Wet en geboden in onze tijd

Zijn wet en geboden niet ongeveer hetzelfde? Nee, de geboden zijn de regels en de opdrachten. De wet omvat ook de verhalen en de geschiedenissen van de tijd in het begin. Alles wat staat in de eerste vijf boeken van de Bijbel, ook wel de boeken van Mozes genoemd.

Geschiedenis

Bij dit onderwerp is het van groot belang om de geschiedenis te weten. Natuurlijk wist men wel van begin af aan wat goed was om te doen en wat niet goed was om te doen.

Maar toen de familie van de nakomelingen van Abraham een heel volk werd en men op weg ging vanuit Egypte naar hun beloofde land toen heeft God onderweg bij de berg Sinaï zijn geboden geopenbaard. Het zijn adviezen voor een goed leven. En daarom cruciaal om te overleven.

Aan het eind van de tocht onderweg is daarom een hele procedure uitgevoerd om het volk te hechten aan die geboden. God beloofde zegen als men zich aan de geboden zou houden. Het volk riep vervloekingen over zich af als men die geboden niet zou houden.

In het boek Deuteronomium hoofdstuk 28 staat een hele lijst met zegeningen en een lijst met vloeken. En in hoofdstuk 27 staat hoe de ceremonie zou moeten verlopen. Zoals een spreker die zou zeggen “Vervloekt is wie zijn vader of zijn moeder veracht” en dat dan het hele volk zou zeggen: “Amen”. Zo is het ook gebeurd, dat staat in het boek Jozua hoofdstuk 8 vanaf vers 30.

In de loop van de geschiedenis heeft het volk Israël zich wel en zich niet gehouden aan deze geboden met de zegeningen en de vervloekingen als gevolg. De vloek van de wet werd een molensteen om de hals van het volk.

Er is wel een mogelijkheid om de vloek van de wet te verbreken en dat is door geloof en vertrouwen in God. ‘Door geloof wordt je rechtvaardig’. Jezus heeft dat nog dichterbij gebracht, door geloof in Jezus, zijn lijden, zijn dood en zijn opstanding ben je rechtvaardig voor God, dat wil zeggen als je iets fout hebt gedaan heeft dat geen vervelende consequenties.

Deze dingen, zegen en vloek, gelden niet alleen voor het volk Israël, maar ook voor degenen, die door het geloof in Jezus met het volk Israël verbonden zijn.

Daarbij is zelfs zo, volgens mij, dat de vloek door het geloof in Jezus is verbroken, maar dat de zegeningen door het houden van de geboden nog steeds wel werken.

Alleen toen heeft er in de geschiedenis een naar mijn idee grote ramp plaatsgevonden. De grote scheiding in de kerk.

De eerste en grootste scheiding in de kerk is die tussen joodse gelovigen in Jezus en de gelovigen in Jezus onder de volken. De laatste groep wilde steeds minder joods zijn en nam daardoor steeds meer afstand van de wet en de geboden.

Maar wat opvalt als je de boeken van de Bijbel leest, is de ernstige waarschuwing van Jezus en de apostelen voor ‘wetteloosheid’. ‘Wetteloos’ ben je, zo staat er, als je je niet houdt aan de wet en de geboden van God.

Maar als je in de kerk je oor te luisteren legt over de wet en de geboden, dan kun je te horen krijgen dat de wet niet meer van belang is, dat de wet is afgedaan of dat alleen de samenvatting van de wet of de tien geboden nog van belang zijn.

De oorzaak van de scheiding is aversie en onbegrip van de kerk uit de volken over de kerk van de joden. Die aversie van de kerk uit de volken werd aangewakkerd door vervolging van de kerk door de joden. Denk maar aan hoe Saulus te keer ging tegen de christengemeenten.

Hoewel de aversie destijds wel begrijpelijk is, is het goed om ons in deze tijd, een aantal eeuwen na dato, te bezinnen of we deels of geheel op de weg van het begin, weer verder zouden moeten gaan.

Zullen we maar weer toenadering zoeken en de wet en de geboden weer serieus gaan nemen?

De hoofdlijnen uit de Bijbel.

Allereerst is het goed om te weten wat we bedoelen met ‘de wet’. Het woord ‘wet’ in de Bijbel kan gaan over verschillende zaken: de tien geboden, alle geboden uit het Oude Testament, de eerste vijf boeken van de Bijbel of zelfs het hele Oude Testament.

De vraag voor ons is nu, wat de bedoeling is van de wet en de geboden voor onze tijd. In het Nieuwe Testament tref je een zekere relativering van het belang van de wet maar geen relativering van Gods geboden. U kunt dit lezen in de studie, die bij dit onderwerp hoort. In deze paragraaf een samenvatting.

We houden van God en dat laten we zien door onze liefde voor zijn wet en geboden
Het le(ven naar Gods geboden zien de schrijvers van de Bijbel als bewijs dat je van God houdt.
1 Johannes 5:3. Want God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden. Zijn geboden zijn geen zware last.
2 Johannes 1:6. Liefhebben houdt in dat we leven volgens Gods geboden.

De tekst hieronder over de wet is helemaal heftig.
Hebreeën 10:28. Voor wie de wet van Mozes naast zich neerlegt is er geen pardon.

Jezus schaft de Joodse traditie niet af maar is er kritisch over
Als het Nieuwe Testament over de wet spreekt gaat dat soms over de wet inclusief de joodse traditie. Jezus hield zich aan de geboden die in de Bijbel staan, maar over de joodse traditie maakte Jezus kritische opmerkingen. Het nadeel van het geheel van de wet en de Joodse traditie was dat het als een leven in slavernij was. De persoonlijke vrijheid en het plezier in het leven stonden onder druk.

Vandaag de dag hanteren de orthodoxe joden deze manier van leven nog steeds. Dat leven heeft veel mooie kanten, maar het kan ook drukkend zijn. En soms werkt die traditie heel tegengesteld aan Gods bedoelingen. En dat is niet goed. De tekst hieronder van Jezus geeft dat weer.

Marcus 7:9. En hij vervolgde: Mooi is dat, hoe u Gods geboden ongeldig maakt om uw eigen tradities overeind te houden!

Nieuw: de genade is belangrijker dan de wet.
De schrijvers van het Nieuwe Testament gaan in op de verandering van de status van de wet. We leven niet meer onder de wet, maar onder de genade, zo schrijft de apostel Paulus. En Paulus en anderen schrijven: “We leven nu naar de ‘wet’ van Christus”. Dat wijst denk ik op de genade. “We leven naar de ‘wet’ van de Geest”.  Dat zal wijzen op het volgen van de stem van de Heilige Geest.

Dat de Heilige Geest tot ons spreekt is een enorme verbetering. De wet was voor de mensen in het algemeen geschreven.  De stem van de Geest geeft aan wat jij in jouw situatie moet doen. Hij wil je iedere dag, op ieder moment leiden. Dat we gehoorzamen aan de stem van God is voor christenen denk ik het belangrijkste.

Als je nog niet de stem van God kunt horen, vraag dan hulp van een broer of zus in het geloof. En ga op zoek om zelf de stem van God te horen.

Wat blijft: Gods geboden zijn cruciaal
Het is goed om Gods geboden te kennen. Het is de basis voor de stem van de Geest voor je specifieke situaties.

Wie de geboden uitdraagt zal in hoog aanzien staan. Ik geef je hierbij deze les als hulp.
Matteüs 5:18. Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan.

De wet is ook een belofte. Tot ‘vervulling brengen’ betekent dat er gebeurt wat in de wet staat.
Matteüs 5:17. Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.

Stel je eens voor wat er gebeurt als het gebod om niet te stelen in vervulling gaat. Compleet respect voor elkaars eigendommen. En als het gebod om niet te moorden in vervulling gaat. Vrede over de hele wereld.

Ik heb wel eens iemand ontmoet, die een bepaald gebod uit de Bijbel niet belangrijk vond. Die persoon zei: “Als God dit gebod belangrijk vindt, zal Hij het me wel duidelijk maken”. Ik denk dat het niet zo is. Dat gaat God in het algemeen niet doen is mijn ervaring. Je kunt namelijk zelf in de Bijbel lezen hoe belangrijk de wet is. Het is onze verantwoordelijkheid die te gehoorzamen.

Samenvatting
We leven niet meer onder de wet, maar onder de genade.
We leven nu naar de ‘wet’ van Christus”.
We leven nu naar de ‘wet’ van de Geest.
God liefhebben houdt in dat we ons aan zijn geboden houden.
Zijn geboden zijn geen zware last.
Voor wie de wet van Mozes naast zich neerlegt is er geen pardon.
Omdat dit zo is, is het goed om regelmatig te zoeken naar geboden van God in de Bijbel , die wel belangrijk zijn, maar die je nog niet opgevallen zijn.          

Hoe de kerk in de loop van de tijd is veranderd

Het is belangrijk om iets over de ontwikkeling van de kijk op de Gods wet en Gods geboden in de geschiedenis te weten. Hoe we van de ene positie in de kerk direct na Pinksteren, nog heel Joods, naar onze huidige positie, heel Westers, zijn gekomen.

In de tijd van Jezus was de vraag ‘wat zijn de geboden waar we ons aan moeten houden’ één van de  belangrijkste vragen waarmee men zich bezig hield. Jezus kreeg er ook vragen over en Hij gaf ook antwoorden daar op. Wat je Jezus ziet doen is een ontvlechting. De geboden van God, die in de wet staan, blijven staan. De vele  regels van de Joodse traditie, die waren toegevoegd, werden soms gehonoreerd, maar soms ook tegengesproken door Jezus.

In de boeken van het Nieuwe Testament is uitgebreid over dit transformatie proces geschreven. Bijna 200 keer komt het woord ‘wet’ voor en  90 keer het woord voor ‘geboden’ voor. Het is één van de grote onderwerpen van het Nieuwe Testament. Het zou moeten gaan in de richting die ik hiervoor in de samenvatting heb opgeschreven.

Maar. De kink in de kabel. Tijdens de eerste tientallen jaren van de gemeente uit de gelovigen ontstond er aversie tegen het Joodse volk. De aanleidingen waren de vervolging van de christenen door de Joden en het feit dat lang niet alle Joden in de gezalfde Jezus gingen geloven.

Ook de val van Jeruzalem in het jaar 70 maakte de binding met de Hebreeuwse wortels zwakker. Het christelijk geloof werd steeds meer Grieks en steeds minder Hebreeuws. Als gevolg daarvan werd  het Oude Testament steeds minder belangrijk. Men ging steeds verder in de veronderstelling dat de wet had afgedaan. Er ontstond zelfs aversie tegen de wet. In de kerk ontstond zelf het antisemitisme.

Deze anti houding is tegen de wil van God en zoiets leidt dan tot duisternis. Dan kunnen we de waarheid moeilijk meer zien. Dat is zo tot op de huidige dag. We kunnen moeilijk meer zien welke geboden van God belangrijk voor ons zijn. Dit speelt in de hele breedte van de kerk van Katholiek, via Protestant tot Pinksteren.

Als er veel duisternis is, kun je persoonlijk in de problemen raken. Ook de kerk is in de problemen gekomen. Destijds al door de val van het Oost Romeinse rijk door de islam. En nu in het Westen is het probleem de grootschalige kerkverlating.

Wat je ziet is dat de kerk in het Westen niet meer het heil in de samenleving brengt. We weten niet meer wat gezond denken en doen is. Zo is er veel ziekte onder Nederlanders. Die kunnen we overigens wel redelijk compenseren met onze inmiddels uitstekende maar ook dure gezondheidszorg. Doordat ons geestkracht en karaktervorming ontbreekt zijn veel relaties slecht en is er veel gevoel van onveiligheid.

Als je eenmaal met een kwaad begint, in dit geval is dat: de wet niet meer serieus te nemen. Dan heeft dat de neiging dat het steeds groter wordt. Zo neemt men in de kerk vele geboden van het Nieuwe Testament ook niet meer serieus. Als voorbeeld. Ik zei tegen iemand “Maak je geen zorgen voor de dag van morgen”. Toen zei die kerkelijk meelevend persoon dat het logisch is dat je dit gebod niet serieus neemt.

De kerk heeft in de loop van de eeuwen zelfs oppositie gevoerd tegen sommige geboden. Zo sterk zelfs dat er onder leiding van de kerk grote aantallen mensen voor vermoord zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gebod van het houden van de sabbat, het gebod van het Pesach feest en het gebod van het Loofhuttenfeest. De doop in plaats van de besnijdenis heeft tienduizenden Joodse slachtoffers gevraagd.

Over de doop in de Geest en de gaven van de Geest zoals profeteren en het spreken in tongen en de opdracht om te genezen en te bevrijden is vooral schamper door de kerk gedaan. Dit heeft voor zover ik weet geen dodelijke slachtoffers gekost bij degenen, die ervan voorstander waren. Er zijn wel vele mensen overleden, die genezen hadden kunnen worden, als we ontvangst van de gaven serieus hadden genomen.

Wat het onderwerp wet en geboden betreft is iedere kerk wel zo’n beetje zijn eigen weg gegaan. Iedere stroming maakte zijn eigen selectie en voegde er ook eigen inzichten aan toe. Zo zijn de set van geboden van de messiaanse gemeenten in Nederland heel anders, dan de geboden van de Rooms Katholieke kerk. En die van de orthodoxe protestantse kerken zijn heel anders dan van de vrijzinnig protestantse kerken. En die van de evangelische en charismatische gemeenten zijn ook weer anders. Ze hebben allemaal hun eigen spits, hun eigen selectie van de geboden en hun eigen toevoegingen. Je ziet wel hoe ik bewust hier het woord ‘eigen’ gebruik.

Wat we in het pastoraat merken is, dat er door het niet houden van Gods geboden er problemen ontstaan. Als je de geboden niet kent, weet je ook niet wat de weg naar heling is. Vandaar dat dit een belangrijk onderwerp is.   

Zou het niet mooi zijn als we weer een helder beeld krijgen wat God in onze tijd van ons vraagt, zodat we daar vervolgens rekening mee kunnen houden? Ook tot voordeel van onszelf? In paragraaf vier doe ik een poging voor de set van belangrijke geboden in onze tijd. Eerst hoe de veranderde kijk van de kerk ook in vertalingen is terecht gekomen.

Hoe dat ook in vertalingen is terecht gekomen

De veronderstelling dat de wet is afgedaan tref je terug in de uitleg van de Bijbel en ook in de vertalingen van de Bijbel.

In deze paragraaf gaat het over vier teksten, die als bewijs worden gebruikt voor de afschaffing van de wet. Hier de boodschap van de vertalingen en hoe de boodschap zou moeten zijn. In de studie over dit onderwerp kunt u de onderbouwing vinden.

1. Er gelden nog maar vier regels van de wet, Handelingen 15:1-21.
2. Het is dwaas om nog de Joodse feesten te houden, Galaten 4:10
3. Je moet je niet meer de wet laten voorschrijven, Kolossenzen 2:16
4. De wet is buiten werking, Efeziërs 2:15.

En dit is volgens mij wat er echt staat:
1. Voor de bekeerlingen uit de volken in die tijd geldt: deze vier afgodische dingen moet je echt niet meer doen en bestudeer verder de wet van Mozes.
2. Voor de bekeerlingen uit de volken in die tijd geldt: maak je vrij van de dwang van wat je op dagen en andere momenten voor je oude godsdienst moest doen.
3. Laat je niet bekritiseren om de feesten van God, die je houdt.
4. Jezus heeft de regeltjes over de scheiding tussen de joden en de mensen uit de volken afgebroken, zodat we een nieuwe mens kunnen worden.

Wat men had moeten doen in de vertalingen is het belang van het gehoorzamen aan Gods geboden onderstrepen. Wat hier is gebeurd, is een vorm van valsheid in geschrifte.

Geboden, die we wel en niet houden.

Als we een overzicht zouden hebben van geboden, die we wel en niet houden, dan zou je daar beter uit kunnen kiezen. Hieronder mijn poging van zo’n overzicht.

Als eerste een overzicht van geboden die algemeen worden geaccepteerd in de kerk. Om dankbaar voor te zijn. Daarna een overzicht van ‘hier wel en daar niet’ en de laatste categorie zijn geboden, die bij ons helemaal niet populair zijn of waarover men zelfs ‘anti’ is.

God liefhebben, geloven en vertrouwen.
Zorg voor elkaar (in de gemeente) en voor de naaste (daarbuiten).
Niet stelen, niet doden.
Huwelijk, blijf trouw, geen overspel.
Geen seks met familie leden en met dieren.
Niet vloeken.
Hou de rustdag (zij het op zondag).
Veracht de samenkomsten niet.
Geven (collecte).
Loof God, prijs zijn naam.
Lees je Bijbel, bidt elke dag.
Genade in plaats van zelf verdienen.
Evangelisatie en zending zijn belangrijk.
Dopen in water, vieren maaltijd van de Heer
Eenheid en geen verdeeldheid.
Negen van de tien geboden, het sabbat gebod hebben we anders ingevuld.
Het niet eten van dieren zoals roofdieren, honden en katten.


Dan een lijst met geboden, die in de ene kerk wel en in de andere niet of juist niet wordt gehouden.

Als je gelooft, laat je dan ook dopen (alleen in evangelische, baptisten en
Pinkstergemeenten).
Ouders heb je kinderen lief (is meer per gezin verschillend).
Als je seks hebt dan ook trouwen.
Geen homoseksualiteit (alleen in orthodoxe gemeenten).
Niet onder de wet, maar wel met de wet (alleen in Messiaanse gemeenten). Wordt vervuld met de Geest (alleen in charismatische en pinkster-
gemeenten).
Voorbede voor elkaar (alleen in orthodoxe gemeenten niet).
Als het niet meer gaat, regel dan een echtscheiding (in R.K. kerk en ortho-
doxe gemeenten niet)

Geboden die we in het algemeen niet houden in welke kerk of christelijke gemeenten dan ook.

Heb jezelf lief.
Maak je geen zorgen voor de dag van morgen.
Houd moed. Hebt goeden moed, Johannes 16:33.
Wees niet bang.
Leef vrij van angsten en overmatige zorgen, 1 Korintiërs 7:28-35.
Genees de zieken, wek doden op,  Matteüs 10:8; Lucas 10:9.
Richt je erop om te profeteren, 1 Korintiërs 14:39.
Leer spreken in tongen, verhinder het spreken in vreemde talen niet,
1 Korintiërs 14:39.
Begeer de beste gaven, 1 Korintiërs 12:31.
Als je bij elkaar komt heeft iedereen iets.
Één is uw meester, dat is Jezus. Geen ‘mannetjes’.
Help de waarheid te verspreiden, 3 Johannes 1:8.
Dankbaarheid in plaats van mopperen.
Zegenen in plaats van vloeken. Niet (ver)oordelen.
Je vriendelijkheid zij de mensen bekend.
Actief, niet lui zijn.
Je verantwoordelijkheid nemen, tot je doel komen.
Heb geduld met elkaar.
Het geneesaspect van de maaltijd van de Heer.
Het reinigingsaspect van de doop.
De verbinding met Israël; ent jezelf in de edele olijfboom.
Houd de sabbat (de nieuwe maan feesten gelden die nu ook nog?)
Houd de feesten van God: Pesach, Wekenfeest en de najaarsfeesten.
Vieren, gedenken.
Evenwicht tussen werk en inspanning.
Karaktervorming, de vrucht van de Geest.
Geen bitterheid en wrok, maar vergeving.
Geen jaloersheid maar liefde.
Geen luiheid maar tot je bestemming komen.
Eet niet wat ongezond is: varkensvlees, dierlijk vet en schaaldieren.

Consequenties van wel en niet houden

Er zijn drie posities in te nemen als het gaat om de wet en Gods geboden. En zij hebben alle drie een verschillende uitwerking op het leven.

Ten eerste kun je de wet en de geboden serieus nemen. Die positie werkt zegen uit, voorspoed en welzijn in je leven. De totaal andere positie is wetteloosheid. Je doet het tegenovergestelde en dat werkt narigheid uit in je leven.

Je hebt ook nog de wettische positie. Dan denk je dat je bij God in een goed blaadje zal komen als je de geboden houdt. In de praktijk in Nederland is dat een klein rijtje met geboden van en bepaalde kerk en die doe je dan serieus. Het is een positie, die meestal zorgt voor extra narigheid onderling.

Als je ervoor kiest om de wet en de geboden serieus te nemen, hoe kun je kan ook in vrijheid leven? Dat is zoeken naar een balans. Ik geef enkele voorbeelden uit mijn persoonlijk leven.

Op sabbat doe ik bij voorkeur geen dingen die met geld te maken hebben of met dingen, die met mijn bestuurlijke taken te maken heeft. Verwacht van mij  bijvoorbeeld geen mailtjes op de sabbat. Maar als dat nu zo uitkomt, dan doe ik het wel. En op zondag ga ik naar de kerk. Het is toch altijd goed om met de dingen van God bezig te zijn?

Ik probeer altijd iets aan de Joodse feesten te doen. Je kunt ze soms ergens mee vieren. Ik lees dan mijn studies over de feesten door, zie elders op de site. En ik praat er met andere mensen over.

Als ik ergens te gast ben, eet ik varkensvlees als het voor me wordt geserveerd. Soms thuis ook als het ergens in zit. Maar ik zal het niet kopen of klaarmaken.

In de kerk wil men over het algemeen niet dat ik voor hen voor genezing bid. Daarom spreek ik dan tegen hen de hoop uit dat ze beter worden. En als de ruimte er is, dan raak ik ze even aan, in plaats van de handen op te leggen.

Als ik een bijeenkomst mag leiden doe ik dat volgens het principe een ‘ieder heeft iets’ en ‘één is uw meester’, ik niet dus.

Het is belangrijk om niet wetteloos te zijn, maar ook om niet wettisch te zijn. Het is dus zoeken naar een balans. Niet overspannen zoeken maar gewoon in vertrouwen op de leiding van de Heer.

Daarnaast is het goed om juist waar de kerk oppositie heeft georganiseerd tegen bepaalde geboden om die geboden juist wel te doen. Dat is heel goed voor jezelf en daar help je ook de gemeenschap mee. In Gods ogen zijn er dan binnen een gemeenschap uitzonderingen van mensen, die op die terreinen wel Gods geboden serieus nemen. Een reden voor God om genadig te zijn voor de hele groep.

Antwoorden op vragen en problemen

Een regelmatige reactie bij dit onderwerp is: we moeten niet wettisch zijn. En inderdaad is wetticisme niet goed. Nu hebben we in Nederland wel een apart soort wetticisme omdat het niet zozeer de regels van de wet zijn, maar vooral zelf bedachte regels zoals bijvoorbeeld voor de kerkdienst, de kleding en hoe je spreekt over het geloof.

Overigens kom je het woord wettisch of wetticisme in de Bijbel niet tegen als woord, maar wel als begrip.  De apostel Paulus kwam mensen tegen die rechtvaardig voor God wilden worden door de wet, inclusief de joodse tradities, na te leven. Het was en is nog steeds voor Joodse mensen een verleiding om deze manier te leven. Daarom schrijft Paulus aan deze mensen:
Galaten 5:4. Als u probeert door God als een rechtvaardige te worden aangenomen door de wet na te leven, bent u van Christus losgemaakt en hebt u Gods genade verspeeld.

Het leven met God is een heel andere manier van leven dan leven volgens de regels.

Wat is nodig om christen zijn?Wat vraagt men in een wettische
kerk?
Je geeft je hart aan God.
De onbaatzuchtige liefde staat
centraal.
Je laat je leiden door:
– de woorden van de Bijbel,
– je broeders en zusters in het
geloof en dat onder leiding
van de Heilige Geest.
Je moet goed van de regels op de
hoogte zijn.
En je moet je er ook aan houden.
Dikwijls hoort daar ook bij: Spreek
je leiders niet tegen, maar doe wat
ze zeggen.
Gevolgen van het leven als
christen:
Gevolgen van het leven in een
wettische kerk:
Ik ben een christen, een discipel
van Jezus.
Ik hoor bij het lichaam van Christus.
Ik heb blijdschap in de Geest.
Je leeft van genade.
Als je naar je geloof wordt gevraagd
zeg je: ik ga naar de kerk.
Ik ben lid van die-en-die kerkelijke
gemeenschap.
Je hoort bij een groep mensen.
Je hoopt dat God je genadig zult
zijn aan het eind van je leven. Je
weet het niet zeker.


Het is een grote stap om van een leven in een ‘wettische’ omgeving over te gaan naar een leven in gemeenschap. Met God, met de Geest en met je geloofsvrienden. Als jezelf in zo’n wettische situatie zit, zoek dan iemand, die je in dit proces kan begeleiden.

Liederen en boeken over het naleven van de wet.

Psalm 1 en Psalm 119 zijn liederen die de waarde van de wet en de geboden bezingen.
Je kunt ze in de Oude of Nieuwe Berijming zingen.

Lied 244 uit de Opwekkingbundel bezingt de letterlijke tekst van Psalm 1.
Lied 51 uit deze bundel: Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt en uw blijdschap wordt vervuld.

Ik heb twee nogal tegenovergestelde boeken over dit onderwerp in de kast staan:
– Bestemd voor de overwinning met als ondertitel ‘Leven vanuit de overvloedige genade van God’ van Joseph Prince en,
– Hypergenade met als ondertitel ‘De gevaren van de moderne genade boodschap onthuld’ van Dr Michael L. Brown.

Joseph Prince schrijft mooi over de genade, maar hij ziet de wet tegenover de genade staan, terwijl juist beiden belangrijk zijn. Dat is ook waar Michael Brown terecht op wijst. Wat Joseph Prince schrijft over de wet zou ik niet serieus nemen.

Opdracht en werkvorm.

Hier de opdracht als je met zelfstudie bezig bent en een werkvorm als je anderen individueel of in  een groep met dit onderwerp helpt.

Opdracht:
1. Lees de beschrijving van deze les. Leer de eerste drie teksten uit de Bijbel uit het hoofd.
2. Ben je nu al je aversie kwijt tegen Gods geboden en de wet? En zou je ze weer serieus willen nemen?
3. Zou je al een beetje blij kunnen zijn als je een voor jou nieuw gebod in je Bijbel vindt? (de joden vieren jaarlijks een feest en dat heet de Vreugde van de Wet)
4. Bid  en bedenk met welke van Gods geboden uit de tabellen je aan de slag zou willen gaan.
5. Als je (minimaal) twee geboden voor het eerst hebt gehouden, dan ben je geslaagd voor deze les.

Werkvorm:
1. Neem in ieder geval de positieve teksten door uit de Bijbel over de wet en de geboden.
2. Bekijk het overzicht van de geboden in de tabellen. Waar zouden de anderen aan willen werken?
3. Als je een ander hebt geholpen om (minimaal) twee geboden te gaan houden, dan ben je met lof geslaagd voor dezes les.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.