Deze studie gaat over wat de Bijbel zegt over waarheid en leugen. Waarheid en leugen staan tegenover elkaar. Ze hebben niet met elkaar te maken.
De waarheid komt bij God vandaan, de leugen van onze tegenstander of uit ons eigen hart. Het is voor een ieder van ons belangrijk om de goede weg te kiezen. De weg van de waarheid en niet de weg van de leugen.
Dit is geen studie van alle teksten in de Bijbel waar waarheid en leugen aan de orde komen. Waar er beperkingen zijn, is dat steeds in de tekst aangegeven.
Tenzij anders aangegeven worden de teksten geciteerd uit de NBV(21) vertaling. Ik bid voor je dat je de waarheid gaat ontdekken.
Waarheid in het Oude Testament
Dit zijn de woorden die het Hebreeuwse deel van de Bijbel gebruikt. Het is één familie van woorden. Het werkwoord is etymologisch gezien de wortel voor de andere woorden.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | אָמַן ‘āman | Werkwoord | H539 | Waarheid spreken. Komt 108 keer voor in 102 verzen. KJV: believe (44x), assurance (1x), faithful (20x), sure (11x), established (7x), trust (5x), verified (3x), stedfast (2x), continuance (2x), father (2x), bring up (4x), nurse (2x), be nursed (1x), surely be (1x), stand fast (1x), fail (1x), trusty (1x). |
2 | אֱמֶת ‘ĕmeṯ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk Bijwoord | H571 | Waarheid Komt 127 keer voor in 125 verzen KJV: truth (92x), true (18x), truly (7x), right (3x), faithfully (2x), assured (1x), assuredly (1x), establishment (1x), faithful (1x), sure (1x), verity (1x). |
3 | אֱמוּנָה ‘ĕmûnâ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H530 | Waarheid Kom 49 keer voor in 49 verzen. KJV: faithfulness (18x), truth (13x), faithfully (5x), office (5x), faithful (3x), faith (1x), stability (1x), steady (1x), truly (1x), verily (1x). |
4 | אֵמוּן ‘ēmûn | Bijvoeglijk naamwoord | H529 | Ware Komt 5 keer voor in 5 verzen KJV: faithful (3x), truth (1x), faith (1x). |
5 | אָמֵן ‘āmēn | Bijwoord | H543 | Amen Komt 30 keer voor in 24 verzen KJV: amen (27x), truly (2x), so be it (1x). |
Toelichting
In het Hebreeuws is er een werkwoord voor waarheid namelijk aman. In het Nederlands, ook niet bij de KJV, is er voor waarheid geen werkwoord. Je moet dan vertalen met zoiets als de waarheid spreken of de waarheid ontvangen of van de waarheid getuigen. Je kan wel het werkwoord ‘beamen’ gebruiken maar dat is half Hebreeuws. Hebben we geen werkwoord in het Nederlands omdat de waarheid heel vroeger schaars was.
Van het werkwoord zijn de teksten, die in de torah staan en de eerste twaalf teksten van het boek van de Psalmen meegenomen.
Het Hebreeuws heeft twee verschillende zelfstandig naamwoorden. Van het meest voorkomende woord, het woord ‘emet’ en het werkwoord zijn de teksten hieronder opgenomen voor zover ze in de eerste vijf boeken van Mozes en de Psalmen voorkomen.
Het tweede zelfstandig naamwoord, ĕmûnâ, komt twee keer voor in de eerste vijf boeken, een tekst in Exodus en een tekst in Deuteronomium, zie hieronder.
Exodus 17:12. Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden die onder hem, dat hij daarop zat; en Aäron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, de ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen vast totdat de zon onderging. [SV]
Opmerking: het woord is hier met ‘vast’ vertaald. Denk aan onze uitdrukking ‘vast en zeker, dat ook de betekenis van waarheid heeft.
De tekst van Deuteronomium staat hieronder bij de waarheid van God. Verder komt emuna komt nog in 47 andere teksten voor, waaronder 22 keer in de Psalmen, die zijn niet meegenomen in de studie
Het bijvoeglijk naamwoord ēmûn komt vijf keer voor waarvan drie keer als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Spreuken 13:17. Een onbetrouwbare bode brengt onheil teweeg, een betrouwbare boodschapper redt.
Spreuken 14:5. Een betrouwbare getuige liegt niet, maar een valse getuige blaast leugens. [HSV]
Spreuken 20:6. Menig mens roept zijn eigen goedertierenheid uit,
maar wie zal een betrouwbaar iemand vinden? [HSV]
Opmerking: hier is waarheid steeds gekoppeld aan een persoon. Wij zeggen niet een waar persoon, maar een betrouwbaar persoon.
Naast een vertaling als betrouwbaar wordt ook dikwijls vertaald met geloven, het is dan geloven in de zin van ‘het voor waar houden’.
Het bijwoord ‘amen’ hebben we in de Nederlandse taal overgenomen. Hier is ook geen Nederlandse variant voor, we kunnen het wel omschrijven: zo is het, het is waar, dat is de waarheid, we beamen het. Soms voel je van iets aan dat iets waar is, je kunt dan de drang hebben om ‘amen’ te zeggen. Een geestelijke reactie. Dit woord is nog niet in de studie opgenomen.
De teksten zijn hieronder in vier rubrieken ondergebracht: waarheden over God, waarheden waar wij als mensen iets aan hebben en waarheden tussen de mensen onderling.
Waarheden over God
Hier twee teksten waarbij een relatie is gelegd van God met de waarheid.
Exodus 34:6. De HEER ging voor hem langs en riep uit: ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig,
Opmerking: het lijkt hier een bijvoeglijk naamwoord, maar het is een zelfstandig naamwoord. De KJV vertaalt met ‘abundant in goodness and truth’,
Deuteronomium 32:4. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij. [HSV]
Opmerking: hier is het woord ‘ĕmûnâ, Strong H530, met waarheid vertaalt. Dit woord komt verder nog in 47 verzen voor, eventueel bij een volgende versie in deze studie op te nemen.
Psalm 31:5. In Uw hand beveel ik mijn geest; U hebt mij verlost, HEERE, getrouwe God!
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Exodus 34 zegt vier dingen, die van God uitgaan, waaronder waarheid.
God is waarheid. Deuteronomium 32.
De ware God is de God, die echt is, die er echt is. Psalm 31
Waarheden, die ons leiden
In deze teksten gaat het er om hoe de waarheid van God de mensen kan helpen.
Deze tekst gaat over Eliëzer de knecht van Abraham, die met een moeilijke opdracht op pad werd gestuurd.
Genesis 24:27. En hij zeide: Geloofd zij de Heere, de God van mijn heer Abraham, Die Zijn weldadigheid en waarheid niet nagelaten heeft van mijn heer; aangaande mij, de Heere heeft mij op deze weg geleid, ten huize van de broeders van mijn heer. [Statenvertaling]
Opmerking 1: blijkbaar heeft God steeds tegen Eliëzer gesproken en heeft Eliëzer daar ook naar geluisterd.
Opmerking 2: de NBV en de HSV vertalen met het woord trouw, daarmee is de gedachte van luisteren en gehoorzamen verdwenen.
Genesis 24:48-49. En ik ben op mijn knieën gevallen en heb me neergebogen voor de HEER, en ik heb de HEER, de God van mijn meester Abraham, geprezen: Hij heeft mij de goede weg gewezen en zo heb ik voor zijn zoon de kleindochter van mijn meesters broer gevonden. Welnu, als u mijn meester blijk wilt geven van genegenheid en trouw, zegt u het mij dan. Zo niet, zeg het mij dan ook, zodat ik ergens anders op zoek kan gaan.’
Opmerking: hier is de weg van de waarheid met de goede weg vertaald. Gods leiding zou met een letterlijke vertaling duidelijker uitkomen.
Deze tekst gaat over Jacob als hij terugkeert uit het Noorden om weer naar huis te gaan.
Genesis 32:11. Ik ben alle weldaden en al de trouw die U aan mij, uw dienaar, bewezen hebt niet waard. Met alleen mijn stok ben ik indertijd de Jordaan hier overgestoken, en nu kan ik mijn mensen zelfs over twee kampen verdelen.
Opmerking: Gods leiding, Gods waarheid had Jacob uitstekend geholpen om rijk te worden. Hier abstract met trouw vertaald.
Psalm 15:1-2. Een psalm van David. HEER, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op uw heilige berg? Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt.
Opmerking: het derde en laatste deel van de tekst kun je vertalen met ‘hij die spreekt de waarheid in zijn hart’.
Psalm 19:10. Het ontzag voor de HEER is zuiver, houdt stand, voor altijd.
De voorschriften van de HEER zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al. <<nog niet in samenvatting>>
Psalm 25:5. Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want U bent de God die mij redt, op U blijf ik hopen, elke dag weer.
Psalm 25:10. Alle paden van de HEERE zijn goedertierenheid en trouw voor wie Zijn verbond en Zijn getuigenissen in acht nemen. [HSV]
Psalm 26:3. want uw liefde staat mij voor ogen en ik bewandel de weg van uw waarheid.
Psalm 30:9. Wat voor winst is er in mijn bloed, in mijn neerdalen in het graf? Zal het stof U loven? Zal dat Uw trouw verkondigen? [HSV] <<nog niet in samenvatting>>
Psalm 40:10-11. Uw gerechtigheid verberg ik niet diep in mijn hart,
Uw waarheid en Uw heil verkondig ik. Uw goedertierenheid en Uw trouw verzwijg ik niet in de grote gemeente. HEERE, Ú zult mij Uw barmhartigheid niet onthouden; laat Uw goedertierenheid en Uw trouw mij voortdurend beschermen. [HSV]
Psalmen 43:3. Zend uw licht en uw waarheid, laten zij mij geleiden en brengen naar uw heilige berg, naar de plaats waar U woont.
Psalmen 45:5. Treed op in uw glorie en trek ten strijde voor waarheid, deemoed en recht. Laat uw hand geduchte daden verrichten.
Psalm 51:8. … maar U wilt dat waarheid mij vervult, U leert mij wijsheid, diep in mijn hart.
Psalm 54:7. Laat het kwaad zich keren tegen mijn belagers, toon uw trouw en breng hen tot zwijgen.
Opmerking: in de KJV ‘He shall reward evil unto mine enemies: cut them off in thy truth’.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Wie de waarheid van God spreekt in zijn hart mag dichtbij God zijn. Psalm 15.
Gebeden: wijs me de weg van uw waarheid. Psalm 25:5. Bescherm mij met uw waarheid. Psalm 40:11. Zend uw licht en uw waarheid. Psalm 43. Trek ten strijde van de waarheid. Psalm 45.
Wat mensen beloven. De weg van de waarheid bewandelen. Psalm 26. Gods waarheid verkondigen. Psalm 40:10.
Gods wil is dat zijn waarheid ons vervult. Psalm 51.
Het is een grote straf, als je wordt afgesneden van Gods waarheid. Psalm 54.
Waarheden onder mensen
Dit zegt de Egyptische onderkoning Jozef tegen zijn broers.
Genesis 42:16. Stuur een van jullie terug om hem te halen. De rest blijft hier gevangen totdat het bewijs is geleverd dat jullie de waarheid spreken. Anders zijn jullie spionnen, zo waar de farao leeft.’
Opmerking: ‘bij het leven van de farao’ staat er lettelijk. In die tijd blijkbaar de uitdrukking om een woord te bekrachtigen..
Genesis 42:20. En breng me dan je jongste broer, om te bewijzen dat jullie de waarheid hebben gesproken; dan wordt niemand van jullie ter dood gebracht.’ Ze stemden toe,
Opmerking: het werkwoord aman, Strong H539 is hier vertaald met ‘de waarheid spreken’.
Genesis 47:29. Toen hij zijn einde voelde naderen, liet hij zijn zoon Jozef bij zich komen. ‘Als je mij goedgezind bent,’ zei Israël, ‘leg dan je hand onder mijn heup en geef mij blijk van je liefde en trouw: zweer dat je me niet in Egypte begraaft.
Opmerking: eerlijkheid is wellicht een beter woord om mee te vertalen.
Exodus 18:21. Jij echter, jij moet daarnaast onder heel het volk omkijken naar bekwame mannen, godvrezende, betrouwbare mannen, die een afkeer hebben van winstbejag. Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen. [HSV]
Opmerking: het gaat hier om mannen die de waarheid spreken.
Ik het boek Deuteronomium gaat het om zaken in de juridische sfeer.
Deuteronomium 13:13-15. Er zijn mannen, verdorven lieden, uit uw midden voortgekomen en zij hebben de inwoners van hun stad verleid door te zeggen: Laten we andere goden gaan dienen, die u niet kent, dan moet u het onderzoeken, grondig uitzoeken en goed navragen. En zie, is het de waarheid, staat de zaak vast, is zo’n gruwelijke daad in uw midden gedaan, dan moet u de inwoners van die stad geheel en al slaan met de scherpte van het zwaard, door haar met alles wat erin is, ook haar vee, met de scherpte van het zwaard met de ban te slaan. {HSV]
Deuteronomium 17:3-5. … en als deze persoon andere goden gaat dienen en zich voor die neerbuigt, of voor de zon, de maan of heel het leger aan de hemel, wat ik niet geboden heb, en dat wordt u verteld en u hoort dat, dan moet u het goed onderzoeken. En zie, is het de waarheid, staat de zaak vast, is zo’n gruwelijke daad in Israël gedaan, dan moet u die man of die vrouw die deze wandaad verricht heeft, naar buiten brengen, naar uw poorten, die man of die vrouw, en u moet hen met stenen stenigen, zodat zij sterven. [HSV]
Deuteronomium 22:20. Maar als het wél waar is en de maagdelijkheid van het meisje niet kan worden aangetoond <<vervolgens wordt de straf beschreven>>
Wat kunnen we van deze teksten leren?
In ieder geval kunnen we leren dat in het onderlinge verkeer van mensen het belangrijk is om de waarheid te spreken, de feiten niet verdraaien, maar de feiten moeten eerlijk weergegeven worden.. Als we dat doen kunnen we elkaar vertrouwen.
De waarheid is ook nodig als er in een samenleving recht moet worden gesproken. Waarheid hebben we nodig om dat eerlijk te doen.
Waarheid in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament komen de volgende woorden rond waarheid voor.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ἀλήθεια alētheia | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G225 SB195 | Waarheid Komt 110 keer voor in 99 verzen. KJV: truth (107x), truly (with G1909) (1x), true (1x), verity (1x). |
2 | ἀληθεύω alētheuō | Werkwoord | G226 SB196 | De waarheid spreken Komt 2 keer voor. KJV: tell the truth (1x), speak the truth (1x). |
3 | ἀληθής alēthēs | Bijvoeglijk naamwoord | G227 SB197 | Ware Komt 25 keer voor in 25 verzen. KJV: true (23x), truly (1x), truth (1x). |
4 | ἀληθινός alēthinos | Bijvoeglijk naamwoord | G228 SB198 | Ware Komt 27 keer voor in 25 verzen. KJV: true (27x). |
5 | ἀληθῶς alēthōs | Bijwoord | G230 SB200 | Waarlijk Komt 21 keer voor in 19 verzen. KJV: of a truth (6x), indeed (6x), surely (3x), truly (2x), very (1x), miscellaneous (3x). |
6 | ἀμήν amēn | Van Hebreeuws woord H530 | G281 SB | Waarlijk, amen Komt 151 keer voor in 125 verzen. KJV: verily (101x), amen (51x). |
Het zelfstandig naamwoord kun je als het over mensen gaat, ook met betrouwbaar vertalen. Iemand, die echt is, is betrouwbaar.
Vooral de evangelist Johannes en de apostel Paulus gebruiken dit woord bij hun uitleg van het evangelie.
In het Nederlands hebben we geen werkwoord met waarheid. In het Nieuwe Testament komt het werkwoord twee keer voor. Galaten 4:16 en Efeziërs 4:15. Is vertaald als ‘de waarheid zeggen’ en ‘aan de waarheid houden’. Beide teksten zijn hieronder geciteerd.
Er komen twee verschillende bijvoeglijk naamwoorden voor, zie regel 3 en 4. Als het gaat om bijvoeglijk naamwoord van regel 3 wordt dit in de tekst verder niet vermeld, maar wel als het gaat om regel 4. Zo is te onderscheiden om welk Grieks woord het in de tekst gaat.
Van het bijwoord alēthōs, regel 5 in de tabel, zijn nog geen teksten opgenomen in dit hoofdstuk. Van het Hebreeuwse woord amen regel 6 alleen voor zover ze in het boek van de evangelist Matteüs voorkomen.
Waarheden over God
Matteüs 22:15-16. Toen gingen de Farizeeën weg en beraadslaagden hoe zij Hem op Zijn woorden konden vangen. En zij stuurden hun discipelen naar Hem toe, met de Herodianen, en zeiden: Meester, wij weten dat U waarachtig bent en de weg van God in waarheid onderwijst en Zich door niemand laat beïnvloeden, want U ziet de persoon van de mensen niet aan. [HSV]
Opmerking: zelfde vraag in Marcus 12:14.
Lukas 20:21. En zij stelden Hem een vraag en zeiden: Meester, wij weten dat U juist spreekt en onderwijs geeft en niemand naar de ogen ziet, maar de weg van God naar waarheid onderwijst. [HSV]
Johannes 1:6-9. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4 in de tabel.
Johannes 6:32. Maar Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; Hij geeft u het ware brood uit de hemel.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.
Johannes 7:28. Jezus dan riep in de tempel, terwijl Hij onderwijs gaf en zei: U kent Mij niet alleen, maar u weet ook waar Ik vandaan kom; en Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en Hem kent u niet. [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.
Johannes 8:26. Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen, maar Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, spreek Ik tot de wereld. [HSV]
Opmerking: ook hier vertaalt de NBV21 het bijvoeglijk naamwoord met betrouwbaar.
Johannes 17:1-3. Nadat Jezus dit gezegd had, sloeg Hij zijn ogen op naar de hemel en zei: ‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U aan Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.
Romeinen 3:4. Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met betrouwbaar en onbetrouwbaar. Zo is deze tekst wellicht te begrijpen.
Deze teksten gaan over Jezus
Johannes 1:14. Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Johannes 1:17. … de wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.
Johannes 8:40. Maar nee, u wilt Mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die Hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan.
Johannes 8:44-46. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de waarheid. Kan een van u Mij van zonde beschuldigen? Als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft u Me dan niet?
Johannes 14:6. Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.
Johannes 15:1. Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.
Johannes 18:37-38. Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat Ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat Ik zeg.’ Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’ Na deze woorden ging hij weer naar de Joden buiten. ‘Ik heb geen schuld in Hem gevonden,’ zei hij.
Romeinen 15:8-9. En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen te bevestigen, en opdat de heidenen God zouden verheerlijken vanwege de barmhartigheid, zoals geschreven staat: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen.
Opmerking: dat staat beschreven in Psalm 18:50.
Dit gaat over de Geest van de waarheid.
Johannes 4:23-24. Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. [HSV]
Opmerking: het bijvoeglijk naamwoord is die van regel 4 in de tabel.
Johannes 14:15-17. Als je Mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn.
Johannes 15:26. Wanneer de pleitbezorger komt die Ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid, die van de Vader komt, zal die over Mij getuigen.
Johannes 16:13. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar Hij zal zeggen wat Hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
God laat zich door niemand beïnvloeden en probeert bij niemand in het gevlei te komen. God is onafhankelijk. Matteüs 22:15-16. Lucas 20:21. God geeft het ware brood uit de hemel. Johannes 6:32
Jezus getuigt van het echte licht. Johannes 1:9. Jezus is vol van genade en waarheid. Johannes 1:14 en 17. Jezus spreekt de waarheid, de duivel hoort niet bij de waarheid. Johannes 8:40 en 44-46. Jezus is de waarheid. Johannes 14:6. Jezus is de echte wijnstok en de Vader de wijnbouwer. Johannes 15:1. Jezus is naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen.
God is waarachtig, d.w.z. de enige echte God. Johannes 7:28, 8:26 en 17:1-3. Romeinen 3:4.
De Vader geeft ons de Geest van de waarheid, d.w.z. de Heilige Geest. Die Geest is aan de orde als wij aanbidden. Johannes 4:24. Die Geest maakt ons duidelijk wat belangrijk is. Johannes 14:15-17. Die Geest zal van Jezus getuigen. Johannes 15:26. Die wijst ons op de volle waarheid Johannes 17:19. Jezus bevestigt de beloften aan de vaderen van Israël en is er op uit dat de volken God gaan verheerlijken. Romeinen 15:8-9.
Er is van deze teksten nog veel meer te leren. Zoals deze. Met Jezus weten we waar we heen gaan. De weg. Hij spreekt tot ons op die weg. De waarheid. En zo leidt dat naar een bijzonder leven. Hét leven. Johannes 14:6.
Waarheden, die ons leiden
Ook in dit hoofdstuk zijn enkele sub-rubrieken aangebracht.
Dit is een goede voor zelfonderzoek.
Lukas 16:11. Als u dan wat betreft de onrechtvaardige mammon niet trouw bent geweest, wie zal u het ware toevertrouwen? [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.
Wijze lessen t.a.v. de waarheid
Hier enkele wijze lessen over hoe je in de waarheid kunt staan en of daaruit blijkt of je betrouwbaar bent.
Johannes 3:31 en 33. Hij die uit de hemel komt en boven allen staat, getuigt van wat Hij gezien en gehoord heeft. Wie Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft daarmee bezegeld dat God waarachtig is. [HSV]
Opmerking: het bijvoeglijk naamwoord, de ware God. NBV betrouwbaar.
Johannes 5:31-33. Als Ik van Mijzelf getuig, is Mijn getuigenis niet waar.
Er is een Ander Die van Mij getuigt, en Ik weet dat het getuigenis dat Hij van Mij getuigt waar is. U hebt mensen naar Johannes gestuurd, en hij heeft van de waarheid getuigd. [HSV]
Opmerking: de eerste twee keer het bijvoeglijk naamwoord.
Johannes 7:18. Wie vanuit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar Wie de eer zoekt van Hem Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig en geen ongerechtigheid is in Hem. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt het bijvoeglijk naamwoord met betrouwbaar.
Romeinen 3:7. Want als de waarheid van God door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, waarom word ik dan toch nog als zondaar geoordeeld? [HSV]
Opmerking: de NBV 21 zet betrouwbaarheid van God tegenover de onbetrouwbaarheid van de mens. Dat maakt de tekst beter te begrijpen dan de tekst van de HSV, die wel letterlijk vertaalt.
2 Korintiërs 11:10. Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is, die roem zal ik mij nergens in Achaje laten ontnemen.
Wat werkt de waarheid uit?
Hieronder teksten, die de gevolgen laten zien als iemand de waarheid tot zich neemt.
Johannes 3:21. Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn. [HSV]
Opmerking 1: Als je doet wat God zegt, dan doe je de waarheid, dan komt aan het licht dat God erbij betrokken is.
Opmerking 2: de NBV21 vertaalt met ‘wie oprecht handelt’.
Johannes 8:31-32. En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’
Johannes 17:17-19. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid. Ik zend hen naar de wereld, zoals U Mij naar de wereld hebt gezonden. Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.
Opmerking: de waarheid brengt ons in de heilige wereld van God.
Romeinen 9:1. Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg:
Efeziërs 4:15. Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus.
Oproepen om de waarheid bekend te maken.
Hier enkele oproepen om de waarheid bekend te maken.
1 Korintiërs 5:8. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.
1 Korintiërs 13:6. ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.
2 Korintiërs 4:2. Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten.
2 Korintiërs 13:8. Wij kunnen ons immers niet tegen de waarheid verzetten, we kunnen ons er slechts voor inzetten.
Moeite met de waarheid
De gemeente van Galaten heeft moeite met de waarheid.
Galaten 2:5. Maar we zijn geen moment voor hen gezwicht, want de waarheid van het evangelie moest in uw belang behouden blijven.
Galaten 2:14. Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de waarheid van het Evangelie, zei ik tegen Petrus in het bijzijn van allen: Als u die een Jood bent, naar heidens gebruik leeft en niet naar Joods gebruik, waarom dwingt u dan de heidenen op de Joodse manier te leven? [HSV]
Galaten 3:1. O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was? [HSV]
Galaten 4:16. Ben ik dan nu ineens uw vijand geworden, omdat ik u de waarheid zeg?
Opmerking: hier is het werkwoord rond waarheid gebruikt.
Galaten 5:7. U was zo goed op weg, wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven volgen?
Weerstand tegen de waarheid
In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus over mensen, die weerstand hebben tegen de waarheid.
Romeinen 1:18. Vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.
Romeinen 1:25. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
Romeinen 2:8. Maar wie handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft Hij met zijn toorn en woede.
Hier is Paulus kritisch op zijn Joodse tegenstanders.
Romeinen 2:20. … een opvoeder van onverstandigen, een leraar van onwetenden, omdat u in de wet de belichaming van de kennis en de waarheid hebt –
Opmerking: zijn Joodse tegenstanders weten veel niet terwijl er in de torah zoveel kennis is.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Wat is de waarheid? Wat Jezus spreekt is de waarheid. Johannes 17:17. Dat is natuurlijk een heel andere waarheid dan die Pilatus bedoelde toen hij zei: Wat is waarheid. Johannes 18:38.
Als je doet wat God zegt, dan doe je de waarheid, dan komt aan het licht dat God erbij betrokken is. Johannes 3:21.
De belofte is dat we de waarheid zullen kennen als we blijven vasthouden aan wat Jezus zegt. Johannes 8:32. We krijgen zelfs de weg gewezen, door de Geest van de waarheid, tot de volle waarheid. Johannes 16:13. Maar als je zelf bij de onrechtvaardige mammon niet eerlijk bent, dan zal de je de waarheid niet worden toevertrouwd. Lucas 16:11.
Wat werkt de waarheid in ons uit? Het zal ons bevrijden. Johannes 8:32. De waarheid heiligt ons. Johannes 17:19. We spreken ook de waarheid. Romeinen 9:1. Je mag er bewust van zijn dat de waarheid in je is. 2 Korintiërs 11:10. We groeien dan naar elkaar toegroeien naar Jezus, de het hoofd is. Efeziërs 4:15.
Wat kunnen wij doen? Als je het getuigenis van Jezus aanneemt dan laat je zien dat God de echte God is. Johannes 3:33. Je voor de waarheid inzetten?
Als men de waarheid heeft leren kennen, dan kan daar later alsnog moeite mee ontstaan. Dan is het goed om alert te zijn. Galaten 2:5. En om hen op de waarheid te wijzen. Galaten 2:14.
Als iemand de waarheid spreekt, kan daar weerstand ontstaan. Galaten 3:1, 4:16 en 5:7.
De apostel Paulus probeert met scherpe woorden mensen in Rome tot bezinning te brengen. Met kwaad en onrecht doe je de waarheid geweld aan. Romeinen 1:18. Dat je met vereren van andere dingen dan God verder komt in het leven is een leugen. Romeinen 1:25. Let op: geldingsdrang roept Gods toorn op. Romeinen 2:8. En kijk nu eens echt wat in de torah staat. Romeinen 2:20.
Voorbeelden van waarheden.
In dit hoofdstuk staan inhoudelijke uitspraken van Jezus waarbij de nadruk erop is gelegd dat ze waar zijn door het woord amen te gebruiken. Vanwege de veelheid aan teksten hier alleen die uit het evangelie van Matteüs.
Het zijn allemaal citaten uit de Herziene Statenvertaling omdat deze consequent met voorwaar vertaald.
Matteüs 5:18. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.
Matteüs 5:26. Voorwaar, Ik zeg u: U zult daar beslist niet uitkomen, voordat u de laatste quadrans betaald hebt.
Opmerking: dit een waarheid in een gelijkenis.
Matteüs 6:2. Wanneer u dan een liefdegave geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars in de synagogen en op de straten doen, opdat zij door de mensen geëerd zouden worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al.
Matteüs 6:5 En wanneer u bidt, zult u niet zijn als de huichelaars; want die zijn er zeer op gesteld om in de synagogen en op de hoeken van de straten te staan bidden om door de mensen gezien te worden. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben.
Dit is het slotstuk van het Onze Vader gebed.
Matteüs 6:13. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
Matteüs 6:16. En wanneer u vast, toon dan geen droevig gezicht, zoals de huichelaars. Zij vervormen namelijk hun gezicht, zodat zij door de mensen gezien worden als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben.
Matteüs 8:10. Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich, en zei tegen hen die Hem volgden: Voorwaar, Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo’n groot geloof niet gevonden.
Twee teksten in verband met het einde van de tijd.
Matteüs 10:15. Voorwaar, Ik zeg u: Het zal voor het land van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad.
Matteüs 10:23. Wanneer ze u in de ene stad vervolgen, vlucht dan naar de andere, want voorwaar, Ik zeg u: U zult uw rondgang door de steden van Israël niet geëindigd hebben, voordat de Zoon des mensen gekomen is.
Matteüs 10:42. En wie een van deze kleinen slechts een beker koud water te drinken geeft omdat hij een discipel is, voorwaar, Ik zeg u: hij zal zijn loon beslist niet verliezen.
Matteüs 11:11. Voorwaar, Ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper; maar wie de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is groter dan hij.
Matteüs 13:17. Want voorwaar, Ik zeg u dat veel profeten en rechtvaardigen verlangd hebben te zien wat u ziet, en zij hebben het niet gezien; en te horen wat u hoort, en zij hebben het niet gehoord.
Matteüs 16:28. Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.
Opmerking: de betekenis van deze tekst begrijp ik niet. Verwijst dit naar de Hemelvaart of naar de Pinksterdag? Gaat het ervan uit dat als ons lichaam gestorven is, dan we dan doorleven?
Matteüs 17:20. Jezus zei tegen hen: Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn.
Matteüs 18:3. En Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u: Als u zich niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.
Matteüs 18:13. En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren.
Matteüs 18:18. Voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u op de aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn; en alles wat u op de aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn.
Matteüs 19:23. Jezus zei tegen Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u dat een rijke moeilijk het Koninkrijk der hemelen kan binnengaan.
Matteüs 19:28. En Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen.
Matteüs 21:21. Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u: Als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan , maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren.
Matteüs 21:31. Wie van deze twee heeft de wil van de vader gedaan? Zij zeiden tegen Hem: De eerste. Jezus zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat de tollenaars en de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk van God.
Matteüs 23:36. Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht.
Matteüs 24:2. Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden.
Matteüs 24:34. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn.
Matteüs 24:47. Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen.
Matteüs 25:12. Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet.
Matteüs 25:40. En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.
Matteüs 25:45. Dan zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan.
Matteüs 26:13. Voorwaar, Ik zeg u: overal waar dit Evangelie gepredikt zal worden in heel de wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden over wat zij gedaan heeft.
Mattheüs 26:21. En toen zij aten, zei Hij: Voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden.
Mattheüs 26:34. Jezus zei tegen hem: Voorwaar, Ik zeg u dat u in deze nacht, voordat de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen.
Matteus 28:20. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.
En hieronder nog teksten met andere woorden dan amen, die over de inhoud van de waarheid gaan.
Marcus 12:32. En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één is, en er is geen ander dan Hij. [HSV]
Lukas 4:24-26. Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u dat geen profeet welgevallig is in zijn vaderstad. Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land, en naar geen van hen werd Elia gezonden, maar wel naar Zarfath bij Sidon, naar een vrouw, een weduwe. [HSV]
Johannes 4:37. Want hierin is de spreuk waar: De één zaait, de ander oogst. [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.
Johannes 16:7. Maar dit is de waarheid: het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem naar jullie zenden.
Handelingen 10:34-35. En Petrus opende zijn mond en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig. [HSV]
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De wet gaat niet verloren. Matteüs 518.
Stel je nederig op. Matteüs 6:2, 5 en 16.
God verwondert zich over groot geloof. Matteüs 8:10.
Jezus afwijzen zorgt voor een ernstig oordeel. Matteüs 10: 15 en 23.
Als je een ‘kleine’ iets geeft dan ontvang je loon. Matteüs 10:42.
Als je lid bent van het Koninkrijk van de hemel dan ben je groot. Matteüs 11:11.
Heel bijzonder dat we de tijd van Jezus mogen meemaken ook al is het in het verleden geweest. Matteüs 13:17.
Een klein geloof, zoals een mosterd zaad, heeft een groot effect. Matteüs 17:20
We dienen te worden als een kind om het Koninkrijk binnen te gaan. Matteüs 18:3.
God zoekt, ook naar die ene mens, die verloren lijkt te gaan. Matteüs 18:13.
Wat de leerlingen van Jezus binden zal gebonden zijn en wat los is gemaakt zal los zijn. Matteüs 18:18.
Een rijke kan moeilijk het Koninkrijk binnengaan. Matteüs 19:23
De twaalf leerlingen, die de weg van de wedergeboorte zijn gegaan, zullen op de twaalf tronen zitten. Matteüs 19:28.
Als je geloof hebt en niet twijfelt kun je grote dingen doen. Matteüs 21:21.
De mensen, die een herkansing in het leven hebben opgepakt zullen anderen voorgaan. Matteüs 21:28.
De generatie van Jezus zal verschrikkelijke dingen meemaken. Matteüs 23, Matteüs 24:2 en 34. En degenen, die overwinnen zullen alle bezittingen ontvangen. Matteüs 24:47.
Het gaat er om dat je mensen in nood helpt. Mooi praat werkt alleen maar tegen je. Matteüs 25.
Jezus profeteert over de vrouw, die Hem zalfde, over Judas en Petrus. Matteüs 26.
Jezus is met zijn leerlingen al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Matteus 28:20.
Dat God één is, en geen ander dan Hij. Marcus 12:32
Dat God zorg heeft voor de mensen ook al horen tot een ander volk. Lukas 4:24-26.
Soms is het zo dat de één zaait en de ander oogst. Johannes 4:37
Voordat Jezus afscheid nam heeft Hij de pleitbezorger belooft. Johannes 16:7
God neemt niet iemand op de persoon aan, maar wie ontzag voor Hem hebben en goed doen. Handelingen 10:34-35.
Waarheden onder mensen
Er komen allerlei tekst in de Bijbel voor waarin het gaat om de gewone dagelijkse waarheid. Hieronder die teksten. Hier zijn verder geen leerpunten aan toegevoegd.
Marcus 5:33. De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar Hem toe en viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid.
Lukas 22:59. En ongeveer een uur later bevestigde een ander met stelligheid: Het is werkelijk waar, ook hij was bij Hem, want hij is ook een Galileeër. [HSV]
Johannes 4:17-18. ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’
Opmerking 1: hier staat het bijvoeglijk naamwoord.
Opmerking 2: dit is een woord van kennis van Jezus.
Johannes 8:13-17. De Farizeeën dan zeiden tegen Hem: U getuigt van Uzelf, Uw getuigenis is niet waar. Jezus antwoordde en zei tegen hen:
Hoewel Ik van Mijzelf getuig, is Mijn getuigenis waar, want Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik heen ga, maar u weet niet waar Ik vandaan kom en waar Ik heen ga. U oordeelt naar het vlees, Ik oordeel niemand. En als Ik al oordeel, Mijn oordeel is waar, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. En er staat ook in uw wet geschreven dat het getuigenis van twee mensen waar is. [HSV]
Opmerking: hier vier keer het bijvoeglijk naamwoord.
Johannes 10:40-42. Hij ging terug naar de overkant van de Jordaan, naar de plaats waar Johannes eerder gedoopt had. Daar bleef Hij. Veel mensen kwamen naar Hem toe; ze zeiden: ‘Johannes heeft weliswaar geen tekenen verricht, maar alles wat hij over deze man gezegd heeft is waar.’ En velen kwamen daar tot geloof in Hem.
Johannes 19:34-35. Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. [HSV]
Opmerking: twee maal het bijvoeglijk naamwoord, respectievelijk nummer 4 en 3.
Johannes 21:24. Dit is de discipel die van deze dingen getuigt en deze dingen beschreven heeft; en wij weten dat zijn getuigenis waar is. [HSV]
Handelingen 4:27. Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met ‘inderdaad’ in plaats van een woord met waarheid.
Het gaat in deze tekst om de vrijlating van Petrus uit de gevangenis.
Handelingen 12:9. En hij ging naar buiten en volgde hem, en hij wist niet dat het werkelijkheid was wat er door de engel plaatsvond, maar hij dacht dat hij een visioen zag. [HSV]
Opmerking: is vertaald als zelfstandig naamwoord, maar er staat een bijvoeglijk naamwoord.
Handelingen 26:25. Maar hij zei: Ik ben niet buiten zinnen, zeer machtige Festus, maar ik spreek woorden van waarheid en van gezond verstand. [HSV]
2 Korintiërs 6:4-8. Als dienaren van God bevelen wij onszelf juist aan door altijd in alles te volharden: in tegenspoed, nood en ellende, onder lijfstraffen, in gevangenschap en onder volkswoede, onder zware inspanningen, slaapgebrek en honger, door oprechtheid en kennis, door geduld en vriendelijkheid, door de gaven van de heilige Geest en ongeveinsde liefde, door de verkondiging van de waarheid en de kracht van God. We vallen aan en verdedigen ons met de wapens van de gerechtigheid, we worden geëerd en gesmaad, belasterd en geprezen. We worden bedriegers genoemd maar spreken de waarheid
Opmerking: het laatste woord over waarheid is een bijvoeglijk naamwoord. Je zou kunnen vertalen “we zijn geen bedriegenden maar waarheidsprekenden”. Oftewel eerlijke mensen.
2 Korintiërs 7:14. Ik had tegenover hem hoog van u opgegeven, en u hebt me niet teleurgesteld. Integendeel, zoals wij de waarheid spraken in alles wat we tegen u hebben gezegd, zo is ook waar gebleken wat wij tegen Titus zeiden toen we zo hoog van u opgaven.
2 Korintiërs 12:6. En zelfs al zou ik hoog van mezelf willen opgeven, dan nog zou ik geen dwaas zijn, want ik zou de waarheid spreken. Maar ik zie ervan af, want ik wil worden beoordeeld op grond van wat men van mij hoort en ziet,
Leugen in het Oude Testament
Naast liegen komt ook bedriegen voor, naast leugen ook bedrog.
Een leugen is het vertellen van iets wat niet waar is. Bij bedrog gaat het om, op basis van leugens of het achterhouden van informatie, de ander een nadeel bezorgen.
In het Hebreeuws komen wel vier soorten woorden voor, die je met leugen en bedrog kunt vertalen. Hier staan ze.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen | |
1 | אַכְזָב ‘aḵzāḇ | Bijvoeglijk naamwoord | H391 | Leugen. Komt 2 keer voor in 2 verzen. KJV: liar (1x), lie (1x). |
כָּזַב kāzaḇ | Werkwoord | H3576 | Liegen Komt 18 keer voor in 18 verzen. KJV:lie (11x), liar (3x), vain (1x), fail (1x). | |
כָּזָב kāzāḇ | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H3577 | Leugen Komt 29 keer voor in 29 verzen. KJV: lie (23x), lying (2x), leasing (2x), deceitful (1x), false (1x), liar (1x), lies (with H1697) (1x). | |
2 | כָּחַשׁ kāḥaš | Werkwoord | H3584 | Onjuistheid spreken. Komt 22 keer voor in 22 verzen. KJV:lie (5x), submit (3x), deny (3x), fail (3x), denied (2x), belied (1x), deceive (1x), dissembled (1x), deal falsely (1x), liars (1x), submitted (1x). |
כַּחַשׁ kaḥaš | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H3585 | Leugen Komt zes keer voor in zes verzen. KJV: lies (4x), lying (1x), leanness (1x). | |
כֶּחָשׁ keḥāš | Bijvoeglijk naamwoord | H3586 | Komt eenmaal voor in Jesaja 30:9. KJV: lying (1x). | |
3 | מִרְמָה mirmâ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H4820 | Bedrog Komt 39 keer in 38 verzen voor. KJV: : deceit (20x), deceitful (8x), deceitfully (3x), false (2x), guile (2x), feigned (1x), craft (1x), subtilty (1x), treachery (1x). |
רָמָה rāmâ | Werkwoord | H7411 | Bedriegen Is wortel van ad. 3 Komt 13 keer in 13 verzen voor. KJV: deceived (4x), beguiled (2x), thrown (2x), betray (1x), bowmen (with H7198) (1x), carrying (1x), deceived so (1x). | |
4 | שֶׁקֶר šeqer | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H8267 | Leugen Komt 113 keer voor in 109 verzen. KJV: lie (28x), lying (21x), false (20x), falsehood (13x), falsely (13x), vain (5x), wrongfully (4x), deceitful (2x), deceit (1x), liar (1x), miscellaneous (5x). |
שָׁקַר šāqar | Werkwoord | H8266 | Liegen, is de wortel van ad. 4 Komt 6 keer voor in 6 verzen. KJV: lie (3x), deal falsely (2x), fail (1x). |
Hieronder worden er steeds twee teksten van ieder woord aangegeven. Steeds de eerste tekst uit de torah, als die er is, en de eerste tekst uit het boek van de Psalmen.
Akzab, bijvoeglijk naamwoord liegende
Dit zijn de twee teksten waarin het woord akzab in voor komt.
Jeremia 15:18. Bent U nu echt voor mij als een onbetrouwbare beek,
water dat niet betrouwbaar is? [HSV]
Opmerking: het lijkt te duiden op een beek, die droogvalt. Op zo’n beek kun je geen vertrouwen stellen.
In Micha 1:14 lijkt het ook om een drooggevallen beek te gaan volgens de NBV21 vertaling.
Kazab werkwoord.
Numeri 23:19. God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen? [HSV]
Psalm 78:35-36. Dan dachten zij eraan dat God hun rots was en God, de Allerhoogste, hun Verlosser. Maar zij vleiden Hem met hun mond en logen tegen Hem met hun tong. [HSV]
Kāzāḇ zelfstandig naamwoord
Dit is een aanklacht van David tegen de machtigen.
Psalm 4:2. Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande,
is de schijn u lief, de leugen uw leidraad? sela
Psalm 5:5-7. U bent een God die zich niet verheugt in het kwaad, bij U is de misdaad niet welkom. Gewetenlozen houden geen stand onder de blik van uw ogen. U haat allen die onrecht doen, leugenaars richt U te gronde.
U verafschuwt, HEER, wie bedriegt en bloed vergiet.
Werkwoord kahas
Genesis 18:13-15. Toen vroeg de HEER aan Abraham: ‘Waarom lacht Sara, waarom vraagt ze zich af of ze op haar leeftijd nog wel een kind ter wereld kan brengen? Is ook maar iets voor de HEER onmogelijk? Op de vastgestelde tijd, over precies een jaar, kom Ik bij je terug en dan heeft Sara een zoon.’ Geschrokken ontkende Sara: ‘Ik heb niet gelachen.’ Maar Hij zei: ‘Ja, je hebt wel gelachen.’
Opmerking: heel aardig van de vertaler om hier te vertalen met ontkennen. De schrijver van de Bijbel gebruikt een woord dat een relatie heeft met oneerlijk zijn.
Psalm 18:44. U bevrijdde mij van een opstandig volk, stelde mij aan tot hoofd van de naties. Een volk dat ik niet kende, onderwierp zich.
Opmerking: ze onderwierpen zich omdat het moest, niet van harte.
Zelfstandig naamwoord kahas
Dit gaat is een gebed voor de vijanden van David.
Psalm 59:13. Laat hen gevangen worden in hun trots, om de vervloeking en om de leugen die zij vertellen. [HSV]
Zelfstandig naamwoord mirma
Genesis 27:34-36. Toen Ezau de woorden van zijn vader hoorde, gaf hij een zeer luide en bittere schreeuw, en zei tegen zijn vader: Zegen mij, ook mij, mijn vader! Hij antwoordde echter: Je broer is met bedrog gekomen en heeft je je zegen afgenomen. Hij zei daarop: Wordt hij niet terecht Jakob genoemd, omdat hij mij nu twee keer bedrogen heeft? Mijn eerstgeboorterecht heeft hij mij afgenomen, en zie, nu heeft hij mij mijn zegen afgenomen.
Psalm 5:6. U brengt de leugenaars om. Van de man van bloed en bedrog heeft de HEERE een afschuw. [HSV]
Werkwoord rama
Genesis 29:21-25. Toen zei Jakob tegen Laban: ‘De termijn is om. Geef me nu mijn vrouw, ik wil met haar slapen.’ Laban nodigde alle inwoners van de stad uit en gaf een feest. Toen de avond was gevallen bracht hij zijn dochter Lea bij Jakob, en Jakob sliep met haar. Ook gaf Laban zijn slavin Zilpa mee als slavin voor zijn dochter. ’s Morgens ontdekte Jakob dat het Lea was met wie hij had geslapen. ‘Hoe hebt u mij dit kunnen aandoen!’ verweet hij Laban. ‘Ik heb toch om Rachel bij u gewerkt? Waarom hebt u me zo bedrogen!
De Qal werkwoordsvorm betekent werpen of dragen, de Piel werkwoordsvorm betekent bedriegen. De tekst uit de Psalmen, Psalm 78:9 is van de Qal werkwoordsvorm. Daarom neem ik de eerst volgende tekst uit het boek van de Spreuken.
Spreuken 26:18-19. Zoals een dolleman maar in het wilde weg schiet,
met brandende pijlen dood en verderf zaait, zo is iemand die zijn vriend bedriegt, en zegt: ‘Het was maar voor de grap.’
Seqer zelfstandig naamwoord.
Exodus 5:6-9. Daarom gaf de farao op diezelfde dag het bevel aan de slavendrijvers onder het volk en de voormannen ervan: U mag voortaan geen stro meer aan het volk verstrekken om de bakstenen te maken, zoals voorheen. Laten zij zelf maar stro gaan verzamelen. En het aantal bakstenen dat zij voorheen maakten, moet u hun nu ook weer opleggen. U mag daarvan niets afdoen, want zij zijn lui. Daarom roepen zij: Laat ons gaan! Laat ons offers brengen aan onze God! Het werk moet zo zwaar op die mannen drukken dat zij dat blijven doen en geen aandacht schenken aan leugenachtige woorden. [HSV]
Opmerking 1: er staat leugen en woorden. Misschien zou ‘smoes’ een goede vertaling zijn.
Opmerking 2: een interessante vraag is of het verzoek om in de woestijn een feest te vieren wel heel oprecht was en geen voorwendsel. Mag je een heerser wel op het verkeerde been zetten. Het antwoord lijkt: ja.
Het gaat hier over een vijand van David.
Psalm 7:14. Hij draagt verderf onder het hart, zwanger van onheil baart hij bedrog.
Saqar, het werkwoord liegen.
Van dit laatste woord uit de tabel heb ik maar eens alle teksten bestudeert. Zie hieronder.
Hier vraagt de koning Abimelech aan Abraham om niet meer tegen hem te liegen. Abraham had niet pertinent gelogen maar hem wel belangrijke feiten onthouden.
Genesis 21:22-24. Op een dag kwam Abimelech bij Abraham, samen met zijn legeraanvoerder Pichol. ‘God blijkt u terzijde te staan bij alles wat u onderneemt,’ zei hij. ‘Zweer mij daarom bij God, hier op deze plaats, dat u mij, mijn kinderen en kindskinderen nooit zult bedriegen, maar dat u mij en het land waar u als vreemdeling verblijft, evenveel loyaliteit zult tonen als u van mij hebt ondervonden.’ ‘Dat zweer ik,’ zei Abraham.
In deze tekst worden drie verschillende woorden gebruikt, die je met liegen kunt vertalen.
Leviticus 19:11-12. Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.
Hier een tekst over dat ‘God’ niet liegt.
1 Samuel 15:29. En u weet dat de Glorie van Israël nooit zijn woord breekt en nimmer op zijn besluiten terugkomt. Hij is immers geen mens, dat Hij op zijn besluiten terug zou komen.’
Opmerking: Je kunt in plaats van de Glorie van Israël ook vertalen met de onveranderlijke van Israël, want er zit ook een tijdselement in het woord.
In deze Psalm worden tegenvallende gebeurtenissen opgesomd, maar toch heeft het volk het verbond niet gebroken.
Psalm 44:18. Dit is ons overkomen, maar wij zijn U niet vergeten,
uw verbond verloochenden wij niet.
Dit is wat God aan David beloofd.
Psalm 89:34-36. Maar mijn liefde zal Ik hem niet afnemen, mijn trouw aan hem niet breken, Ik zal mijn verbond niet schenden, mijn woorden niet herroepen. Eens heb Ik dat bij mijn heiligheid gezworen, nooit breek Ik mijn woord aan David.
Dit is een soort pleidooi van de profeet Jesaja.
Jesaja 63:8. Want Hij zei: Zij zijn immers Mijn volk, kinderen die niet zullen liegen! Zo werd Hij hun tot een Heiland. [HSV]
Opmerking: Het eerste en laatste stuk in deze zin zijn citaten uit Exodus 34 en Psalm 110, de tekst over niet liegen is de enigen in Jesaja.
Wat kunnen we leren van deze teksten?
Al vanaf oude tijden, de tijden van Abraham en Sara, van Isaak en Jacob was er bedrog. Bedrog dat ook een enorme invloed zou hebben op de geschiedenis. In de eerste plaats die van Israël. Zie de teksten van Genesis.
Laat het duidelijk zijn, God haat leugen en bedrog. God is eerlijk en Hij verwacht dat wij ook eerlijk zijn. God kan niet liegen. Numeri 23.
Leugen in het Nieuwe Testament
De woorden liegen, leugen en leugenaars komen dertig keer voor in het Nieuwe Testament.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ψεύδομαι pseudomai | Werkwoord | G5574 SB4886 | Liegen, bedriegen Komt 10 keer voor in 10 verzen. KJV: lie (11x), falsely (1x). |
ψευδής pseudēs | Bijvoeglijk naamwoord | G5571 SB4883 | Liegende, bedriegende Komt 3 keer voor KJV: liar (2x), false (1x). | |
2 | ψευδομαρτυρέω pseudomartyreō | Werkwoord | G5576 SB4888 | Vals getuigen Komt 6 keer voor KJV: bear false witness (6x). |
3 | ψεῦδος pseudos | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G5579 SB4891 | Leugen Komt 9 keer voor in 9 verzen. KJV: lie (7x), lying (2x). |
ψεῦσμα pseusma | Zelfstandig naamwoord onzijdig | G5582 SB4894 | Leugen, bedrog Komt eenmaal voor. KJV: lie (1x). | |
4 | ψεύστης pseustēs | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G5583 SB4895 | Leugenaar, bedrieger Komt 10 keer voor in 10 verzen. KJV: liar (10x). |
Naast de woorden hierboven komen er ook begrippen voor als valse broeders, valse apostelen, dwaalleraren, leugensprekers, valse profeten, valse Christus en valse kennis voor. Deze worden in deze studie niet meegenomen.
Hieronder alle teksten waarin bovenstaande woorden voorkomen.
Dit is één van de zaligsprekingen.
Matteüs 5:11. Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. [HSV]
Matteüs 15:19-20. Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster. Dát maakt een mens onrein, niet eten met ongewassen handen.’
Opmerking: hier het woord pseudomartyriai, hier vertaalt met ‘vals getuigenis’ Strong G557, SB4889. Dit woord komt ook in Matteüs 26:59 voor.
Als je op de weg van de leugen gaat, dan kun je op gegeven moment de waarheid niet meer horen en zien. Dat gebeurde hier als Jezus met de Joodse leiders spreekt.
Johannes 8:43-47. Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar mij gelooft u niet, want ik spreek de waarheid. Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet? Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.’
Matteüs 19:18. ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af,
Opmerking 1: dit is een woord uit de rechtspraak.
Opmerking 2: zelfde tekst in Marcus 10:19, Lucas 18:20, Romeinen 13:9.
Marcus 14:55-57. En de overpriesters en heel de Raad zochten een getuigenverklaring tegen Jezus om Hem te kunnen doden, maar vonden die niet. Want velen legden een vals getuigenis tegen Hem af, maar de getuigenissen waren niet eensluidend. Toen stonden er enigen op en legden een vals getuigenis tegen Hem af en zeiden … [HSV]
Opmerking: Matteüs 26: 59 spreekt over vals getuigenis SB4889 en Matteüs 26:60 en 61 spreekt over valse getuigen SB4887.
Dit is een tekst uit de geschiedenis van Ananias en Saffira.
Handelingen 5:3-4. En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
Opmerking:
Handelingen 6:13-14. En zij lieten valse getuigen optreden, die zeiden: Deze man houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en tegen de wet, want wij hebben hem horen zeggen dat die Jezus de Nazarener deze plaats zal afbreken en de gebruiken zal veranderen die Mozes ons overgeleverd heeft.
Opmerking: dat was een leugen over Jezus, maar later ging de kerk wel die weg.
Romeinen 9:1. Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt mee door de Heilige Geest,
Romeinen 1:25. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
Opmerking: dat je beelden van goden moet vereren is een leugen.
Het gaat in deze tekst over Joodse mensen.
Romeinen 3:4. Want wat is het geval? Als sommigen ontrouw zijn geweest, zal hun ontrouw de trouw van God toch niet tenietdoen? Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar, zoals geschreven staat: Opdat U gerechtvaardigd wordt wanneer U rechtspreekt, en overwint wanneer U oordeelt. Als nu onze ongerechtigheid de gerechtigheid van God bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? Ik spreek op menselijke wijze. Volstrekt niet! Hoe zal God anders de wereld oordelen? Want als de waarheid van God door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, waarom word ik dan toch nog als zondaar geoordeeld?
Opmerking: ‘geen mens is volledig betrouwbaar’ komt denk ik beter tegemoet aan wat Paulus bedoelt.
Romeinen 9:1. Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg:
1 Korintiërs 15:14-15. En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden.
Opmerking: hier valse getuigen SB4887.
2 Korintiërs 11:31. De God en Vader van de Heer Jezus, de God die moet worden geprezen tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg.
Galaten 1:20. Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg. [HSV]
Efeziërs 4:25. Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen.
Kolossenzen 3:9-10. Bedrieg elkaar niet langer, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt.
2 Tessalonicenzen 2:8-11. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven,
opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid. [HSV]
Opmerking: de satan met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen
1 Timoteüs 1:10. … ontuchtplegers, mannen die andere mannen misbruiken, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer,
1 Timoteüs 2:7. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidense volken, om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.
Titus 1:12. Het was ook een Kretenzer, hun eigen profeet zelfs, die zei: ‘Kretenzers liegen altijd, het zijn gemene beesten, vadsige vreters.’
Opmerking: er staat leugenaar, onbetrouwbare mensen. Ieder volk heeft zijn zwakke kanten. Er zijn volken die zwak zijn op het gebied van betrouwbaarheid.
Hebreeën 6:18. Zo heeft Hij ons met twee onherroepelijke daden krachtig moed willen inspreken – en dat God liegt is uitgesloten. Het is onze toevlucht vast te houden aan de hoop op wat voor ons in het verschiet ligt.
Opmerking: de ene daad is dat God zijn belofte Abraham te zegenen dat ook heeft gedaan en de andere <<>>
Jakobus 3:14-16. Wanneer u echter bittere afgunst en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid. Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels. Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken. [HSV]
1 Johannes 1:6. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.
1 Johannes 1:10. Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons.
1 Johannes 2:4. Wie zegt: ‘Ik ken Hem,’ maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem.
1 Johannes 2:21-22. Ik schrijf u niet omdat u de waarheid niet zou kennen, maar juist omdat u die kent en omdat uit de waarheid nooit een leugen voortkomt. Bestaat er een grotere leugenaar dan iemand die ontkent dat Jezus de christus is? Wie de Vader en de Zoon niet erkent, is de antichrist.
Opmerking: er komt uit de waarheid nooit een leugen voor.
1 Johannes 2:27. En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven. [HSV]
Opmerking:
1 Johannes 4:20. Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.
Deze tekst komt uit de brief aan de gemeente van Efeze.
Openbaringen 2:2. Ik weet wat u doet, hoe u zich inzet en standhoudt, en dat u boosdoeners niet verdraagt. Zo hebt u mensen die beweren dat ze apostelen zijn, op de proef gesteld en als leugenaars ontmaskerd.
Opmerking: het gaat om liegende mensen, bijvoeglijk naamwoord.
Uit de brief aan de gemeente van Philadelphia.
Openbaringen 3:9. Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb. [HSV]
1 Johannes 5:10. Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt Hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.
Openbaring 14:5. Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.
Openbaring 21:8. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’
Opmerking: hier staat het bijvoeglijk naamwoord liegende.
Openbaringen 21:27. Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam.
Opmerking:
Openbaring 22:15. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Over mensen liegen komt voor, kwaadspreken, vals getuigenis geven. Matteüs 5, 15 en 19. Marcus 10 en 14. Handelingen 6.
De duivel is de grote leugenaar. Johannes 8.
Als je in de gemeente van Christus schijn opwekt, je anders voordoet, liegt, dan lieg je tegen God. Handelingen 5.
Er worden ook leugens met name genoemd. Het geschapene als godheid zien is een leugen. Romeinen 1.
De apostel Paulus schrijft diverse keren dat hij niet liegt. Romeinen 9:1.
Ten opzichte van God zijn mensen niet betrouwbaar. Romeinen 3.
Andere bronnen
Ik heb nog geen boeken gevonden, die over het onderwerp waarheid en leugen van deze studie gaan.
Er zijn wel allerlei boeken met als titel: de waarheid over een onderwerp. Het zijn titels met een hoge pretentie. Zeker als het om moeilijke onderwerpen gaat. Er zijn ook allerlei meditatieve boeken om de ‘universele’ waarheid tot je te nemen. Een nog hogere pretentie.
Over de leugen ongeveer hetzelfde verhaal. Ik heb alleen een boek gevonden de titel is “Liegen en leugens” van kerkvader Aurelius Augustinus, met een beschouwing over acht soorten leugens.
Overwegingen
In onze tijd zijn we gewend dat de waarheid vanuit de wetenschap komt. En dat hebben we in de kerk en de samenleving al eigen gemaakt sinds de tijd van de verlichting rond de 18de eeuw.
We zien die, naar mijn mening overwaardering, voor de wetenschap ook als iemand pastorale zorg nodig heeft. Er is meer vertrouwen in mensen, die een opleiding bij een universiteit hebben gevolgd, dan in mensen, die geestelijke bijstand kunnen verlenen.
In onze tijd denkt met in de kerk dat het geloof is bedoeld voor het gevoel en de emotie. Dat gaat zelfs zover dat als het in de Bijbel over waarheid voor God of de mensen gaat, dat het met trouw of betrouwbaar is vertaald. Of dat nu de NBG, de HSV of de NBV21 is. Dat is ook waar, maar het is wel een versmalling van de woorden in de Bijbel.
Het valt me op dat als je in de kerk een waarheid van God naar voren brengt, dat men er dan over gaat discussiëren. Als je discussieert over de juiste formulering of over de toepassing dan is dat prima, maar niet als je als gelovige gaat discussiëren over wat God zegt. Dat is alleen voor navolging, niet voor discussie.
In sommige kerken, vooral vroeger, is en was men gehecht aan ‘de ware leer’. Die uitdrukking kom je niet tegen in de Bijbel. Wat we kunnen leren is te groot en te genuanceerd om zoiets als een ware leer te hebben.
De kerken hebben zich met name vanaf de 2de eeuw druk gemaakt of bepaalde leerstellingen nu wel of niet juist waren. Daar zijn ruzies uit ontstaan, zo heftig dat onschuldig bloed is gevloeid. Jammer, want ons kennen is ren dele. Goed om van gedachte te wisselen, maar ook om elkaar vrijheid te geven als het om opvattingen gaat.
De ware kerk bestaat natuurlijk ook niet. Dat is een uitdrukking van mensen, die het hoog in de bol hebben. Zij, die in Christus zijn, dat is de ware kerk. Maar die mensen zijn geen lid van één bepaalde kerk. De kerk is voor hen eerder een zendingsveld. Om anderen ook te bewegen in Christus te zijn.
Lessen
God de Vader is de oorsprong van alle waarheid. Jezus zijn Zoon geeft de waarheid door aan de mensen. En de Heilige Geest doet dat ook en helpt ons de waarheid te begrijpen.
Waarheid is wat God door de Heilige Geest tot je zegt. Hier gaat het over woorden of beelden of welk vorm van openbaring dan ook.
Je hebt ook de ware God. Dat is God de Vader, de echte god. De andere goden zijn niet de echte goden. Je hebt ook het ware licht. Het ware brood. En ware aanbidders.
De uitspraken van God of Jezus in de Bijbel zijn waarheid. En ook wat via de Heilige Geest ons wordt duidelijk gemaakt. Bewaar die waarheid en vooral doe die waarheid.
De apostel Johannes geeft ons allerlei houvast voor het leven. Bijvoorbeeld met een citaat van Jezus als Hij zegt: Ik ben de weg, de waarheid en het leven.
Wil je de weg van Jezus? Meelijden met zijn lijden, ook gehoorzaam zijn aan God de Vader en ook je verbinden met Zijn opstanding. Wil je de waarheid van Jezus horen? Ieder dag zijn stem, welke waarheden Hij nu weer tegen je zegt. Over je keuzen om te geloven en te doen. Als je twee keer ‘ja’ zegt, dan ontvang je ook zijn Leven. Dat is een leven in heerlijkheid en overwinning. Vandaag nog beperkt, maar straks in overvloed.
Wat zegt de Bijbel over leugen en bedrog? Laat het duidelijk zijn, God haat leugen en bedrog. God is eerlijk en Hij verwacht dat wij ook eerlijk zijn. God houdt niets achter, Hij is transparant en verwacht ook dat wij transparant zijn.
Al vanaf oude tijden was er bedrog. Jacob, die zijn vader bedroog om de eerste zegen te krijgen. Hierdoor ontstond haat tussen volken. Jacob, die zelf ook werd bedrogen door zijn kinderen over het verdwijnen van zijn zoon Jozef.
Kies dan voor de waarheid en haat ook leugen en bedrog.