# 26 Zalving

De aanwezigheid van God in het leven van iemand kan maken dat die persoon kwaliteiten in huis krijgt, die hij of zij eerst niet had. Dit bijzondere geschenk kun je zalving noemen.

Het kan een zalving op allerlei gebieden zijn. In de kunst, de muziek of de letteren. Het kan ook zijn op het gebied van organiseren en spreken. De wijze van leiding geven. Of op het gebied van mensen losmaken uit zaken waarin ze gevangen zitten. Of het op gebied van herstel van gezondheid.

Zalving gaat altijd gepaard met autoriteit. En dan wel op het terrein van de zalving. En die autoriteit zorgt, daar waar nodig voor een geestelijke kracht. Denk bij wijze van spreken aan de heilige Joris, die de draak versloeg.

Jezus is degene geweest met wel een heel bijzondere zalving. Hij maakte indruk als leider, hij was een uitstekende leraar en een profeet. Hij bevrijdde mensen en genas mensen.

Jezus is de Christus. Christus is het Griekse woord voor ‘gezalfde’. Jezus is zien we als de grote gezalfde. We kennen ook het woord Messias. Dat is het Hebreeuwse woord voor gezalfde.

Hoe zou je christenen dan kunnen zien? Ze geloven en vertrouwen op de grote gezalfde. Maar als het goed is hebben ze zelf ook een zalving. In ieder geval dat zou wel moeten zijn. Kun je jezelf wel christen noemen zonder zalving? Misschien als je net christen bent, maar op de langere duur kan dat echt niet.

Als mens kun je iemand zalven met zalfolie. Zalving met zalfolie is één van die dingen in het christelijk geloof, waarbij je de aardse werkelijkheid verbindt met de hemelse werkelijkheid. Net zoals dat met het water van de doop gebeurd. Het is gewoon water, maar dat water kan iemand, die wordt gedoopt, geestelijk vrij maken. Brood en wijn is ook zo’n voorbeeld. Het is gewoon brood en gewoon wijn maar het kan een enorme band met onze Heer geven. Zo is ook zalven met zalfolie.

In de Bijbel staat hoe je zalfolie kunt maken. Het is gebaseerd op olijfolie waar andere stoffen zoals nardus en mirre kunnen worden toegevoegd.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.