Studie Kruisiging

Jezus kreeg van de Romeinen op aangeven van Joodse leiders en Joodse individuen de doodstraf als veroordeling voor godslastering.

De doodstraf werd voltrokken door een kruisiging. Een kruisiging was een doodstraf, die door de Romeinen was bedacht. Het was een uiterst wrede dood. Het stond toen ook symbool voor een vreselijk lot en een vreselijke schande.

Bij de Joden was een mogelijke doodstraf een ophanging aan een boom of een houten paal. De wijze waarop Jezus werd gedood aan een houten paal met dwarsbalk kwam overeen hoe dat volgens de Joodse wetten moest gebeuren.

In een volgende versie van deze studie zal aandacht komen voor twee onderwerpen van het Oude Testament. Dat zullen zijn het lam dat eenmaal per jaar tijdens Pesach werd geslacht als beeld voor de dood van Jezus. En het verhaal van de koperen slang, een beeld voor Jezus die omhoog aan een houten paal of kruis hing.

De geciteerde teksten komen uit de NBV vertaling tenzij anders is aangegeven.

Studievragen

Hoe kwam het dat Jezus, die zoveel goeds voor mensen had gedaan, de doodstraf kreeg?

Waarom deed Jezus geen pogingen om de deze straf en de uitvoering van deze straf te ontlopen, maar gewoon de weg ging, die Hij gaan moest?

Betekende de uitvoering van de doodstraf het einde van het gedachtengoed van Jezus en ook het einde van de wonderen als gevolg van dat gedachtengoed?

Wat vraagt de dood van Jezus aan het kruis aan zijn volgelingen? En wat betekent het als ze op die vraag in woorden en daden een positief antwoord geven?

Oude Testament

In oude tijden was bij de volken ophanging aan een boom of een paal een gebruikelijke methode om de doodstraf te voltrekken.

Bij het oude Joodse volk waren er volgens de Torah drie mogelijkheden voor een doodstraf: ophanging aan een paal, steniging of iemand in een ravijn werpen. De kruisiging van Jezus eeuwen jaren later, was de ophanging aan een paal.

Hier de woorden, die in het Oude Testament voor ophangen aan een paal worden gebruikt.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1עֵץ
ʿēṣ
Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H6086Boom, hout, paal.
Komt 330 keer voor in 288 verzen.
KJV: tree (162x), wood (107x), timber (23x), stick (14x), gallows (8x), staff (4x), stock (4x), carpenter (with H2796) (2x), branches (1x), helve (1x), planks (1x), stalks (1x).
2תָּלָה tālâWerkwoordH8518Hangen
Komt 29 keer voor in 27 verzen.
KJV: hang (25x), hang up (2x), variant (1x).

De combinatie van het woord voor boom, paal of hout én het werkwoord hangen komt in dertien verzen voor. Zou er een overeenkomst zijn of een diepere gedachte, waardoor we de doodstraf van Jezus beter kunnen begrijpen?

Hieronder staan alle dertien verzen.

Dit was een oordeel over een medegevangene van Jozef.
Genesis 40:19. Over drie dagen zal de farao u een hoge plaats geven – hij zal u laten onthoofden en u aan een paal laten hangen, en dan zullen de vogels het vlees van uw botten pikken.’
Opmerking: deze manier van doden was er dus al bij de Egyptenaren.

Deuteronomium 21:22-23. Als iemand een misdrijf heeft gepleegd waarop de doodstraf staat, en u hangt hem na voltrekking van het vonnis op aan een paal, dan moet u zijn lijk voor het einde van de dag begraven en het daar niet ’s nachts nog laten hangen; anders maakt u het land dat de HEER , uw God, u als grondgebied geeft onrein. Want op een gehangene rust Gods vloek.

Opmerking 1: er zijn twee woorden in het Hebreeuws, die hier met doodstraf zijn vertaald. Het zijn de woorden dood en recht Strong H4194 en H4941. Bij een bepaalde zonde is het recht de dood.
Opmerking 2: dat een lijk ’s nachts niet mag blijven hangen, dat komt in het verhaal bij Jezus terug.
Opmerking 3: wat had Jezus gedaan waardoor Hij de doodstraf moest ondergaan?

Jozua 8:29. De koning van Ai hing hij op aan een boom en hij liet hem hangen tot de avond. Pas bij zonsondergang gaf Jozua bevel zijn lijk van de boom te halen en het in de stadspoort neer te gooien. Daar bedolven ze het onder een grote hoop stenen, en die is er tot op de dag van vandaag.
Opmerking: ook Jozua hield blijkbaar rekening met de vloek, die anders over het land zou komen,

Jozua 10:24-26. Jozua liet alle manschappen aantreden en riep de aanvoerders naar voren, de mannen die hem in de strijd terzijde hadden gestaan. ‘Zet jullie voet op de nek van die koningen,’ beval hij hun. Nadat ze dit hadden gedaan, zei hij: ‘Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen, blijf vastberaden en standvastig. De HEER zal met alle vijanden die jullie nog moeten bevechten hetzelfde doen als met deze koningen.’ En met die woorden sloeg Jozua de vijf koningen dood, waarna hij hen aan vijf bomen liet ophangen. Daar hingen ze tot de avond.
Opmerking: ook hier tot de avond vanwege de vloek.

In het boek Esther is het ‘ophangen aan een paal’ één van de thema’s. De uitdrukking komt acht keer voor.

Esther 2:23. De zaak werd onderzocht en de beschuldiging bleek gegrond. De beide mannen werden aan een paal gehangen.

Esther 6:4. Daarop vroeg de koning: ‘Is er iemand in de hof?’ Nu was Haman zojuist in de buitenhof van het paleis gekomen om de koning te zeggen dat hij Mordechai aan de paal moest hangen die Haman voor hem had laten klaarzetten.

Esther 5:14. Zijn vrouw Zeres en al zijn vrienden zeiden toen tegen hem: ‘Laat een paal neerzetten van vijftig el hoog en zeg morgenochtend tegen de koning dat Mordechai daaraan moet worden gehangen. Dan kun je daarna vrolijk met de koning aan tafel gaan.’ Dat voorstel beviel Haman, en hij liet de paal klaarzetten.

Esther 6:4. Daarop vroeg de koning: ‘Is er iemand in de hof?’ Nu was Haman zojuist in de buitenhof van het paleis gekomen om de koning te zeggen dat hij Mordechai aan de paal moest hangen die Haman voor hem had laten klaarzetten.

Esther 7:9-10. Charbona, een van de eunuchen die de koning dienden, zei: ‘Staat er bij Hamans eigen huis niet al een paal van vijftig el hoog, die Haman heeft neergezet voor Mordechai, dezelfde Mordechai die de koning ooit zo’n grote dienst heeft bewezen?’ ‘Hang hem daaraan,’ zei de koning. Zo werd Haman aan de paal gehangen die hij had laten klaarzetten voor Mordechai. Toen bedaarde de woede van de koning.

Esther 8:7. Koning Ahasveros zei tegen koningin Ester en tegen de Jood Mordechai: ‘Hamans bezittingen heb ik al aan Ester gegeven en hijzelf is aan de paal gehangen omdat hij de Joden om het leven wilde brengen.

Esther 9:13. Ester antwoordde: ‘Als het de koning goeddunkt, laat hij de Joden in Susa dan toestemming geven om ook morgen te handelen volgens de wet die voor vandaag geldt. En laat de lijken van Hamans tien zonen aan een paal gehangen worden.’

Esther 9:25. Maar nadat Ester zich tot de koning had gewend, gaf deze niet alleen toestemming om een brief te schrijven, maar besloot hij ook dat het onheil dat Haman met zijn verderfelijke plan tegen de Joden had beraamd, op diens eigen hoofd zou neerkomen. Hij en zijn zonen werden aan de paal gehangen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Omdat het Hebreeuws maar één woord heeft voor een boom en een houten paal is het niet altijd duidelijk welk middel werd toegepast. In het boek Esther gaat het duidelijk om een houten paal, zie Esther 5:14 en 7:9-10, en nog wel een paal van zo’n dertig meter hoog.

In het boek Esther werden mensen, die kwaad in de zin hadden aan een paal gehangen en werd juist het aan een paal hangen van de rechtvaardige Mordechai voorkomen. Dat wordt driemaal genoemd. Eenmaal gaat het om mensen, die eerder een aanslag beraamden. Twee keer dat Haman aan een paal wordt gehangen, eenmaal zijn tien zonen en eenmaal Haman en zijn zonen.

In het Nieuwe Testament kunnen we lezen dat Jezus de rechtvaardige in tegenstelling tot Mordechai de rechtvaardige aan een paal wordt gehangen. Maar echter gebeurde, is, dat God ingreep en Jezus weer opstond. Niet alleen werd de straf ongedaan gemaakt, maar ook mocht Hij zitten aan de rechterhand van God.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament komt als doodstraf de kruisiging voor, de dood aan het kruis. En ook in het Nieuwe Testament komt er een Grieks woord voor boom voor en hangen. Dit zijn de gegevens over die woorden.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1σταυρός
stauros
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G4716
SB4100
Paal, kruis
Komt 28 keer voor in 28 verzen.
KJV: cross (28x).
2σταυρόω
stauroō
WerkwoordG4717
SB4101
Met palen omheinen, kruisigen
Komt 46 keer voor in 42 verzen.
KJV: crucify (46x).
3συσταυρόω
systauroō
WerkwoordG4957
SB4333
Kruisigen met
Komt in 5 keer voor in 5 verzen
KJV: crucify with (5x).
4ξύλον
xylon
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G3586
SB3070
Boom
Komt 19 keer voor in 17 verzen.
KJV: tree (10x), staff (5x), wood (3x), stocks (1x).
5κρεμάννυμι
kremannymi
WerkwoordG2910
SB2597
Hangen
Komt 7 keer voor in 7 verzen.
KJV: hang (7x).

Het Griekse zelfstandig naamwoord regel 1 betekent ook paal en ook kruis. Het werkwoord in regel 2 betekent met palen omheinen en werd ook gebruikt als woord voor kruisigen. In deze laatste betekenis komt het in het Nieuwe Testament voor. Alle teksten met deze woorden zijn onderstaand geciteerd.

De uitdrukking hangen aan een paal, xylon, komt drie keer voor nl. in Handelingen 5:30 en 10:39 en Galaten 3:13. Eenmaal staat er niet het werkwoord kruisigen, maar het werkwoord hangen nl. in Lucas 23:39. En verder komt het werkwoord hangen drie keer voor in een andere betekenis, die teksten zijn niet opgenomen.

Verder komt nog twee keer het Griekse woord voor hout of paal voor zonder het werkwoord hangen maar waarbij het toch gaat om de kruisiging namelijk Handelingen 13:29 en in 1 Petrus 2:24. De overige teksten waarin het woord xylon voorkomt zijn hieronder niet geciteerd.

De teksten, waarin de woorden in de tabel zijn opgenomen kun je opdelen in vier onderwerpen:
1. Woorden over het kruis in het onderwijs van Jezus, je kruis opnemen.
2. De woorden van Jezus vooraf aan zijn kruisdood.
3. Beschrijving van de kruisiging van Jezus met de diverse onderdelen.
4. De theologie van het kruis en de kruisiging in de brieven van het Nieuwe Testament.

Je kruis opnemen.

Hier zijn de zes teksten waarbij het gaat om ‘je kruis op te nemen’ en één tekst met een beeld dat in het Oude Testament voorkomt.

Jezus zegt dit bij de uitzending van de twaalf discipelen.
Matteüs 10:38. Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard.

Matteüs 16:24. Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.

Marcus 8:34. Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.

Dit zegt Jezus tegen de rijke jongeling.
Marcus 10:21. En Jezus keek hem aan en had hem lief, en Hij zei tegen hem: Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat u hebt en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan, neem het kruis op en volg Mij.
Opmerking: Jezus had voor die jonge man een speciale bediening op het oog. Helaas ging deze jonge man er niet op in.

Lucas 9:23. Tegen allen zei Hij: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.

Lucas 14:27. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij aan komt, kan niet mijn leerling zijn.

Opmerking: gebruikte Jezus de uitdrukking van het kruis al voor zijn kruisiging? Of had Jezus destijds als iets in deze zin gezegd en is door de schrijvers van deze evangeliën deze toepasselijke uitdrukking ingevoegd.

En dan nog een tekst waar niet het woord kruis valt, maar waar het wel gaat om wat met Jezus gebeurde.
Johannes 3:14-16. De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Opmerking: een apart beeld, Jezus als een slang. Verwijzend naar een geschiedenis van het volk van God in de woestijn. Zie Numeri 21:4-9. Degenen, die naar de slang keken genazen. In tegenstelling tot Genesis 3, de slang in het paradijs was deze slang voor genezing.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als je een leerling van Jezus wil zijn, dan je jezelf verloochenen en dagelijks je kruis op je nemen en Hem volgen. Matteüs 16:24, Marcus 8:34, Lucas 9:23. Als je dat niet doet, dan ben je niet zijn discipel. Lucas 14:27.

Je kunt pas een relatie met Jezus hebben als je je kruis op je neemt en Hem volgt. Matteüs 10:38.

Wat ben je als je dat niet doet? Dat weet ik ook niet. De mensen, die niet achter Jezus aan gingen waren dan wel lid van het uitverkoren Joodse volk. Zo kunnen we wel tot een kerkelijke gemeenschap horen, die veel woorden van God respecteren.

Bijzonder dat een beeld uit het Oude Testament nieuw licht werpen op de dood van Jezus. Johannes 3:14. Destijds werd ieder die naar Jezus keek genezen. Numeri 21:4-9. Nu staat er dat je eeuwig leven ontvangt. Johannes 3:15-16.

Aankondiging van de kruisdood

Op diverse momenten weten we van een andere studie dat Jezus zijn dood aankondigt. Tweemaal zegt Hij er bij dat het een kruisdood zal zijn. Hier beide momenten.

Matteüs 20:17-19. Onderweg naar Jeruzalem nam Jezus de twaalf leerlingen apart. Hij zei tegen hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die Hem ter dood zullen veroordelen. Ze zullen hem uitleveren aan de heidenen, die de spot met hem zullen drijven en hem zullen geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal hij worden opgewekt uit de dood.’
Opmerking: let op de nadruk Jezus was/is de zoon van de mensen.

Matteüs 26:2. Toen Jezus deze laatste rede had uitgesproken, zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon uitgeleverd om gekruisigd te worden.’
Opmerking: Jezus moest het paaslam worden, Ook een beeld uit het Oude Testament.

Tussen deze momenten door profeteert Jezus dat hij diverse mensen naar de schriftgeleerden en farizeeën zal sturen, maar dat ze hen zullen kruisigen.

Matteüs 23:34. Dat is de reden waarom ik profeten en wijzen en schriftgeleerden naar jullie zal sturen. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen.

Opmerking 1: dit gebeurde ook in de geschiedenis.
Opmerking 2: let op de zorg van Jezus voor hen. Hij stuurt zowel profeten als wijzen als zelfs mensen van hun eigen groep, schriftgeleerden. En we weten uit de geschiedenis dat er ook onder hen waren, die tot geloof in Jezus kwamen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Een doorgaande openbaring aan Jezus over zijn dood. En de zorg voor Jezus voor zijn leerlingen om hen voor te bereiden. Ook op de inhoudelijke betekenis.

De zorg van Jezus voor schriftgeleerden en farizeeën om hen tot geloof te brengen.

De kruisiging van Jezus

Veel teksten gaan over de kruisiging van Jezus. Om overzicht te krijgen heb ik ze gesorteerd naar fase in het proces van de kruisiging.

De rechtsgang voor Jezus
Matteüs 27:22-23. Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met Hem!’ Hij vroeg: ‘Wat heeft Hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met Hem!’
Opmerking: hier gaat het tot twee keer toe om het werkwoord kruisigen.

Matteüs 27:26. Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.

Marcus 15:13-15. En ze begonnen weer te schreeuwen. ‘Kruisig hem!’ riepen ze. Pilatus vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden nog harder: ‘Kruisig hem!’ Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.

Lucas 23:21-23. Maar ze schreeuwden het uit: ‘Kruisig hem, kruisig hem!’ Voor de derde maal zei hij tegen hen: ‘Wat voor kwaad heeft die man dan gedaan? Ik heb niets gevonden waarvoor hij de doodstraf verdient. Dus zal ik hem vrijlaten, nadat ik hem heb laten geselen.’ Maar ze bleven luidkeels eisen dat hij gekruisigd zou worden, en met hun geschreeuw wonnen ze het pleit.

Johannes 19:6. Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars hem zagen begonnen ze te schreeuwen: ‘Kruisig hem, kruisig hem!’ Toen zei Pilatus: ‘Neem hem dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie niet waaraan hij schuldig is.’

Johannes 19:10. ‘Waarom zegt u niets tegen mij?’ vroeg Pilatus. ‘Weet u dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te kruisigen?’

Johannes 19:15-16. Meteen schreeuwden ze: ‘Weg met Hem, weg met Hem, aan het kruis met Hem!’ Pilatus vroeg: ‘Moet ik uw koning kruisigen?’ Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer!’ Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten kruisigen. Zij voerden Jezus weg.
Opmerking: hier staat het werkwoord kruisigen.

De mishandeling van Jezus
Matteüs 27:31. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen.

Marcus 15:20. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem het purperen gewaad uit en deden hem zijn kleren weer aan. Toen brachten ze hem naar buiten om hem te kruisigen.

Op weg naar de kruisplaats, Simon van Cyrene
Johannes 19:17. Hij droeg zelf het kruis naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws Golgota.

Matteüs 27:32. Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Marcus 15:21. Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen.
Lucas 23:26. Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam. Ze legden het kruis op zijn rug en lieten hem het achter Jezus aan dragen.

De kruisiging, de misdadigers en het bordje.
Lukas 23:33. Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links.

Johannes 19:18-19. Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden. Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op: ‘Jezus van Nazaret, koning van de Joden’.

Matteüs 27:35-36. Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links.

Marcus 15:24-25.Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het derde uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden.

Marcus 15:26-27. Het opschrift met de aanklacht tegen hem luidde: ‘De koning van de Joden’. Samen met hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links.

Johannes 19:20. Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel Joden gelezen.

Johannes 19:23. Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden.

Woorden bij het kruis
Matteüs 27:40. ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als Je de Zoon van God bent, red jezelf dan en kom van dat kruis af!’
Matteüs 27:42. ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israël? Laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven.

Marcus 15:30. … red jezelf toch door van het kruis af te komen.’
Marcus 15:32. laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten Hem.
Opmerking: hier staat het werkwoord ‘mede gekruisigd’ dat met gekruisigden is vertaald.

Lucas 23:39. Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen hem: ‘Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!’
Opmerking: hier staat in het Grieks niet gekruisigden, maar gehangenen.

Matteus 27:44. Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren.
Opmerking: hier het werkwoord ‘mede gekruisigden’

Aan het eind
Johannes 19:25. Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder en haar zus, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria van Magdala.

Johannes 19:31-32. Het was voorbereidingsdag, en de Joden wilden voorkomen dat de lichamen op sabbat, en nog wel een bijzondere sabbat, aan het kruis zouden blijven hangen. Daarom vroegen ze Pilatus of de benen van de gekruisigden gebroken mochten worden en of ze de lichamen mochten meenemen.
Opmerking: het werkwoord ‘mede gekruisigden’ is hier vertaal met gekruisigden.

Jezus naar het graf gebracht
Johannes 19:41. Dicht bij de plaats waar Jezus gekruisigd was lag een olijfgaard, en daar was een nieuw graf, waarin nog nooit iemand begraven was.

Marcus 15:46. Josef kocht een stuk linnen, haalde Jezus van het kruis en wikkelde Hem in het linnen. Daarna legde hij Hem in een graf dat in de rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang.
Opmerking: het woord kruis komt in het Grieks niet voor. Er staat een Grieks werkwoord dat je met ‘naar beneden halen’ kan vertalen.

Lucas 23:53. Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt.
Opmerking 1: hij, dat is Jozef
Opmerking 2: het woord kruis komt in het Grieks niet voor. Er staat: ‘Nadat hij Hem ervan af had gehaald’.

Wat de engelen bij het graf zeiden
Matteüs 28:5. De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken.

Marcus 16:6. Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd.

Lucas 24:6-8. Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ Toen herinnerden ze zich zijn woorden.

Hoe er daarna op werd teruggekeken.
Lucas 24:20. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen.

Handelingen 2:23. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden.
Opmerking 1: de NBV hanteert net als de NBG, HSV en SV het woord kruis terwijl dat woord er niet staat in het Grieks. De SV is de enige vertaling die het woord kruis schuin drukt als teken dat het woord er eigenlijk niet staat.
Opmerking 2: er staat Jezus door de handen van wettelozen vastgebonden is omgebracht.
Opmerking 3: waarom is het woord kruis hier ingebracht? Dat is toch niet eerlijk vertalen? En waarom is wettelozen met heidenen vertaald? Misschien bedoeld de schrijver mensen uit de volken, maar misschien ook wel de mensen van het Joodse volk, die door Jezus te laten ombrengen wetteloos waren.

Handelingen 2:36. Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en messias is aangesteld.’

Handelingen 4:10. … dient u allen en het hele volk van Israël te weten dat deze man hier gezond voor u staat dankzij de naam van Jezus Christus uit Nazaret, die door u gekruisigd is, maar die door God uit de dood is opgewekt.

Handelingen 5:30. De God van onze voorouders heeft Jezus weer tot leven gewekt, nadat u hem had vermoord door hem aan een kruishout te hangen.
Opmerking: hier staat het Griekse woord xylou Strong G3586, dat je met hout kan vertalen. Daarmee was het voor joden ook gelijk duidelijk dat Jezus was veroordeeld en gestraft overeenkomst de Torah.

Handelingen 10:39. Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen,
Opmerking: dit is één van de vier teksten, waarbij wordt verwezen naar het kruis als gehangen.
Opmerking: ook hier staat het Griekse woord xylou Strong G3586, dat je beter hout kan vertalen.

Handelingen 13:29. Toen ze alles ten uitvoer hadden gebracht wat er over Hem geschreven staat, haalden ze Hem van het kruishout en legden Hem in een graf.
Opmerking: ook hier staat het Griekse woord xylou Strong G3586, dat je beter hout kan vertalen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Er zijn vier teksten die het kruis of het hout noemen in combinstie met hangen. Daarmee verwees met naar het oordeel en de straf van de Torah.

De Joodse leiders lieten Jezus veroordelen. Lucas 24:20. En de Joodse leiders lieten Jezus door de volken doden. Handelingen 2:23.

Het uitleveren van Jezus was een goddelijk plan. Handelingen 2:23

Die Jezus is nu tot Heer en messias is aangesteld. Handelingen 2:36.

De theologie van de apostelen over het kruis

Het is goed om te beseffen dat Jezus door de leiders van het volk als een oproerkraaier werd gezien als iemand die het volk in gevaar bracht en ook dat Jezus werd gezien als een godslasteraar. Daarmee vonden de Sadduceese leiders van het Joodse volk Jezus een gevaar voor het bestaan van het volk en de Farizeese Joodse leiders vonden Jezus een gevaar voor het serieus naleven van de godsdienst.

Verder was de kruisiging gruwelijk en schandelijk om die te moeten ondergaan. Men keek neer op iemand, die aan het kruis hing. Hij was een verliezer en waarschijnlijk ook een slechte man.

Romeinen 6:6. Immers, we weten dat ons oude bestaan met hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.
Opmerking: hier staat het werkwoord ‘mede gekruisigd’. Jezus is gekruisigd en ons oude bestaan.

1 Korintiërs 1:13. Is Christus dan verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of is het in de naam van Paulus dat u bent gedoopt?
Uitleg: goed om te begrijpen dat het in het evangelie niet gaat om Paulus maar om Jezus.

1 Korintiërs 1:17-18. Christus heeft mij immers niet gezonden om te dopen, maar om te verkondigen – en niet door middel van diepzinnige welsprekendheid, want dan zou het kruis van Christus van zijn kracht worden beroofd. De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God.

Opmerking 1: het kruis is symbool voor de gevolgen van het onvoorwaardelijk volgen van Jezus. Zoals Hij heeft geleden, kunnen wij ook komen te lijden.
Opmerking 2: het kruis is ook het beeld van de kracht van God. God heeft immers de gekruisigde laten opstaan uit de dood.

1 Korintiërs 1:23. …. maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas.
Opmerking: voor Joden was Jezus een vervloekte, daar ging je niet mee om. Voor de Romeinen was Jezus een zwak iemand, een looser, daar ging je niet mee om.

De kern en de basis van de boodschap van christenen is Jezus.
1 Korintiërs 2:2. Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde.

1 Korintiërs 2:8. Geen van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend; zouden ze haar wel hebben gekend, dan zouden ze de Heer die deelt in Gods luister niet hebben gekruisigd.
Opmerking: als machtshebber kun je nog zo slim en handig zijn, maar door gebrek aan wijsheid kunnen de belangrijkste dingen je ontgaan, waardoor je verkeerde keuzen kunt maken.

2 Korintiërs 13:4. Dat hij gekruisigd werd past bij zijn zwakheid, maar nu leeft hij door Gods kracht. Wij apostelen zijn net als Christus zwak, maar u zult merken dat wij net als hij leven door Gods kracht.
Opmerking: Jezus was vrijwillig zwak, hij liet zich gevangen nemen, Hij had ook de macht om zichzelf te verlossen.
Les: als je in Christus leeft zijn we zwak maar leven ook de kracht van God.

Galaten 2:19. Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd.
Opmerking 1: hier staat het werkwoord ‘mede gekruisigd’
Opmerking 2: we leven in de eerste plaats voor God. In die tijd leefden de Joden in de eerste plaats voor de wet.

Galaten 3:1. Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt?
Opmerking: Jezus heeft zijn leven als offer gegeven, dat is genoeg. Je hoeft niet meer verzoening te zoeken via het houden aan de wet.

Galaten 3:13. Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek door voor ons te worden vervloekt, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt.
Opmerking 1: één van de vier teksten, die verwijst naar het kruis met het beeld van hangen aan een boom of paal.
Opmerking 2: hier staat ook, in tegenstelling met de tekst in Deuteronomium dat ook degene, die hangt aan de paal al vervloekt is. Dus niet alleen voor het land als de avond is gevallen.

De ‘besnijdenis’ hieronder zal het woord zijn om aan te duiden dat je het traditionele leven als Jood voor alles voorrang verleent.
Galaten 5:11. En wat mijzelf betreft, broeders en zusters, als ik nog altijd de besnijdenis zou verkondigen, waarom word ik dan vervolgd? Dan zou het kruis toch geen aanstoot meer geven?
Opmerking: door de besnijdenis hoorde je bij Gods volk. Door te leven met de gekruisigde Jezus hoor je bij Jezus en in Hem bij alle gelovigen. Dat omspant (veel) meer dan de besnijdenis.

Galaten 5:24. Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn aardse natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen.
Opmerking 1: hier staat het werkwoord, kruisigen.
Opmerking 2: dezelfde gedachte staat ook in Romeinen 6:6. Dit vindt Paulus dus belangrijk om de gemeenten duidelijk te maken.

Galaten 6:12. Degenen die u dwingen u te laten besnijden willen daarmee goede sier maken, alleen maar om te voorkomen dat ze worden vervolgd omwille van het kruis van Christus.
Opmerking: dit was nog de tijd van de vervolging door de leiders van de Joodse godsdienst.

Galaten 6:14. Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld.
Les: Paulus kiest voor de moeilijke weg, qua opvatting en qua manier van leven.

Dit is een nieuw thema: het kruis brengt het Joodse volk en de andere volken tot verzoening en tot vrede.
Efeziërs 2:14-18. Want Hij is onze vrede: Hij heeft met zijn dood Joden en niet-Joden verenigd, de muur van vijandschap, die hen scheidde, afgebroken en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht Hij vrede en verzoende Hij door het kruis beiden in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden. Vrede kwam Hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.

Opmerking: zo moet je in het leven staan. Ervan uitgaande dat het offer van Jezus ons bij elkaar brengt: de mensen van het Joodse volk en de mensen van de andere volken ook onderling.

Filippenzen 2:6-8. Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.

Filippenzen 3:18. Ik heb u al vaak gezegd, en zeg nu zelfs met tranen in mijn ogen: Velen leven als vijand van het kruis van Christus en gaan hun ondergang tegemoet. Hun god is hun buik, hun eer is schaamteloosheid en hun aandacht is alleen gericht op aardse zaken.
Opmerking: een vijand van Christus zoekt niet de smaad en de zwakte maar lekker eten en drinken, eer en andere aardse zaken. In onze tijd wellicht comfort en gezelligheid in de gemeente. Als je dat alleen zoekt.

In deze tekst van de apostel Paulus gaat het over Jezus.
Kolossenzen 1:18-20. Oorsprong is Hij, eerstgeborene uit de dood, om in alles de eerste te zijn: in Hem heeft heel de volheid willen wonen en door Hem en voor Hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
Opmerking: het bloed van Jezus heeft verzoening gebracht en zal dat ook blijven brengen.

Kolossenzen 2:14. Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, nietig verklaard en het weggedaan door het aan het kruis te nagelen.
Opmerking: het document met voorschriften is dat de Torah, de geboden of het geheel van Joodse wetten? Het antwoord weet ik nog niet.

Hebreeën 12:2. Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: met de vreugde voor ogen die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij het kruis verdragen en de schande ervan aanvaard, en heeft Hij zijn plaats ingenomen aan de rechterzijde van de troon van God.
Opmerking: dank U wel Jezus!

1 Petrus 2:24. Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen.
Opmerking: hier niet kruishout, maar alleen het woord hout, wat wijst het het gebruik bsn het woord in het Oude Testament.
Opmerking: hier staan twee lessen in deze tekst. Hij heeft onze zonden gedragen, dat maakt ons vrij. En wij zijn nu dood voor de zonde, oftewel wij doen het niet meer. En beiden geven genezing.

Het gaat hier om de twee getuigen van God die grote dingen doen maar door het beest worden gedood.
Openbaring 11:8. Dan liggen hun lijken op het plein van de grote stad die in figuurlijke zin Sodom of Egypte heet, de stad waar ook hun Heer gekruisigd is.
Opmerking: de twee getuigen overkomt ook het lot van hun Heer destijds, gekruisigd is Jeruzalem.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het geschiedenis van het kruis gebruikt Paulus voor drie zaken bij onszelf, die we moeten ‘kruisigen’ oftewel moeten laten afsterven. Ons oude bestaan. Romeinen 6:6. Onze aardse natuur met alle hartstocht en begeerte. Galaten 5:24. De wereld. Galaten 6:14. Het is niet goed als we vijand van het kruis leven. Filippenzen 3:18.

De apostel Paulus maat duidelijk dat het niet om gaat, of wie dan ook, maar dat het om Jezus, Die is gekruisigd. 1 Korintiërs 1:13. Paulus brengt dan vooral ook kennis van Jezus naar voren. 1 Korintiërs 2:2. Doordat Jezus het kruis heeft verdragen is Hij de grondlegger en voltooier van ons geloof geworden. Hebreeën 12:2.

Geen van de machtshebbers in die tijd hadden de wijsheid om op te merken dat er iets bijzonders aan de hand was. 1 Korintiërs 2:8.

Met Christus zijn we verbonden. Paulus schrijft: met Christus ben ik gekruisigd. Galaten 2:19. Bij de twee getuigen gebeurt het ook letterlijk, zij worden gekruisigd. Openbaring 11:8.

Voor Joden in die tijd, en ook nu, was de eerste plaats voor het naleven van de wet. Jezus was niet een grote wetsleraar, maar een gekruisigde. Galaten 3:1. Hij stond zich niet voor op zijn hoge positie, maar was gehoorzaam. Filippenzen 2:6-8.

Het bijzondere is dat schande, verlies en zwakheid door één met Jezus te zijn een enorme kracht geeft. 1 Korintiërs 1:17-18, 2 Korintiërs 13:4. Dit die kracht is (veel) meer dan de besnijdenis. Galaten 5:11

Een compleet ongeloofbaardige boodschap, ‘… maar wij verkondigen een gekruisigde Christus’ kreeg toch enorme ingang. 1 Korintiërs 1:23. Je kon voor die boodschap wel worden vervolgd. Galaten 6:12.

De tekst in Efeziërs 2:14-18 maakt duidelijk wat de dood van Jezus heeft teweeggebracht: Joden en niet Joden verenigd, de muur van vijandschap afgebroken, de wet buiten werking gesteld, een nieuwe mens, vrede en verzoening en door één Geest toegang tot de Vader. En Galaten 3:13 geeft aan dat de Joden door geloof in Jezus zijn vrijgekocht van de vloek van de wet. In Kolossenzen 1:20 legt de nadruk op de totale en alles omvattende verzoening. En in Kolossenzen 2:14 dat documenten nietig zijn verklaard. En in 1 Petrus 2:14. Hij heeft onze zonden gedragen opdat wij rechtvaardig en genezen zouden leven.

Verzoenen (katallasso)

Bij de kruisiging van Jezus wordt er gesproken over verzoening. Dat gaat verder dan wat bij Yom Kippur aan de orde was.

Het is een woord in het Nieuwe Testament dat niet zo dikwijls voorkomt, maar wel in heel betekenisvolle teksten.

Woord Soort
woord
StrongOpmerkingen:
1καταλλάσσω katallassōWerkwoordG2644
SB2349
Verzoenen
Komt 6 keer in 5 verzen voor.
KJV: reconcile (6x).
2καταλλαγή katallagēZelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2643
SB2348
Verzoening
Komt 4 keer voor in 4 verzen.
KJV: reconciliation (2x), atonement (1x), reconciling (1x).
3ἀποκαταλλάσσω
apokatallassō
WerkwoordG604
SB557
Verzoenen
Komt 3 keer voor in 3 verzen.
KJV: reconcile (3x)
4διαλλάσσω
diallassō
WerkwoordG1259
SB1120
Verzoenen
Komt eenmaal voor
KJV: reconcile (1x).
5συναλλάσσω
synallassō
WerkwoordG4900 SB4250Vrede herstellen
Komt eenmaal voor
KJV: set at one again (with G1515) (with G1519) (1x).

Deze woord gaan over verzoenen. De betekenis was ook het verwisselen of inwisselen. Dat zit dus onder of achter de betekenis van deze woorden.

Alle teksten van alle woorden, die hierboven staan worden hieronder geciteerd.

Werkwoord katallassō en zelfstandig naamwoord katallage
Het werkwoord komt zes keer voorin vijfverzen. En het zelfstandig naamwoord vier keer in vier verzen.

Romeinen 5:10-11. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven. En dit niet alleen, maar wij roemen ook in God, door onze Heere Jezus Christus, door Wie wij nu de verzoening ontvangen hebben. [HSV]

Opmerking: door de dood van Jezus zijn we geen vijanden meer van God. Door het leven, de opstanding, van Jezus worden we behouden.

Romeinen 11:15. Want als hun verwerping verzoening voor de wereld betekent , wat betekent dan hun aanneming anders dan leven uit de doden? [HSV]

Opmerking: als je achteraf terugkijkt is de verwerping van Jezus door de Joodse leiders en de mensen uit het volk, uiteindelijk doordat het evangelie naar de volken ging verzoening van God met de wereld.

Dit is wat de apostel Paulus schrijft een de gemeente van Korinthe.
1 Korintiërs 7:10-11. Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik – de Heer geeft hun het volgende gebod: een vrouw mag niet scheiden van haar man (is ze al gescheiden, dan moet ze dat blijven of zich met haar man verzoenen), en een man mag zijn vrouw niet wegsturen.

Opmerking: man en vrouw in een huwelijk moeten zich met elkaar verzoenen.

2 Korintiërs 5:18-20. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen. [HSV]

Opmerking: wat betekent het dat God hun overtredingen niet toerekende? <<>>

Werkwoord apokatallassō
Dit woord komt drie keer voor in drie verzen. De toevoeging apo betekent helemaal of weer. De NBG vertaling voegt het woord ‘weer’ inderdaad in iedere tekst met dit woord in.

Het gaat hier om joden en niet-joden, mensen uit de volken.
Efeziërs 2:13-16. Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed. Want Hij is onze vrede: Hij heeft met zijn dood Joden en niet-Joden verenigd, de muur van vijandschap, die hen scheidde, afgebroken en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht Hij vrede  en verzoende Hij door het kruis beiden in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden.

Opmerking 1: door zijn dood verzoende Jezus joden en niet-joden. In zijn lichaam werd de vijandschap gedood.
Opmerking 2: wat betekent dat Jezus ‘de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking heeft gesteld’? <<>>

Kolossenzen 1:19-21. Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou, en dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, ja door Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn. En Hij heeft u, die voorheen vervreemd was en vijandig gezind, zoals bleek uit uw slechte daden, nu ook verzoend, in het lichaam van Zijn vlees, door de dood, om u heilig en smetteloos en onberispelijk voor Zich te plaatsen, als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en vast, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie, dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is, waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben. [HSV]

Opmerking: God werd door Zijn Zoon met zichzelf verzoend. En leden van de gemeente van Kolosse waren ook met God verzoend. Met overigens wel verschillende voorwaarden en doelen.

Het werkwoord dialasso
Dit werkwoord komt eenmaal voor.

Matteüs 5:23-24. Als u dan uw gave op het altaar offert en u zich daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen.

Het werkwoord synallassō
Dit werkwoord komt eenmaal voor.

Hier wordt verhaald wat Mozes in het verleden had gedaan.
Handelingen 7:26. De volgende dag verscheen hij juist toen zij aan het vechten waren; hij probeerde de vrede te herstellen met deze woorden: “Maar jullie zijn toch broeders! Waarom doen jullie elkaar onrecht aan?” [Willibrord vertaling]
Opmerking: het doel was vrede tussen broeders met elkaar.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Verzoening betekent dat God ons overtredingen niet aanrekent. 2 Korintiërs 5:18-20. Ook vrede maken zowel bij de dingen die in de hemel zijn als die op aarde zijn. Kolossenzen 1:19-21

God heeft zich met zichzelf verzoend door Jezus. 2 Korintiërs 5:18-20. Kolossenzen 1:19-21

Door de dood van Jezus zijn wij, de gelovigen in Rome, verzoend met God. Romeinen 5:10-11. Door Jezus heeft God zich met de wereld verzoend. 2 Korintiërs 5:18-20. Hier worden allerlei voorwaarden en gevolgen genoemd. Kolossenzen 1:19-21.

De verwerping van Jezus door ‘de Joden’ bracht de verzoening naar de gelovigen uit de volken. Romeinen 11:15.

Door de dood aan het kruis heeft Jezus de verzoening tussen joden en niet joden mogelijk gemaakt. Efeziërs 2:13-16

God heeft ons door Jezus de bediening van verzoening gegeven. Hij heeft het woord van verzoening in ons gelegd. Wij zijn gezanten van Jezus die smeken laten jullie je met God verzoenen. 2 Korintiërs 5:18-20.

Man en vrouw in een huwelijk moeten zich met elkaar verzoenen. 1 Korintiërs 7:10-11

Het is ook goed als broeders zich met elkaar verzoenen. Matteüs 5:23-24. Handelingen 7:26

Andere bronnen

De godsdienstige bronnen, respectievelijk Joods (1), RK (2), Calvijn (3) en H. Berkhof (4).

Locatie en opmerkingen:
1Geen aandacht voor de kruisiging in de Kitsoer Sjoechan Aroech. Alleen hoofdstuk 118, bladzijde 619, punt 5, een verwijzing naar wat in de tijd van de tempel het paaslam was, maar nu slechts een stukje vlees, dat verwijst naar G’d die het volk Israël verloste met uitgestrekt arm.
2In de RK Katechismus: Pararaaf 2 Jezus is gekruisigd en gestorven. Bladzijden 137 tot en met 144, stelling 595 tot en met 623.
3In de Institutie van Calvijn, Boek 2 paragraaf 2.16.5 tot en met 2.16.7, bladzijde 248 tot en met 250. Ook aandacht voor de parallel met de reinigingsoffers van het Oude Testament. Jezus heeft zijn leven gegeven als een asjam, een zoenoffer voor de zonde. Zie Jesaja 53:5-11. Boek 3 paragraaf 3.8, 5 bladzijden gaan over kruisdragen.
4In de Christelijk Geloof van H. Berkhof paragraaf 35, bladzijde 297 tot en me 304. Hij meldt dat ongeveer de helft van de evangeliën gaan over het lijden en sterven van Jezus.

Ondanks de grote aandacht van de dood van Jezus in de evangeliën is dat niet zo in deze godsdienstige boeken. Blijkbaar is het onderwerp kruisiging toch niet in de volle breedte begrepen. Genoemde bladzijden zijn wel allen het waard om gelezen te worden. De Katechismus geeft interessante aanvullende informatie, Calvijn maakt het onderwerp persoonlijk, de tekst van Berkhof is nogal abstract en geeft allerlei detail overwegingen van theologen.

Overige boeken

Auteur:Titel:
1Wilkin van der KampHet wonder van het kruis
De laatste achttien uur van Jezus sterven
2Wilkin van der KampDe laatste 18 uur
Bijbelstudie over de zeven wonderen van het kruis plus handleiding voor bijbelstudie groepen
3Derek PrinceJe kunt er niet omheen
Jezus offer aan het kruis. Bewijs van Gods liefde. Basis van ons leven
4Derek PrinceVerzoening.
Jouw ontmoeting met God

Overwegingen

De vertalingen hanteren als vertaling van de Griekse woorden, de woorden kruis en kruisigen. Een Jood zal in die tijd ook aan een paal hebben gedacht en hangen aan een paal, zoals de straf in het Oude Testament was. De schrijvers van het Nieuwe Testament hanteren ook woorden als hout en vastbinden om om te brengen. Dit leidt bij mij tot de conclusie: het kruis en kruisigen is in de Bijbel een aanmerkelijk minder staande uitdrukking dan in het spraakgebruik in de kerk.

Het kruis was in principe ook een paal. Er was in de tijd van de Romeinen ook een dwarsbank aangebracht. Aan de top van de paal of net onder de top van de paal.

De evangelist Johannes verwijst naar het verhaal van de koperen slang in de woestijn. Dat zal er wellicht meer als zo’n esculaap teken hebben uitgezien.

Er zijn profetieën over de lijdende knecht van de HEER, maar komt daar ook een verwijzing in voor naar hangen aan een paal? <<opzoeken>>

Het afwijzen van Jezus wijkt helaas niet af van de grote lijn van de geschiedenis van de mensheid. De mensheid wees in het algemeen ook God de Vader af. Dat deze twee volken samenspanden om Jezus te doden was diep triest. Gods eigen volk en het belangrijkste volk in de wereld van die tijd, de Romeinen. Beide volken hadden ook de mogelijkheid om Hem als de Messias te aanvaarden.

De plaats van de kruisiging van Jezus
De kruisen van Jezus en de twee misdadigers, die met hem werden gekruisigd stonden niet op een heuvel, wat dikwijls de aanname is, zowel bij tekeningen als bij schilderijen. De kruisen stonden langs de weg. In dit geval was het langs de weg van Jeruzalem naar Damascus.

Iedereen op de weg in de richting van Damascus kwam langs de kruisen en zag de kruisen. Zo deden de Romeinen dat. Bij iedere gekruisigde stond op een bord boven de misdadiger wat zijn misdaad was. Bij Jezus stond op het bord: Koning van de Joden.

De kruisen stonden langs de weg zo’n honderd meter buiten de poort van Jeruzalem. Het was ter hoogte van de heuvel Golgotha. Dat woord betekent schedelplaats. De heuvel had in het zuidelijk deel een wand en die zag er uit als een schedel. Voor de Romeinen een toepasselijke plek om juist hier de kruisen op te richten.

De heuvel is er nu nog, maar hij is door een busstation beneden aan de voet van de heuvel en door de begraafplaats boven op de heuvel wel wat aangetast. Rond de begraafplaats en op de begraafplaats boren ze soms gaten in de grond om mensen te begraven. Zo is ‘de neus’ op de wand van de heuvel, die een paar jaar terug nog te zien was, er nu afgevallen.

Op zo’n honderd meter van deze heuvel is een graf uit de eerste eeuw van Christus. Het zou het graf van Jozef van Arimathea kunnen zijn. De man, die aan Pilatus om het dode lichaam van Jezus had gevraagd.

Dit graf is nu nog steeds te bezoeken. Het is onderdeel van de graftuin in Jeruzalem. De beheerders van deze graftuin zorgen voor het graf en de tuin, die erbij. Je kunt hier ook de wand van de heuvel van Golgotha zien.

Een graf bestond destijds meestal uit twee delen. Het linker deel was de toegang en een plek voor de klaagvrouwen. In het rechter deel konden drie mensen liggen. Uit de teksten van de Bijbel is af te leiden dat je bij binnenkomst in het graf direct rechts het lijk van Jezus kon zien.

Het graf in de graftuin heeft een grote ronde steen voor het graf, een soort van wiel, van dertig centimeter dikte. De steen voor dit graf weegt wel zo’n 2000 kilo. Dan moet je wel een paar stevige mannen hebben om zo’n steen weg te rollen.

Boven het deel, waar de dode mensen lagen, was een luchtgat. Dat was voor het afvoeren van de lijklucht. Als een dode een jaar in het graf had gelegen opende men het graf en verzamelden de botten en deed men die in een kist. Kisten werden elders bewaard. Dikwijls bij de plaats waar men was geboren.

Daar komt het gezegde van dat we in de Bijbel kunnen lezen dat de dode werd verzameld bij zijn voorvaderen. Zie studie dood en begraven.

Lessen

Je bent Jezus waard als je Hem volgt, jezelf verloochend en je kruis op je neemt. Zo staat het in de evangeliën opgeschreven.

Wat betekent dat praktisch voor je leven? In de eerste plaats dat je weet wat Jezus van je vraagt. Soms zijn dat dingen waar je geen zin in hebt. In de tweede plaats dus dat je die toch doet. Om maar even een eenvoudige toepassing te geven van de woorden uit de Bijbel.

Het is goed om te weten dat de dood van Jezus aan een Romeins kruis een offer aan God was. Jezus deed dat als zoon van God en als zoon van de mensen. Jezus bewerkte zo verzoening van de mensen met God en verzoening voor de Joodse mensen en de mensen uit de volken.

In de ogen van mensen is het, als iemand de doodstraf krijgt, geen leider om te volgen. Het is vreemd, niet stoer, onnodig etc. Maar die vernederende straf van Jezus spreekt zijn volgelingen wel aan. Omdat het desondanks juist de redding van de wereld bracht.

Waar blijkt die redding van de wereld uit? De met de mensen verzoende God gaf de Joodse volgelingen de Heilige Geest. Later bleek dat ook de volgelingen van Jezus uit de volken die Geest ontvingen. Op deze site is te lezen wat de overvloedige komst van de Geest heeft gebracht. We kunnen nieuwe mensen worden, het eeuwige leven is nu al bereikbaar. Het Koninkrijk van God kan vorm krijgen in deze wereld met al haar kenmerken: vrede, rust, overvloed, gezondheid op ieder vlak.

Als laatste nog een oproep om serieus om te blijven gaan met deze schat die we hebben gekregen. Het is aan ons de taak om rechtvaardig te leven en alles uit ons leven verwijderen wat niet bij God hoort.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.