Dit is een studie over ‘het huwelijk’. Ik heb het zo genoemd omdat het een ingeburgerd begrip is in de kerk en in de maatschappij. In het Oude Testament heb je geen woord dat je met ‘huwelijk’ kunt vertalen.
De man vrouw relatie komt wel uitgebreid aan de orde in de Bijbel. In de verhalen in de bijbel over mensen lezen we wel hoe men in die tijd tot een verbintenis kwam zoals uithuwelijken, verloven en de bruiloft en hoe de huwelijken in die tijden van de Bijbel waren.
Op deze site is er een ook een studie over echtscheiding, zie link.
De geciteerde teksten zijn uit de NBV of NBV21 vertaling tenzij anders aangegeven.
Studievragen
De volgende vragen zou je over dit onderwerp kunnen stellen.
Was het huwelijk er gelijk al bij het begin van de schepping?
Wat zijn de gedachten vanuit de Bijbel over het huwelijk?
Wat zijn de ideeën van de Bijbel hoe je tot een huwelijk komt?
Wat kunnen we leren van de cultuur van het Midden Oosten over de man vrouw relatie?
Heeft het huwelijk tussen man en vrouw nog meer betekenis dan voor die man en die vrouw?
Zijn de woorden van het Hebreeuws en Grieks in de vertalingen correct vertaald?
Zijn de overtuigingen in kerken over het huwelijk overeenkomstig de Bijbel.
In het laatste hoofdstuk Lessen staan antwoorde op deze vragen.
Oude Testament
In het Oude Testament kunnen we het ontwerp vinden van de man vrouw relatie en een overvloedige schat aan informatie over hoe men met die man vrouw relatie omging.
Genesis 2 en 3, de basis
In het boek Genesis, al in de hoofdstukken 2 en 3, geeft het ontwerp van God aan over de man en de vrouw relatie. Opmerkelijk dat dit zo aan het begin van de Bijbel voorkomt.
Het zijn woorden die aan het begin van de mensheid zijn uitgesproken en daarna doorverteld zijn. De grote leider Mozes heeft de tekst daarover onder inspiratie van de Heilige Geest vorm gegeven.
De man krijgt een helper (Genesis 2)
In het begin was er maar één mens, zo lezen we in Genesis 2. Die mens leefde in nauw contact met God en had taken gekregen op de aarde. Zie het onderwerp de mens, zie link.
Ondanks dat God dit zo gemaakt had, was de situatie toch niet ideaal. Dat valt God als eerste op.
Genesis 2:18. God, de HEER, dacht: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past’.
En daarna ontdekt de mens het ook.
Genesis 2:20 ‘…., maar hij vond geen helper die bij hem paste’.
In de vertaling van het NBV gaat het om een ‘helper die bij hem past’. Het is de vertaling van het Hebreeuwse ‘ezer kenegdo’. Dit zijn woorden met Strongnummers H5828 en H5048. We kijken even verder wat deze woorden betekenen.
Het woord ‘ezer’ betekent helper. Dat is een eretitel. Zo wordt in Psalm 33:20, God de Heer onze ‘ezer’, onze helper genoemd. Het gaat dus niet om een onbetekenend ‘hulpje’ maar om iemand van minstens gelijke betekenis.
Het woord ‘neged’, de kern van het woord ‘kenegdo, kun je vertalen met ‘overeenkomstig’ of ‘corresponderend’. Er staat eigenlijk een hulp ’tegen’ hem. Het vers betekent letterlijk dat er tijden kunnen zijn dat de vrouw de man het best kan helpen door ’tegen’ hem te zijn (Chumas Stone edition bladzijde 13 commentaar bij vers 18).
De NBV vertaalt met ‘iemand die bij je past’, maar dat is te soft geformuleerd. Het is pittiger bedoeld. ‘Een hulp tegenover’ zoals de Statenvertaling vertaalt, is beter. Iemand die iets kan, wat de partner niet kan. Je vult elkaar aan. Voor die moeilijke dingen op weg in je leven. Om er samen iets moois van te maken.
Zo is het bedacht en gemaakt door de Schepper. Dit kan voor mannen lastig zijn te accepteren. Zij willen misschien een vrouw die hen helpt bij hun plannen. Of voor een vrouw lastig om te accepteren, je kunt niet eindeloos leunen op je man.
We kunnen bidden voor de mannen om dit gegeven van de schepping te accepteren en dankbaar te zijn voor alle hulp, die ze van hun vrouw krijgen van welke soort dan ook.
We kunnen bidden voor vrouwen dat ze een goede balans vinden in mee- en tegenwerken. En voor vrouwen die hetzelfde willen zijn als mannen: ‘Zo is het niet bedacht en ontworpen’.
In het licht van deze tekst is het raar als je van je man dingen verwacht, die hij niet kan zien of niet kan doen. Dit kan een punt zijn waar echtgenotes anders moeten gaan denken, zich van zouden moeten bekeren. Wees dankbaar en dank God voor wat je man allemaal kan.
In het pastoraat kom je singles tegen, die het zo zeggen: ‘ik zoek een maatje’. Terecht noemen ze het zo. Ik heb de indruk dat bij de getrouwde stellen ‘het maatje zijn voor elkaar’ minder leeft. Een maatje: hij kan iets wat zij niet kan en zij kan iets wat hij niet kan. En daar help je elkaar mee.
De man hecht zich aan zijn vrouw in drie stappen
Het hechten van een man aan zijn vrouw gaat in drie stappen. Ze worden in Genesis 2 genoemd.
Genesis 2:22-25. Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt. Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.
In deze tekst wordt het woord huwelijk niet genoemd, maar ‘een man zich hecht aan zijn vrouw’ heeft de betekenis wat wij een huwelijk noemen.
Genesis 2 vers 24 geef de drie stappen in het proces van de verbinding aan.
Stap 1: ‘ Los komen van je ouders’.
In Genesis 2 staat: ‘God, de HEER bouwde een vrouw en hij bracht haar bij de mens’. De mens reageert verheugd op de vrouw en roept uit: ‘Eindelijk één gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ En dan komt er een opmerking van de schrijver van Genesis bij, vers 24: ‘Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt’.
Deze tekst van Genesis 2:24 is een tekst, die later Jezus en Paulus nog zullen gebruiken in hun onderwijs over het huwelijk. Matteüs 19:5, Marcus 10: 7-8 en Efeziërs 5:31.
Laten we wat dieper in deze tekst duiken. Er staan enkele trefwoorden in deze tekst die om nadere uitleg vragen. Om te beginnen de Hebreeuwse woorden ‘iesj’ en ‘isja’, die ‘man’ en ‘vrouw’ betekenen in hun partnerrelatie. Dit zijn woorden met Strong nummers H376 en H802, zie verderop in deze studie.
Het woord ‘iesj’ komt het eerst in vers 23 voor en het woord ‘isja’ voor het eerst in vers 22. De Chumash, Stone edition, wijst er op dat in deze namen letters van God verborgen zijn. De jod in iesj en de aleph in isja. De jod en de aleph is de korte naam van God: ‘ja’. Zo blijft de naam van God verbonden met de man en de vrouw.
Verder zien we het woord ‘azav’ staan in Genesis 2:24. Dit woord heeft de NBV vertaalt met ‘losmaken’. Andere vertalingen kiezen voor ‘verlaten’ wat je ook zou kunnen zien als ‘in de steek laten’. Het woord heeft Strongnummer H5800.
De Gesenius’ Hebrew-Chaldee Lexicon verwijst naar Exodus 23:5 om de betekenis van ‘azav’ goed te begrijpen. Het gaat in deze tekst om het helpen van een ezel die dreigt onder zijn last te bezwijken. In deze tekst komt het woord azav in twee betekenissen voor. Je mag een ezel in problemen niet in de steek laten, maar je moet de ezel helpen losmaken.
De SV, NBG en HSV kiezen in hun vertalingen voor het woord ‘verlaten’, maar dat woord kan een verkeerde indruk geven. Meestal bleef de man juist in de eigen omgeving wonen en ‘verliet’ juist de vrouw haar familie. De NBV kiest hier, ik denk terecht, voor het woord ‘losmaken’. De man moet zich losmaken van zijn vader en moeder.
Het losmaken is overigens een heel proces in het leven van een opgroeiende man. Over de opgroeiende vrouw spreekt de Bijbel niet, maar daar geldt, lijkt mij, hetzelfde voor. Ouders van volwassen kinderen hebben dat proces al meegemaakt als het goed is. Het gebeurde bij mijn zoons toen ze op kamers gingen wonen en bij mijn dochter, toen ze haar toekomstige echtgenoot leerde kennen. Toen gingen zich van ons ‘losmaken’.
Het losmaak proces is een zegen van God. Er zijn ouders, die het proces van losmaken willen blokkeren. Hier is bekering van die ouders nodig en misschien ook wel een gebed voor bevrijding. Kinderen die niet los zijn geworden hebben een ernstige handicap. Hier is een gebed voor heling nodig. Er zijn ook kinderen, die graag willen blijven leunen op de ouders. Hier is ook bekering nodig.
Stap 2 ‘Aankleven’
In Genesis 2:24 staat ook het woord ‘davak’, dat betekent ‘aankleven’ zoals je door lijm je spullen aan elkaar laat kleven. De SV vertaalt met ‘aankleven’, de NBG met ‘aanhangen’ en de HSV en NBV met ‘hechten aan’. Mij spreekt ‘aankleven’ van de SV het meest aan. Het woord davak heeft Strongnummer H1692 en komt 54 keer voor in 52 verzen.
Het woord davak’ gebruikt het Oude Testament ook voor het kwaad of ziektes die aan ons kunnen kleven. Zie Genesis 19:19 en Deuteronomium 28:21. En voor het kleven aan God zoals in Deuteronomium 10:20 en vele andere plaatsen.
Er is ook een vergelijkbare situatie waar het gaat om het samen komen van een man en een vrouw namelijk in Genesis 34:2-3 waar Sichem de zoon van de heerser van dat land ‘kleefde’ aan Dina de dochter van Jacob nadat hij haar had verkracht.
Het kleefproces is een zegen van God in de schepping opgenomen. Maar het is net als met lijm als het een keer is losgescheurd, dan kleeft het de tweede keer minder goed. En derde en daaropvolgende keren steeds minder. Het is dan ook tussen een man en een vrouw het beste als het in één keer goed is.
Als een man en een vrouw elkaar ontmoeten en kennis maken, lijkt het mij het beste als je na een paar weken weet of je ermee stopt of ermee verder gaat. Bij twijfel: niet verder gaan. Zeker ook niet verder gaan uit medelijden met de ander.
Je kunt ook raad vragen aan je omgeving. Een eerste relatie die een blijvende relatie wordt is een grote zegen. In het pastoraat kunnen we bidden met de man of de vrouw of een verdere kennismaking verstandig is.
Stap 3 ‘Één lichaam’
Tenslotte komt in Genesis 2:24 het begrip ‘achad baasar’ voor. ‘achad’ betekent één en baasar staat voor lichaam, zodat je met één lichaam kunt vertalen. Het woord baasar heeft Strongnummer H1320 en komt 269 keer voor in de Bijbel.
De SV, NBG en HSV vertalen steeds met één vlees. De NBV vertaalt met één lichaam. In de geciteerde teksten in het Nieuwe Testament vertaalt de NBV in de brief aan Efeziërs met één lichaam en in de evangeliën Matteüs en Marcus met dat de man en de vrouw ‘één’ zijn. <is hier nog een onderscheid te zien? Uitzoeken>
De man en de vrouw zullen één lichaam zijn. Dit gaat verder dan de geslachtsgemeenschap. Het huwelijk verbindt een man en een vrouw op allerlei terreinen emotioneel, mentaal maar ook qua gezondheid etc.
Volgens mij ook je geest. Als het geestelijk met de één goed gaat, dan ook met de ander. Het aankleven moet gaan leiden tot het één lichaam worden.
Als man en vrouw ben je één in een huwelijk. Dat betekent dat als jij een hekel hebt aan je vrouw dat je ook hekel hebt aan jezelf. Als je boos bent op je partner, ben je ook boos op jezelf. Als je je partner waardeert, waardeer je ook jezelf. Etc.
In het Nieuwe Testament kom je teksten tegen die de indruk geven dat het nog verder gaat dan één lichaam worden, namelijk ook één geest met elkaar worden. De apostel Paulus zegt dat het huwelijk een geheimenis is. Er zit veel meer in dan we denken.
Gevolg: een transparante relatie
In de laatste tekst van dit gedeelte uit Genesis, vers 25, komen we nog een ander aspect tegen van het huwelijk.
Genesis 2:25. Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.
Vind u dit niet mooi? Wetenschappers zouden er een heel boek voor nodig hebben om deze waarheid te beschreven, maar in de Bijbel is het samengevat in één poëtische zin, die ons het beeld geeft dat alles duidelijk maakt. De mensen waren nog puur en eerlijk. Zonder dingen die ze moesten verzwijgen, zonder geheimen. Wat een eenheid. Opperste vreugde om zó samen te zijn.
Een kink in de kabel (Genesis 3)
We kennen het verhaal. God maakt uit de mens een vrouw. En zo werden ze een stel: een man en een vrouw. Maar als koppel gingen ze het verkeerde pad op. Ze werden ongehoorzaam.
Genesis 3:6. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.
Genesis 3:15-16. De HEER God zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht Ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare; dat verbrijzelt jou de kop, jij bijt het in de hiel.’
Opmerking: de slang staat voor het kwaad en de duisternis. God zal voor vijandschap zorgen tussen de mensen en het kwaad.
Genesis 3:16-17. Tegen de vrouw zei Hij: ‘Je zwangerschap maak Ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’ Tegen de mens zei Hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die Ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang.
Opmerking 1: de onderlinge verhoudingen tussen de man en de vrouw zullen scheef groeien. De vrouw zal op een bepaalde manier van de man afhankelijk worden, waardoor de man des te eerder misbruik kan maken van zijn positie en op negatieve wijze zal heersen. In het nieuwe verbond worden vloeken verbroken. De taak van de man is om dat heersen met liefde en een zachte hand te doen, zoals Paulus dat in Efeze 5 zal verwoorden, ‘mannen heb u vrouwen lief’.
Opmerking 2: maar wat betekent ‘je zult je man begeren’? Hier geeft de Studiebijbel Oude Testament van Centrum van Bijbelonderzoek een mooie toelichting. De begeerte is de vertaling van het Hebreeuwse woord ’tesuqa’, Strongnummer H8669. Dit woord komt verder alleen nog in Genesis 4:7 en Hooglied 7:10 voor. Het woord kan op twee manieren worden uitgelegd: a) de man voert heerschappij, de vrouw voelt zich afhankelijk en voelt zich ook tot hem aangetrokken; b) omdat de man de heerschappij voert, voelt de vrouw de begeerte onafhankelijk te zijn en te heersen over de man (noot 24 van bladzijde 53 uit de Studiebijbel deel Genesis/Exodus).
Opmerking 3: Dat laatste is steeds weer onze grote verleiding om meer te willen zijn dan de plek die God ons heeft gegeven. En dat levert steeds grote problemen op. De satan wilde meer zijn en dat werd zijn val. De mens wilde meer zijn en dat werd de zondeval. En nu wil de man of de vrouw ook meer zijn en dat ruïneert huwelijken.
Je komt het ook bij de volken tegen, die willen meer zijn dan het volk Israël en verliezen daardoor de zegen van God. Blijkbaar is dit één van onze grootste zonden. Meer willen zijn dan we zijn. Laten we er afstand van nemen!!
Nemen van een vrouw voor een man
In de oude tijden werd het aangaan van een verbintenis tussen een man en een vrouw beschreven als: ‘De man neemt een vrouw’.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | לָקַח lāqaḥ | Werkwoord | H3947 | Nemen Komt 965 keer voor KJV: take (747x) |
2 | אִשָּׁה ‘ishshah | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H802 | Echtgenote, vrouw Komt 780 keer voor KJV: wife (425x), woman (324x), |
Het woord lāqaḥ is in het Hebreeuws ook een heel algemeen woord voor nemen net zoals dat in het Nederlands is. Ook het Hebreeuwse woord voor vrouw is algemeen.
Er zijn allerlei varianten. Een man neemt een vrouw. Een moeder neemt een vrouw voor haar zoon. Etc.
Er zijn wel 116 verzen waar de uitdrukking ‘nemen vrouw’ Strong H3947 en H802 in één zin staat. Hieronder de teksten tot en met Genesis 30 waar de uitdrukking ‘nemen vrouw’ in voorkomt.
Genesis 4:19. Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla.
Genesis 6:2. .. dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. [HSV]
Opmerking: aparte voorbeelden lezen we hier van zonen van God (of god), de Nephilim, tot zich vrouwen nemen.
Genesis 11:29. En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam van Abrams vrouw was Sarai, en de naam van Nahors vrouw was Milka, een dochter van Haran, de vader van Milka en Jiska. [HSV]
Genesis 12:19. Waarom hebt u gezegd dat ze uw zuster is? Nu heb ik haar tot vrouw genomen. Hier is uw vrouw weer, neem haar mee en verdwijn!’
Genesis 20:2. Toen nu Abraham van Sara, zijn vrouw, gezegd had: Zij is mijn zuster, zo zond Abimélech, de koning van Gerar, en nam Sara weg. [SV]
Opmerking: het laatste woord, het woord ‘weg’ staat er niet. Er staat: nam Sara.
Genesis 16:3. Toen nam Sarai, de vrouw van Abram, Hagar, de Egyptische, haar slavin, nadat Abram tien jaar in het land Kanaän gewoond had, en gaf haar aan Abram, haar man, als vrouw voor hem. [HSV]
Genesis 21:21. Hij woonde in de woestijn Paran en zijn moeder nam een vrouw voor hem uit het land Egypte. [HSV]
Opmerking: het gaat over Ismaël. Zijn moeder neemt een vrouw voor haar zoon.
Genesis 24:3. Ik wil u laten zweren bij de HEERE, de God van de hemel en de God van de aarde, dat u voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters van de Kanaänieten te midden van wie ik woon.
Opmerking: de knecht van Abram krijgt de opdracht een vrouw te nemen voor Isaak de zoon van Abraham.
In Genesis 24:4, 7, 37, 38, 40, 51 gaat het steeds om het nemen van een vrouw, waarna tenslotte Isaak de vrouw, die voor hem bemiddeld werd, Rebecca, nam tot vrouw. Het staat er zelfs twee keer.
Genesis 24:66-67. De knecht vertelde Isaak wat hij allemaal gedaan had. Daarna bracht Isaak Rebekka naar de tent van Sara, zijn moeder. Hij nam haar tot vrouw en ging van haar houden. Zo vond Isaak troost na de dood van zijn moeder.
Genesis 25: 20. Izak was veertig jaar oud, toen hij Rebekka, de dochter van Bethuel, de Syriër, uit Paddan-Aram, en de zuster van Laban, de Syriër, voor zich tot vrouw nam.
Genesis 25:1. Abraham nam een andere vrouw, Ketura.
Genesis 26:34-35. Toen Ezau veertig jaar oud was, nam hij Judith, de dochter van Beëri, de Hethiet, en Basmath, de dochter van Elon, de Hethiet, tot vrouw. Zij waren een bittere kwelling voor Izak en Rebekka. [HSV]
Opmerking: de NBV vertaalt het ‘nemen’ met ’trouwen’.
Genesis 30:9. Toen Lea merkte dat zij ophield met kinderen baren, nam zij haar slavin Zilpa en gaf haar aan Jakob tot vrouw. [HSV]
Opmerking: de NBV gebruikt het woord trouwen. Wel een vrije vertaling.
Genesis 30:50. Als jij mijn dochters vernedert of vrouwen neemt naast mijn dochters, is er niemand bij ons; zie, God zal getuige zijn tussen mij en jou. [HSV]
Opmerking: dit is wat Laban de schoonvader van Jacob aan hem meegeeft als de familie uit elkaar gaat: let op: God is getuige.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
In het algemeen dat als het in het Oude Testament gaat over ‘nemen van een vrouw’ dat wij dat een huwelijk zouden noemen.
Opvallend is dat er soms bemiddeling is. In onze cultuur is dat zeldzaam. In Genesis 21 neemt een moeder een vrouw voor haar zoon. In Genesis 24 zorgt een knecht van de vader voor een vrouw. In Genesis 16 en 30 geeft een vrouw aan haar man een slavin tot vrouw.
Maar ook neemt een man op eigen initiatief een vrouw. Zie Genesis 4:19 en Genesis 11:29.
Tweemaal lezen we van een heerser, die de vrouw van Abraham neemt tot vrouw omdat hij denkt dat ze vrij is. Genesis 12 en 20.
Het gebeurde ook dat een vrouw haar slavin aan haar man aanbiedt om te nemen als vrouw. Genesis 16:3, Genesis 30:9.
En ook de zonen van God namen zich vrouwen. Genesis 6.
Ondertrouw en bruidsschat
Dit zijn de gegevens van de woorden die in het Hebreeuws voor de voorbereiding voor een huwelijk worden gebruikt.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | אָרַשׂ ‘āraś | Werkwoord | H781 | Verloven, in ondertrouw gaan. Komt 11 keer voor in 10 verzen. KJV: betroth (10x), espouse (1x). |
2 | מֹהַר mōhar | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H4119 | Bruidsschat Komt 3 keer voor in 3 verzen KJV: dowry (3x) |
Ad. 1. ‘Araś, uithuwelijken
Uit de vertalingen blijkt dat er een verschillende kijk is op hoe het gaat met een jonge vrouw die voorbestemd is om met een man te trouwen. De NBV noemt het uithuwelijken. De HSV en SV: ‘is ondertrouwd’.
De Groot Nieuws Bijbel en de Willibrord vertaling gebruiken ook wel het woord verloofd.
Exodus 22:16-17. Wanneer iemand een meisje dat nog niet uitgehuwelijkt is verleidt, moet hij de volle bruidsprijs betalen en met haar trouwen. Mocht haar vader weigeren haar aan hem uit te huwelijken, dan moet hij een bedrag betalen dat overeenkomt met de bruidsprijs voor een maagd.
Deuteronomium 20:7. En wie is de man die met een vrouw in ondertrouw is gegaan, maar haar nog niet tot vrouw genomen heeft? Laat hij weggaan en naar zijn huis terugkeren, opdat hij niet in de strijd sterft, en een andere man haar tot vrouw neemt. [HSV]
Deuteronomium 22:23-29. Wanneer een meisje nog maagd is, maar wel in ondertrouw met een man, en een andere man treft haar binnen de stad aan en slaapt met haar, dan moet u hen beiden naar buiten brengen, naar de poort van die stad, en moet u hen met stenen stenigen, zodat zij sterven; het meisje vanwege het feit dat zij binnen de stad niet om hulp geroepen heeft, en de man vanwege het feit dat hij de vrouw van zijn naaste vernederd heeft. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. Maar als de man het ondertrouwde meisje in het open veld aantreft, en de man haar vastgrijpt en met haar slaapt, dan moet alleen de man die met haar geslapen heeft, sterven. Het meisje mag u niets doen, want het meisje heeft geen zonde begaan die de dood verdient. Deze zaak komt immers overeen met het geval dat een man zijn naaste aanvalt en deze om het leven brengt. Hij trof haar namelijk aan in het open veld, en het ondertrouwde meisje riep, maar er was niemand die haar verloste. Wanneer een man een meisje aantreft, een maagd die niet in ondertrouw is, en hij grijpt haar en slaapt met haar, en zij worden ontdekt, dan moet de man die met haar geslapen heeft, aan de vader van het meisje vijftig zilverstukken geven, en zij zal hem tot vrouw zijn, omdat hij haar vernederd heeft. Hij mag haar al zijn dagen niet wegsturen. [HSV]
Deuteronomium 28:30. Met een vrouw zult u in ondertrouw gaan, maar een andere man zal met haar slapen; een huis zult u bouwen, maar er niet in wonen; een wijngaard zult u planten, maar de vrucht ervan niet eten. [HSV]
Opmerking: dit zijn één van de vloeken die in over Israël zullen worden uitgestort als ze ongehoorzaam zijn aan Gods geboden.
2 Samuël 3:14. Ook stuurde David boden naar Isboseth, de zoon van Saul, om te zeggen: Geef mij mijn vrouw Michal, die ik voor mij als bruid verworven heb met honderd voorhuiden van de Filistijnen. [HSV]
Hosea 2:19-20. Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de HEERE kennen. [HSV]
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als een man met een ongetrouwde vrouw seks heeft, dan moeten ze maar trouwen. Exodus 22:16-17. Deuteronomium 22:28.
Als je binnenkort gaat trouwen hoef je niet in het leger. Deuteronomium 20:7.
Als je als man seks hebt met een vrouw die met een andere man zal gaan trouwen heb je de doodstraf verdiend. Als de vrouw zich niet heeft verzet dan heeft zij ook de doodstraf verdiend, wanneer zij zich wel heeft verzet dan is zij vrijgepleit. Deuteronomium 22:23-27.
God wil zijn volk tot bruid nemen, rechtsgeldig en met alle goedheid en liefde. Hosea 2:19-20.
Ad. 2. Mohar, de bruidsschat
De mohar, de bruidsschat was gebruikelijk bij het uithuwelijken. De NBV noemt het een bruidsprijs, de HSV een bruidsschat.
Genesis 34:12. Vraag gerust een hoge bruidsprijs van me en grote geschenken, ik geef u alles wat u verlangt, als u mij het meisje maar tot vrouw wilt geven.’
Opmerking: dit gaat over een kwalijke affaire van Sichem de zoon van een vorst van het land met de dochter van Jacob.
Exodus 22:15-16. Wanneer iemand een meisje dat nog niet uitgehuwelijkt is verleidt, moet hij de volle bruidsprijs betalen en met haar trouwen. Mocht haar vader weigeren haar aan hem uit te huwelijken, dan moet hij een bedrag betalen dat overeenkomt met de bruidsprijs voor een maagd.
Opmerking: in dit geval moet je niet alleen met elkaar trouwen maar de man moet ook de volle bruidsschat betalen.
1 Samuel 18:25. zei hij: ‘Zeg tegen David dat de koning niet aan een bruidsprijs hecht en dat hij genoegen neemt met de voorhuiden van honderd Filistijnen, als wraak op zijn vijanden.’ Het was zijn bedoeling dat David op die manier zou sneuvelen in de strijd tegen de Filistijnen.
1 Koningen 9:16. De farao, de koning van Egypte, was indertijd tegen Gezer opgetrokken, had de stad ingenomen en in de as gelegd en alle Kanaänieten die er woonden gedood, en toen zijn dochter met Salomo trouwde, had hij haar deze stad als bruidsschat meegegeven.
Opmerking: hier staat het woord šillûḥîm, Strong H7964 dat wijst op een cadeau als je iemand wegzend. De NBV vertaalt dit woord met bruidsschat. Het woord šillûḥîm komt nog twee keer voor, maar niet in verband met een huwelijk.
Toelichting: het gaat hier dus om een cadeau vanwege het feit dat zijn dochter met Salomo trouwde.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Er zijn volken waarbij de vrouw geld of een geschenk moet geven om te kunnen trouwen. In Israël en blijkbaar ook bij de volken om Israël heen moet de man een vrouw de bruidsschat betalen.
Trouwen, huwen
Het Hebreeuwse woord voor trouwen is ba’al. Hier de gegevens van dit woord.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | בָּעַל ba`al | Werkwoord | H1166 | Trouwen, huwen Komt 16 keer voor in 14 verzen. KJV: marry (8x), husband (3x), dominion (2x), wife (1x), married wife (1x), Beulah (1x) |
Het werkwoord baal betekent trouwen, huwen, bezitten, regeren over, toe-eigenen. Het woord benadrukt de h
Dit woord komt ook nog voor in deze verzen:
1Ch 4:22
Pro 30:23
Isa 26:13
Isa 54:1, 5
Isa 62:4-5
Jer 3:14
Jer 31:32
Mal 2:11
Echtgenoten
Hier de gegevens van de woorden die dikwijls de betekenis hebben van echtgenoot en van echtgenote.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | אִישׁ ‘iysh | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H376 | Man, echtgenoot. Komt 1,639 keer voor in 1,432 verzen. KJV: man (1,002x), men (210x), one (188x), husband (69x), any (27x), miscellaneous (143x). |
2 | אִשָּׁה ‘ishshah | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H802 | Echtgenoot, vrouw, vrouw van. Komt 780 keer voor in 686 verzen. KJV: wife (425x), woman (324x), one (10x), married (5x), female (2x), miscellaneous (14x). |
Ad. 1. Iesj betekent man, maar als er in de tekst een bezittelijk voornaamwoord bij staat zoals ‘mijn man’, ‘haar man’, ‘jouw man’, dan kan het gaan over de echtgenoot. De KJV vertaling vertaalt dan met ‘husband’.
Ad. 2. Iesja betekent vrouw maar als er in de tekst een bezittelijk voornaamwoord bij staat zoals ‘mijn vrouw’, ‘zijn vrouw’, ‘jouw vrouw’, dan kan het gaan over de echtgenoot.
In welk boek van het Oude Testament zullen zaken worden gezegd over het wijs omgaan met je vrouw? Het boek van de Spreuken geeft deze teksten.
Spreuken 5:18. Moge je levensbron gezegend zijn en verblijd je over de vrouw van je jeugd. [HSV]
Opmerking: ik neem aan dat het gaat om een pas getrouwd echtpaar.
Spreuken 12:4. Een deugdelijke vrouw is de kroon van haar man, maar zij die hem beschaamd maakt, is als verrotting in zijn beenderen. [HSV]
Opmerking: het Hebreeuwse woord chalil Strong H2528 betekent volgens het woordenboek krachtig, capabel, waardevol, stralend etc. Dit kon je in de 17de eeuw nog wel met deugdelijk vertalen, maar dat is niet meer van onze tijd.
Spreuken 14:1. Wijze vrouwen bouwen hun huis op, maar een die zeer dwaas is, breekt het met haar handen af. [HSV]
Spreuken 18:22. Wie een vrouw gevonden heeft, heeft iets goeds gevonden, en de goedgunstigheid van de HEERE verkregen. [HSV]
Spreuken 19:13-14 Een dwaze zoon is voor zijn vader een ramp, het geruzie van een vrouw is als een dak dat altijd lekt. Huis en have erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER.
Spreuken 21:9. Je kunt beter op een hoek van het dak wonen dan in één huis met een vrouw die ruzie zoekt.
Spreuken 21:19. Je kunt beter in de woestijn wonen dan leven met een humeurige vrouw die ruzie zoekt.
Spreuken 25:24. Je kunt beter op een hoek van het dak wonen dan in één huis met een vrouw die ruzie zoekt.
Spreuken 27:15.Als een dak dat altijd lekt wanneer het regent, zo is een vrouw die steeds weer ruzie zoekt.
Spreuken 30:20. Zo doet de vrouw die overspel pleegt: ze zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan,’ alsof ze na het eten haar mond afveegt.
Spreuken 31:10. Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Zij is meer waard dan edelstenen.
Baäl, baas(je)
Hier de gegevens van de woordfamilie ‘ba’al’.
Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | בַּעַל ba`al | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H1167 | Heer de huizes. Komt 83 keer voor in 78 verzen. KJV: man (25x), owner (14x), husband (11x), have (7x), master (5x), man given (2x), adversary (1x), archers (1x), babbler (with H3956) (1x), bird (with H3671) (1x), captain (1x), confederate (with H1285) (1x), miscellaneous (12x) |
2 | בָּעַל bāʿal | Werkwoord | H1166 | Bezitten Komt 16 keer in 14 verzen voor KJV: marry (8x), husband (3x), dominion (2x), wife (1x), married wife (1x), Beulah (1x). |
3 | בַּעֲלָה baʿălâ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H1172 | Vrouw des huizes Komt 4 keer voor in 3 verzen KJV: mistress (2x), hath (a familiar spirit) (2x) |
Ad 1. Ba’al, heer des huizes
Het zelfstandig naamwoord ba’al betekent heer, echtgenoot, maar ook eigenaar. Het komt ook in het meervoud voor, de heren van Sichem bijvoorbeeld. Of een heel meneertje, zoals toen zijn broers Jozef zagen aankomen. Strong 1167.
Genesis 14:13. Toen kwam er iemand die ontkomen was, en vertelde het aan Abram, de Hebreeër; die woonde bij de eiken van de Amoriet Mamre, de broer van Eskol en Aner. Zij waren bondgenoten van Abram.
Genesis 20:3. Maar God kwam in een nachtelijke droom bij Abimelech en zei tegen hem: Zie, u gaat sterven vanwege de vrouw die u genomen hebt, want zij is met een man getrouwd!
Opmerking: beide woorden komen hier voor ‘beulat ba’al’ of oftewel in bezit van een huis des huizes.
Ad. 2. Ba’al, een vrouw hebben
Het werkwoord ba’al, Strong H1166, betekent een vrouw hebben. De betekenis kan ook in de richting gaan van een vrouw bezitten.
Dit woord ba’al komt vier keer in de Torah voor hier de citaten.
Genesis 20:3. Maar ’s nachts verscheen God in een droom aan Abimelech en zei tegen hem: ‘Je bent ten dode opgeschreven omdat je die vrouw naar je paleis hebt gehaald: ze is getrouwd.’
Deuteronomium 21:10-13. Wanneer u ten strijde trekt tegen uw vijanden, en de HEERE, uw God, geeft hen in uw hand, zodat u hen als gevangenen wegvoert, en u ziet onder de gevangenen een vrouw die mooi van gestalte is, en u vat liefde voor haar op en u neemt haar voor uzelf tot vrouw, dan moet u haar uw huis binnenbrengen. Zij moet vervolgens haar hoofd kaalscheren, haar nagels knippen en de kleren van haar gevangenschap uittrekken. Zij moet in uw huis gaan wonen en een maand lang haar vader en haar moeder bewenen. Daarna mag u bij haar komen en haar man zijn, en zij zal u tot vrouw zijn. [HSV]
Opmerking: de NBV21 vertaalt met ‘haar ten huwelijk nemen’.
Deuteronomium 22:22. Wanneer ergens een man aangetroffen wordt terwijl hij met een vrouw slaapt die met een andere man getrouwd is, dan moeten zij beiden sterven, de man die met de vrouw geslapen heeft, en de vrouw. Zo moet u het kwaad uit Israël wegdoen. [HSV]
Deuteronomium 24:1. Wanneer een man een vrouw genomen heeft en met haar getrouwd is, en het gebeurt dat zij geen genade meer vindt in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, en hij haar een echtscheidingsbrief schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt. [HSV]
En twee citaten van teksten uit het boek Jesaja waar dit woord ‘ba’al’ in voorkomt.
Jesaja 26:13. HEERE, onze God, andere heren dan U hebben over ons geheerst, door U alleen gedenken wij Uw Naam.
Jesaja 54:1. Jullie zijn meer dan de kinderen van een echtgenoot, een getrouwde vrouw.
Jesaja 54:5. Onze echtgenoot, onze heer is de Heer van de hemelse machten.
Ad. 3. Ba’ala, de vrouw des huizes
Hier een citaat van alle drie verzen.
1 Samuël 28:7. Toen zei Saul tegen zijn dienaren: Zoek een vrouw voor mij die geesten van doden kan bezweren, zodat ik naar haar toe kan gaan en door haar raad kan vragen. Zijn dienaren zeiden tegen hem: Zie, er is in Endor een vrouw die geesten van doden bezweert. [HSV]
Opmerking: een ‘iesj ba’ala’ is hier vertaald met ‘vrouw die kan bezweren’
1 Koningen 17:17. Het gebeurde na deze dingen dat de zoon van deze vrouw, de vrouw des huizes, ziek werd. Zijn ziekte werd zeer ernstig, totdat er in hem geen adem overbleef. [HSV]
Nahum 3:4. Vanwege de vele hoererijen van de hoer, die verleidelijke schoonheid, meesteres in toverijen, die volken verkocht heeft met haar hoererijen, en geslachten met haar toverijen.
De vrouw van een man
De uitdrukking ‘Iesj baal’ H1167 en H802, de vrouw van de Heer des huizes, komt tien keer voor. Hier een citaat van de eerste twee teksten.
Exodus 21:22. Wanneer mannen vechten en daarbij een zwangere vrouw zó treffen dat haar kind geboren wordt, maar er geen dodelijk letsel is, dan moet de schuldige zeker een boete betalen, zo groot als de echtgenoot van de vrouw hem oplegt. Hij moet die betalen via de rechters. [HSV]
Deuteronomium 22:22. Wanneer ergens een man aangetroffen wordt terwijl hij met een vrouw slaapt die met een andere man getrouwd is, dan moeten zij beiden sterven, de man die met de vrouw geslapen heeft, en de vrouw. Zo moet u het kwaad uit Israël wegdoen.
De god Ba’al
Het Oude Testament werd de god Ba’al, Strong H1168, vereert. We lezen voor het eerst van deze god in het boek Richteren. Het woord komt 80 keer voor. Soms in het meervoud. Hier een citaat van de eerste twee teksten waarin dit woord voorkomt.
Richteren 2:11-13. De Israëlieten begonnen te doen wat slecht is in de ogen van de HEER: ze gingen de Baäls dienen. Ze keerden de HEER de rug toe, de God van hun voorouders, die hen uit Egypte had geleid, en begonnen achter andere goden aan te lopen die werden vereerd door de volken waartussen ze woonden. Door voor die vreemde goden neer te knielen krenkten ze de HEER. Ze keerden Hem de rug toe om Baäl en de Astartes te dienen.
Richteren 3:7. De Israëlieten deden wat slecht is in de ogen van de HEER: ze vergaten de HEER, hun God, en dienden de Baäls en de Asjera’s.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als mannen met dit woord worden aangeduid, heeft dat iets van heersen. Niet voor niets heette de god die ze vereerden ook Baál.
Nieuwe Testament
Er komen in het Nieuwe Testament allerlei woorden voor rond het trouwen. Hier staan ze en ook de gegevens over deze woorden.
Jezus focust zich in zijn onderwijs en in wat hij doet vooral ‘de bruiloft’. De bruiloft is namelijk ook een beeld van het samenkomen van God met zijn volk. En Jezus heeft het over praktische zaken zoals de echtscheiding en de eindigheid van ‘het huwelijk’.
Grieks woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
1 | ἐκγαμίζω ekgamizō | Werkwoord | G1547 | Uithuwelijken. Komt 6 keer voor in 4 verzen. KJV: give in marriage (5x). |
ἐκγαμίζω ekgamizō | Werkwoord | G1548 | Uithuwelijken Komt twee keer voor KJV: give in marriage (2x). | |
2 | γαμέω gameō | Werkwoord | G1060 | Huwen, trouwen. Komt 29 keer voor in 25 verzen. KJV: marry (24x), married (3x), marry a wife (2x). |
3 | γάμος gamos | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G1062 | Bruiloft, huwelijk. Komt 16 keer voor in 16 verzen. KJV: marriage (9x), wedding (7x). |
4 | νυμφίος nymphios | Zelfstandig naamwoord mannelijk | G3566 | Bruidegom Komt 16 keer voor in 12 verzen |
5 | νύμφη nymphē | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G3565 | Bruid en schoondochter Komt 8 keer voor in 7 verzen KJV: bride (5x), daughter in law (3x). |
Uithuwelijken
In het Nieuwe Testament staan twee bijna identieke woorden voor uithuwelijken, die totaal in zes teksten voorkomen.
In het verhaal van Jezus over de zondvloed. In die tijd huwden en werden ze uitgehuwelijkt en toen ineens kwam de zondvloed. Matteüs 24:38 en Lukas 17:27.
Lucas 20:34-35. Jezus zei tegen hen: ‘De kinderen van deze wereld trouwen en worden uitgehuwelijkt, maar wie waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, trouwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt.
1 Korintiërs 7:38. Wie dus zijn jongedochter uithuwelijkt, doet wèl, en wie haar niet uithuwelijkt, doet beter.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Uithuwelijken past niet in onze cultuur. Het was in het Midden Oosten de standaard. Uithuwelijken heeft allerlei voordelen als het op een goede manier wordt gedaan.
Huwen en uithuwelijken zal bij de komende wereld niet meer worden gedaan.
Trouwen of huwen
Het werkwoord trouwen, huwen komt 29 keer voor in 26 teksten
Het komt trouwen komt voor in het onderwijs van Jezus over echtscheiding. En verder komt het woord trouwen en huwen ook nog voor in de volgende teksten.
Lukas 14:20. Wordt het getrouwd zijn als argument gebruikt om niet te komen.
Lukas 17:27. Over de tijd van Noach.
Matteüs 24:38. bij de oordelen. Trouwen is zoals we dit doen in het leven.
Marcus 6:17. Herodus was gaan trouwen met de vrouw van zijn broer.
Trouwen en huwen komen we tegen in het onderwijs van de apostelen bij 1 Korintiërs 7 en 1 Timoteüs 5. Verder nog een enkele opmerking in 1 Timoteüs 4:3. <<>>
De eindigheid van het huwelijk.
Het huwelijk is een instelling voor dit leven, niet voor het toekomende leven.
Matteüs 22:23-30 . Diezelfde dag kwamen er sadduceeën, die beweren dat er geen opstanding uit de dood is, naar hem toe. Ze stelden hem deze vraag: ‘Meester, Mozes heeft gezegd: “Indien iemand kinderloos sterft, moet zijn broer met de weduwe trouwen omdat hij haar zwager is, en voor zijn broer nakomelingen verwekken.” Nu kennen wij een geval met zeven broers. De eerste trouwde, maar stierf kinderloos en liet zijn vrouw na aan zijn broer. Hetzelfde gebeurde met de tweede en de derde broer, tot aan de zevende toe. Het laatst van allen stierf de vrouw. Wiens vrouw zal zij dan bij de opstanding zijn? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’
29-30. Jezus gaf hun ten antwoord: ‘U dwaalt, blijkbaar kent u de Schriften niet, en de macht van God evenmin! Want bij de opstanding trouwen de mensen niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, ze zijn dan als engelen in de hemel.
Het evangelie van Marcus 12:18-25 heeft bijna dezelfde tekst. Net als Lukas 20 vanaf vers 27, alleen de afsluiting is in het evangelie van Lukas meer uitgebreid.
Lukas 20:34-35. Jezus zei tegen hen: ‘De kinderen van deze wereld huwen en worden uitgehuwelijkt, maar wie waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, huwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt.
De bruiloft
Het woord voor bruiloft, gamos, kom je tegen in het onderwijs van Jezus op diverse plaatsen. Bij de bruiloft in Kana, bij gelijkenis van de koninklijke bruiloft en bij de gelijkenis van de dwaze en wijze meisjes,
In het evangelie van Johannes is de geschiedenis vermeld van het wonder van de bruiloft in Kana. Jezus ‘support’ het bruiloftsfeest.
Johannes 2:1-11. Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is.’ Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. Toen zei hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem.
De koninklijke bruiloft
De NBV vertaling houdt zich niet aan de Griekse tekst? <<>>
Matteüs 22:1-5. Daarop vertelde Jezus hun opnieuw een gelijkenis: ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. Hij stuurde zijn dienaren eropuit om de bruiloftsgasten uit te nodigen, maar die wilden niet komen. Daarna stuurde hij andere dienaren op pad met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: ‘Ik heb een feestmaal bereid, ik heb mijn stieren en het mestvee laten slachten. Alles staat klaar, kom dus naar de bruiloft!’”
6-9. Maar ze negeerden hen en vertrokken, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. De overigen namen zijn dienaren gevangen, mishandelden en doodden hen. De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen eropaf, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. Vervolgens zei hij tegen zijn dienaren: “Alles staat klaar voor het bruiloftsfeest, maar de gasten waren het niet waard genodigd te worden. Ga daarom naar de toegangswegen van de stad en nodig voor de bruiloft iedereen uit die je tegenkomt.”
10-14. De dienaren gingen de straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd. Toen de koning binnenkwam om te zien wie er allemaal aanlagen, zag hij iemand die zich niet in bruiloftskleren gestoken had, en hij vroeg hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen terwijl je niet eens een bruiloftskleed aanhebt?” De man wist niets te zeggen. Daarop zei de koning tegen zijn hofdienaars: “Bind zijn handen en voeten vast en gooi hem eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt. Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren.”’
<<uitzoeken feest, gasten, feest, zaal, kleren, kleed>>
Het woord voor bruiloft kom je ook tegen in dit stukje waarbij het thema waakzaamheid is.
Lukas 12: 35-37. Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen.
Lukas 14:7-9. Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: ‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen.
Hebreeën 13:4. Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want overspeligen en echtbrekers zal God veroordelen.
Opmerking: hier betekent het woord gamos niet zozeer bruiloft maar het huwelijk zoals bij dat kennen.
Openbaring 19:7-9. Laten we blij zijn en jubelen, laten we hem de eer geven! Want de bruiloft van het lam is gekomen en zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.’ Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen. Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal (met G1173) van het lam zijn uitgenodigd.”’ En hij vervolgde: ‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Trouwen lijkt op een vrouw nemen. Je neemt een vrouw, ze gaat bij je wonen, je hebt seksuele gemeenschap met haar.
Bruid en Bruidegom.
Bij het onderwijs van Jezus kom je dit tegen bij de bruiloft van Kana, bij de opmerking van Johannes de Doper dat hij slechts de vriend is van de bruidegom, bij de vraag van de discipelen van Johannes de Doper en bij het verhaal van de wijze en dwaze meisjes.
Over de bruid, maar dan meer in de vorm van schoondochter komt het woord voor in Marcus 10:35 en Lucas 12:53. Het gaat dan er over dat Jezus ook strijd veroorzaak, bijvoorbeeld tussen schoondochter en schoonmoeder.
De gedachte van bruid en bruidegom komt verder dan nog in het boek Openbaringen voor.
Openbaring 18:23. … het licht van de lamp nooit meer in je schijnen. Het feestgedruis rond bruid en bruidegom zal in jou nooit meer te horen zijn. Eens waren je handelaars de groten der aarde, alle volken bezweken voor je verleidende toverij.
Openbaring 21:2. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Openbaring 21:9. Een van de zeven engelen met de offerschalen die gevuld waren met de laatste zeven plagen kwam op me af en zei: ‘Ik wil je de bruid laten zien, de vrouw van het lam.’
Openbaring 22:17. De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft.
De vriend van de bruidegom.
Johannes de Doper ziet zich als de vriend van de bruidegom. Dat is een prachtige positie.
Johannes 3:22-29. Daarna ging Jezus met zijn leerlingen naar Judea. Daar bleef hij enige tijd en hij doopte er. Johannes doopte toen ook, in Enon, dicht bij Salim, een waterrijk gebied. Daar kwamen de mensen naartoe om zich te laten dopen. Johannes was immers nog niet gevangengezet. Er ontstond een discussie tussen de leerlingen van Johannes en een Jood over het reinigingsritueel. Ze gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: ‘Rabbi, de man die bij u aan de overkant van de Jordaan was, over wie u een getuigenis afgelegd hebt, is aan het dopen en iedereen gaat naar hem toe!’ Johannes antwoordde: ‘Een mens kan alleen ontvangen wat hem door de hemel gegeven wordt. Jullie kunnen van mij getuigen dat ik gezegd heb: “Ik ben de messias niet, maar ik ben voor hem uit gezonden.” De bruidegom krijgt de bruid; de vriend van de bruidegom staat te luisteren en is blij dat hij de stem van de bruidegom hoort. Dat vervult mij met grote vreugde.
Zijn discipelen als bruiloftsgasten
Jezus zag zijn discipelen als zijn gasten op zijn bruiloft. Wat een feestelijk en innig beeld.
Hij vertelt dit als antwoord op een vraag van de discipelen van Johannes de Doper. Het antwoord komt in drie evangeliën voor.
Matteüs 9:15. Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is? Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, dan zullen ze vasten.
Marcus 2:19-20. Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Nee, zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten. Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.
Lucas 5:34-35. Jezus zei: ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is? Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.’
Wat kunnen we van deze teksten leren?
In dit en het vorige hoofdstuk portretteren eerst Johannes de Doper en daarna Jezus zichzelf als bruidegom. De vraag is dan, wie is de bruid?
De wijze en dwaze meisjes
Dit is het verhaal van de wijze en de dwaze meisjes. Als je weet hoe in Israël de huwelijksceremonie ging en nog steeds gaat, dan begrijp je dit verhaal beter. Zie over deze ceremonie in het hoofdstuk andere bronnen.
Matteüs 25:1-13. Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en eropuit trokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.” Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.
Mannen en hun vrouwen, vrouwen en hun mannen
Efeziërs 5:21-33.
Paulus geeft in zijn brief aan de gemeente van Efeze onderwijs over het huwelijk. Hij legt bij het onderwijs ook de relatie met Christus. Dat kwamen we nog niet eerder tegen.
Hier het eerste deel van hoofdstuk 5 van deze brief.
Efeziërs 5: 21-24. Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus. Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat hij gered heeft. En zoals de kerk het gezag van Christus erkent, zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen.
Opmerkelijk: we moeten het gezag t.o.v. elkaar erkennen en vrouw het gezag van de man.
Het tweede deel van hoofdstuk 5 gaat over elkaar liefhebben.
Efeziërs 5:25-30. Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven om haar te heiligen, haar te reinigen met water en woorden en om haar in al haar luister bij zich te nemen, zodat ze zonder vlek of rimpel of iets dergelijks zal zijn, heilig en zuiver. Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief.
Het derde deel gaat over het lichaam, dat is voor Christus de kerk.
Efeziërs 5:30-31. Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de kerk, want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen. ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn.’
En tenslotte een soort samenvatting.
Efeziërs 5:32-33. Dit mysterie is groot – en ik betrek het op Christus en de kerk. Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Paulus schrijft dat een man en een vrouw één lichaam zullen zijn, dat dat een mysterie is. Paulus schrijft wat hij heeft ontdekt vanuit dit geheimenis.
Voor de relatie is onderlinge liefde belangrijk. De man moet hierin het voortouw nemen.
Respect voor elkaar is belangrijk. Een aandachtspunt ook voor de vrouw.
1 Korintiërs 7
Dit hele hoofdstuk gaat over het huwelijk.
1 Korintiërs 7:1-7. Dan nu de punten waarover u mij geschreven hebt.
U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. En een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw. Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. Ik zeg u dit niet om u iets op te leggen, maar om u tegemoet te komen. Ik zou liever zien dat alle mensen waren zoals ik, maar iedereen heeft van God zijn eigen gave gekregen, de een deze, de ander die.
Over celibatair leven als weduwe of weduwnaar.
1 Korintiërs 7:8-9. Wat de weduwen en weduwnaars betreft, zeg ik dat het goed voor hen zou zijn alleen te blijven, zoals ik. Maar wanneer ze dat niet kunnen opbrengen, moeten ze trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden van begeerte.
Over scheiden.
1 Korintiërs 7:10-11. Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik – de Heer geeft hun het volgende gebod: een vrouw mag niet scheiden van haar man 11(is ze al gescheiden, dan moet ze dat blijven of zich met haar man verzoenen), en een man mag zijn vrouw niet wegsturen.
Over een relatie met een ongelovige partner.
1 Korintiërs 7:12-16. Verder geef ik zelf nog – niet de Heer – het volgende voorschrift: wanneer een broeder een ongelovige vrouw heeft die bij hem wil blijven, mag hij niet van haar scheiden. Dit geldt ook voor een zuster: wanneer ze een ongelovige man heeft die bij haar wil blijven, mag ze niet van hem scheiden. Want de ongelovige man behoort dankzij zijn vrouw God toe en de ongelovige vrouw dankzij haar man eveneens. Zou dat niet zo zijn, dan zouden uw kinderen onrein zijn. Maar nu zijn ze geheiligd. Maar als de ongelovige partij wil scheiden, moet dat maar gebeuren; in dat geval is de broeder of zuster niet gebonden. Bedenk echter dat u door God geroepen bent om in vrede te leven. Wie weet, u zou uw man toch kunnen redden? En wie weet, u kunt uw vrouw toch redden?
1 Korintiërs 7:17-24. In het algemeen: laat ieder in de positie blijven die de Heer hem heeft gegeven, blijven wat hij was toen God hem riep. Dat schrijf ik voor aan alle gemeenten. Iemand die besneden was toen God hem riep, moet het niet ongedaan laten maken. Iemand die onbesneden was toen God hem riep, moet zich niet laten besnijden. Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men de geboden van God in acht neemt. Laat ieder blijven wat hij was toen hij geroepen werd. Wanneer u als slaaf geroepen bent, moet u dat niets kunnen schelen (hoewel u de kans om vrij te worden zeker moet benutten). Want een slaaf die door de Heer geroepen is, is een vrijgelatene van de Heer, zoals degene die als vrij man geroepen is een slaaf van Christus is. U bent gekocht en betaald, dus wees geen slaven van mensen. Laat, broeders en zusters, ieder voor God blijven wat hij was toen hij geroepen werd.
Voor mensen, die nog ongehuwd zijn.
1 Korintiërs 7:25-26. Voor de ongehuwden heb ik geen voorschrift van de Heer, dus ik geef mijn eigen mening, als iemand die door de barmhartigheid van de Heer betrouwbaar is. Ik meen dat het vanwege de huidige beproevingen voor een mens goed is te blijven wat hij is.
27-28. Hebt u een vrouw beloofd met haar te trouwen, verbreek die belofte dan niet; bent u niet gebonden aan een vrouw, zoek er dan ook geen. Het is weliswaar niet zo dat u door te trouwen zondigt, en ook wanneer een meisje trouwt zondigt ze niet, maar het huwelijk wordt een zware belasting die ik u graag zou besparen.
29-31. Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.
Een pleidooi voor ongehuwd blijven van Paulus, maar voel je vrij.
1 Korintiërs 7:32-35. Ik zou willen dat u geen zorgen hebt. Een ongetrouwde man draagt zorg voor de zaak van de Heer en wil de Heer behagen. Een getrouwde man draagt zorg voor aardse zaken en wil zijn vrouw behagen, dus zijn aandacht is verdeeld. Een ongetrouwde vrouw en een meisje dat nog niet getrouwd is, dragen zorg voor de zaak van de Heer, en wel zo dat ze God met heel hun lichaam en geest zijn toegewijd. Maar een getrouwde vrouw draagt zorg voor aardse zaken en wil haar man behagen. Ik zeg dit in uw eigen belang, niet om u aan banden te leggen, maar om u tot onberispelijk gedrag en onverminderde toewijding aan de Heer te brengen.
Een vervolg op het pleidooi van Paulus.
36-38. Maar wanneer iemand bang is zich tegenover zijn toekomstige vrouw te misdragen, omdat zijn verlangen naar haar te groot wordt, laat hij dan gevolg geven aan zijn wens met haar te trouwen. Dat dient dan te gebeuren. Het is geen zonde. Iemand echter die uit overtuiging, dus zonder dwang en uit vrije wil, voor zichzelf besloten heeft niet met haar te trouwen, handelt uitstekend. Dus iemand die met haar trouwt handelt goed, maar iemand die niet met haar trouwt handelt beter.
39-40. Een vrouw is gebonden aan haar man zolang hij leeft, maar wanneer hij is gestorven, is ze vrij om te trouwen met wie ze wil, mits het een huwelijk is in verbondenheid met de Heer. Maar ze is gelukkiger wanneer ze ongetrouwd blijft. Dat is althans mijn mening, en ik meen dat ook ik de Geest van God bezit.
1 Korintiërs 11
In de brief van Paulus aan de gemeente van Korinthe geeft hij onderwijs over de man vrouw relatie in het huwelijk in relatie tot de hoofdbedekking. Een belangrijk punt in de Joodse gemeenschap.
1 Korintiërs 11:2-3. Ik prijs het in u dat u mij bij alles als voorbeeld neemt en u aan de voorschriften houdt die ik u gegeven heb. Ik moet u echter nog het volgende zeggen. Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus.
Het hoofd bedekken was in de tijd van Paulus een erkenning van gezag. Dat kon bestaan uit iets op je hoofd doen, maar ook je haren zijn een vorm van bedekking. Als je profeteert, dan doe je dat in verbondenheid en in naam van God, dan vertegenwoordigt je het hoogste gezag.
1 Korintiërs 11:4-6. Iedere man die met bedekt hoofd bidt of profeteert, maakt zijn hoofd te schande. Maar een vrouw maakt haar hoofd te schande wanneer ze met onbedekt hoofd bidt of profeteert, want ze is in dat geval precies hetzelfde als een kaalgeschoren vrouw. Een vrouw die haar hoofd niet bedekt, kan zich maar beter laten kaalknippen. Wanneer ze dat een schande vindt, moet ze haar hoofd bedekken.
7-10. Een man mag zijn hoofd niet bedekken omdat hij Gods beeld en luister is. De vrouw is echter de luister van de man. (De man is immers niet uit de vrouw voortgekomen, maar de vrouw uit de man; en de man is niet omwille van de vrouw geschapen, maar de vrouw omwille van de man.) Daarom, en omwille van de engelen, moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben.
En dit gedeelte gaat over de gelijkheid van de man en de vrouw.
1 Korintiërs 11:11. Echter, in hun verbondenheid met de Heer is de vrouw niets zonder de man, en ook de man niets zonder de vrouw. Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen, zo bestaat de man door de vrouw – en alles is ontstaan uit God.
Celibatair leven
1 Timoteüs 5.
Hier geeft de apostel Paulus allerlei adviezen aan de gemeente over hoe je de ondersteuning moet regelen voor mensen, die hulp nodig hebben. Het zijn praktische adviezen en de context van de tijd van Paulus.
De context was dat je mensen al dan niet aannam om voor hen te zorgen. En ook dat mensen een belofte deden om alleen Jezus te dienen, dus celibatair te leven. Maar die belofte is moeilijk, dus bedenk goed wat je doet vooral als je jong bent.
1 Timoteüs 5:11-15. Wijs jongere weduwen af. Wanneer hun hartstocht hen van Christus vervreemdt, zullen ze weer willen trouwen, en dan wordt het hun aangerekend dat ze hun belofte aan hem breken. Bovendien zullen ze er een gewoonte van maken hun tijd te verdoen door overal op bezoek te gaan; en dat niet alleen, in hun bemoeizucht praten ze ook over dingen die geen pas geven. Daarom wil ik dat jonge weduwen hertrouwen, kinderen krijgen, het huishouden regelen en onze tegenstanders geen aanleiding geven om kwaad van ons te spreken. Sommigen van hen zijn immers al van het rechte pad afgeweken, Satan achterna.
Het lijkt de apostel Paulus praktisch goed als jonge weduwen hertrouwen en hun leven weer verder oppakken, kinderen krijgen en het huishouden doen.
Andere bronnen
Er zijn heel wat boeken over huwelijk geschreven. Hier zijn enkelen genoemd.
Schrijver: | Titel: | |
1 | Karin Wagenaar | Relaties hoe doe je dat? |
2 | Dan Allender en Tramper Longman | Samen sterk |
3 | Gary Chapman | Huwelijk verbond voor het leven |
4 | Tim Keller | Het huwelijk |
5 | Arno Lamm en Emile-Andre Vanbeckevoort | Wake Up |
Ad. 5. In de Joodse traditie was een uitgebreid huwelijksceremonie ontstaan. Daar spreekt de Bijbel niet over in het Oude Testament. Maar Jezus sluit daar in het verhaal van de wijze en dwaze maagden wel bij aan. Dat geeft toch wel een geestelijk belang aan van deze ceremonie. Dit boek beschrijft die huwelijksceremonie op de bladzijden 438 tot 500. Omdat, naar hun idee, aan het eind van de tijd op die manier ook de gemeente van Christus met Hemzelf wordt verbonden.
Overwegingen
Naast de Hebreeuwse en Griekse tekst van de boeken wat wij de Bijbel noemen zijn er ook allerlei vertalingen, die soms door het vertalen ook nieuwe dingen inbrengen.
Zo komt het zelfstandig naamwoord ‘huwelijk’ wel voor in vertalingen van het Oude Testament, terwijl het niet voorkomt in de Hebreeuwse tekst. Vijftien keer in de NBV vertaling, drie keer in de NBG vertaling en twee keer in de HSV vertaling. De Statenvertaling kent het woord ‘huwelijk’ niet maar vertaalt met woorden als trouw, (on)getrouwd of getrouwde. En dat negen keer.
In het Nieuwe Testament is er wel een woord dat in die richting gaat, maar dat woord wijst op de bruiloft, de huwelijkssluiting. Het huwelijk is een abstract begrip en de Bijbel is niet zo van de abstracte begrippen.
Kwaliteit van een samenleving
Een gelijkwaardig de positie van de vrouw t.o.v. de man geeft de kwaliteit van de samenleving aan. Dat is wat gloort uit het onderwijs van God zoals in Genesis 2 en 3 en het onderwijs van Jezus en van de apostelen.
In het Midden Oosten destijds was die positie dikwijls niet gelijkwaardig. Het lijkt er op dat God de mensen de ruimte geeft dat het minder gelijkwaardig in een cultuur is. Er zijn overigens wel regels die rechten van vrouwen waarborgen, zoals de echtscheidingsbrief en het verbod op ontrouw en overspel en seks in familie relaties.
Het onderwijs van de apostelen
Zowel de apostel Paulus als de apostel Petrus geven onderwijs in hun brieven over het huwelijk. Blijkbaar hard nodig voor de mensen die uit de Grieks-Romeinse wereld kwamen waar de ideeën over het huwelijk zo anders waren dan bij het volk Israël.
In de Grieks-Romeinse wereld hadden de vrouwen onderling hun eigen wereld, zij waren het die het huishouden runde en de kinderen opvoedde en hadden verder ook contact met elkaar. Ook de mannen hadden vooral contact met elkaar. Voor de mannen was, wat wij ‘vreemd gaan’ zouden noemen, een gewone zaak. Vaak ook verbonden aan de Grieks-Romeinse godsdienst.
De apostelen konden putten uit het onderwijs van Mozes en van Jezus, maar ze voegen daar nog dingen aan toe.
Erkennen van gezag
In de relatie van man en vrouw in een huwelijk komt erkennen van gezag aan de orde. Dat is niet zo vreemd omdat het een algemeen punt is in het Koninkrijk van God. Zie ook het onderwerp autoriteit.
In drie teksten staat de oproep vrouwen het gezag van hun man erkennen, zoals deze.
Efeziërs 5:22 Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer.
De oudere vertalingen en de HSV hanteren in de vertaling het woord onderdanig. In de HSV vertaling.
Efeziërs 5:22. Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere.
Het woord onderdanig roept het gevoel van onderdrukking op en dat is met dit woord niet bedoeld.
Het woord dat er in het Grieks staat is ‘hupotasso’. Dat bestaat uit hupo wat je met ‘onder’ en ’tasso’ wat je met ‘ordenen’ kunt vertalen. Zeg maar je ‘ordenen onder’.
Zo erkende Jezus het gezag van zijn ouders. Hij ordende zich onder hen. Lukas 2:51.
Gezag erkennen is een teken van kracht, het erkent de waardigheid van de mens. Als een vrouw zegt ‘ ik wil je onderdanig zijn’ klinkt dat in het Nederlands niet goed. Als ze zegt tegen haar man: ‘Ik wil je gezag erkennen is dat juist een reken van kracht’.
Zowel Paulus als Petrus doen de oproep aan vrouwen om het gezag van hun man te erkennen. Naast bovengenoemde tekst uit Efeze 5:22, staat dit ook in vers 24, Kolossenzen 3:18, Titus 2:5 en 1 Petrus 3:1 en 5.
Overigens komt gezag erkennen ook in andere relatie voor namelijk slaven aan meesters (Titus 2:9 en 1 Petrus 2:18), de gemeenten aan Christus Efeze 5:24, van on aan de overheid (Romeinen 13: 1-5) en van onze Heer Jezus de Gezalfde aan zijn vader en moeder (Lukas 2:51)
Lessen
Dit is de oorsprong van de man/vrouw relatie.
Genesis 2:18. God, de HEER, dacht: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past’.
Vanuit dat idee is ook nageslacht ontstaan.
Genesis 4:1. De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’
En als gevolg daarvan zijn ook gezinnen, families en nog grotere verbanden ontstaan.
Het idee is dat een man en een vrouw hun levenlang elkaar trouw blijven. Dat zorgt voor rust in de relatie. Ook als één van de partners het moeilijk heeft. Dat zorgt voor rust bij de kinderen. Dat zorgt voor rust in de gezinnen. Rust in de families en rust in de hele gemeenschap.
Je hoeft je energie niet te steken in wisselende relaties, maar je kunt je energie steken in de dingen van het leven. En daar hebben we onze handen al vol aan.
Het boek Genesis beschrijft ook het proces van de man/vrouw relatie. Loskomen van je ouders. Gehecht raken aan, elkaar aankleven en zo een eenheid gaan vormen: één lichaam.
Jezus voegt aan het onderwijs van het Oude Testament de openbaring toe dat het man/vrouw verbond een beeld is van het verbond van God met de mensen. De bezegeling van die relatie is de bruiloft.
Jezus geeft ook praktische richtlijnen bij echtscheiding.
De jonge christelijke gemeenten ontstonden in een Grieks Romeinse wereld die wat man/vrouw relatie betrof totaal anders was. Mannen en vrouwen hadden vooral hun eigen wereld. Huwelijkse trouw voor mannen was niet in beeld. Het is dan ook begrijpelijk dat de apostelen allerlei onderwijs gaven over de man/vrouw relaties.