Leerprogramma voor kinderen

<<is nog in bewerking>>

Voor kinderen denk je n de eerste plaats aan opvoeding. Dat is wat kinderen als eerste nodig hebben. Hulp om een stabiel, evenwichtig en naar Gods beeld gevormd mens te worden.

Aan welke onderwerpen zou je aandacht moeten besteden? Daar gaat het in deze les over.

Je bent bedoeld en geliefd

Dit is een heel belangrijke stap om een kind te leren: je bent bedoeld en geliefd.

Dat doe je als ouder door aandacht, het kind zien, het kind begrijpen, met het kind meeleven. Lieve dingen tegen het kind te zeggen. Als het je eigen kinderen zijn, je kind aanraken. En nog één: kadootjes geven.

Als een kind zich bedoeld en geliefd weet kan het pas goed gaan leren. Anders gaat het niet lekken.

De mens.

Misschien voel je je als kind onwetend en incompleet, maar lieve kinderen dat zijn we allemaal. Alleen jullie wellicht meer dan wij volwassenen.

Het is goed om te beseffen dat alle mensen kwetsbaar zijn. Soms kunnen we als mensen slim zijn maar soms ook heel dom. Soms kunnen we mooie dingen doen maar soms ook hele slechte.

Een mens is wel ergens voor gemaakt. Namelijk om een mooie wereld te bouwen. Een samenleving met liefde en respect.

Wonderen

Veel volwassenen denken dat er alleen een zichtbare wereld is. Onbegrijpelijk hè kinderen. Voor jullie is duidelijk dat er meer is.

Er is ook meer mogelijk. De dokter kan een spuitje geven. Mamma kan pillen slikken. Maar als je voor genezing van pappa bid kan hij ineens zijn genezen.

De geestelijke wereld.

Onze kinderen komen direct al in aanraking met de geestelijke wereld via de televisie. Het is belangrijk dat we ze leren waar ze afstand van moeten houden en welk contact ons de goede dingen geeft die we nodig hebben in ons leven.

Belangrijk dat kinderen weten dat er een hele wereld is die je niet kunt zien. Je hebt allerlei soorten geestelijke wezens. Sommigen horen bij het rijk van de duisternis. Het is niet gezond om je met hen bezig te houden. Het wel goed om tot God te praten en naar God te luisteren. We noemen dat bidden.

Jezus

We kunnen niet vroeg genoeg beginnen over de man, die de hele mensheid uit de narigheid heeft gered. Dat is Jezus. We kunnen vertellen wie hij is. Wat hij meemaakte in zijn leven. De verhalen die hij vertelde. Wat hij belangrijk vond. Hoe hij met de mensen omging. Het kan beginnen met een plaatje van Jezus te laten zien: ‘Kijk deze man leefde vroeger’. En via het verhaal over zijn dood en opstanding kunnen we zeggen dat Jezus ook nu nog leeft.

Jezus leefde in Israël. Ze noemden hem toen Jeshoea of Jehoshoea. Zijn naam betekent: God is heil. God maakt weer heel wat kapot is en hij geeft ons overvloed. Jezus gaf ons allerlei goed raad. Zo zei hij dat je elkaar niet moest haten maar moest liefhebben. Veel mensen doen wat hij zei. Daarom houden pappa en mamma ook van jou. Het aparte is dat Jezus ons wil geven wat zijn naam aangeeft.

De Bijbel.

De belangrijkste dingen over het leven hebben pappa en mamma geleerd uit een dik boek en dat is de Bijbel. Dat boek kunnen we je laten zien. Als je meer over Jezus wil weten kun je dat in dat boek lezen. Er staan nog veel meer verhalen in. Het gaat over wat allerlei mensen vroeger  met God hebben meegemaakt. Daar kunnen wij van leren. En verder staan er allerlei wijze raad in voor onz leven. Wat wij je willen leren komt voor het grootste deel uit de bijbel

Gehoorzamen.

Het belangrijkste wat een mens moet leren is gehoorzamen. Pappa en mamma hebben daar ook veel moeite voor moeten doen. Bij hen gaat het ook nog wel eens mis. Waarom gehoorzamen? Omdat je dan de mooie dingen in het leven kunt ontvangen. Wie moeten we gehoorzamen? Nou in de eerste plaats God natuurlijk. Maar ook de mensen die in je leven jou moeten leiden. Je vader en je moeder. Later ook de juf en de meester. Of bij pappa en mamma ook de baas op hun werk.

Wat doe je als je een fout maakt? Nou, dat toegeven, dat ook zeggen en het niet meer proberen te doen.

Gezin en gemeente.

Goed om als kind te beseffen dat we niet alleen zijn, maar samen. Zoals God het heeft bedacht zijn we samen met pappa en mamma. Misschien nog met broertjes en zusjes, opa’s en oma’s, tantes en ooms. Maar ook met andere mensen. De mensen die God ook willen gehoorzamen horen bij de gemeente van God. Samen willen we leren en leven met elkaar. Elkaar helpen en corrigeren.

Wie ben jij.

Goed als een kind zichzelf leert kennen met al zijn verschillende kanten. Er is maar één iemand zoals jij. Goed om aandacht te besteden aan de specifieke kanten van het kind. De mooie en minder mooie kanten. Hoe dan ook je bent door God bedacht. En daarom goed. Je bent door je ouders verwekt. Als je wilt kun je een kind van God zijn. Goed om te weten: je hebt een lichaam, je hebt gevoelens (boos zijn, huilen, lachen, teleurgesteld zijn enzovoorts). Je kunt denken en je kunt kiezen.

Wat word je later.

Het lijkt me goed dat kinderen al jong weten dat ze er voor een doel zijn, een opdracht in het leven hebben. Niet alleen later ook pappa of mamma worden. En geld verdienen om te kunnen kopen wat er allemaal nodig is. Maar je kunt ook jouw plek in de samenleving innemen.

Toen God alles maakte heeft hij ons mensen ook een opdracht gegeven. We moesten samen met God en samen met andere mensen zorgen voor mooie dingen op deze wereld. Dat is ook nu nog. Niet alleen dingen maken maar ook weer mooi maken wat kapot is gegaan. Zoals als iemand ziek is gaan we helpen om hem of haar weer beter te maken. Heeft iemand domme dingen gedaan, dan gaan we die persoon helpen om beter te leven.

De Heilige Geest.

Onze kinderen kunnen later alleen hun doel in de samenleving halen als ze dat doen samen met de Heilige Geest. De Heilige Geest zorgt ervoor dat ineens bedenken wat we kunnen spelen. Of dat we iets moeilijks op school begrijpen. Maar ook als je iemand wil helpen kan de Heilige Geest jou weer helpen om anderen te helpen.

De heilige Geest helpt je ook om dicht bij God te komen en te zijn. Je kunt merken dat God aanwezig is. Je kunt God ook een vraag stellen en de Heilige Geest helpt je om het antwoord te horen. Je kunt ook in een hemelse taal spreken. Je kunt ook mooie dromen krijgen.

De natuur

God heeft van alles bedacht en ontworpen wat jij ziet. Dieren, bomen, plantjes, maar ook bergen, meren en zeeën. Goed om te leren zien hoe knap dat allemaal bedacht is en hoe mooi het er uit ziet. We kunnen natuurlijk ook zelf dingen maken. Denk aan een tekening. Hoe mooi is dat niet. Of muziek. Wat is mooi en wat is niet mooi.

De toekomst.

Er is al heel veel gebeurd vroeger. Mensen zijn al heel lang op aarde. Maar hoe zal het verder gaan? Als jij groter en ouder wordt. Net zo oud als pappa en mamma. Blijft alles zoals het nu is? Nee, dingen veranderen. Maar wat verandert er dan? Nou we weten veel niet, maar ook een paar dingen wel.

Zo weten we dat Jezus eenmaal terugkomt op de wolken. Dan neemt Jezus de leiding over op aarde. Degene, die een oorlog zijn begonnen worden hun wapens en hun positie afgenomen. Degenen, die andere onderdrukken gaan naar de gevangenis.

Wat mensen is afgenomen, ontvangen ze terug.

Overwegingen

Hoe noemen we God is nog een punt. De Here God? God de Vader? God? In Israël was er destijds dit probleem niet. Adonai, Elohim of JHWH.

Bij Jezus lijkt me goed dat we erbij vertellen dat hij Jeshoea heet, maar dat we hem in Nederland Jezus noemen. De namen van God zijn cruciaal, we zingen  soms over de naam. Daarom niet onbelangrijk om erover na te denken.

Hoe nu verder.

Als we over dit lijstjes eens zijn, kan ik een voorstel doen voor de leerdoelstellingen.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.