#105 Vorming van de Bijbel

De Bijbel lijkt nu één boek. Maar het is een in één band opgenomen verzameling van 66 boeken, brieven en andere documenten. Een kleine huisbibliotheek in één band.

Het is een heel diverse verzameling. Ieder geschrift heeft zijn eigen reden van ontstaan. Van de meeste boeken is de schrijver of de verantwoordelijke voor het boek bekend zoals Mozes, Salomo, de diverse profeten, de vier evangelisten en de apostel Paulus. Van andere boeken is de schrijver niet bekend zoals bij de boeken Job, Ruth, Esther of is het zeker wie de schrijver is, zoals bij de brief aan de Hebreeën.

Er zijn ook allerlei mensen, die willen weten wanneer precies de diverse geschriften zijn gemaakt. Van het ene geschrift is dat redelijk in te schatten, bij andere geschriften juist weer niet. Tussen de oudste en de jongste boeken zit wel een periode van zo’n 1500 jaar.

Alleen die geschriften, die werden gezien als van uitzonderlijke klasse werden geselecteerd voor deze verzameling. Want er waren veel meer boeken.

De selectie werd gedaan door een groep mensen, die voor veel anderen gezaghebbend waren.

Over de ontwikkeling van het schrift

Wetenschappers gingen er vroeger vanuit, of misschien ook nu nog wel, dat de mensen steeds slimmer werden en op gegeven moment zo slim werden dat ze het schrift uitvonden. Dat gaat van twee aannames uit: dat mensen steeds slimmer werden en dat je iets gaat uitvinden voordat je er behoefte aan hebt.

Dat de mensen steeds slimmer werden is een gedachte uit de evolutietheorie. De vraag is of dat wel zo is, ik denk het niet.

En dat je iets gaat uitvinden voordat je er behoefte aan hebt, dat komt zeker voor, maar bij het schrift zal dat wel andersom zijn gegaan. Toen de mensen behoeften kregen aan vastlegging bedachten ze aan de hand van behoeften en mogelijkheden wat bij hen paste.

Zo ging men tekens in steen krassen als het lang bewaard moest blijven en als er steen omhanden was. In Mesopotamië was er klei, die je kon bakken, dus daar gebruikte men dat. En in Egypte gebruikte men papyrus van het papyrusriet van de oevers van de Nijl.

Tegenwoordig gebeurt dat ook nog zo. Zo is er is in onze tijd een taal en een schrift bedacht, die bij computers paste.

Vastleggen heeft een voor en een nadeel. Bij schriftelijke overdracht kun je vastlegging bewaren en op een later tijdstip gaan raadplegen. Maar daardoor kan het ook in de vergetelheid raken.

In de tijd dat mondelinge overdracht de gewoonte was werden de teksten beter eigen gemaakt. Het schrift heeft dus ook een nadeel.

Van de Griekse wijsgeer Plato is bekend dat zijn leerlingen moesten onthouden wat hij had gezegd, ze mochten het niet opschrijven. Nog heden ten dage wordt door mensen, die in kleine groepen leven, afgescheiden van het grote wereldgebeuren, alles mondeling doorverteld. Voorbeelden zijn enkele volken in de binnenlanden van Afrika, Papoea Nieuw Guinea en het Amazone gebied in Zuid Amerika.

Zij hebben een praatcultuur. Eindeloos vertelt men elkaar over vroeger, waar wat te vinden is, hoe je kunt jagen, hoe je gewassen kunt verbouwen en hoe je kunt genezen van ziekten. Wat de één is vergeten, kan de ander weer aanvullen. Betrouwbaarheid van informatie is bij hen van levensbelang. Iets erbij fantaseren kan grote ongelukken veroorzaken. Daarom is het goed om elkaar te corrigeren. Men kan dan ook lang doorvertellen zonder dat de inhoud verloren gaat.

Toen grotere groepen mensen bij elkaar gingen leven, kwam er behoefte aan formele afspraken, die door meer partijen later nog te raadplegen was.

Je kunt voor het schrift kiezen voor zoveel mogelijk een beeldschrift: het teken voor een man lijkt op een man bijvoorbeeld. Maar je kun ook kiezen voor tekens voor klanken. Die dan samen het woord man bijvoorbeeld aangeven.

Het spijkerschrift in Mesopotamië is een voorbeeld van dat laatste en de hiëroglyfen van Egypte zijn een voorbeeld van het beeldschrift. Het Hebreeuwse schrift zowel het, minder bekende, oude schrift, als het tegenwoordig bekende Hebreeuwse schrift is een tussenvorm. De letters stellen naast een letter ook een bepaald beeld voor.

De letters in het Nederlands hebben geen eigen betekenis, daardoor kunnen wij dat niet gebruiken om ons uit te drukken. Een beperking in vergelijking met het Hebreeuws.

Bijvoorbeeld het Hebreeuwse woord ‘beit’, dat huis betekent begint met de letter beth, een teken waar je aan kunt zien dat je onder het afdak veilig kunt schuilen. Dit is het teken: ב. In het Nederlands zou je bij de letter ‘h’ waar het woord huis mee begint ook het poortje van de ‘h’ kunnen zien als veilig onderdak. Maar daar denken we in Nederland niet over na.

De schrijvers

Je zou kunnen denken dat de boeken van de Bijbel zijn ontstaan zoals in onze tijd een roman. Een schrijver gaat ervoor zitten, hij werkt hard, het boek wordt al dan niet een succes en de schrijver ontvangt alle lof voor zijn boek of hij wordt niet bekend.

Zo is het niet gegaan bij de boeken van de Bijbel. Soms ging het zoals bij ons een wet wordt gemaakt. De ambtenaren, die het document hebben gemaakt worden niet genoemd, alleen de verantwoordelijke minister.

Een enkele keer lezen we in de Bijbel dat God opdracht geeft om boodschappen vast te leggen. De tien geboden moest Mozes beitelen in stenen platen. Mozes hoorde ook allerlei andere te houden geboden aan en nam ze later op in verschillende boeken. De apostel Johannes kreeg allerlei openbaringen van Jezus, die hij vastleggen. Dat boek heeft in onze Bijbels ‘Openbaring’.

Er waren allerlei profeten in Israël. Zij hebben geïnspireerd door de Heilige Geest woorden uitgesproken. Een deel daar van zijn later opgeschreven. En een deel daar weer van zijn in de officiële verzameling, de Bijbel dus gekomen.

Opvallend is het initiatief van de vier evangelisten. Zij gingen die indrukwekkende gebeurtenissen opschrijven. Je zou je kunnen afvragen waarom Jezus het niet zelf had geregeld. Zoiets als: “Matteüs, als ik er niet meer ben, maak jij dan het verslag”?

Bij nader inzien, als Matteüs het verslag direct had gemaakt, dan hadden we er zeker minder aan gehad. De evangelisten hebben er nu lang over nagedacht. Misschien dat de details wat minder nauwkeurig zijn, maar de impact van het gebeuren konden ze later beter begrijpen. En toen die eerste drie evangeliën klaar waren, was er nog de apostel Johannes, die daarna nog zijn evangelie ging schrijven. En jawel hoor, zijn evangelie is gaat nog een slag dieper.

De inspiratie van de Heilige Geest is belangrijk, Hij is de inspirator op de achtergrond. Het meest direct, lijkt mij, bij de profetische boeken. En op een wat meer indirecte manier, door wijsheid te geven, bij die prachtige literatuur van die dagen zoals het boek Job en de boekjes Ruth en Esther. De boeken Spreuken, Prediker en Hooglied zitten daar qua inspiratie wat tussenin.

De schrijvers van de boeken van het Nieuwe Testament zullen wel niet hebben vermoed, dat hun boeken en brieven aan wat men in die tijd de Tenach noemde zouden worden toegevoegd. En dat die boeken en brieven nu over de hele wereld worden gelezen en dat er preken en onderwijs uit wordt gegeven. Ze zouden over die eer zeer verbaasd zijn.

Hoe ontwikkelde zich de bibliotheek

Voor de eerste vijf boeken van de Bijbel is Mozes verantwoordelijk. Het tweede tot en met het vijfde boek gaat over de tijd die Mozes zelf meemaakte.

Het eerste boek, het boek Genesis geeft de gebeurtenissen aan, die aan de tijd van Mozes vooraf gingen. Het allereerste begin van de mensheid staat in het boek Genesis vanaf hoofdstuk één tot en met elf. De meer recente geschiedenissen, hoewel dan al meer dan 400 jaar geleden, gaan over de aartsvaders Abraham, Isaak en Jacob. Dat zijn in Genesis de hoofdstukken 12 tot en met hoofdstuk 51. De verhalen zijn mooi om te lezen. Ze hebben ook een diepere betekenis. Die levens blijken namelijk ook beelden te zijn voor gebeurtenissen later in de geschiedenis.

Mozes zal, denk ik, gebruik hebben gemaakt van in die tijd bekende verhalen, die mondeling werden doorgegeven of ook al schriftelijk waren vastgelegd. Hoe zou Mozes het boek Genesis hebben samengesteld? Ik denk dat de inspiratie van Heilige Geest Mozes heeft geholpen om leemtes op te vullen en om te selecteren in het materiaal. Opvallend is dat hij geen poging heeft gedaan om de inhoud van het verhaal van Genesis 1 kloppend te maken met het verhaal van Genesis 2. Het zijn twee verschillende verhalen, maar toch heeft Mozes, omdat ze blijkbaar allebei goed waren, beide opgenomen. Een mooi voorbeeld van een kwetsbare opstelling.

Duidelijk is dat Mozes heeft geselecteerd op basis van nuttigheid voor het geloof. Er zijn dus geen verhalen opgenomen, die leuk zijn om te weten. Mozes heeft geen moeite gedaan om naar moderne westerse maatstaven de geschiedenis van de aarde en de mensheid op te schrijven. Er werd opgeschreven wat nodig was om te weten en om daarmee verstandig te kunnen leven. En daar hoorde soms ook een stukje geschiedenis bij.

De mensen in onze tijd willen graag weten hoe bepaalde ontwikkelingen op de aarde zijn gegaan. Prima hoor. Maar daar zijn de boeken van de Bijbel niet voor geschreven.

Na Mozes bestond de ‘Bijbel’ nog slechts uit vijf boeken. Eventuele toevoegingen waren niet in beeld. Er waren trouwens ook maar enkele exemplaren van die boeken voor het hele volk. Zie Leviticus <nog opzoeken>

Wij weten nu dat waarschijnlijk al in de tijd van Mozes of voor die tijd het boek Job is ontstaan. Dit boek zou ook bij de Bijbel gaan horen maar het zou best wel eens een boek kunnen zijn dat Mozes dat boek niet kende.

Een klein stukje van de boeken van Mozes stond in stenen platen gegraveerd, namelijk die woorden van de tien geboden. Die platen lagen in het heiligdom. De totale tekst zal op kleitabletten zijn gegraveerd of op papyrus zijn geschreven.

Lange tijd later zijn de boeken met de geschiedenissen van het volk Israël geschreven zoals Jozua, Richteren, Samuel, Koningen en Kronieken. En wellicht nog weer later de geschiedenissen van Ezra en Nehemia. De profeten hebben ook boeken nagelaten. Deze zijn op gegeven moment ook opgenomen.

Tenslotte was er de tijd van de komst van Jezus Christus hier op aarde als zoon van de mensen en daarna het ontstaan van de gemeente. Dat was een zeer indrukwekkende periode in de wereld op geestelijk vlak. Het leven van Jezus hier op aarde had een enorme impact op een grote groep mensen. Maar de vier evangeliën van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes werden pas, zoals men nu denkt dertig tot zestig jaar, na de opstanding van Jezus geschreven.

Het lijkt opmerkelijk dat zoveel jaar na dato de geschiedenis werd opgeschreven. Maar dat is niet zo vreemd. Zo verschijnen er nog steeds nieuwe boeken waarin gebeurtenissen van de indrukwekkende periode van de Tweede Wereldoorlog zijn beschreven. Inmiddels is dat ook meer dan 75 jaar geleden.

Het selectie proces, de Canonisatie

Er zijn in de loop van de tijd geweldig veel mooie en stichtelijke boeken geschreven. En dat gaat trouwens nog steeds maar doe.

Er is in de loop van de eeuwen daar een verzameling uit geselecteerd, die men vooral zag als gezaghebbend en die bepalend waren voor het leven.

Het selectieproces noemt men de canonisatie. De boeken, die de selectie doorkwamen worden de canonieke boeken genoemd. Canon betekent maatstaf. Zij zijn de norm. Een aantal boeken, die afvielen noemt men de apocriefe boeken of deuterocanonieke boeken.

De eindselectie van het Oude Testament hebben Joodse geleerden gedaan, de Masoreten. Het is ons niet bekend wat de criteria waren voor de selectie. Misschien voor ieder soort geschrift andere selectiecriteria.

Als je het resultaat beziet zou je kunnen zeggen dat in het algemeen het zo moest zijn dat men vond dat Gods stem er in doorklonk en dat het een eerlijk en dus ook kwetsbaar beeld moest geven van ons mensen.

Zo is het opvallend dat de geschiedenisboeken van de Bijbel heel wat zwakke en onvoordelige kanten laten zien van het volk en van de vorsten. Op dit punt zijn het unieke geschiedenisboeken. Elders in de wereld is geschiedschrijving dikwijls gericht op reclame voor de vorst of het volk.

Bij de literaire werken was niet alleen topkwaliteit van belang, maar was het ook nuttig voor het leven. Deze boeken moesten uitmunten in levenswijsheid en zeggingskracht.

Het Oude Testament zoals we dat nu kennen lijkt trouwens al behoorlijk overeen te komen met de boeken, die door Ezra en Nehemia zijn geselecteerd nadat ze vanuit de ballingschap in Israël waren teruggekeerd. Na hen stond wat wel en niet tot de verzameling behoorde grotendeels vast.

Opvallend is dat Jezus uit bijna alle boeken uit het huidige Oude Testament citeert. <welke boeken niet: nog uitzoeken>

De gekozen verzameling boeken noemden de joden de Tenach. Dat is een acroniem. De T staat voor Torah, dat betekent onderwijzing, het zijn de eerste vijf boeken, de boeken van Mozes. De N staat voor Nebeïm, dat betekent profeten en is een verzameling van boeken van profeten. De Ch staat voor Chetoebim dat betekent Geschriften en dat verwijst naar de literatuur en wijsheid boeken.

De Joodse mensen, als eerste Ezra en Nehemia en de definitieve selectie is door Joodse rabbi’s, de Masoreten, gedaan.

De kerk heeft het selectieproces voor het Nieuwe Testament gedaan. In het midden van de 2de eeuw was er in de kerk al overeenstemming over het bijzondere gezag van 20 van de 27 boeken. Kerkvader Athanasius schreef in zijn Paasbrief in 367 na Christus over de 27 boeken, die hij als gezaghebbend zag. Die lijst is daarna niet meer veranderd. Er is wel over zeven boeken van die lijst met name de boeken Hebreeën en Openbaringen nog lange tijd discussie geweest . Een belangrijk criterium, die de kerk aanhield was of de schrijver een ooggetuige was of opgeschreven had van ooggetuigen hadden gezien.

Voor het Oude Testament heeft de kerk de selectie van de Joodse Masoreten overgenomen. Alleen hanteerde men een andere volgorde van de boeken. <waar kwam die vandaan?>. Dat men de keus van de Masoreten zomaar heeft overgenomen zou wel kunnen zijn omdat men in de kerk het Oude Testament niet belangrijk vond.

De Masoreten namen een aantal boeken, die wel stonden in een vroegere Griekse vertaling, de Septuaginta, niet op in de verzameling. Die boeken werden als deuterocanonieke boeken wel opgenomen in de Katholieke Bijbel. De Statenvertalers namen deze boeken op onder de naam apocriefe boeken met een aparte waarschuwing. Apocrief is duister. In latere uitgaven van de Statenvertaling werden deze boeken niet meer opgenomen.

Op de benaming ‘Oude Testament’ en ‘Nieuwe Testament’ is wel wat af te dingen. Zowel wat het woord ’testament’ betreft als ‘oud’ en ‘nieuw’.

De brief aan de Hebreeën zegt het al: ‘als er een testament is, dan moet er ook iemand zijn doodgegaan’. Nou, de boeken zijn toch vooral van onze God en die is niet doodgegaan. In plaats van het woord ’testament’ zou je het woord ‘verbond’ kunnen gebruiken.

Het woord ‘oud’ kan de indruk wekken dat dat deel heeft afgedaan. Dat is niet het geval. Dat deel heeft niet afgedaan maar is wel vernieuwd. Je zou in plaats van oud en nieuw de deel verzamelingen eerste en tweede kunnen noemen. Je zou ook kunnen zeggen het Hebreeuwse deel van de Bijbel en het Griekse deel van de Bijbel.

Het is maar goed dat het selectie proces door mensen is gedaan in een tijd van geestelijk bloei en niet in een geestelijk tijd van geestelijke armoede. Voor het selecteren van boeken voor een Bijbel is diep geestelijk inzicht nodig.

Als mensen met minder inzicht en minder moed hadden gedaan, dan waren er belangrijke boeken niet opgenomen vrees ik. Misschien niet de maatschappij kritische boeken, zoals een aantal profeten boeken. Misschien de boeken Ezechiël, Zacharia en Openbaring niet, die gezichten bevatten over de eindtijd. Of ook de wijsheidboeken niet.

Opvallend is dat in de Bijbel wordt verwezen naar boeken die niet in de Bijbel zijn opgenomen. Het lied van Henoch in de brief van Judas is zo’n voorbeeld. Zo is te merken dat er niet zo’n strakke scheidslijn is tussen de canonieke en de apocriefe boeken is.

Hoe komen we aan de naam Bijbel

De naam Bijbel komt van oorsprong van een stad in het tegenwoordige Libanon, die de Grieken Byblos noemden.

De Grieken noemden deze stad Byblos, maar de mensen in deze stad zelf noemden de stad Gubla. Die stad komt ook in de Bijbel voor onder de naam גבל, in de NBV is dat met de naam met Gebal vertaald.

In Psalm 83:8 en 1 Koningen 5:32 staat ‘bijgestaan door vaklui uit Gebal maakten bouwlieden van Salomo en Chiram de balken en stenen pasklaar voor de bouw van de tempel’.
Ezechiël 29:7 de oudsten en wijzen van Gebal voeren als timmerlui mee. Opmerking: in deze verzen wordt voornamelijk gesproken over de vaklui van Gubla.

De Grieken importeerden uit die stad bublos, dat is bast, die als grondstof voor papyrus wordt gebruikt. Inderdaad waar de mensen teksten op gaan schrijven. Byblos oftewel Gubla was de op- en omslagplaats voor deze bast.

Biblion is het verkleinwoord van het woord bublos. Biblia is dan weer het meervoud van dit woord. Biblia zijn dus stukjes papyrus waar de teksten op zijn geschreven. Het Latijn spreek ook van biblia. In het Frans werd het het woord bible.

Hoe ging dat in Nederland? Toen men in de 15de, 16de en 17de eeuw ging vertalen gebruikte men verschillende namen op het schutblad.

NaamVertalingen, die dit woord zo schreven
1BibelDelftse van 1477
Vorsterman van 1528/1531
Bieskens van 1560.
2BybelLiesvelt van 1542
Leuvense van 1548.
3BibliaDeux-Aes van 1562
Statenvertaling van 1637
Lutherse vertaling van 1648.

De omvang van de Bijbel

Het geheel van de Bijbel is nogal omvangrijk. Hieronder cijfers over het aantal woorden, die de verzamelingen boeken van het Oude Testament (OT) en Nieuwe Testament (NT) en de apocrieve boeken bevatten.

Enkele kerncijfers
KerncijferOTNTapocriefTotaal
Totaal aantal woorden593.364176.957146.943  917.264
Verschillende woorden15.8597.9329.409  21.554
Boeken392716   82
Hoofdstukken928260182  1370
Verzen23.2157.9606.060  37.236

Het NT is qua aantal woorden bijna 23% van het totaal aantal woorden van de Bijbel. Het OT is dus meer dan drie keer zo groot als het NT.

Een vergelijking van de aantallen van de Bijbel met de Koran, die in de 7de eeuw na Christus is ontstaan, ook interessant. De Koran is met de Bijbel vergeleken een dun boek. In totaal bevat de Koran 114 soera’s, bestaande uit 6226 aya’s. De aya’s zijn vergelijkbaar met de verzen in de Bijbel. De Bijbel bevat bijna 5x zoveel verzen als de koran.  De koran heeft 20% minder verzen als het Nieuwe Testament.

De Koran bevat allerlei namen en verhalen die ook in het Oude Testament voorkomen. Inhoudelijk zijn er grote afwijkingen. Zo wordt Jezus in de Koran Isa genoemd en is hij een profeet.

De originele tekst hebben we niet meer.

Als mijn Bijbel een vertaling is, wat is dan het originele boek? Dat is een heel verhaal. Er zijn alleen kopieën van originele teksten. En wat wij hebben zijn kopieën van teksten, die op zich al weer kopieën waren.

Alle oude stukken en stukjes tekst is men gaan verzamelen. Teksten van zelfde delen van de boeken van de Bijbel bleken grotendeels overeen te komen, maar soms zijn er kleine verschillen. Hoe ouder de gevonden tekst des te meer zal die het origineel benaderen is de verwachting.

Alle stukken en stukjes bij elkaar is een hele verzameling geworden. En als er weer een oud stukje tekst wordt ontdekt dan krijgt die tekst ook een plaats in de verzameling.

Van al die stukken en stukjes tekst hebben sommige instituten één compleet origineel gemaakt wat zo dicht mogelijk moet komen bij de originele tekst. Zij hebben bij verschillen in de tekst een afweging gemaakt. Wat is het meest aannemelijk wat de tekst origineel is geweest?

De NBV heeft voor het Hebreeuwse deel versie 1997 van de Biblia Hebraica Stuttgartensia” van het instituut Deutsche Bibelgesellschaft in Stuttgart gebruikt en voor het Griekse deel van de Bijbel versie 2001 van het “Novum Testamentum Graece” van het Institut für neutestamentliche Textforschung. Deze informatie staat in het hoofdstuk ‘Verantwoording’ achter in de NBV vertaling. Het standpunt is dat de tekst van deze instituten nu wel heel dicht moeten staan bij de tekst van originele boeken zoals de schrijvers ze hebben opgetekend.

De originele tekst is niet de enige basis voor een vertaling. Vertalers kijken ook naar keuzen, die andere vertalers hebben gemaakt. De NBV kijkt bijvoorbeeld ook naar de Septuaginta en de Pesjitta vertaling.

De Septuaginta is een vertaling van de boeken van de Tenach van het Hebreeuws naar het Grieks. Men is met dat vertalen in de jaren tussen 300 tot 200 jaar voor Christus bezig geweest. Voor ons is het interessant om te bekijken hoe men de toenmalige tekst van het Hebreeuws in het Grieks heeft vertaald. De schrijvers van het Nieuwe Testament hanteren meestal deze vertaling als ze het Oude Testament citeren. In de Blue Letter Bible kun je ook de tekst van de Septuaginta lezen.

De Pesjitta is een vertaling van de Bijbel in de Aramese taal. Het Oude Testament is door joodse en joods christelijke geleerden in de eerste twee eeuwen vertaald uit het Hebreeuws. Het Nieuwe Testament is door kerkvader Tatianus vertaald uit het Grieks. In de Syrische en Assyrische kerken in het Oosten is deze vertaling sinds deze tijden ook in gebruik. Door de kloof tussen de Oosterse en Westerse kerken was deze vertaling onbekend in het Westen. Ik las ergens “men wist in het Westen wel van deze vertaling, maar dacht dat het niet relevant was”. Je kunt een vertaling van de Aramese tekst in het Nederlands lezen op internet https://www.peshitta.nl/ 

De NBV vertaling heeft zoals gezegd gebruik gemaakt van de Septuaginta en de Pesjitta Bijbel. Dat heeft geleid tot enkele aanpassingen t.o.v. wat andere vertalingen als tekst hebben gekozen. Die hanteren alleen de zogenaamde Masoretische tekst. Ik geef als willekeurig voorbeeld de eerste vier verschillen voor het boek Jeremia. Voor mij zijn deze teksten van de NBV begrijpelijker en lijken meer passend dan de teksten van de SV, NBG en HSV.

Hier de vier teksten.
1) Jeremia 2:12. Hemel, wees ontzet! Huiver, sidder en beef! – spreekt de HEER.
Opmerking: het woord ‘beef’ komt uit de Pesjitta. De Masoretische tekst geeft een woord aan dat je zou kunnen vertalen met ‘verdroog’. De SV heeft met ‘wordt zeer woest’ vertaalt, de NBG ‘wordt ten diepste ontroerd’.

2) Jeremia 9:4. De een bedriegt de ander, de waarheid spreken ze niet. Hun tong is afgericht op liegen, ze kunnen niet anders meer. Onderdrukking volgt op onderdrukking, bedrog op bedrog.
Opmerking: De zinsnede ‘ze kunnen niet anders meer’ komt uit de Septuaginta. De SV: zij maken zich moede met verkeerdelijk te handelen’ en de NBG heeft ‘met draaierij matten zij zich af op grond van de Masoretische tekst.

3) Jeremia 15:11. ‘HEER, ik heb voor hen toch tot u gebeden, voor hen gepleit in tijden van rampspoed en nood?’ op basis van de Septuaginta.  Opmerking: de SV geeft ‘De HEERE zeide: Zo niet uw overblijfsel ten goede zal zijn! zo Ik niet, in de tijd des kwaads en in tijd der benauwdheid, bij den vijand voor u tussenkome! NBG en HSV hebben een vergelijkbare vertaling conform de Masoretische tekst die aangeeft ‘De HEER zei “Ik zal u zeker bevrijden”.

4) Jeremia 15:13. Jullie rijkdommen en schatten laat ik plunderen, dat is de prijs voor de zonden die je overal beging. Voorwaar, Ik zweer dat Ik tegen de vijand voor u ben opgekomen, in een tijd van onheil en in een tijd van benauwdheid!
Opmerking: SV Ik zal uw vermogen en uw schatten tot een roof geven, zonder prijs; en dat om al uw zonden, en in al uw landpalen. NBG en HSV hebben een vergelijkbare vertaling conform de Masoretische tekst die aangeeft ‘niet voor een prijs en om’.

De Bijbel en de moderne theologie.

Als je een boek van theologen leest merk je dat die veel aandacht besteedt aan wie het perkament of de papyrus heeft beschreven of de hamer en beitel heeft gehanteerd. Dat is een typische aanpak van onze hedendaagse cultuur. We willen het mannetje of het vrouwtje kennen dat iets heeft gemaakt.

Maar de boeken van de Bijbel zijn uit dienstbaarheid gemaakt. De schrijvers zijn blij als je de boodschap van hun boek ter harte neemt zodat je een beter leven krijgt. Het gaat hen er niet om of ze in het zonnetje komen te staan als geweldige schrijver. (Zo ook met deze site. Mocht u er iets aan hebben, dank God).

Ook staat zelden in de Bijbel wanneer de tekst precies is opgeschreven. De tekst geeft dikwijls heel precies aan wanneer een geschiedenis heeft plaats gevonden, in het zoveelste jaar van koning die-en-die bijvoorbeeld, maar wanneer de tekst is opgeschreven vond men niet belangrijk genoeg om vast te leggen.

Voor ons, die willen leven met de God van Israël, als discipelen van Jezus, is vooral de inhoud van de boeken belangrijk. En nog vooral wat wil de Heilige Geest mij duidelijk maken door de tekst van dit boek? En wat kan ik er mee in mijn leven?

Wie is hier de deskundige: de schrijver van het boek in de Bijbel of de theoloog?
De toon van sommige theologen is nogal eens uit de hoogte. Men schrijft over de tekst van de Bijbel alsof men het zelf beter weet. Dat is natuurlijk niet het geval. Wij hebben echt niet het niveau ‘om de schoenriem van de kleinste profeet uit de Bijbel te mogen vastmaken’. Een goede houding, vind ik, hebben de schrijvers van de Studiebijbel van het Oude en Nieuwe Testament. Een serie boeken om aan te schaffen als je meer in de boeken van de Bijbel wilt verdiepen. Je kunt trouwens ook een abonnement op hun site nemen.

Overschrijf fouten?
In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw werden theologische verhandelingen geschreven over de overschrijf fouten in de Bijbel. In mijn tiener tijd las ik een keer een artikel waarin werd becijferd dat er miljoenen fouten in de Bijbel zouden staan. Dan krijg je al gauw het idee: wat lees ik eigenlijk. Deze stroming heette de historisch kritische benadering. Zie verder het onderwerp Schriftkritiek in Wikipedia.

Maar juist in die zestiger jaren werden heel oude rollen van de Bijbel gevonden bij Qumran bij de Dode Zee in Israël. De leefgemeenschap van de Essenen hadden die daar destijds verborgen. De rollen waren wel duizend jaar ouder dan de steeds maar weer overgeschreven tekst. Spannend voor de wetenschap. In hoeverre zou die tekst afwijken van de ons beschikbare teksten? De “proof of the pudding”. En wat bleek? Er waren zeer weinig verschillen tussen wat we hadden aan tekst en deze oudere tekst. Dat hele idee van de wetenschap klopte niet. Mijn vertrouwen in hen had een flinke deuk opgelopen.

Verzonnen verhalen?
Zo’n beetje in diezelfde tijd ontstond het idee dat voor de wonderen in de Bijbel eenvoudige verklaringen waren. Zo kreeg ik dat op de basisschool destijds ook te horen. Toen het volk Israël door de Rode Zee ging kon dat omdat er juist toen een sterke wind was die het water wegblies. En als Mozes op een rots slaat en er komt water uit de rots, dan was daar ook een verklaring voor. Zie verder het onderwerp Amsterdamse school in Wikipedia.

Profetieën achteraf opgeschreven?
Sommige theologen beweren dat profetieën achteraf zijn opgeschreven. Als Jesaja spreekt dat het volk terug zal keren uit de ballingschap moet dat wel achteraf zijn opgeschreven, immers de profeet kon dat toch niet van tevoren weten?

Dat is een lachwekkende opvatting. Als je zo redeneert dan hebben de profeten die Jezus geboorte voorzagen ook pas geleefd na Jezus geboorte. En worden straks de profeten nog geboren, die over de eindtijd hebben geprofeteerd.

De Bijbel weerslag van een kundig bouwmeester

De Heere God is als iemand die al vanaf het begin bezig is met bouwen. Genesis 1 geeft een overzicht van de fundering en de begane grond van het gebouw. Maar daarna gaat het verder. Een nieuwe vleugel met de aartsvaders, Abraham Isaak en Jacob, een uitbreiding met het volk Israël, een andere vleugel van lofprijzing, aanbidding en wijsheid van David en Salomo. De profetieën van de grote en de kleine profeten.

En toen kwam er een nieuwe verdieping met Jezus. Israël en de volken in het nieuwe verbond. De Heere God gaat door met bouwen, dat kunnen we lezen bij de profeten, die spreken over de eindtijd. 

Ook de wetenschap laat die ontwikkeling zien. Bij de ontwikkeling van het heelal, de aarde en het leven op aarde. Er wordt door hen wel gezegd dat de mensen van de aap afstammen. Maar de aap stamt ook weer ergens van af en die ook weer ergens, tot we bij de meest elementaire vormen van leven komen. De Bijbel spreekt er over dat de mens van stof gemaakt is. Genesis 2:7. Stof is flink wat primitiever dan een aap.

Toen mij duidelijk werd hoe de grote kunstenaar Rembrandt werkte, zag ik voor me dat ook de Schepper op die manier werkt. Hij heeft een plan, het werkt dat uit, hij verbetert en corrigeert en na verloop van tijd heeft hij een aanvullende plan etc.

Naast het principe van de bouwmeester is er het principe van de verborgenheid. We kunnen niet goed in de toekomst kijken, het is lastig te voorspellen. Waarom? Ik zie twee redenen. Ten eerste houdt de Heere God ervan als wij gaan zoeken. Hij doet veel, maar van ons verwacht Hij ook inspanning. Van wat er bekend is, is nog maar een deel geopenbaard. Ten tweede omdat men in de hemel ook nog op nieuwe plannen van de Bouwmeester wacht.

Soms maakt God die plannen pas als er op aarde iets naars of iets moois gebeurt. Je leest het van Jezus diverse keren. “Van toen aan”, in het Grieks ἀπό τότε (apo tote), Strong nummers G575 en G5119 komt drie keer voor. Hier alle drie.
Matteüs 4:17: … begon Jezus zijn verkondiging in Galilea.
Opmerking: dat was na het bericht dat Johannes de Doper was gevangen genomen een nare mijlpaal in de geschiedenis.
Matteüs 16:21: … begon Jezus te vertellen dat hij naar Jeruzalem moest gaan en moest lijden.
Opmerking: Dat was na het gesprek dat zijn discipelen hem erkenden als de Messias, een mijlpaal.
Lukas 16:16. De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het ​koninkrijk van God​ verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. 
Opmerking: deze tekst geeft het grotere plaatje aan.  

Van dat proces van bouwen van God geeft de Bijbel een plaatje aan en wel voor hen, die er in zijn geïnteresseerd. Voor wie geschiedenis heeft gestudeerd, die weet, dat de geschiedenis ook in zekere zin de toekomst voorspelt.

Dank aan God

Dank aan God past voor al die mensen in ons voorgeslacht, die de woorden hebben opgeschreven, bewaard, overgeschreven en vertaald. Dikwijls met grote toewijding en zelfopoffering.  Soms met het eigen leven als de prijs, die ervoor betaald moest worden. Dank ook voor de mensen, die vertaalwerk doen en actief zijn bij de verspreiding.

Heer leer ons uw Woorden goed te verstaan.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.