Studie Eindtijd Signalen

Wat staat er in de Bijbel over de dingen, die aangeven dat de komst van Jezus dichtbij is. Wat moet volgens de profetieën nog nog gebeuren voor het eind van de tijd? Daar gaat het in deze studie over.

Goed om te beseffen dat de nieuwste boeken van de Bijbel al wel tweeduizend jaar geleden geschreven zijn. Wat toen nog toekomst was kan inmiddels verleden tijd zijn.

Wat van alle tijden is dat allerlei sprekers en boeken wijzen op tekenen, die volgens hen aangeven dat het einde nabij is. Deze studie geeft aan wat ik in de Bijbel heb kunnen vinden over al die tekenen. Daarmee wordt ook helder wat er door sprekers en boeken aan is toegevoegd. Die toevoeging kan goed maar ook nutteloos en fout zijn.

Er zijn aanvullende thema’s bij dit onderwerp zoals het Loofhuttenfeest en de anti Christ.

De teksten zijn uit de NBV(21) vertaling tenzij anders is aangegeven.

Studievragen

Bij dit onderwerp zou je het volgende kunnen afvragen:
Welke signalen in de christelijke wereld worden genoemd als teken dat het einde van de tijd nabij is.
In hoeverre worden die signalen terecht als signaal van de eindtijd genoemd?
Is er ook nog een volgorde aan te geven. Wat eerst en wat daarna?
Is het verstandig dat in delen van die christelijke wereld weinig aandacht is voor deze signalen?
Hoe kun je op ieder van die signalen van de eindtijd praktisch reageren?

In het hoofdstuk Lessen staan de antwoorden op deze vragen.

Signalen vooraf

Er zijn o.a. door Jezus diverse signalen aangegeven wanneer de tijd op zijn einde zal lopen.

Het evangelie in de hele wereld

Jezus noemt het verkondigen van het evangelie in de hele wereld als wat eerst nog moet gebeuren voor het einde van de tijd er is. Deze woorden van hem zijn in twee evangeliën opgenomen.

Matteüs 24:14. Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.
Marcus 13:10. Want eerst moet aan alle volken het goede nieuws worden verkondigd.

Opmerking 1: bij ‘verkondigen’ staat in het Grieks een woord dat in die tijd voor stadsomroepers werd gebruikt. Het evangelie moet eerst aan alle volken worden rondgebazuind. Met nadruk onder de aandacht worden gebracht zou je ook kunnen zeggen.

Opmerking: 2: het goede nieuws, het evangelie, is, zie onderwerp 1 van deze site is meer dan een verhaal, het is ook echt voor mensen goed nieuws in de praktijk. Het is meer dan dat je later in de hemel kan komen. Het is ook dat een oplossing is voor je problemen in dit leven

Overwegingen:
Zou je kunnen zeggen dat de boodschap al aan alle volken is verkondigd? Mensen van bijna ieder volk hebben er wel al van gehoord. Alleen wellicht nog niet bij mensen van kleine geïsoleerde volken.

Het evangelie is in een ver verleden al de toenmalige hele wereld verkondigd. Zo ligt de apostel Thomas in India begraven en de apostel Jacobus in Spanje. Blijkbaar vond God de Vader het nog niet de tijd voor het eind van deze wereld.

Een hele periode daarna bleef het evangelie beperkt tot het Westen en het Midden Oosten, maar in onze tijd is er bijna overal wel een christelijke zendeling of een te beluisteren radiozender.

Ander punt. In de van de apostelen ging het evangeliseren gepaard met tekenen en wonderen. Tot hulp, heling en genezing van mensen. In onze tijd gebeurt het brengen van het evangelie nog wel eens anders. “Neem Jezus aan dan kom je later in de hemel, anders ga je naar de hel”. “Wordt lid van onze kerk, dan komt alles goed”. Evangeliseren is dat goede nieuws teweegbrengen. Het is dus meer dan mooie toespraken over Jezus.

Conclusie: het zou kunnen zijn dat we, wat Jezus aankondigde, als gerealiseerd zouden kunnen zien. Het signaal zou op groen kunnen staan. Hoewel het bereiken van de volken intenser kan en de boodschap zoals bedoeld ook meer met wonderen en tekenen gepaard kunnen gaan.

De les van de vijgenboom

Jezus noemt als tweede de les van de vijgenboom als een signaal dat het einde van de tijden dan nabij is. De les is dat als de takken uitlopen en in blad schieten dat dan de zomer in aantocht is. Zo is het, als je wat Jezus zegt, ziet gebeuren, dat dan zijn komst aanstaande is.

De les van de vijgenboom komt in drie evangeliën voor.
Matteüs 24:32-33. Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat Hij in aantocht is en heel dichtbij.
Marcus 13:28-30. Dezelfde woorden als tekst.

Lucas 21:29-32. Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is.

Lucas betrekt het op bomen in het algemeen. Als ze uitlopen komt de zomer er aan. Matteüs en Marcus hebben wellicht willen doorgeven dat er nog een andere betekenis is, dan die Lukas aangeeft. Temeer daar er ook nog zo’n mysterieus verhaal is van Jezus die een vijgenboom laat verdorren. Het tegenovergesteld van een boom die uitloopt.

De vraag is dan wat is de betekenis rond de vijgenboom. Hieronder staan pogingen voor een antwoord.

1. Eerst over de vijgenboom zoals die geschapen is.
2. Dan de teksten over de vijgenboom in het Oude Testament.
3. Dan de teksten over de vijgenboom in het Nieuwe Testament.
4. Dan de mogelijke opvattingen en of die wel of niet sporen met de Bijbel.

1.De vijgenboom zoals die is geschapen
De vijgenboom is geen altijd groene boom, maar een boom die in de herfst haar blad verliest en in het voorjaar weer bladeren krijgt.

Het aparte van deze boom is, dat de boom twee keer vrucht draagt. Eenmaal in het voorjaar en eenmaal na de zomer. In het voorjaar zijn de vruchten een beetje zuur. Als de boom na de zomer voor de tweede keer vrucht draagt dan zijn de vruchten zoeter.

De bladeren van de vijgenboom zijn grote bladeren met vijf uiteinden zoals een hand met vingers.

2.De teksten over de vijgenboom in het Oude Testament.
Hieronder in de tabel de gegevens van het Hebreeuwse woord voor vijgenboom.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1תְּאֵנָה
tᵊ’ēnâ
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H8384Vijgenboom, vijgen.
Komt 39 keer voor in 35 verzen.
KJV: fig tree (23x), fig (16x)

In het Oude Testament komt de vijgenboom in 35 verzen voor. Het woord voor vijg als vrucht is hetzelfde als dat wat voor de vijgenboom wordt gebruikt.

Genesis 3:7. Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.

Opmerking: in het Hebreeuws staan er twee woorden nl. bladeren van de vijgenboom. Net een nuance anders. Bladeren, ok. En van de vijgenboom. Die boom met een speciale betekenis.

In Richteren 9 vragen de bomen aan de olijfboom, de vijgenboom en de wijnstok om koning over hen te worden. Maar ze geven voorrang aan hun taak om iets moois te leveren. De doornstruik heeft weinig te leveren, laat die maar koning worden.

Er wordt genoemd dat een vijgenkoek een middel is voor genezing namelijk van koning Hizkia, zie 2 Koningen 20 en Jesaja 38.

Eenmaal wordt genoemd dat er geen vijgen aan de vijgenboom zijn, zie Jeremia 8:13. Dit is een beeld dat lijkt op Matteüs 21, zie verder.

In Jeremia 24 gaat het om goede en slechte vijgen als beeld van goede en slechte mensen uit het volk Israël.

Hosea 9:10. Als druiven in de woestijn, zo vond Ik Israël, jullie voorouders ontdekte Ik als vroege vijgen, eerstelingen van de vijgenboom. Maar zij – zodra ze in Baäl-Peor waren wijdden ze zich aan de god van de schande. Ze werden even weerzinwekkend als het voorwerp van hun liefde.
Opmerking 1: er staat in het Hebreeuws letterlijk: ‘eerstelingen van de vijgenboom in het eerste seizoen’.
Opmerking 2: dit is het beeld van Israël dat ze waren in hun goede tijd namelijk als vroege vijgen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De vijgenboom werd gebruikt ten dienst van de mensheid. Genesis.
Het volk Israël waren de vroege vijgen. Hosea 9:10.

De vijgenboom wordt meer keren in een rijtje genoemd met andere bomen om overvloed aan te geven. Het zitten onder de wijnstok en de vijgenboom is een beeld van voorspoed. Het ontbreken van de wijnstok en van vijgen is een beeld van oordeel.

3.De teksten over de vijgenboom in het Nieuwe Testament.
Hieronder in de tabel de gegevens van het Griekse woord voor vijgenboom.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1συκῆ
sykē
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G4808
SB4188
Vijgenboom
Komt 16 keer voor in 15 verzen
KJV: fig tree (16x).

In het Nieuwe Testament komt het woord syke in 15 verzen voor waarvan 13 keer in drie evangeliën in verband met de les van de vijgenboom. En 2 keer in andere boeken dan de evangeliën.

In dit tekstgedeelte komt het woord syke drie keer voor.

Matteüs 21:18-22. Toen Hij vroeg in de morgen naar de stad terugkeerde, kreeg Hij honger. Langs de weg zag Hij een vijgenboom staan. Hij liep ernaartoe, maar er zaten alleen maar bladeren aan. Daarop zei Hij tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zul je meer vrucht dragen!’ Ogenblikkelijk verdorde de vijgenboom. Toen de leerlingen dat zagen, vroegen ze verbaasd: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdord is?’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen, kun je niet alleen teweegbrengen wat er met die vijgenboom gebeurd is, je kunt zelfs tegen die berg zeggen: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren. Alles waar jullie in gebed om vragen zul je ontvangen, als je maar gelooft.’

Waarom neemt Jezus de vijgenboom als voorbeeld om iets duidelijk te maken?

Opmerking: Er zitten twee thema’s in dit gedeelte namelijk vrucht dragen en in geloof woorden uitspreken. Hier wordt door gebrek aan vrucht dragen tegen de vijgenboom uitgesproken te verdorren. De vraag is of we ook in geloof tegen een winterse vijgenboom zouden kunnen zeggen dat ze vrucht moet dragen en dat ze dat dan ook doet.

Marcus 11: 13 en 20 en 21.

Lucas 13:6-7. Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. Hij zei tegen de wijngaardenier: “Al drie jaar kom ik kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem maar om, want hij put alleen maar de grond uit.”

Lucas 19:4. Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam.

Lucas 21 vers 29. Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen.

Johannes 1 vers 48 ‘Waar kent U mij van?’ vroeg Natanaël. Jezus antwoordde: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat.’
Johannes 1 vers 50. Jezus vroeg: ‘Geloof je omdat Ik tegen je zei dat Ik je onder de vijgenboom zag zitten? Je zult nog grotere dingen zien.’

Jakobus 3 vers 12. Of kan een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron zoet water.

Openbaring 6:13.

1 Makkabeeën 14 vers 12. Ieder zat onder zijn wijnrank en zijn vijgenboom, en er was geen reden meer om bang te zijn.

4. Mogelijke opvattingen

Uitleggers van de Bijbel brengen naar voren dat de vijgenboom een beeld is van Israël en als je dan ontwikkelingen van het volk Israël ziet zoals we dat zien vanaf 1948 met het ontstaan van de staat Israël. Dat je dan weet ‘de vijgenboom’ weer aan het uitbotten is, dus dat de komst van Jezus aanstaande is. Alleen er is een wel een probleem. De olijfboom is een beeld van Israël. Dat de vijgenboom een beeld van Israël is, kwam ik niet tegen in de Bijbel. Geeft de Bijbel aan waar de vijgenboom dan wel een beeld van is?

De vijgenboom is net als de wijnstok en de olijfboom een beeld van voorspoed en welvaart. Als je onder een vijgenboom kan zitten is dat net als bij ons een landhuis met een zwembad.

Een vijgenboom is wel een heel speciale boom met twee perioden dat hij vrucht draagt. Hosea 9:10 maakt de vergelijking van het volk Israël dat leeft volgens het Verbond, dat in de tijd van Mozes met het volk is gesloten, met de vroege vruchten van de vijgenboom.

Het lijkt voor de hand te liggen dat de gemeente van Christus, die zowel uit mensen uit het volk Israël als uit de andere volken bestaat, als die gemeente leeft volgens het Nieuwe Verbond, dat dat het beeld van de late, de zoete vruchten van de olijfboom zou zijn.

Wat zou het kenmerk van het leven volgens het Nieuwe Verbond kunnen zijn? Een geloof dat als je tegen een boom zegt dat hij dood moet gaan, dat die boom dan ook verdord.

De terugkeer van Joden naar Israël

De terugkeer van Joodse mensen naar Israël en de vorming van de staat Israël in 1948 wordt als signaal gezien dat Jezus spoedig zal terugkeren. Wordt dat verband ook in de Bijbel gelegd?

Nu is het zo dat na de joden al eens massaal zijn teruggekeerd naar het land Israël. Dat begon 70 jaar nadat ze waren weggevoerd onder leider Nehemia en priester Ezra. Daarna volgden door de tientallen en eeuwen daarna steeds weer mensen die terugkeerden. In de tijd van Jezus woonden er weer miljoenen joden in Israël.

Deze teksten uit het Oude Testament hanteert men als onderbouwing van het standpunt dat het een signaal is dat het einde van de tijd dichtbij is.

Ezechiël 37:20-22. De stukken hout waarop je geschreven hebt, moet je duidelijk zichtbaar in je hand houden, en dan zeggen: “Dit zegt God, de HEER: Ik haal de Israëlieten weg bij de volken waar ze terechtgekomen zijn, Ik zal ze overal vandaan bijeenbrengen en ze naar hun eigen land laten gaan. Ik zal één volk van hen maken in het land en op de bergen van Israël, en één koning zal over hen allen regeren. Niet langer zullen ze uit twee volken bestaan en verdeeld zijn in twee koninkrijken.

Jesaja 11:11-12. Op die dag heft de Heer opnieuw zijn hand op om wat van zijn volk nog overbleef vrij te kopen uit Assyrië en Egypte, uit Patros, Nubië en Elam, uit Sinear en Hamat, en van de eilanden in zee. Dan steekt Hij een vaandel op voor de volken. Hij brengt bijeen wie uit Israël verdreven waren, de vluchtelingen uit Juda brengt Hij samen, van de vier uiteinden van de aarde.

Opmerking: Jesaja 11 spreekt over opnieuw. Dat suggereert een tweede keer zoals dat in onze tijd gebeurd. Het gaat in Jesaja 11 over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Dan zal de Heer in ieder geval zijn volk weer samenbrengen.

Hieronder de teksten van het Nieuwe Testament die worden genoemd. Als daar over een terugkeer wordt gesproken dan gaat het zondermeer over de terugkeer die we nu zien.

Lucas 1:31-33. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’

Opmerking: Jezus zal in de toekomst koning zijn over zijn volk. Wellicht na zijn terugkomst. Het is dan wel logisch als dat volk op de plek van Israël zal wonen.

Lukas 21:24. En zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn.

Johannes 11:49-52. Een van hen, Kajafas, die dat jaar hogepriester was, zei tegen de anderen: ‘Jullie begrijpen het niet! Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één mens sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.’ Dat zei hij niet uit zichzelf: als hogepriester in dat jaar sprak hij de profetie dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar ook om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen.

Opmerking: de verstrooide kinderen kunnen gaan de mensen uit de volken die tot geloof komen. Bijeenbrengen is dan in kerken wereldwijd.

Handelingen 15:14-18. Simeon heeft uiteengezet hoe God vanaf het begin het voornemen had om uit alle volken een volk te vormen dat zijn naam vereert. Dat stemt overeen met de woorden van de profeten; er staat immers geschreven: “Dan keer Ik terug op mijn schreden. Ik zal het vervallen huis van David herbouwen, wat is neergehaald zal Ik weer opbouwen. Ik zal dit huis doen herrijzen, zodat de mensen die overgebleven zijn de Heer zullen zoeken, evenals alle volken over wie mijn naam is uitgeroepen. Zo spreekt de Heer, die dit van oudsher heeft aangekondigd.”

Opmerking: hier spreekt Jacobus over het overleg van de apostelen, hij vat de woorden van Petrus, met zijn oorspronkelijke naam Simeon genoemd. Het vervallen huis van David herbouwen zal wel op de plaats van Jeruzalem en Israël zijn.

Conclusie: dat de Joden vorige eeuw begonnen terug te keren en dat sinds 1948 de staat Israël bestaat lijkt mij zeker een teken dat er op het gebied van de heilsgeschiedenis weer iets staat te gebeuren. Maar je kunt er niet een jaartal aan hangen. Kan ook nog lang duren.

De 6000 jaar zijn voorbij?

Er komen in de Bijbel allerlei perioden voor. Na zes gewone dagen is er de rustdag. Bij een nieuwe maan is er een nieuwe periode tot de volgende nieuwe maan, na twaalf of dertien nieuwe manen is er een nieuw jaar. Na zes jaar is er een speciaal zevende jaar: het sabbatsjaar. En na zeven keer zo’n cyclus met een sabbatsjaar is er een jubeljaar. Dat is het vijftigste jaar dus.

Zo is er bij eindtijd sprekers en eindtijd boeken de gedachte dat we bijna aan het eind zijn van de zes keer duizend jaar na de eerste mens Adam. Dan komt er natuurlijk een zevende duizend jaar, die een duizend jaar van rust wordt.

Er zijn twee teksten in de Bijbel, die spreken over duizend jaar. Hier staan ze.

Psalm 90:1-4. Een gebed van Mozes, de godsman. Heer, U bent ons een toevlucht geweest van geslacht op geslacht. Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard – U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’ Duizend jaar zijn in uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan een wake in de nacht.

Opmerking: als God terugkijkt dan overziet hij lange perioden. Hier wordt genoemd ‘voordat de bergen werden geboren’. Het begin daar van was al heel lang. Volgens wetenschapper miljarden jaren geleden. Ook die zijn er nog in de herinnering van de Heer.
Opmerking: duizend was in het verleden het grootste getal. Oook een groot getal zijn in de ogen Van God als de dag van gisteren’.

2 Petrus 3:8-9. Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.

Opmerking: de apostel Petrus breidt de tekst van het Oude Testament nog wat meer uit en richt het ook op de toekomst.

Er is ook nog een tekst dat het lange tijd kan duren voor een belofte is gerealiseerd.

Galaten 3:16-17. Net zo gaf God zijn beloften aan Abraham en zijn nakomeling. Let wel, er staat niet ‘nakomelingen’, alsof het velen betreft, maar het gaat er om één: ‘je nakomeling’ – en dat is Christus. Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte is gekomen, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte niet ontkrachten.

Opmerking: na 430 jaar was er de wet en daarna duurde het nog vele eeuwen voor de Messias kwam.

Conclusie:
De twee teksten uit de Bijbel, die worden aangehaald brengen naar voren dat onze beleving van de tijd anders is dan die van de Heer. Voor ons is een jaar een hele periode en langere tijden zoals duizend jaar kunnen we al helemaal niet overzien. Een belofte kan ook vele eeuwen duren tot realisatie.

Onze beleving van de tijd is dus anders dan die van God. Het idee dat na 6000 jaar er een einde komt aan de wereld heb ik niet in de Bijbel kunnen vinden.

De 70 jaarweken

In het boek Daniël zijn het niet alleen de 70 jaarweken die de aandacht trekken. Verderop gaat het over 42 maanden, één tijd, tijden en een halve tijd en over 1290 en 1336 dagen. Waar wijzen die getallen op? Er zijn mensen die ermee uitrekenen wanneer Jezus weer terugkomt en dat er nog een grote verdrukking komt en hoe lang die duurt.

Hieronder gaan we bezien wat er in de Bijbel staat.

Zeventig jaar
Het begrip zeventig jaar komen we al eerder in de Bijbel tegen.

Jeremia 25:11. Heel dit land valt in puin en wordt een woestenij, en ook de omringende volken zullen de koning van Babylonië dienen, zeventig jaar lang. Maar als die zeventig jaar voorbij zijn, zal Ik de koning van Babylonië en zijn volk voor hun misdaden straffen – spreekt de HEER. Ik maak het land van de Chaldeeën voor altijd tot een woestenij.

Opmerking: uit de context blijkt dat het oordeel van God komt doordat men andere goden is gaan dienen en het land heel corrupt was geworden.

Jeremia 29:10-11. Dit zegt de HEER: Als er in Babel zeventig jaar voorbij zijn, zal Ik naar jullie omzien. Dan zal Ik mijn belofte gestand doen door jullie naar Jeruzalem te laten terugkeren. Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER: Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk; Ik zal je een hoopvolle toekomst geven.

Opmerking: het oordeel was voor een bepaalde periode: zeventig jaar.

Het boek Kronieken verhaalt wat inderdaad gebeurde. Het zijn afsluitende zinnen van dit boek dat de tijd weergeeft tot de laatste koningen van het zuidelijk stammenrijk, Juda, terwijl die van het noordelijk rijk al waren weggevoerd.

2 Kronieken 36:20-21. De mensen die aan het zwaard ontkomen waren, werden als ballingen naar Babylonië meegevoerd, waar ze de koning en zijn nakomelingen als slaven dienden totdat het rijk in handen viel van Perzië. Zo ging in vervulling wat de HEER bij monde van Jeremia had voorzegd. Zeventig jaar bleef het land braak liggen en had het rust, totdat alle niet in acht genomen sabbatsjaren vergoed waren.

Opmerking 1: de termijn van zeventig jaar was dus vanwege het niet in acht nemen van de sabbatsjaren. Dat is hier de verklaring van het oordeel. Blijkbaar heeft men het gebod van het sabbatsjaar, 70 keer niet in acht genomen. Een sabbatsjaar moest men na zes jaren een jaar lang vieren. Het gaat dus over een periode van 7 keer 70 jaar oftewel 490 jaar.
Opmerking 2: Na zeven sabbatsjaren hadden ook jubeljaren moeten worden gevierd. Dat waren er totaal ook nog tien geweest.

Daniel 9:1-3. In het eerste jaar nadat Darius, zoon van Xerxes en Mediër van geboorte, tot koning was gekroond over het rijk van de Chaldeeën, in het eerste jaar van zijn koningschap, leidde ik, Daniël, uit de boeken af hoeveel jaren het zou duren voordat de puinhopen van Jeruzalem verdwenen zouden zijn. Zoals de HEER aan de profeet Jeremia had gezegd, waren dat er zeventig. Ik wendde mij tot God, de Heer, en gaf me over aan gebed en smeekbeden, al vastend en rouwend.

Opmerking: de profeet Daniël nam deze profetie van Jeremia serieus en ging bij de HEER pleiten voor vergeving.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het houden van een sabbatsjaar was voor het volk Israël een belangrijk gebod van God. Wat zou dat over ons zeggen?

Na de zeventig jaar was er iemand nodig die op de belofte van God ging pleiten. En wat bleek de mensen waren inmiddels aan het oordeel gewend en velen wilden niet meer terugkeren.

De zeventig zeventallen
Na het gebed van Daniël komt de engel Gabriël naar Daniël toe om hem inzicht te geven. Daniël heeft het over een visioen. Daniël 9:21. Een visioen is, net als een droom, een soort van ruwe schets uit de hemel. Dromen en visioenen leggen iets uit, maar hebben ook verdere uitleg nodig.

Vooraf is het goed om te weten dat het niet duidelijk is in welk jaar Daniël dit visioen kreeg.

Daniël 9:23-24. Toen je je smeekbede begon heeft God gesproken, en ik ben gekomen om zijn boodschap over te brengen, want je bent zeer geliefd. Luister aandachtig en sla acht op het visioen. Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen is bezegeld en het allerheiligste gewijd.

Opmerking 1: ‘sjaboeim sjibiim’ dat is letterlijk ‘zeventallen zeventig’. Volgens de Studiebijbel zou je het best kunnen vertalen met ‘zeventig zeventallen’. Waar wijzen die zeventallen op: zeven dagen of zeven maanden of zeven jaren? Goed om te weten dat het Hebreeuws geen apart woord heeft voor week. Zowel christelijke als Joodse uitleggers denken dat het perioden zijn van zeven jaar. Dus totaal 490 jaar.
Opmerking 2: voor wie is dit visioen? Het gaat om het volk en de heilige stad van Daniël. Dat zullen wel het volk van Juda en de stad Jeruzalem zijn.
Opmerking 3: er komt een einde aan overtredingen en de zonden worden afgesloten. Dat lijkt over Jezus Christus te gaan omdat als je op Hem vertrouwt je overtredingen en zonden geen kracht meer hebben. Jezus heeft voor ons het wangedrag vergolden en eeuwige gerechtigheid gebracht.
Opmerking 4: daarna wordt ‘het profetisch visioen bezegeld’, dat lijkt dat het dan zal zijn gerealiseerd.
Opmerking 5: ‘het allerheiligst gewijd’ kan gaan over de, dan tweede, tempel in Jeruzalem, maar misschien wijst het ook op Jezus.

Daniël 9:25. Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop de boodschap is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken; en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn.

Opmerking 1: de woorden ‘massiach nagid’, Strong H4899 en H5057, is hier met ‘gezalfde vorst’ vertaald. Is dat de latere Nehemia, die Jeruzalem weer opbouwt of wijst dit op Jezus?
Opmerking 2: in dit vers staat een andere getal aanduiding namelijk ‘sjaboeim sjiba’ letterlijk zeventallen zeven. Dan komt die gezalfde vorst.
Opmerking 3: de opbouw van de stad zal sjaboeim, zeventallen, en wel 62 van die zeventallen duren.

Daniël 9:26. Na de tweeënzestig weken zal deze gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld.

Opmerking 1: na 62 zeventallen zal de Massias worden vermoord.
Opmerking 2: ‘het volk van een toekomstige vorst’. Waarom de nadruk op ‘het volk’? Waarom de nadruk op ’toekomstig’? Het Hebreeuwse woord ‘nagid’, kun je met prins of vorst vertalen.
Opmerking 3: die zal ‘verderf brengen’ over ‘de stad en het heiligdom’. Ik weet wel van vier keer in de geschiedenis dat dit is gebeurd. Het jaar 168 voor Christus toen een vorst een beeld van Zeus in de tempel zette. Het jaar 70, de verwoesting van Jeruzalem en het jaar 132 toen keizer Hadrianus een beeld van Jupiter in de tempel zette en in de jaren 688 tot 692 de bouw van de Islamitische Rotskoepel waar een geloofsuitspraak op staat als ‘God heeft geen zoon’.
Opmerking 4: die prins of vorst zal zijn einde vinden in een vloed, Strong H7858. Een woord dat ook in Daniël 11:22 voorkomt.
Opmerking 5: het boek Daniël spreekt zeven keer van ‘verwoestingen’, Strong H8074. O.a. in het vers hierna.

Daniël 9:27. Hij zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt.’

Opmerking 1: ‘die vorst zal een bondgenootschap sluiten met velen’ namelijk één zevental lang.
Opmerking 2: tijdens de helft van dat ‘zevental’ zullen er geen offers worden gebracht.
Opmerking 3: een ‘sikkoesjim mesjomeem’, ‘verdervende gruwelijkheden’, zullen er te zien zijn. Deze uitdrukking komt ook voor in Daniël 11:32 en Daniël 12:11.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De zeventig jaren veranderen in zeventig weken, nauwkeuriger geformuleerd zeventig zeventallen. Een week klinkt korter dan een jaar, maar uitleggers denken dat het om jaarweken gaat namelijk een groep van zeven jaren. Een periode van totaal 490 jaar.

Eén tijd, een dubbele en een halve tijd
De uitdrukking ’tijd, tijden en een halve tijd’ komt twee keer voor in de Bijbel. De meeste uitleggers denken dat dit een kryptische manier van zeggen is voor 3 1/2 jaar.

Er komt ook twee keer de uitdrukking ’42 maanden’ voor, wat een variant lijkt, hoewel 42 Israëlische maanden van 29 of 30 dagen net wat minder is dan 3 1/2 jaar.

Hieronder de teksten waar deze uitdrukkingen in voorkomen.

Daniël 7:25. Hij zal een grote mond opzetten tegen de allerhoogste God, en de heiligen van de Allerhoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feestdagen en hun wet te veranderen, en zij zullen aan hem overgeleverd zijn voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd.

Opmerking: dit is onderdeel van de droom van Nebukadnezar over de vier dieren. Het vierde dier levert een ‘hoorn’ die zal de aarde verslinden, de heiligen te gronde richten en er op uit zijn de tijden en de wet te veranderen en zij zullen een tijd, tijden en een halve tijd in zijn handen worden overgegeven.

In Daniël 12 wordt veel geopenbaard.

Daniël 12:1-4. In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk terzijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend. Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd. De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altijd. Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd. Velen zullen op zoek gaan en de kennis zal toenemen.’

Daniël 12:5-7. Toen zag ik, Daniël, twee anderen staan, de ene aan deze oever van de rivier, de andere aan de overkant. Een van hen zei tegen de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond: ‘Hoe lang duurt het voordat deze wonderbaarlijke gebeurtenissen ten einde zijn?’ Daarop hoorde ik de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: ‘Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld zal worden, dan zullen al deze dingen zich hebben voltrokken.’ 

Daniël 12:8-10. Ik hoorde het, maar begreep het niet en zei: ‘Mijn heer, hoe zal dit alles aflopen?’ Maar hij zei: ‘Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd. Velen zullen zich laten reinigen, zuiveren en louteren, maar de wettelozen zullen wetteloos handelen; en geen van de wettelozen zal het begrijpen, maar de verlichten zullen het wel begrijpen.

Opmerking: het is logisch dat wij het moeilijk vinden om het te begrijpen. Met de wettelozen zal Daniël bedoelen, die de wet van Mozes niet in acht nemen.

Openbaring 11:1-2. Vervolgens kreeg ik een rietstengel als meetstok, met de opdracht: ‘Neem de maten op van Gods tempel en van het altaar, en tel degenen die God daar aanbidden. De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen. 

Openbaring 12:14. Toen de draak zag dat hij op de aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een zoon gebaard had. Maar de vrouw kreeg de twee vleugels van een grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen, waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden, buiten het bereik van de slang. 

Openbaring 13:5. Het beest kreeg de macht om zijn bek te gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het klopt zeker dat woorden van Daniël zijn verborgen en verzegeld, aannemelijke uitleggen zijn moeilijk te vinden.

Tijdens de periode van 3 1/2 jaar of de 42 maanden gebeurt het volgende:
– Het vierde dier zal de heiligen gedurende die tijd onderdrukken. Daniël 7.
– Een tijd van verdrukking en redding van het volk van Daniël om als sterren te zijn. Anderen worden verafschuwd. Daniël 12.
– De volken zullen in die tijd de heilige stad vertrappen. Openbaring 11.
– De vrouw blijft in die tijd verborgen en beschermd. Openbaring 12.
– Het beest kan gedurende die tijd grootspraak en godslasteringen uitspreken. Openbaring 13.

1290 en 1335 dagen
In het boek Daniël staan nog twee perioden genoemd waarbij de lengte van het aantal dagen is bepaald.

Daniël 12:11-13. En vanaf het moment dat het dagelijks offer wordt afgeschaft en een verwoesting brengend afgodsbeeld is opgericht, zullen er twaalfhonderdnegentig dagen verstrijken. Gelukkig is de mens die blijft wachten tot er dertienhonderdvijfendertig dagen voorbij zijn. Maar jij, ga het einde tegemoet. Je zult te ruste gaan en aan het einde van de dagen opstaan om het lot te ontvangen dat jou is toebedeeld.’

Opmerking 1: van de geschiedenis weten we dat in het jaar 70 de dagelijkse offers zijn gestopt. Rond de jaren 135 werd een Romeinse tempel gebouwd en een beeld van Jupiter in die tempel gezet. In het jaar 325 liet de tot het Christendom bekeerde keizer Constantijn deze tempel afbreken. Er heeft ook nog een tijd een christelijke kerk gestaan. Daarna werd van 688 tot 692 de Rotskoepel op het tempelplein gebouwd. Bron: zie link

Opmerking 2: als de genoemde 1290 en 1335 dagen staan voor jaren. Dan is 692 en 1290 = het jaartal 1982 en 692 plus 1335 = het jaartal 2027.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het zijn woorden om in gedachte te houden, maar het is niet zo dat we nu weten in welk jaartal wat zal gaan gebeuren.

De grote verdrukking?

In de Bijbel gaat het dikwijls over lijden en verdrukking. Als je daar meer over wil weten bekijk dan deze studie, zie link.

Hier een overzicht van het Griekse woord, dat verdrukking is vertaald. En een enkel keer staat daar het bijvoeglijk naamwoord ‘groot’ bij. .

WoordSoort WoordStrongOpmerkingen:
1θλῖψις thlipsisZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G2347
SB2119
Verdrukking
Komt 45 keer voor in 43 verzen. KJV: tribulation (21x), affliction (17x), trouble (3x), anguish (1x), persecution (1x), burdened (1x), to be afflicted (with G1519) (1x).

Onder die 45 ‘verdrukkingen’, die in het Nieuwe Testament worden genoemd, zijn er vier die ‘grote verdrukkingen’ worden genoemd. In het Grieks: μέγας θλῖψις megas thlipsis

Van de vier ‘grote verdrukkingen’ is er één, hieronder de eerste, die al lang geleden was. Één grote verdrukking is er voor een bepaalde christelijke gemeente en die is er ook geweest. En bij twee ‘grote verdrukkingen’ zou het best kunnen gaan over een ‘grote verdrukking’, die nog zal komen.

We lopen ze achtereenvolgens langs.

1. De grote verdrukking ten tijde van Jacob en Jozef.
Één van deze teksten gaat om een grote verdrukking in het verre verleden met als gevolg dat Jacob met zijn hele huis naar Egypte gingen om het te overleven. De tijd dat Jozef onderkoning in Egypte was. Handelingen 7, zie tekst hieronder schrijft daar over. Deze grote verdrukking gold voor een bepaald gebied en een bepaalde tijd.

Handelingen 7:9-11. En de aartsvaders, die jaloers waren, verkochten Jozef zodat hij naar Egypte gebracht werd. Maar God was met hem
en verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en Hij gaf hem genade en wijsheid tegenover de farao, de koning van Egypte; en die stelde hem aan als bestuurder over Egypte en over heel zijn huis. Er kwam echter een hongersnood over heel het land Egypte en Kanaän en grote benauwdheid; en onze vaderen vonden geen voedsel. [HSV]
Opmerking: de HSV vertaalt in plaats van ‘grote verdrukking’ met ‘grote benauwdheid’.

2. De ‘grote verdrukking’ die Jezus noemt in Matteüs 24.

Jezus spreekt over ‘verdrukkingen’ en ‘grote verdrukkingen’ bij zijn woorden tegen zijn discipelen over de toekomst van de tempel en de stad Jeruzalem in Matteüs 24.

In de tekst van vers 1 tot en met 14 krijgen zijn woorden een steeds wijder perspectief. Het evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld worden gepredikt.

In vers 15 spreekt Jezus weer over de heilige plaats, dat lijkt mij de tempel en hij spreek dan over vluchten naar Judea. Vanuit Jeruzalem natuurlijk. En dan volgt deze tekst:
Matteüs 24:21. Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen.

Er zijn rond het jaar 70 en rond het jaar 130 ook enorme verdrukkingen geweest in en rond Jeruzalem. Voor wie is geïnteresseerd in die tijd kan de verslagen van Flavius Josephus lezen. Bij Joodse mensen ontstonden verschillende groepen, die elkaar gingen vermoorden. Toen de Romeinen kwamen met hun legers doodden ze honderdduizenden mensen. De gemeente van God was voor een deel op tijd uitgeweken. Dank zij de waarschuwingen van Jezus.

Mocht u twijfelen, dan wijs ik nog even op de vraag waar de rede van Jezus een antwoord op was. In het begin van het gesprek gaat het over de tempelgebouwen. Als Jezus met zijn discipelen uit de tempel vertrekt zegt hij: ‘Hebben jullie dat alles goed gezien? Ik verzeker jullie: geen enkele steen zal op de andere blijven, alles zal worden afgebroken!’

Als Jezus met zijn discipelen op de helling van de Olijfberg of misschien wel bovenaan de berg gaat zitten met zijn discipelen. Je hebt daar een mooi uitzicht op de tempel en het tempelplein. Dan vragen de discipelen: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’ 

Het tweede deel van de vraag van de discipelen lijkt voor ons over de hele wereld te gaan. Zo hadden ze dat denk ik niet bedoeld. Het gaat hier om de voltooiing, de afronding van de tijd waar we nu mee te maken hebben.

3. Een waarschuwing voor een ‘grote verdrukking’ voor de gemeente van Efeze.

Er is een tekst, die gaat over de gemeente van Efeze, die, geestelijk, overspel pleegt. De gemeente van Efeze zal daarom voor dat overspel een grote verdrukking ondergaan als ze zich niet bekeren.

Openbaring 2:22. Zie, Ik werp haar te bed, en breng hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van hun werken. [HSV]

Opmerking: het was in de tijd dat Paulus hier predikte de stad met de meeste mensen. Maar er zijn daarna diverse aarbevingen geweest, de haven slibde dicht, er ontstond een moeras waar malaria muggen mensen ziek maakten. De stad is heden ten dage een grote ruïne en van die wereldberoelmde tempel van Artemis staat nog één van de 127 pilaren overeind.

4. De schare, die niemand tellen kan uit de ‘grote verdrukking’.

In Openbaring 7 gaat over een grote schare uit elke alle landen, die voor de troon van God staan. Ze komen uit de grote verdrukking. Ze zijn martelaren voor Jezus.

Openbaring 7:13-14. Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’ Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, ​heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun ​kleren​ witgewassen met het bloed van het lam.

Over welke grote verdrukking gaat het? Het zou kunnen gaan om de zware vervolgingen van christenen in de eerste eeuwen. Zoals in de tijd van keizer Diocletianus toen tienduizenden of honderdduizenden, de schattingen variëren, van mensen, die werden vermoord.

Overwegingen
Van deze vier grote verdrukkingen zou het bij twee over een wereldwijde grote verdrukking kunnen gaan, die in de boeken Matteüs en Openbaring.

De ‘grote verdrukking’ van Matteüs lijkt te gaan over de tijd van de verwoestingen van Jeruzalem rond de jaren 70 en 130. Die werd uitgevoerd door de Romeinen en was een verdrukking voor het joodse volk.

De ‘grote verdrukking’ van Openbaring gaat in ieder geval over de vervolgingen van gelovigen in Jezus onder de Romeinse keizers. Later was er een grote verdrukking voor het Joodse volk onder Führer Adolf Hitler: de holocaust tijdens de tweede wereld oorlog.

Er zijn eindtijdsprekers, die vooral oog hebben voor dé grote verdrukking die nog moet komen. Zelfs binnenkort. Dat zou best kunnen zijn maar wellicht ook niet.

De opname van de gemeente?

Ik ken een viertal tekstgedeelten, die in de richting zouden kunnen wijzen van een opname van de gemeente. Hieronder staan ze.

Jezus spreekt tegen de discipelen over de plaats waar hij heen zal gaan en voor hen een plaats zal gereed maken en zal terugkomen en dan hen meenemen naar waar Hij is.
Johannes 14:1-4. Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar Ik heen ga.’

Opmerking 1: de ‘jullie’ waar Jezus over spreekt zijn zijn discipelen.
Opmerking 2: Jezus zegt dit, maar de discipel Thomas en wellicht de anderen ook begrepen er weinig van.

Later spreekt Jezus nog een keer over ‘meenemen’ en ook trouwens over ‘achterlaten’.
Matteüs 24:40-43. Dan zullen er twee op het land aan het werk zijn, van wie de een zal worden meegenomen en de ander achtergelaten. Van twee vrouwen die samen aan de molen draaien, zal de ene worden meegenomen en de andere achtergelaten. Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. Besef wel: als de heer des huizes had geweten in welk deel van de nacht de dief zou komen, dan zou hij wakker gebleven zijn en niet in zijn huis hebben laten inbreken. Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.

Opmerking: hier spreekt Jezus over allerlei mensen, die zullen worden meegenomen en anderen trouwens, die zullen worden achtergelaten.

In een gelijkenis, die Jezus vertelt, Matteüs 25:1-13, nog weer later schetst Jezus eenzelfde situatie met vijf wijze en vijf dwaze meisjes. De dwaze meisjes hadden hun voorbereiding niet gedaan voor de komst van de bruidegom. Ze konden daardoor ook niet aan de bruiloft deelnemen.

Matteüs 25:10-13. Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, doe open voor ons!” Maar hij antwoordde: “Ik verzeker jullie: ik ken jullie niet.” Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip Hij komt.

Opmerking 1: hier schetst Jezus een ander beeld dan meenemen en achterlaten. Hier gaat het over naar binnen mogen en niet naar binnen mogen. Jezus geeft hier ook aan waarvoor ze werden binnengelaten namelijk voor het bruiloftsfeest.
Opmerking 2: de vijf dwaze meisjes mogen niet naar binnen. De reden? Ze hadden geen of onvoldoende ‘olie in de lampen’. Waar slaat dat op? Olie is in het algemeen een beeld van de Heilige Geest. De volheid van de Geest van God in je leven is er niet zomaar.

Van de apostel Paulus hebben we een heel stuk in de brief aan de gemeente van Tessalonica over een onderwerp dat hier op aan lijkt te sluiten. Hier de tekst in twee delen

1 Tessalonicenzen 4:13-15. Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf. Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan.

Opmerking: de doden van de gemeente zal Jezus naar zich toe leiden.

1 Tessalonicenzen 4:16-18. Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn. Troost elkaar met deze woorden.

Opmerking 1: de levenden zullen samen met de doden worden weggevoerd en we gaan samen de Heer tegemoet.

Opmerking 2: Paulus spreekt over de doden, die Christus toebehoren. Die krijgen voorrang. Er staat in de vertaling, die Christus toebehoren, maar in het Grieks staat er ‘die in Christus’ zijn. Dat is scherper. Daarna wij de levenden. Voor de levenden neem ik ook aan dat voor hen ook geldt ‘die in Christus’ zijn.

Opmerking 3: er staat ‘worden weggevoerd’ en ‘de Heer tegemoet gaan’ en ‘we zullen altijd bij hem zijn’. Dat staat er. Waar zullen we altijd bij hem zijn? Dat staat er hier niet bij.

Nog enkele opmerkingen over de wolken en de lucht. ‘Wolken’ zijn in de Bijbel dikwijls geestelijk, terwijl je ze ook gewoon kunt zien. De lucht is ook dikwijls geestelijk. Zo is er sprake van de prins van de macht in de lucht, zie Efeziërs 2:2. Die prins is een persoon van de duisternis. Zowel licht als duisternis is er in de lucht.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De uitdrukking ‘opname van de gemeente’ spoort op twee punten niet met de gegevens van de Bijbel.

Ten eerste staat nergens het woord ‘opnemen’. Er wordt gesproken over meenemen, over binnengaan, over de Heer tegemoet gaan en bij Hem blijven. En dus niet over ‘opnemen’.

Ten tweede is er geen sprake van ‘de gemeente’. Het gaat over discipelen, over enkelingen, over wijze meisjes en over hen ‘die in Christus’ zijn. Niet over ‘de gemeente’.

Waar zou men samen met de Heer naar toe gaan of samen zijn? Het bruiloftsfeest wordt gezegd. Waar is dat? Het huis van de Vader? In de hemel? Op de aarde? Ik hoor het graag van iemand, die inspiratie van de Geest heeft.

Hoe is het met sprekers, die van de ‘opname van de gemeente’ spreken. Het is niet toegestaan als leraar om iets anders, iets meer of iets minder van het woord van God te maken. Tenzij het aanvullende informatie van de Geest is. Dat is dan van iemand met de functie van een profeet.

Is wat sprekers over ‘de opname van de gemeente’ als iets profetisch zien? Dan is het nog de vraag of het een echte of een valse profetie is. Wie het weet mag het zeggen.

Het beest in het boek Openbaring

In het boek Openbaring wordt het beest genoemd en het beeld en het merkteken van het beest en het getal 666. Hier als eerste het beest.

Er zijn ook andere boeken waarin deze woorden worden gebruikt. Hier de feiten uit de Bijbel.

 WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1בְּהֵמָה
behemah
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H929Beest
Komt 189 keer voor in 172 verzen.
KJV: beast (136x), cattle (53x).
2ζῷον
zōon
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2226
SB2019
Dier, beest
Komt 23 keer voor in 20 verzen
KJV: beast (23x)
3θηρίον thērionZelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2342
SB2114
Beest, wild dier.
Komt 46 keer voor in 38 verzen.
KJV: beast (42x), wild beast (3x), venomous (giftig) beast (1x).

Ad 1: Behemah beest
Het Hebreeuwse woord voor beest gaat om gewone wilde dieren, in tegenstelling tot tamme dieren. Er worden geen monsters mee aangeduid.

Ad 2: Zōon dier
Het Griekse woord zōon is het gewone woord voor dier. Een woord dat wij ook kennen in onze taal: zoölogie, dat is dierkunde.

In de brief aan de Hebreeën wordt dit woord gebruikt voor de schapen die in de tempeldienst werden geofferd. Het boek Openbaring gebruikt dit woord om de vier dieren aan te duiden: de mens, de leeuw, de stier en de arend.

Ad 3: Therion wild dier
Het Griekse woord therion is het woord voor wilde dieren. Jezus was bij de wilde dieren in de woestijn, zie Marcus 1:13. Paulus schudde een wild beest van zich af, toen hij werd gebeten, zie Handelingen 28.

Het woord therion wordt ook wel als beeld gebruikt voor beestachtige mensen. Zie Titus 1:12. Daar gaat het over een spreekwoord over Kretenzen. Wilde dieren zijn het. En in Openbaring 6 over de wilde dieren van de aarde. In het boek Openbaring komt het woord therion nog 37 keer voor eenmaal in Openbaring 11 en verder in ieder hoofdstuk van 13 tot en met 20.

Openbaring 11:7. En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. [HSV]

Opmerking : hier gaat het over het beest uit de afgrond.

Openbaring 13:1-4. En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien hoorns had, en op zijn hoorns waren tien diademen, en op zijn koppen een gods lasterlijke naam. En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht. En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren? [HSV]

Opmerking 1: hier gaat het om een beest uit de zee.
Opmerking 2: De draak heeft dat beest macht gegeven.

Openbaring 13:11-12. En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee hoorns, als die van het Lam, maar het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was. [HSV]

Opmerking 1: het gaat hier om een beest uit de aarde.
Opmerking 2: de afgrond is de plaats waar demonen naar worden verwezen als straf. Het beest uit de afgrond is een duister, gruwelijk en kwaaddoend beest. Het beest uit de afgrond helpt het beest uit de aarde.

Overwegingen:
Het boek Openbaring is geschreven in de tijd dat men de Romeinse keizers als god moesten aanbidden. Die aanbidding als god begon met keizer Augustus. Opmerkelijk dat juist toen Jezus werd geboren. Daarna ging dat verder onder keizer Tiberius, Caligula, Claudius en Nero.

Wie de keizer niet als god wilde vereren kreeg de doodstraf. Om mensen te herinneren dat hij een god was werd het ook op de munten van die tijd geperst. Het beeld met de naam en het gezicht van de keizer. Alleen met die munten mocht je betalen. In de Engelse Wikipedia vond ik: tijdens de regering van keizer Decius (249-251 n. Chr.) konden degenen die niet het certificaat van offerande (libellus) aan Caesar bezaten, geen handel drijven, een verbod dat mogelijk teruggaat tot keizer Nero.

rijk de macht had en de gelovigen in Jezus onderdrukte. Wij hebben misschien romantische beelden van het Romeinse rijk, maar het was een hard en wreed rijk. Wie niet de keizer als god wilde vereren had een groot probleem.

Sommige keizers zoals Nero waren extreem wreed een soort van beesten. Misschien stond hij wel model voor het beest en sloeg het getal 666 wel op hem. Zie volgende paragraaf.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Voor de vier dieren van God is een ander woord gekozen dan voor de wilde dieren die daarna worden genoemd. De vier dieren van God staan voor glorie rijke machten.

Er zijn verschillende beesten.
– het beest uit de afgrond. Openbaring 11.
– het beest uit de zee. Openbaring 13:1.
– het beest uit de aarde. Openbaring 13:11.

Het beest uit de afgrond gaat oorlog voeren met de twee getuigen.

Het beest uit de zee heeft zeven koppen en tien hoorns en tien diademen. Het lijkt op een panter, een beer en een leeuw. Het plaatje van een duistere geest. Dit zou een beeld van het Romeinse Rijk kunnen zijn, een wereldrijk dat iedereen zijn wil oplegde.

Het beest uit de aarde heeft twee hoorns. Dit beest werd gestuurd vanuit het beest uit de afgrond. Hij probeerde zich te laten zien als verzoener maar hij sprak als de duivel. Openbaring 13:11-12.

Het beeld van het beest.

In Openbaring 13:15 hanteert een nieuw begrip namelijk het beeld van het beest. Het Griekse woord voor beeld, eikon, gebruikte men ook voor het beeld van Caesar op een muntstuk, zie Matteüs 22:20.

 WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1εἰκών
eikōn
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G1504
SB1353
Beeld
Komt 23 keer voor in 20 verzen.
KJV: image (23x).

Ad 1: Eikon beeld
Het woord eikon wordt zowel gebruikt voor een beeld van hout of steen, maar ook voor een afbeelding. Dat wij een beeld van Christus zijn bijvoorbeeld. Maar dus ook in het boek Openbaring dat er een beeld van het beest is.

Men gebruikt het ook voor beelden van mensen, vogels of kruipende dieren. Zie Romeinen 1:23. Maar ook dat wij, een beeld van Jezus zullen zijn. Romeinen 8:29.

Het boek Openbaring spreekt tien keer over het beeld van het beest. Hieronder staat een tekst, waar het vier keer gaat over het beeld van het beest. In het volgende hoofdstuk nog meer teksten over het beeld van het beest.

Openbaring 13:14-15. En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. [HSV]

De andere teksten waar het woord beeld in voorkomt, staan in het volgende hoofdstuk.

Het merkteken van het beest

Het boek Openbaring spreekt zes keer over het merkteken van het beeld van het beest. De naam van het beest heeft ook een getal, namelijk zeshonderdzesenzestig, zie volgend hoofdstuk.

 WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1χάραγμα
charagma
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G5480Merkteken
Komt 9 keer voor in 9 verzen.
KJV: mark (8x), graven (1x).

Ad 1: Charagma merkteken
Het merkteken, het Griekse woord is charagma was een keizerlijk zegel van het Romeinse Rijk dat in de 1e en 2e eeuw op officiële documenten werd gebruikt.

Het woord charagma komt in het Nieuwe Testament voor in het boek Handelingen (1x) en in het boek Openbaring (8x).

Handelingen 17:29. Maar als wij dan uit God voortkomen, mogen we niet denken dat het goddelijke gelijk is aan een beeld van goud of zilver of steen, het werk van een ambachtsman, door mensen bedacht.

Opmerking: bedenken staat als vertaald woord ver af van het graveren. De KJV heeft ‘graven’. De Statenvertaling komt met ‘gesneden’ dichterbij. Zij vertalen zo: “Wij dan, zijnde Gods geslacht, moeten niet menen, dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk is, welke door mensenkunst en bedenking gesneden zijn”.

In het boek Openbaring komt charagma 8x voor en dan als merkteken van het beest. Hieronder alle teksten.

Openbaring 13:16-18. En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam. Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig. [HSV]

Opmerking: in het Romeinse rijk kregen diverse mensen dat. Eigenaren van slaven deden dat, keizers deden dat bij gladiatoren.

Openbaring 14:8-11. Gevallen, gevallen is Babylon, die grote stad, die door haar ontucht alle volken de wijn van haar wellust heeft laten drinken.’ Zij werden gevolgd door een derde engel, die met luide stem riep: ‘Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt. [HSV]

Openbaring 15:2. En ik zag iets als een glazen zee, met vuur gemengd. En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam stonden bij de glazen zee, met de citers van God. [HSV]

Openbaring 16:2. En de eerste (engel) ging en goot zijn schaal uit over de aarde, en er kwam een kwaadaardige en schadelijke zweer bij de mensen die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden. [HSV]

Openbaring 19:20. En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. [HSV]

Openbaring 20:4. En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. [HSV]

Wat is de samenvatting van deze teksten?
Zonder het merkteken of de naam of het getal van het beest kun je niet kopen of verkopen. Openbaring 13:17-18.
Het merkteken krijg je op je voorhoofd of hand. Openbaring 13:16 en 14: 9.
Het merkteken geeft de naam van het beest aan. Openbaring 14:11.
Er zijn overwinnaars van het beest, het beeld, het merkteken en het getal van zijn naam. Openbaring 15:2.
De mensen met het merkteken krijgen een schadelijke zweer. Het voordeel wordt een groot probleem. Openbaring 16:2.
Het merkteken van het beest is iets wat je ontvangt en daardoor ben je ook kwetsbaar voor misleiding. De veroorzakers van het merkteken, het beest en de valse profeet krijgen een zware straf. Openbaring 19:20 en 20:4.
Als je het merkteken niet hebt ontvangen mag je als koning regeren met Christus duizend jaar lang. Openbaring 20:4.

Het getal 666

In het Hebreeuws en het Grieks hebben de letters ook de betekenis van getallen. De eerste letter van het Hebreeuws, de aleph, is ook getal één. De tweede letter, de beth is twee. De gimel is drie. En de zesde letter, de wav is het getal zes. In het huidige Israël gebruikt men overigens de getallen, die wij ook gebruiken.

Je kunt op twee manieren tegen als het getal van de mens en dat drie keer: het summum van de mens.

Zoals het in Openbaring is geschreven is het getal zeshonderd zes en zestig of in het Grieks hexakosioi hexēkonta hex.

Een Hebreeuws en Grieks woord heeft een getalswaarde, namelijk de getallen van de afzonderlijke letters opgeteld. In het jodendom noemt men het omgaan van de getallen van woorden ‘gematria’.

Je kunt vele namen van keizers, presidenten en anderen tot de som van 666 laten optellen. De Romeinse keizer Nero regeerde van 54 tot 68 na Christus. Als je zijn naam met titel in het Aramees schrijft dan is dat נרון קסר‎ NRON QSR dat de volgende cijfers geeft 50 200 6 50 100 60 200 met een totaal van 666.

Dit is de tekst waar het getal in voorkomt.
Openbaring 13:17-18. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen. Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.

Openbaring 15:2. En ik zag iets als een glazen zee, met vuur gemengd. En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam stonden bij de glazen zee, met de citers van God. [HSV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Dat het getallen onderwijs van het Jodendom, wat zij gematria noemen, ook in de Bijbel voorkomt en daarmee dus ook wel een goede functie heeft.

Een naam of een benaming voor iemand kan ook een geestelijke betekenis hebben. En kan ons helpen om iemand met kwade bedoelingen te ontmaskeren of extra oplettend te maken.

Strijd en vrede in de eindtijd

Er wordt gesproken van een strijd in de vlakte van Megiddo. Er komt een periode van duizend jaar vrede. En er wordt gesproken van grote oorlogen door Gog in Magog.

Armageddon

Sommige sprekers en boeken noemen Armageddon als de plaats waar de grote slag in de eindtijd gaat plaats vinden. Wat zegt de Bijbel daar over?

Het Nieuwe Testament spreekt eenmaal over Armageddon en wel in het boek Openbaring.

Openbaring 16:12-16. En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat. En ik zag uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen. Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien. En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.

Armageddon is het vergriekste woord voor het Hebreeuwse ‘har’ en Megiddo. Het woord ‘har’ gaat over een heuvel of een berg. En Megiddo is een plaats.

Maar nu eerst over de plaats en de streek in Israël waar het om gaat. In Israël ligt ten zuiden van de lijn Haifa en Nazareth een behoorlijk grote vlakte van zo’n dertig bij tien kilometer. Megiddo ligt ongeveer in het midden van die vlakte aan de zuidkant op een heuvel tegen het Karmel gebergte. Daar begint de weg naar een pas die door het Karmel gebergte gaat. Zie het kaartje hieronder.

Het is goed voor te stellen dat dit een plaats zou zijn voor het laatste oordeel. De heuvel van Megiddo zou als rechterstoel kunnen functioneren. En de vlakte waar de heuvel op uitkijkt zouden miljoenen mensen op kunnen staan.

Megiddo ligt links van het dal op het kaartje hieronder en Jizreël ligt rechts op het kaartje. De vlakte wordt ook wel het dal van Jizreël genoemd.

Vanwege de pas over de Karmel ligt Megiddo op een strategische plek. Die strategische plek is de aanleiding geweest voor tientallen oorlogen. De laatste twee oorlogen waren in 1918 en 1948.

Feiten uit de Bijbel
De woordnummers van ‘har’ en Megiddo zijn H2022 en H4023. Er is in het Oude Testament geen tekst, die spreekt over de heuvel van Megiddo. Het dal of de vlakte van Megiddo wordt wel genoemd. Er zijn twee Hebreeuwse woorden voor vlakte.

Hier in de tabel de gegevens van deze woorden van de Bijbel.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1מְגִדּוֹן
mᵊḡidôn
PlaatsnaamH4023Megiddo.
Komt 12 keer voor in 12 verzen.
KJV: Megiddo (11x), Megiddon (1x).
2בִּקְעָה
biqʿâ
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H1237Vlakte, dal, vallei
Komt 20 keer in 20 verzen voor
KJV: valley (13x), plain (7x).
3עֵמֶק
ʿēmeq
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H6010Vlakte, dal, vallei
Komt 69 keer voor in 64 verzen.
KJV: valley (63x), vale (4x), dale (2x).
4Ἁρμαγεδών
harmagedōn
PlaatsnaamG717Megiddo
Komt eenmaal voor.
KJV: : Armageddon (1x)

De naam Megiddo komt elf keer voor in het Oude Testament. Het wordt als woonplaats genoemd. Tweemaal gaat het over de vlakte, de biqa van Megiddo.

De eerste keer gaat om koning Josia, die tegen de wil van God in gaat strijden met koning Necho en daardoor de dood vindt.
2 Kronieken 35:22-23. Josia keerde echter zijn gezicht niet van hem af, maar hij vermomde zich, om tegen hem te strijden. Hij luisterde niet naar de woorden van Necho op gezag van God, maar kwam om in het dal van Megiddo te strijden. De schutters schoten koning Josia echter neer. Toen zei de koning tegen zijn dienaren: Breng mij weg, want ik ben zwaargewond.

De tweede keer gaat het om een tekst in het boek Zacharia.
Zacharia 12:9-11. Op die dag zal het gebeuren dat Ik alle heidenvolken die tegen Jeruzalem oprukken, zal willen wegvagen. Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene. Op die dag zal in Jeruzalem de rouwklacht groot zijn, zoals de rouwklacht van Hadad-Rimmon in het dal van Megiddo.

Opmerking 1: God zal de legers van de volken wegvagen. Dit kun je ook lezen in het boek Openbaring hieronder. Voor Israël is het een mooie profetie. Maar er zal ook rouw, lees wroeging, zijn over wat ze God hebben aangedaan. Namelijk dat ze Jezus doorstoken hebben.
Opmerking 2: Hadad en Rimmon zijn namen van Syrische goden. De rouwklacht van Hadad-Rimmon is verder niet bekend in de Bijbel. Maar als je andere goden gaat dienen is de ellende niet ver weg. Haddad-Rimmon is ook te zien op het kaartje, iets rechts van de plaats Megiddo.

Drie keer wordt in het Oude Testament de ‘emeq, de vlakte, van Jizreël Strong H3157 genoemd.

Het was een vlakte die in de tijd van Jozua bevolkt was door Kanaännieten, zie Jozua 17:6. Het was de vlakte waar in de tijd van de Richteren door richter Gideon werd gestreden tegen volken uit het Oosten, de Midianieten en Amalekieten en die Gideon ook versloeg. Zie Richteren 6:33.

Hosea 1:3-5. Hij ging en nam Gomer, een dochter van Diblaïm; zij werd zwanger en baarde hem een zoon. Toen zei de HEERE tegen hem: Geef hem de naam Jizreël, want nog even en Ik zal de bloedschulden van Jizreël vergelden aan het huis van Jehu, en Ik zal het koningschap van het huis van Israël wegdoen. Op die dag zal het gebeuren dat Ik de boog van Israël zal breken in het dal van Jizreël.

Twee keer wordt de vallei, de emeq, van Josafat, Strong H3092, genoemd.

Joël 4:1-4. In dezelfde tijd dat ik het lot van Juda en Jeruzalem ten goede keer, zal ik alle volken bijeenbrengen en wegvoeren naar de vallei van Josafat om daar een oordeel over hen te vellen. Want zij hebben mijn volk Israël, mijn eigendom, onder vreemde volken verstrooid, ze hebben mijn land verdeeld en om mijn volk het lot geworpen; ze hebben jongens geruild tegen hoeren en meisjes verkocht voor wijn, om zich te bedrinken.

Joël 4:12-15. Laat de volken aantreden, laat ze optrekken naar de vallei van Josafat; daar zal ik mijn oordeel over hen vellen. Sla de sikkel erin, het is tijd om te oogsten. Kom de wijnpers treden, de persbak is vol, de kuipen lopen over, zó talrijk zijn hun misdaden. Dichte drommen bijeen in de vallei van het oordeel! Nabij is de dag van de HEER. Daar zal hij oordelen! Zon en maan worden verduisterd, sterren doven hun glans.

Opmerking 1: Josafat zou op koning Josafat betrekking kunnen hebben, maar het zou ook kunnen verwijzen naar de betekenis van die naam. Jo is de naam van de HEER en safat betekent rechter, dus het dal waar God rechtspreekt.
Opmerking 2: Uitleggers hebben totaal wel een vijftal dalen voor ogen, die bedoeld zouden kunnen zijn met het dal van Josafat. Het dal van Megiddo is er één van. (bron Christipedia)

Vijf keer wordt in het boek Ezechiël een biqa, een vlakte genoemd. Het was een vlakte in de buurt van de plaats waar hij toen was namelijk bij Babel. Hij krijgt ook een visioen over een dal van dorre doodsbeenderen. Zou dat de vlakte van Megiddo zijn?

Ezechiël 37:1-2. Ik werd opnieuw door de hand van de HEER gegrepen. Zijn geest voerde mij mee en hij zette mij neer in een dal vol beenderen. Ik moest er aan alle kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, die helemaal waren uitgedroogd. 

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het Nieuwe Testament wijst op de heuvel van Megiddo. Het zou de plaats van de rechterstoel van God kunnen zijn. Of een beeld daar van.

Twee teksten geven aan dat de volken van de wereld daar strijd zullen leveren en ook het onderspit zullen delven. Zoals destijds ook die twee volken, die door de richter Gideon werden verslagen. Zacharia 12. Het gaat om Joel 4 in de NBV (andere vertalingen Joel 3).

Twee teksten geven aan dat het ook een vlakte is waar voor Israël het oordeel was en is. 2 Kronieken en Hosea 1: de boog van Israël breken..

En wellicht is het deze vlakte in het beeld van het dal van de dorre doodsbeenderen van de profeet Ezechiël. Dan gebeurt er toch nog iets goeds van dit dal.

Duizendjarig vrederijk?

Spreker en boeken beweren dat er een duizendjarig vrederijk komt. Staat dat ook in de Bijbel?

Hier in de tabel de gegevens van de Griekse woorden voor duizend en jaar en vrederijk.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1 χίλιοι
chilioi
Bijvoeglijk
naamwoord
G5507
SB4824
Duizend
Komt 11 keer voor in 10 verzen.
KJV: thousand (11x).
2thἔτος
etos
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2094
SB1905
Jaar
Komt 49 keer voor in 48 verzen.
KJV: year (49x).
Vrederijk?
Komt 0 keer voor in 0 verzen.

In Openbaring 20 komt het woord chilioi zes keer voor en steeds in combinatie met het woord etos.

Het woord rijk of vrederijk komt niet voor. Er wordt wel gesproken over heersen of regeren, Strong H936, dat zou onderdeel van een rijk kunnen zijn natuurlijk.

Openbaring 20:1-3. Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten.

Openbaring 20:4-5. Ook zag ik tronen, en degenen die erop zaten mochten rechtspreken. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met Christus. De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding.

Openbaring 20:6. Gelukkig en heilig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van Christus zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen.

Openbaring 20:7-10. Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, zo veel mensen als er zand is bij de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid.

Dit hoofdstuk uit het boek Openbaring houdt eenzelfde opbouw aan als hoofdstukken van het boek Ezechiël. Meer info in dat boek dus.

Boek OpenbaringBoek EzechiëlOnderwerp
120:1-6hoofdstukken 36 en 37aards herstel; eerste opstanding
220:7-10hoofdstukken 38 en 39laatste strijd, Gog en Magog
320:11-15?oordeel volgens de daden
4hoofdstukken 21 en 22hoofdstukken 40 tot en met 48.nieuwe hemel en nieuwe aarde

Rij 2 komt in het volgende hoofdstuk aan de orde.
Rij 3 komt in de studie over de grote dag aan de orde.
Rij 4 komt in de studie over het eind van de tijd aan de orde.

Andere bronnen: Excurs Studiebijbel deel 10.

Gog in Magog.

Er zijn sprekers en schrijvers, die wijzen op Gog en Magog. Er wordt over Gog en Magog gesproken in het boek Ezechiël in het Oude Testament.

Gog, woordnummer H1463 wordt negen keer genoemd in Ezechiël 38 en 39. Er wordt ook eenmaal over een persoon, die Gog heet gesproken, die van de stam van Ruben was. Zie 1 Kronieken 5:4.

De Gog van de profeet Ezechiël is de vorst van Mesech en Tubal.

De hoofdstukken 38 en 39 bevatten een profetie over de vorst Gog in het land van Magog, respectievelijk 23 en 29 verzen lang.

De vorst Gog uit het Noorden zal met andere volken het land Israël aanvallen. Maar dan zal de HEER voor Israël gaan strijden en zullen de legers van de volken worden weggevaagd.

Maar de strijd van Gog in het land van Magog zal volgens het boek Openbaring pas na de duizend jaar zijn als de Satan uit zijn gevangenis komt.

Magog is ook de naam van een mens in de Bijbel. Het gaat dan om Magog, die een zoon is van Jafeth, de zoon van Noach. Strongnummer H4031. De nakomelingen van die Magog van Jafeth. In beide hoofdstukken van Ezechiël komt de naam Magog eenmaal voor. Het is de naam van een volk dat in een bepaalde streek woont.

In de Septuaginta, het door Joodse geleerden vertaalde Hebreeuwse Oude Testament in het Grieks, is ook Agag, de koning van de Amalekieten als Gog geschreven. De schrijvers van het Nieuwe Testament hanteerden de Septuaginta. Het volk, de Amalekieten waren als geen ander volk de aartsvijanden van het volk Israël.

De strijd zal plaatsvinden als tegen een volk dat uit vele volken weer is samengebracht op de bergen van Israël, die lange tijd verlaten zijn geweest (Ezechiël 38:8 en 12). Het is ook een land van steden zonder muren (vers 11), hoewel er ook steden met muur zullen zijn (vers 20).

Er zijn twee perioden in de geschiedenis geweest dat de mensen van het volk Israël uit de volken terugkeerden naar het land Israël. De eeuwen voor Christus eerste komst op aarde. En sinds het begin van de vorige eeuw.

In de jaren rond het jaar 70 en 135 kwamen twee keer legers uit het Noorden, de Romeinse legioenen met hun soldaten uit allerlei volken uit het Noorden, naar Israël om het volk van de joden aan te vallen. Toen was er ook de gemeente, die heilig was en een God, die zijn geest uitgoot over het volk Israël. Maar misschien gebeurt het nog een tweede keer. Zo gaat dat met profetieën.

In het Nieuwe Testament komen deze namen Gog en Magog beiden nog eenmaal voor en wel in het boek Openbaring (woordnummers G1136 en G3098). Hier gaat het om legers, die Israël binnen vallen na de periode van duizend jaar.

Openbaring 20:7-10. En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid. [HSV]

Als u meer over dit onderwerp wil weten dan verwijs ik naar excurs 6 Gog en Magog, van de Studiebijbel van het Oude Testament deel 11, van bladzijde 984 tot 991 met een verwijzing naar een twintigtal andere boeken.

Wat kunnen we van dit onderwerp leren?
Gog in Magog is een beeld voor de vijanden van het volk Israël. In Openbaring staat dat de volken na het duizend jarig rijk opgestookt door de tegenstander ten strijde zullen trekken naar Israël.

Waarom doen die volken dat? Omdat ze misleid zijn. Rond het volk en de staat Israël is al lange tijd maar ook heden ten dage veel misleiding. De leugen regeert in veel gevallen. Daardoor is er veel haat ontstaan.

Gelukkig zorgt God voor gerechtigheid. Er zal vuur uit de hemel neerdalen en hen verslinden. Deze profetieën en ook die van Armageddon, die hier bij hoort, zie hieronder, zorgen ervoor dat landen met veel christenen op hun hoede zijn. Althans dat is te hopen.

Andere bronnen.

Er zijn een veelheid aan boeken, podcast en you tube filmpjes over de eindtijd.

Sommigen eindtijd boeken en sprekers hebben een routekaart voor de toekomst. Zoals bijvoorbeeld is weergegeven in onderstaand schema.

Het is een schema, die ik van destijds Goudse predikant Kerssen heb gekregen. Er staan 16 stappen op. De stappen 1 tot en met 6 zijn in de geschiedenis al gezet. Stap 7 is het herstel van Israël. En vervolgens de stappen in de toekomst.

Overwegingen

Er is best veel te overwegen over dit onderwerp. Is het waar wat eindtijd sprekers naar voren brengen op klopt het maar deels of zelfs helemaal niet. Hier per onderwerp wat overwegingen.

Waarschuwen nuttig?
Eindtijd sprekers en boeken willen de mensen waarschuwen. Maar waar voor eigenlijk? Ik zag twee doelen.

Ten eerste voor naderende rampen. Het is natuurlijk altijd goed om iets op voor te bereiden. Zo kan het elektriciteitsnet en de waterleiding uitvallen. Een radiootje op batterijen en wat flessen schoon drinkwater is tenminste iets wat je kunt doen.

Ten tweede om je te bekeren tot God. Daar heb je geen naderende ramp voor nodig, dat is altijd verstandig.

Wat ook verstandig is om te weten wat er in de Bijbel staat, want er zijn allerlei mensen en groepen, die je allerlei verhalen, die niet kloppen willen aanpraten. Deze site is speciaal gemaakt om te weten wat er in de Bijbel staat.

De rampen nemen toe?
Een belangrijk argument dat we dicht bij het einde zijn, is de hoeveelheid rampen. Men appelleert aan een algemeen gevoel, waarbij de kranten en de media een belangrijke bijdrage voor hebben geleverd. Steeds meer oorlogen, ziekten en aardbevingen. Binnenkort zullen er nog grotere rampen uitbreken. Dat is de grote verdrukking.

Ik heb onderzoek gedaan naar de cijfers van verleden en heden van oorlogen, ziekten en aardbevingen. Dat de rampen toenemen klopt niet. In de geschiedenis was het helaas soms vele malen erger.

Wat eerste en wat daarna
Op gegeven moment zal de opname van de gemeente zijn. Hier op aarde wordt het dan nog veel erger. Daarna komt Jezus terug, Hij gaat de wereld regeren en dan volgt een periode van duizend jaar vrede.

Onder de eindtijdsprekers zijn er die geloven dat de opname van de gemeente vóór de grote verdrukking plaatsvindt en anderen denken dat de opnamen na de grote verdrukking plaatsvindt.

De Bijbel lijkt geen aanknopingspunten te geven voor de ene of de andere volgorde. Daar komt nog bij dat volgens de Bijbel zij die in Christus zijn worden weggenomen en dat klinkt anders dan de opname van de gemeente. De Bijbel spreekt over grote verdrukkingen, die deels ook zeker al zijn geweest. Het is niet duidelijk of er nog een grote verdrukking zal komen voordat Jezus terugkomt. Wel weer na een latere fase. Althans dat is de profetie: Armageddon en Gog in Magog.

Waarschuwing vanuit de Bijbel voor de kerk
De waarschuwing vanuit de Bijbel is om niet zomaar alles te geloven. Let op valse profeten en valse leraren. Zij die doen alsof zaken in de Bijbel staan, die er niet in staan.

Vooraf is het goed om over het doel van profeteren na te denken. Een profetie laat het bewogen hart van God zien. Daar horen waarschuwingen bij en ook wat God in de toekomst zou gaan doen maar als mensen zich bekeren, niet gaat plaatsvinden.

Waarschuwing vanuit de Bijbel voor de wereld
De geschiedenis herhaalt zich. Zo waren Hitler, Stalin en Mao beestachtige leiders. Voor Hitler en zijn profeet Goering was het wel of niet aanbidden van zijn beeld zelf niet genoeg. Door alleen het feit dat je jood was, werd je vermoord. Nog een graad erger dan in het boek Openbaring staat.

Ook in de huidige tijd komen de overeenkomsten met deze beelden voor. Denk o.a. aan Noord Korea. En in al die landen waar slechts één godsdienst is toegestaan en als je die niet wil aanhangen dan heb je een groot probleem.

Lessen

Er zijn mensen in de kerk, die in de ban van het onderwerp ‘de eindtijd’ zijn en er zijn mensen in de kerk, die het onderwerp links laten liggen. Zowel voor de ene als de andere groep goed om te weten wat er in de Bijbel staat.

Jezus zei: “Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen”. Het goede nieuws is volgens de Bijbel dat door tekenen en wonderen het leven van mensen ten goede verandert. Dus meer dan dat het evangelie wordt gepredikt. Is wel iets wat in onze tijd gebeurt.

Jezus zei: “Leer van de vijgenboom deze les, dat als die boom uitloopt de tijd nabij is”. De vijgenboom is een beeld van de mensheid. Loopt de mensheid al uit? Qua aantallen mensen zeker. Er wordt wel gezegd dat de vijgenboom een beeld is van Israël. Maar dat is niet te vinden in de Bijbel. De olijfboom is het beeld van Israël.

De vroege vijgen zijn wel het beeld van het goede Israël. En de late, de zoete vijgen, zijn het beeld van de mensen, die in geloof grote dingen doen.

Tijdens de laatste honderden jaren voor de eerste komst van Jezus keerden de Joden in grote getalen terug. In de tijd van Jezus woonden miljoenen joden weer in Israël. Maar nu zien we sinds vorige eeuw ook weer dat joodse mensen terugkeren naar Israël. Een signaal dat we niet ver zijn van het einde van de tijd.

Dat sinds het begin van de schepping van de mens bijna 6000 jaar zijn voorbij gegaan waarna er een bijzonder sabbaths millennium zal komen is een bijzonder aardige gedachte, maar die gedachte komt niet voor in de Bijbel.

De getallen, die in het boek Daniël zijn genoemd, lijken niet te herleiden tot bepaalde jaartallen. Het boek zelf zegt dat uitspraken in dit boek zijn verzegeld. We moeten het inzicht nog afwachten totdat de verzegeling wordt verbroken.

In de Bijbel worden vier verschillende grote verdrukkingen genoemd. Twee hebben al plaatsgevonden. Eén werd genoemd voor de gemeente van Efeze. De vierde, Openbaring 7:13-14, heeft betrekking op de vervolging van de gelovigen onder de Romeinen. Misschien verwijst het ook nog naar de holocaust. Of er nog een grote verdrukking komt zal, denk ik, afhankelijk zijn of de mensheid haar verantwoordelijkheid neemt of niet.

Als de Heer komt, gaan degenen, die Christus toebehoren, Hem op de wolken in de lucht tegemoet. Als je dat ‘de opname van de gemeente’ noemt, dan maak je er toch net wat anders van. Hem tegemoet gaan is trouwens een hartverwarmende gedachte.

Bij de verhalen van het beest, het beeld van het beest en de merktekenen van het beest was aan de orde dat je het leven zal verliezen als je die niet aanbidt. Maar als waarschuwing wordt erbij gezegd dat je het leven met God zal verliezen als dat aanbidden wel gaat doen. Het is goed om in de gaten te houden als we leiders als een god gaan zien en zijn beeld gaan aanbidden.

En er komt misschien nog wel een ander beest met wereldwijde invloed, maar dan weten we dat we aan ons getuigenis vast moeten houden en we weten van de beloning, die er zal zijn. En vooral geldt voor iedereen bidt en werk voor wat jij kunt doen om ‘beesten’ geen kans te geven

De vlakte van Megiddo, Armageddon, zou wel eens de plaats kunnen zijn van een grote strijd en het oordeel van God over de volken. Het is goed om alert te zijn dat volken Israël niet gaan aanvallen.

Het beeld van Gog in Magog als beeld van de vijanden van Israël, die worden verleid om naar Israël te trekken en daar het onderspit zullen delven is ook een waarschuwing voor de volken. Ga niet Israël binnenvallen.

De Bijbel roept op om met verwachting naar de toekomst te kijken en te werken zolang het nog dag is. Wachten tot de grote klap komt of onszelf als christenen, slachtoffer voelen is totaal niet in lijn met de Bijbel.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.