Studie Waarheid en Leugen

Deze studie gaat er over wat er over waarheid en leugen in de Bijbel voorkomt. Het is nog een globale studie omdat lang niet alle teksten zijn bestudeerd.

Het onderwerp roept allerlei vragen op. Zijn de woorden in de Bijbel waar of niet waar? En wat er in de Bijbel staat over waarheid en leugen is dat aannemelijk waar?

Waarheid in het Oude Testament

Dit zijn de woorden die het Hebreeuwse deel van de Bijbel gebruikt.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1אֱמֶת ‘ĕmeṯ
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
Bijwoord
H571Waarheid
Komt 127 keer voor in 125 verzen
KJV: truth (92x), true (18x), truly (7x), right (3x), faithfully (2x), assured (1x), assuredly (1x), establishment (1x), faithful (1x), sure (1x), verity (1x).
2אָמַן ‘āmanWerkwoordH539Waarheid spreken.
Komt 108 keer voor in 102 verzen.
KJV: believe (44x), assurance (1x), faithful (20x), sure (11x), established (7x), trust (5x), verified (3x), stedfast (2x), continuance (2x), father (2x), bring up (4x), nurse (2x), be nursed (1x), surely be (1x), stand fast (1x), fail (1x), trusty (1x).

De Hebreeuwse zelfstandig naamwoorden zijn afgeleid van een werkwoord.

Er zijn nog andere woorden rond het woord waarheid, zoals het woord Amen dat we ook wel in onze taal kennen.

Tot nu toe zijn alleen de teksten bekeken, die over waarheid gaan in de eerste vijf boeken van de Bijbel en de eerste twaalf teksten in het boek van de Psalmen.

De inhoud is in drie categorieën te verdelen. Teksten, die gaan over God, de waarheid over God. Teksten, die gaan over de waarheid, die aan de mensen wordt gecommuniceerd en teksten die gaan over de waarheid tussen de mensen onderling.

Waarheden over God

In de Bijbel worden de woorden rond waarheid verbonden met God.

<<de eerste teksten horen bij het volgende hoofdstuk>>

Deze tekst gaat over Eliëzer de knecht van Abraham, die met een moeilijke opdracht op pad werd gestuurd.
Genesis 24:27. En hij zeide: Geloofd zij de Heere, de God van mijn heer Abraham, Die Zijn weldadigheid en waarheid niet nagelaten heeft van mijn heer; aangaande mij, de Heere heeft mij op deze weg geleid, ten huize van de broeders van mijn heer. [Statenvertaling]
Opmerking 1: blijkbaar heeft God steeds tegen Eliëzer gesproken en heeft Eliëzer daar ook naar geluisterd.
Opmerking 2: de NBV en de HSV vertalen met het woord trouw, daarmee is de gedachte van luisteren en gehoorzamen verdwenen.

Genesis 24: 48-49. En ik ben op mijn knieën gevallen en heb me neergebogen voor de HEER, en ik heb de HEER, de God van mijn meester Abraham, geprezen: Hij heeft mij de goede weg gewezen en zo heb ik voor zijn zoon de kleindochter van mijn meesters broer gevonden. Welnu, als u mijn meester blijk wilt geven van genegenheid en trouw, zegt u het mij dan. Zo niet, zeg het mij dan ook, zodat ik ergens anders op zoek kan gaan.’
Opmerking: hier is de weg van de waarheid met de goede weg vertaald. Gods leiding zou met een letterlijke vertaling duidelijker uitkomen.

Deze tekst gaat over Jacob als hij terugkeert uit het Noorden om weer naar huis te gaan.
Genesis 32:11. ik ben alle weldaden en al de trouw die U aan mij, uw dienaar, bewezen hebt niet waard. Met alleen mijn stok ben ik indertijd de Jordaan hier overgestoken, en nu kan ik mijn mensen zelfs over twee kampen verdelen.
Opmerking: Gods leiding, Gods waarheid had Jacob uitstekend geholpen om rijk te worden. Hier abstract met trouw vertaald.

Exodus 34:6. De HEER ging voor hem langs en riep uit: ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig,
Opmerking: het lijkt hier een bijvoeglijk naamwoord, maar het is een zelfstandig naamwoord. De KJV vertaalt met ‘abundant in goodness and truth’,

Psalm 31:5. In Uw hand beveel ik mijn geest; U hebt mij verlost, HEERE, getrouwe God!

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Exodus 34 zegt vier dingen, die van God uitgaan, waaronder waarheid.
De ware God is de God, die echt is, die er echt is. Psalm 31

Waarheden, die ons leiden

In deze teksten gaat het er om hoe de waarheid van God de mensen kan helpen.

Psalm 15:1-2. Een psalm van David. HEER, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op uw heilige berg? Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt.
Opmerking: het derde en laatste deel van de tekst kun je vertalen met ‘hij die spreekt de waarheid in zijn hart’.

Psalm 19:10. Het ontzag voor de HEER is zuiver, houdt stand, voor altijd.
De voorschriften van de HEER zijn waarachtig, rechtvaardig, geheel en al. <<nog niet in samenvatting>>

Psalm 25:5. Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij, want U bent de God die mij redt, op U blijf ik hopen, elke dag weer.

Psalm 25:10. Alle paden van de HEERE zijn goedertierenheid en trouw voor wie Zijn verbond en Zijn getuigenissen in acht nemen. [HSV]

Psalm 26:3. want uw liefde staat mij voor ogen en ik bewandel de weg van uw waarheid.

Psalm 30:9. Wat voor winst is er in mijn bloed, in mijn neerdalen in het graf? Zal het stof U loven? Zal dat Uw trouw verkondigen? [HSV] <<nog niet in samenvatting>>

Psalm 40:10-11. Uw gerechtigheid verberg ik niet diep in mijn hart,
Uw waarheid en Uw heil verkondig ik. Uw goedertierenheid en Uw trouw verzwijg ik niet in de grote gemeente. HEERE, Ú zult mij Uw barmhartigheid niet onthouden; laat Uw goedertierenheid en Uw trouw mij voortdurend beschermen. [HSV]

Psalmen 43:3. Zend uw licht en uw waarheid, laten zij mij geleiden en brengen naar uw heilige berg, naar de plaats waar U woont.

Psalmen 45:5. Treed op in uw glorie en trek ten strijde voor waarheid, deemoed en recht. Laat uw hand geduchte daden verrichten.

Psalm 51:8. … maar U wilt dat waarheid mij vervult, U leert mij wijsheid, diep in mijn hart.

Psalm 54:7. Laat het kwaad zich keren tegen mijn belagers, toon uw trouw en breng hen tot zwijgen.
Opmerking: in de KJV ‘He shall reward evil unto mine enemies: cut them off in thy truth’.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Wie de waarheid van God spreekt in zijn hart mag dichtbij God zijn. Psalm 15.

Gebeden: wijs me de weg van uw waarheid. Psalm 25:5. Bescherm mij met uw waarheid. Psalm 40:11. Zend uw licht en uw waarheid. Psalm 43. Trek ten strijde van de waarheid. Psalm 45.

Wat mensen beloven. De weg van de waarheid bewandelen. Psalm 26. Gods waarheid verkondigen. Psalm 40:10.

Gods wil is dat zijn waarheid ons vervult. Psalm 51.

Het is een grote straf, als je wordt afgesneden van Gods waarheid. Psalm 54.

De waarheid onder mensen

Onder mensen moeten we de feiten niet verdraaien, maar de feiten moeten eerlijk weergegeven worden.

Dit zegt de Egyptische onderkoning Jozef tegen zijn broers.
Genesis 42:16. Stuur een van jullie terug om hem te halen. De rest blijft hier gevangen totdat het bewijs is geleverd dat jullie de waarheid spreken. Anders zijn jullie spionnen, zo waar de farao leeft.’
Opmerking: ‘bij het leven van de farao’ staat er lettelijk. In die tijd blijkbaar de uitdrukking om een woord te bekrachtigen..

Genesis 42:20. En breng me dan je jongste broer, om te bewijzen dat jullie de waarheid hebben gesproken; dan wordt niemand van jullie ter dood gebracht.’ Ze stemden toe,
Opmerking: het werkwoord aman, Strong H539 is hier vertaald met ‘de waarheid spreken’.

Genesis 47:29. Toen hij zijn einde voelde naderen, liet hij zijn zoon Jozef bij zich komen. ‘Als je mij goedgezind bent,’ zei Israël, ‘leg dan je hand onder mijn heup en geef mij blijk van je liefde en trouw: zweer dat je me niet in Egypte begraaft.
Opmerking: eerlijkheid is wellicht een beter woord om mee te vertalen.

Exodus 18:21. Jij echter, jij moet daarnaast onder heel het volk omkijken naar bekwame mannen, godvrezende, betrouwbare mannen, die een afkeer hebben van winstbejag. Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen. [HSV]
Opmerking: het gaat hier om mannen die de waarheid spreken.

Ik het boek Deuteronomium gaat om zaken in de juridische sfeer.

Deuteronomium 13:13-15. Er zijn mannen, verdorven lieden, uit uw midden voortgekomen en zij hebben de inwoners van hun stad verleid door te zeggen: Laten we andere goden gaan dienen, die u niet kent, dan moet u het onderzoeken, grondig uitzoeken en goed navragen. En zie, is het de waarheid, staat de zaak vast, is zo’n gruwelijke daad in uw midden gedaan, dan moet u de inwoners van die stad geheel en al slaan met de scherpte van het zwaard, door haar met alles wat erin is, ook haar vee, met de scherpte van het zwaard met de ban te slaan. {HSV]

Deuteronomium 17:3-5. … en als deze persoon andere goden gaat dienen en zich voor die neerbuigt, of voor de zon, de maan of heel het leger aan de hemel, wat ik niet geboden heb, en dat wordt u verteld en u hoort dat, dan moet u het goed onderzoeken. En zie, is het de waarheid, staat de zaak vast, is zo’n gruwelijke daad in Israël gedaan, dan moet u die man of die vrouw die deze wandaad verricht heeft, naar buiten brengen, naar uw poorten, die man of die vrouw, en u moet hen met stenen stenigen, zodat zij sterven. [HSV]

Deuteronomium 22:20. Maar als het wél waar is en de maagdelijkheid van het meisje niet kan worden aangetoond,

Wat kunnen we van deze teksten leren?
In ieder geval kunnen we leren dat in het onderlinge verkeer van mensen het belangrijk is om de waarheid te spreken. Als we dat doen kunnen we elkaar vertrouwen.

De waarheid is ook nodig als er in een samenleving recht moet worden gesproken. Waarheid hebben we nodig om dat eerlijk te doen.

Waarheid in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament komen de volgende woorden rond waarheid voor.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:

1
ἀλήθεια
alētheia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G225
SB…
Waarheid
Komt 110 keer voor in 99 verzen.
KJV: truth (107x), truly (with G1909) (1x), true (1x), verity (1x).
2ἀληθεύω alētheuōWerkwoordG226De waarheid spreken
Komt
KJV: tell the truth (1x), speak the truth (1x).
3ἀληθής alēthēsBijvoeglijk
naamwoord
G227Ware
Komt 25 keer voor in 25 verzen.
KJV: true (23x), truly (1x), truth (1x).
4ἀληθινός alēthinosBijvoeglijk
naamwoord
G228Ware
Komt 27 keer voor in 25 verzen.
KJV: true (27x).

In het Nederlands hebben we geen werkwoord met waarheid. De waarheid spreken komt er nog het meest dicht bij. In het Griekse deel van de Bijbel komt het werkwoord trouwens maar twee keer voor. Galaten 4:16 en Efeziërs 4:15. Beide teksten zijn hieronder geciteerd.

Er komen twee verschillende bijvoeglijk naamwoorden voor, zie regel 3 en 4.

Waarheden over God

Matteüs 22:15-16. Toen gingen de Farizeeën weg en beraadslaagden hoe zij Hem op Zijn woorden konden vangen. En zij stuurden hun discipelen naar Hem toe, met de Herodianen, en zeiden: Meester, wij weten dat U waarachtig bent en de weg van God in waarheid onderwijst en Zich door niemand laat beïnvloeden, want U ziet de persoon van de mensen niet aan. [HSV]
Opmerking: zelfde vraag in Marcus 12:14.

Lukas 20:21. En zij stelden Hem een vraag en zeiden: Meester, wij weten dat U juist spreekt en onderwijs geeft en niemand naar de ogen ziet, maar de weg van God naar waarheid onderwijst. [HSV]

Johannes 1:6-9. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Johannes 1:14. Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.

Johannes 7:28. Jezus dan riep in de tempel, terwijl Hij onderwijs gaf en zei: U kent Mij niet alleen, maar u weet ook waar Ik vandaan kom; en Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en Hem kent u niet. [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Johannes 8:26. Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen, maar Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, spreek Ik tot de wereld. [HSV]
Opmerking: ook hier vertaalt de NBV21 het bijvoeglijk naamwoord met betrouwbaar.

Johannes 8:44-46. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de waarheid. Kan een van u Mij van zonde beschuldigen? Als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft u Me dan niet?

Johannes 14:6. Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.

Johannes 14:17. … de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, want ze ziet Hem niet en kent Hem niet. Jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn.

Johannes 15:1. Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Johannes 17:1-3. Nadat Jezus dit gezegd had, sloeg Hij zijn ogen op naar de hemel en zei: ‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U aan Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Romeinen 3:4. Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar, zoals geschreven staat: Opdat U gerechtvaardigd wordt wanneer U rechtspreekt, en overwint wanneer U oordeelt. [HSV]

Waarheid, die ons mensen helpt

Lukas 16:11. Als u dan wat betreft de onrechtvaardige mammon niet trouw bent geweest, wie zal u het ware toevertrouwen? [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Johannes 15:26. Wanneer de pleitbezorger komt die Ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid, die van de Vader komt, zal die over Mij getuigen.

De waarheid ontvangen

Johannes 1:17. … de wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.

Johannes 3:21. Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met ‘wie oprecht handelt’.

Johannes 8:32. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’

Johannes 16:13. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar Hij zal zeggen wat Hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat.

Johannes 17:17. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid.
Johannes 17:19. Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.

1 Korintiërs 5:8. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.

1 Korintiërs 13:6. ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.

2 Korintiërs 11:10. Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is, die roem zal ik mij nergens in Achaje laten ontnemen.

Waarheid van God niet willen ontvangen

Romeinen 1:18. Vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.

Romeinen 1:25. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.

Romeinen 2:8. Maar wie handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft Hij met zijn toorn en woede.

Romeinen 2:20. … een opvoeder van onverstandigen, een leraar van onwetenden, omdat u in de wet de belichaming van de kennis en de waarheid hebt –

Aan de waarheid houden

<<staat deze tekst hier goed?>>
2 Korintiërs 6:7-8. … in het woord van de waarheid, in de kracht van God, door de wapens van de gerechtigheid aan de rechter- en aan de linkerzijde; door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht; als misleiders en toch waarachtigen;
Opmerking: de laatste waarheid is een bijvoeglijk naamwoord.

2 Korintiërs 13:8. Wij kunnen ons immers niet tegen de waarheid verzetten, we kunnen ons er slechts voor inzetten.

Galaten 2:5. Maar we zijn geen moment voor hen gezwicht, want de waarheid van het evangelie moest in uw belang behouden blijven.

Galaten 2:14. Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de waarheid van het Evangelie,

Galaten 3:1. O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was? [HSV]

Galaten 4:16. Ben ik dan nu ineens uw vijand geworden, omdat ik u de waarheid zeg?
Opmerking: hier is het werkwoord rond waarheid gebruikt.

Galaten 5:7. U was zo goed op weg, wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven volgen?

Efeziërs 4:15. Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus.
Opmerking: hier staat het werkwoord rond waarheid.

Woorden van waarheid spreken

Johannes 8:40. Maar nee, u wilt Mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die Hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan.

Johannes 18:37-38. Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat Ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat Ik zeg.’ Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’ Na deze woorden ging hij weer naar de Joden buiten. ‘Ik heb geen schuld in Hem gevonden,’ zei hij.

Handelingen 26:25. Maar hij zei: Ik ben niet buiten zinnen, zeer machtige Festus, maar ik spreek woorden van waarheid en van gezond verstand. [HSV]

Romeinen 9:1. Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg:

Romeinen 15:8-9. En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen te bevestigen, en opdat de heidenen God zouden verheerlijken vanwege de barmhartigheid, zoals geschreven staat: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen.
Opmerking: dat staat beschreven in Psalm 18:50.

2 Korintiërs 4:2. Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten.

2 Korintiërs 7:14. Ik had tegenover hem hoog van u opgegeven, en u hebt me niet teleurgesteld. Integendeel, zoals wij de waarheid spraken in alles wat we tegen u hebben gezegd, zo is ook waar gebleken wat wij tegen Titus zeiden toen we zo hoog van u opgaven.

2 Korintiërs 12:6. En zelfs al zou ik hoog van mezelf willen opgeven, dan nog zou ik geen dwaas zijn, want ik zou de waarheid spreken. Maar ik zie ervan af, want ik wil worden beoordeeld op grond van wat men van mij hoort en ziet,

Voorbeelden van waarheden.

Marcus 12:32. En de schriftgeleerde zei tegen Hem: Juist, Meester, U hebt naar waarheid gezegd dat God één is, en er is geen ander dan Hij. [HSV]

Lukas 4:24-26. Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u dat geen profeet welgevallig is in zijn vaderstad. Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land, en naar geen van hen werd Elia gezonden, maar wel naar Zarfath bij Sidon, naar een vrouw, een weduwe. [HSV]

Johannes 4:37. Want hierin is de spreuk waar: De één zaait, de ander oogst. [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Johannes 16:7. Maar dit is de waarheid: het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem naar jullie zenden.

Handelingen 10:34-35. En Petrus opende zijn mond en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig. [HSV]

Waarheid onder mensen

Marcus 5:33. De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar Hem toe en viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid.

Lukas 22:59. En ongeveer een uur later bevestigde een ander met stelligheid: Het is werkelijk waar, ook hij was bij Hem, want hij is ook een Galileeër. [HSV]

Johannes 4:17-18. ‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, ‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’
Opmerking: hier staat het bijvoeglijk naamwoord

Johannes 8:13-17. De Farizeeën dan zeiden tegen Hem: U getuigt van Uzelf, Uw getuigenis is niet waar. Jezus antwoordde en zei tegen hen: 
Hoewel Ik van Mijzelf getuig, is Mijn getuigenis waar, want Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik heen ga, maar u weet niet waar Ik vandaan kom en waar Ik heen ga. U oordeelt naar het vlees, Ik oordeel niemand. En als Ik al oordeel, Mijn oordeel is waar, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. En er staat ook in uw wet geschreven dat het getuigenis van twee mensen waar is. [HSV]
Opmerking: hier vier keer het bijvoeglijk naamwoord.

Johannes 10:40-42. Hij ging terug naar de overkant van de Jordaan, naar de plaats waar Johannes eerder gedoopt had. Daar bleef Hij. Veel mensen kwamen naar Hem toe; ze zeiden: ‘Johannes heeft weliswaar geen tekenen verricht, maar alles wat hij over deze man gezegd heeft is waar.’ En velen kwamen daar tot geloof in Hem.

Johannes 19:34-35. Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. [HSV]
Opmerking: twee maal het bijvoeglijk naamwoord, respectievelijk nummer 4 en 3.

Johannes 21:24. Dit is de discipel die van deze dingen getuigt en deze dingen beschreven heeft; en wij weten dat zijn getuigenis waar is. [HSV]

Handelingen 4:27. Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met inderdaad.

Het gaat in deze tekst om de vrijlating van Petrus uit de gevangenis.
Handelingen 12:9. En hij ging naar buiten en volgde hem, en hij wist niet dat het werkelijkheid was wat er door de engel plaatsvond, maar hij dacht dat hij een visioen zag. [HSV]
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord.

<<deze teksten nog indelen>>

Johannes 3:33. Wie Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft daarmee bezegeld dat God waarachtig is. [HSV]
Opmerking: het bijvoeglijk naamwoord, de ware God. NBV betrouwbaar.

Johannes 4:23-24. Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. [HSV]
Opmerking: het bijvoeglijk naamwoord is die van regel 4.

Johannes 5:31-33. Als Ik van Mijzelf getuig, is Mijn getuigenis niet waar.
Er is een Ander Die van Mij getuigt, en Ik weet dat het getuigenis dat Hij van Mij getuigt waar is. U hebt mensen naar Johannes gestuurd, en hij heeft van de waarheid getuigd. [HSV]
Opmerking: de eerste twee keer het bijvoeglijk naamwoord.

Johannes 6:32. Maar Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; Hij geeft u het ware brood uit de hemel.
Opmerking: bijvoeglijk naamwoord regel 4.

Johannes 7:18. Wie vanuit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar Wie de eer zoekt van Hem Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig en geen ongerechtigheid is in Hem.
Opmerking: de NBV21 vertaalt het bijvoeglijk naamwoord met betrouwbaar.

Romeinen 3:7. Want als de waarheid van God door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, waarom word ik dan toch nog als zondaar geoordeeld?
Opmerking: de NBV 21 zet betrouwbaarheid van God tegenover de onbetrouwbaarheid van de mens.

Leugen in het Oude Testament

Naast liegen komt ook bedriegen voor, oftewel naast leugen ook bedrog.

Een leugen is het vertellen van iets wat niet waar is. Bij bedrog gaat het om op basis van leugens of het achterhouden van informatie de ander een nadeel te bezorgen.

In het Hebreeuws komen wel vier soorten woorden voor, die je met leugen en bedrog kunt vertalen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen
1אַכְזָב
‘aḵzāḇ
Bijvoeglijk naamwoordH391Leugen.
Komt 2 keer voor in 2 verzen.
KJV: liar (1x), lie (1x).
כָּזַב
kāzaḇ
WerkwoordH3576Liegen
Komt 18 keer voor in 18 verzen.
KJV:lie (11x), liar (3x), vain (1x), fail (1x).
כָּזָב
kāzāḇ
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H3577Leugen
Komt 29 keer voor in 29 verzen.
KJV: lie (23x), lying (2x), leasing (2x), deceitful (1x), false (1x), liar (1x), lies (with H1697) (1x).
2כָּחַשׁ kāḥašWerkwoordH5584Onjuistheid spreken.
Komt 22 keer voor in 22 verzen.
KJV:lie (5x), submit (3x), deny (3x), fail (3x), denied (2x), belied (1x), deceive (1x), dissembled (1x), deal falsely (1x), liars (1x), submitted (1x).
כַּחַשׁ kaḥašZelfstandig
naamwoord
mannelijk
H5585Leugen
Komt zes keer voor in zes verzen.
KJV: lies (4x), lying (1x), leanness (1x).
כֶּחָשׁ keḥāšBijvoeglijk
naamwoord
H3586Komt eenmaal voor in Jesaja 30:9.
KJV: lying (1x).
3מִרְמָה mirmâZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H4820Bedrog
Komt 39 keer in 38 verzen voor.
KJV: : deceit (20x), deceitful (8x), deceitfully (3x), false (2x), guile (2x), feigned (1x), craft (1x), subtilty (1x), treachery (1x).
רָמָה rāmâWerkwoordH4711Bedriegen
Is wortel van ad. 7
Komt 13 keer in 13 verzen voor.
KJV: deceived (4x), beguiled (2x), thrown (2x), betray (1x), bowmen (with H7198) (1x), carrying (1x), deceived so (1x).
4שֶׁקֶר šeqer Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H8267Leugen
Komt 113 keer voor in 109 verzen.
KJV: lie (28x), lying (21x), false (20x), falsehood (13x), falsely (13x), vain (5x), wrongfully (4x), deceitful (2x), deceit (1x), liar (1x), miscellaneous (5x).
שָׁקַר šāqarWerkwoordH8266Liegen
is wortel van ad. 8
Komt zes keer voor in zes verzen.
KJV: lie (3x), deal falsely (2x), fail (1x).

Akzab, bijvoeglijk naamwoord liegende
Dit zijn de twee teksten waarin het woord akzab in voor komt.

Jeremia 15:18. Bent U nu echt voor mij als een onbetrouwbare beek,
water dat niet betrouwbaar is? [HSV]
Opmerking: het lijkt te duiden op een beek, die droogvalt. Op zo’n beek kun je geen vertrouwen stellen.

In Micha 1:14 lijkt het ook om een drooggevallen beek te gaan volgens de NBV21 vertaling.

Saqar, het werkwoord liegen.
Dit zijn alle teksten waarin het woord saqar voorkomt.

Hier vraagt de koning Abimelech aan Abraham om niet meer tegen hem te liegen. Abraham had niet pertinent gelogen maar wel belangrijke feiten onthouden.
Genesis 21:22-24. Op een dag kwam Abimelech bij Abraham, samen met zijn legeraanvoerder Pichol. ‘God blijkt u terzijde te staan bij alles wat u onderneemt,’ zei hij. ‘Zweer mij daarom bij God, hier op deze plaats, dat u mij, mijn kinderen en kindskinderen nooit zult bedriegen, maar dat u mij en het land waar u als vreemdeling verblijft, evenveel loyaliteit zult tonen als u van mij hebt ondervonden.’ ‘Dat zweer ik,’ zei Abraham.

In deze tekst worden drie verschillende woorden gebruikt, die je met liegen kunt vertalen.
Leviticus 19:11-12. Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.

Hier een tekst over dat ‘God’ niet liegt.
1 Samuel 15:29. En u weet dat de Glorie van Israël nooit zijn woord breekt en nimmer op zijn besluiten terugkomt. Hij is immers geen mens, dat Hij op zijn besluiten terug zou komen.’

Opmerking: Je kunt in plaats van de Glorie van Israël ook vertalen met de onveranderlijke van Israël, want er zit ook een tijdselement in het woord.

In deze Psalm worden tegenvallende gebeurtenissen opgesomd, maar toch heeft het volk het verbond niet gebroken.
Psalm 44:18. Dit is ons overkomen, maar wij zijn U niet vergeten,
uw verbond verloochenden wij niet.

Dit is wat God aan David beloofd.
Psalm 89:34-36. Maar mijn liefde zal Ik hem niet afnemen, mijn trouw aan hem niet breken.

Dit is een soort pleidooi van de profeet Jesaja.
Jesaja 63:8. Want Hij zei: Zij zijn immers Mijn volk, kinderen die niet zullen liegen! Zo werd Hij hun tot een Heiland. [HSV]

Opmerking: Het eerste en laatste stuk in deze zin zijn citaten uit Exodus 34 en Psalm 110, de tekst over niet liegen is de enigen in Jesaja.

Leugen in het Nieuwe Testament

De woorden liegen, leugen en leugenaars komen dertig keer voor in het Nieuwe Testament.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1ψεύδομαι pseudomaiWerkwoordG5574
SB4886
Liegen, bedriegen
Komt 10 keer voor in 10 verzen.
KJV: lie (11x), falsely (1x).
ψευδής pseudēsBijvoeglijk
naamwoord
G5571
SB4883
Liegende, bedriegende
Komt 3 keer voor
KJV: liar (2x), false (1x).
2ψευδομαρτυρέω pseudomartyreōWerkwoordG5576
SB4888
Vals getuigen
Komt 6 keer voor
KJV: bear false witness (6x).
3ψεῦδος pseudosZelfstandig
naamwoord
onzijdig
G5579
SB4891
Leugen
Komt 9 keer voor in 9 verzen.
KJV: lie (7x), lying (2x).
ψεῦσμα pseusmaZelfstandig
naamwoord
onzijdig
G5582
SB4894
Leugen, bedrog
Komt eenmaal voor.
KJV: lie (1x).
4ψεύστης pseustēsZelfstandig
naamwoord
mannelijk
G5583
SB4895
Leugenaar, bedrieger
Komt 10 keer voor in 10 verzen.
KJV: liar (10x).

Naast deze woorden komen er ook woorden voor als valse broeders, valse apostelen, dwaalleraren, leugensprekers, valse profeten, valse Christus en valse kennis.

Hieronder alle teksten waarin bovenstaande woorden voorkomen.

Dit is één van de zaligsprekingen.
Matteüs 5:11. Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. [HSV]
Opmerking:

Matteüs 15:19.
Opmerking: hier ook vals getuigenis SB4889.

Als je op de weg van de leugen gaat, dan kun je op gegeven moment de waarheid niet meer horen en zien. Dat gebeurde hier als Jezus met de Joodse leiders spreekt.
Johannes 8:43-47. Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar mij gelooft u niet, want ik spreek de waarheid. Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet? Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.’

Matteüs 19:18. ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af,
Opmerking 1: dit is een woord uit de rechtspraak.
Opmerking 2: zelfde tekst in Marcus 10:19, Lucas 18:20, Romeinen 13:9.

Marcus 14:55-57. En de overpriesters en heel de Raad zochten een getuigenverklaring tegen Jezus om Hem te kunnen doden, maar vonden die niet. Want velen legden een vals getuigenis tegen Hem af, maar de getuigenissen waren niet eensluidend. Toen stonden er enigen op en legden een vals getuigenis tegen Hem af en zeiden … [HSV]
Opmerking: Matteüs 26: 59 spreekt over vals getuigenis SB4889 en Matteüs 26:60 en 61 spreekt over valse getuigen SB4887.

Dit is een tekst uit de geschiedenis van Ananias en Saffira.
Handelingen 5:3-4. En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
Opmerking:

Handelingen 6:13-14. En zij lieten valse getuigen optreden, die zeiden: Deze man houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en tegen de wet, want wij hebben hem horen zeggen dat die Jezus de Nazarener deze plaats zal afbreken en de gebruiken zal veranderen die Mozes ons overgeleverd heeft.
Opmerking: dat was een leugen over Jezus, maar later ging de kerk wel die weg.

Romeinen 9:1. Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt mee door de Heilige Geest,

Romeinen 1:25. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
Opmerking: dat je beelden van goden moet vereren is een leugen.

Het gaat in deze tekst over Joodse mensen.
Romeinen 3:4. Want wat is het geval? Als sommigen ontrouw zijn geweest, zal hun ontrouw de trouw van God toch niet tenietdoen? Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar, zoals geschreven staat: Opdat U gerechtvaardigd wordt wanneer U rechtspreekt, en overwint wanneer U oordeelt. Als nu onze ongerechtigheid de gerechtigheid van God bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? Ik spreek op menselijke wijze. Volstrekt niet! Hoe zal God anders de wereld oordelen? Want als de waarheid van God door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, waarom word ik dan toch nog als zondaar geoordeeld?
Opmerking:

Romeinen 9:1. Omdat ik één ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg:

1 Korintiërs 15:14-15. En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden.
Opmerking: hier valse getuigen SB4887.

2 Korintiërs 11:31. De God en Vader van de Heer Jezus, de God die moet worden geprezen tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg.

Galaten 1:20. Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg. [HSV]

Efeziërs 4:25. Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen.

Kolossenzen 3:9-10. Bedrieg elkaar niet langer, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt.

2 Tessalonicenzen 2:8-11. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven,
opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid. [HSV]
Opmerking: de satan met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen

1 Timoteüs 1:10. … ontuchtplegers, mannen die andere mannen misbruiken, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer,

1 Timoteüs 2:7. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidense volken, om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.

Titus 1:12. Het was ook een Kretenzer, hun eigen profeet zelfs, die zei: ‘Kretenzers liegen altijd, het zijn gemene beesten, vadsige vreters.’
Opmerking: er staat leugenaar.

Hebreeën 6:18. Zo heeft Hij ons met twee onherroepelijke daden krachtig moed willen inspreken – en dat God liegt is uitgesloten. Het is onze toevlucht vast te houden aan de hoop op wat voor ons in het verschiet ligt.
Opmerking: de ene daad is dat God zijn belofte Abraham te zegenen dat ook heeft gedaan en de andere <<>>

Jakobus 3:14-16. Wanneer u echter bittere afgunst en eigenbelang in uw hart hebt, beroem u dan niet en lieg niet tegen de waarheid. Dat is niet de wijsheid die van boven komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels. Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken. [HSV]

1 Johannes 1:6. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.

1 Johannes 1:10. Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons.
1 Johannes 2:4. Wie zegt: ‘Ik ken Hem,’ maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem.

1 Johannes 2:21-22. Ik schrijf u niet omdat u de waarheid niet zou kennen, maar juist omdat u die kent en omdat uit de waarheid nooit een leugen voortkomt. Bestaat er een grotere leugenaar dan iemand die ontkent dat Jezus de christus is? Wie de Vader en de Zoon niet erkent, is de antichrist.
Opmerking: er komt uit de waarheid nooit een leugen voor.

1 Johannes 2:27. En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven. [HSV]
Opmerking:

1 Johannes 4:20. Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.

Deze tekst komt uit de brief aan de gemeente van Efeze.
Openbaringen 2:2. Ik weet wat u doet, hoe u zich inzet en standhoudt, en dat u boosdoeners niet verdraagt. Zo hebt u mensen die beweren dat ze apostelen zijn, op de proef gesteld en als leugenaars ontmaskerd.
Opmerking: het gaat om liegende mensen, bijvoeglijk naamwoord.

Uit de brief aan de gemeente van Philadelphia.
Openbaringen 3:9. Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb. [HSV]

1 Johannes 5:10. Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt Hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.

Openbaring 14:5. Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken.

Openbaring 21:8. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’
Opmerking: hier staat het bijvoeglijk naamwoord liegende.

Openbaringen 21:27. Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het boek van het leven staan, het boek van het lam.
Opmerking:

Openbaring 22:15. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt.

Andere bronnen

Overwegingen

Samenvatting

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.