Studie Boosheid

Wat staat er in de Bijbel over boos worden, boos blijven, over woede en over toorn. En ook wat het gevolg hiervan kan zijn dat is o.a. bitterheid en wrok. En ook nog wraak. Daar gaat het in deze studie over.

Het overzicht van teksten, die over dit onderwerp gaan van het Nieuwe Testament zijn, zover ik weet, compleet.

Ook in het Oude Testament komt boosheid en woede veel voor. In deze studie daar slechts nog een kleine selectie van.

Alle citaten van teksten uit de Bijbel komen uit de NBV vertaling tenzij anders vermeld.

Nieuwe Testament

Er zijn drie groepen woorden in het Grieks, die op boosheid en woede duiden. In deze tabel staan ze.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1ὀργή 
orgē
Zelfstandig naamwoord
vrouwelijk
G3709
SB3192
Boosheid.
Komt 36 keer in 34 verzen
KJV: wrath (31x), anger (3x), vengeance (1x), indignation (1x).
ὀργίζω
orgizō
WerkwoordG3710
SB3193
Boos worden.
Komt 8 keer in 8 verzen voor.
KJV: be angry (5x), be wroth (3x).
ὀργίλος orgilosBijvoeglijk
naamwoord
G3711
SB3194
Driftig
Komt eenmaal voor in Titus 1:7.
KJV: soon angry (1x).
 2θυμός thymosZelfstandig
naamwoord mannelijk
G2372
SB2143
Toorn
Komt 18 keer voor in 18 verzen.
KJV: wrath (15x), fierceness (2x), indignation (1x).
3πικραίνω pikrainōWerkwoordG4087
SB3556
Bitter worden
Komt 4 keer in 4 verzen voor.
KJV: make bitter (2x), be bitter (2x).
πικρία
pikria
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G4088
SB3557
Bitterheid
Komt 4 keer voor in 4 verzen
KJV: bitterness (4x)
πικρός pikrosBijvoeglijk naamwoordG4089
SB3558
Bittere
Komt 2 keer voor
KJV: bitter (2x).

Orge en orgizo slaat op boosheid, boos worden of boos zijn. Er kunnen diverse oorzaken zijn van het boos worden. Het kan terecht of onterecht zijn. Goed of slecht.

Thymos legt de nadruk op het opgewonden zijn bij de woede of de boosheid. Zoals voetballers dat soms in het voetbalveld kunnen zijn. Of zoals moslims dat kunnen zijn bij een demonstratie als de profeet wordt beledigd.

De woorden rond pikriano gaan over puntig, scherp en bitter. Het gaat om tien verschillende verzen waar deze woorden worden genoemd. Naast de drie woorden in de tabel is er ook nog het bijwoord pikros SB3559 dat twee keer voorkomt. Het zijn de teksten, die vertellen dat Petrus bitter weende na zijn verloochening van Jezus. Hij was bitter over zichzelf.

De teksten over boosheid zijn in deze studie als volgt gesorteerd.
Eerst gaat het over de boosheid van mensen.
Dan over de boosheid van Jezus en van God.
En dan over de boosheid, die kan ontstaan over het evangelie.
En tenslotte de boosheid, die er is tussen koningen en volken onderling.

Bitterheid is een apart hoofdstuk.

De boosheid van mensen

Al bij het begin van het Nieuwe Testament gaat het om de boosheid van mensen, namelijk in de zaligsprekingen.

Als wat hier in de tekst staat regelmatig ook voor jou geldt, dan moeten wel de alarmbellen gaan rinkelen. Zoek hulp, want boosheid is in je innerlijk gekropen. Je bent een probleem voor je omgeving.
Matteüs 5:22. En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen “Nietsnut!” zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.

Vervolgens komen we in de verhalen van Jezus mensen tegen die boos worden.
Een heer omdat, voor wie hij genadig was, diezelfde persoon voor een ander niet genadig was.
Matteüs 18:34. En zijn heer was zo kwaad dat hij hem in handen van de gerechtsbeulen gaf tot hij de hele schuld zou hebben terugbetaald. 

En hier in een verhaal van Jezus, waarbij de onderdanen van de koning zijn zoon hadden gedood.
Matteüs 22:7. De koning ontstak in woede en stuurde zijn troepen eropaf, hij liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken.

En hier omdat de heer welwillend mensen uitnodigde voor zijn feest, terwijl ze niet kwamen. De heer voelde zich, denk ik, beledigd, hij wilde goed doen, ruimhartig zijn, maar dat werd niet ontvangen.
Lukas 14:21. Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.”

En over die oudere broer van de verloren zoon, die niet kon aanzien dat de vader voor zijn broer genadig was.
Lukas 25:28. Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem te bedaren.

Verder komen we het ‘boos worden’ in de brieven van Paulus tegen.

Als eerste in deze tekst, waar de vertalers het heftige woord wraak gebruiken. De boodschap is ‘speel geen eigen rechter’, dat heb ik van de Studiebijbel. Laat God maar boos zijn.
Romeinen 12:19. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. [HSV]

En hieronder staat het eenmalig gebruikte zelfstandig naamwoord παροργισμός parorgismos boosheid. Strong 3950, SB3426. Een woord dat maar één keer in het Nieuwe Testament voorkomt. ‘Para’ wijst op extra en ‘mos’op een voltooide handeling. Laat na voltooiing van je boosheid niets extra’s ontstaan.

Efeziërs 4:26-27. Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid (G3950), geef de duivel geen kans.

In deze tekst staan alle drie de woorden uit de tabel.
Efeziërs 4:31. Laat alle wrok (pikria) en drift (thymos) en boosheid (orge) varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid.
Toelichting: er staat hier het woord kwaadaardigheid, dat gaat niet over boosheid maar slechtheid.

En hier wordt het werkwoord parorgizo gebruikt G3949, SB2425, dat duidt op boos of kwaad maken.
Efeziërs 6:4. Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en vermaan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil.

Het werkwoord parorgizo komt twee keer voor. Ook in Romeinen 10:19 waar het er over gaat dat Israël ‘boos’ of geirriteerd zal zijn’ op een volk wat geen volk is. Wellicht zijn dat de christenen, die ook van God houden.

En hier over wat wij mensen moeten afleggen.
Kolossenzen 3:5-8. Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede (orge) en drift (thymos), vloeken en schelden. 

Nog een aanwijzing van Paulus.
1 Timoteüs 2:8. Ik wil dat bij iedere samenkomst de mannen met geheven handen bidden, vol toewijding, zonder wrok of onenigheid. 

Er is maar één tekst in de Bijbel waarin het Griekse woord orgilos, zie tabel in voorkomt. Dat is deze tekst.
Titus 1:7. Een opziener moet als beheerder van Gods huis onberispelijk zijn: hij mag niet eigenzinnig optreden, niet driftig zijn, niet te veel drinken, niet gewelddadig zijn en niet hebzuchtig.

Jacobus 1:19-20. Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. Want de woede van een mens brengt niets voort dat in Gods ogen rechtvaardig is.
Toelichting: twee keer staat hier het zelfstandig naamwoord. De eerste keer lijkt het op niet driftig zijn, traag in boos worden.

Hier nog twee teksten over opgewonden boos worden (thymos).

2 Korintiërs 12:20. Want ik vrees dat ik, bij mijn komst, u misschien niet zal aantreffen zoals ik wil, en dat ik door u gevonden zal worden zoals u niet wilt, en dat er misschien ruzies, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, kwaadsprekerij, laster, verwaandheid en wanorde zullen zijn [HSV]

Galaten 5: 19-21. Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. [NBG]

Tweedracht en partijschappen zijn middelen om je boosheid vorm te geven. Je kunt ze de werken van het vlees noemen. Maar let op: je bent dan rijp voor invloed vanuit het rijk van de duisternis.

De boosheid van Jezus

Was Jezus ook wel eens boos? Zeker. Als Jezus wel eens boos was, dan kan er bij ons ook terechte  boosheid zijn. Goed om naar zijn voorbeelden van boosheid te kijken.

Het is maar eenmaal dat een Grieks woord voor boosheid wordt gebruikt bij Jezus. Dat is in dit verhaal van een genezing in een synagoge. De farizeeën gebruikten een zieke man om Jezus te verleiden om de Joodse sabbatsgeboden te overtreden.

Ze gingen letten op Jezus om te zien wat hij zou doen op sabbat, zodat ze hem konden betrappen op het overtreden van de Joodse sabbatgeboden. De sabbat was voor hen een doel op zich, om ook macht uit te oefenen. Volgens Jezus is de sabbat er voor de mens, dus daar past genezen helemaal bij.
Marcus 3:5-6. Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen zei hij tegen de man die in het midden stond: ‘Steek uw hand uit.’ Hij stak zijn hand uit en er kwam weer leven in. De farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen.

Leiders, die via regels macht uit willen oefenen over mensen, krijgen met een boze Jezus te maken. Dat gold toen en dat geldt ook heden ten dage nog, lijkt mij. Zodra Jezus koning wordt, zal hij op deze manier ook orde op zaken stellen. Wees gewaarschuwd als je een harteloze leider bent.

Dan nog een paar voorbeelden van de boosheid van Jezus, terwijl het boos zijn niet als woord in de tekst staat. Maar om een completer beeld te krijgen van de boosheid van Jezus voeg ik deze verhalen aan deze studie toe.

Een bekend voorbeeld van boosheid van Jezus is bij de tempelreiniging. Er staat geen uitleg waarom Jezus dit deed. Het lijkt mij dat het was vanwege de verontreiniging van de dienst in de tempel. Iets wat God gaf tot heil van de mensen moet zuiver blijven. Deze plaats was bestemd voor gebed en niet voor handel.

Na de intocht van Jezus in Jeruzalem (palmpasen) deed hij dit.
Matteüs 21:10-13. Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’

Marcus 11:15-18. Ze kwamen in Jeruzalem. Hij ging de tempel binnen en begon iedereen die daar iets kocht of verkocht weg te jagen; hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver, en hij liet niet toe dat iemand voorwerpen over het tempelplein droeg. Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’

Johannes 2:13-17. Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’

Een ander voorbeeld van boosheid bij Jezus is een conflict waarbij Jezus voor zijn recht opkomt. Het is bij de ondervraging van Jezus door hogepriester Kajafas.

Bij de ondervraging van Jezus door de hogepriester Kajavas doet Jezus een pittige uitspraak.
Johannes 18:20-21, Jezus zei: ‘Ik heb in het openbaar tot de wereld gesproken. Ik heb steeds onderrichtgegeven op plaatsen waar de Joden bij elkaar komen, in synagogen en in de tempel, en nooit heb ik iets in het geheim gezegd. Waarom ondervraagt u mij? Vraag het toch aan de mensen die mij gehoord hebben, zij weten wat ik gezegd heb.’

Toen iemand Jezus een klap gaf, kwam Jezus voor zichzelf op.
Johannes 18:22-23. Toen Jezus dat zei gaf één van de dienaren die erbij stonden, hem een klap in het gezicht: ‘Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden?’ Jezus zei: ‘Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?’

Hier nog twee teksten met stevige uitspraken van Jezus. Hij lijkt op zijn minst verontwaardigd, misschien kun je het wel boos noemen.

Markus 9:42. Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. 
Lukas 8:17. Want niets dat verborgen is blijft geheim; alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen.

Wat kunnen we hiervan leren?
Jezus werd boos, deed stevige uitspraken en neemt zelf stevige actie zoals bij de tempelreiniging.

Waar werd hij boos over? Bizar ongeloof, verregaande ongehoorzaamheid van mensen. En zoals bij de tempelreiniging dat men zo’n heilige plek zo commercieel had gemaakt.

En verder over slechte leraren en pastors, die mensen op het verkeerde spoor brengen door dingen anders te onderwijzen dan wat ze zijn of dingen vaag te maken.

Mooi dat Jezus op deze dingen boos is en maatregelen neemt. Het lijken mij zaken, die we pas moeten navolgen als we volwassen gelovigen zijn. Bij ons komt er al gauw onze eigen gekwetstheid en onze eigen zorgen bij.

Als je voor iets gemeenschappelijks opkomt, dan moet het voor jou zonder eigen belang zijn en niet vanuit de zorg dat het God uit de hand loopt.

De boosheid van God.

Dikwijls worden wij gevraagd om het voorbeeld van God te volgen. Zou dat bij dit onderwerp ook zo zijn? Dat wij ook verontwaardigd zijn als God in zo’n geval boos zou zijn?

Er zijn wel achttien teksten in het Nieuwe Testament, die gaan over de boosheid, toorn of woede van God. Het is goed om te beseffen dat als God boos is, dat het nog niet betekent dat hij straft. Het is net als bij mensen een signaal, dat je heel serieus moet nemen. Ik heb het Griekse woord voor straf nog niet in het Nieuwe Testament gevonden.

Ik heb de achttien teksten naar verschillende soorten oorzaken gesorteerd. Hieronder staan ze.

1. Een deel van de boosheid van God gaat over het feit dat het volk Israël met een eed had gezworen om de geboden van God te houden en het niet deed. Er waren zelfs tijden dat ze het tegenovergestelde deden. Ik denk dat dat de achtergrond is van de woede, die in de teksten hieronder aan de orde komt.

Matteüs 3:7-8. Toen hij (Johannes de Doper) velen van de Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop zag afkomen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn? Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering [HSV]

Johannes 3:36. Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’

Romeinen 4:15. De wet brengt immers toorn teweeg, want waar geen wet is, is ook geen overtreding. [HSV]
Toelichting: de NBV vertaalt met straf. De NBV gaat ervan uit dat boosheid van God zondermeer leidt tot straf. Maar dat is niet zo.

Romeinen 5:9. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. [HSV. De NBV vertaalt met veroordeling. Alsof boosheid van God altijd leidt tot veroordeling]

2. Er zijn teksten, die aangeven om welke zaken God boos wordt. Dit zijn de teksten.

Wat is in het algemeen de reden dat God boos wordt? Ik denk dat dit de basis is. God had met de schepping voor ogen dat ze vol vrede en rust zou zijn en dat de mensen, de aarde verder zouden ontwikkelen en dat alles met respect voor de Schepper. Als er dingen gebeuren, die juist een koers zijn naar de ondergang, dan wordt God boos.

Als er kwaad en onrecht is, dan wordt de waarheid zoals ik net formuleerde geweld aangedaan.
Romeinen 1:18. En vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.

Daarom is het ook logisch dat God toorn over ons brengt.
Romeinen 3:5. Als nu onze ongerechtigheid de gerechtigheid van God bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? Ik spreek op menselijke wijze. [HSV]
Toelichting: ik denk dat als God toorn over ons brengt, dat de genadesluis dan wel zo’n beetje dicht staat.

Die toorn is er ook als we ons laten leiden door wereldse begeerten en zelfzuchtige verlangens.
Efeziërs 2:3. Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door onze wereldse begeerten, wij volgden alle zelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander.

Hier staat het heel algemeen, Gods toorn als je Hem ongehoorzaam bent.
Efeziërs 5:6. Laat u door niemand met loze woorden misleiden, want wie God ongehoorzaam is, wordt getroffen door zijn toorn.

Ook als woede en drift je leven beheersen treft Gods toorn je.
Kolossenzen 3:5-8. Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en drift (thymos), vloeken en schelden.

De eerste jaren van de gemeente van God vormden Joodse leiders een belemmering. Dat heeft God hen zeer kwalijk genomen.
1 Tessalonicenzen 2:16. Zij (de Joden) verhinderen ons tot de heidenen te spreken opdat die zalig zouden worden. Zo maken zij voor altijd de maat van hun zonden vol. En de toorn is over hen gekomen tot het einde. [HSV]
Toelichting: laten we bidden voor genade van God voor onze Joodse broeders en zusters.

En dit is een mooie laatste tekst van dit punt. God wil niet de ellende van de toorn, maar de zaligheid in ons leven.
1 Tessalonicenzen 5:9. Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus. [HSV]

3. God is rechter.

Wees geen eigen rechter is de boodschap van deze tekst.

Romeinen 12:19. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. [HSV]

Ruimte voor de toorn is ruimte voor de rechtspraak en de vereffening van God. Een commentaar zegt: Wreekt uzelf niet, zou je ook kunnen vertalen met ‘speel geen eigen rechter’

4. De boosheid van God om indruk te maken op het volk Israël.

Romeinen 9:22. God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn (orge) zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat hij zijn toorn (orge) ook wil tonen en zijn macht kenbaar wil maken.

De Studiebijbel ziet overeenkomst van deze tekst met de situatie van de Farao van het volk Egypte in de tijd van de uittocht van het volk Israël. Het volk zal de woede van God zien. En daarmee ook de heerlijkheid. Hopelijk een aanleiding om tot inkeer te komen. Laten we bidden voor het volk Israël.

5. De overheid toont Gods toorn.

Wij leven in een tijd van veel kritiek op de overheid, maar God zag de overheid, die toen veel slechter was als nu, als een overheid, die de uitvoering van de goddelijke taak van rechtspreken en rechtzetten doet. 

Romeinen 13:4-5. Zij is immers Gods dienares, u ten goede. Als u echter kwaad doet, vrees dan, want zij draagt het zwaard niet zonder reden. Zij is namelijk Gods dienares, een wreekster tot straf (orge) voor hem die het kwade doet. Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen omwille van de straf (orge), maar ook omwille van het geweten. [HSV]
Toelichting: er is vertaald met het woord straf, maar er staat boosheid. Ook de overheid is ‘boos’, grijpt in, als mensen het kwade doen.

6. De boosheid van God aan het eind van de tijd.

Romeinen 2:5. Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God, Die ieder vergelden zal naar zijn werken, namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven. Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap (  ) en toorn (thymos) vergolden worden. Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek, maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek. Want er is geen aanzien des persoons bij God.

1 Tessalonicenzen 1:9b-10. … hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen, en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn. [HSV]

In het boek Openbaringen gaat het diverse keren over de toorn van God op het eind van de tijd. Zeven keer gebruikt het boek Openbaring het Griekse woord thymos, het woord voor laaiende woede, Als het woord thymos in de tekst staat heb ik dat hieronder aangegeven. Anders is er sprake van het ‘gewone’ woord voor boosheid.

Dit gaat over de toorn van degene, die op de troon zit en het lam.
Openbaring 6:16-17. Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van hem die op de troon zit en voor de toorn van het lam! Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’

Openbaring 11:18. De volken raasden in woede, maar nu laat u uw woede razen. De tijd is gekomen om een oordeel te vellen over de doden; en om uw dienaren, de profeten, te belonen, evenals de heiligen en degenen die, jong en oud, ontzag hebben voor uw naam; en ook om hen die de aarde vernietigen nu zelf te vernietigen.’

Openbaring 14:9b-10. Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand krijgt, zal hij de wijn van Gods woede (thymos) moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam.

Openbaringen 15:1. Ik zag in de hemel opnieuw een indrukwekkend, wonderbaarlijk teken: het waren zeven engelen met de zeven laatste plagen, waarmee aan Gods woede (thymos) een einde komt.

Openbaringen 15:7. Toen gaf een van de vier wezens aan alle zeven engelen een gouden offerschaal, vol met de woede (thymos) van de God die leeft tot in eeuwigheid.

Openbaringen 16:1. Toen hoorde ik een luide stem uit de tempel komen die tegen de zeven engelen zei: ‘Ga nu! Giet de zeven offerschalen met Gods woede (thymos) leeg op de aarde!’

Openbaring 16:19.De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn van zijn hevige woede. (thymos)

Openbaring 19:15. Uit zijn mond komt een scherp zwaard waarmee hij de volken zal slaan, en hij zal hen met een ijzeren herdersstaf hoeden. Hij zal de wijnpers van de hevige woede (thymos) van de almachtige God treden.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het volk Israël had onder ede beloofd de wet te houden, maar ze deden het niet, daar is God boos over. Rom 4:15.
De enige weg is dat je in Jezus gaat geloven, anders blijft Gods toorn op je rusten. Joh 3:36.
Het volk Israël had beloofd de wet te houden, de gelovigen uit de volken zijn daar wel bij betrokken, maar het gaat niet rechtstreeks over hen.

De apostel Paulus schrijft: “Doordat de Joodse leiders verhinderden om tot de volken te spreken is over hen de toorn van God gekomen tot het einde”. Wat dat einde dan ook is. 1 Tess 2:16.

In Gods boosheid heeft hij als straf geroepen: “Nooit zullen ze in mijn rust ingaan”. Hebr 3 en 4.

Bij de diverse teksten kun je lezen over welk gedrag of houding van ons God boos of woedend wordt:
– over het kwaad en over onrechtvaardig handelen. Rom 1:18.
– over hardleers zijn en je niet inkeren. Rom 2:5.
– over ongehoorzaamheid in het algemeen. Ef 5:6.
– over geldingsdrang en de waarheid niet eerbiedigen. Rom 2:8.
– over wereldse begeerten en zelfzuchtige verlangens. Ef 2:3.
– over ontucht, zedeloosheid, harttocht, lege begeerten, hebzucht. Kol 3:5.

Als vroeger in de klas de juf of de meester boos werd, dan betekende het nog niet dat er straf werd uitgedeeld. Bij de vertalingen van de Bijbel wordt regelmatig ‘de toorn van God’ wel met ‘de straf van God’ vertaald. Dat is een nare accentverschuiving.

Goed om te weten:
We worden behouden van de toorn van God door het bloed van Jezus. Rom 5:9.
Gods boosheid en woede leidt niet altijd tot straffen. Rom 9:22.

Een moedgevende tekst is dat God ons heeft bestemd tot het verkrijgen van de zaligheid, niet tot toorn en mogelijke straf van God, zie 1 Tess 5:9.

De overheid laat door haar straffen Gods toorn zien. Rom 13:5.

Johannes de Doper en ook de apostel Paulus spreken over de komende toorn. Joh 3:36. 1 Tess 1:10.

Aan het eind van de tijd zal God zijn boosheid en zijn woede laten zien. Openbaring.

Als mensen boos worden om het evangelie

Hier gaat het over thymos, vooral het opgewonden boos zijn. Dat kunnen mensen dus worden als ze met het evangelie worden geconfronteerd.

Jezus overkomt dat in zijn geboorteplaats Nazareth. Het onderwijs van Jezus leidt tot goede woede. De reactie van de mensen in Nazareth was onverstandig. Als iemand je een spiegel voorhoudt kun je ook tot bezinning komen.

Lukas 4:28-30. Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in grote woede. Ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten. Maar hij liep midden tussen hen door en vertrok.

In Efeze ontstond grote woede bij de menigte omdat waar ze in geloofden werd ontmaskerd. Ze hadden beter blij kunnen zijn dat ze van die onzin werden verlost.
Handelingen 19:26-29. Maar jullie hebben uiteraard ook gemerkt dat Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia een grote groep mensen heeft weten te overtuigen van zijn opvatting dat goden die door mensenhanden worden gemaakt geen goden zijn. Daardoor dreigt niet alleen ons beroep in diskrediet te raken, maar bestaat ook het gevaar dat de tempel van de grote godin Artemis in aanzien zal dalen en dat zijzelf, die in heel Asia en in de hele wereld wordt vereerd, van haar luister zal worden beroofd.’ Bij het horen van deze woorden ontstaken zijn toehoorders in hevige woede en barstten los in geschreeuw: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ De hele stad raakte in rep en roer.

En hier gaat het over Mozes.
Hebreeën 11:23-27. Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het een heel bijzonder kind was. En zij waren niet bevreesd voor het bevel van de koning. Door het geloof heeft Mozes, toen hij groot geworden was, geweigerd een zoon van de dochter van de farao genoemd te worden. Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen. Door het geloof heeft hij Egypte verlaten zonder bevreesd te zijn voor de toorn van de koning. Want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare.

En hier gaat het over koning Herodus. Herodus was iemand, zo stel ik me voor, regelmatig woedend was. Zo ook hier. Hier is het eenmalig voorkomende werkwoord thumoo Strong G2373, SB 2144, gebruikt, dat met verschrikkelijk kwaad is vertaald.

Matteüs 2:16. Toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad, en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen.

Toorn van volken of koningen onderling

Wat Israël heeft meegemaakt en nog steeds meemaakt is dat andere volken boos op hen zijn. Hier twee voorbeelden.

Deze teksten gaan over de toorn van de volken.
Lukas 21:23. Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land en toorn over dit volk. [HSV]

Dit gebeurt wanneer de zevende engel op zijn bazuin blaast. Hoewel de tekst heftig is wordt hier het gewone woord voor boosheid gebruikt.
Openbaring 11:18. De volken raasden in woede, maar nu laat u uw woede razen. De tijd is gekomen om een oordeel te vellen over de doden; en om uw dienaren, de profeten, te belonen, evenals de heiligen en degenen die, jong en oud, ontzag hebben voor uw naam; en ook om hen die de aarde vernietigen nu zelf te vernietigen.’

Toelichting: het razen van de volken kennen we al van Psalm 2. God geeft rust door tijd te nemen voor oordelen. Door dingen recht te zetten. Kwaaddoeners worden verwijderd. Goeddoeners op hun plaats gezet.

En hier gaat het om de woede van een koning Herodus een opvolger van de grote Herodus, die ook zo boos kon worden. Blijkbaar een familiekwaal. Hij was boos op de Tyriërs en Sidoniërs. De tekst hanteert hier het slechts eenmaal voorkomende woord thumumacheo G2371 SB2142. Het woord is hier vertaalt met bittere vijandschap.

Handelingen 12:20. En Herodes koesterde bittere vijandschap tegen de Tyriërs en Sidoniërs; maar zij kwamen eensgezind naar hem toe, en na Blastus, de kamerheer van de koning, overtuigd te hebben, vroegen zij om vrede, omdat hun land gevoed werd door dat van de koning. [HSV]

Ook de duivel ontsteekt in hevige woede. Hij is regelmatig woedend, dat hoort bij hem. Net zoals bij de Herodussen.
Openbaring 12:12. Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.

In Openbaring 12:17 wordt de draak toornig op de vrouw.

Twee keer wordt gesproken over ‘de woede van de hoererij’. Hier zou ‘opwinding’ een betere vertaling zijn. Bij ‘hoererij’, in het Grieks, porneias, kun je ook denken aan allerlei vormen van seks of het dienen van allerlei occulte machten in plaats van God.
Openbaring 14:8. En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken. [HSV]
Toelichting: aangezien thymos juist de opwinding benadrukt, lijkt mij de vertaling van de NBV: ‘de wijn van de wellust’ beter.

In Openbaring 14:10 gaat het dan in tegenstelling daarmee over de wijn van de woede van God.

Ook in Openbaring 18:3 gaat het over de wijn van de wellust.

Bitterheid, bitter worden

Als je langdurig boos bent, misschien wel tegen meer personen, tegen omstandigheden of tegen God, dan zorgt die boosheid ervoor dat je een bitter innerlijk krijgt. Er schiet een bittere wortel in je op zoals Hebreeën 12:14 dat noemt.

In het Grieks komen de woorden prikria en pikriano voor.

Het werkwoord pikriano, bitter worden, komt vier keer in de Bijbel voor, bijvoorbeeld in deze tekst. In een huwelijk kun je over elkaar bitter worden.
Kolossenzen 3:19. Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet bitter tegen haar.

De andere drie keer staan in het boek Openbaring, dan gaat het erover dat het water of de maag na het eten bitter wordt.

Het zelfstandig naamwoord pikria komt ook vier keer voor in de Bijbel.

De eerste keer gaat het over een zekere Simon. Geen mens met een fijn karakter zoals Petrus ziet.
Handelingen 8:18-23. En toen Simon zag dat de Heilige Geest gegeven werd door middel van de handoplegging van de apostelen, bood hij hun geld aan, en zei: Geef ook mij deze macht, opdat eenieder wie ik de handen opleg, de Heilige Geest ontvangt. Maar Petrus zei tegen hem: Laat uw geld met u naar het verderf gaan, omdat u dacht dat Gods gave door geld verkregen wordt! U hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet oprecht voor God. Bekeer u dan van deze slechtheid van u en bid God of deze gedachte van uw hart u misschien vergeven wordt. Want ik zie dat u zo bitter als gal bent en een kluwen ongerechtigheid. [HSV]

De tweede keer in het boek van de Romeinen. Over wie gaat het hier?
Romeinen 3:13-14. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. Hun mond is vol vervloeking en bitterheid. [HSV]

Onder de gemeenteleden van Efeze kwam blijkbaar dit ook nog voor.
Efeziërs 4:31. Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid.

Hebreeën 12:14-15. Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien. Zie erop toe dat niemand achteropraakt in de genade van God, en dat er geen enkele wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt zodat daardoor velen bezoedeld worden.

En tenslotte het bijvoeglijk naamwoord pikros dat in onderstaande tekst twee keer voorkomt.

Jakobus 3:11-14. Laat een bron soms uit eenzelfde ader zoet en bitter water opwellen? Of kan een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron zoet water. Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Maar als u zich laat beheersen door bittere jaloezie of egoïsme, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. 

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Opvallend is dat bitterheid niet in verband met Jezus of God wordt gebracht. Het is echt iets van mensen en het is ook niet goed.

Bitterheid en bitter worden of zijn is heel slecht voor een mens. En trouwens ook voor de mensen daarom heen. Als je zover heen bent is het lastig om weer op de goede weg te komen.

Naar mijn inzicht kennen we in Nederland veel bittere mensen. Mensen, die bitter zijn, hebben grote kans om eenzaam te worden.

Het woord van Jakobus is heel wijs. Uit een bitter mens kunnen geen zoete dingen meer te voorschijn komen. Daarom is bitterheid in een mens zo tragisch.

Oude Testament

Deze woorden over boosheid, woede en wraak ben ik al tegen gekomen in het Oude Testament. Er zijn er wellicht wel meer.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1קָצַף qāṣap̄WerkwoordH7107Boos worden.
Komt 34 keer voor in 32 verzen.
KJV: wroth (22x), wrath (5x), displeased (3x), angry (2x), angered (1x), fret (1x).
קֶצֶף qeṣep̄Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H7110Boosheid
Komt 29 keer voor in 29 verzen
KJV: wrath (23x), indignation (3x), sore (2x), foam (1x).
2חֵמָה chemahZelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H2534Woede.
Komt 124 keer voor in 117 verzen.
KJV: : fury (67x), wrath (34x), poison (6x), furious (4x), displeasure (3x), rage (2x), anger (1x), bottles (1x), furious (with H1167) (1x), furiously (1x), heat (1x), indignation (1x), wrathful (1x), wroth (1x).
3חָרוֹן ḥārônZelfstandig naamwoord
mannelijk
H2740Boosheid
Komt 41 keer voor in 40 verzen
KJV: fierce (23x), fierceness (9x), wrath (6x), fury (1x), wrathful (1x), displeasure (1x).
 חָרָה
ḥārâ
WerkwoordH2734Boos, woedend worden
Komt 90 keer voor in 87 verzen
KJV: kindled (44x), wroth (13x), hot (10x), angry (9x), displease (4x), fret (4x), incensed (2x), burn (1x), earnestly (1x), grieved (1x), very (1x).

Het tweede woord, chemah komt van een werkwoord dat heet worden betekent. Heet, witheet van woede worden, furieus.

In het werkwoord hara zit ook van woede ontsteken.

Haron en Hara (regel 3 van de tabel)

Hier het werkwoord hara. Afhankelijk van de werkwoorsvorm kan het diverse betekenissen hebben.

Genesis 4:4-7. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg hem: ‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.’ 

Hier gaat het er om dat Abraham vrijmoedig vragen stelt en bang is dat de ander kwaad wordt.
Genesis 18:29-32. Opnieuw sprak Abraham hem aan: ‘Stel dat het er maar veertig zijn.’ ‘Dan zal ik het niet doen omwille van die veertig.’ Toen zei hij: ‘Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het waag door te gaan: stel dat het er maar dertig zijn.’ ‘Ik zal het niet doen als ik er dertig aantref.’ Hierop zei hij: ‘Ik ben zo vrij de Heer opnieuw aan te spreken: stel dat het er maar twintig zijn.’ ‘Dan zal ik de stad niet verwoesten omwille van die twintig.’ Abraham zei: ‘Ik hoop dat u niet kwaad wordt, Heer, wanneer ik het nog één keer waag iets te zeggen: stel dat het er maar tien zijn.’ ‘Dan zal ik haar niet verwoesten omwille van die tien.’

Hier een voorbeeld uit het boek Exodus.
Exodus 15:7. U toont uw majesteit en breekt uw tegenstanders, uw toorn ontbrandt en verteert hen als stro.

Wreken en wraak

Boos worden en woedend worden kan gebeuren, is soms ook goed dat je dat wordt, maar wat doe je daar verder mee. Één mogelijkheid is dat je wraak gaat nemen en vergelden.

Wraak nemen en vergelden komt diverse keren in de Bijbel voor.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1נָקַם
naqam
WerkwoordH5358Wreken
Komt 35 keer voor in 31 verzen
KJV: avenge (18x), vengeance (4x), revenge (4x), take (4x), avenger (2x), punished (2x), surely (1x).
2נָקָם naqamZelfstandig naamwoord
mannelijk
H5359Wraak.
Komt 17 keer in 17 verzen voor.
KJV: vengeance (15x), quarrel (1x), avenge (1x).
3שִׁלֵּם
šillēm
Zelfstandig naamwoord
mannelijk
H8005Vergelding.
Komt eenmaal voor in Deut 32:35.
KJV: recompense (1x).
4שָׁלַם šālamWerkwoordH7999Betalen, vergelden.
Komt 116 keer voor in 107 verzen.
KJV: pay (19x), peace (11x), recompense (11x), reward (10x), render (9x), restore (8x), repay (7x), perform (7x), good (6x), end (4x), requite (4x), restitution (4x), finished (3x), again (3x), amends (1x), full (1x), miscellaneous (8x).

Het werkwoord naqam, nummer 1 in de tavel, is de wortel van het zelfstandig naamwoord naqam nummer 2 in de tabel.

Zo is ook salam, nummer 4 in de tabel, de wortel van sillem (3). In een bepaalde werkwoordsvorm (piel) heeft het o.a. de betekenis van vergelden.

Het is niet aan de mens om wraak te nemen. In onze taal hebben we een werkwoord ‘vergelden’. In het Hebreeuws is er niet echt een woord voor. H7999 salam, dat betalen enz kan betekenen.

Deuteronomium 32:35. Aan Mij komt de wraak en de vergelding toe [HSV].
Opmerkingen: het lijkt er op dat God dat tegen Mozes en het volk zegt, het is denk ik ook zo, maar het blijkt niet uit de context. Ik denk inspiratie voor Mozes van God.

In het lied van Mozes gaat het eerst over allerlei zonden van de volken en dan staat er.
Deuteronomium 32:34-35. Ik heb dat allemaal bewaard, het opgeborgen in mijn schatkamers voor de dag dat ik wraak ga nemen, het tijdstip waarop ik hun kwaad vergeld, vergeld, wanneer aan hun voorspoed een einde komt. Want de dag van hun ongeluk is nabij, hun noodlot komt onafwendbaar op hen af.”

Spreuken 6:34. Want door jaloezie ontsteekt een man in woede, als hij wraak (2) kan nemen, doet hij dat meedogenloos.

Spreuken 20:22. Zeg niet: ‘Ik zal dat kwaad vergelden (4),’ wacht op de HEER, hij zal je helpen.

In een andere zin.
Spreuken 11:31. Zie, een rechtvaardige krijgt vergelding (4) op aarde, hoeveel te meer de goddeloze en de zondaar!
Opmerking: dit lijkt op de tekst die Jezus uitspreekt dat ieder die zijn vader en moeder verlaat om Jezus zal worden vergoed.

Andere bronnen

Er zijn allerlei boeken vanuit de psychologie geschreven over boosheid. Ook over boosheid bij kinderen, hoe je daarmee moet omgaan. Maar een boek voor gelovigen in Jezus om hen te helpen met goed boos zijn heb ik nog niet ontdekt.

Samenvatting

Het Nieuwe Testament geeft ons een mooi overzicht over het onderwerp boosheid. Een onderwerp waar we allemaal persoonlijk mee te maken hebben.

Het is goed om boos te worden als je persoonlijk onrecht wordt aangedaan. Leer om voor jezelf op te komen. Het is ook goed om verontwaardigd te zijn over maatschappelijk onrecht.

Het is ook goed dat we deze boosheid weer los kunnen laten. Wij zijn geen rechter. Je kunt een aardse rechter inschakelen. Er is ook een hemelse rechter. Deze zijn speciaal voor recht.

Het is heerlijk om te merken dat God ook heel boos kan zijn. Op dingen die oneerlijk zijn. Met die woede kan Hij ook indruk maken. En desnoods met geweld dingen recht zetten.

En dan weer voor onszelf. Zorg ervoor dat je boosheid, die in je is blijven haken, weer kwijt raakt. Dat is, niet allleen voor je omgeving, maar ook goed voor jezelf.

Dat geldt nog meer voor bitterheid. Dan kun je een ramp zijn voor je omgeving en zeker ook voor jezelf. Voor je psychische en lichamelijke gezondheid.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.