We kunnen met God spreken over alles wat wij als mensen meemaken en wat ons bezig houdt.
Naast dit soort bidden wat je spontaan bidden kunt noemen kun je ook bidden met een vaste tekst. Het gebed ‘Onze Vader’ is daar een bekend voorbeeld van.
Je kunt ook bidden met een bepaald doel. Voor iets voor jezelf of voor iets voor anderen. Dat laatste wordt wel voorbede genoemd.
Deze studie laat zien wat er in teksten van de Bijbel staat waar de woorden voorkomen, die je met bidden kunt vertalen. De geciteerde teksten komen uit de NBV vertaling, tenzij een andere vertaling is aangegeven.
Studievragen
Wat zegt de Bijbel over wat bidden is, waarvoor je kunt bidden en hoe je gebed kunt leiden tot meer verhoringen.
Joodse mensen bidden vooral gebeden met een vaste tekst. Hoe zagen de gebeden er uit bij Jezus en de eerste christengemeenten?
In veel kerken en christelijke gemeenten is er voorbede. Het is een vorm van tussenbeide komen tussen God en de mens waarvoor we bidden. Waar en hoe komen we dat tegen in de Bijbel?
Als je de antwoorden op deze vragen wil lezen kijk dan direct bij het hoofdstuk Lessen.
Oude Testament
Er zijn twee werkwoorden in het Hebreeuws, die bidden of voorbede doen kunnen betekenen, namelijk palal en paga.
Palal bidden
Hier de gegevens van het woord palal dat in het Oude Testament voorkomt.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | פָּלַל pālal | Werkwoord | H6419 | Bidden Komt 84 keer voor in 82 verzen KJV: pray (74x), made (3x), judge (2x), intreat (1x), judgment (1x), prayer (1x), supplication (1x), thought (1x) |
Selectie: het woord palal komt voor in 82 verzen. Omdat een overzicht te geven van de betekenis van dit woord zijn alleen de teksten die in de Torah en in het boek van de Psalmen voorkomen geselecteerd, totaal 12 keer.
Genesis 20:7. Maar geef haar nu terug aan haar man, want hij is een profeet en kan voor je bidden, en dan zul je in leven blijven. Maar geef je haar niet terug, weet dan dat je onherroepelijk zult sterven, jij en allen die bij je horen.’
Genesis 20:17. Toen bad Abraham tot God, en God genas Abimelech en zijn vrouw en bijvrouwen, zodat ze weer kinderen konden krijgen.
Genesis 48:11. ‘Ik had niet gedacht dat ik jou ooit nog zou terugzien,’ zei hij tegen Jozef, ‘maar God heeft mij zelfs je nakomelingen laten zien.’
Opmerking: hier staat in het Hebreeuws de werkwoordsvorm Piel dat intensiteit aangeeft. Jacob had hier eindeloos voor gebeden.
Numeri 11:1-2. Het volk begon de HEER zijn nood te klagen. Toen de HEER dat hoorde ontstak Hij in woede, en het vuur van de HEER laaide op en greep om zich heen aan de rand van het kamp. Het volk riep Mozes luid om hulp en Mozes bad tot de HEER. Toen doofde het vuur.
Numeri 21:7-8. Daarop ging het volk naar Mozes. ‘We hebben gezondigd,’ zeiden ze, ‘want we hebben de HEER en u verwijten gemaakt. Bid tot de HEER dat Hij ons van die slangen verlost.’ Mozes bad voor het volk, en de HEER zei tegen hem: ‘Laat een slang maken en bevestig die op een staak. Iedereen die gebeten is en daarnaar kijkt, blijft in leven.’
Deuteronomium 9:20. Ik heb toen in het bijzonder voor Aäron gebeden, want ook Hem wilde de HEER doden, zo groot was zijn woede.
Deuteronomium 9:26. En ik bad tot de HEER: ‘Ach HEER, mijn God, spaar toch het volk dat U toebehoort en dat U zelf in uw grootheid hebt gered en met sterke hand uit Egypte hebt weggeleid.
Psalm 5:2. Hoor mijn woorden, HEER, sla acht op mijn klagen.
Psalm 32:6. Laten uw getrouwen dus tot U bidden als zij in zichzelf een zonde vinden. Stormt dan een vloed van water aan, die zal hen niet bereiken.
Psalm 72:15. Leve de koning! Men zal hem goud van Seba schenken, zonder ophouden voor hem bidden, hem zegen toewensen, dag aan dag.
Psalm 106:30. Pinechas stond op en kwam tussenbeide, en de plaag werd bedwongen.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De meerderheid van de teksten gaan over God een gunst vragen voor iemand. Ze gaan uit van hun eigen verhouding tot God en pleiten voor een ander. De NBV21 vertaalt in Psalm 106:30 terecht met tussenbeide komen.
Van de 12 keer gaat het drie keer over voor jezelf bidden. Jacob dat hij Jozef weer zou zien. Genesis 48:11. In Psalm 5:2 ziet het er uit als voor jezelf bidden omdat je hulp van God nodig hebt, hier met klagen vertaald. In Psalm 32:6 gaat het om een zonde te belijden om te voorkomen dat er een ramp gebeurt.
Paga’ ontmoeten
Hier de gegevens van het woord paga’ dat in het Oude Testament voorkomt.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | פָּגַע pāḡa’ | Werkwoord | H6293 | In contact komen Komt 46 keer voor in 43 verzen KJV: fall (12x), meet (11x), reach (7x), intercession (4x), intreat (2x), entreat (1x), miscellaneous (9x). |
Selectie: hier is gekozen om de vier verzen te bekijken, die de KJV met ‘intercession’ vertaalt en ook nog één vers waar de KJV met ‘intercessor’ vertaalt. Het blijken drie verzen te zijn waarbij het werkwoord paga’ in de werkwoordsvorm Hiphel staat. De oorzakelijke vorm. In contact komen omdat er een oorzaak is waarvoor een oplossing nodig is.
<<Er is nog niet bekeken of daar waar de KJV niet met ‘intercession’ of ‘intercessor’ vertaalt er toch sprake is van werkwoordsvorm Hiphel>>
Het gaat hier om de lijdende knecht van de Heer.
Jesaja 53:12. Daarom zal Ik Hem veel toedelen, en machtigen zal Hij verdelen als buit, omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood, onder de overtreders is geteld, omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft
en voor de overtreders gebeden heeft. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met ‘en nam het voor de zondaars op’. Hoewel hier de link met het woord bidden mist is dat wel een goede uitleg.
Jesaja 59:16. Omdat Hij zag dat er niemand was, ontzette Hij Zich, want er was geen voorbidder. Daarom bracht Zijn arm Hem heil, en Zijn gerechtigheid, die ondersteunde Hem. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met ‘Hij was geschokt dat niet één mens ingreep’. Dit is wel een erg vrije vertaling. De hier gebruikte HSV maakt van het werkwoord paga’ een zelfstandig naamwoord: voorbidder. Dit in navolging van de KJV die hier ook met ‘intercessor’ vertaalt. Het gaat hier wel om iemand die opkomt voor het recht van God bij de mensen.
Jeremia 36:25. Hoewel Elnatan, Delaja en Gemarja er nog bij de koning op aandrongen de rol niet te verbranden, luisterde hij niet.
Opmerking: hier gaat het om tussen beide komen tussen mensen.
En dan zijn er nog twee teksten waarbij de KJV met intercession vertaalt maar waar het werkwoord in de gewone werkwoordsvorm Qal staat.
Jeremia 7:16. En jij, bid niet voor dit volk, kom niet langer met smeekbeden, dring niet bij Me aan, want Ik zal niet naar je luisteren.
Opmerking: hier vertaalt de KJV met ‘neither make intercession’.
Jeremia 27:18. Als ze echte profeten zijn en de woorden van de HEER spreken, laten ze dan de HEER van de hemelse machten ertoe bewegen dat Hij de kostbaarheden die nog in de tempel van de HEER, in het paleis van de koning en in Jeruzalem zijn overgebleven, niet in Babel laat terechtkomen.
Opmerking: de KJV vertaalt met ‘let them now make intercession to the LORD of hosts’
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De ultieme voorbidder is degenen waar het in Jesaja 53 over gaat. Hij die leed voor de zonden van anderen. Jesaja 53:12.
In Jesaja 59:16 wordt wel heel gemakkelijk vertaalt met voorbidder dat de indruk geeft dat het iemand is die tot God spreekt. Het moet juist iemand zijn die de mensen aanspreekt.
Het werkwoord paga’ wordt ook gebruikt om bij een ander mens een goed woordje te doen. Jeremia 36:25
Opmerkelijk is dat God een verbod geeft om voorbede te doen. Dat geeft wel aan dat God voorbede serieus neemt. Jesaja 59:16.
Profeten kunnen vanwege hun goede relatie met God ook goed voorbede doen. Jeremia 27:18
Bekende voorbeelden van voorbede
Er zijn diverse voorbeelden in de Bijbel van voorbede. Dit zijn twee voorbeelden die dikwijls door leraren over voorbede worden genoemd.
Mozes tijdens de strijd tegen Amalek.
Exodus 17:8-13. In Refidim werd Israël aangevallen door de Amalekieten. Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies een aantal mannen uit en trek met hen tegen Amalek ten strijde. Ikzelf zal morgen op de top van de heuvel gaan staan, met in mijn hand de staf van God.’ Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen en trok tegen Amalek ten strijde, en Mozes ging naar de top van de heuvel, samen met Aäron en Chur. Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste. Toen Mozes’ armen zwaar werden, legden Aäron en Chur een steen bij hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten. Zelf gingen ze aan weerszijden van hem staan, om zijn armen te ondersteunen. Daardoor konden zijn armen opgeheven blijven totdat de zon onderging. Zo versloeg Jozua het leger van Amalek tot de laatste man.
Ezechiël 13:1-6. De HEER richtte zich tot mij: ‘Mensenkind, klaag alle profeten van Israël aan die het nog wagen te profeteren; zeg tegen de profeten die op eigen gezag spreken: “Luister naar de woorden van de HEER! Dit zegt God, de HEER: Wee de verdwaasde profeten die hun eigen ingevingen volgen zonder iets te hebben gezien! Israël, je profeten zijn als jakhalzen die leven tussen de ruïnes. Ze zijn niet in de bres gesprongen voor hun volk, ze hebben er geen muur omheen gebouwd waardoor het op de dag van de HEER in de strijd zou kunnen standhouden. Hun visioenen zijn bedrieglijk, hun voorspellingen zijn vals. Ze zeggen: ‘Zo spreekt de HEER …’ – terwijl ze niet door de HEER gezonden zijn. En dan verwachten ze nog dat er iets van hun woorden bewaarheid wordt!
Wat kunnen we van deze voorbeelden leren?
De armen van Mozes die richting de hemel gaan zijn een mooi beeld van hoe voorbede kan worden gedaan.
Hoe doe je ‘in de bres staan’ voor je eigen volk? Op een goede manier profeten? Met al je kracht het profetenambt zoeken? Om dan anderen aan te spreken of andere daden te doen waardoor je volk weer rechtvaardig voor God wordt. Zodat daardoor het kwaad wordt afgewend?
Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament komen allerlei woorden voor die je met bidden kunt vertalen.
Deomai en deesis
Hier de gegevens van de Griekse woord deomai en deesis die in het Nieuwe Testament voorkomen en die met verzoeken, vragen, smeken en ‘bidden’ te maken hebben.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | δέομαι deomai | Werkwoord | G1189 SB1054 | Verzoeken, vragen Komt 22 keer voor in 22 verzen. KJV: pray (12x), beseech (9x), make request (1x). |
2 | δέησις deēsis | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G1162 SB1028 | Het bidden, gebed Komt 19 keer voor in 17 verzen KJV: prayer (12x), supplication (6x), request (1x) |
In vertalingen worden deze woorden meestal met bidden en gebed vertaald. Dat zijn inmiddels vooral woorden, die in de christelijke wereld worden gebruikt. Het gaat om ‘aan iemand’ iets verzoeken, vragen of smeken.
Je kunt dus ook zeggen ik zeg iets tegen God of ik vraag iets aan God. Ik ga even iets aan God vragen.
Ad 1 deomai.
Het woord deomai komt in 22 verzen voor. Hieronder alle 22 verzen.
Matteüs 9:38. Vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’
Opmerking: zelfde tekst in Lukas 10:2. De HSV vertaalt beide keren met bidden.
Lukas 5:12. In een van de steden waar Hij kwam, stond er plotseling een man voor Hem wiens hele huid was aangetast door een ziekte die onrein maakt. Toen hij Jezus zag, liet hij zich languit op de grond vallen en smeekte Hem om hulp met de woorden: ‘Heer, als U wilt, kunt U mij rein maken.’
Dit gaat over de ontmoeting van Jezus met de bezetene van Gardera.
Lukas 8:28. Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor Hem neer en riep luidkeels: ‘Wat heb ik met Jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek Je, doe me geen pijn!’
Lukas 8:38. De man bij wie de demonen waren weggegaan, vroeg Hem met aandrang bij Hem te mogen blijven. Maar Hij stuurde hem weg met de woorden: ‘Ga terug naar huis en vertel alles wat God voor u heeft gedaan.’ Hij ging weg en maakte overal in de stad bekend wat Jezus voor hem gedaan had.
Dit gaat over de jongen die steeds door een geest werd overmand.
Lukas 9:37-40. Toen ze de volgende dag de berg afdaalden, kwam een grote menigte Jezus tegemoet. Opeens begon een man in de menigte luid te roepen: ‘Meester, ik smeek U, help mijn zoon, want hij is mijn enige kind. Telkens weer neemt een geest bezit van hem, en dan begint hij opeens te schreeuwen en krijgt hij stuiptrekkingen en komt het schuim hem op de mond te staan. En de geest wil hem pas loslaten wanneer hij hem bont en blauw heeft geslagen. Ik heb uw leerlingen gesmeekt om hem uit te drijven, maar dat konden ze niet.
Opmerking: de HSV vertaalt in vers 38 met ‘ik bid u’ en in vers 40 met ‘gevraagd’. In dit vers is in deze vertaling duidelijk te zien dat we van hetzelfde Griekse woord twee woorden in de kerk zijn gaan hanteren.
Dit is een woord van Jezus over het onderwerp het eind van de tijd.
Lukas 21:36. Wees waakzaam en bid onophoudelijk dat je kracht ontvangt om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan en om voor de Mensenzoon te kunnen verschijnen.’
Dit zegt Jezus als zijn discipel Petrus een stoere uitspraak doet.
Lukas 22:31-32. Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven. Maar Ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken.’
Opmerking: hier is het Jezus die voorbede doet.
Dit is wat de nieuwe gemeente ging bidden toen Petrus en Johannes waren vrijgelaten en gingen vertellen wat de oudsten tot hen had gezegd.
Handelingen 4:24-31. En toen zij dat gehoord hadden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en zeiden: Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die erin zijn, en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde. Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen, om alles te doen wat Uw hand en Uw raadsbesluit van tevoren bepaald had dat er gebeuren zou. Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, doordat U Uw hand uitstrekt tot genezing en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus. En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid. [HSV]
Opmerking: een mooi voorbeeld gebed. Moedig, gedurfd. Opvallend is ook dat teksten uit het boek van de Psalmen onderdeel zijn van het gebed.
Dit gaat over Simon de tovenaar.
Handelingen 8:22-24. Bekeer u dan van deze slechtheid van u en bid God of deze gedachte van uw hart u misschien vergeven wordt. Want ik zie dat u zo bitter als gal bent en een kluwen ongerechtigheid. Maar Simon antwoordde en zei tegen hen: Bidt u voor mij tot de Heere, opdat mij niets overkomt van wat u gezegd hebt. [HSV]
Opmerking: opvallend is dat Petrus tegen hem zegt ‘bid God’ en dat Simon zelf vraag ‘bidt u voor mij’. <<wat betekent dit?>>
Dit gaat over de geschiedenis van de kamerheer die gedoopt zal worden.
Handelingen 8:34. En de kamerheer antwoordde Filippus en zei: Ik vraag u, over wie zegt de profeet dit? Over zichzelf of over iemand anders?
Handelingen 10:1-2. Een van de inwoners van Caesarea was een centurio van de Italiaanse cohort, die Cornelius heette. Hij was een vroom man die, samen met zijn huisgenoten, God vereerde. Hij gaf uit barmhartigheid veel geld aan het volk en bad veelvuldig tot God.
Handelingen 21:39. Paulus zei: ‘Ik ben een Jood uit Tarsus in Cilicië, burger van een niet onbelangrijke stad. Ik zou graag willen dat u me toestemming geeft om het volk toe te spreken.’
Handelingen 26:1-3. Agrippa zei tegen Paulus: ‘U mag uw zaak bepleiten.’ Paulus hief zijn hand op en verdedigde zich als volgt: ‘Ik prijs me gelukkig, koning Agrippa, dat ik me vandaag juist in uw bijzijn mag verdedigen tegen alle aanklachten die door de Joden tegen me zijn ingediend, vooral omdat u zo goed op de hoogte bent van al hun gebruiken en onderlinge geschillen; daarom verzoek ik u om welwillend naar me te luisteren.
Romeinen 1:10. Steeds weer vraag ik in mijn gebeden of mij, zo mogelijk, door de wil van God eens een goede gelegenheid geboden zal worden om naar u toe te komen. [HSV]
Opmerking: ‘vraag in mijn gebeden’, zie proseuche.
2 Korintiërs 5:20. Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij u dringend: laat u met God verzoenen.
2 Korintiërs 8:4. Uit eigen beweging hebben ze ons dringend verzocht mee te mogen doen aan de collecte om de heiligen in Jeruzalem te ondersteunen.
2 Korintiërs 10:1-2. Ik, Paulus, die me volgens zeggen zo bedeesd gedraag wanneer ik bij u ben en alleen uit de verte flink doe tegen u, ik doe een beroep op u in naam van de zachtmoedigheid en mildheid van Christus. Het ontbreekt mij allerminst aan zelfvertrouwen om, eenmaal bij u, streng te durven optreden tegen die paar mensen die denken dat we uit zwakheid handelen. Maar ik vraag u ervoor te zorgen dat dat niet nodig zal zijn.
Galaten 4:12. Broeders en zusters, ik smeek u, word zoals ik, want ik ben geworden zoals u. U hebt mij in geen enkel opzicht onrecht aangedaan.
1 Tessalonicenzen 3:10. Wij bidden dag en nacht met volle overgave dat we u weer zullen zien en kunnen aanvullen wat er nog aan uw geloof ontbreekt.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het vragen, verzoeken, noem het bidden komt voor van een mens aan een ander mens. Lukas 9:40. Jezus tot God voor een mens. Lukas 22:32. Van een mens aan een ander mens om God iets ter verzoeken. Handelingen 8:32.
Hoe vaak komt het voor dat een verzoek aan God tot een bovennatuurlijke verandering leidt? Het gebed van Jezus voor Petrus is beantwoord. Johannes
Paulus is inderdaad naar de gemeente van Rome gegaan. Romeinen 10:2.
Ad 2 deēsis
Het zelfstandig naamwoord deēsis komt voor in 17 verzen. Hieronder zijn ze allemaal geciteerd.
Lukas 1:13. Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen.
Lukas 2:3. … en ze was nu al vierentachtig jaar weduwe . Ze was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden.
Lukas 5:33. Ze zeiden tegen Hem: ‘De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de farizeeën doen, maar die van U eten en drinken maar.’
Romeinen 10:1. Broeders en zusters, ik wens uit de grond van mijn hart en bid tot God dat ze zullen worden gered
2 Korintiërs 1:11 En ook u bent ons tot steun door voor ons te bidden. Zo klinkt uit talloze monden de dankzegging voor de gunst die Hij ons bewezen heeft.
2 Korintiërs 9:14. In hun gebed voor u spreken ze hun verlangen naar u uit, omdat ze zien hoe overvloedig de genade is die God u heeft bewezen.
Efeziërs 6:18. Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen.
Filippenzen 1:3-4. Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk – in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap – vanwege uw gemeenschap aan het Evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. [HSV]
Filippenzen 1:18-19. Maar wat dan nog! Wat telt is dat Christus verkondigd wordt. Of het nu uit valse of oprechte motieven gebeurt – dát het gebeurt verheugt me. En mijn vreugde is blijvend, omdat ik weet dat dit alles door uw gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus tot mijn redding leidt.
Opmerking: wat zou de betekenis van deze tekst zijn? <<>>
Filippenzen 4:6. Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden.
1 Timoteüs 2:1. Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. [HSV]
1 Timoteüs 5:5. Een weduwe die helemaal alleen staat, houdt haar hoop op God gevestigd en blijft smeken en bidden, dag en nacht.
2 Timoteüs 1:3. Ik dank God, die ik net als mijn voorouders met een zuiver geweten dien, ik dank Hem telkens als ik je in mijn gebeden noem, elke dag en elke nacht.
Hebreeën 5:7. Christus heeft tijdens zijn leven op aarde onder tranen en met luide stem gesmeekt en gebeden tot Hem die Hem kon redden van de dood, en werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God.
Jakobus 5:16. Daarom: beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.
1 Petrus 3:12. Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen. [HSV]
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Bij deze teksten lijkt het te gaan om gebeden met een vaste tekst. Lukas 5:33.
Bij deze teksten gaat het in ieder geval om een persoonlijk gebed. Filippenzen 1:3-4. 2 Timoteüs 1:3.
Wanneer hoort God je gebeden? Als je een rechtvaardige ben.
Onderwerpen: danken. Filippenzen 4:6.
(Pros)euche en (pros)euchomai
Hier de gegevens van vier verwante Griekse woorden die met bidden te maken hebben.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | εὐχή euchē | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G2171 SB1978 | Belofte, gebed Komt 3 keer voor in 3 verzen. KJV: vow (2x), prayer (1x). |
2 | εὔχομαι euchomai | Werkwoord | G2172 SB1979 | Vragen, wensen Komt 7 keer voor in 7 verzen. KJV: wish (3x), pray (2x), can wish (1x), I would (1x). |
3 | ροσευχή proseuchē | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G4335 SB3793 | Wens, gebed voor .. Komt 37 keer voor in 37 verzen. KJV: prayer (36x), prayed earnestly (with G4336) (1x). |
4 | προσεύχομαι proseuchomai | Werkwoord | G4336 SB3794 | Wensen, bidden voor.. Komt 87 keer voor in 82 verzen. KJV: pray (83x), make prayer (3x), pray for (1x). |
Deze woorden geven ook aan de jezelf een bepaalde zwaarte aan het gebed toekent. Door een Nazireeër gelofte te doen bijvoorbeeld. Wellicht door echt de tijd te nemen bij het vragen om iets aan God wellicht aangevuld met vasten.
De toevoeging met het woord ‘pros’ dat ’toe’ of ’tot’ betekent maat de vraag of de wens concreet.
Selectie: alle teksten waar deze woorden zijn opgenomen zijn onderstaand geciteerd.
Ad 1 eucho eed, gebed
Dit zelfstandig naamwoord komt voor in drie teksten. Hieronder staan ze.
Handelingen 18:18. Nadat Paulus nog geruime tijd bij de leerlingen had doorgebracht, nam hij afscheid en vertrok per schip naar Syrië, samen met Priscilla en Aquila. Voor zijn vertrek had hij in Kenchreeën zijn hoofd laten kaalscheren, omdat hij aan een gelofte gebonden was.
Dit is onderdeel van een maatregel om het getuigenis van Paulus over de betrouwbaarheid van zijn onderwijs aan de Joden kracht bij te zetten.
Handelingen 21:23. Doe daarom wat wij je zeggen. Er zijn bij ons vier mannen die een gelofte hebben afgelegd.
Jakobus 5:15. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden.
Opmerking: zou worden bedoeld een gebed waar een gelofte aan verbonden is? Zou dat het gebed sterk maken? <<>>
Ad 2 euchomai bidden
Het werkwoord euchomai komt voor in even teksten. Hieronder staan ze.
Handelingen 26:29. Paulus zei: ‘Of het nu dadelijk is of niet, ik zou tot God willen bidden dat niet alleen u, maar allen die nu naar me luisteren net zo worden als ik, afgezien dan van deze boeien.’
Handelingen 27:29. Uit angst om op een klip te lopen, wierpen ze van de achtersteven vier ankers uit en baden dat het dag mocht worden.
Opmerking: hier werd gebeden voor mensen uit allerlei volken met allerlei godsdiensten.
Romeinen 9:3. Bijna zou ik bidden zelf vervloekt te worden en van Christus gescheiden te zijn, omwille van mijn volksgenoten, de broeders en zusters met wie ik mijn afkomst deel.
2 Korintiërs 13:7 en 9. Wij bidden God dat u het kwade nalaat, niet om te bewijzen dat wij geslaagd zijn, maar omdat u het goede moet doen, ook al zou het lijken alsof wij gefaald hebben. … Het zou ons werkelijk verheugen wanneer wij zwak kunnen zijn omdat u sterk bent; we bidden ervoor dat u zich zult beteren.
Jakobus 5:16. Daarom: beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.
3 Johannes 1:2. Geliefde, ik wens dat het u in alles goed gaat en dat u gezond bent, zoals het uw ziel goed gaat. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met ‘ik hoop’
Wat kunnen we van deze teksten leren?
In het laatste vers is euchomai met wensen vertaalt. Dat kun je ook met de andere verzen doen, zoals: ‘wensen dat de mensen werden zoals Paulus’, ‘wensen dat het dag mag worden’, ‘bijna zou ik wensen zelf vervloekt te worden’, ‘we wensen dat u het kwade nalaat’, ‘en wens dat het een ander goed gaat’.
Ad 3 proseuchē
Het zelfstandig naamwoord proseuchē komt 37 keer voor in 37 verzen, hieronder worden alle verzen geciteerd.
Matteüs 17:21. Maar dit soort gaat niet uit dan door bidden en vasten. [HSV]
Opmerking: deze tekst komt niet voor in de NBV21 omdat die een Griekse tekst gebruikt waarin deze tekst niet voorkomt.
Marcus 9:29. Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’
Opmerking: de bijna zelfde tekst in Matteüs 17:21 voegt er nog vasten aan toe.
Matteüs 21:13. … en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’
Opmerking: een huis van gebed is een plek om te wensen. te vragen en om geloften te doen. Zie de betekenissen van dit woord.
Marcus 11:17. Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’
Opmerking: zelfde tekst in Lukas 19:46
Matteüs 21:21-22. Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen, kun je niet alleen teweegbrengen wat er met die vijgenboom gebeurd is, je kunt zelfs tegen die berg zeggen: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren. Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft.’
Opmerking: dit zegt Jezus tegen zijn leerlingen.
Lukas 6:12. Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om tot God te bidden, en Hij bracht de hele nacht door in gebed.
Lukas 22:45. Toen Hij na zijn gebed opstond en terugliep naar de leerlingen, zag Hij dat ze van verdriet in slaap waren gevallen,
Handelingen 1:14. Eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers.
Handelingen 2:42. Ze wijdden zich trouw aan het onderricht dat de apostelen gaven, aan de onderlinge gemeenschap, het breken van het brood en het gebed.
Handelingen 3:1. Petrus nu en Johannes gingen samen naar de tempel tijdens het uur van het gebed, het negende uur. [HSV]
Handelingen 6:4. … terwijl wij ons zullen wijden aan het gebed en aan de verkondiging van het woord van God.’
Dit gaat over de Romeinse Cornelius.
Handelingen 10:4. Hij staarde de engel verschrikt aan en vroeg: ‘Wat is er, heer?’ De engel antwoordde: ‘Je gebeden en giften zijn door God opgemerkt.
Handelingen 10:31. … die me als volgt toesprak: “Cornelius, je gebed is verhoord en God heeft je giften van barmhartigheid aanvaard.
Opmerking: ook de giften van Cornelius zijn opgemerkt.
Handelingen 12:5. Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar door de gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan. [SV]
Opmerking: Alleen de Statenvertaling vertaalt met een zelfstandig naamwoord.
Handelingen 16:13. En op de dag van de sabbat gingen wij de stad uit, de rivier langs, waar het gebed gewoonlijk plaatsvond; en nadat wij daar waren gaan zitten, spraken wij tot de vrouwen die er samengekomen waren. [HSV]
Handelingen 16:16. En het gebeurde toen wij naar de plaats van het gebed gingen, dat een zekere slavin die een waarzeggende geest had, ons tegemoetkwam. Zij verschafte haar meesters veel inkomsten met waarzeggen.
Romeinen 1:9. God, die ik door de verkondiging van het evangelie over zijn Zoon vol overgave dien, is mijn getuige dat ik u onophoudelijk in mijn gebeden noem.
Romeinen 12:12. Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed. [HSV]
Romeinen 15:30-33. En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij, dat ik verlost mag worden van de ongehoorzamen in Judea en dat mijn dienstbetoon, namelijk dat aan Jeruzalem, de heiligen welgevallig is, zodat ik met blijdschap naar u toe kom door de wil van God en bij u tot rust zal mogen komen. En de God van de vrede zij met u allen. Amen. [HSV]
Opmerking: dit is een voorbeeld van een gebed van de apostel Paulus.
1 Korintiërs 7:5. Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden.
Efeziërs 1:16. … dank ik God onophoudelijk voor u en noem ik u in mijn gebeden.
Efeziërs 6:18. Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen.
Filippenzen 4:6. Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden.
Kolossenzen 4:2. Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. [HSV]
Kolossenzen 4:12. Epafras groet u, die er een van u is, een dienstknecht van Christus, die altijd voor u strijdt in de gebeden, opdat u, volmaakt en volkomen, vaststaat in heel de wil van God. [HSV]
1 Thessalonicenzen 1:2. Wij danken God altijd voor u allen: wij noemen u onophoudelijk in onze gebeden.
1 Timoteüs 2:1. Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen. Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.
Opmerking: de andere soorten gebeden zijn deēsis G2162 met smekingen vertaald, enteuxis G1783 met voorbeden vertaald, eucharistia G2169 met dankzeggingen vertaald.
1 Timoteüs 5:5. Zij nu die werkelijk weduwe is, en alleen is overgebleven, hoopt op God, en volhardt in smekingen en gebeden, nacht en dag. [HSV]
Opmerking: <<>> is met smekingen vertaalt.
Filemon 1:4-5. Ik dank mijn God altijd wanneer ik u in mijn gebeden noem, want ik hoor vaak over de liefde en de trouw die u de Heer Jezus en alle heiligen toedraagt.
Filemon 1: 22. Ten slotte, maak voor mij een kamer in orde, want ik heb goede hoop dat ik dankzij de gebeden van u allen aan u teruggegeven word.
Jakobus 5:17. Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. [HSV]
1 Petrus 3:7. U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die kwetsbaarder is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg.
1 Petrus 4:7. En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. [HSV]
Openbaring 5:8. het lam neer. Ieder van hen had een lier en een gouden schaal vol wierook; dat zijn de gebeden van de heiligen.
Openbaring 8:3-4. Toen kwam er een andere engel, die met een gouden wierookschaal bij het altaar ging staan. Hij kreeg een grote hoeveelheid wierook om die op het gouden altaar voor de troon te offeren, samen met de gebeden van alle heiligen. De rook van de wierook steeg met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel op naar God.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Bidden is wensen, vragen, beloven te doen, geloften doen.
Jezus zegt tegen zijn leerlingen dat wat ze ook maar vragen het zal gebeuren. Jezus zegt dat niet tegen de menigte.
Voor het kwijt raken van boze geesten is nabijheid van God en overgave (vasten) van belang.
Ad 4 proseuchomai
Het werkwoord proseuchomai komt 87 keer voor in 82 verzen, hieronder zijn alle verzen geciteerd.
Matteüs 5:44. Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen.
Matteüs 6:5-7. En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.
Matteüs 6:9. Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
Matteüs 14:23. Toen Hij hen weggestuurd had, ging Hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en Hij was daar helemaal alleen.
Matteüs 19:13. Daarop brachten de mensen kinderen bij Hem; ze wilden dat Hij hun de handen zou opleggen en zou bidden. Toen de leerlingen hen berispten,
Matteüs 23:14. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u eet de huizen van de weduwen op, en voor de schijn bidt u lang; daarom zult u een des te zwaarder oordeel ontvangen. [HSV]
Opmerking: deze tekst komt niet voor in de NBV21 omdat de Griekse tekst die de NBV hanteert deze tekst niet heeft.
Matteüs 24:20. Bid dat jullie niet in de winter zullen moeten vluchten en ook niet op sabbat.
Matteüs 26:36, 39, 41-42, 44. zelfde als Lukas 22:39-46, zie daar.
Marcus 1:35. Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond Hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden.
Marcus 6:46. Nadat Hij afscheid van de mensen had genomen, ging Hij de berg op om er te bidden.
Marcus 11:24-25. Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.’
Marcus 12:40. … ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’
Opmerking: hier gaat het denk ik over gebeden met een vaste tekst.
Marcus 13:18-19. Bid dat het niet in de winter gebeurt, want het zal een tijd van grote verdrukking zijn zoals er sinds het begin van Gods schepping nooit geweest is en ook nooit meer zal komen.
Marcus 13:33. Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. [HSV]
Marcus 14:32, 35, 38-39. zelfde als Lukas 22:39-46, zie daar.
Lukas 1:10. De samengestroomde menigte bleef buiten staan bidden terwijl het offer werd gebracht.
Opmerking: staan bidden? De HSV vertaalt met ‘aan het bidden’
Lukas 3:21. Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en Hij aan het bidden was, werd de hemel geopend
Lukas 5:16. Hijzelf trok zich geregeld terug op eenzame plaatsen om er te bidden.
Lukas 6:12. Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om tot God te bidden, en Hij bracht de hele nacht door in gebed.
Lukas 6:28. zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.
Lukas 9:18. Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’
Opmerking: hoe zou dat bidden van Jezus er hebben uitgezien. Zoals de Joden doen met een boek met vaste gebeden? Of sprekend in tongen?
Lukas 9:28-29. Ongeveer acht dagen nadat Hij dit had gezegd ging Hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. Terwijl Hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit.
Lukas 11:1-2. Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan: “Vader, laat uw naam geheiligd worden en laat uw koninkrijk komen.
Lukas 18:1. Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven:
Lukas 18:10-11. ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank U dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar.
Lukas 20:47. … ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’
Lukas 22:39-46. Hij vertrok en ging volgens zijn gewoonte naar de Olijfberg. De leerlingen volgden Hem. Toen Hij daar was aangekomen, zei Hij tegen hen: ‘Bid dat jullie niet in beproeving komen.’ En Hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden. Hij bad: ‘Vader, als U het wilt, neem dan deze beker van Mij weg. Maar laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren.’ Uit de hemel verscheen Hem een engel om Hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst en bad nog vuriger; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. 45Toen Hij na zijn gebed opstond en terugliep naar de leerlingen, zag Hij dat ze van verdriet in slaap waren gevallen, en Hij zei tegen hen: ‘Waarom slapen jullie? Sta op en bid dat jullie niet in beproeving komen.’
Opmerking: twee keer maakt Jezus de opmerking ‘bid dat jullie niet in beproeving komen’.
Handelingen 1:23-26. Ze stelden twee mannen voor: Josef Barsabbas, die de bijnaam Justus had, en Mattias. Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders hart. Wijs van deze beide mannen degene aan die U gekozen hebt om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die naar de voor hem bestemde plaats is gegaan.’ Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.
Handelingen 6:6. Ze lieten deze mannen plaatsnemen voor de apostelen, die een gebed uitspraken en hun daarna de handen oplegden.
Handelingen 8:15-16. Nadat ze waren aangekomen, baden ze dat ook de Samaritanen de heilige Geest mochten ontvangen, want deze was nog op niemand van hen neergedaald; ze waren alleen gedoopt in de naam van de Heer Jezus.
Handelingen 9:11. Daarop zei de Heer: ‘Ga naar de Rechte Straat en vraag daar in het huis van Judas naar iemand uit Tarsus die Saulus heet. Hij is aan het bidden,
Handelingen 9:40. Petrus stuurde iedereen weg, waarna hij knielde om te bidden. Na het gebed draaide hij zich om naar het lichaam en zei: ‘Tabita, sta op!’ Ze opende haar ogen, en toen ze Petrus zag ging ze rechtop zitten.
Handelingen 10:9. De volgende dag, nog voordat de afgezanten van Cornelius in Joppe waren aangekomen, ging Petrus omstreeks het middaguur naar het dak van het huis om daar te bidden.
Handelingen 10:30. En Cornelius zei: Vier dagen geleden had ik tot dit uur toe gevast, en op het negende uur bad ik in mijn huis.
Handelingen 11:5. ‘Toen ik in Joppe aan het bidden was, werd ik gegrepen door een visioen: een voorwerp dat op een groot linnen kleed leek, werd aan vier punten uit de hemel neergelaten tot vlak bij mij.
Handelingen 12:12. Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden.
Handelingen 13:3. Toen legden ze hun na hun vasten en bidden de handen op en lieten hen gaan. [Willibrord]
Handelingen 14:23. In elke gemeente stelden ze oudsten aan, en na gevast en gebeden te hebben bevalen ze hen aan bij de Heer, in wie ze nu geloofden.
Opmerking: alle gebruikelijke vertalingen vertalen het zelfstandig naamwoord met een werkwoord.
Handelingen 16:25. Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen.
Handelingen 20:36. Toen hij uitgesproken was, knielde hij samen met de aanwezigen neer om te bidden.
Opmerking: hier staat ok de houding
Handelingen 21:5. Maar toen ons oponthoud ten einde liep, vertrokken we weer, uitgeleide gedaan door alle leerlingen met hun vrouwen en kinderen. We gingen de stad uit en knielden samen neer op het strand om te bidden.
Handelingen 22:17. Later, toen ik terug was in Jeruzalem en in de tempel aan het bidden was, werd ik opeens gegrepen door een visioen.
Handelingen 28:8. Het geval wilde dat de vader van Publius ernstig ziek op bed lag, gekweld door koorts en buikloop. Paulus ging naar hem toe, legde hem onder gebed de handen op en genas hem.
Romeinen 8:26. En bovendien komt de Geest onze zwakheid te hulp; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten.
1 Korintiërs 11:4-5. Iedere man die met bedekt hoofd bidt of profeteert, maakt zijn hoofd te schande. Maar een vrouw maakt haar hoofd te schande wanneer ze met onbedekt hoofd bidt of profeteert, want dat is even schandelijk als met een kaalgeschoren hoofd.
Opmerking: uitzoeken wat is bedekt en wat is onbedekt <<>>
1 Korintiërs 11:13. Oordeelt u zelf: Is het gepast dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt?
1 Korintiërs 14:13-15. Daarom moet iemand die in klanktaal spreekt bidden om de gave die te kunnen uitleggen. Wanneer ik namelijk in klanktaal bid, bid ik weliswaar met mijn geest, maar mijn verstand doet niet mee. Dus wat moet ik doen? Ik moet bidden met mijn geest, maar ook met mijn verstand; ik moet zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand.
Efeziërs 6:18. Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen.
Filippenzen 1:9-10. Ik bid dat uw liefde steeds meer aan inzicht en fijnzinnigheid wint, zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt.
Kolossenzen 1:3. In al onze gebeden danken wij God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, voor u.
Kolossenzen 1:9. Daarom bidden wij onophoudelijk voor u, vanaf de dag dat we dat gehoord hebben. We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt.
Kolossenzen 4:3-4. En bid dan ook voor ons, dat God deuren voor ons opent om zijn boodschap te verkondigen, het geheim van Christus, waarvoor ik gevangenzit, en bid dat ik het mag onthullen zoals het mijn plicht is.
1 Thessalonicenzen 5:16-18. Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat Hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.
1 Thessalonicenzen 5:25-26. Broeders en zusters, bid ook voor ons en groet elkaar met een heilige kus.
2 Thessalonicenzen 1:11. Daarom bidden wij altijd dat onze God u deze roeping waardig acht, dat Hij door zijn kracht u de vaste wil geeft het goede te doen en u vanuit uw geloof al het mogelijke tot stand laat brengen.
2 Thessalonicenzen 3:1. Verder, broeders, bid voor ons dat het Woord van de Heere zijn loop mag hebben en verheerlijkt mag worden, zoals ook bij u. [HSV]
1 Timoteüs 2:8. Ik wil dat de mannen overal waar ze bidden de handen vol toewijding opheffen, zonder wrok of onenigheid.
Hebreeën 13:18. Bid voor ons. We zijn ervan overtuigd dat ons geweten zuiver is, omdat we er op elk terrein naar streven het goede te doen.
Jakobus 5:13-14. Als een van u het moeilijk heeft, laat hij bidden; is hij vrolijk, laat hij een loflied zingen. Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer.
Jakobus 5:17-18. Elia was een mens als wij, en nadat hij vurig had gebeden dat het niet zou regenen, is er drieënhalf jaar lang geen regen gevallen op het land. Toen bad hij opnieuw, en de hemel gaf regen, en het land bracht zijn vrucht weer voort.
Judas 1:20. Maar u, geliefde broeders en zusters, moet uw leven bouwen op het fundament van uw zeer heilige geloof. Laat u bij het bidden leiden door de heilige Geest,
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het is goed dat de ruimhartigheid voor mensen waarvan je niet houdt zover gaat dat je ook voor hen bidt. Matteüs 5:44. Lukas 6:28
Als in jouw groep je aanzien krijgt door te bidden, beroem je er dan niet op maar doe het in het verborgene. Matteüs 6:5-7. Matteüs 23:14. Marcus 12:40. Lukas 20:47.
Het Onze Vader is een mooi voorbeeld wens. Matteüs 6:9. Jezus sprak dat uit nadat Hij aan het bidden was. Lukas 11:1-2.
Jezus ging dikwijls in de afzondering bij God zijn. Matteüs 14:23. Marcus 1:35. Marcus 6:46. Lukas 5:16. Lukas 6:12. Eens veranderde het aangezicht van Jezus. Lukas 9:28-29. Op de berg van de verheerlijking.
Als je dichtbij God leeft, zoals Jezus, dan doet het iets goeds als je voor kinderen iets wens bij God. Matteüs 19:13. (Geldt ook voor volwassenen denk ik)
Door iets bij God te wensen kun je toekomstige omstandigheden veranderen. Matteüs 24:20. Marcus 13:18-19. Bij gevaarlijke tijden is het extra belangrijk om te waken en te bidden. Marcus 13:33.
Als je iets van God vraagt, zorg dan dat je eerst je relaties met de mensen om je heen goed hebt gemaakt. Marcus 11:24-25. Geen wrok als je bidt. 1 Timoteüs 2:8.
Hier gaat het om Joodse mensen die een gebed uitspreken. Lukas 1:10.
Jezus nam tijd voor gebed ook in het bijzijn van anderen zoals bij zijn doop. Lukas 3:21. En terwijl zijn discipelen bij Hem waren. Lukas 9:18.
Volharden in gebed is belangrijk. Lukas 18:1.
Stel je bescheiden op als je bidt. Lukas 18:10-11.
In Zijn uur van grote nood, in Gethsemane, was Jezus vooral in gebed. Lukas 20:47.
Bidden om Gods leiding is goed. Handelingen 1:23-26.
Gebed is een goede voorbereiding voor de handoplegging. Handelingen 1:23-26. Handelingen 13:3. Of om een dode te laten opstaan. Handelingen 9:40. Je kunt bidden dat een ander de Heilige Geest ontvangt. Handelingen 8:15-16. Bidden kan tot grote wonderen leiden. Handelingen 16:25. Je kunt bidden om klanktaal uit te leggen. 1 Korintiërs 14:13-15
Als je aan het bidden bent kun je een visioen ontvangen. Handelingen 11:5.
Laat je in wat je zegt leiden door de Geest als je bidt. Romeinen 8:26. Judas 1:20. Je kunt zo met je geest bidden, maar je kunt ook met je verstand bidden. 1 Korintiërs 14:13-15.
Een man wordt geacht in rechtstreekse autoriteit te bidden. Zijn vrouw bidt onder de autoriteit van de man. 1 Korintiërs 11:4-5 en 13.
Bidt voor de heiligen. Efeziërs 6:18. Bidt voor liefde en fijnzinnigheid. Filippenzen 1:9-10. Bidt dat mensen Gods wil leren kennen. Kolossenzen 1:9. Ook goed om voorbede te vragen. Kolossenzen 4:3-4. 1 Thessalonicenzen 5:25-26. 2 Thessalonicenzen 3:1. Hebreeën 13:18. Bidt voor genezing. Jakobus 5:13-14
Paulus dankt al biddend voor gemeenten. Kolossenzen 1:3. 1 Thessalonicenzen 5:16-18
Je kunt bidden met opheffing van handen. 1 Timoteüs 2:8.
Je kunt met bidden grote dingen verwachten zoals Elia die bad en het regende drie jaar niet in Israël. Jakobus 5:17-18
Entygchanō bemiddelen
Hier de gegevens van de Griekse woorden, die met bemiddelen en bemiddeling worden vertaald.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ἐντυγχάνω entygchanō | Werkwoord | G1793 SB1620 | Bemiddelen, pleiten Komt 5 keer voor in 5 verzen. KJV: make intercession (4x), deal (1x). |
2 | ἔντευξις enteuxis | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G1783 SB1609 | Bemiddeling Komt 2 keer voor. KJV: intercession (1x), prayer (1x). |
Selectie: alle teksten met deze woorden zijn hieronder geciteerd.
Ad 1 entygchanō
Handelingen 25:24. Festus zei: ‘Koning Agrippa, en u allen die hier aanwezig bent, dit is de man om wie de hele Joodse bevolking zich tot mij heeft gewend, zowel hier als in Jeruzalem, terwijl ze luidkeels te kennen gaven dat hij niet langer het recht had om te leven.
Opmerking: de Joodse bevolking pleit tegen Paulus. De vertaling ‘zich wenden tot’ is zachtaardig vertaald.
Romeinen 8:27. God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen, want de Geest pleit voor de heiligen overeenkomstig Gods wil.
Romeinen 8:34. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons.
Romeinen 11:1-2. Dan is nu mijn vraag: heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet. Ik ben immers zelf een Israëliet, een nakomeling van Abraham, afkomstig uit de stam Benjamin. God heeft zijn volk, dat Hij al van tevoren uitgekozen heeft, niet verstoten. Of weet u niet wat de Schrift over Elia zegt, hoe hij Israël bij God aanklaagt?
Opmerking: hier gaat het over Elia, die pleit bij God niet voor maar tegen Israël. God corrigeert Elia.
Deze tekst gaat over Jezus.
Hebreeën 7:25. Zo kan Hij allen die God door Hem naderen volkomen redden, omdat Hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten.
Ad 2 enteuxis
1 Timoteüs 2:1. Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. [HSV]
Opmerking: er worden hier vier verschillende soorten gebeden genoemd: deëseis, zie hierboven, proseuchas, zie hierboven, dit woord en dan nog eucharistias, dankzegging, zie nog te publiceren studie danken.
1 Timoteüs 4:4-5. Alles wat God geschapen heeft is goed. Niets hoeft te worden verworpen als het onder dank wordt aangenomen, want het wordt geheiligd door het woord van God en door het gebed.
Opmerking 1: als voorbeelden noemt de schrijver dat men het huwelijk en voedsel wil verbieden.
Opmerking 2: in dit woord is het pleiten en bemiddelen niet zichtbaar. Soms moet je dus voor zaken in gebed gaan als het zou kunnen dat iets niet is toegestaan. De Geest zal het je dan wel helder maken.
Wat kunnen we leren van deze teksten?
De Geest en Jezus pleiten voor ons bij God. Romeinen 8:27 en 34.
Wees een vredestichter door in gebed te bemiddelen voor hooggeplaatsten. 1 Timoteüs 2:1. Als je tegen een land bidt kun je door God worden gecorrigeerd. Romeinen 11:1-2
Maak er een zaak van gebed van als je denkt iets niet te mogen gebruiken uit de schepping geeft. 1 Timoteüs 4:4-5.
Aiteo en erotao vragen
Hier de gegevens van de Griekse woorden aiteo en erotao, die met vragen worden vertaald.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | αἰτέω aiteō | Werkwoord | G154 SB129 | Vragen Komt 71 keer voor in 68 verzen. KJV: ask (48x), desire (17x), beg (2x), require (2x), crave (1x), call for (1x). |
2 | ἐρωτάω erōtaō | Werkwoord | G2065 SB1882 | Vragen Komt 58 keer voor in 57 verzen KJV: ask (23x), beseech (14x), pray (14x), desire (6x), intreat (1x) |
Het werkwoord aiteō is vragen om iets te krijgen en het werkwoord erotao betekent vragen naar, een vraag stellen. Beide woorden komen ook voor in de zin van ‘aan God vragen’. Dat is wat wij onder bidden verstaan.
Selectie: alle teksten met deze woorden waarbij vragen aan God aan de orde is. De teksten waarbij mensen iets aan Jezus vroegen terwijl Hij hier op aarde was, heb ik niet hieronder geciteerd.
Ad 1 aiteo
Hieronder de twintig teksten van dit werkwoord dat iets aan God wordt gevraagd.
Matteüs 6:7-9. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het Hem vragen. Bid daarom als volgt: (en dan volgt de tekst van het Onze Vader)
Matteüs 7:7-11. Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Is er iemand onder jullie die zijn kind, als het om brood vraagt, een steen zou geven? Of een slang, als het om vis vraagt? Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan niet het goede geven aan wie Hem daarom vragen!
Opmerking: deze tekst staat ook in Lukas 11:9-12 en voegt er nog deze tekst aan toe.
Lukas 11:13. Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!
Matteüs 18:19. Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren.
Matteüs 21:22. Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft.’
Marcus 11:22-25. Jezus zei tegen hen: ‘Heb geloof in God. Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.’
Johannes 11:21-23. Marta zei tegen Jezus: ‘Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God U alles zal geven wat U vraagt.’ Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’
Johannes 14:12-14. Werkelijk, Ik verzeker jullie, wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen.
Dit zegt Jezus tegen zijn discipelen bij het verhaal van de wijnstok en de ranken.
Johannes 15:7. Als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren.
Johannes 15:16-17. Jullie hebben niet Mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Dan zal de Vader je alles geven wat je Hem in mijn naam vraagt. Dit draag Ik jullie op: heb elkaar lief.
Johannes 16:23. Dan hoeven jullie Mij niets meer te vragen. Werkelijk, Ik verzeker jullie, wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – Hij zal het je geven. Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volkomen zijn. Ik heb jullie dit alles in beelden verteld, maar er komt een tijd dat Ik niet meer in beelden spreek, maar jullie zonder omwegen over de Vader vertel. Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef Ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, want de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie Mij liefhebben en geloven dat Ik van God ben gekomen.
Uit de toespraak van Stefanus.
Handelingen 7:46-47. David werd door God begunstigd en vroeg om een heiligdom voor het volk van Jakob. Maar het was Salomo die voor God een tempel bouwde.
Opmerking: het antwoord van God aan David was, dat hij David teveel bloed aan zijn handen had, zijn zoon mocht bouwen.
Uit een toespraak van Paulus.
Handelingen 13:21. Daarna vroeg het volk om een koning, en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam Benjamin, die veertig jaar regeerde.
1 Korintiërs 1:22-23. Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid; wij echter prediken Christus, de Gekruisigde, voor de Joden een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid.
Opmerking: vragen de Joden God om een teken of vragen ze dat aan Paulus? <<>>
Efeziërs 3:20-21. Aan Hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan Hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, van geslacht op geslacht, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Kolossenzen 1:9-10. Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God. [HSV]
Opmerking: hier is door de HSV het werkwoord vertaalt met smeken, beter zou zijn ‘vragen’.
Jakobus1:5-6. Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Twijfelaars zijn als de golven in zee, die door de wind nu eens de ene en dan weer de andere kant op worden geblazen.
Jakobus 4:2-3. U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.
1 Johannes 3:21-22. Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil.
1 Johannes 5:14-16. Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben.
Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.
Opmerking: in het laatste vers is ook het woord erotao gebruikt, zie hieronder.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als we ons tot God wenden kunnen we dat ook ‘vragen’ noemen. Dit woord zal voor niet kerkelijke mensen toegankelijker zijn.
In het Onze Vader kunnen we God vragen. Matteüs 6:7-9. We kunnen om van alles en nog wat vragen. Matteüs 7:7-11. Zeker om de Heilige Geest te ontvangen. Lukas 11:13.
Als we eensgezind vragen zal het gebeuren. Matteüs 18:19. En ook als we in vertrouwen vragen is belangrijk. Matteüs 21:22.
Andere teksten in de evangeliën benadrukken dit ook.
Jezus zei ‘als ik er niet meer ben, vraag dan de Vader in mijn naam. Johannes 16:23.
Er is ook een voorbeelden dat om iets werd gevraagd, koning David of hij de tempel mocht bouwen en dat het antwoord was ‘nee je zoon mag dat wel’. Handelingen 7:46-47
Je kunt om iets vragen wat vanuit je hartstochten komt. Dat is niet goed. Jakobus 4:2-3. We moeten vragen in overeenstemming met Gods wil. 1 Johannes 5:14-16.
Ad 2 erotao
Hieronder de zes teksten van dit werkwoord dat iets aan God wordt gevraagd.
Johannes 14:15-17. Als je Mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid.
Johannes 16:26. Ik heb jullie dit alles in beelden verteld, maar er komt een tijd dat Ik niet meer in beelden spreek, maar jullie zonder omwegen over de Vader vertel. Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef Ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, want de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie Mij liefhebben en geloven dat Ik van God ben gekomen.
Johannes 17:9-10. Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die U Mij hebt gegeven, omdat zij van U zijn – alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij – en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is.
Johannes 17:15. Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen hem die het kwaad zelf is.
Johannes 17:20. Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in Mij geloven.
1 Johannes 5:16. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.
Opmerking: in de tekst hiervoor is het andere woord voor vragen gebruikt. Waarom sluit dit deel af met het Griekse woord erotao? <<>>
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Iets aan God vragen, dat kan dus, dat doet Jezus ook en Jezus zegt tegen degenen, die in Hem geloven, ook om gewoon te vragen.
Jezus bidt voor de mensen die de Vader Hem heeft gegeven. Johannes 17:9-10. Of de Vader hen beschermd tegen het kwaad. Johannes 17:15. Jezus bidt ook voor iedereen die op Hem gaan vertrouwen. Johannes 17:20.
Er is ook een tijd om niet voor bepaalde mensen te bidden. 1 Johannes 5:16. Er staat bij, die de zonde tot de dood doen. Zie verder bij overwegingen.
Andere Bronnen
Er zijn veel boeken, die over gebed en voorbede gaan. Hier een kleine selectie.
Nr. | Auteur: | Titel: |
1 | Richard Foster | Gebed. Waar het hart zijn thuis vindt |
2 | Suzette Hattingh | Een leefstijl van gebed |
3 | Ronald Dunn | De ongelooflijke kracht van voorbede |
Overwegingen
Het woord voorbede
In de Bijbel komt het ‘bidden voor’ regelmatig voor. Er is geen zelfstandig naamwoord ‘voorbede’. Slechts een enkele keer komt in een vertaling het woord ‘voorbede’ voor. Het ‘bidden voor’ komt trouwens ook voor als iemand aanspreken op zijn gedrag.
Ester 4:8. Ook een afschrift van de geschreven wet, die in Susan was uitgevaardigd om hen te verdelgen, gaf hij hem om dat aan Ester te laten zien en haar op de hoogte te brengen. Ook moest hij haar opdragen tot de koning te gaan, teneinde diens genade af te smeken en bij hem voorbede te doen voor haar volk. [NBG]
Opmerking: hier is het de vertaling van het werkwoord baqash dat zoeken betekent.
2 Korintiërs 1:11. … terwijl ook gij ons te hulp komt met uw voorbede, opdat uit veler mond voor de genade, ons geschonken, veelvuldig dank gebracht worde voor ons. [NBG]
Opmerking: hier is het de vertaling van het woord deësis dat gebed betekent.
De NBV21 vertaalt wel een tekst uit een apocrief boek met voorbede.
1 Makkabeeën 7:37. ‘U hebt dit huis uitgekozen en uw naam eraan verbonden, zodat het voor uw volk een huis van gebed en voorbede zou zijn. [NBV21]
Opmerking: <<nog uitzoeken welk woord in de grondtekst staat>>
Bidden/vragen voor iemand
1 Johannes 5:15-16. Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.
Mogelijke uitleg. Het woord dat met bidden is vertaald kun je ook met vragen vertalen. Het zou ook met in gesprek gaan kunnen betekenen. Steek je energie in mensen die een keer in de fout gaan en ga niet bidden voor hen die al heel lang op de verkeerde weg zitten.
Lessen
De Griekse woorden hebben de betekenis van verzoeken, vragen en wensen. Om dat kracht bij te zetten kan de vrager een geloften doen, tijd ervoor nemen.
Vroeger zou je deze woorden ook heel goed met bidden kunnen vertalen. Alleen in onze huidige tijd is het woord bidden iets van de kerk geworden. Dat kan mensen, die niet van de kerk jammer genoeg en ook onnodig afschrikken. Het lijkt me goed om in onze tijd weer terug te gaan naar bijvoorbeeld vragen.
We kunnen tegen God zeggen: ‘Zal ik dat voor jou aan God vragen?’ in plaats van ‘Zal ik voor je bidden’.
Een algemene les is dit wat Jezus zegt tegen de menigte die belangstelling voor het onderwijs van Jezus had.
Matteüs 7:7-11. Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan.
Naast deze algemene les zijn er specifieke lessen.
Les 1: Jezus vertelt die mooie geloofsfeiten niet in de grote menigte maar Hij vertelt ze aan de leerlingen, die Hem gevolgd zijn. De les lijkt mij dat vragen aan God vooral helpt als je dichtbij God leeft en doet wat Hij zegt.
Als je van iemand houdt dan is een wens of een vraag van degene belangrijk voor je. Zo is het ook met God.
Les 2: het vragen benadrukken door een gelofte of er extra tijd voor nemen komt bijvoorbeeld terug in deze tekst.
Matteüs 17:21. Maar dit soort gaat niet uit dan door bidden en vasten. [HSV]
Les 3 is het gezamenlijk eensgezind vragen.
Matteüs 18:19. Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren.
Jezus had een leefstijl van dichtbij God zijn. Goed om na te volgen.
Bidt voor mensen waarvan je niet houdt en zorg dat voor je gaat bidden dat je onenigheid met anderen hebt opgeruimd.
Iemand van veel gebed is een zegen voor zijn omgeving. Je kunt voor alles bidden: geestelijke gaven, leiding, inzicht, fijnzinnigheid, genezing, verandering van toekomstige omstandigheden,
Volharden in gebed is belangrijk. Stel je bescheiden op als je bidt. Beroem je niet op je gebedsleven. Je kunt met je geest en met je verstand bidden.
Als je dichtbij God bent kan er van alles gebeuren: visioenen, verheerlijking, de hemel die open gaat. Je kunt ook op God gericht zijn terwijl er anderen om je heen zijn.
Je kunt met opheffing van handen bidden. Dank en bidden voor anderen en gemeenschappen is belangrijk.
Het Onze Vader is het gebed met vaste tekst dat Jezus ons gaf.
Je kunt met bidden grote dingen verwachten zoals Elia die bad en het regende drie jaar niet in Israël. Jakobus 5:17-18