<<deze studie is een studie van wat er in het Nieuwe Testament staat over licht en duisternis. Er staat nog weinig in over het Oude Testament. Ook ontbreekt nog de analyse, de samenvatting en de werkvorm >>
Naast goed en kwaad is er ook licht en duisternis. Dat overlapt niet helemaal. De duisternis levert kwaad, maar de mens ook en soms God ook. De duisternis kan iets doen wat je goed kunt noemen, maar daar zit toch een kwade bedoeling achter. Voor het goede moet je bij God zijn en bij mensen, die in zijn spoor het goede doen.
Als het duister is, dan kun je de dingen niet goed zien. Je bent als het ware blind. Je kunt de problemen niet zien, maar je kunt ook de oplossingen niet zien. Je blijft maar in de ellende dwalen.
De woorden licht en duisternis komen minder voor dan goed en kwaad. Ik heb hier wel alle teksten bekeken, maar alleen die in deze studie opgenomen, die me het meest zinvol leken.
Deze studie is thematisch opgezet, laat tegelijkertijd de teksten uit het Oude en Nieuwe Testament zien. De teksten zijn uit de NBV vertaling tenzij anders vermeld.
Het goede nieuws is dat je uit de duisternis kunt komen. Het is soms moeilijk omdat je zelf niet ziet, dat je in de duisternis zit.
Een mooie understatement staat in het boek Prediker.
Prediker 2:13. … het licht is nuttiger dan de duisternis.
Licht en duisternis in de Bijbel
Er komen in de Bijbel verschillende woorden voor die je met licht en duisternis kunt vertalen.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | אוֹר ‘owr | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H216 | Licht. Komt 123 keer voor in 112 verzen. KJV: light(s) (114x), day (2x), bright (1x), clear (1x), flood (1x), herbs (1x), lightning (1x), morning (1x), sun (1x). |
2 | חֹשֶׁךְ choshek | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H2822 | Duisternis. Komt 80 keer in 77 verzen voor. KJV: darkness (70x), dark (7x), obscurity (2x), night (1x). |
3 | φῶς phōs | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G5457 SB4778 | Licht Komt 70 keer voor in 59 verzen. KJV: light (68x), fire (2x). |
4 | φωτεινός phōteinos | Bijvoeglijk naamwoord | G5460 SB4781 | Lichtend, verlicht Komt vijf keer voor in vijf verzen. KJV: full of light (4x), bright (1x). |
5 | φωτίζω phōtizō | Werkwoord | G5461 SB4782 | Schijnen, licht geven. Komt 11 keer voor in 11 verzen. KJV: give light (2x), bring to light (2x), lighten (2x), enlighten (2x), light (1x), illuminate (1x), make to see (1x). |
6 | φωτισμός phōtismos | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G5462 SB4783 | Verlichting Komt twee keer voor. KJV: light (2x). |
7 | σκοτεινός skoteinos | Bijvoeglijk naamwoord | G4652 SB4046 | Donker, duister. Komt drie keer voor in drie verzen. KJV: full of darkness (2x), dark (1x). |
8 | σκοτία skotia | Zelfstandig naamwoord onzijdig. | G4653 SB4047 | Duisternis Komt 16 keer voor in 12 verzen. KJV: darkness (14x), dark (2x). |
9 | σκοτίζω skotizō | Werkwoord | G4654 SB4048 | Komt acht keer voor in acht verzen. KJV: darken (8x). |
10 | σκότος skotos | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G4655 SB4049 | Duisternis. Komt 32 keer voor in 31 verzen. KJV: darkness (32x). |
11 | σκοτόω skotoō | Werkwoord | G4656 SB4050 | Verduisteren. Komt alleen in Openbaringen 16:10 voor. ‘En de vijfde goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk werd verduisterd, en zij kauwden op hun tong van pijn’. |
Zo’n 200 keer komt in de Bijbel een woord voor licht voor en 128 keer een woord voor duisternis.
Vrijwel altijd als er over de duisternis wordt gesproken, wordt er ook over het licht gesproken. En bijna altijd geeft zowel licht als duisternis in de Bijbel een geestelijke betekenis.
Opvallend is dat de tegenstelling licht en duisternis relatief veel voorkomt. Totaal 46 keer. In het boek van de apostel Johannes relatief het meest namelijk acht keer. En hij onthult daarbij ook veel over deze woorden.
Licht en duisternis in de schepping
God is licht.
1 Johannes 1:5. Dit is wat wij hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis.
Omdat God licht is, is het ook logisch dat God bij de schepping zorgt voor het licht en ook voor de scheiding tussen het licht en de duisternis.
1 Timoteüs 6:16. Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen.
Jacobus 1:16-18. Geliefde broeders en zusters, vergis u niet: elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen. Hij wilde ons door de verkondiging van de waarheid tot leven roepen, om ons de eersten te maken in zijn schepping. [in het Grieks staat er de Vader van de lichten. De NBV legt uit: de hemellichten]
De HEER zorgt voor het licht en de scheiding
Genesis 1:3-4. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis.
Wat staat hier?
1. God schept licht in de duisternis.
2. God scheidt het licht van de duisternis.
Dat de duisternis er al was, dat is in het vers hiervoor te zien.
Genesis 1:2. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
Hier komen de woorden ‘woest en doods’ voor, in het Hebreeuws ’tuhu wabohu’. Die woorden wijzen op narigheid. Deze uitdrukking komt verder alleen nog voor in Jeremia 4. Daar het een onderdeel van een profetie over het oordeel over Juda.
Jeremia 4:23. Ik zag de aarde, ze was woest en doods. Ik keek op naar de hemel, er was geen licht.
Je zou kunnen denken dat bij de scheppingsdaad van het licht het gaat over de schepping van de zon waardoor we licht op de aarde ontvangen. Nee, dat is niet zo, want de hemellichamen worden pas op de derde dag geschapen en de scheiding van het licht en de duisternis wordt de eerste dag geschapen.
Sommige mensen denken dat er het fout in de Bijbel staat. De schrijver had toch moeten weten dat je de zon nodig hebt voor het licht. Leuk bedacht, maar niet correct. Zij begrijpen niet dat het licht en de duisternis hier geestelijk zijn bedoeld.
Wat opvalt is dat van de geestelijke scheppingsdaden in vers 3 en 4 het daarna steeds meer naar de zichtbare werkelijkheid overgaat. Hier gaat ook de zon een rol spelen. Alsof de zon werd geschapen om het licht en de duisternis ook in de zichtbare werkelijkheid te realiseren.
Genesis 1:5. het licht noemde hij dag יוֹם, yowm, de duisternis noemde hij nacht לַיִל, layil. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
De tekst in Genesis 1:15-18 geeft aan dat de lichten in het hemelgewelf scheiding maken tussen de dag en de nacht en ook heersen op de dag en in de nacht om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. [SV]
Johannes 1:4-5. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
2 Korintiërs 6:14. Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Wat is de verwantschap tussen gerechtigheid en wetteloosheid? Wat heeft licht met duisternis te maken?
Jezus komst brengt licht
Jezus is de grote lichtbrenger in deze wereld, in navolging van de Vader, die de Vader van de lichten wordt genoemd.
Matteüs 4:16. Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’
Uit de profetie van Zacharias, die gaat over zijn zoon Johannes, maar die zich uitstrekt naar Jezus.
Lucas 1:78-79. Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.’’
Dit is uit de lofzang van de rechtvaardige Simeon.
Lucas 2:32. … een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
Johannes 1:7-9. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. [verlicht is het werkwoord SB4782]
Johannes 8:12. Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’
Johannes 9:5. Zolang ik in de wereld ben, ben ik het licht voor de wereld.’
Johannes 12:46. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is.
Het licht hoort bij het Koninkrijk van God
Jezus op de berg van de verheerlijking.
Matteüs 17:2. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.
Matteüs 17:5. Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!’ [stralende of lichtende wolk, hier bijv. naamwoord SB4781]
Bij de bevrijding van Petrus uit de gevangenis.
Handelingen 12:7. Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketens van zijn handen.
De apostel Paulus zag een groot licht als God hem aanspreekt.
Handelingen 9:3. Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel.
Handelingen 22:6. Maar onderweg, niet ver van Damascus, gebeurde er tegen het middaguur iets onverwachts: opeens werd ik omstraald door een fel licht uit de hemel.
Handelingen 22:9. De mensen die bij me waren, zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van hem die tegen me sprak.
Handelingen 22:11. Omdat het stralende licht me blind gemaakt had, namen mijn reisgenoten me bij de hand en brachten me zo naar Damascus.
Handelingen 26:13. toen ik midden op de dag zag hoe een licht uit de hemel, feller dan de zon, mij en mijn reisgenoten omstraalde.
Hier is een engel een groot licht.
Openbaring 18:1. Hierna zag ik een andere engel uit de hemel neerdalen. Hij had groot gezag en zijn luister verlichtte de aarde.
Overigens was destijds toen het volk Israël bij de Sinaï was ook duisternis, die God veroorzaakte.
Hebreeën 12:18-19. U hebt niet, zoals het volk destijds, voor een laaiend en allesverzengend vuur gestaan, of in dreigende duisternis en woeste wind, noch te midden van bazuingeschal en stemgedonder.
En bij de kruisiging was er ook duisternis.
Matteüs 27 en Marcus 15 bijna zelfde tekst.
Marcus 15:33-34. Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’
Lucas 23:44. Rond het middaguur werd het donker in het hele land doordat de zon verduisterde. De duisternis hield drie uur aan. Toen scheurde het voorhangsel van de tempel doormidden.
De duisternis speelt een rol in het geloof. De discipelen, die in het donker bang waren en Maria Magdalena, die in het duister nog naar het graf ging. Ook een soort opstanding uit de doden.
Johannes 6:16-17. Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen.
Johannes 20:1. Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald.
Petrus noemt dit in zijn Pinkstertoespraak.
Handelingen 2:20. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed voordat de grote, stralende dag van de Heer komt.
En in het boek Openbaringen
Openbaringen 8:12. De vierde engel blies op zijn bazuin. Een derde deel van de zon, van de maan en van de sterren werd getroffen, waardoor dat deel verduisterd werd. Een derde deel van de dag en ook van de nacht was er dus geen licht.
Openbaringen 9:1-2. Toen blies de vijfde engel op zijn bazuin. Ik zag een ster die uit de hemel op de aarde was gevallen. Hij kreeg de sleutel van de put naar de onderaardse diepte. Hij opende die put, waaruit rook opsteeg als uit een grote oven. De zon en de hemel werden verduisterd door de rook uit de put.
Openbaringen 16:10. De vijfde engel goot zijn offerschaal leeg over de troon van het beest. Zijn rijk werd in duisternis gehuld. De mensen beten op hun tong van de pijn.
Over de toekomst
Er komt ooit een dag dat het anders zal zijn.
Zacharia 14:6-7. Op die dag zal er geen licht zijn; de hemellichamen verliezen hun glans. Op die ene dag, die alleen de HEER kent, zal er geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Pas tegen het vallen van de avond zal er weer licht gloren.
Gaat dit over de duisternis toen Jezus aan het kruis hing of gaat dit over een andere situatie, die er geweest is of nog komt?
Dat is de taak van de Heer t.z.t.
1 Korintiërs 4:5. Houd dus op te oordelen en wacht de tijd af dat de Heer komt, omdat hij het is die aan het licht zal brengen wat in het duister verborgen is en zal onthullen wat de mensen heimelijk beweegt. En dan zal God het zijn die ieder de lof geeft die hem toekomt.
Hier al een aankondiging van de toekomst.
1 Johannes 2:8. Toch is het ook een nieuw gebod, omdat de duisternis wijkt en het ware licht al schijnt, en dit is werkelijkheid in Jezus’ leven en in uw leven.
Dit is in ieder geval ook voor ons nog toekomstmuziek. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Openbaring 21:23-24. De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht. De volken zullen in haar licht leven en de koningen op aarde betuigen daar hun lof. [hier het werkwoord H4782 dat met schijnen is vertaald]
Openbaring 22:5. Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. [hier ook het werkwoord H4782]
De Heer is ook de Heer van de duisternis
De HEER is de schepper van hemel en aarde, hij is ook zoiets als de heerser over de duisternis.
Job 12:22. Hij (elohim) onthult het diepste van de duisternis en brengt het zwartste donker naar het licht.
Job 26:10. Hij trekt een cirkel rond de wateren, langs de verste grens van licht en duisternis. [dit gaat over God de schepper]
Job 38:19. Waar is de weg naar de oorsprong van het licht, en de plaats van het donker – is die jou bekend.
Jesaja 45:6b-7. Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept, die vrede maakt en onheil schept. Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet.
Johannes 1:5. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. [dit is een gegeven van de schepping]
Paulus spreekt Joodse leiders aan, die beweren licht te brengen.
Romeinen 2:19. … u die ervan overtuigd bent dat u zelf een leidsman van blinden bent, een licht voor hen die in het duister zijn,
In navolging van de Heer pakt de apostel Paulus schijnapostelen aan. Daarbij is onderscheid van groot belang.
2 Korintiërs 11:14-15. Dat is ook geen wonder, want niemand minder dan Satan vermomt zich als een engel van het licht. Het ligt dus voor de hand dat ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren van de gerechtigheid. Maar ze zullen krijgen wat ze verdienen.
De HEER is bij ons in de duisternis
De HEER is bij ons in de duisternis en Hij helpt ons er ook uit.
Psalm 23: 4. Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
Psalm 139:11-12. Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht.
Micha 7:8. Jij die me haat, maak je niet vrolijk over mij. Al ben ik gevallen, ik sta op, al is het donker om mij heen, de HEER is mijn licht. [dit is een geloofsuitspraak]
Noem het duister geen licht!
Door de profeet Jesaja wordt een vloek uitgesproken over mensen, die het kwade goed noemen en het licht duister. Dus niet goedpraten, geen mooie zalvende woorden voor de lieve vrede.
Jesaja 5:20. Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad, die het licht tot duisternis maken en het duister tot licht, die van zoet bitter maken en van bitter zoet.
Een belangrijke waarschuwing!!!!
We komen dit ook tegen bij de vrienden van Job. Ze zijn het onderscheid tussen licht en duisternis kwijt.
Job 17:12. Zij maken van de nacht de dag, zeggen dat het licht is waar het donker heerst.
De mens en de duisternis
Er zijn mensen, die zoeken de duisternis om slechte dingen te doen. Anderen, die slechte dingen hebben gedaan brengen zichzelf in de duisternis. Weer anderen krijgen de duisternis als oordeel. Maar er is ook een weg terug. Neem je verantwoordelijkheid. Bekeer je.
Voor de apostel Johannes is het licht en duisternis belangrijk om het evangelie te kunnen brengen.
Johannes 3:19-21. Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’
Let op mensen, die niet oprecht en transparant zijn, want die hebben iets te verbergen. Wees oprecht dan kun je het licht zoeken en vinden.
1 Johannes 2: 7-11. Geliefde broeders en zusters, ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor maar een oud, dat u vanaf het begin bekend is. Dat oude gebod is de boodschap die u gehoord hebt. Toch is het ook een nieuw gebod, omdat de duisternis wijkt en het ware licht al schijnt, en dit is werkelijkheid in Jezus’ leven en in uw leven. Wie zegt in het licht te zijn maar zijn broeder of zuster haat, bevindt zich nog altijd in de duisternis. Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en komt niet ten val, maar wie de ander haat, bevindt zich in de duisternis. Hij gaat zijn weg in het duister, zonder te weten waarheen die weg voert, want de duisternis heeft hem blind gemaakt.
Sommigen zoeken de duisternis
Sommigen zoeken de duisternis, het verborgene om slechte dingen te doen, zoals hier bij Job, waar het gaat over de echtbreker, die zich stiekem gedraagt.
Job 24:16. In het donker dringen zij de huizen binnen; na zonsopgang houden zij zich schuil om aan het daglicht te ontsnappen.
De apostel Johannes geeft de weg aan van bekering.
1 Johannes 1:6. Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.
Johannes 2:9-11. Wie zegt in het licht te zijn maar zijn broeder of zuster haat, bevindt zich nog altijd in de duisternis. Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en komt niet ten val, maar wie de ander haat, bevindt zich in de duisternis. Hij gaat zijn weg in het duister, zonder te weten waarheen die weg voert, want de duisternis heeft hem blind gemaakt.
Johannes 3:19-21. Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’
Je kunt in de duisternis komen.
Je kunt in de duisternis komen als persoon, als groep en als volk.
Hier over personen, die als gevolg van kwade wandel of een straf in de duisternis komen, zoals hier bij Job over de goddeloze.
Job 18:18. …. uit het licht wordt hij het duister in geworpen.
En over aanvoerders van volken.
Job 12:23-25. Volken maakt hij groot, dan richt hij ze te gronde, volken maakt hij machtig, dan voert hij ze weg. Hun aanvoerders beneemt hij het verstand, hij laat hen dolen in een woestenij zonder uitweg. Ze tasten in een lichtloos duister rond. [kan een straf van elohim zijn voor aanvoerders]
Hier analyses van verschillende profeten over Juda zoals in het eerste vers. Soms over Israël of andere naties.
Jesaja 5:30. Wanneer men naar de aarde kijkt, zie, duisternis en benauwdheid, en het licht zal door haar rookwolken verduisterd zijn. [HSV]
Jesaja 59:9-10. Daarom blijft het recht ver van ons en is gerechtigheid voor ons onbereikbaar. Wij hopen op licht, maar het is duister, op een sprankje licht, maar we dolen in het donker. We tasten als blinden langs de muur, we tasten rond als iemand die niets kan zien.
Soms staat er in de Bijbel bij dat het een oordeel van God is.
En dat kan voor mensen persoonlijk, een groep van mensen of een heel volk.
Klaagliederen 3:2. Hij leidt mij en voert mij – in een lichtloos duister.
Ezechiël 32:8. Alle lichten die boven je aan de hemel stralen zal ik verduisteren, het zal donker zijn in je land – zo spreekt God, de HEER.
Amos 5:18-20. Wee degenen die verlangen naar de dag van de HEER! Wat zal hij jullie brengen, de dag van de HEER? Duisternis, geen licht. Zoals wanneer iemand die vlucht voor een leeuw, aangevallen wordt door een beer, en dan, als hij een huis binnenvlucht en met zijn hand tegen de muur leunt, gebeten wordt door een slang. De dag van de HEER zal duisternis zijn, en geen licht; aardedonker, zonder glans.
Romeinen 1:20-21. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd.
Romeinen 11:7-10. Wat betekent dit alles? Wat Israël heeft nagestreefd, heeft het niet bereikt; alleen zij die zijn uitgekozen hebben het bereikt. De overigen werden onbuigzaam, zoals ook geschreven staat: ‘God heeft hun geest verdoofd, hun ogen blind gemaakt en hun oren doof, tot op de dag van vandaag.’ En David zegt: ‘Laat hun tafel een valstrik worden, een strik, een valkuil en een straf. Laat het licht uit hun ogen verdwijnen, krom hun rug voorgoed.’ [er staat verduistert, daar waar met blind gemaakt is vertaald]
Efeziërs 4:17-20. Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van de heidenen met hun loze denkbeelden. In hun geest heerst duisternis en ze zijn vervreemd van het leven met God, omdat ze hem niet kennen en hun hart voor hem gesloten hebben. Afgestompt als ze zijn, geven ze zich over aan losbandigheid en storten ze zich in allerlei zedeloze praktijken. Maar zo hebt u Christus niet leren kennen!
Hebreeën 6:4-6. Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de heilige Geest, 5wie het weldadig woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt.
In de brief van Judas. Hier eerst nog teksten, die hen beschrijven en dan de tekst met het oordeel.
Judas 1:4. Er hebben zich namelijk ongemerkt mensen onder u gemengd van wie het vonnis al lang geleden schriftelijk is vastgelegd: goddelozen, die de genade van onze God misbruiken als voorwendsel voor losbandigheid en die onze enige meester en Heer, Jezus Christus, verloochenen.
Judas 1:10. Maar deze mensen lasteren alles waarvan ze geen weet hebben; en wat ze, net als redeloze dieren, instinctmatig wél begrijpen wordt hun ondergang.
Judas 1:12-13. Wolken zonder water zijn het, voortgejaagd door de wind, bomen die zelfs in het late najaar geen vrucht dragen, tweemaal afgestorven, ontworteld, wilde golven op zee die hun eigen schande opschuimen, dwaalsterren die voor eeuwig de diepste duisternis wacht.
In de tweede brief van de apostel Petrus komt zo’n tekst ook voor. Die sluit met deze tekst af.
2 Petrus 2:17-18. Droogstaande bronnen zijn het, mistflarden die door een wervelwind voortgejaagd worden. De diepste duisternis wacht hun, want met loos gebral en schaamteloze uitspattingen verleiden ze hen die zich nog maar net hebben losgemaakt van degenen die dwalen.
Hier een oordeel over Babylon.
Openbaring 18:23. … het licht van de lamp nooit meer in je schijnen. Het feestgedruis rond bruid en bruidegom zal in jou nooit meer te horen zijn.
Terug van de duisternis naar het licht.
De weg terug van de duisternis naar het licht kan beginnen met verlangen, zoals hier bij Job.
Job 29:2-3. Job zette zijn betoog voort: ‘Was alles maar als in de dagen van weleer, als in de dagen dat God over mij waakte, in de tijd dat zijn lamp boven mij scheen en mijn weg door het donker verlichtte.
Jesaja 9:1. Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen.
Je kunt zien als iemand bekering nodig heeft.
Matteüs 6:22-23. Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis! [een verlicht lichaam n.a.v. bijv. naamwoord SB4781].
Lucas 11: 33-36. Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien. Het oog is de lamp van het lichaam. Als je oog helder is, is je hele lichaam verlicht. Maar als het troebel is, verkeert je lichaam in duisternis. Let dus op of het licht dat in je is, niet verduisterd is. Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.’
Volg Jezus in het licht, dat geeft leven.
Johannes 8:12 Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’
Als je Jezus volgt ben je niet meer in de duisternis.
Johannes 12:44-46. ‘Jezus had luid en duidelijk gezegd: ‘Wie in mij gelooft, gelooft niet in mij, maar in hem die mij gezonden heeft, en wie mij ziet, ziet hem die mij gezonden heeft. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is.
Handelingen 26:18. om hun de ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk.”
Handelingen 26:23. … namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de heidenen het licht te verkondigen.’
1 Petrus 2:9 ‘Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht‘.
Wij zijn kinderen van het licht
Hier gaat het over de man met ontzag voor de HEER en liefde voor zijn geboden.
Psalm 112:4. Hij straalt voor de oprechten als licht in het duister.
Jesaja 58:10. .. wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.
Matteüs 5:14-16. Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
Lucas 16:8. En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht.
Johannes de Doper is de eerste mens, waarvan wordt gezegd dat hij licht gaf.
Johannes 5:35. Johannes was een lamp die helder brandde, en u hebt zich een tijd in zijn licht verheugd.
Johannes 12:35-36. ‘Nog een korte tijd is het licht bij u,’ antwoordde Jezus. ‘Ga uw weg zolang het licht is en laat de duisternis u niet overvallen; wie in het donker loopt weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht zolang u het licht bij u hebt, dan bent u kinderen van het licht.’ Na deze woorden ging Jezus weg en hij hield zich voor hen schuil.
Handelingen 13:47. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’
Kolossenzen 1:12. Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht.
1 Tessalonicenzen 5:4-5. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis.
Geroepen voor de strijd
Matteüs 10-25-28. Een leerling moet er genoegen mee nemen te worden als zijn leermeester, en de slaaf als zijn heer. Als ze de heer des huizes al Beëlzebul genoemd hebben, waarvoor zullen ze dan zijn huisgenoten wel niet uitmaken? Wees dus niet bang voor hen. Want niets is verborgen dat niet onthuld zal worden en niets is geheim dat niet bekend zal worden. Wat ik jullie in het duister zeg, spreek dat uit in het volle licht, en wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken. Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna. [Lukas 12:3 gaat ook over wat is verborgen bekend zal worden gemaakt]
Lucas 8:16-17. Wie een lamp heeft aangestoken, dooft hem niet meteen weer door hem te bedekken en zet hem ook niet onder een bed, nee, hij plaatst hem op een standaard, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet. Want niets dat verborgen is blijft geheim; alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen.
Deze tekst kwam al eerder voor, maar ik herhaal die hier.
Lukas 11:36. Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.’ [een verlicht lichaam, bijvoeglijk naamwoord SB4781, het laatste verlicht is het werkwoord SB4782]
Handelingen 13:7-12. Sergius Paulus, een verstandig man, liet Barnabas en Saulus bij zich komen omdat hij meer wilde horen over het woord van God. Maar Elymas, zoals Barjesus ook wel werd genoemd – want Elymas betekent ‘magiër’ –, stelde zich tegen hen teweer en probeerde de proconsul van het geloof af te houden. Daarop keek Saulus (die ook bekendstond als Paulus) hem strak aan, en vervuld van de heilige Geest zei hij: ‘U bent een bedrieger, een gewetenloze oplichter, een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid. Hoe durft u de rechte wegen van de Heer te veranderen in kronkelpaden? 11Let op: de hand van de Heer zal u treffen, u zult blind zijn en voorlopig geen zonlicht meer zien.’ Onmiddellijk werd alles donker om hem heen, zodat hij tastend zijn weg moest zoeken en anderen moest vragen of ze hem wilden leiden. Toen de proconsul dit zag, aanvaardde hij het geloof, diep onder de indruk als hij was van wat hij over de Heer had geleerd.
Romeinen 13:12. De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht.
2 Korintiërs 4-1-6. Omdat God ons in zijn barmhartigheid deze taak gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet. Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten. Wanneer er dan toch nog een sluier ligt over het evangelie dat wij verkondigen, geldt dit alleen voor hen die verloren gaan: de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is. Wij verkondigen niet onszelf, wij verkondigen dat Jezus Christus de Heer is en dat wij omwille van hem uw dienaren zijn. De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.
Efeziërs 1:18. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen.
Efeziërs 3:8-11. Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, en voor allen in het licht te stellen hoe het mysterie dat in alle eeuwen verborgen was in God, de schepper van het al, werkelijkheid wordt. Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, naar het eeuwenoude plan dat hij heeft verwezenlijkt in Christus Jezus, onze Heer. [hier werkwoord SB4782]
Efeziërs 5:8-13. … want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. Onderzoek wat de wil van de Heer is. Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar, en alles wat openbaar wordt, is zelf licht. Daarom staat er: ‘Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en Christus zal over u stralen.’
De duisternis.
Wat zou je over de duisternis kunnen zeggen? De duisternis wordt een rijk genoemd, je zou ook koninkrijk kunnen vertalen. De duisternis heeft een leider en de duisternis is een macht met autoriteit.
De duisternis is een rijk.
Het woord βασιλεία, basileia, Strong nummer G932 komt 162 keer voor in het Nieuwe Testament. Het woord basileia kun je met ‘rijk’ of ‘koninkrijk’ vertalen. Meestal gaat het over de basileia m.b.t. God. Het koninkrijk van God of koninkrijk van de hemel zijn belangrijke begrippen. Soms gaat het over aardse rijken en op drie plaatsen schrijft de Bijbel over het rijk van de duisternis.
De Statenvertaling vertaalt bij deze drie plaatsen het woord met ‘rijk’, de NBV vertaalt twee keer dit woord met koninkrijk en eenmaal met rijk. Hieronder de teksten uit de NBV.
Matteüs 12:26. Als Satan Satan uitdrijft, keert hij zich tegen zichzelf. Hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden?
Lucas 11:18. Als ook Satan innerlijk verdeeld is, hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden? Jullie zeggen toch dat ik dankzij Beëlzebul demonen uitdrijf!
En deze tekst uit de zeven schalen van de wraak van God. Dit is wat de vijfde engel doet.
Openbaringen 16:10. En de vijfde goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk werd verduisterd, en zij kauwden op hun tong van pijn.
De duisternis kun je dus zien als een rijk. Een rijk, dat op dwang, angst en onrecht is gebaseerd. We kennen die rijken ook wel in de zichtbare wereld. Een rijk van moordenaars, dieven en leugenaars, een ongeregelde bende. Ze houden soms lang stand. Het wordt nooit een welvarende goed functionerende gemeenschap.
Het ene rijk is van God of van de hemel, maar dit rijk is van de duisternis.
De duisternis heeft autoriteit.
Op een paar plaatsen in de Bijbel staat geschreven dat de duisternis autoriteit ‘exousia’, Strong G1849, heeft en dat er wezens zijn daar met autoriteit ‘exousia’. Het woord exousia kun je met autoriteit, macht of gezag vertalen.
Dit waren de woorden van Jezus over de exousia van de duisternis toen hij werd gevangen genomen.
Lukas 22:53. Dagelijks was ik bij u in de tempel, en toen hebt u geen vinger naar me uitgestoken, maar dit is uw uur, het uur van de macht van de duisternis.’
Dit schrijft de apostel Paulus over wat met ons als gelovigen is gebeurd.
Kolossenzen 1:13. Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon.
Dit is de samenvatting van de apostel Paulus over zijn opdracht voor de volken.
Handelingen 26:18. .. om hun de ogen te openen, zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren, en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen voor hun zonden, en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk.”
Hier noemt de apostel Paulus vier soorten duistere geestelijke persoonlijkheden met autoriteit.
Efeziërs 6:10-12. Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten (archè), de heersers (exousia) en de machthebbers van de duisternis (kosmokrator skotos), tegen de kwade geesten (pneumatikos poneria) in de hemelsferen.
Op andere plaatsen in de Bijbel is ook over de macht van de duisternis en de satan te lezen.
In het boek Daniël gaat het over een beeld van een man, gekleed in linnen, met om zijn lendenen een gordel gemaakt van goud uit Ufaz, die in de geestelijke strijd wordt geholpen door aartsengel Michaël.
Daniël 10:13. Maar de vorst van het Perzische koninkrijk heeft mij eenentwintig dagen tegengehouden voordat Michaël, een van de voornaamste vorsten, mij te hulp schoot toen ik daar, bij de koningen van Perzië, zo alleen stond.
Daniël 10:21. Toen zei hij: ‘Weet je waarom ik naar je toe gekomen ben? Ik moet spoedig terugkeren om tegen de vorst van Perzië te strijden, en zodra ik hem overwonnen heb, wacht mij de vorst van Griekenland.
En hier gaat het over de tijd na de profeet Daniël over een strijd in het Midden Oosten, waardoor het volk Israël gevaar zal lopen.
Daniël 12:1. In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk terzijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend.
Ook eerder en later wordt melding gemaakt van geestelijk strijder Michael.
Judas 1:9. Zelfs de aartsengel Michaël waagde het niet de duivel te beschuldigen en te veroordelen toen hij met hem twistte over het lichaam van Mozes. Hij zei alleen: ‘Moge de Heer u straffen.’.
Openbaring 12:7. Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De autoriteit, macht en gezag van de duisternis is aanwezig in onze werkelijkheid. Het is goed om dit te zien en ermee om te gaan leren gaan. Bidt om meer inzicht. Wees waakzaam en behoedzaam.
De vorst van de duisternis?
In kerkelijke kringen heb ik regelmatig over de ‘vorst der duisternis’ horen spreken. Dit begrip komt niet voor in de vertalingen van de Bijbel waarin ik heb gezocht: de SV, HSV, NBG, Willibrord, NBV en de Bijbel in gewone taal. Ik zag dat er wel een Nederlandse roman is met de vorst van de duisternis als titel en er is ook een Engels boek ‘Prince of Darkness’ en ook een horror film uit 1987 met die titel.
In Ezechiël 28 wordt in een profetie wel gesproken over de vorst van Tyrus, die aan de leider van de duisternis doet denken. Er zijn namelijk beschrijvingen over die vorst, die verder gaan dan de menselijke kant. “Je leefde in Eden, in de tuin van God” (deel van vers 13) en “Je was een cherub” (deel van vers 14).
Er wordt op drie plaatsen ook gesproken over de “overste van de wereld” namelijk in Johannes 12:31, 14:30 en 16:11 in de NBG vertaling. In de NBV vertaling heet het “heerser over deze wereld”. In Efeziërs 2:2 gaat het over de overste of heerser (NBV) van de macht van de lucht. Zie ook de studie Geestelijke wezens.
Nog een ander begrip: De buitenste duisternis.
In het evangelie van Matteüs komt drie keer het begrip ‘exoteros skotos’ voor. Het zijn de Strong nummers G1857 en G4655. De SV, HSV en NBG vertalen dit met ‘buitenste duisternis’, de NBV met ‘uiterste duisternis’. Die laatste lijkt mij juister. De locatie, buitenste is niet zo interessant maar de kwaliteit lijkt me hier aan de orde.
Alle drie keer dat het begrip voorkomt is er de toevoeging van het jammeren en het tandenknarsen daar in die uiterste duisternis. Dat jammeren en tandenknarsen staat voor wroeging. Je had de hoofdprijs kunnen hebben, maar die heb je gemist.
Hier de teksten. Als eerste een uitspraak van Jezus na zijn verwondering over het geloof van de Romeinse centurio.
Matteüs 8:12. … maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden.
Dan een tekst in de gelijkenis over de zwerver die geen mooi kleed had aangedaan bij het bruiloftsmaal.
Matteüs 22:13. Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind zijn handen en voeten vast en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.
En dit gaat over de dienaar die zijn talenten niet had gebruikt.
Matteüs 25:30. En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Wat opvalt is, dat er graden van duisternis zijn. Je hebt duisternis, maar het kan nog erger, de uiterste duisternis. Daar zie je helemaal niets.
En dat je daar terecht komt was niet nodig. Als kind van het Koninkrijk had je het zo kunnen grijpen. Als zwerver was het logisch dat je het mooie kleed had aangedaan. En waarom heb je het talent wat je hebt gekregen niet gebruikt.
Andere opvattingen
De buitenste duisternis ziet men in de theologie als een plaats na dit leven, als een synoniem van de hel.
Je kunt het ook betrekken op dit leven. Als je foute keuzen maakt kun je in de buitenste duisternis terecht komen. Zo heeft het joodse volk heeft heel wat op deze wereld moeten jammeren en knarsetanden door de verkeerde keuzen, die ze hebben gemaakt, zie de teksten hierboven.