Eén van de gaven van de Heilige Geest is, dat je onderscheid kunt maken van wat goed en niet goed is. En dat vanuit het perspectief van God en de Bijbel. Deze studie geeft aan wat de Bijbel over deze gave zegt.

De citaten zijn uit de NBV21 vertaling tenzij aangegeven is dat een andere vertaling is gebruikt.

De gaven van de Geest worden genoemd in het Nieuwe Testament, maar ook in het Oude Testament is er al de opdracht om goed en kwaad te scheiden. Daarom is er ook aandacht wat het Oude Testament naar voren brengt.

Disclaimer: het onderzoek m.b.t. uit het Oude Testament is nog maar heel beperkt uitgevoerd.

Studievragen

Bij dit onderwerp zou je het volgende kunnen afvragen.

Wat is de gave van onderscheid?

Wat is het belang van de gave van onderscheid?

Hoe kom je aan de gave van onderscheid?

Als je die gave van onderscheid kun je dan ook op ieder gebied zien wat goed en kwaad is?

Op welke terreinen van het leven zouden de mensen met deze gave een belangrijke bijdrage kunnen leveren?

Wat is de relatie van mensen met deze gave met mensen die voor allerlei zaken waarschuwen.

Als je die gave hebt, luisteren de mensen in de kerk dan ook automatisch naar je? En mensen buiten de kerk?

Is wat in de Bijbel staat over de gave van onderscheid wel goed begrepen in de christelijke wereld?

Is wat in de Bijbel staat over de gave van onderscheid wel correct vertaald?

In het hoofdstuk Lessen staan de antwoorden op deze vragen.

Oude Testament

De volgende woorden, die gaan over beproeven en scheiding maken staan in het Oude Testament.

	Woord	Soort woord	Strong	Opmerkingen:
1	בָּחַן  bachan	Werkwoord	H974	Proberen of beproeven. Komt 29 keer voor in 28 verzen. KJV: try (19x), prove (7x), examine (1x), tempt (1x), trial (1x)
2	נָסָה nacah	Werkwoord	H5254	Beproeven, testen Komt 36 keer voor in 34 verzen. KJV: prove (20x), tempt (12x), assay (2x), adventure (1x), try (1x)
3	בָּדַל badal	Werkwoord	H914	Scheiden of verdelen. Komt 42 keer voor 40 verzen. KJV: separate (25x), divide (8x), difference (4x), asunder (2x), severed (2x), sever out (1x), separation (1x), utterly 1 (inf. for emphasis)

1. בָּחַן  bachan onderzoeken

<<nog invullen>>

2. נָסָה  nacah beproeven

<<nog invullen>>

3.  בָּדַל  badal scheiden
Het woord badal komt voor in Genesis 1:4 waar onderscheid wordt gemaakt tussen licht en duisternis en in vers 6 en 7 tussen de verschillende wateren. En in vers 14 en 18 tussen de dag en de nacht.

In het boek Leviticus komt het woord voor in de volgende teksten.

Leviticus 10:10-11. Jullie moeten onderscheid kunnen maken tussen wat heilig is en wat niet, tussen wat rein is en wat onrein, en de Israëlieten uitleg geven over alle bepalingen die de HEER bij monde van Mozes aan hen bekendgemaakt heeft.

Opmerking: het gaat om een aanwijzing van de HEER voor Aäron en zijn nageslacht. En daarom moeten ze geen wijn of andere drank drinken als ze naar de ontmoetingstent gaan.

Leviticus 11:47. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen wat rein is en wat onrein en tussen dieren die wel en dieren die niet gegeten mogen worden.

Leviticus 20:24>>25. Daarom moeten jullie onderscheid maken tussen reine dieren en onreine, tussen onreine vogels en reine, opdat je je keel niet verontreinigt met lopende dieren, vogels of kruipende dieren die ik voor jullie heb onderscheiden als onrein.

Dit is een tekst uit het boek van Ezechiël.

Ezechiël 22:26. Zijn priesters doen mijn wet geweld aan en ontwijden mijn heilige dingen; tussen heilig en onheilig maken zij geen onderscheid, het verschil tussen onrein en rein onderwijzen zij niet, en voor mijn sabbatten sluiten zij hun ogen; zo word Ik te midden van hen ontheiligd.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het scheiden is een activiteit van de Schepper. Zie de teksten uit het boek Genesis.

De mensen en priesters moesten leren onderscheiden wat reine en onreine dieren waren. Zie de teksten uit Leviticus.

De tekst uit Ezechiël gaat in op het punt van onderscheiden van heilige en onheilige dingen.

Wat kunnen we nog in het algemeen van het Oude Testament leren?
De profeten van het Oude Testament kregen heel veel zicht op onderscheid tussen goed en kwaad. Dat was de basis voor hun profetische werk.

Het ging over wat maatschappelijk juist is bijvoorbeeld armenzorg en eerlijke rechtspraak. En het ging over wat geestelijk juist is, zoals alleen God dienen en geen andere goden dienen.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament is er een groepje woorden die gaan over onderscheiden en scheiding maken, zie het eerste hoofdstuk. En er is een groepje woorden dat gaat over beproeven. Soms is deze stap nodig om scheiding te maken. Dat staat in het tweede hoofdstuk.

Diakrino scheiding maken

Dit zijn de woorden die in het Nieuwe Testament m.b.t. dit woord voorkomen.

	Woord	Soort woord	Strong	Opmerkingen:
1	διακρίνω diakrinō	Werkwoord	G1252 SB1113	Onderscheiden, beoordelen Komt 19 keer voor in 18 verzen KJV: doubt (5x), judge (3x), discern (2x), contend (2x), waver (2x), miscellaneous (5x)
2	διάκρισις diakrisis	Zelfstandig naamwoord vrouwelijk	G1253 SB1114	Onderscheiding, beoordeling Komt 3 keer voor in 3 verzen. KJV: discerning (1x), discern (1x), disputation (1x)

1. Diakrino onderscheiden, beoordelen

Matteüs 16:1-3. En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien. Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Als het avond geworden is, zegt u: Mooi weer, want de hemel is rood; en ’s morgens: Vandaag storm, want de hemel is somber rood. Huichelaars! De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden? [HSV]

Opmerking 1: het gaat wellicht over de tekenen van de heilstijden. Als ze goed keken zagen ze de bijzondere tijd, dat Jezus er was.
Opmerking 2: waarom het scheldwoord ‘huichelaars’? Omdat ze zich opstelden als geestelijke leiders maar de komst van Jezus niet wilden zien.
Opmerking 3: in Lukas 12:56 staat deze tekst ook, zie volgende hoofdstuk, maar er is dan een ander woord gebruikt.

Matteüs 21:18-21. Toen Hij (Jezus) vroeg in de morgen naar de stad terugkeerde, kreeg Hij honger. Langs de weg zag Hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Daarop zei Hij tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zul je meer vrucht dragen!’ Ogenblikkelijk verdorde de vijgenboom. Toen de leerlingen dat zagen, vroegen ze verbaasd: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdord is?’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen, kun je niet alleen teweegbrengen wat er met die vijgenboom gebeurd is, je kunt zelfs tegen die berg zeggen: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren. Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft.’

Opmerking: hier staat het woord onderscheiden. Het is van belang dat je kunt onderscheiden of het een woord van God is of niet. Als het een woord van God is, spreek het dan uit en het zal gebeuren.

Markus 11:23. Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren.
Opmerking: zie ook de tekst hiervoor.

Handelingen 10:19-20. Terwijl Petrus nog over dat visioen nadacht, zei de Geest tegen hem: Zie, drie mannen zoeken u; sta daarom op, ga naar beneden en reis met hen mee. Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd.

Handelingen 11:2. De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook niet-Joden Gods woord hadden aanvaard. Toen Petrus terugkwam in Jeruzalem, spraken de Joodse gelovigen hem hierover aan 
en verweten hem dat hij onbesnedenen had bezocht en samen met hen had gegeten. 

Opmerking: de Joodse gelovigen veronderstelden dat Petrus niet Gods weg het onderscheiden.

Handelingen 11:12. De Geest zei tegen me dat ik zonder aarzelen met hen mee moest gaan. Deze zes medegelovigen hebben me vergezeld, en samen zijn we het huis binnengegaan van de man die ons had laten komen.

Handelingen 15:9. Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, want Hij heeft hun hart door het geloof gereinigd.

Romeinen 4:20. Hij twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet, integendeel, hij werd erin gesterkt en bewees zo eer aan God.
Opmerking: dit gaat over aartsvader Abraham.

Romeinen 14:22-23. Hebt u geloof? Heb dat bij uzelf voor God. Zalig die zichzelf niet oordeelt in wat hem goeddunkt. Wie echter twijfelt als hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En alles wat niet uit geloof is, is zonde. [HSV]

Opmerking 1: de weg is luisteren naar de Geest en dan dat doen.
Opmerking 2: de NBV21 vertaalt met “…. maar wie met zichzelf in conflict komt door wat hij eet”. Deze vertaling maakt er een menselijke zaak van.

1 Korintiërs 4:7. Want wie maakt onderscheid tussen u? En wat hebt u dat u niet hebt ontvangen? En als u het ook ontvangen hebt, waarom roemt u alsof u het niet ontvangen had? [HSV]

Opmerking 1: in de gemeente is er geen onderscheid in belangrijke en minder belangrijke mensen.
Opmerking 2: de NBV21 vertaalt met “Wie denkt u wel dat u bent”? Dat vind ik geen passende vertaling.  

1 Korintiërs 6:4-5. Wilt u werkelijk uw alledaagse geschillen aanhangig maken bij mensen die bij de gemeente geen aanzien genieten? U moest u schamen. Is er dan niet één wijs mens onder u die uitspraak kan doen tussen de ene broeder of zuster en de andere?

Opmerking: gaat om een uitspraak al luisterend naar Gods Geest.

1 Korintiërs 11:29-31. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt. Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen. Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden. [HSV]

Opmerking 1: men maakte jammer genoeg geen scheiding tussen het alledaags menselijke en wat van God is. Uit de Studiebijbel: “De gevallen van ziekte en dood die de gemeente als een oordeel hebben getroffen, had men zo kunnen voorkomen”.
Opmerking 2: je kunt wel vinden dat je het goed doet, maar dat is niet relevant in de geestelijke wereld.

1 Korintiërs 14:29. Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen.

Jakobus 1:6. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. [HSV]

Jakobus 2:4. … hebt u dan niet onder elkaar een onderscheid gemaakt en bent u zo geen rechters geworden met verkeerde overwegingen? [HSV]
Opmerking: een rijke man en een arme man moet je hetzelfde behandelen.

Judas 1:9. Zelfs de aartsengel Michaël waagde het niet de duivel te beschimpen en te veroordelen toen hij met hem twistte over het lichaam van Mozes. Hij zei alleen: ‘Moge de Heer u straffen.’

Judas 1:20-22. Maar u, geliefden, bouw uzelf op in uw allerheiligst geloof en bid in de Heilige Geest, bewaar uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heere Jezus Christus, tot het eeuwige leven. En ontferm u over sommigen, en ga daarbij met onderscheid te werk. Red anderen echter met vrees, en ruk hen uit het vuur. U moet ook het onderkleed haten dat door het vlees bevlekt is. [HSV]

2. Diakrisis onderscheid

Romeinen 14:1-2. Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen. De een gelooft, dat hij alles eten mag, maar de zwakke eet plantaardig voedsel. [NBG]

1 Korintiërs 12:8-10. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. [HSV]

Opmerking 1: het gaat specifiek om het onderscheiden van ‘pneumaton’, meervoud van geesten. Dat kan allerlei soorten geestelijke zaken betreffen. Zoals zit er wel een goede geest achter het profeteren. De NBV21 koppelt het onderscheiden dan ook aan het profeteren: “… om te beoordelen of een profetie van de Geest afkomstig is”.

Hebreeën 5:12-14. Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de eerste beginselen van de woorden van God bij te brengen; het is met u zover gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. Wie melk drinkt is nog een klein kind en kan niets verstandigs zeggen over gerechtigheid. Maar voor volwassenen is er vast voedsel; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Van groot belang is dat je een scheiding kunt maken van wat God spreekt en wat anderen bronnen spreken. Als God spreekt kun je doen wat Hij zegt. In teksten wordt Gods spreken verondersteld, maar het staat er niet bij. Matteüs 21:18-21. Markus 11:23.

Soms staat er in de tekst bij dat God of de Geest heeft gesproken. Handelingen 10:19-20. Handelingen 11:21. Een voorbeeld van God spreekt en dat voor waar houden is van vader Abraham. Romeinen 4:20.

Als je twijfelt over iets, niet luistert naar de Geest, is dat zonde. Romeinen 14:22-23. Je bent dan als een golf in de zee, die heen en weer gaat. Jakobus 1:6.

Door andere gelovigen kun je ter verantwoording worden geroepen. Je moet dan de zaak uitleggen. Handelingen 11:2.

Het feit is dat God geen scheiding maakt tussen gelovigen uit de Joden en gelovigen uit de volken. Handelingen 15:9. Ook niet tussen gelovigen onderling. 1 Korintiërs 4:7. Of tussen rijken en armen. Jakobus 2:4

Geef elkaar in een gemeente de ruimte om andere beoordelingen te hebben over overtuigingen. Romeinen 14:1-2

De gave van onderscheid gaat over het onderscheiden van geesten. 1 Korintiërs 12:8-10.

Iedere gelovige zou het onderscheid tussen goed en kwaad moeten kunnen maken. Hebreeën 5:12-14

Jezus noemt de schriftgeleerden hypocrieten, ze doen voorkomen dat ze veel weten maar ze begrijpen de tekenen van de tijden niet. Matteüs 16:1-3.

De aartsengel Michael maakte geen scheiding tussen de duivel en God. Zelfs hij is daartoe niet bevoegd. Judas 1:9

Het Nieuwe Testament noemt allerlei praktische toepassingen voor het scheiding kunnen maken.

Als het gaat om eten of drinken. Romeinen 14:22-23

De maaltijd van de Heer dient heilig worden gevierd, gescheiden van het zondige. 1 Korintiërs 11:29-31.

Bij profeteren is belangrijk dat mensen die scheiding kunnen maken wat van God is en wat niet, het beoordelen. 1 Korintiërs 14:29

Ontferm je over degenen, waar dat Gods wil is. Judas 1:20-23.

Dokimazo beproeven

Aan het onderscheid maken kan beproeven vooraf gaan. Dit zijn de gegevens die in het Nieuwe Testament van dit woord voorkomen.

	Woord	Soort woord	Strong	Opmerkingen:
1	δοκιμάζω dokimazō	Werkwoord	G1381 SB1240	Onderzoeken, beproeven, proberen. Komt 28 keer in 21 verzen voor. KJV vertaalt als volgt: prove (10x), try (4x), approve (3x), discern (2x), allow (2x), like (1x), examine (1x).

Hier de 21 verzen, waar het Griekse woord δοκιμάζω dokimazō in voorkomt. <<de Nederlandse vertaling moet nog worden ingevoerd>>

De zelfstandig naamwoorden en het bijvoeglijk naamwoord van dit woord komt voor in de studie Testen en Beproeven bij het onderwerp Onze zonden.

[Luk 12:56 KJV] [Ye] hypocrites, ye can discern[G1381] the face of the sky and of the earth; but how is it that ye do not discern[G1381] this time?

[Luk 14:19 KJV] And another said, I have bought five yoke of oxen, and I go to prove[G1381] them: I pray thee have me excused.

[Rom 1:28 KJV] And even as they did[G1381] not like[G1381] to retain God in [their] knowledge, God gave them over to a reprobate mind, to do those things which are not convenient;

[Rom 2:18 KJV] And knowest [his] will, and approvest[G1381] the things that are more excellent, being instructed out of the law;

[Rom 12:2 KJV] And be not conformed to this world: but be ye transformed by the renewing of your mind, that ye may prove[G1381] what [is] that good, and acceptable, and perfect, will of God.

[Rom 14:22 KJV] Hast thou faith? have [it] to thyself before God. Happy [is] he that condemneth not himself in that thing which he alloweth.[G1381]

[1Co 3:13 KJV] Every man’s work shall be made manifest: for the day shall declare it, because it shall be revealed by fire; and the fire shall try[G1381] every man’s work of what sort it is.

[1Co 11:28 KJV] But let[G1381] a man examine[G1381] himself, and so let him eat of [that] bread, and drink of [that] cup.

[1Co 16:3 KJV] And when I come, whomsoever ye shall approve[G1381] by [your] letters, them will I send to bring your liberality unto Jerusalem.

[2Co 8:8 KJV] I speak not by commandment, but by occasion of the forwardness of others, and to prove[G1381] the sincerity of your love.

[2Co 8:22 KJV] And we have sent with them our brother, whom we have[G1381] oftentimes proved[G1381] diligent in many things, but now much more diligent, upon the great confidence which [I have] in you.

[2Co 13:5 KJV] Examine yourselves, whether ye be in the faith; prove[G1381] your own selves. Know ye not your own selves, how that Jesus Christ is in you, except ye be reprobates?

[Gal 6:4 KJV] But let[G1381] every man prove[G1381] his own work, and then shall he have rejoicing in himself alone, and not in another.

[Eph 5:10 KJV] Proving[G1381] what is acceptable unto the Lord.

[Phl 1:10 KJV] That ye may approve[G1381] things that are excellent; that ye may be sincere and without offence till the day of Christ;

1 Tessalonicenzen 2:4. Wij spreken alleen omdat God ons daartoe waardig heeft gekeurd en ons het ​evangelie​ heeft toevertrouwd – niet om mensen te behagen, maar God, die de mensen doorgrondt.

Opmerking: Paulus was onderzocht en waardig gekeurd.

1 Tessalonicenzen 5:21. Onderzoek alles, behoud het goede.

[1Ti 3:10 KJV] And let[G1381] these also first be proved;[G1381] then let them use the office of a deacon, being [found] blameless.

[Heb 3:9 KJV] When your fathers tempted me, proved[G1381] me, and saw my works forty years.

[1Pe 1:7 KJV] That the trial of your faith, being much more precious than of gold that perisheth, though it be tried[G1381] with fire, might be found unto praise and honour and glory at the appearing of Jesus Christ:

1 Johannes 4:1-6 Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat ​Jezus​ ​Christus​ als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de ​antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld. U, ​kinderen, komt uit God voort en u hebt de valse profeten overwonnen, want hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. Die valse profeten komen uit de wereld voort. Daarom spreken zij de taal van de wereld en luistert de wereld naar hen. Wij komen uit God voort. Wie God kent luistert naar ons. Wie niet uit God voortkomt luistert niet naar ons. Hieraan kunnen we de geest van de waarheid en de geest van de dwaling herkennen.

Opmerking: hier twee kenmerken voor het goede. 1. Dat de gezalfde redder onder de mensen is gekomen. Wat wordt gezegd moet heil (Jeshua) voortbrengen. 2 Er moet een zalving van de HEER zijn.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Je moet niet alleen weertypen onderscheiden maar juist ook de tijd waarin we leven.

<<nog aanvullen>>

Overwegingen

Het Nieuwe Testament heeft twee benaderingen. Het scheiding maken tussen wat van God is en wat niet van God is. Er is ook nog een voorzichtiger Grieks woord dat wordt gebruikt. Dat zou je met beproeven, testen, analyseren, of beoordelen kunnen vertalen.

Als je weet wat van God is en wat niet, dan kan een krachtige keuze nodig zijn. Doe je wel of niet ergens aan mee bijvoorbeeld. Als leider van iets: we gaan niet iets doen wat tegen de wil van God is.

Luister naar de Heer. Jezus ging niet weg uit Israël omdat er veel was wat niet van God was. Hij bleef ook in gesprek met iedereen. Jezus keek wat mogelijk was om te zeggen en te doen. Het goede zeggen en doen en het kwade benoemen.

Hoe leer je onderscheiden wat van God is en wat niet?
Ken in ieder geval het woord van God. Ook de niet populaire stukken van de Bijbel in de stroming waar jij toe behoort. Leef gehoorzaam. Leef zelf zuiver.

Weet dat zaken niet totaal fout of totaal goed kunnen zijn, maar dat het gemengd kan zijn. Licht en duisternis gemengd. Door scheiding te maken, het kwaad op te sporen en te verwijderen, kan het goede gaan floreren.

Dat scheiding maken tussen goed en kwaad kan ook nodig zijn, of juist nodig zijn, als er geestelijke manifestaties zijn of bij wat je een opwekking zou kunnen noemen. Of bij een heel succesvolle kerkdienst.

Wat doe je als je iets ziet wat gescheiden zou moeten worden maar waartoe je geen bevoegdheid hebt?

Je best doen om het goede te versterken en het kwaad uit te bannen. En verder doet het denken aan de gelijkenis van het onkruid. God gaat pas scheiding maken tussen goed en kwaad bij de oogst.

Andere bronnen

Van de Engelse Wikipedia over onderscheiden van geesten: https://en.m.wikipedia.org/wiki/Discernment_of_Spirits

Onderwijs van Dawna da Silva Healing Rooms van de Bethel kerk https://www.youtube.com/watch?v=WVwKvzywA10&list=PLGShMHl5qWAqSJL3n5x4OUtai0HOWKFk0  

Lessen

Hier de antwoorden op de vragen die bij het hoofdstuk Studievragen zijn gesteld.

Wat is de gave van onderscheid?
Dat je weet wat verstandig en goed is vanuit Gods oogpunt gezien.

Het is opvallend dat het in de teksten van het Nieuwe Testament vooral gaat over dat jezelf het onderscheid kunt maken. Dus dat je niet op basis van je eigen inzichten een ander gaat beoordelen. Dit wordt helaas wel vaak gedaan.

Het is ook opvallend dat God wel scheiding maakt tussen goed en kwaad, tussen reine en onreine dieren maar geen scheiding maakt tussen gelovigen uit de Joden en gelovigen uit de volken. Handelingen 15:9. Ook niet tussen gelovigen onderling. 1 Korintiërs 4:7. Of tussen rijken en armen. Jakobus 2:4. Denk daarbij ook aan de tekst: “Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.” Galaten 3:28.

Deze gave is van groot belang voor het functioneren van de gemeente van Christus. Zoals bij het profeteren om te beoordelen of de profetie correct is. En bij onderlinge geschillen.

Wat is het belang van de gave van onderscheid?
Het is van levensbelang voor iedereen. Zoek je het hogerop in je leven of ben je juist op weg naar de afgrond.

Jezus noemt een groep geleerde mensen, die zich niet uitstrekken naar de gave van onderscheid, hypocrieten.

Je kunt met de gave van onderscheid ook verschillen en andere problemen in de gemeente van Christus oplossen. Het is dan van groot belang dat de gezaghebbende figuur, het meest de gave van onderscheid heeft.

Een ‘gewoon’ lid van de gemeente met de gave van onderscheid kan wel het goede naar voren brengen in de gemeente van Christus en in de maatschappij. Maar houdt zijn taak dan verder ook op.

Hoe kom je aan de gave van onderscheid?
Het is een gave van de Heilige Geest, die je helpt om, met wat je allemaal al weet, het goede inzicht geeft. Het is dus ook van belang om zoveel mogelijk te weten vooral van wat in de Bijbel staat. Deze site wil daarbij helpen.

Als je die gave van onderscheid hebt kun je dan ook op ieder gebied zien wat goed en kwaad is?
In de gave van onderscheid kun je groeien. Als je meer weet, vooral van de Bijbel, helpt dat bij de ontwikkeling van deze gave.

Op welke terreinen van het leven zouden de mensen met deze gave een belangrijke bijdrage kunnen leveren?
Bij gebruik van deze gave zouden kerken en christelijke gemeenten een goede koers kunnen varen. De kranten en andere media zouden juiste informatie bieden in plaats van de nu soms absurde misvattingen. De politieke partijen zouden een voor ons land wijs beleid gaan voeren in plaats van een problemen veroorzakend beleid.

Wat is de relatie van mensen met deze gave met mensen die voor allerlei zaken waarschuwen?
In de wereld zijn veel mensen, die vinden van zichzelf dat ze een roeping hebben om te waarschuwen. Vervelend als ze waarschuwen voor wat God juist wil. Dat komt regelmatig voor in kerkelijke kring. Dikwijls blijken mensen met de gaven van de Geest juist de doelgroep te zijn van waarschuwers.

Als je die gave hebt, luisteren de mensen in de kerk dan ook automatisch naar je? En mensen buiten de kerk?
In de kerk wel als je het onderbouwt met wat in de Bijbel staat. En buiten de kerk als je het op een andere manier aannemelijk maakt

Het is goed voor te stellen dat het in een kerk of gemeente of groep lastig is als iemand met de gave van onderscheid gaat zeggen dat iets niet goed is waar men aan gehecht is. Degene heeft dan zo’n beetje de positie van de profeten uit het Oude Testament.

Je krijgt nog meer de positie van de profeet uit het Oude Testament als God van die mens vraagt om het onderwerp luidt en duidelijk naar voren te brengen.

Is wat in de Bijbel staat over de gave van onderscheid wel goed begrepen in de christelijke wereld?
In de kerk kent men wel wat in de Bijbel staat, maar naar aanleiding daarvan kunnen zijn er verschillende meningen zijn. Het is te hopen dat predikanten, voorgangers en andere leiders wel enigszins de gave van onderscheid hebben.

Ik heb nog nergens ontdekt in een kerk of gemeente dat deze gave bij leden van de gemeente werd erkend. Die kerken en gemeenten waar voor deze gave ruimte is zullen wel het meest succesvol zijn in geestelijke zin.

Is wat in de Bijbel staat over de gave van onderscheid wel correct vertaald?
De vertalers van de Bijbel tonen laten zien dat ze moeite hebben met het door de Geest zien wat goed en wat slecht is. Dat is te zien aan sommige teksten die niet goed of matig vertaald zijn. Vooral de NBV vertalingen laten zien dat het luisteren naar Gods stem niet is begrepen.