Er is overstelpend veel over God de schepper van hemel en aarde te zeggen. Die God is het belangrijkste onderwerp in de Bijbel. Met afstand.
Het onderwerp van deze studie, de namen, die God aan zichzelf gaf of zoals de mensen Hem noemden, zegt veel over God. Misschien nog wel het meest. Neem alleen al het woord ‘vader’, dat zegt veel over God.
Er zijn niet een paar namen. Er zijn tientallen namen die Hem gegeven zijn. Waarom zoveel verschillende namen? Dat is omdat er steeds weer een nieuwe kant aan Hem werd ontdekt of omdat Hij zich weer van een nieuwe kant wilde laten ontdekken. God de Vader is niet in een paar namen te omschrijven.
De vertalingen van de Bijbel laten die verscheidenheid maar beperkt zien. Zo is er een hele familie van namen, die wij met God hebben vertaald, een andere familie van namen hebben wij met Heer of Heere vertaald en weer een familie van namen met HEER en HEERE vertaald. Een aantal keer wordt aan zijn naam iets toegevoegd bijvoorbeeld de HEER als herder of de HEER die voorziet.
Die verscheidenheid aan namen en die toevoegingen zien we ook bij Jezus. En in mindere mate ook bij de Heilige Geest. Zo noemt Jezus zichzelf ook herder. Daarmee verbindt Hij zich met de Vader als herder.
En dat geldt ook voor ons mensen. Als wij verbonden raken met de Vader en de Zoon, dan verbinden wij ons ook aan zijn rollen en kenmerken. Dan worden wij ook herders. Dan zijn wij ook mensen, die anderen van hulp voorzien. De verbintenis zorgt er voor dat we dezelfde kleur krijgen. Begrijpt u het principe?
In Nederland bestaan uiteenlopende beelden van God. Van een schoolmeester, die alles in de gaten houdt, en streng straft. tot een lievige Sinterklaas, die alles goedkeurt. Beide beelden kloppen niet.
Wat mij opvalt is dat de mensen, die in Gods nabijheid leven wel allemaal zo ongeveer hetzelfde beeld hebben van Hem: barmhartig, liefdevol, vol goedheid, groots, wereldomvattend, indrukwekkend. Ook een God, die het kwaad niet ongebreideld zijn gang laat gaan. Gelukkig maar. Een eerlijke rechter. En een goede Vader voor de mensheid.
Voor mij persoonlijk is dit een onderwerp waar ik zelf erg op betrokken ben. Deze studie is voor mij een vorm van aanbidding. Dat kan het ook zijn bij het lezen.
Het eerste deel van de studie gaat om de namen van God, die in het Hebreeuwse deel van de Bijbel staan. Daarna komen de namen uit het Griekse deel van de Bijbel naar voren.
Als je weinig tijd hebt, kun je het beste hoofdstuk 6 over God als Vader als eerste lezen.
Ik heb mijn best op deze studie gedaan, maar ik besef dat ik God de Vader tekort doe in deze tekst. Mijn gebed is dan ook dat de Geest van de Vader jullie de juiste inzichten zal geven bij het lezen.
Als God zijn naam bekend maakt
Er zijn aan God veel namen gegeven. Één is er aan Mozes gegeven om die bekend te maken aan het volk Israël en aan de Farao. Het lijkt de meest persoonlijke naam van alle namen. Tot dan toe had God zich niet met zijn naam bekend gemaakt aan de aartsvaders staat er bij in de Bijbel.
Nr. | Hebreeuws | Soort woord | Strong | Opmerkingen: |
1. | אֶֽהְיֶ֖ה `eh-yeh | Werkwoord | H1961(e) | Ik ben. Een vervoeging van het werkwoord הָיָה (hayah). Deze vervoeging komt 43 keer voor. |
Voor de vervoeging, zie biblehub.com
Opvallend is dat in de tekst waarin de HEER zijn naam aan Mozes bekend maakt er ook allerlei andere namen over God staan. Tussen haakjes staan de Hebreeuwse woorden.
Exodus 3:13-15. Daarop zeide Mozes tot God (hā·’ĕ·lō·hîm): Maar wanneer ik tot de Israëlieten kom en hun zeg: De God (’ĕ·lō·hê) uwer vaderen heeft mij tot u gezonden, en zij mij vragen: hoe is zijn naam – wat moet ik hun dan antwoorden? Toen zeide God (ĕ·lō·hîm) tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. En Hij zeide: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: Ik ben heeft mij tot u gezonden. Voorts zeide God (ĕ·lō·hîm) tot Mozes: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: De Here (JHWH), de God (’ĕ·lō·hê) uwer vaderen, de God (’ĕ·lō·hê) van Abraham, de God (’ĕ·lō·hê) van Isaak en de God (’ĕ·lō·hê) van Jakob, heeft mij tot u gezonden; dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht. [NBG]
In vers 14 staat “Ik ben, die Ik ben”. In het Hebreeuws staat van rechts naar links: אֶֽהְיֶ֑ה אֶֽהְיֶ֖ה אֲשֶׁ֣ר de fonetische weergave van links naar rechts is ’eh·yeh ’ă·šer ’eh·yeh oftewel ik ben wie ik ben. En verderop in de zin staat nog een keer:אֶֽהְיֶ֖ה ’eh·yeh en dat is nogmaals ‘ik ben’. En in vers 15 staat dan weer de naam JHWH, die drie gemeenschappelijke letters heeft met אֶֽהְיֶ֖ה ’eh·yeh.
Het het heeft me heel wat tijd gekost om de naam van God te vinden. Ik begrijp het nu enigszins. De naam geeft het wezen van God, zijn identiteit aan. En dat is voor ons mensen groot om te kunnen begrijpen.
Dus dit is de naam met allerlei varianten waarmee Mozes de Israëlieten moest laten kennismaken. Het gaat om ‘Ik ben die ik ben’, om ‘Ik ben’, om ‘Jahweh’ en om ‘de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jacob’.
Het Hebreeuwse woord אֶֽהְיֶ֖ה ’eh·yeh is te vertalen met ‘ik ben’, ‘ik was’ of ‘ik zal zijn’. De langere versie אֶֽהְיֶ֑ה אֶֽהְיֶ֖ה אֲשֶׁ֣ר ’eh·yeh ’ă·šer ’eh·yeh en de kortere versie אֶֽהְיֶ֖ה ’eh·yeh zijn in Nederlandse vertalingen vertaald met:
– ‘Ik ben die er zijn zal’ en ‘IK ZAL ER ZIJN’ [NBV]
– ‘Ik ben die Ik ben’ en ‘Ik ben’ [NBG[
– ‘Ik zal zijn, die Ik zijn zal!’ en ‘Ik zal zijn’ [SV]
– ‘IK BEN DIE IK BEN’ en ‘IK BEN’ [HSV].
Ik las op de site van goedbericht.nl de suggestie dat wellicht een juistere vertaling is, ‘die is en die was en die komt’ een uitdrukking, die in het boek Openbaringen voorkomt.
Openbaring 1:8. Ik ben de alfa en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige. [NBG]
In het boek Exodus staat drie hoofdstukken verder nog een toelichting op deze tekst.
Exodus 6:3. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende (šad·dāy), maar mijn naam HEER (JHWH) heb ik niet aan hen bekendgemaakt. [wat hier met Ontzagwekkende is vertaald is in andere vertalingen met Almachtige vertaalt. Voor uitleg over deze naam, zie volgend hoofdstuk]
Wat moeten we met het verschil tussen Ik ben אֶֽהְיֶ֖ה ’eh·yeh en JHWH יְהֹוָה? Opvallend is het letterspel dat in het Hebreeuwse denken dikwijls een rol speelt. Van rechts naar links gelezen verschillen alleen de eerste en de derde letter. Een aleph in plaats van een jod. Wat de bedoeling is van het verschil weet ik niet. En er staat een wav als derde letter bij JHWH in plaats van de jod. De letter wav staat symbool staat voor de mens. God verbindt zich met de mens in het zo dikwijls gebruikte woord JHWH. Dat woord dat in onze vertalingen met HEER of Heere is vertaald.
Het Hebreeuws kent letters en leestekens en dus niet klinkers en medeklinkers. Omdat men de leestekens van het woord Adonai heeft toegepast op het woord יְהֹוָה JHWH is de uitspraak van JHWH niet meer uit de geschreven tekst af te leiden.
Hoe moet de naam יְהֹוָהJHWH worden uitgesproken? Voor zover ik weet spraken de Joden de naam alleen uit op Grote Verzoendag bij de dienst in de tempel. Omdat die dienst vanaf de verwoesting van de tempel in de 5de eeuw voor de jaartelling er al niet meer was, werd ook de naam niet meer uitgesproken. Daardoor is de kennis over de uitspraak verloren gegaan.
De naam van God in verkorte vorm is YAH of YAHU. Gelukkig is de uitspraak van deze verkorte vorm bewaard gebleven in allerlei andere namen in de Bijbel: EliYahu (Elia), YeremiYahu (Jeremia), YeshiYahu (Jesaja), YahuShafat (Josephat) en YahuNatan (Jonathan). Vergelijk ook de naam van de premier van Israël vanaf 2009 Benjamin NetanYahu. Wij kennen ook de verkorte vorm van de naam in het woord ‘Hallelu-Yah’ dat ‘Looft Yah’ betekent.
Hoe zou de volledige naam van God YHVH moeten worden uitgesproken? Het Hebreeuwse woord voor ‘zijn’ is ‘hoveh’. Onder de aanname dat dit wordt gebruikt in de naam van God zou de uitspraak Yahoveh of Yahoweh zijn. De veel gebruikte uitspraak voor het woord, Jahweh, komt hier dus dicht bij in de buurt.
De laatste decennia is er een beweging ontstaan die de oorspronkelijke niet vertaalde namen van God weer wil gebruiken. Er zijn diverse Bijbelvertalingen herzien uitgegeven met deze namen van God. Zie bijvoorbeeld deze link naar de King James Version met de Hebreeuwse namen.
De namen, die met God zijn vertaald
De namen rond het Hebreeuwse woord ‘el’ zijn in onze vertalingen met het woord God vertaald met een hoofdletter, onze God. Er kunnen ook de andere goden mee worden bedoeld. Net als in het Nederlands we het woord God en het woord god of goden hebben. Het Hebreeuws kent niet het verschil tussen hoofdletters en kleine letters. Het is soms even puzzelen of het nu om de God van Israël gaat of om andere goden.
Voor ons is het vreemd dat ook het meervoud van god, goden, ‘elohim’ wordt gebruikt om God mee aan te duiden. Is God een meervoud? Als er ‘elohim’ staat, zou het een aanduiding kunnen zijn van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest samen. Je zou het ook nog meer uitgebreid verstaan, dus dat het ook nog op andere wezens duidt, zoals de cherubs of dat het zelfs over de hele hemelse huishouding gaat.
Hebreeuws | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1. | אֵל ‘el | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H410 | God of god. Het woord komt 245 keer voor in 235 verzen. KJV: God (213x), god (16x), power (4x), mighty (5x), goodly (1x), great (1x), idols (1x), Immanuel (with H6005) (2x), might (1x), strong (1x). |
2. | אֱלֹהִים ‘elohiym | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H430 | God in meervoud, goden. Komt 2.606 keer voor in 2.249 verzen. Het woord is het meervoud van het woord hieronder elowahh. KJV: God (2,346x), god (244x), judge (5x), GOD (1x), goddess (2x), great (2x), mighty (2x), angels (1x), exceeding (1x), God-ward (with H4136) (1x), godly (1x). |
3. | אֱלוֹהַּ ‘elowah | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H433 | God of een andere god. Komt 57 keer voor in 56 verzen. KJV: God (52x), god (5x). |
4. | עֶלְיוֹן ‘elyown | Zelfstandig naamwoord mannelijk Bijvoeglijk naamwoord | H5945 | Hoogste of de hoogste. Het woord komt 53 keer voor in 53 verzen. KJV: High (18x), most high (9x), high (9x), upper (8x), higher (4x), highest (2x), above (1x), Highest (1x), uppermost (1x). |
4b. | אֵל עֶלְיוֹן ‘el ‘elyown | Combinatie | H410 H5945 | God onder de goden. Komt vier keer in Genesis 14 voor en eenmaal in Psalm 78. KJV: most high God (4x) high God (1x) |
4c. | אֱלֹהִים עֶלְיוֹן ‘elohiym ‘elyown | Combinatie | H430 H5945 | God(en) Allerhoogste. Een keer in Psalm 57 en een keer in Psalm 78. KJV: God most high (1x), high God (1x) |
4d. | לֵֽאלֹהֵ֣י הָאֱלֹהִ֑ים lê·lō·hê hā·’ĕ·lō·hîm | Combinatie | H430 H430 | God van de goden. Komt vijf keer voor. KJV: God of gods (5x) |
5. | אל אלהי ישראל ‘el ‘elowahh israel | Eigen naam | H415 | God, de god van Israël. Komt eenmaal voor in Genesis 33:20. KJV: Eleloheisrael (1x). |
5b | אֱלֹהִים יִשְׂרָאֵל ‘elohiym Yisra’el | Combinatie | H430 H3478 | God van Israël Komt 203 keer voor. KJV: God of Israël (203x) |
5c | יִשְׂרָאֵל אֵל ‘el Yisra’el | Combinatie | H410 H3478 | God van Israël. Komt eenmaal voor. |
5d | אֱלֹהִים אָב ‘elohiym ‘ab | Combinatie | H430 H1 | God van je vader(en) Komt 80 keer voor in allerlei combinaties |
6. | אֱלֹהִים שָׁמַיִם ‘elohiym shamayim | Combinatie | H430 H8064 | God van de hemel Komt 9 keer voor KJV: God of heaven (9x) |
6. | אֱלָהּ שְׁמַיִן ‘elahh shamayin (Aramees) | Combinatie | H426 H8065 | God van de hemel. Komt 11 keer voor. KJV: God of heaven (11x) |
7. | אֵל עוֹלָם `owlam ‘el | Combinatie | H410 H5769 | God van de ‘owlam’, het tijdperk. God de eeuwige. Komt eenmaal voor. KJV: the everlasting God |
7b | עוֹלָם הִים ‘elohiym `owlam | Combinatie | H430 H5769 | Alleen een tekst over de eeuwige God. Verder alleen teksten die relatie aangeven van God met de eeuwigheid |
8. | אֱלֹהִים קֶדֶם ‘elohiym qedem | Combinatie | H430 H6924 | God van vroegere tijden. Komt eenmaal voor. KJV: The eternal God (1x) |
9. | עַתִּיק יוֹם `attiyq yown (Aramees) | Combinatie | H6268 H3118 | De oude van dagen of de verplaatser van dagen. Komt drie keer voor. KJV: the Ancient of days (3x) |
10. | אֵל רֳאִי el ro’iy | Combinatie | H410 H7210 | God van het zien. Komt alleen in Genesis 16:13 voor. Hagar zei God heeft mij gezien. KJV: God seest me (1x) |
11. | שַׁדַּי Shadday | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H7706 | De ontzagwekkende Komt 48 keer voor in 48 verzen. KJV: Almighty (48x). |
11 | שַׁדַּי אֵל ‘el shadday | Combinatie | H410 H7706 | God de Ontzagwekkende. Komt zeven keer voor KJV: God Almighty (7x) |
12. | אֱלֹהִים מַעֲרָכָה ‘elohiym ma`arakah | Combinatie | H430 H4634 | God van de legers. Komt drie voor. KJV: armies of the living God (2x) God of the armies (1x) |
1. Het woord אֵל ,’el. G(g)od
Het woord אֵל ,’el komt voor het eerst voor in Genesis 14, de geschiedenis van Melchisedek de koning van Salem.
Genesis 14:18-20. En Melchisedek, de koning (melech) van Salem (shalom), liet brood en wijn brengen. Hij was een priester (cohen) van God (elyown), de Allerhoogste (eel), en sprak een zegen over Abram uit: ‘Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, schepper van hemel en aarde. Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijanden leverde hij aan u uit.’ Abram gaf aan Melchisedek een tiende van wat hij had heroverd.
2. Het woord אֱלֹהִים Elohim G(g)oden
Het woord elohim is een meervoud. Het kan ook op ‘de hemelingen’ duiden. We komen het woord gelijk al tegen in het eerste vers van de Bijbel.
Genesis 1:1. In het begin schiep God de hemel en de aarde.
In Psalm 82:6 worden mensen elohim genoemd.
Psalm 82:6. Ooit heb ik gezegd: “U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal.”
3. Het woord אֱלוֹהַּ Elowah God
Het Hebreeuwse woord אֱלוֹהַּ , ‘elowah, komt 57 keer voor in 56 verzen. Het komt voor de eerste keer voor in Deuteronomium en dan gelijk twee keer.
Deuteronomium 32:15-17. Maar toen Jesjurun vet werd, trapte hij achteruit – u bent vet, u bent dik, u bent vetgemest – toen verliet hij God, Die hem gemaakt heeft, hij versmaadde de Rots van zijn heil. Zij hebben Hem tot na-ijver gebracht met vreemde goden, met gruwelijke daden hebben zij Hem tot toorn verwekt. Zij hebben geofferd aan de demonen, niet aan God; aan goden die zij niet kenden, aan nieuwe goden, die kortgeleden gekomen zijn, voor wie uw vaderen niet gehuiverd hebben. [HSV]
Het woord elowah komt vooral voor in het boek Job namelijk 40 keer. Het gaat bij Job vooral om God, die wij God de Vader noemen. De eerste keer komt het woord voor in Job 3.
Job 3:1-4. Daarna opende Job zijn mond en vervloekte de dag van zijn geboorte. Hij zei: ‘Laat de dag dat ik geboren ben vergaan, en ook de nacht die zei: “Een jongen is verwekt.” Laat die dag een dag van duisternis worden, laat God in de hemel er geen acht op slaan. Laat die dag niet baden in het licht.
In de boeken Kronieken, Daniël en Habakuk wordt het woord vijf keer gebruikt om er andere goden mee aan te duiden.
4. Het woord עֶלְיוֹן Elyown Allerhoogste
Het woord kan gaan over regeerders van een land of om van een geestelijk terrein.
Het woord עֶלְיוֹן, elyown komt 53 keer voor in de Bijbel. Voor het eerst in Genesis 14, zelfs nog met een aparte toevoeging, zie punt 4b. hieronder.
Het woord komt 22 keer in de Psalmen voor, waarvan in twee Psalmen twee keer, in Psalm 78 en in Psalm 91. Voor Psalm 78, zie punt 4c. De andere Psalm hier direct onder.
Het woord elyown vertaalt men met ‘hoogste’ of de ‘Allerhoogste’. Op zich is de vorm van het vertaalde woord vreemd omdat het Hebreeuws geen overtreffende trap kent. Het is meer degene, die bovenaan staat. De wortel van het woord is namelijk het werkwoord עָלָה (`alah ), Strong nummer H5927 dat 895 keer voorkomt in 817 verzen en dat opgaan of klimmen betekent.
Psalm 91:1-2. Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik.’
Psalm 91:9-10. U bent mijn toevlucht, HEER. Als je mag wonen bij de Allerhoogste, zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen.
4b. Het woord אֵל עֶלְיוֹן God onder de goden.
Dat komt vijf keer in de Bijbel voor, waarvan vier keer in Genesis 14. Het komt een paar keer voor in de Bijbel dat voor een bepaalde gebeurtenis een apart woord wordt gebruikt. Zoals bijvoorbeeld, dat is dus heel iets anders, de vervloekingen van Bileam. Die waren uniek.
Zo is deze uitdrukking uniek. Het gaat hier om de de bijzondere positie van Melchisedek te benadrukken. Was hij het, die we later zouden leren kennen als Jezus, de zoon van God? Ik denk het wel.
Genesis 14:18. En Melchisedek, de koning van Salem, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester van God, de Allerhoogste, en sprak een zegen over Abram uit: ‘Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, schepper van hemel en aarde. Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijanden leverde hij aan u uit.’ Abram gaf aan Melchisedek een tiende van wat hij had heroverd. De koning van Sodom verzocht Abram hem de mensen terug te geven, de bezittingen mocht Abram houden. Maar Abram antwoordde hem: ‘Ik zweer bij de HEER, bij God, de Allerhoogste, de schepper van hemel en aarde dat ik volstrekt niets wil aannemen van wat uw eigendom is, nog geen draad of schoenriem. U zult niet kunnen zeggen: “Ik ben het die Abram rijk heeft gemaakt.”
En verder komt de uitdrukking in een Psalm voor. Misschien ook hier, denk ik, de link naar Jezus.
Psalm 78:34-35. Zodra er doden vielen, zochten zij God, zij kwamen tot inkeer en verlangden naar hem, dachten eraan dat God hun rots was, God, de Allerhoogste, hun bevrijder.
4c. De woorden אֱלֹהִים עֶלְיוֹן Elohim Elyown
Deze uitdrukking komt twee keer voor, hieronder staan ze.
Psalm 57:3. Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, Die Zijn werk aan mij voltooien zal. [HSV]
Psalm 78:56. Maar zij stelden God, de Allerhoogste, op de proef en tergden Hem, en namen Zijn getuigenissen niet in acht. [HSV]
In Psalm 57 is het David, die op de vlucht voor Saul, die de drie-enige God of zelfs de hele hemel erbij roept.
In Psalm 78 stelt Asaf, dat het ondankbare volk de hele Godheid of de hele hemel op de proef stelden.
4d. De woorden לֵֽאלֹהֵ֣י הָאֱלֹהִ֑ים god van de goden
In dit verband is ook de uitdrukking God van de goden te noemen, die vijf keer voorkomt.
Dat komt o.a. in deze tekst voor waar in totaal 7 keer een naam over God in staat, namelijk 3x Elohim, eenmaal Jahweh, Heer, Heren en El is deze.
Deuteronomium 10:17. Want de HEERE, uw God, is de God der goden en de Heere der heren; die grote, machtige en ontzagwekkende God, Die niet partijdig is en geen geschenk in ontvangst neemt.
Jozua 22:22. De God der goden, de HEERE, de God der goden, de HEERE, Hij weet het; Israël zelf zal het ook weten! Als het door opstandigheid of door trouwbreuk tegen de HEERE is, behoud ons heden dan niet.
Psalm 136:2. Loof de God der goden, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. [HSV]
Daniël 2:47 De koning zei tegen Daniël: ‘Het is waar, uw God is de God der goden en de Heer der koningen. Hij onthult mysteries en daardoor hebt u dit mysterie kunnen onthullen.’ Toen benoemde de koning Daniël in een hoge functie en gaf hem vele grote geschenken; hij maakte hem heerser over de hele provincie Babel en benoemde hem tot hoofd van alle wijzen van Babylonië. [Verder nog in Daniël 11:36]
5. De woorden אל אלהי ישראל god, de god van Israël.
Komt van H410 (El), H430 (Elohim) en H3478 (Israel).
Komt eenmaal voor in Genesis 33. Jacob heeft dan de ontmoeting met zijn woedende broer overleefd.
Genesis 33:18-20. Jakob kwam veilig aan bij de stad Sichem, die in het land Kanaän ligt, nadat hij uit Paddan-Aram gekomen was; en in het zicht van die stad zette hij zijn tenten op. Hij kocht het stuk land waarop hij zijn tent gezet had voor honderd geldstukken van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Hij richtte daar een altaar op en gaf het de naam: De God van Israël is God. [HSV]
Bij de NBV heeft het altaar de naam: ‘El is de God van Israël’. Na de benauwde ontsnapping zegt Jacob, de God die ik dien is God. Bij de vertaling van de NBV lijkt Jacob tot de ontdekking gekomen te zijn dat El, wiens naam men overigens algemeen in Kanaän gebruikte de echte God is. De vertaling van de NBV vind ik een verkeerde indruk geven.
5b. De woorden אֱלֹהִים יִשְׂרָאֵל Elohim Israël
De combinatie van elohim en Israël kom je wel in zo’n 200 verzen tegen. Een veelgebruikte uitdrukking. Zo kunnen wij ook God noemen: de God van Israël. Hieronder slechts enkele citaten.
De eerste teksten, die ik vond met deze uitdrukking staan in het boek Exodus. Van de vier teksten in Exodus hier de eerste twee.
Exodus 5:1. Hierna gingen Mozes en Aäron naar de farao, en ze zeiden tegen hem: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Laat mijn volk gaan, om in de woestijn ter ere van mij een feest te vieren.’
Exodus 24:9-10. Hierna ging Mozes de berg op, samen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van het volk, en zij zagen de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf.
Verder deze mooie tekst uit Jesaja.
Jesaja 45:15. En: ‘Voorwaar, u bent een God die zich verborgen houdt, de God van Israël, die redding brengt.’
5c. De woorden יִשְׂרָאֵל אֵל de God van Israël.
De combinatie de El (God) van Israël kom je maar één keer tegen namelijk in Psalm 68.
Psalmen 68:36. Ontzagwekkend bent u, God (elohim), in uw heiligdom. De God (el H140) van Israël, hij geeft macht en nieuwe kracht aan zijn volk. Geprezen zij God! (elohim)
5d De woorden אֱלֹהִים אָב de God van je vaderen.
Het gaat in de Bijbel zo’n 80 keer over de God van vader … of van je vaderen. Soms worden ze met name genoemd: de God van Abraham je vader, Isaak, Jacob of Israël idem dito. Of de God van je vader David. Ook Nahor een voorvader van Abraham wordt genoemd.
Hieronder wat eerste teksten die in een combinatie voorkomen.
Genesis 26:24. ’s Nachts verscheen de HEER aan hem (Isaak) en zei: ‘Ik ben de God van je vader Abraham. Wees niet bang want ik sta je terzijde, en ik zal je zegenen en je veel nakomelingen geven omwille van mijn dienaar Abraham.’
Genesis 28:13. Ook zag hij (Jacob) de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal ik aan jou en je nakomelingen geven.
Genesis 31:53. De God van Abraham en de God van Nachor, die ook de God van hun vader was, zal beoordelen wie van ons beiden in zijn recht staat.’ Jakob zwoer een eed bij de God voor wie zijn vader Isaak diep ontzag had.
Exodus 3:13. En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen? [HSV]
2 Koningen 20:5. Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de vorst van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan.
Ergens begint het bij Abraham of Nachor. Daarna openbaart God zich steeds, zoals bij Isaak en Jacob, als de God van hun vader. Naar aanleiding van deze tekst: ik hoop dat God zich zo ook aan mijn kinderen openbaart.
Bij het volk Israël gaat God zich openbaren als de God van je vaderen. In het meervoud dus. Je zou ook kunnen vertalen met de God van je voorvaders. De NBV maakt er voorouders van in Exodus 3:13. Ik weet niet of dat klopt. Dat veronderstelt dat het aanspreekpunt van de familie een zaak van de man én de vrouw is. Het lijkt mij dat de vader er als eerste wordt aangesproken op zijn geestelijke verantwoordelijkheid.
6. De woorden אֱלֹהִים שָׁמַיִם ‘elohiym shamayim God van de hemel
Er zijn negen teksten waar gesproken wordt over de God in het meervoud van de hemel. Hieronder de eerste drie teksten waarvan twee uit de Torah.
Genesis 24:3. Ik wil u laten zweren bij de HEERE, de God van de hemel en de God van de aarde, dat u voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters van de Kanaänieten te midden van wie ik woon [HSV]
Genesis 24:7. De HEER, de God van de hemel, die mij heeft opgedragen weg te gaan bij mijn naaste verwanten en mijn geboorteland te verlaten en die mij onder ede beloofd heeft dat hij dit land hier aan mijn nakomelingen zal geven, hij zal zijn engel voor je uit sturen, zodat je daar een vrouw voor mijn zoon zult vinden.
2 Kronieken 36:23. ‘Dit zegt Cyrus, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEER, de God van de hemel, mij gegeven. Hij heeft mij opgedragen om voor hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, een stad in Juda. Laten al diegenen onder u die tot zijn volk behoren, zich verzekerd weten van de hulp van de HEER, hun God, en daarheen gaan.’ [zelfde tekst in Ezra 1:2]
Andere teksten zijn te vinden in Ezra 1:2, Nehemia 1:4 en 5, 2:4 en 20 en Jona 1:9.
Eenmaal is er een combinatie van El, woordnummer H410, met hemel namelijk in Psalm 136.
Psalm 136:26. … loof de God van de hemel – eeuwig duurt zijn trouw!
Er is ook een variant met Aramese woorden, die de God van de hemel betekent. Elf teksten met dit woord, hieronder de eerste twee. Het zijn woorden uit een brief aan koning Darius.
Ezra 5:11-12. Dit was hun antwoord: “Wij zijn dienaren van de God van de hemel en de aarde, en wij herstellen de tempel die reeds vele jaren geleden werd gebouwd; een groot koning van Israël heeft de bouw ervan destijds voltooid. Maar omdat onze voorouders de God van de hemel hebben vertoornd, heeft hij hen aan de koning van Babylonië, de Chaldeeër Nebukadnessar, uitgeleverd. Hij heeft deze tempel verwoest en het volk in ballingschap naar Babylonië weggevoerd.
Verder nog in Ezra 6:9 en 10 en 7:12, 21 en 23 en Daniël 2:18, 19, 37 en 44.
In het Aramees komt ook een eenmalig voorkomende vorm voor namelijk in Daniël 5 uit de tekst van hem aan koning Belsassar. Voor Heer wordt hier het Arameese woord Mare gebruikt, woordnummer H4756.
Daniël 5:23. U bent tegen de Heer van de hemel opgestaan. U hebt de bekers laten halen die uit zijn tempel afkomstig zijn, en u en uw machthebbers, uw hoofdvrouwen en bijvrouwen, hebben er wijn uit gedronken. U hebt uw goden van zilver en goud, van brons, ijzer, hout en steen geprezen, goden die niets zien of horen of weten. Maar de God die beschikt over uw levensadem en die al uw doen en laten bepaalt, hebt u niet verheerlijkt.
7. De woorden אֵל עוֹלָם God de Eeuwige
Slechts eenmaal komt dit begrip voor, God de Eeuwige en wel in Genesis 21 als Abraham een tamarisk plant.
Genesis 21:31-34. Omdat zij daar een eed zwoeren heet die plaats Berseba. Zo sloten zij in Berseba een bondgenootschap. Daarna ging Abimelech met zijn legeraanvoerder Pichol terug naar het land van de Filistijnen. Abraham plantte in Berseba een tamarisk en riep er de naam van de HEER, de eeuwige God, aan. Hij woonde lang als vreemdeling in het land van de Filistijnen.
In Psalm 90:2 en 136:26 wordt ook de verbinding tussen God en de eeuwen ‘owlam’ gelegd.
Psalm 90:2. Nog voor de bergen waren geboren, voor u aarde en land had gebaard – u bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Psalm 136:26. … loof de God van de hemel – eeuwig duurt zijn trouw!
7b. De woorden עוֹלָם הִים god en eeuwig
Er zijn acht teksten, die een verbinding leggen tussen de naam van God met eeuwig. In één tekst is die verbinding heel duidelijk dat is deze tekst in het boek van de profeet Jesaja.
Jesaja 40:28. Weet je het niet? Heb je het niet gehoord? Een eeuwige God is de HEER, schepper van de einden der aarde. Hij wordt niet moe, hij raakt niet uitgeput, zijn wijsheid is niet te doorgronden.
In de andere zeven teksten is er wel een verbinding tussen God en eeuwig maar niet zo dat je met ‘eeuwige God’ kunt vertalen. Hier enkele voorbeelden.
Psalm 48:15. Want deze God is onze God, eeuwig en altijd; Híj zal ons leiden tot de dood toe.
Jeremia 10:10. Maar alleen de HEER is werkelijk God, hij is de levende God, de eeuwige koning. Door zijn woede beeft de aarde, tegen zijn toorn houden volken geen stand.’
De uitdrukking ‘eeuwige God’ kun je in sommige vertalingen of christelijke documenten regelmatig voorkomen, maar ze komt maar twee keer voor in de Bijbel zowel bij de variant bij 7 als bij 7b.
8. De woorden אֱלֹהִים קֶדֶם ‘elohiym qedem god van oude tijden.
Qedem is het woord voor het Oosten. Vanuit het Oosten komt de zon. Je zou kunnen zeggen: ‘Het verleden ligt in het Oosten’. Het gaat om de vroegere en de oude tijden. In het Westen ligt de toekomst, daar gaat de zon naar toe.
Het begrip komt eenmaal voor in Deuteronomium bij de zegen van Mozes voor de stammen. Hij sluit af met een zegen voor heel Israël.
Deuteronomium 33:27. Niemand is er als God, Jesjurun! Hij rijdt op de hemel om u te helpen, en in Zijn majesteit op de wolken. De eeuwige God is voor u een woning, en onder u zijn eeuwige armen. Hij verdrijft de vijand voor u uit, en zegt: Vaag hem weg! [HSV]
En dan zijn er nog twee teksten, die het verleden verbinden met God.
Habakuk 1:12. Bent u, HEER, niet altijd mijn God, mijn Heilige geweest? Wij zullen toch niet sterven?
Psalm 74:12. God, mijn koning van oudsher, die verlossing brengt in het hart van het land!
9. De woorden עַתִּיק יוֹם oude van dagen of de verplaatser van dagen.
Er staan drie teksten in de Bijbel met deze woorden. Alle drie in Daniël 7. Het is aannemelijk dat niet juist is vertaald, zie opmerkingen hieronder.
Eerst de drie teksten uit Daniël.
Daniel 7:9. Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. Zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur. [andere vertalingen Oude van dagen]
Daniël 7:13. In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid.
Daniël 7:22. Ik had immers gezien hoe die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overwon, totdat de oude wijze kwam, er recht werd verschaft aan de heiligen van de hoogste God en de tijd aanbrak dat de heiligen het koningschap in bezit kregen
In Daniël 7 is het een Aramees woord, het Hebreeuwse woord is עַתִּיק (`attiyq) woordnummer H6267. Dat woord betekent zoiets als wegnemen, verwijderen.
De volgende twee alinea’s is tekst van van de site Goedbericht d.d. 18-4-2018, Zie link.
Maar dan nog iets over “de Oude van dagen” waarvan in vrijwel alle vertalingen in Daniël 7:9,13 en 22 sprake is. De Concordant Version geeft weer: “Transferrer of Days”, dat is “Verplaatser van dagen”. Hoe zit dat? Het Aramese woord hier (ATIQ, Strong H6268) komt alleen in Daniel 7 voor. De stam van dit woord heeft de primaire gedachte van verplaatsen in zich. In Genesis 12:8: “toen brak hij op” of in Job 9:5: “Hij verplaatst de bergen…” (zie ook Job 14:18 en 18:4). Met deze betekenis komt de vertaling “Verplaatser van dagen” in Daniel 7 in een opmerkelijk licht te staan. Want wat doet de “Verplaatser van dagen”? Hij maakt dat de dag van heerschappij van de vier beesten plaats maakt voor “de Dag van de Zoon des Mensen” (Lucas17:24). Zodat de titel “Verplaatser van dagen” perfect overeenkomt met de functie die Hij in Daniel 7 vervult!
Wellicht dat de weergave van “Oude van dagen” mede is ingegeven door de notie dat zijn haar “blank als wol” is. Maar dat is m.i. een misverstand: “blank” staat hier niet voor ouderdom maar voor onschuld. Het Aramese woord voor ‘blank’ is daar zelfs ook van afgeleid (Strong H5352). Trouwens, ook van de Zoon des Mensen in Openbaring 1:14 lezen we dat “zijn haren waren wit als wol”. In dat vers is in elk geval ‘ouderdom’ niet de geachte; het wit dient om de reinheid en zuiverheid te accentueren.
10. De woorden אֵל רֳאִי el ro’iy god van het zien
Deze uitdrukking komt alleen in Genesis 16:13 voor. Hagar zei: God heeft mij gezien. Hij is de God van het zien.
Genesis 16:13-14. Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want,’ zei ze, ‘heb ik hier niet hem gezien die naar mij heeft omgezien?’ Daaraan dankt de bron die daar is zijn naam, Lachai-Roï; hij ligt tussen Kades en Bered.
11. Het woord שַׁדַּי shaddai de ontzagwekkende
Het woord shaddai, kun je vertalen met ‘de ontzagwekkende’. Het woord komt 41 keer voor zonder dat het woord God erbij staat. Daarvan 32 keer in het boek Job. Verder nog eenmaal in de boeken Genesis, Exodus, Jesaja en Joel. Tweemaal in Numeri, Ruth, de Psalmen en Ezechiël.
De KJV vertaalt shadday met Almighty, in SV, NBG en HSV meestal meestal met de almachtige. Het Hebreeuws zegt dat God ontzagwekkend is. Hij kan, en wil dat soms ook, vernietigen. Ook zijn ongehoorzame volk.
Het ‘al’ van almachtig kunnen mensen op het verkeerde spoor zetten als men gaat denken dat ingrijpen van God vanzelfsprekend is, dat het God geen inspanning kost, dat de Gods orde automatisch wordt hersteld. Dat lijkt me onjuist.
Hier de twee teksten uit de Psalmen en een tekst van de profeet Joel.
Psalmen 68:15. … de Ontzagwekkende dreef koningen uiteen, sneeuw viel neer op de Salmon.
Psalmen 91:11. Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende.
Joel 1:15. O angstwekkende dag! Nabij is de dag van de HEER, de dag van ondergang (H7701) die komt van de Ontzagwekkende! (H7706)
11b. De woorden שַׁדַּי אֵל God de ontzagwekkende El Shadday.
Deze combinatie komt 7 keer voor, vijf keer in Genesis, voor het eerst in Genesis 17:1. Verder eenmaal in Exodus en eenmaal in
Ezechiël.
Genesis 17:1. Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven.
Genesis 28:3. God, de Ontzagwekkende, moge je zegenen, je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven, zodat er een groot aantal volken uit je voortkomt.
Toen er nog maar een paar mensen waren op aarde, die met God op weg waren gegaan, toen openbaarde God zich aan dat kleine groepje als een indrukwekkende God. Een bemoediging. Let op we zijn wel gering maar we hebben een indrukwekkend grote God.
12. De woorden אֱלֹהִים מַעֲרָכָה ‘elohiym ma`arakah God van de legers
Deze uitdrukking komt in drie teksten in hetzelfde hoofdstuk voor, namelijk in 1 Samuel 17:26, 36 en 45. Het is de geschiedenis over de kleine David, die een gevecht op leven en dood met de reus Goliath aangaat. David gebruikt dan een nieuwe naam voor God. Briljant als hij was. Hier een citaat van twee teksten.
1 Samuel 17:26. David vroeg aan de soldaten die in zijn buurt stonden: ‘Wat gebeurt er met degene die die Filistijn daar verslaat en Israël van deze schande bevrijdt? Wat denkt die onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft te beschimpen!’
1 Samuel 17:45. ‘Jij daagt me uit met je zwaard en je lans en je kromzwaard,’ antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van de HEER van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als je onze God wil duiden kun je heel goed de uitdrukking ‘de God van Israël’ gebruiken. Dan is meteen duidelijk wie er wordt bedoeld. God van de hemel zou ook nog kunnen.
In de persoonlijke sfeer zou je kunnen spreken van de God van mijn vader of van mijn opa. De God van opa Hendrik zou ik kunnen zeggen. Hij diende namelijk God.
Omdat de meeste mensen in onze tijd denken dat er geen goden bestaan is spreken over den Hoogste God niet zo betekenis vol.
Er zijn mensen, die God steevast de Eeuwige noemen. In die hele Bijbel komt dat maar een keer voor. Anderen noemen steeds de eeuwige God, ook die uitdrukking komt maar eenmaal voor. Je kunt beter meer gebruikelijke namen voor God kiezen.
Men beeldt God nogal eens af als een oude man met wit haar. De tekst waar die verschijning van is afgeleid lijkt anders te moeten worden uitgelegd.
Als je een strijd op leven en dood aangaat, dan is het goed om te beseffen dat God ontzagwekkend is en hemelse legers heeft.
De namen, die met Heer zijn vertaald
In het Hebreeuws staan de woorden adoon en het meervoud adonai wat respectievelijk heer en heren betekent. Het woord komt van regeren, heersen, leiding geven.
Diverse mensen worden in de Bijbel adoon, heer genoemd, bijvoorbeeld Abraham maar ook Ezau.
De meervoudsvorm is adonai. De Bijbel gebruiken dit woord om de God van Israël mee aan te duiden.
Nr. | Hebreeuws | Soort Woord | Strong | Opmerkingen: |
1. | אָדוֹן ‘adown | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H113 | Heer. Komt 335 keer voor in 287 verzen. KJV: lord (197x), master(s) (105x), Lord (31x), owner (1x), sir (1x). |
2. | אֲדֹנָי adonai | Meervoud van adoon | H136 | De Heer. Komt 434 keer voor in 419 verzen. KJV: Lord (431x), lord (2x), God (1x). |
1. Adoon heer of Heer.
Van de 335 keer dat adoon wordt gebruikt wordt het slechts 31 keer gebruikt om de Heer van hemel en aarde mee aan te duiden. De andere keren lijkt het om een menselijke heer of meester te gaan.
In Genesis 13 komt voor het eerst het woord voor. Sara noemt Abraham mijn heer.
Genesis 18:12. Daarom lachte Sara in zichzelf: Zal ik nog liefdesgenot hebben, nu ik oud geworden ben en ook mijn heer oud is? [HSV]
Bij deze tekst, de derde waar het woord in voorkomt, helemaal aan het eind van deze tekst, schrijven de KJV en de HSV heer met een hoofdletter, de NBV schrijft met kleine letter. De NBV gaat er blijkbaar vanuit deze mannen niet God zelf of zijn Zoon was. Het waren denk ik ook, engelen, die er als mannen uitzagen.
Genesis 19:16-18. Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan. Toen zei een van hen: ‘Vlucht, uw leven is in gevaar! Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, anders komt u om.’ Maar Lot antwoordde: ‘Nee, dat niet, mijn heer!
In deze tekst is het overduidelijk dat het om God gaat, dus wordt dan Heer met een hoofdletter geschreven.
Exodus 23:17. Drie keer per jaar moet alles wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht van de Heere HEERE verschijnen. [HSV]
2. Adonai de Heer
Als adonai in het meervoud staat betekent het bijna altijd dat het om de Heer van hemel en aarde gaat.
Het woord adonai komt dikwijls in combinatie met JHWH voor, zie H3069 hieronder bij woorden, die met HEER zijn vertaald. De HSV vertaalt dan met ‘de Heere HEERE’. Heere is daarbij de vertaling van adonai en HEERE is daarbij de vertaling van JHWH.
Het woord adonai komt voor het eerst in de Bijbel voor in Genesis 15:2 waar Abraham God aanspreekt.
Genesis 15:1-2. Enige tijd later richtte de HEER zich tot Abram in een visioen: ‘Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn.’ ‘HEER, mijn God,’ antwoordde Abram, ‘wat voor zin heeft het mij te belonen? Ik zal kinderloos sterven, en alles wat ik bezit zal het eigendom worden van Eliëzer uit Damascus. [de anderen vertalen met Heere HEERE, waarbij Heere dan de vertaling is van Adonai]
Genesis 18:1-3. De HEER verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Er is hier slechts 1% van de teksten waarin adoon of adonai in voorkomt geciteerd. Wat opvalt is de geringe afstand tussen de Heer met een hoofdletter met de mensen. Er was erkenning van de hogere positie van de Heer, maar er is ook een persoonlijke band.
De namen, die met HEER of HEERE zijn vertaald.
Het woord dat wij met HEER of HEERE hebben vertaald, is de meest persoonlijke naam van God. Het zijn de letters JHWH.
We weten alleen de medeklinkers nog van de naam en we weten we niet meer hoe die naam moet worden uitgesproken. Jammer, want in de Bijbel staat ook dat we met gepaste eerbied zijn naam dienen te verkondigen. We weten gelukkig wel, in ieder geval bij benadering, wat de naam betekent.
Ook van deze naam zijn varianten in de Bijbel en er zijn ook allerlei combinaties van woorden met deze naam.
Het woord komt in Genesis 2 gelijk elf keer voor. En daarna dus nog haast ontelbaar keer. Vreemd dat volgens de joodse godsdienst we deze naam niet mogen uitspreken als ze wel 6519 keer in de Tenach voorkomt.
De wortel van het woord JHWH is het werkwoord הָיָה, hayah, Strong nummer H1961 dat 76 keer In 72 verzen voor komt. Dit woord betekent zoiets als: to be, become, come to pass, exist, happen, fall out. Oftewel in het Nederlands zoiets als komen, bestaan en bevatten. Het woord komt voor het eerst voor in Genesis 1:2.
Hebreeuws | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1. | יָהּ Yah | Eigen naam | H3050 | HEER. Verkorte vorm van JHWH. Komt 49 keer in 45 verzen voor. KJV: LORD (48x), JAH (1x). |
2. | יְהֹוָה JHWH | Eigen naam | H3068 | HEER. Komt 6519 keer in 5521 verzen voor. KJV: LORD (6.510x), GOD (4x), JEHOVAH (4x), variant (1x). |
3. | צָבָא יְהֹוָה yĕhovah sabaoth | Combi | H3068 H6635 | HEER van de legers, Almachtige Komt in 237 verzen voor. KJV: Lord of hosts. |
4. | קָדַשׁ יְהֹוָה yĕhovah mekad- deskem | Combi | H3068 H6942 | De HEER die heiligt. Komt vier keer voor. KJV: the LORD that doth sanctify you (1x), the LORD which sanctify you. (2x), the LORD which hallow you (1x) |
5. | רָעָה יְהֹוָה yĕhovah rohi | Combi | H3068 H7462 | De HEER is mijn Herder Komt voor in Psalm 23:1. KJV: The LORD is my shepherd; |
6. | רָפָא יְהֹוָה yehôvâh rapha’ | Combi | H3068 H7495 | De HEER geneest. Komt voor in Exodus 15:26. KJV: I am the LORD that healeth thee. |
7. | יְהֹוָה יִרְאֵה yĕhovah yireh | Eigen naam | H3070 | De HEER zal voorzien. Komt voor in Genesis 22:14. KJV: Jehovahjireh (1x). |
8. | יהוה נִסִּי yehôvâh nissı̂y | Eigen naam | H3071 | De HEER is mijn banier. Het komt eenmaal voor en wel in Exodus 17:15. KJV: Jehovahnissi (1x). |
9. | הוה צִדְקֵנוּ yehôvâh tsidqênû | Eigen naam | H3072 | De HEER zorgt voor het recht. Staat twee keer in Jeremia. KJV: The LORD our righteousness (2x) |
10. | יהוה שָׁלוֹם yehôvâh shâlôm | Eigen naam | H3073 | De HEER is vrede. Alleen in Rechters 6:24. KJV: Jehovahshalom (1x) |
11. | יהוה שָׁמָּה yehôvâh shâmmâh | Eigen naam | H3074 | De HEER is daar. Alleen in Ezechiël 48:35 KJV: The LORD is there. (1x) |
1. Jah HEER
We kennen het korte woord ‘Jah’ van de laatste letters van Halleluja. Die verwijzen naar Jah.
Opvallend is de overeenkomst met het Nederlandse positieve woord ‘ja’. Zouden de wortels van ons ‘ja’ van dit Hebreeuwse woord zijn? Helpt het ons om ‘ja’ te zeggen tegen ‘Jah’?
Het woord Jah komt twee keer voor in de Torah. Hier staan ze beiden.
Exodus 15:2. De HEERE is mijn kracht en lied, Hij is mij tot heil geweest. Dit is mijn God, Hem verheerlijk ik; de God van mijn vader, Hem roem ik. [HSV]
Exodus 17:16. Hij zei: Voorzeker, de hand op de troon van de HEERE! De strijd van de HEERE zal tegen Amalek zijn, van generatie op generatie! [HSV]
De eerste keer dat Jah daarna voorkomt is in de Psalmen.
Psalm 68:5. Zing voor God, zing psalmen voor Zijn Naam; baan de wegen voor Hem Die door de vlakten rijdt, want HEERE is Zijn Naam. [HSV]
2. JHWH De HEER
Het woord JHWH, dat wij als Jahweh uitspreken is het woord dat het meest voorkomt in de Bijbel. Het meest in de Psalmen, daarna de profeet Jeremia. In beide boeken al meer dan 600 keer.
In Genesis 2 komt het woord voor het eerst voor bij de
start van het tweede scheppingsverhaal.
Genesis 2:4-7. In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.
In Exodus 6 staat dat God met de naam JHWH niet bij Abraham, Isaac en Jacob bekend was.
Exodus 6:3. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam HEER heb ik niet aan hen bekendgemaakt.
Als door Mozes of onder leiding van Mozes het boek Genesis wordt geschreven, dan is de naam JHWH al wel bekend.
Hier de teksten waar het in de eerste Psalm en het eerste hoofdstuk van het boek van Jeremia over JHWH gaat.
Psalm 1:2. … maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
Psalm 1:6. De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood.
Jeremia 1:2. De HEER richtte zich tot hem in het dertiende jaar dat koning Josia, de zoon van Amon, over Juda regeerde.
Jeremia 1:4-7. De HEER richtte zich tot mij: ‘Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt.’ Ik riep: ‘Nee, HEER, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.’ Maar de HEER antwoordde: ‘Zeg niet: “Ik ben te jong.” Richt je tot iedereen naar wie ik je zend en zeg alles wat ik je opdraag.
3. yĕhovah sabaoth Heer van de hemelse legermachten
Deze uitdrukking betekent letterlijk de Heer van de legers. Tsaba is leger. Het meest komt voor ‘de Heer van de legers’, maar ook de uitdrukking ‘de legers van de Heer’ komt een enkele keer voor, ik heb er vijf gevonden. Deze uitdrukking komen we als eerste tegen in de Bijbel.
Hier wat de diverse vertalingen van de vorm yĕhovah sabaoth maken:
NBV: HEER van de hemelse machten
SV: HEERE der heirscharen
NBG: HERE der heerscharen
HSV: HEERE van de legermachten.
KJV: God of hosts.
Hier de eerste drie verzen met deze woorden gaan over de legers van de Heer. (de vierde en vijfde zijn Jeremia 33:11 en Hosoa 12:5)
Exodus 12:41. En het gebeurde na verloop van vierhonderddertig jaar, op deze zelfde dag gebeurde het: alle legers van de HEERE zijn uit het land Egypte vertrokken. [het leger is hier de hele groep van mensen van het volk Israël. [HSV]
Jozua 5:13-15. Toen Jozua eens in de omgeving van Jericho liep, zag hij plotseling een man tegenover zich met een getrokken zwaard in de hand. Jozua ging op hem af en vroeg: ‘Hoor je bij ons of bij de vijand?’ De man antwoordde: ‘Bij geen van beide, ik ben de aanvoerder van het leger van de HEER. Daarom ben ik hier.’ Jozua viel op zijn knieën, boog diep voorover en vroeg hem: ‘Mijn heer, ik ben uw dienaar, wat beveelt u mij?’ De aanvoerder van het leger van de HEER zei tegen Jozua: ‘Trek je sandalen uit, want de plaats waarop je staat is heilig.’ Jozua deed wat hem bevolen was.
1 Samuel 1:1-3. In Rama in de streek Suf, in het bergland van Efraïm, woonde een man die Elkana heette. Hij was een zoon van Jerocham, die een zoon was van Elihu, de zoon van Tochu, de zoon van Suf, en behoorde tot de stam Efraïm. Hij had twee vrouwen: de ene heette Hanna en de andere Peninna. Peninna had kinderen, maar Hanna niet. Elk jaar ging deze man vanuit zijn woonplaats naar Silo, om daar de HEER van de hemelse machten te vereren en hem offers te brengen.
1 Samuel 1:10-11. Diep bedroefd bad Hanna tot de HEER. In tranen legde ze een gelofte af: ‘HEER van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan u: nooit zal zijn haar worden afgeschoren.’
De Heer Sebaoth komt het meest voor in het boek van Jesaja namelijk 53x, daarna Zacharia 46x en Maleachi 24x. Van deze boeken de eerste verzen waarin ze voorkomen.
Jesaja 1:8-9. Wat rest er nog van Sion? Het is als een hut in een wijngaard, een schuilkeet in een komkommerveld, een stad in het nauw. Had de HEER van de hemelse machten ons niet een laatste rest gelaten, het zou ons zijn vergaan als Sodom en Gomorra.
Zacharia 1:1-3. In de achtste maand van het tweede regeringsjaar van Darius richtte de HEER zich tot de profeet Zacharia, de zoon van Berechja, de zoon van Iddo: ‘De toorn van de HEER heeft jullie voorouders getroffen. Zeg nu tegen het volk: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Keer terug naar mij, dan zal ik naar jullie terugkeren – zegt de HEER van de hemelse machten.
Maleachi 1:4. Edom kan zeggen: ‘Al zijn we verslagen, we bouwen de puinhopen weer op,’ maar dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ze kunnen bouwen zo veel ze willen, ik zal het weer afbreken. ‘Goddeloos land’ zal men het noemen, en ook: ‘Het volk waarop de HEER voor eeuwig verbolgen is’.
Er is een tekst waarin de uitdrukking ‘God van de legers’, zie hoofdstuk 2.12, en ‘Heer van de machten’ beide in voorkomen. Het is David, die dit uitroept vlak voor de strijd op leven en dood tegen de reus Goliath.
1 Samuel 17:45. ‘Jij daagt me uit met je zwaard en je lans en je kromzwaard,’ antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van de HEER van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt.
Je kunt je afvragen: waar zou het hemelse leger uit bestaan? Allerlei geestelijke wezens zoals allerlei soorten grote en kleinere engelen in een bepaalde hiërarchie. En dan ook nog andere geestelijke machten?
4. yĕhovah mekad-deskem de Heer die heiligt.
Deze uitdrukking komt vier keer voor, voor het eerst in Exodus 31 en daarna in Leviticus 20:8, 21:8 en 22:32. Als de HEER je heiligt, ga je steeds meer op hem lijken.
Exodus 31:12-13. De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Neem wel steeds mijn sabbat in acht, want elke generatie opnieuw is die dag voor mij en voor jullie een teken dat eraan herinnert dat ik, de HEER, jullie geheiligd heb.
Leviticus 21:12-15. De gezalfde priester moet trouwen met een vrouw die nog maagd is. Hij mag niet trouwen met een weduwe of een verstoten of door hoererij ontwijde vrouw. Hij moet een maagd uit de priesterfamilie trouwen, anders zou hij zijn nageslacht ontwijden. Ik ben de HEER, ik heilig hem.”’
“Ik de HEER heiligt hen” komt ook nog in vier teksten voor. Ook een tekst uit een profetenboek.
Ezechiël 20:10-12. Ik leidde hen uit het land Egypte en bracht hen in de woestijn. Ik gaf hun Mijn verordeningen en maakte hun Mijn bepalingen bekend: de mens die ze doet, zal erdoor leven. Ook heb Ik hun Mijn sabbatten gegeven, om een teken te zijn tussen Mij en hen, zodat zij zouden weten dat Ik de HEERE ben Die hen heiligt. [HSV]
In Ezechiël 37:28 staat dat de HEER Israël heiligt.
In Exodus 19:10 wordt voor de eerst keer de relatie gelegd tussen JHWH en heiligen. Een verband dat 73 keer voorkomt in het Oude Testament.
Ook Jezus heiligt ons, zie deze tekst.
Hebreeën 13:12 Daarom heeft ook Jezus, om met zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden.
5. yĕhovah rohi de Heer is mijn Herder.
Deze uitdrukking komt eenmaal voor en wel in Psalm 23.
Psalm 23:1-3. Een psalm van David. De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam.
Totaal zijn er 29 verzen, die een verband leggen tussen God en het herder zijn of het herderen als werkwoord. Dat komt met name in de boeken van de profeten voor namelijk 21 keer.
6. yehôvâh rapha’ de Heer geneest.
Deze uitdrukking komt eenmaal voor en wel in Exodus 15. Het is de uitdrukking, die in het midden staat van ‘genezing’ van het water, van overvloed en van de voorwaarden. De voorwaarden zijn de geboden en wetten te gehoorzamen.
Exodus 15:24-27. Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Daar in de woestijn gaf de HEER hun wetten en regels, en daar stelde hij hen op de proef. Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’ Hierna kwamen ze in Elim, een plaats met twaalf waterbronnen en zeventig dadelpalmen. Daar sloegen ze bij het water hun tenten op.
Er zijn naast deze tekst nog 21 verzen, die de relatie tussen tussen JHWH en genezing weergeeft Psalm 103:3 en Psalm 147:3. Zie verder de studie over Genezing.
Een tekst, die wijst op Jezus, die geneest staat in 1 Petrus.
1 Petrus 2:24. Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen.
7. yĕhovah yireh de Heer zal voorzien.
Yireh komt van ra-a, Strong H7200 wat zien betekent. Je ziet de door de Heer gegeven oplossing. Strong heeft ervoor gekozen
om aan dit begrip één nummer te geven.
De uitdrukking komt eenmaal voor in Genesis 22 en de bijzondere geschiedenis van Abraham die zijn zoon Isaak bijna offert.
Genesis 22:13-14. Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’
Dat de HEER voorziet kom je op veel plaatsen tegen in de Bijbel. Een voorbeeld van Jezus, die voorziet staat in Johannes 6.
Johannes 6:35. Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.
8. De Heer is mijn banier.
Het is de naam die Mozes aan het altaar gaf, na de slag met de Amalekieten. Strong heeft aan de hele uitdrukking één nummer gegeven.
Exodus 17:14-15. De HEER zei tegen Mozes: ‘Leg deze overwinning in een oorkonde vast, zodat niemand die ooit zal vergeten, en overtuig Jozua ervan dat ik zal zorgen dat niets op aarde nog aan het volk van Amalek herinnert.’ Toen bouwde Mozes een altaar, en hij noemde het ‘De HEER is mijn banier’
Het woord vaandel of banier komt ook 20 keer zelfstandig voor in de Bijbel, het is Strongnummer H5251. In dit hoofdstuk uit Jesaja komt het woord tweemaal voor.
Jesaja 11:10-12. Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn. Op die dag heft de Heer opnieuw zijn hand op om de overlevenden van zijn volk vrij te kopen uit Assyrië en Egypte, uit Patros, Nubië en Elam, uit Sinear en Hamat, en van de eilanden in zee. Dan steekt hij een vaandel op voor de volken. Hij brengt bijeen wie uit Israël verdreven waren, de vluchtelingen uit Juda brengt hij samen, van de vier uiteinden van de aarde.
9. yehôvâh tsidqênû de HEER is onze gerechtigheid.
De uitdrukking de Heer is onze gerechtigheid wil zeggen” ‘de Heer zorgt voor het recht’. Deze uitdrukking komt twee keer voor in het boek van de profeet Jeremia. Strong heeft ervoor gekozen om aan dit begrip één nummer te geven.
De telg die komt heet de HEER is onze gerechtigheid. Bij de tweede tekst zien we dat de naam van de stad Jeruzalem de HEER is onze gerechtigheid zal heten.
Jeremia 23:5-6. De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat ontspruiten, die als koning een wijs beleid zal voeren en die in het land recht en gerechtigheid zal handhaven. Dan wordt Juda verlost en zal Israël in vrede leven. Zijn naam zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”.
Jeremia 33:15-18. Op die dag, in die tijd, zal ik aan Davids stam een rechtmatige telg laten ontspruiten, die recht en gerechtigheid in het land zal handhaven. Dan wordt Juda verlost en de inwoners van Jeruzalem zullen in vrede leven. En de naam van de stad zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”. Want dit zegt de HEER: Er zal altijd een nakomeling van David op de troon van Israël zitten en er zullen altijd Levitische priesters zijn die mij dienen, die brandoffers zullen brengen, graanoffers zullen opdragen en vredeoffers zullen bereiden.’
In het Nieuwe Testament vinden we dit weer terug in 2 Korintiërs 5:21: door Jezus zijn we verzoend en daardoor zijn we rechtvaardig voor God.
10. yehôvâh shâlôm de HEER is vrede.
De uitdrukking de HEER is vrede komt alleen in Richteren 6:24 voor.
Gideon bouwde een altaar en noemde die De Heer geeft rust. Hij deed dat nadat de Heer hem had gerustgesteld. Strong heeft ervoor gekozen om aan dit begrip één nummer te geven.
Rechters 6:24. Gideon bouwde op die plek een altaar voor de HEER, en noemde het ‘De HEER geeft rust’. Tot op de dag van vandaag staat dat altaar op het land van de afstammelingen van Abiëzer in Ofra.
Het woord shalom vrede komt als 236 keer voor in de Bijbel, o.a. bij de Aäronitische zegen Numeri 6:22-27 dat afsluit met: “De Heer geeft ons vrede”.
Één van de namen van het kind dat geboren zal worden is Vredevorst, Jesaja 9:5-6.
Ook in het Nieuwe Testament zoals in 1 Tessalonicenzen 5:23-24 en Hebreeën 13:20 wordt God, de God van de vrede genoemd.
11. yehôvâh shâmmâh de HEER is daar.
Deze uitdrukking komt alleen in Ezechiël 48 voor, het is het laatste vers van het boek. Het is de naam voor Jeruzalem in de toekomst. Strong heeft ervoor gekozen om aan dit begrip één nummer te geven. In Openbaringen 21 komt deze uitdrukking weer terug,
Ezechiël 48:35. De omtrek van de stad bedraagt 18.000 el. Voortaan heet de stad: ‘De HEER is daar!’
Wat kunnen we leren van deze teksten?
Iedere keer dat we ‘ja’ zeggen tegen iets of iemand kunnen we ook aan onze God denken.
Als de relatie met God persoonlijk wordt, dan komt de naam JHWH naar voren. Met ‘Ik ben er’ zou je kunnen vertalen. In Genesis 2 waar het zogenaamde tweede scheppingsverhaal staat komt JHWH voor het eerst voor. In dit verhaal meer aandacht voor de mens en zijn God.
Opvallend dat God door zijn naam JHWH te gebruiken zich aan Mozes meer persoonlijk voorstelt dan aan Abraham, Isaac en Jacob. Ook bij de profeet Jeremia werd de relatie tussen JHWH en de profeet zeer persoonlijk.
Het lijkt wel of JHWH ontdekte door de eeuwen heen dat de relatie met sommige mensen heel persoonlijk kon zijn. Zij werden een soort van vrienden met elkaar.
De naam JHWH van de hemelse legermachten is zowel indrukwekkend als nabij. Dat kan dus.
Er zijn een zeven uitdrukkingen met JHWH waar een kenmerk van JHWH is genoemd. De HEER, die heiligt, Hij is onze herder, Hij geneest, Hij voorziet, Hij is onze gerechtigheid, Hij geeft vrede, Hij is er.
Combinaties van namen HEER en God
Is er iets te leren van combinaties van de namen van God? Of is het zoals de mensen in Nederland een voor en achternaam hebben of een achternaam met een functienaam er bij zoals meester Jansen of burgemeester Patijn.
Het lastige is, dat in het Hebreeuws er drie namen families zijn, Elohim, Adonai en JHWH en in het Nederlands er maar twee namenfamilies zijn, God en Heer. Daardoor krijg je rare constructies bij de vertalingen.
Nr. | Hebreeuws | Soort Woord | Strong | Opmerkingen: |
1. | יְהֹוָה אֱלֹהִים Yĕhovah ‘elohiym | Combi | H3068 H430 | HEER, de God Komt 844 keer voor. KJV: the LORD God |
2. | יְהֹוָה אֵל Yĕhovah ‘el | Combi | H3068 H410 | De HEER, de God …. Komt 9 keer voor. |
3 | יָהּ אֱלֹהִים Yahh ‘elohiym | Combi | H3050 H430 | HEER en ….. God. Komt in één vers voor. |
4. | אֲדֹנָי יְהֹוָה ‘ Adonay Yĕhovih | Eigen naam | H3069 | God, de HEER. Komt 305 keer voor in 295 verzen KJV: GOD (304x), LORD (1x). |
5. | אֲדֹנָי אֱלֹהִים ‘Adonay ‘elohiym | Combi | H136 H430 | Heer God Komt zeven keer KJV: Lord, my God |
Andere combinaties van de familienamen Elohim, Adonai en JHWH komen zover ik heb nagegaan, niet voor.
1. JHWH Elohim
De combinatie Jahweh met Elohim komt 844 keer voor, waarvan 281 keer in het boek Deuteronomium. JHWH en dan Elohim komt voor het eerst in Genesis 2 voor. In dat hoofdstuk wel elf keer.
Deze verzen zijn deels al hierboven geciteerd, maar hier nogmaals omdat de uitdrukking voor het eerst in het boek Exodus voorkomt.
Exodus 3:14-16. Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’” Laat de oudsten van Israël bij elkaar komen en zeg tegen hen: “De HEER, de God van uw voorouders, is aan mij verschenen, de God van Abraham, Isaak en Jakob, en hij heeft gezegd: ‘Ik heb gezien wat jullie in Egypte wordt aangedaan en ik heb mij jullie lot aangetrokken.
Hierboven is te zien dat de vorm is: de HEER, de God van … , of de HEER onze God of jullie God of iets dergelijks. Een aantal keren is dat zonder toevoegingen en staat er ‘de HEERE God’ zoals hieronder:
Exodus 9:30. Maar wat u en uw dienaren betreft, ik weet dat u nóg niet voor het aangezicht van de HEERE God vrezen zult.
Vanaf Deuteronomium 4:2 komt er nog een andere vorm voor namelijk met uw, jouw of jullie. De HEER (JHWH) uw God.
Deuteronomium 4:2. Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God. [dat de NBV met het formele ‘uw’, ‘uw God’ vertaalt is wel jammer. De HEER jullie God of JHWH jullie God zou een dierbare tekst kunnen zijn en helemaal in overeenstemming met het Hebreeuws]
De woorden JHWH en elohim staan 34 keer in een andere volgorde, dus eerst elohim en dan JHWH. In het Hebreews staat er dan nog anee (ik) tussen in de KJV meestal vertaalt als “thy God, I am the Lord”.
Voorbeeld van deze vorm:
Leviticus 19:12. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.
2. Jahweh en El.
De combinatie van Jahweh en El, Strong nummers H3068 en H410, komt negen keer voor.
Twee keer in een zin als de HEER nadrukkelijk wordt aangeroepen.
Exodus 34:6. De HEER ging voor hem langs en riep uit: ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’
Jozua 22:22. De God der goden, de HEERE, de God der goden, de HEERE, Hij weet het; Israël zelf zal het ook weten! Als het door opstandigheid of door trouwbreuk tegen de HEERE is, behoud ons heden dan niet. [HSV. De mensen van de stam van Ruben zetten hun woorden kracht bij met deze tekst]
Zeven keer wordt er iets over de HEER gezegd, Hij is een …. God, zoals in deze tekst.
1 Samuel 2:3. Gebruik toch geen grote woorden, blaas niet zo hoog van de toren, want de HEER is een alwetende God: door hem worden onze daden gewogen. [KJV vertaalt “the Lord, is a God of knowledge” een God van kennis en een betere vertaling dan een alwetende God]
3. Jah en Elohim
De combinatie van Jah en Elohim H3050 en H430 komt maar eenmaal voor en wel in Psalmen 68:18. De woorden staan niet bij elkaar, maar wel in één vers.
Psalm 68:18. De strijdwagens van God zijn tweemaal tienduizend, ontelbare duizenden. De Heere is bij hen, een Sinaï in heiligheid.
4. Adonay Yĕhovih God de Heer
In de Bijbel staat het Hebreeuwse woord יְהֹוָה, dat hetzelfde lijkt als het vorige woord, maar dat de Joden zouden moeten uitspreken als Yehovih, terwijl het vorige woord zou moeten worden uitgesproken als Yehovah. Het is mij niet duidelijk hoe dat te zien is aan het woord, want ook de puntjes van het woord zijn hetzelfde.
Volgens deskundigen stonden hier eerst twee woorden, namelijk het woord voor Heer en het woord JHWH. Maar omdat de Joden op gegeven moment uit eerbied de naam JHWH als Heer gingen uitspreken, zouden ze twee keer hetzelfde woord moeten zeggen.
In de vertalingen van de Bijbel is dat opgelost door er de uitdrukking van God, de Heer of de Heer God van te maken. Het gaat echter om de meest persoonlijke naam van God met de aanspreking Heer er voor.
Het woord komt in zestien boeken van de Bijbel voor. Voor het eerst in Genesis 15:2. Het meest in het boek Ezechiël namelijk 210 keer van de 305 keer dat het woord voorkomt. Verder in Amos 20 keer en in Jesaja 25 keer.
Dit zijn de teksten van de eerste drie keer dat het woord in het boek Ezechiël voorkomt.
Ezechiël 2:4. Naar dat volk, dat zo halsstarrig en eigenzinnig is, stuur ik jou. Je moet tegen hen zeggen: “Dit zegt God, de HEER …”
Ezechiël 3:11. Ga naar de ballingen, naar je landgenoten, om te profeteren en zeg tegen hen: “Dit zegt God, de HEER …” – of ze nu horen willen of niet.’
Ezechiël 3:27. Maar wanneer ik me opnieuw tot je richt zul je weer kunnen spreken, en dan moet je tegen hen zeggen: “Dit zegt God, de HEER …” – en wie dan luistert, die luistert, en wie niet luistert, die luistert maar niet: het is immers een opstandig volk.
De profeet Ezechiël sprak over God met een persoonlijke naam en een formele naam. Zoiets wat in Nederland als ‘meneer Henk’ zou zijn. Zowel persoonlijk als met eerbied.
5. Adonai Elohim
De combinatie Heer met God komt zeven keer voor. Hier de eerste twee teksten waarbij die combinatie voorkomt.
Psalm 35:23. Verhef u, ontwaak, mijn God en mijn Heer, verdedig mij, vecht voor mijn zaak.
Psalm 38:16. Want op u, HEER, hoop ik, van u komt antwoord, mijn Heer en mijn God.
Wat kunnen we van dit hoofdstuk leren?
Het maakt het er niet helder op dat we voor de drie soorten namen in het Hebreeuws maar twee soorten namen hanteren. Als er HEER staat gaat het om de persoonlijke naam van God.
De functienamen God en Heer, die algemeen bij vele volken voorkomen in combinatie met de unieke naam JHWH of Jah, geven de nadruk als het nodig is. Als de mensen met ‘JHWH jullie God’ worden aangesproken is dat een mooi appel om de boodschap, die er na komt op te volgen.
God de Heer zijn twee functienamen. Deze combinatie komt nauwelijks voor. Het is een indirecte aanduiding van God.
Dat er in de Bijbel zo’n variatie aan uitdrukkingen is, dat helpt wel om het beter te gebruiken. Je kunt dan lezen welke kant van God men dan vooral wil benadrukken. De variatie helpt ook bij het lezen. Het blijft levendig.
Als je gaat bidden, dan begin je misschien met hem aan te spreken als Heer, of God. Als de nood groot is dan ga je risico nemen, je wordt vrijmoediger, je gaat hem persoonlijker aanspreken.
Hoe wij dat dan kunnen doen als Nederlandse christenen de persoonlijke naam willen gebruiken is nog een vraag. We zouden met alle eerbied ‘Jah’ of ‘Jahweh’ kunnen zeggen. Of we zouden God met ‘Ik ben’ of ‘Ik ben die Ik ben’ kunnen aanspreken.
God als Vader en als Moeder
Hier is een aparte studie van, zie daar.
De Heilige van Israël
Er zijn mensen, die God de Heilige noemen, maar komt die naam ook in de Bijbel voor? Zeker, zeer regelmatig.
Hebreeuws | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
קָדוֹשׁ qadowsh | Bijvoeglijk naamwoord | H6918 | Heilige. Komt 116 keer voor in 106 verzen. KJV: holy (65x), Holy One (39x), saint (12x). |
Als het om de Heilige van Israël gaat, dan komt dat in diverse combinaties voor. Het meest in 32 verzen spreekt de Bijbel over ‘de Heilige van Israël’. Hier een overzicht van de eerste vijf verzen waarin deze combinatie voorkomt.
2 Koningen 19:22. Weet wie je hebt beledigd en bespot, wie je hebt uitgejouwd, uitdagend aangekeken: het was de Heilige van Israël!
Psalm 71:22. Dan zal ik u loven bij het spel op de harp, u en uw trouw, mijn God. Ik zal voor u zingen bij de lier, Heilige van Israël.
Psalm 78:41. … ‘hoe vaak keerden zij zich af en daagden zij hem uit, krenkten zij de Heilige van Israël!
Psalmen 89:19. Aan de HEER danken wij ons schild, aan de Heilige van Israël onze koning.
Jesaja 1:4. Wee dit ontrouwe volk, met schuld beladen, volk van zondaars, verdorven geslacht. Zij hebben de HEER verlaten, de Heilige van Israël versmaad, hem de rug toegekeerd.
In allerlei tekst wordt de Heilige gecombineerd met andere woorden. Hier twee voorbeelden.
Jesaja 5:16. De HEER van de hemelse machten houdt het recht hoog, de heilige God toont zich heilig in zijn gerechtigheid. [hier niet de toevoeging Israël]
Jesaja 29:23. Want wanneer zijn kinderen zien wat ik in hun midden heb verricht, zullen zij eerbied hebben voor mijn naam, de heiligheid erkennen van de Heilige van Jakob en de God van Israël vrezen. [de tekst hier spreekt over de Heilige van Jacob. De nieuwe naam van Jacob was Israël]
Ik heb één tekst kunnen vinden waar God dé Heilige wordt genoemd zonder de toevoeging Israël.
Jesaja 40:25. Met wie wil je mij vergelijken, zegt de Heilige, aan wie ben ik gelijk te stellen?
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De Heilige van Israël is een bekende uitdrukking bij de Psalmen en de profeten. Een heilig God is te eren, is er om beducht voor te zijn. Daar horen geen overtredingen van mensen bij.
De Onveranderlijke of de Eeuwige
Je komt twee Hebreeuwse woorden tegen in de Bijbel, die je met eeuwig kunt vertalen. Hieronder staan de gegeven. Slechts een heel enkele keer duidt dit op God.
Hebreeuws | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | נֶצַח netsach | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H5331 | Eeuwig of Glorieus. Het woord komt 43 keer voor in 42 verzen. KJV: ever (24x), never (4x), perpetual (3x), always (2x), end (2x), victory (2x), strength (2x), alway (1x), constantly (1x), evermore (1x), never (with H3808) (1x). |
2 | עוֹלָם ʿôlām | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H5769 | Eeuwig Komt 438 keer in 413 verzen voor. KJV: ever (272x), everlasting (63x), old (22x), perpetual (22x), evermore (15x), never (13x), time (6x), ancient (5x), world (4x), always (3x), alway (2x), long (2x), more (2x), never (with H408) (2x), miscellaneous (6x). |
1. De onveranderlijke, eeuwige, Glorieuze van Israël.
Het woord netzach wordt door de KJV altijd vertaald met een woord met een tijdsaanduiding zoals altijd en eeuwig, zie in de tabel.
De wortel van het zelfstandig naamwoord netzach is het werkwoord נָצַח natsach, Strong H5329. Dat woord komt 65 keer in de Bijbel voor en betekent ‘leiden’.
Zo staat er 55 keer bij de aanhef van een Psalm: ‘Voor de leider van de Psalm’. De KJV vertaalt dat dan met ’the chief Musician’. In Nederlandse vertalingen staat er ‘voor de koorleider’, wat toch wel een beetje een smalle vertaling is. Zou het woord dirigent niet beter zijn of de orkestleider.
Slechts eenmaal komt de combinatie van het zelfstandig naamwoord netzach met Israël voor, namelijk in het boek 1 Samuel. Hier zou het op God kunnen wijzen.
Hier de tekst in de NBV vertaling.
1 Samuel 15:29. En u weet dat de Glorie van Israël nooit zijn woord breekt en nimmer van zijn besluiten terugkomt. Hij is immers geen mens, dat hij van zijn besluiten terug zou komen.’
Van de andere Nederlandse vertalingen hanteren alleen de HSV en de NBG een tijdselement. Hier de andere vertalingen, SV: Overwinning van Israël, HSV en NBG: Onveranderlijke van Israël, Willibrord: de Heerlijkheid van Israël, de Naarden Bijbel: hij die Israëls glans is.
De Joodse Engelse Bijbelvertalingen vertalen met het tijdselement.
Dit is de vertaling van ‘The Complete Jewish Bible’.
1 Samuel 15:29. Moreover, the Eternal One of Isra’el will not lie or change his mind, because he isn’t a mere human being subject to changing his mind.”
En deze van de ‘Orthodox Jewish Bible’ beiden vertalen met de ‘Eternal One’ legt wel de link met eeuwig en geeft als naam van God ‘Eternal One’.
1 Samuel 15:29. And also the Netzach Yisroel (Eternal One of Israel) will not lie nor relent: for He is not an adam, that He should change His mind.
Naast de Joodse Engelse vertalingen heb ik ook een andere Engelse Vertaling gevonden, die met Eternal One vertalen namelijk de Holman Christian Standard Bible.
1 Samuël 15:29. Furthermore, the Eternal One of Israel does not lie or change His mind, for He is not man who changes his mind.”
2. God de Eeuwige
Er zijn een paar teksten in de Bijbel waar God de Eeuwige staat. Dus niet eeuwig als bijvoeglijk naamwoord maar met owlam dat is een zelfstandig naamwoord.
Genesis 21:33. En Abraham plantte een tamarisk in Berseba en hij riep daar de Naam van de HEERE, de eeuwige God aan. [HSV]
Opmerking: Hier staat God de Eeuwige, owlam. Eeuwige is hier ook een zelfstandig naamwoord.
Deuteronomium 33:27. De eeuwige God is voor u een woning en onder u Zijn eeuwige armen. [HSV]
Opmerking 1: bij het begin van de zin staat een Hebreeuws woord dat ziet op oude tijden, Strong 6924. De NBV vertaalt dan ook met ‘Van oudsher is God etc.’
Opmerking 2: bij de armen, staat daarna het zelfstandig naamwoord de eeuwige, owlam. Dat lijkt op God te slaan: onder u de armen van de Eeuwige. De NBV vertaalt met ‘zijn armen dragen u voor eeuwig’.
Jeremia10:10. De HEERE God is echter de Waarheid, Hij is de levende God, een eeuwige Koning.
Opmerking: het gaat hier om de Koning de Eeuwige.
3. Vader altijd
Jesaja 9:5. En men noemt Zijn Naam, Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. [HSV]
Opmerking: hier is aan het woord voor altijd, eeuwig, het woord ad, Strong 5703, tekens van het woord voor vader, abi toegevoegd: abiad. Dit komt voor zover ik weet in de Bijbel eenmalig voor.
4. In vertaling, die de synagoge in Nederland gebruikt
In een vertaling, die een Nederlandse synagoge gebruikt kom ik ook nog een keer de Eeuwige tegen. Zie https://alkmaarsesynagoge.nl/haftara-jeremia-4613-28/
Jeremia 46:22-24. Egypte kruipt sissend terug als een slang, nu de legers ertegen oprukken. Met bijlen gewapend komen de houthakkers aan. Ze vellen de bossen die ondoordringbaar leken – godsspraak van de Eeuwige. Talrijker zijn ze dan de sprinkhanen, ze zijn niet te tellen. Zo wordt Egypte vernederd, overweldigd door een volk uit het noorden.’
Opmerking: de Eeuwige is hier een vertaling van het woord ‘JHWH. Er staat een werkwoord achter ‘verklaart’, dat zou je een profetie kunnen noemen.
Wat kunnen we hiervan leren?
Voor het gebruiken van de naam Eeuwige voor God is er één tekst waarin dit overduidelijk staat. Daarnaast zijn er drie teksten waaruit je de Eeuwige als naam van God zou kunnen opmaken.
Eeuwige Vader of Vader altijd wijst ook in die richting. Het lijkt er op dat de Joodse gemeenschap de Eeuwige vaker in hun vertaling van de Tenach opnemen.
Ons gebruik van de naam Eeuwige kan het beste, denk ik, net zo zeldzaam worden gebruikt als de Bijbel dat doet.
Het noemen van de Naam van God
Wat opvalt is dat er opdrachten in de Bijbel staan om de naam van God bekend te maken. Maar wat wij in de kerk doen is, in navolging van de joden, de naam van God nu juist niet gebruiken. Is dat wel correct? Daar gaat dit hoofdstuk over.
En het is ook wel vreemd. Van JHWH zou je kunnen zeggen dat het de naam van die God is, die we willen dienen. De andere goden, die hebben ook allerlei namen, die willen we niet dienen. In onze vertalingen wordt de naam van onze God, JHWH, vervangen door het woord Heer dat een soort rol of functie is. Als er in de Bijbel dan ‘JHWH de Heer’ staat, komen we in een rare knoop. Als we consistent zijn, dan zouden we dat moeten vertalen de HEER de Heer. Dat ziet er niet uit, dus maken we er van: God de Heer.
Hier enkele teksten over deze zaak.
Exodus 3:15. Voorts zeide God tot Mozes: Aldus zult gij tot de Israëlieten zeggen: De HERE, (YHVH) de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij tot u gezonden; dit is mijn naam voor eeuwig en zo wil Ik aangeroepen worden van geslacht tot geslacht.
Exodus 9:16. … doch hierom laat Ik u bestaan, om u mijn kracht te tonen, opdat men mijn naam verkondige op de gehele aarde. [NBG, deze uitspraak komt terug in een brief van de apostel Paulus namelijk in Romeinen]
Romeinen 9:17. Want het schriftwoord zegt tot Farao: Daartoe heb Ik u doen opstaan, opdat Ik in u mijn kracht zou tonen en mijn naam verbreid zou worden over de gehele aarde. [Ook de NBG]
Exodus 20:7. Misbruik de naam van de HEER (YHVH) , uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. [De NBG noemt het ‘ijdel gebruiken’ in plaats van misbruiken]
Exodus 23:13. Ten aanzien van alles, wat Ik u bevolen heb, zult gij op uw hoede zijn; de naam van andere goden zult gij niet noemen, hij zal uit uw mond niet gehoord worden.
1 Kronieken 16:8. Loof de HEER, roep
luid zijn naam.
Psalm 105:1. Loof de HEER, roep luid zijn naam.
Psalmen 68:5. Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor hem die door de vlakten rijdt, HEER is zijn naam, jubel als hij verschijnt. [Voor HEER staat er in het Hebreeuws Yah]
Jesaja 12:4. En gij zult te dien dage zeggen: Looft de HERE, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend, vermeldt, dat zijn naam verheven is.
Joel 2:28-32. Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen.
Dit gedeelte wordt aangehaald in Handelingen 2 en Romeinen 10.
Handelingen 2:21. En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. [NBG]
Romeinen 10:11-13. Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Immers, één en dezelfde is Heer over allen, rijk voor allen, die Hem aanroepen; want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. [NBG]
Maleachi 1:11. Want van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, is mijn naam groot onder de volken, allerwege wordt mijn naam reukwerk gebracht en een rein spijsoffer, want groot is mijn naam onder de volken, zegt de HERE der heerscharen.
Maleachi 1:14. Vervloekt is ook de bedrieger, die in zijn kudde een mannelijk dier heeft en die dat wel belooft, maar de HERE toch een ondeugdelijk dier ten offer brengt! Want een groot Koning ben Ik, zegt de HERE der heerscharen, en mijn naam is geducht onder de volken.
Johannes 17:26. Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen. [NBG, dit zei Jezus in het Hogepriesterlijk gebed]
Wat kunnen we van deze teksten leren?
God wil met de naam Jahwèh worden aangeroepen. Exodus 3. Er is ook een oproep om de naam van de Heer aan te roepen en zijn daden te verkondigen. Jesaja 12.
Als je de naam van de HEER aanroept, dan zal je behouden worden. Joël 2, Handelingen 2 en Romeinen 10.
God wil dat men zijn naam verkondigd op de gehele aarde. Exodus 9 en Romeinen 9.
Jezus heeft de naam van God bekend gemaakt. Johannes 17.
Misbruik de naam van God niet. Exodus 20.
Noem de namen van de andere goden niet. Exodus 23. Dat geeft indirect ook aan dat het noemen van een naam belangrijk is.
Bezing de naam van God. Psalm 68.
Roep luid de naam van God. Psalm 105 en 1 Kronieken.
De naam van God is groot en geducht onder de volken. Maleachi.
Het antwoord op de vraag van het begin van dit hoofdstuk
Ik vroeg me af. Wat is dan die naam van God, die (luid) moet worden aangeroepen, bekend gemaakt en bezongen? Moet dat met de naam HEER of HEERE zoals meest gebruikelijk is. Of Eeuwige of dat soort namen. Of met de namen, die God op een speciaal moment zichzelf gaf, zoals ik Jahweh of ‘Ik ben die Ik ben’?
Het lijkt mij het best als we ook voor deze zaak Jezus navolgen. En hoe riep Jezus God aan? Met Vader. Aan het kruis met: Mijn God (Eloï).
In Johannes 17 hierboven als Jezus er over spreekt dat Hij aan de discipelen de naam van God heeft bekend gemaakt, dan lijkt hij toch het wezen van God te hebben bekend gemaakt. Namelijk dat God een God van liefde is bijvoorbeeld. Dat blijkt ook uit het verdere van de tekst.
Jezus deed nog een ander ding. Hij vereenzelvigde zich met de Vader door ook ‘ik ben’ te gebruiken. Ik ben de goede Herder. Ik ben de deur van de schapen. Zo kunnen wij ook Jezus hier in navolgen door het “Ik ben” te gebruiken voor wat de wil van de Vader is dat wij zijn. Ik ben evangelist in mijn buurt bijvoorbeeld.
Tenslotte nog een andere mogelijkheid voor de naam van God. Toen ze Jezus gevangen namen in Gethsemane om Jezus te kunnen doden zei hij: Ik ben het. Wel tot drie keer toe. Het noemen hiervan had enorm effect. Was het een naam van God? Ik denk van wel.
Johannes 18:5-8. Ze antwoordden: ‘Jezus uit Nazaret.’ ‘Ik ben het,’ zei Jezus, terwijl Judas, zijn verrader, erbij stond. Toen hij zei: ‘Ik ben het,’ deinsden ze achteruit en vielen op de grond. Weer vroeg Jezus: ‘Wie zoeken jullie?’ en weer zeiden ze: ‘Jezus uit Nazaret.’ ‘Ik heb jullie al gezegd: “Ik ben het,”’ zei Jezus. ‘Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.’
De Geloofsbelijdenis: het sjema.
Als we het hebben over het noemen van de naam van God, dan is het ook interessant om te weten hoe de Joden dat doen in hun geloofsbelijdenis.
De geloofsbelijdenis van de joden wordt ‘het sjema’ genoemd naar het eerste woord in de tekst. Sjema is een woord, dat je met “Luister” of “Hoor” kunt vertalen. Het staat in deze tekst van de Bijbel, het onderstreepte deel:
Deuteronomium 6:4-9. Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.
De NBV geeft in de noten voor het deel na ‘Luister Israël’ nog alternatieve vertalingen: ‘de HEER, onze God, de HEER is één’, of: ‘de HEER is onze God, de HEER alleen’.
De NBV en HSV vertalen het begin van de tekst ‘Luister’, de SV en de NBG met ‘Hoor’.
Het Hebreeuwse woord אֶחָד ‘echad, Strong H259 kun je met ‘de enige’ vertalen, zoals de NBV doet, of met ‘is één’, zoals de HSV en de NBG dat doen. De SV zet woorden in een andere volgorde, dan wordt het: ‘Hoor, Israël! de Heere, onze God, is een enig Heere’.
Het woord echad is hetzelfde woord als in Genesis 2:24. Daar staat dat man en vrouw één vlees zullen zijn. Je zou kunnen zeggen, zoals man en vrouw één zijn, zo zijn de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één.
Als je het onderstreepte deel, Deuteronomium 6:4, in het Hebreeuws uit wil spreken. Het klinkt zo: ‘SJEMA ISRAEL JHWH ELOHIM JHWH ECHAD’. Het is een tekst, die bij mij op een kalligrafie in de huiskamer hangt.
Je kunt je afvragen of deze belijdenis ook nog op andere plaatsen in de Bijbel voorkomt. Dat is nauwelijks het geval. Niet Deuteronomium 4 vers 4 of 5, maar de verzen 6 tot en met 9 van dit hoofdstuk worden herhaald. En wel in hetzelfde boek in hoofdstuk 11:18-20. Zou het eerste deel van de tekst te heilig zijn om dat opnieuw te noemen?
Er zijn nog wel vier andere teksten met ‘Hoor, Israël’. Hoor is het woord met Strong H8085 en Israël met Strong H3478. Als er is geschreven “Hoor Israël” dan gaat het om belangrijke momenten. Ze staan alle vier in het boek Deuteronomium.
– 5:1 om het belang van het houden van de geboden te onderstrepen.
– 9:1 om het volk moed in te spreken als ze de Jordaan oversteken om het land in bezit te nemen.
– 20:3 om het volk moed in te spreken als ze vijanden tegemoet treden.
– 27:9 dat ze het volk van de HEER hun God zijn
In het Nieuwe Testament kunnen we in het evangelie van Marcus lezen dat Jezus deze geloofsbelijdenis uitspreekt als hem de vraag wordt gesteld wat het belangrijkste gebod is.
Marcus 12:29. Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer.
Als je wilt weten hoe je de joden het sjema uitspreken, zie link.
De Drie-eenheid
In de kerk is het begrip drie-eenheid ontwikkeld. Synoniemen voor dit woord zijn drievuldigheid en triniteit. Het gaat er om dat de Vader, de Zoon en de Geest drie personen zijn, maar één wezen. Men gebruikte dit begrip om ketterijen tegen te gaan, bijvoorbeeld dat Jezus alleen mens zou zijn en niet goddelijk of dat de Geest alleen een kracht zou zijn en geen persoon.
Inderdaad komt op enkele plaatsen in de Bijbel het rijtje van de drie personen voor, bijvoorbeeld bij de zegen, die de apostel Paulus in zijn tweede brief aan de Korintiërs schrijft:
2 Korintiërs 13:13. De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen.
Dezelfde apostel schrijft echter ook, in zijn eerste brief aan de Korintiërs.
1 Korintiërs 8:6. … wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.
Ik raad aan om het begrip drie-eenheid niet of nauwelijks te gebruiken. Het is geen woord dat in de Bijbel voorkomt en er is in de kerk veel strijd om geweest. Ik zou God niet aanspreken met “drie-enige God”. Het rijtje Vader, Zoon en Geest zou ik wel gebruiken, maar beperkt.
Een gebruik dat we in de Bijbel lezen is dat we tot God de Vader bidden in de naam van Jezus. Dat staat in Johannes 14, 15 en 16.
Johannes 13-14. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.
Johannes 15:16b. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven.
Johannes 16:26. Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen.
Namen van God in het Nieuwe Testament
De algemeen voorkomende naam van God in het Nieuwe Testament is theos en daarnaast kyrios. En dan nog enkele, die een enkele keer voorkomen.
Van de omvangrijke diversiteit van namen in het Oude Testament komen er maar een vijftal terug in het Nieuwe Testament.
Grieks | Soort woord | Strong | Opmerkingen | |
1. | θεός theos | Zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk | G2316 SB2092 | God of god. Komt 1.343 keer voor in 1.172 verzen. KJV: God (1,320x), god (13x), godly (3x), God-ward (with G4214) (2x), miscellaneous (5x). |
2. | κύριος kyrios | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G2962 SB2639 | Heer of heer. Het woord komt 748 keer voor in 687 verzen. KJV: Lord (667x), lord (54x), master (11x), sir (6x), Sir (6x), miscellaneous (4x). |
3. | θεῖος theios | Bijvoeglijk naamwoord | G2304 SB2079 | Goddelijk. Het woord komt drie keer voor. KJV: divine (2x), Godhead (1x). |
4. | θειότης theiotēs | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G2305 SB2080 | Goddelijkheid. Alleen in Romeinen 1:20. KJV: Godhead. |
5. | θεότης theotēs | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G2320 SB2096 | Godheid. Alleen in Kolossenzen 2:9. For in him dwelleth all the fulness of the Godhead bodily |
6. | ὕψιστος hypsistos | Bijwoord | G5310 SB4650 | De Allerhoogste. Het woord komt 13 keer voor. KJV: highest (8x), most high (5x). |
1.θεός theos God.
Het woord theos God komt zeer veel voor. Hieronder de eerste tekst over God in het evangelie van Matteüs en van Johannes. Dan de eerste tekst in de brief aan de Romeinen, aan de Hebreeën, van Jacobus en het boek Openbaringen.
Matteüs 1:22-23. Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’.
Johannes 1:1-2. In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God.
Handelingen 1:1-3. In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin tot aan de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, nadat hij de apostelen die hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. Na zijn lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen over het koninkrijk van God.
Romeinen 1:1-4. Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen, dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd: het evangelie over zijn Zoon, een mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en door de heilige Geest bekleed met macht toen hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood.
Hebreeën 1:1-3. Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen.
Jacobus 1:1. Van Jakobus, dienaar van God en van de Heer Jezus Christus. Aan de twaalf stammen in de diaspora.
Openbaringen 1:1-2. Openbaring van Jezus Christus, die hij van God ontving om aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet. Hij heeft zijn engel deze openbaring laten meedelen aan zijn dienaar Johannes. Johannes maakt bekend wat God gesproken heeft en waarvan Jezus Christus heeft getuigd; dit heeft hij allemaal gezien.
Samengestelde woorden met het woord theos.
Er zijn ook enkele verbindingen met het woord theos, allemaal komen ze maar eenmalig in de Bijbel voor. Het gaat om theodidaktos 1 Tessalonicenzen 4:9 door God onderwijzend, theomacheo Handelingen 23:9 God bestrijden, theomachos Handelingen 5:39, God bestrijdend, theopneustos 2 Timoteus 3:16 door God geïnspireerd, theosebeia 1 Timoteus 2:10 Godsvrucht, theosebēs Johannes 9:31) godsvruchtig en theostygēs Gods haters Romeinen 1:30.
2.κύριος kyrios Heer of heer.
Dit woord komt 748 keer voor. Een selectie maken is niet doenlijk. Hier de eerste teksten met dit woord uit de evangeliën, die gaan over engelen van de Heer, uit Handelingen, de brieven van Paulus, de brief aan de Hebreeën en het boek Openbaringen. Teksten van deze laatsten gaan allemaal over Jezus onze Heer.
Matteüs 1:20-25. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’. Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus.
Handelingen 1:6. Zij die bijeengekomen waren, vroegen hem: ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’
Romeinen 1:1-4. Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen, dat al bij monde van zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd: het evangelie over zijn Zoon, een mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en door de heilige Geest bekleed met macht toen hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood.
Hebreeën 1:8-10. Maar tegen de Zoon zegt hij: ‘God, uw troon houdt stand tot in alle eeuwigheid, en de scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. Gerechtigheid hebt u liefgehad en onrecht gehaat; daarom, God, heeft uw God u gezalfd met vreugdeolie, als geen van uw gelijken.’ En ook: ‘In het begin hebt u, Heer, de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen.
Openbaringen 1:8. Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’
3. θεῖος theios goddelijk.
Het woord goddelijk komt drie keer voor namelijk in Handelingen 17:29, 2 Petrus 1:3 en 4.
Handelingen 17:29. Maar als wij dan uit God voortkomen, mogen we niet denken dat het goddelijke gelijk is aan een beeld van goud of zilver of steen, het werk van een ambachtsman, door mensen bedacht.
2 Petrus 1:3-4. Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.
4. θειότης theiotēs goddelijkheid.
Dit woord komt eenmaal voor in deze tekst. Het gaat over Jezus.
Romeinen 1:20. … zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar …
5. θεότης theotēs godheid.
Dit woord komt eenmaal voor in deze tekst.
Kolossenzen 2:9. Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. [HSV]
Hem is Christus. In het lichaam van Christus waren Vader, Zoon en Geest in hun volheid.
6. ὕψιστος hypsistos hoogste
Het kan gaan over de hoogste hemelen en over de hoogste God. Dat laatste is in negen teksten het geval, hieronder staan ze allemaal.
Marcus 5:7. … en luid schreeuwend zei hij: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer je bij God: doe me geen pijn!’ [zelfde tekst in Lukas 8:28]
Lukas 1:32 en 35. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. 35. De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God.
Lukas 1:76. En jij, kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste, want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor hem gereed te maken.
Lukas 6:35. Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is.
Lucas 19:38. Ze riepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’
Handelingen 7:48. Toch woont de Allerhoogste niet in een huis dat door mensenhanden is gemaakt, zoals de profeet zegt:
Handelingen 16:16-18. Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar eigenaars. Terwijl ze achter Paulus en ons aan liep, schreeuwde ze aan één stuk door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u hoe u gered kunt worden!’ Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus er genoeg van kreeg, sprak hij de geest als volgt toe: ‘Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit haar weg.
Hebreeën 7:1. Want deze Melchisedek, koning van Salem en priester van de allerhoogste God, ging Abraham tegemoet toen deze terugkeerde van zijn overwinning op de koningen, en zegende hem
Citaten van Hebreeuwse teksten.
Soms staan de Hebreeuwse de namen in de tekst.
Marcus 15: 33-34. Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
Johannes 10:34-39. Jezus zei: ‘Staat er in uw wet niet geschreven: “Ik heb gezegd: ‘U bent goden’”? De Schrift blijft altijd van kracht; als mensen tot wie God spreekt goden genoemd worden, hoe kunt u mij, door de Vader geheiligd en naar de wereld gezonden, dan beschuldigen van godslastering wanneer ik zeg dat ik Gods Zoon ben? Als wat ik doe niet van mijn Vader komt, geloof me dan niet, maar als dat wel het geval is en u gelooft me toch niet, geloof dan tenminste wat ik doe. Dan zult u begrijpen dat de Vader in mij is en dat ik in de Vader ben.’ En weer wilden ze hem grijpen, maar hij ontsnapte.
Het gaat in Johannes 10 om een tekst in Psalm 82.
Psalm 82:6. Ooit heb ik gezegd: “U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal.” [elohim en elyown]
De eigenschappen van God.
In verband met deze studie lijkt het mij goed om iets over de eigenschappen van God te zeggen. Hoe zou je God kunnen karakteriseren. Wat voor persoon is Hij.
In de theologie zijn de eigenschappen van God een bekend onderwerp. Men maakt daarbij ook nog een onderscheid in mededeelbare en onmededeelbare eigenschappen. Helaas zijn er diverse lijsten en diverse indelingen, zodat een mooi overzicht vanuit de theologie niet te geven is.
Het woord eigenschappen komt alleen twee keer in de NBV vertaling voor, niet in de andere vertalingen. Het woord komt voor in Romeinen 1:20 in 2 Petrus 1:8. In het Grieks staat komt het woord eigenschap niet voor. In de teksten bij Romeinen en Petrus gaat het respectievelijk over ‘ongeziene’ en ‘dingen’.
In Romeinen 1:20 gaat het over het ongeziene van God en bij 2 Petrus 1:8 over dingen van mensen. In deze studie bekijken we alleen de eigenschappen van God.
Romeinen 1:19-20. Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn.
De onzichtbare eigenschappen, letterlijk in het Grieks ‘het ongeziene of het onzichtbare van Hem’ zijn Zijn kracht en Zijn goddelijkheid. Het is voor ieder waarneembaar. Je hoeft maar naar de schepping te kijken en dan kan iedereen het zien.
Andere eigenschappen ontdek je pas als je een relatie met God aangaat. Zoals dat God goed is en dat God liefde is. Hieronder enkele teksten, die dat laten zien.
God/de HEER is goed.
Psalm 73:1 Een psalm van Asaf. Ja, God is goed voor Israël, voor wie zuiver zijn van hart.
Matteüs 19:17. Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’
Marcus 10:18. Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God.
Lucas 18:19. Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God.
2 Kronieken 5:13. .. op dat moment moesten de blazers en zangers samen muziek ten gehore brengen ter ere van de HEER. Zodra het geluid van de trompetten, cimbalen en andere instrumenten opklonk en de zangers de lofzang aanhieven: ‘De HEER is goed, eeuwig duurt zijn trouw,’ vulde de tempel, het huis van de HEER, zich met een wolk.
Psalmen 100:5. .. de HEER is goed, zijn liefde duurt eeuwig, zijn trouw van geslacht op geslacht.
Nahum 1:7. De HEER is goed, een vesting in tijden van nood, hij kent wie bij hem schuilen.
God is liefde
1 Johannes 4:8. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.
1 Johannes 4:16. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
De kerk met zijn “al” woorden.
In de kerk was er een voorkeur voor ‘al’ woorden. Om God maar af te beelden als een persoon, waar je niet om heen zou kunnen. Een voorbeeld is zondag 10, vraag 27 van de Heidelbergse Catechismus. De 1ste zin: De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, ….
God zou alwetend zijn, alomtegenwoordig, hij zou een al-ziend oog hebben. Allemaal begrippen, die niet in de Bijbel voorkomen en ook in deze absolute vorm niet aansluiten op de inhoud van de Bijbel. Nog even afgezien of een mens kan begrijpen wat deze woorden betekenen.
De redenering gaat in dit soort theologische praktijken als volgt. Ik citeer uit een belijdenis geschrift: ‘In 1 Korintiërs 2:11 zien we dat de Heilige Geest alwetend is’. Is dat zo? Wat staat er in de tekst? Leest uzelf.
1 Korintiërs 2:11. “Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. “
Hier nog wat voorbeelden van teksten uit de Bijbel, die niet overeenstemmen met alwetendheid, zie link.
Ik citeer uit een belijdenis geschrift: ‘in Psalm 139 lezen we dat de Heilige Geest alomtegenwoordig is’. Is dat zo?
Psalm 139: 8-10. Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar. Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden.
Hier is een persoonlijke ervaring van de schrijver van de Psalm tot een waarheid voor iedereen gemaakt en ook nog tot een algemeen feit. Lijkt me niet correct.
Ook almachtig is zo’n typische Griekse wijsheid. Het woord dat in de SV, NBG en HSV wordt vertaald met de Almachtige lijkt beter te vertalen met ‘de Ontzagwekkende’. Voor die vertaling kiest de NBV en ik denk terecht als je nagaat wat de wortel is van het woord Sjaddai. Dat is namelijk vernietigen, vernielen.
De “al” woorden zullen een poging zijn om God te eren of om indruk te maken op luisteraars. Laten we God eren met dank en lof, die op zijn plaats is. Soms laat God zijn daden zien, dat maakt de meeste indruk. De Heere God wil juist ook laten zien dat Hij kwetsbaar is. Zijn Zoon stierf aan het kruis, zonder dat Hij ingreep.
Tenslotte
Het Hebreeuws heeft dikwijls diverse woorden voor een zaak, die dan net iets verschillend zijn, wat betreft betekenis. Wanneer verschillende woorden in één zin worden gebruikt, dan is het een belangrijke tekst heb ik gemerkt. In onderstaande tekst staan wel zeven verschillende namen voor God. Dat moet dus wel een belangrijke tekst zijn.
Deuteronomium 10:17. Want de Here, uw God, is de God der goden en de Here der heren, de grote, sterke en vreselijke God, die geen partijdigheid kent noch een geschenk aanneemt; [NBG, fonetisch weergegeven: Ki Jahweh elohekem hu elohe haelohim waadone haadonim hael haggadol ….]
Wat is het doel en het nut van al die namen van God? Het geeft de grootheid van God aan. Het geeft ook zijn veelzijdigheid aan. En vooral ook al die soorten relaties, die we met God kunnen hebben, van mijn Herder, mijn … tot de Ontzagwekkende.
God wordt in kerkelijk schrijven ook wel ‘de eeuwige’ genoemd. Ik heb met moeite één tekst in de Bijbel gevonden, die je met de Eeuwige zou kunnen vertalen. Geen goed idee om God de eeuwige te noemen.
De vruchten van de Geest zoals ze zijn beschreven in Galaten 5:22 gaan ook allemaal over God de Vader. Het zijn ook zijn eigenschappen.
Als je je onzeker voelt. God is de Vader. Aan Hem is alle macht. Schepper van hemel en aarde. De duisternis is overwonnen. Alles is in Zijn Hand. Dat geeft rust en vertrouwen in de toekomst.
Wij, wij zijn Zijn maaksel. Hij kent ons. Hij heeft ons lief. Hij heeft ons gemaakt voor contact met Hem. Denk aan het verhaal van de verloren Zoon. Hij staat op uitkijk voor jou en ook voor anderen.
God heeft de hele geschiedenis door steeds weer het initiatief genomen om een mooi nieuw begin te maken. Bij de schepping. Na de zondvloed. In de woestijn bij de berg Horeb. Ook nu nog voor ons en voor anderen. God is trouw en geduldig.
God heeft ons geweldige dingen gegeven. Zijn Woord bijvoorbeeld. Geïnspireerd door Zijn Geest. Hij geeft ons apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraren. Ook geeft Hij ons inzicht, wijsheid, beelden. God is goed.
Ons grote voorbeeld en leider is Jezus. Als Jezus ergens van overtuigd was, dan wel dat God de Vader vol ontferming was. Een liefdevolle Vader. Johannes schrijft “God is liefde”. Dat is het Vaderhart van God. Zijn liefde is onovertroffen.
De reactie van de mensen was dikwijls afhoudend of lijnrecht tegen Gods verlangen en wensen. Dan heeft God geduld. Maar geduld heeft geen oneindige termijn. Het volk Israël werd overwonnen, ze werden gevangen genomen en ze werden verstrooid over de wereld.
Aan ons de keus. Zoeken wij de verbondenheid met God? Dan is Hij er. Op sommige punten komt het in de relatie met God er precies op aan, maar op veel punten geeft Hij ons de vrijheid en de ruimte. Net als het voor kinderen goed is, als je ze de ruimte geeft. Zo gaat God ook met ons om. Hij is niet streng. Hij geeft vrijheid.
Door de Bijbel leren we God kennen. We leren God ook kennen als we in de praktijk van het leven Gods hulp zien voor onszelf en voor anderen. Als je een beeld van God hebt dat met de werkelijkheid overeenkomt is je relatie met God mooier en kun je gemakkelijker zijn gunsten, zegeningen en genade ontvangen.
Ik had een keer het volgende beeld van de Vader. Het was in de tijd dat Beatrix nog koningin van Nederland was. Op de televisie was te zien dat die belangrijke Koningin Beatrix intens meeleefde met een gehandicapt kind. Zo doet die indrukwekkende God dat ook met ons.
Psalm 68:5 “Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor hem die door de vlakten rijdt, HEER is zijn naam, jubel als hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. God geeft eenzamen een thuis en gevangenen vrijheid en voorspoed. Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond.”
Andere bronnen.
Er is een boek “Namen van God in het Oude Testament” van Nathan J. Stone. Is van 1975. Is voor deze studie een inspiratiebron geweest.
Er zijn ook internet sites die informatie over de namen van God leveren bijvoorbeeld deze http://www.christipedia.nl/Artikelen/G/God
Er zijn ook diverse sites, die informatie over de eigenschappen van God leveren. Hier komen ook eigenschappen voor, die in de kerk gebruikelijk zijn te noemen, maar die met die woorden niet in de Bijbel zijn te vinden.
Er zijn een paar boeken over het vaderhart van God. Ook conferenties. Beide aanbevolen.