstorting van de Geest leidt tot genadegaven. Als er in het Oude Testament perioden waren dat er meer van de Geest was, gingen ook de genadegaven functioneren. De genadegaven waren er dus ook al vanaf oude tijden.

Toen de apostelen in de praktijk de Geest zagen werken, gingen ze er ook over nadenken welke woorden ze er aan moesten geven. De apostelen Lucas, Paulus en Petrus laten door die woorden zien wat ze ervan begrepen hebben. Ze proberen overzicht en structuur te geven aan dingen die men in de praktijk zag gebeuren.

Als we de teksten van de brieven lezen, dan krijgen we een beeld van wat er toen in gemeenten aan geestelijke dingen gebeurden. En dat was heel wat.

De genadegaven, we kunnen ze ook geestelijke gaven noemen, krijgen we door de Geest van de HEER, het is allemaal genade wat we ontvangen. We krijgen de gaven van de HEER maar wij hebben zelf ook de verantwoordelijkheid om ons open te stellen om deze gaven te ontvangen en ze te gebruiken.

We komen in de teksten van de Bijbel allerlei mooie Griekse woorden tegen die wij ook kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld de charismata als meervoud van het woord charisma dat een concrete uiting van genade betekent, pneumatika, geestelijke … (dingen,mensen), diakonia, bedieningen, diensten, ministry en energemata, werkingen waardoor er wonderen zijn.

Van de Geest kunnen we nog meer verwachten, zoals de vrucht van de Geest. Het Griekse woord daarvan is karpos. Daar is een aparte studie over. De genadegaven zijn er vooral op gericht om de omgeving te dienen. Van de vrucht van de Geest geniet jezelf in de eerste plaats het meest en daarna natuurlijk ook je omgeving.

De drie rijtjes van de apostel Paulus

De apostel Paulus geeft op drie plekken in zijn brieven een rijtje genadegaven. Die komen als eerste in deze studie aan bod. Er is een rijtje genadegaven in de brief aan de Romeinen en in de brief aan de Korintiërs en een rijtje bedieningen in de brief aan de Efeziërs. Ik noem hier in de tekst de Griekse woorden tussen haakjes en een opsomming tussen aakjes.

Romeinen 12:6-8. We hebben verschillende gaven (charismata), onderscheiden naar de genade (charis) die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren (1), moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. Wie de gave heeft bijstand (diakonia) te verlenen (2), moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen (3), moet onderwijzen. Wie de gave heeft te troosten (4), moet troosten. Wie iets weggeeft (5), moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft (6), moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig voor een ander is (7), moet daarin blijmoedig zijn.

Hier worden in totaal zeven soorten genadegaven genoemd. In onderstaand deel van de brief aan de Korintiërs staan er negen. Deels andere soorten gaven en Paulus maakt nog een verdeling in de soorten gaven.

1 Korintiërs 12: 1 Broeders en zusters, over de gaven van de Geest wil ik u het volgende zeggen. 2 Zoals u weet was u in de tijd dat u nog heidenen was volledig in de ban van goden die taal noch teken geven. 3 Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan ooit door toedoen van de Geest van God zeggen: ‘Vervloekt is Jezus,’ en niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de heilige Geest. 4 Er zijn verschillende gaven (charismata), maar er is één Geest; 5 er zijn verschillende dienende taken (diakonia), maar er is één Heer; 6 er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, (energemata) maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. 7 In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente. 8 Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van wijsheid (1) geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen van kennis; (2) 9 de een ontvangt van de Geest een groot geloof (3), de ander de gave om te genezen (4). 10 En weer anderen de kracht om wonderen (5)te verrichten, om te profeteren (6), om te onderscheiden (7) wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken (8) of om uit te leggen wat daar de betekenis van is (9). 11 Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals hij wil.

Paulus noemt in de brief aan de gemeente van Korintiërs drie soorten: genadegaven (vers 5), bedieningen (vers 6) en werkingen (vers7). De genadegaven lijkt mij het overkoepelende begrip, bedieningen en werkingen vallen daar ook onder. In deze studie gaat het om het overkoepelende begrip. Over allerlei specifieke genadegaven zijn aparte studies.

In de brief aan de Efeziërs somt Paulus een rijtje bedieningen op. Dit komt verder aan de orde in de studie bedieningen.
Efeziërs 4:11-12. En hij is het die apostelen (1) heeft aangesteld, en profeten (2), evangelieverkondigers (3), herders (4) en leraren (5), om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst (diakonia). Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd.

Er staan heel wat soorten genadegaven in de Bijbel. Voor een aantal daarvan zijn aparte studies.

Waarmee de Geest ons helpt.

Er worden vier verschillende woorden gebruikt in het Grieks voor de begrippen die wij de genadegaven of de gaven van de Geest noemen. En bij de vierde worden er drie verschillende zelfstandig naamwoorden en nog een werkwoord gebruikt.

In de tabel in de kolom Nummer zijn de nummers aangegeven van het Strong woordenboek en van de Studiebijbel van het Centrum van Bijbelonderzoek. In de kolom  opmerkingen wordt de betekenis van het woord gegeven, het aantal keer dat het woord voorkomt en een overzicht van de woorden waarmee de vertaling van de King James Version vertaalt. 

Hieronder staan de verschillende woorden die de evangelie schrijvers en de apostelen gebruiken in hun brieven.

GrieksSoort
woord
Woord
nummer
Opmerkingen:
1.χάρις
charis
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G5485
SB4803
Genade.
Het woord komt 156
keer voor in 147 verzen.
KJV: grace (130x),
favour (6x), thanks (4x),
thank (4x), thank (with
G2192) (3x), pleasure
(2x), miscellaneous (7x).
2.χάρισμα
charisma
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G5486
SB4804
Concrete uiting van genade, een gunst.
Het woord komt 17 keer
in 17 verzen.
KJV: gift (15x), free gift (2x).
3.πνευματικός
pneumatikos
Bijvoeglijk
naamwoord
G4152
SB3619
Geestelijke (dingen).
Het woord komt 26 keer
voor in 21 verzen.
KJV: spiritual (26x).
Een paar keer komt dit
woord voor in combinatie
met gaven.
4.δωρεά 
dōrea
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1431
SB1287
Geschenk.
Het woord komt 11 keer
voor in 11 verzen.
KJV: gift (11x)  
5.δωρέομαι
dōreomai
Werkwoord G1433
SB1289
Schenken.
Komt 3 keer in 3 teksten
voor. KJV: give (3x).
6.δώρημα
dōrēma
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G1434
SB1290
Dat geschonken wordt.
Komt 2 keer in 2 verzen
voor. KJV: gift (2x).
7.δῶρον
dōron
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G1435
SB1291
Geschenk, meestal
materieel.
Komt 19 keer voor in 17
verzen.
KJV: gift (18x).
Slechts eenmaal als
geschenk van God.

Hieronder voor ieder van deze vier woorden een apart hoofdstuk. Totaal gaat het om meer dan vijftig verzen in het Nieuwe Testament waar over genadegaven in het algemeen wordt gesproken.

Charis genade of gunst (1)

Het woord genade heeft voor ons misschien meer de betekenis dat we de straf niet hoeven te ondergaan. In de Bijbel is de betekenis voor het woord genade vooral dat je iets ontvangt waar je geen recht op hebt. Het is een geschenk. Voor jezelf en om anderen te helpen.

In de Engelse taal heb je de woorden mercy en grace. Mercy als je niet de straf hoeft te ondergaan. Grace als je een onverdiend geschenk ontvangt. Dit woord ‘charis’ vertaalt men in het Engels met grace.

De genade, dat je geen straf hoeft te ondergaan zijn andere Griekse woorden, namelijk ἔλεος (eleos) G1656 of het werkwoord ἐλεέω (eleeō) G1653 die totaal in 55 verzen voorkomen. Deze woorden worden in de KJV altijd vertaald met mercy. In het Nederlands in: Mat 9:13, 12:7 en 23:23 is dat met het woord barmhartigheid vertaalt. (Ik heb overigens alleen deze drie teksten bekeken.)

Wel apart is dat in de brief aan de Romeinen toch wel 21 keer het woord charis gebruikt en dan meestal gerelateerd aan de wet en aan overtredingen. De wet is er niet alleen om de straf te bepalen maar is ook een bron van genade.

Van de lijst van 147 verzen in de Bijbel waar het woord ‘charis’ in voorkomt zijn er zo’n dertig waar het om genadegaven gaat. Hieronder staan ze allemaal.

In de tekst is het originele woord charis opgenomen en tussen haakjes het woord dat in de vertaling staat. In de meeste teksten is ook iets genoemd over de specifieke gave, die is of wordt gegeven.

Lukas 2:40. Het ​kind​ (Jezus) groeide op, werd sterk en was begiftigd met wijsheid; Gods charis (genade)​ rustte op hem.

Handelingen 6:8. Stefanus​ verrichtte dankzij Gods ​charis (genade)​ en kracht grote wonderen en tekenen onder het volk.

Handelingen 7:10. .. en verloste hem (Jozef) uit al zijn verdrukkingen, en Hij gaf hem charis (​genade)​ en wijsheid tegenover de ​farao, de ​koning van Egypte; en die stelde hem aan als bestuurder over Egypte en over heel zijn huis. [HSV]

Handelingen 11:23. En toen hij daar gekomen was en de charis (genade) van God zag, werd hij verblijd en spoorde hij hen allen aan om met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven. [HSV. Wat Paulus zag denk ik waren de genadegaven, die functioneerden. Wat zou er anders te zien zijn?]

Handelingen 14:3. Paulus en Barnabas bleven geruime tijd in de stad en spraken vrijmoedig over Gods woord, vol vertrouwen in de Heer, die de verkondiging van zijn charis (genade) kracht bijzette door hen tekenen en wonderen te laten verrichten.

Handelingen 18:27. Toen hij naar Achaje wilde afreizen, moedigden de leerlingen hem aan en gaven hem een brief mee voor de gemeenteleden met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods charis (genade) een grote steun te zijn voor de gelovigen [ik neem aan dat die steun er was door de genadegaven van Paulus]

Handelingen 20:32. Nu vertrouw ik u toe aan God en aan het evangelie van zijn charis (genade), dat onze gemeenschap kan opbouwen en dat het beloofde erfdeel zal schenken aan allen die hem toebehoren. [hier kan het ook niet anders gaan dan over de genadegaven]

Romeinen 1:5. Hij heeft mij de charis (genade) geschonken apostel te zijn, opdat ik omwille van hem aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen –

1 Korintiërs 3:10. Overeenkomstig de taak die God mij uit charis (genade) heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe hij bouwt.

1 Korintiërs 15:10. Alleen dankzij zijn charis (genade) ben ik wat ik ben. En zijn charis (genade) is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods charis (genade).

2 Korintiërs 1:12. Hierop kunnen wij ons laten voorstaan: ons geweten kan getuigen dat we ons overal in deze wereld, en vooral bij u, hebben laten leiden door de oprechtheid en zuiverheid die God van ons verlangt, dat we niet werden geleid door de wijsheid van deze wereld, maar door Gods charis (genade).

2 Korintiërs 9:8. God heeft de macht u te overstelpen met al zijn charis (gaven), zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk.

2 Korintiërs 4:15. Want dit alles gebeurt ter wille van u, opdat de charis (genade), die meer en meer is toegenomen, door de dankzegging van velen overvloedig wordt tot verheerlijking van God. [HSV. Genade die toeneemt, dat kunnen alleen de genadegaven zijn lijkt me]

2 Korintiërs 6:1. En als medearbeiders van God roepen wij u er ook toe op de charis (genade) van God niet tevergeefs ontvangen te hebben. [HSV. Arbeiden kun je met genadegaven]

2 Korintiërs 8:1. Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods charis (genade) tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië.

Efeziërs 3:2. … als u tenminste gehoord hebt van de uitdeling van de charis (genade) van God die aan mij gegeven is ten behoeve van u. [HSV]

Efeziërs 3:7. Van dat evangelie ben ik een dienaar geworden door de gave van Gods charis (genade), die ik ontvangen heb door zijn kracht die in mij werkt.

Efeziërs 3:8. Mij, de allerminste van alle heiligen, is de charis (genade) geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen.

Efeziërs 4:7. Aan ieder van ons is charis (genade) geschonken naar de maat waarmee Christus geeft.

Kolossenzen 3:16. Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol charis (genade) ingeeft.

1 Timoteüs 4:14. Veronachtzaam de charis (genade) die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken.

2 Timoteüs 1:9. Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat hij daartoe uit genade besloten had. Deze charis (genade) was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus [het gaat hier een bediening als genadegave]

Hebreeën 12:28. Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de charis (genade) vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. [HSV]

Hebreeën 13:9. Laat u niet misleiden door allerlei vreemdsoortige leerstellingen; we doen er goed aan ons te laten sterken door charis (genade), niet door spijzen waar de aanhangers van die stellingen in het geheel geen baat bij hadden. [het gaat hier om iets wat ons opbouwt zoals de genadegave spreken in tongen bijvoorbeeld]

1 Petrus 1:13. Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de charis (genade) die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart.

1 Petrus 2:19. Het is een blijk van charis (genade) als iemand, doordat zijn aandacht op God gericht is, in staat is onverdiend leed te verdragen. [ook een genadegave het verdragen van onverdiend leed]

1 Petrus 3:7. U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de charis (genade) van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg.

1 Petrus 4:10. Laat ieder van u de charisma (gave) die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige charis (gaven) betaamt. [deze tekst koppelt charisma aan charis]

1 Petrus 5:5b. … want God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn charis (genade).

2 Petrus 3:18. … maar groei in de charis (genade) en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. Amen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De teksten uit de Bijbel verbinden charis met sterkte, wijsheid (Lukas), wonderen en tekenen (Handelingen 6) wijsheid om te besturen (Handelingen 7).

In de gemeente van Antiochië functioneerden al spoedig de genadegaven. Handelingen 11.

Paulus was door zijn genadegaven een grote steun. Handelingen 18. Een wijs bouwmeester kon hij zijn door de genadegaven. 1 Korintiërs 3.
De genadegaven bepaalden de identiteit van Jezus. 1 Korintiërs 15.

De genadegaven bouwden de gemeenschap op. Handelingen 20.

De bediening, die Paulus van God ontving was zelfs een hulp aan alle volken. Romeinen 1.

De genadegaven zijn een tegenhanger van de wijsheid van de wereld. De genadegaven kunnen toenemen. Paulus roept ons op om aan het werk te gaan met onze genadegaven. Die gaven brengen veel tot stand. De genadegaven zijn voor jezelf en om anderen te helpen, goed werk te doen. 2 Korintiërs.

Paulus was een dienaar geworden met zijn genadegaven. Zo had hij de bediening gekregen om het evangelie aan de volken te verkondigen. Zo krijgen wij ook onze bedieningen. Naar de maat waar Jezus ze ons geeft. Efeziërs.

In Kolossenzen wordt ook een rij met genadegaven gegeven. 

Veronachtzaam de genadegaven niet. We zijn geroepen tot heilige taken. Timoteüs.

Laten we met onze genadegaven God dienen. Laten we ons sterken door genadegaven en niet door rare leerstellingen. Hebreeën.

Als Jezus zich openbaart, is dat de tijd om genadegaven te ontvangen. Er is een speciale gave om onverdiend leed te dragen. Mannen let op, je vrouw deelt ook in de genadegaven. Je bent een beheerder van je genadegaven. God geeft de genadegaven vooral aan de nederigen. 1 Petrus.

Je kunt groeien in het functioneren van de genadegaven. 2 Petrus.

Charisma en Charismata (2)

Het woord charisma duidt op een concrete uiting van gunst, een gunstbewijs, een geschenk. Het meervoud in het Grieks is charismata. Mooi om te zien in welke gevallen de meervoudsvorm wordt gebruikt. Het is vooral een woord van de apostel Paulus.

Hieronder staan alle 17 teksten waar het woord in voorkomt.

Romeinen 1:10-11. En altijd vraag ik dan of God mij de gelegenheid wil geven eindelijk naar u toe te komen. Want ik verlang ernaar u te ontmoeten en u te laten delen in een charisma (geestelijke gave), om u te sterken.

In onderstaande tekst wordt gespeeld met de twee woorden charisma en doreo, dat geschenk betekent. Zie ook regel 4 uit de tabel.
Romeinen 5:15-16. Maar de charisma (​genade)​ gaat zijn ​overtreding​ (die van Adam) verre te boven. Door de ​overtreding​ van één mens moesten alle mensen sterven, maar de ​genade​ die God aan alle mensen dorea (schenkt) door die ene mens, ​Jezus​ ​Christus, is veel overvloediger. Dit dorea (geschenk) gaat het gevolg van de ​zonde​ van één mens verre te boven, want die ene ​overtreding​ heeft tot veroordeling geleid, maar de ​charisma genade​ die na talloze overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid.

Romeinen 6:23. Het loon van de ​zonde​ is de dood, maar het charisma (geschenk) van God is het eeuwige leven in ​Christus​ ​Jezus, onze ​Heer.

Romeinen 11:29. Want de charismata (genadegiften) en de roeping Gods zijn onberouwelijk. [SV. Ze worden niet teruggedraaid]

Romeinen 12:6-8, zie hierboven bij hoofdstuk 2.

1 Korintiërs 1:4-7. Ik dank mijn God altijd voor u, omdat hij u in ​Christus​ ​Jezus​ zijn ​genade​ heeft geschonken. Door hem bent u in elk opzicht rijk geworden. Alles wat u zegt en al uw kennis bewijst dat het getuigenis over ​Christus​ bij u verankerd is, en hierdoor ontbreekt het u terwijl u op de komst van onze ​Heer​ ​Jezus​ ​Christus​ wacht, aan geen enkele charisma (gave van de Geest).

1 Korintiërs 7:7. Ik zou liever zien dat alle mensen waren zoals ik, maar iedereen heeft van God zijn eigen charisma (gave) gekregen, de een deze, de ander die.

1 Korintiërs 12:4. Er is verscheidenheid in charismata (genadegaven). Vervolgens staan in 1 Korintiërs 12:8-10, zie tekst hierboven, de negen soorten gaven genoemd.

1 Korintiërs 12:28-30. God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, daarna charismata (genadegaven) van genezingen, vormen van hulpverlening, bestuurlijke gaven, allerlei talen. Zijn zij soms allen apostelen? Zijn zij soms allen profeten? Zijn zij soms allen leraars? Zijn zij soms allen krachten? Hebben zij soms allen charismata (genadegaven) van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers? Streef dus naar de beste charismata (genadegaven). En ik wijs u een weg die dit alles nog overtreft. [HSV]

Paulus dankt gemeenten en gemeenteleden voor de dankzegging aan God om Hem te danken voor de charisma die God aan Paulus en zijn medewerkers heeft gegeven.
2 Korintiërs 1:11. En ook u bent ons tot steun door voor ons te ​bidden. Zo klinkt uit talloze monden de dankzegging voor de charisma (​gunst)​ die hij ons bewezen heeft.

1 Timoteüs 4:14. Veronachtzaam de ​charisma (genade)​ die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken.

2 Timoteüs 1:6. Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de charisma (gave) die God je schonk toen ik je de handen oplegde.

1 Petrus 4:10. Laat ieder van u de charisma (gave) die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Paulus wil ons graag laten delen in de charismata. Romeinen 1.

De genadegaven gaan verder dan de straf op de overtredingen. Romeinen 5.

Een charisma zou je kunnen omschrijven als eeuwig leven. Romeinen 6.

Als je een genadegave krijgt is dat definitief. Romeinen 11.

Dit kunnen je genadegaven zijn volgens Romeinen 12: profeteren (1), bijstand te verlenen (2), onderwijzen (3), troosten (4), weggeven (5), leiding geven (6), barmhartig voor een ander zijn (7).

Het ontbrak bij de gemeente van Korinthe aan geen enkele gave. 1 Korintiërs 1.

Het niet getrouwd kunnen zijn is een charisma. 1 Korintiërs 7.

Er is heel wat diversiteit als het om genadegaven gaat. 1 Korintiërs 12.

Dit kunnen je genadegaven zijn volgens 1 Korintiërs 14: dienende taken, diakonia (1), uitingen van bijzondere kracht, energemata (2), verkondigen van wijsheid (3), overdragen van kennis (4) een groot geloof (5), de gave om te genezen (6), kracht om wonderen te verrichten (7), profeteren (8), om te onderscheiden (9) om in klanktaal te spreken (10) of om uit te leggen wat daar de betekenis van is (11).

Het is ook goed om God te danken voor de genadegaven, die Hij ons heeft gegeven. 2 Korintiërs.

De genadegaven moet je niet veronachtzamen, maar je moet het vuur brandend houden en de genadegaven gebruiken. Timoteüs en Petrus.

Pneumatika geestelijke dingen (3)

Het bijvoeglijk naamwoord pneumatikos betekent geestelijk, van de geest, bij de Geest van God behorend. Waren charis en charisma al veel omvattende begrippen, dit begrip is nog meer omvattend.

Er is één tekst waarin het woord wordt gebruikt in combinatie met charisma.
Romeinen 1:10-11. En altijd vraag ik dan of God mij de gelegenheid wil geven eindelijk naar u toe te komen. Want ik verlang ernaar u te ontmoeten en u te laten delen in een charisma pneumatikon (geestelijke gave), om u te sterken.

Het woord wordt niet alleen bijvoeglijk maar ook zelfstandig gebruikt. We kunnen dus ook spreken van de pneumatika.

Van de 21 teksten met het woord pneumatika is het verder nog vier keer in verband met geestelijke gaven. Hier staan ze.

Romeinen 15:27. Want het heeft hun zo goed gedacht; ook zijn zij hun schuldenaars; want indien de heidenen hun pneumatikois (geestelijke goederen) deelachtig zijn geworden, zo zijn zij ook schuldig hen van lichamelijke goederen te dienen. [SV]

1 Korintiërs 9:11. Als wij pneumatika (geestelijke zaken) onder u hebben ​gezaaid, is het dan te veel gevraagd dat we materiële zaken van u oogsten?

1 Korintiërs 12:1. En van de pneumatikon (geestelijke gaven), broeders, wil ik niet, dat gij onwetende zijt. [SV]

1 Korintiërs 14:1. Jaagt de ​liefde​ na, en ijvert naar de pneumatika (geestelijke gaven), maar meest, dat gij moogt profeteren. [SV]

Kolossenzen 1:9. Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te ​bidden​ en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht. [HSV]

Hieronder de tekst met geestelijke zegeningen.
Efeziërs 1:3. Gezegend zij de God en Vader van onze ​Heer​ ​Jezus​ ​Christus, die ons in de hemelsferen, in ​Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.

Andere verbindingen van dit woord zijn met de wet, die blijkbaar ook geestelijk is (Romeinen 7:14) of met voedsel of drank oftewel geestelijk voedsel of geestelijke drank (1 Korintiërs 10: 3 en 4). Ook een geestelijk lichaam wordt genoemd (1 Korintiërs 15:44-46). Of geestelijke liederen (Efeziërs 5:17, Kolossenzen 3:16). En zelfs boze geestelijke dingen (Efeziërs 6:12).

En enkele keer blijkt uit het tekstverband dat het om geestelijke mensen, zeg maar geestelijken gaat of over mensen, die geestelijk zijn (1 Korintiërs 3:1 en 14:37, Galaten 6:1). Of over een geestelijk huis en geestelijke offers (2 Petrus 2:5).

En dan nog een tekst, die belangrijk lijkt, maar die ik niet begrijp.
1 Korintiërs 2:13-15. Welke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden, die de ​Heilige​ Geest​ leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende. Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die van de ​Geest van God​ zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden. Doch de geestelijke mens onderscheidt wel alle dingen, maar hijzelf wordt door niemand onderscheiden. [SV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Paulus wil ons laten delen in de geestelijke gaven. Romeinen 1.

Als je geestelijke gaven hebt ontvangen ergens, dan is het goed om hen ook materieel te steunen. Romeinen 15. 1 Korintiërs 9.

Paulus wil graag onderwijs geven over de pneumatika. 1 Korintiërs 12. En hij roept ons op om die na te jagen. 1 Korintiërs 14.

Geestelijke zegeningen, dat zal ook wel de genadegaven omvatten. Daarmee heeft God ons gezegend. Efeziërs 1.

Het spreken in de Geest leidt tot bijzondere dingen. 1 Korintiërs 2.

Er wordt ook een specifieke gave genoemd: geestelijk inzicht. Kolossenzen.

Dōrea geschenk (4)

Het geschenk van God. Dat is vooral dat de Heilige Geest in ons wil wonen. En die Heilige Geest werkt allerlei zaken uit. Dit zijn de elf teksten, waar het woord dorea in voorkomt.

Johannes 4:10. Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’

Handelingen 2:38. Petrus antwoordde: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden.

Handelingen 8:20. Maar Petrus zei tegen hem: ‘U zult in het verderf worden gestort, u met uw geld, omdat u denkt te kunnen kopen wat God geschonken heeft.
Handelingen 10:45. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen.
Handelingen 11:17. Als God hun wegens hun geloof in de Heer Jezus Christus hetzelfde geschenk wilde geven als ons, hoe had ik hem daar dan van kunnen weerhouden?’

Romeinen 5:15-16. Maar de genade gaat zijn overtreding verre te boven. Door de overtreding van één mens moesten alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens, Jezus Christus, is veel overvloediger. Dit geschenk (dorema, zie 7) gaat het gevolg van de ​zonde​ van één mens verre te boven, want die ene ​overtreding​ heeft tot veroordeling geleid, maar de ​genade​ die na talloze overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid.
Romeinen 5:17. Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus.[HSV]

2 Korintiërs 9:15. Laten we God danken voor zijn onbeschrijfelijk geschenk. [het gaat hier om de goedheid van God met al zijn gaven, zie vers 8]

Efeziërs 3:7. Van dat evangelie ben ik een dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht die in mij werkt.
Efeziërs 4:7. Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft.

Hebreeën 6:4-6. Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de heilige Geest, wie het weldadig woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de ​Zoon van God​ opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Jezus zei al: het is mogelijk om levend water te ontvangen. Johannes 4.

Dit is de manier om de heilige Geest als geschenk te ontvangen. Keer je af van je huidige leven, doop je onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor je zonden. Handelingen 2:38

Gods geschenk is niet “te koop”, je kunt het alleen door geloof ontvangen. En het is ook voor de gelovigen uit de volken. Handelingen.

Gods genade is een geschenk. Efeziërs 3. Jezus bepaalt de maat waarin we die krijgen. Efeziërs 4.

De genade ontvangen we door Jezus. Hij is de oorzaak, de reden, Hij heeft ervoor gezorgd, dat wij die genade ontvangen. Romeinen 15:15

Gave van de gerechtigheid in het Grieks δωρεᾶς τῆς δικαιοσύνης  dōreas tēs dikaiosynēs. Dat is dat we rechtvaardig voor God staan. Er is geen aanklacht meer, die ons kan treffen. Romeinen 5:17.

Laten we God danken voor zijn geschenk(en). 2 Korintiërs.

Wie ooit van de gave van de Heilige Geest heeft geproefd, maar afvallig is geworden, kan niet meer worden bekeerd. Hebreeën.

Andere woorden rond Dorea (4)

δωρέομαι dōreomai schenken (regel 5 uit de tabel)
Twee teksten over wat ons geschonken wordt.

1 Petrus 1:3-4. Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd. Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent.

δώρημα dōrēma (regel 6 uit de tabel)
Dit woord komt twee keer voor. In Romeinen 5:16, deze tekst is opgenomen bij punt 4.

En verder in de brief van Jakobus.
Jakobus 1:17. … elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen.

δῶρον  dōron geschenk (regel 7 uit de tabel)
Dit woord komt 18 keer voor, slechts eenmaal als geschenk van God. De andere keren als een geschenk van mensen aan God of aan andere mensen. Dit is die ene tekst als geschenk van God.

Efeziërs 2:8. Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God

Wat kunnen we leren van de teksten, die bij de punten 5 t/m 7 zijn genoemd?

De geschenken ontvangen we door Gods kracht. Ze zijn voor een breed palet van ons leven. Ze zijn groots en kostbaar. 1 Petrus.

Het geschenk is veel groter dan de straf die in de mensheid kwam door de zonde. Romeinen 5:16.

Volmaakte geschenken komen van boven. Jakobus.

Het geschenk van God leidt tot redding. Redding is voor je leven, als eerste voor je huidige leven. Geschenken zijn er om te ontvangen. Efeziërs. Zie onderwerp ontvangen.

Jezus en de genadegaven

Wat de apostel Paulus aan gaven, bedieningen en werkingen beschrijft was ook te zien in het leven van Jezus. Je ziet de geestelijke gaven bij Jezus functioneren. De Heer weet dingen, die je niet kunt weten. Een woord van kennis. De Heer heeft bijzonder inzicht: woord van wijsheid. De Heer heeft kracht om te genezen. De Heer doet wonderen.

Deze gaven bij Jezus werken veel uit. Woorden van Jezus in geloof geuit, leiden tot veranderingen. Het opleggen van handen in geloof, leidt tot verandering. Profetische handelingen van Jezus leiden tot verandering. Een bevel voor het stillen van de stormwind leidt tot verandering.

Wat Jezus doet heeft een mooi gevolg. Het weer komt weer in normale proporties. Er komt licht in plaats van duisternis. Mensen worden gevoed. Mensen worden genezen.

De gaven in het Oude Testament.

Wat de apostel Paulus aan gaven, bedieningen en werkingen beschrijft en die ook in het leven van Jezus zijn te zien, die komen ook al voor in het Oude Verbond bij het volk Israël.

Gaven, bedieningen en werkingen zijn van alle tijden. Ze horen bij de schepping zou je kunnen zeggen. In de tijd van Jezus en daarna zijn ze meer zichtbaar geworden de eeuwen er na. De eeuwen daarna weer minder. Nu komen ze weer naar voren.

Als je zegt dat de gaven van de Geest niet voor deze tijd zijn, waarom verhaalt de Bijbel er dan wel van? Zelfs vanaf het begin van de mensheid? Dat gaven niet voor deze tijd zijn, dat wordt wel aangeduid met het begrip cessasionisme. Het cessasionisme is een overtuiging, die in tegenspraak is met de Bijbel en de praktijk.

Hier enkele voorbeelden van gaven, die in het Oude Testament ook al voor kwamen.
– Gave van wijsheid. Daar stond koning Salomo zelfs om bekend. En wij zijn er getuige van via de boeken Spreuken, Prediker en Hooglied.
– Gave van geloof komen we diverse keren tegen. Noach, die de ark ging bouwen. Abraham die op pad ging. Meer voorbeelden staan in Hebreeën 11.
– Gave van dromen en uitlegging van dromen. Diverse voorbeelden bij Jacob, Jozef en Daniël.
– Gave van ‘navi’  het Hebreeuwse woord, dat profeteren zou kunnen betekenen, maar dat zoals het beschreven is van de 70 oudsten op de berg Horeb en bij koning Saul meer lijkt om spreken in tongen.
– Gave van genezing bij Elia en Elisa.
– Gave van het doen van wonderen. Diverse wonderen door Mozes tijdens de uittocht in de woestijn zoals. Zomaar twee voorbeelden uit Exodus.
Exodus 14:16. En gij, hef uw staf op en strek uw hand uit over de zee en splijt haar; dan zullen de Israëlieten midden door de zee kunnen gaan op het droge. [NBG]
Exodus 15:25. En hij riep luide tot de Here, en de Here wees hem een stuk hout; hij wierp het in het water; toen werd het water zoet. [NBG]

– Gave van onderscheid. Elia, die doorzag dat zijn knecht Gehazi loog op zijn vraag over zijn contact met Naäman.
– Gave om doden op te wekken, zie bij Elia.
– Gave van het profeteren. Hier staan honderden voorbeelden van in het Oude Testament. Zie o.a. de profetenboeken.

Er zijn vier profeten namelijk Jesaja, Ezechiël, Joel en Zacharia die profeteerden over een bijzondere uitstorting van de Geest in de laatste dagen. De profeet Joël geeft daarbij ook het functioneren van de genadegaven aan.
Joël 3:1-2. Daarna zal zich dit voltrekken: Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft. Jullie zonen en dochters zullen profeteren, oude mensen zullen dromen dromen, en jongeren zullen visioenen zien; zelfs over slaven en slavinnen zal ik in die tijd mijn geest uitgieten. [NBV, in andere vertalingen Joël 2:28-29]

Toen Petrus op de Pinksterdag dan ook zag dat joden en de vrienden van de joden uit vele landen vervuld werden met Gods Geest moest hij, als kenner van de profeten, vervuld met de Geest, aan deze tekst denken. Een tekst, die het meest van toepassing lijkt te zijn.

Het is mijn verwachting dat in het Oude Testament er ook een algemeen woord is dat ook voor de geestelijke gaven wordt gebruikt. Het zou het woord חֶסֶד checed kunnen zijn, Strong H2617, een woord dat 248 keer voorkomt in 241 verzen.

Boeken over de gaven.

Voor deze studie is de Bijbel en hulpmiddelen voor studie van de Bijbel gebruikt. Het is merkwaardig genoeg, niet een onderwerp waar veel boeken over zijn geschreven.

Als je een boek wil lezen over dit onderwerp, dan zijn de volgende drie boeken aan te bevelen.

Van Robbert Morris `De God, die ik niet kende` met als ondertitel `Vriendschap ontwikkelen met de Heilige Geest´. Het eerste deel van het boek gaat over de Heilige Geest,het tweede deel over de gaven. Uitgegeven in 2014,249 bladzijden Het is een schrijver uit de Evangelisch Charismatische hoek.

Van ds. M.M. van Campen “De Gereedschapskist van de Heilige Geest”. Een mooi introductie van dit onderwerp voor mensen uit de kerken. Het gaat vooral en bijna alleen over het rijtje van 1 Korintiërs 12.

En verder van Sam Storms het boek met titel ´God in ons midden´ en ondertitel ´de Gaven van de Geest in de praktijk´. Uitgegeven in 2017, 315 bladzijden. Goed te lezen na het boek van van Campen.

Voor dit onderwerp heb ik verder nog gelezen:
Boek van Willem Ouweneel met titel de Geest van God, uitgegeven in 2007, heeft hoofdstuk 12 met als titel De gaven van de Heiligen Geest, 29 bladzijden. Heel geschikt om ter aanvulling te lezen.

Boek van Siegfried Grossman met titel Genadegaven in evenwicht, uitgave 1980, 173 bladzijden, vind ik een goed boek voor als je veel over dit onderwerp wil weten. Het helpt ook om fout omgaan met de gaven te vermijden.
Boek onder redactie van Doornebal en Siebesma met de titel Gaven van de Gemeente en subtitel Over het werk en de gaven van de Heilige Geest. Met ook schrijvers als M.J. Paul, A. Romkes en J. Hoek.

De kerk in Willow Creek is met de gaven bezig geweest. Er is een brochure van Bruce Bugbee van Willow Creek: The Right People in the Right Places for the Right Reasons.

Boek van Christian Schwarz met titel De 3 kleuren van jouw gaven met een test om meer inzicht in de kleur van je gaven te krijgen. Er is een ander boek met een gaventest.

Hoe je deze studie kunt geven

Deze studie genadegaven kun je starten met 1 Korintiërs 12:1-11 te lezen en een korte toelichting daar aan toe te voegen.

Dan het begrip genade uitleggen. In de kerk is genade vooral vrijspraak van de straf op onze zonde. De tweede betekenis is bij ons weinig bekend. En dat is dat je iets krijgt, wat je niet verdient. In het Engels heb je de woorden mercy en grace. In het Grieks heb je ook twee woorden. Het Griekse woord wat de engelsen vertalen met grace is charis. Zie ook votum en groet in de kerk. De groet is: genade en vrede van God onze Vader. Er wordt bedoeld we krijgen iets moois. Zomaar omdat God van ons houdt.

In het NT komt 156 keer het woord charis, is genade, voor. Soms zie je de genadegaven daar doorheen schemeren: kennis, kracht en wijsheid.

Paulus noemt het woord charisma in zijn brieven. Het is een concrete uiting van genade. Het meervoud in het Grieks charismata. Dat is een woord wat wel eens in de kerk klinkt.

Het is goed om duidelijk te maken, dat de gaven zowel voor jezelf zijn, als tot opbouw van anderen.

Terug naar 1 Korintiërs 12. Negen gaven noemt Paulus. Op andere plaatsen nog andere gaven.

Kijk even of de groep in staat is nog meer te ontvangen. Ook vertellen over pneumatika, diakonia en energemata? Pneumatika, de geestelijke dingen of goederen. Diakonia. Paulus noemt zijn bediening, die vooral geestelijk was, een diakonia. Energemata zijn werken en wonderen.

Bij Jezus functioneerden die gaven ook al. En In het Oude Testament functioneerden die gaven ook al. Geef enkele voorbeelden. Deze informatie gaat helpen om het onderwerp te accepteren. Ze hoorden van begin af aan bij het geloof.

Tenslotte aandacht voor: Hoe kun je de gaven ontvangen? Hoe kun je zien dat je ze ontvangen hebt?

Al die dingen die we hier noemden zijn een deel van het geschenk van God, de Heilige Geest. Goed om af te sluiten met dank aan onze vrijgevige en warme Vader in de hemel.

Geeft ook informatie over de praktijk.
1. Een goede start is om onder handoplegging de vervulling met de Geest, je kunt ook zeggen de doop in de Geest te ontvangen. Daar weer aan vooraf: bekeren, dopen, vergeving van zonden ontvangen. In Handelingen 2 geeft de apostel Petrus deze weg aan.

 2. De gaven zijn voor jezelf en voor anderen. Dat loopt wel door elkaar heen. Als je bijvoorbeeld spreekt in tongen in jezelf of hardop, dan bouwt dat je op, zodat je andere mensen beter kunt helpen. Als je genezing uitspreekt over iemand. Dat kan je merken dat de Geest door je heen werkt. Het is voor een ander, maar het bouwt ook jezelf op.

3. De gaven voor anderen gaan meestal pas functioneren als je ze nodig hebt. Bijvoorbeeld je ontmoet een zieke. Je bidt voor hem of haar. Vermijd niet dat je zieken ontmoet, maar zoek eerder de mogelijkheden op en ga aan de slag. Uitstappen noemen ze dat in de evangelische wereld.

4. De gaven laten functioneren is een groei en leerproces. Geef de ontwikkeling de tijd. Maar soms gaat het ineens snel als je op een cursus of conferentie of iets dergelijks bent of bent geweest.

5. De Geest geeft ze, die gaven. Wij zijn afhankelijk. Maar de Geest stelt ons niet teleur. Als we Hem nodig hebben, is hij er ook.

De praktijk
Je kunt de deelnemers aan de bijeenkomst vragen om onder handoplegging de doop in de Geest te ontvangen. Je kunt dan de Heer vragen om de ontvangst van genadegaven.

Laat de mensen eerst bidden. Wat zijn de gaven, die bij jou aansluiten? En welke gave zou je graag ontvangen?

Mooi als ze na de handoplegging gelijk in de praktijk bezig kunnen zijn. Dat gaat sowieso met spreken of zingen in tongen. Maar misschien is er iemand ziek. Of misschien is er wijsheid en inzicht nodig. Of laat spontaan de Heer je iets zien door luisterend te bidden, waardoor een ander wordt bemoedigd.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.