Studie Pinksterfeest

Het derde feest in het jaar dat in de Bijbel wordt genoemd is het Wekenfeest, Shavoeot. Het bestaat uit 49 dagen van voorbereiding en sluit af met een bijzondere dag, die wij het Pinksterfeest noemen.

De voorbereidingstijd startte op de dag na de sabbath van het paasfeest. In het oude Israël ging men die dag een offer aanbieden van de eerste oogst. Eerste dag? Zeker. 49 dagen lang was er destijds een plechtigheid waarbij een eersteling van de oogst werd geofferd. Op de vijftigste dag, Pinksteren, dit woord betekent vijftigste, was de afsluiting van deze offerserie.

In deze studie aandacht voor het begrip ‘eersteling’ dat voor het wekenfeest belangrijk is, maar ook bij andere onderwerpen naar voren komt. Bij het offeren in het algemeen en bij de erfenis, het eerst geboorterecht.

De citaten van de teksten komen uit de NBV vertaling tenzij anders is aangegeven.

Studievragen

Je zou de volgende vragen over dit onderwerp kunnen stellen.

1. Wanneer en met welk doel werd Shavoeot, het Pinksterfeest, ingevoerd?
2. Hoe werd het Shavoeot feest gevierd?
3. Waarom is Shavoeot, het Pinksterfeest, belangrijk?
4. Vieren Joodse mensen hier in Nederland en Israël dit feest nog steeds?
5. Waarom vieren de christelijke kerken het Pinksterfeest en niet het Shavoeot feest?
6. Wat is de relatie tussen het Shavoeot feest en het Pinksterfeest?
7. Wat heeft het Shavoeot feest en het Pinksterfeest de gelovigen gebracht?
8. Wat mij persoonlijk raakte bij dit onderwerp?

Aan het eind van deze studie in het hoofdstuk Lessen staan de antwoorden op deze vragen.

Oude Testament

De schoof, het beweegoffer en de telling

De voorbereiding van het Pinksterfeest heeft drie ingrediënten: een geoogste schoof graan, het beweegoffer en het tellen.

Woord Soort woord Strong Opmerkingen:
1עֹמֶר
`omer
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H6016Schoof
Komt 14 keer voor in 14 verzen
KJV: sheaf (8x), omer (6x).
2עֲרִיסָה
`ariycah
Zelfstandig naamwoord
vrouwelijk
H6182Deeg
Komt 4 keer voor in 4 verzen
KJV: dough (4x)
3תְּנוּפָה tĕnuwphah Zelfstandig
naamwoord vrouwelijk
H8573Beweging
Komt 30 keer voor in 28 verzen
KJV: wave offering (14x), wave (8x), offering (6x), shaking (2x)
4סָפַר
caphar
Zelfstandig naamwoord
mannelijk en werkwoord
H5608Telling of tellen
Komt 161 keer voor in 154 verzen
KJV: scribe (50x), tell (40x), declare (24x), number (23x), count (6x), shew forth (5x), writer (4x), speak (2x), accounted (1x), commune (1x), told out (1x), reckon (1x), penknife (with H8593) (1x), shewing (1x), talk (1x).

Dit is de informatie over de woorden, die voorkomen. Hieronder per woord wat er in verband met het feest in de Bijbel aan de orde komt.

Ad 1. omer schoof.
In Exodus 16 gaat het over het inzamelen van het eten dat het volk Israël in de woestijn kreeg, het manna. Iedereen moest voor zijn gezin de omvang van een omer verzamelen. Een omer is een inhoudsmaat. Het woord omer komt zes keer als inhoudsmaat voor in het boek Exodus.

In Leviticus 23 wordt het graanoffer ingesteld met de instructie die daarbij hoorde. In dit hoofdstuk komt het woord omer vier keer voor.

Hier eerst een beschrijving van de hoogtijdagen die vooraf gaan.

Leviticus 23: 4-8. Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER, die je als ​heilige​ dagen​ samen moet vieren, elk op de aangewezen tijd: Op de veertiende dag van de eerste maand wordt ter ere van de HEER het pesachoffer bereid, in de avondschemer. En op de vijftiende dag van die maand begint ter ere van de HEER het ​feest van het Ongedesemde brood: zeven dagen lang moeten jullie dan ongedesemd brood eten. De eerste dag moet je als ​heilige​ dag samen vieren; je mag dan niet werken. Elk van de zeven dagen moeten jullie de HEER een offergave aanbieden. De zevende dag moet je opnieuw als ​heilige​ dag samen vieren, en ook dan mag je niet werken.

En hier de beschrijving van het feest zelf.
Leviticus 23: 9-10. De HEER zei tegen ​Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn dat ik jullie zal geven en je daar de oogst binnenhaalt, moeten jullie de eerste ​schoof​ van je gersteoogst naar de ​priester​ brengen.

Opmerking: het woord ‘gersteoogst’ staat niet in het Hebreeuws, er staat letterlijk meer algemeen: ‘een schoof van het begin van de oogst’. Daarmee is de opdracht minder tijd en plaats gebonden.

Leviticus 23:11. De ​priester​ moet de ​schoof​ ten overstaan van de HEER omhoogheffen opdat die als ​offer​ zal worden aanvaard. De ​priester​ moet de ​schoof​ omhoogheffen op de dag na de ​sabbat.

Leviticus 23:12-13. Op de dag dat de ​schoof​ wordt aangeboden, moeten jullie ook een eenjarige ram zonder enig gebrek als ​brandoffer​ aan de HEER opdragen, met het bijbehorende ​graanoffer​ van twee tiende efa tarwebloem vermengd met ​olijfolie, als een geurige gave die de HEER behaagt, en het bijbehorende ​wijnoffer​ van een kwart ​hin​ ​wijn.

Leviticus 23:14. Tot op de dag dat deze gave aan jullie God is gebracht, mag je geen brood, geroosterd graan of vers graan eten. Deze bepaling blijft voor jullie voor altijd van kracht, generatie na generatie, waar je ook woont.

Leviticus 23:15. Vanaf die dag na de ​sabbat, vanaf de dag dat de ​schoof​ omhooggeheven is, moeten zeven volle weken worden afgeteld, tot de dag na de zevende ​sabbat.

Opmerking 1: de start voor het omhoogheffen van de schoof is de dag na de sabbat. De vraag is of dit de ‘gewone’ sabbath is of een sabbath die behoort bij enkele feesten een Yom Tov.

Opmerking 2: het was een beweegoffer, oftewel een ‘omhoog-hef-offer’. Het offer bestond uit een schoof van de oogst en daarnaast werd een eenjarig ram zonder gebrek geofferd.

Leviticus 23:16. Vijftig dagen moeten jullie aftellen, en dan moeten jullie de HEER een ​graanoffer​ aanbieden uit de nieuwe tarweoogst.

Opmerking: er staat letterlijk ‘dan zullen jullie een nieuw graanoffer aanbieden vaan Jahweh’. Dat graan zal dan wel de tarwe zijn, maar dat staat niet in de tekst.

De overige vier keer dat het woord omer voorkomt is het ook een aanduiding van een schoof, maar dan heeft het geen betrekking op de voorbereiding van het Pinksterfeest.

Ad 2. `ariycah deeg
Hieronder alle vier keer dat het woord `ariycah deeg in de Bijbel voorkomt. In het land Israël werd het gerst als graan als eerste geoogst.

Numeri 15:17-22. De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Wanneer jullie eenmaal in het land zijn waar ik je naartoe breng, en van de opbrengst van de akkers eten, schenk dan een deel ervan aan de HEER. Maak van het eerste deeg een brood en sta dat af, zoals je ook na het dorsen een deel van je graan afstaat. Van je eerste deeg moet je iets afstaan aan de HEER, jullie en alle komende generaties.

Nehemia 10:36-38. Verder zullen wij de eerste opbrengst van onze akkers en de eerste vruchten van alle fruitbomen naar de tempel van onze God brengen, elk jaar opnieuw, en ook zullen wij, zoals in de wet is voorgeschreven, onze eerstgeboren zonen, en van ons vee de eerstgeboren runderen, schapen en geiten, naar de tempel van onze God brengen, naar de priesters die daar dienstdoen. Ook het eerste deeg zullen wij naar de priesters brengen, naar de voorraadkamers van de tempel van onze God, evenals wat wij moeten afdragen van het fruit van de boomgaarden, de wijn en de olie.

Deze tekst gaat over de Levitische priesters.
Ezechiël 44:28-31. Wat hun grondgebied betreft: ikzelf zal hun grondgebied zijn. Eigen grond mogen jullie hun in Israël niet geven: ikzelf zal hun eigen grond zijn. Ze mogen de graanoffers, reinigingsoffers en hersteloffers eten. Alles in Israël dat aan mij gewijd is, mogen zij gebruiken. Ook het beste deel van de nieuwe oogst en alle soorten gaven zijn voor de priesters, van elke gave iets. Ook het eerste deeg moeten jullie aan de priester geven, zodat er zegen op jullie huizen rust. De priesters mogen geen vogels of dieren eten die een natuurlijke dood gestorven zijn of zijn doodgebeten.

Opmerking: ik veronderstel dat het bij deeg om deeg van de gerst ging. In alle teksten gaat het er dan ook om

Ad 3. tĕnuwphah beweging.
Dit woord komt dertig keer voor. Als de beweging in de context is van een offer kun je dit woord vertalen met beweegoffer. Het beweegoffer is er voor vlees, voor olie, wijn en graan. Die laatste heeft betrekking op het offer voor de eerstelingen van de gersteoogst.

Drie keer gaat het over de beweegoffers van de gersteoogst Alle drie keer in deze tekst van Leviticus 23.

Leviticus 23:15-20. Vanaf die dag na de sabbat, vanaf de dag dat de schoof omhooggeheven is, moeten zeven volle weken worden afgeteld, tot de dag na de zevende sabbat. Vijftig dagen moeten jullie aftellen, en dan moeten jullie de HEER een graanoffer aanbieden uit de nieuwe tarweoogst. Jullie moeten dan uit je woonplaats brood meenemen om het voor de HEER omhoog te heffen: twee broden van twee tiende efa tarwebloem, met zuurdesem gebakken, als gave voor de HEER uit de eerste opbrengst van de nieuwe oogst. Tegelijk met het brood moeten zeven eenjarige rammen zonder enig gebrek, een stier en twee volwassen rammen worden aangeboden. Die dienen als brandoffer voor de HEER en vormen samen met de bijbehorende graan- en wijnoffers een geurige gave die de HEER behaagt. Als reinigingsoffer moet een bok worden geofferd, en als vredeoffer twee eenjarige rammen. De twee jonge rammen. De twee jonge rammen moet de priester tegelijk met het brood uit de eerste opbrengst van de nieuwe oogst ten overstaan van de HEER omhoogheffen. Zo worden deze offers voor de HEER geheiligd; ze zijn bestemd voor de priester.

Ad 4. Caphar Yown Dagen tellen
Het woord tellen in combinatie met dagen, dagen tellen dus, caphar yown, Strong H3117, komt drie keer voor in het boek Leviticus en eenmaal in het boek Ezechiël.

In Leviticus 23 vers 15 en 16, zie hierboven gaat het over de omertelling.

In Leviticus 25:8 gaat het om tellen van dagen om het jubeljaar vast te stellen. In Ezechiël 44:26 gaat het om dagen aftellen na de nabijheid van een dood om na die dagen weer rein te zijn.

Chag Shavuot

In het Oude Testament noemt men het feest Shavoeot. Dat woord komt via via van het Hebreeuwse woord voor het cijfer zeven. Je hebt het cijfer zeven, een groep van zeven is sjabuwa, en een meervoud van een groep van zeven is shavoeot.

Hier de gegevens m.b.t. de groep van zevens en chag shavoeot.

WoordSoort woord Strong Opmerkingen:
1שֶׁבַע
šeḇaʿ
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk of vrouwelijk
H7651Zeven
Komt 393 keer voor in 344 verzen
KJV: seven (355x), seventh (13x), seventeen (with H6240) (8x), seven times (6x), seventeenth (with H6240) (6x), seventeenth (5x), sevens (with H7657) (2x), seven men (1x), sevenfold (1x), seventeen (with H6235) (1x), seventeen (with H7657) (1x).
2שָׁבוּעַ
shabuwa`
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H7620Groep van zeven
Komt 20 keer voor in 17 verzen
KJV: week (19x), seven (1x)
3שָׁבֻעֹת֙ חָג
chag shabuot
Combinatie H2282
H7620
Feest van groepen van zevens
Komt vijf keer voor

Ad 2. Het woord שָׁבוּעַ shabuwa` komt van שֶׁבַע sheba` wat het woord is voor het getal zeven. Shabuwa is het woord voor een groep van zeven. Je kunt er een groep van zeven dagen mee aangeven of ook een groep van zeven jaren.

Ad 3. Het feest van zeven keer zeven dagen heet ‘chag shavoeot’. Chag is feest. Het woord ‘shavoeot’ is een meervoud van het woord שָׁבוּעַ shabuwa`. Het is het feest van zeven groepen van groepen van zeven dagen.

Een periode van zeven dagen noemen we in Nederland een week, maar in het Hebreeuws heet dat zeven dagen. Als wij ‘na een week’ zeggen, dan zeggen zij ‘na zeven dagen’. De Nederlandse week begint op zondag of maandag. De Hebreeuwse zeven dagen kunnen op ieder dag beginnen.

Chag shavoeot.
Er zijn vijf teksten waar de uitdrukking ‘chag shavoeot’ in voorkomt, ze staan hieronder.

Exodus 34:22. Vier het Wekenfeest wanneer je de eerste opbrengst van de tarweoogst binnenhaalt, en het Inzamelingsfeest wanneer het jaar ten einde loopt. 

Deuteronomium 16:9-10. Zeven weken moet u aftellen: zeven weken nadat de eerste sikkel in het koren is gezet moet u voor de HEER, uw God, het Wekenfeest vieren, zo uitbundig als uw vrijwillige gaven het toelaten, naar de mate waarin de HEER, uw God, u zegent.

Deuteronomium 16:16-17. Driemaal per jaar moeten alle mannen dus voor de HEER, uw God, verschijnen op de plaats die hij zal kiezen: voor het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. Ze mogen daar niet met lege handen komen; ieder moet geven naar de mate waarin de HEER, uw God, hem heeft gezegend. 

2 Kronieken 8:13. Daar bracht hij de offers die Mozes had voorgeschreven voor sabbat, nieuwemaan en de drie grote jaarlijkse feesten: het feest van het Ongedesemde brood, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest.

Ezechiël 45:21. Op de veertiende dag van de eerste maand moeten jullie ​Pesach​ vieren, het feest waarop er zeven dagen lang ongedesemd brood gegeten wordt.

Opmerking 1: in deze tekst verwijst ‘chag shavoeot’ niet naar het Pinksterfeest maar naar de zeven dagen dat men het Pesach feest viert.
Opmerking 2: opvallend is dat het hier niet gaat om groepen van zeven dagen. Ik denk dat het woord chag shavoeot hier wordt toegepast om de relatie met het Pinksterfeest te benadrukken. Een stijlvorm die vaker in de Bijbel wordt toegepast.

Dan is er nog een tekst waarin de NBV vertaling het Wekenfeest noemt terwijl dat woord niet in het Hebreeuws staat.
Numeri 28:26. Ook de dag van de eerste opbrengst, de dag van het Wekenfeest, waarop u de HEER een graanoffer uit de nieuwe oogst aanbiedt, moet u als heilige dag samen vieren; u mag dan niet werken.

Opmerking 1: de Statenvertaling vertaalt deze tekst letterlijk: Evenzo op de dag der eerstelingen, als gij een nieuw spijsoffer aan de Heere zult ​offeren​ naar uw ​weken, zult gij een ​heilige​ samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen.
Opmerking: 2: het gaat dus om de eerste dag van een reeks van 49 dagen. Die dag hoort al bij het Wekenfeest.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het feest van Sjavoeot valt samen met het binnenbrengen van de eerste opbrengst van de tarweoogst. Exodus.

Het feest van Sjavoeot is zeven keer zeven dagen. Je offert 49 dagen een deel van de oogst. Deuteronomium 16:10.

De mannen komen drie keer per jaar bijeen op de plaats, die de HEER aan zal wijzen. En inderdaad met een offergave. Deuteronomium 16:16.

Koning Salomo bracht bij de inwijding van de tempel ook de offers voor het feest van Sjavoeot. 2 Kronieken 8.

De reden dat de Nederlandse vertalingen van de Bijbel chag shavoeot niet met Pinksterfeest vertalen maar met Wekenfeest zou kunnen zijn omdat wij nu alleen de dag van de afsluiting van die periode vieren.

Jammer is wel dat we dan niet de relatie leggen met het feest zoals dat al lange tijd werd gevierd. Zo zou je kunnen denken dat het Pinksterfeest zo’n 2000 jaar geleden er voor het eerst was. Terwijl er toen al zo’n 1480 eerdere Pinksterfeesten waren geweest. Dat Pinksterfeest 2000 jaar geleden was een bijzonder Pinksterfeest. Dat wel.

Wat is er op zo’n feestdag te doen? Er waren offers te brengen. En in ieder geval een heilige samenroeping. Numeri 28

Nieuwe Testament

Hier de gegevens van het woord Pinksteren in het Nieuwe Testament.

WoordSoort woord Strong Opmerkingen:
1πεντηκοστή
pentēkostē
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G4005
SB3477
Vijftigste, pinksterfeest
Komt 3 keer voor in 3 verzen
KJV: Pentecost (3x)

In de Griekse vertaling van het Oude Testament en in het Nieuwe Testament wordt dit feest Pentacoste wordt genoemd. Dat betekent vijftigste. Het is feest van de vijftigste dag, de dag na de zeven groepen van zeven dagen.

Het woord pentēkostē, dat wij hebben vertaald met pinksterfeest, is de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord ‘pentekostos’ dat vijftigste betekent. In die Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, gebruikte men ook al het woord pentēkostē. De schrijvers van het Nieuwe Testament hebben dit woord overgenomen. Blijkbaar was de verwijzing naar de zevens niet belangrijk genoeg om met iets anders te vertalen.

Hier de drie teksten waar het woord pentecoste in voorkomt.

Handelingen 2:1. Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar.

Handelingen 20:16. Paulus had namelijk besloten Efeze voorbij te varen om te voorkomen dat hij in Asia zou worden opgehouden. Hij wilde als het maar enigszins mogelijk was op het Pinksterfeest in Jeruzalem zijn.

1 Korintiërs 16:8. Tot het Pinksterfeest ben ik in Efeze, want de deur staat hier wijd open voor mijn werk, hoewel er ook veel tegenstanders zijn.

Bij de laatste twee teksten speelt het Pinksterfeest alleen een rol in de planning van Paulus. De laatste tekst gaat over een periode eerder dan de voorlaatste tekst. Eerst was Paulus die tijd van Pinksteren zo’n vijftig dagen lang voor onderwijs in Efeze. En later vermijdt Paulus juist om via Efeze te gaan. Wellicht verwachten ze dan dat hij weer zo’n mooie periode onderwijs gaat geven.

De regel van de wet was dat men drie keer per jaar naar Jeruzalem ging voor de feesten, maar naarmate mensen verder van Jeruzalem af gingen wonen, moesten mensen dat wel beperken. Een bezoek aan Jeruzalem is aan te bevelen, maar als dat niet goed uitkomt, nou ja, dan dat jaar maar niet. Je ziet het ook bij Paulus, hij wilde er een keer bij zijn, bij een Pinksterfeest.

Wat gebeurde er in die tijd tussen dat bijzondere Paasfeest en dat bijzondere Pinksterfeest?

De evangeliën vertellen van verschijningen van Jezus aan Maria Magdalena, aan de Emmaüsgangers en twee keer aan de discipelen als ze bij elkaar komen.

Jezus vertelde o.a. dat ze naar Galilea moesten gaan. Dat vertelde Jezus al voor de kruisiging en daarna na de opstanding nogmaals.

Dit zei Jezus kort voor zijn kruisiging.
Marcus 14:26-28. Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de ​Olijfberg. Jezus​ zei tegen hen: ‘Jullie zullen allemaal ten val komen, want er staat geschreven: “Ik zal de ​herder​ doden, en de schapen zullen uiteengedreven worden.” Maar nadat ik uit de dood ben opgewekt, zal ik jullie voorgaan naar Galilea.’

Na de opstanding zegt de engel bij het graf dit.
Matteüs 28:5-10. De ​engel​ richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie ​Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers ​opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. En ga nu snel naar zijn ​leerlingen​ en zeg hun: “Hij is ​opgestaan​ uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik jullie te zeggen had.’ Ontzet en opgetogen verlieten ze haastig het ​graf​ om het aan zijn ​leerlingen​ te gaan vertellen. Op dat moment kwam ​Jezus​ hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op hem toe, grepen zijn voeten vast en bewezen hem eer. Daarop zei ​Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze mij zien.’

Matteüs 28:16-20. De elf ​leerlingen​ gingen naar Galilea, naar de berg die ​Jezus​ hun had genoemd, en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. Jezus​ kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op ​weg​ en maak alle volken tot mijn ​leerlingen, door hen te ​dopen​ in de naam van de Vader en de Zoon en de ​heilige​ Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’

Hier de tekst van Paulus over de verschijning van de 500.
1 Korintiërs 15:3-8. Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat ​Christus​ voor onze ​zonden​ is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is ​begraven​ en op de derde dag is ​opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf ​leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is hij aan ​Jakobus​ verschenen en daarna aan alle ​apostelen. Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was.

Opmerking 1: Paulus verhaalt van 500 mensen, die deels toen nog in leven waren.
Opmerking 2: van de verschijningen aan Jacobus en alle apostelen hebben we verder geen getuigenissen in het Nieuwe Testament.

Na Galilea waren de discipelen weer terug in Jeruzalem, de tijd van hemelvaart en Pinksteren. Waarom moesten ze naar Galilea? Om hen bewust te maken om naar de volken te gaan?

Jezus verschijningen stopten niet na de Hemelvaart. Aan Paulus verscheen Jezus toen Paulus op weg was naar Damascus.

Er zijn talloze andere getuigenissen van zijn verschijningen tot op de dag van vandaag. Soms een indruk, een beeld, een stem, maar altijd indrukwekkend.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Wat ik van deze teksten leer is dat de tijd tussen Pasen en Pinksteren een bijzondere periode is. Zoals wij in de kerk de advent en de lijdenstijd hebben als perioden.

Het was me nooit opgevallen hoe intens in die tijd tussen Pasen en de Hemelvaart het contact van Jezus met zijn vele discipelen was. Dat heb ik geleerd.

Wat we kwijt zijn geraakt is dat die periode tussen pesach en chag shavoeot bijzonder was, ook in het Nieuwe Testament. Een tijd dat de volgelingen van Jezus aandacht geven aan Jezus en dat Jezus aandacht geeft aan zijn volgelingen.

Andere bronnen

Ik ken geen boek dat alleen over het Wekenfeest gaat, wel boeken, die over de Joodse feesten in het algemeen gaan waaronder het Wekenfeest.

In de Katholieke Catechismus, de Institutie van Calvijn en het Christelijk Geloof van dr. H. Berkhof heb ik geen informatie over het Wekenfeest gevonden.

Het wekenfeest heb ik nog maar beperkt gevonden in de Joodse teksten. In de Misjna over de feesten is het wekenfeest niet apart genoemd.

Het wekenfeest komt voor in boeken van schrijvers, die in de breedte van het Oude Testament zijn geïnteresseerd.

Titel boek en schrijver:Opmerkingen:
1Kitsoer Sjoelchan Aroech. hoofdstuk 120Geeft 11 regels voor de omertelling. (2 bladzijden)
2The seven festivals of the messiah. Edward ChumneyZiet de omertelling en het Pinsterfeest als twee feesten
3Brochure ‘de Feesten van de HEER’. Bert Otten.Ziet het als één feest. 1)
4Joodse feesten en vasten. Dr. G.H. Cohen Stuart (blz. 97 tot 124)Persoonlijke ervaringen met dit feest terwijl hij woonde in het huidige land Israël.
5Wake Up. Arno Lamm & Emil-André Veckevoort (blz. 275 tot 313)Met Pesach begint de bevrijding en met Pinksteren wordt dat afgerond 2)

De Joodse mensen hebben de overtuiging dat de tien geboden, die God gaf aan het volk Israël op de Sinaï tijdens het Pinsterfeest, 50 dagen na de start van het Pesach werd gegeven. Dat zou best kunnen. Zo’n indrukwekkend moment in de geschiedenis is niet op een toevallige dag.

Noot 1). Dat de wetgeving op de Sinaï tijdens het Pinksterfeest is gegeven is niet direct maar wel indirect terug te vinden in de Bijbel. Bert Otten wijst op de vijftigste Psalm, let op het getal vijftigste, een Psalm waarbij het in vers 3 en 4 gaat over vuur en storm en waarbij ook geboden aan de orde komen: niet stelen en niet echtbreken vers 18, en geen kwaadspreken, vers 19.

Bert Otten wijst ook op het verhaal van de Hemelvaart. Jezus voer veertig dagen na Pasen, tien dagen voor Pinksteren ten hemel. Omstreeks veertig dagen na Pasen, toen het volk Israël het land Egypte verliet kregen ze het manna in de woestijn. Jezus zegt dat Hij het manna is. Het brood dat uit de hemel neerdaalt. Johannes 6:41-51. Jezus sluit zijn woorden af met ‘Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was?’Johannes 6:62.

Noot 2). Het boek wijst op de strijd met Amalek die tussen het eerste Pesach en eerste Pinksterfeest plaatsvond.

Overwegingen

Waarom is in het Oude Testament chag sjavoot met Wekenfeest vertaald en niet met Pinksterfeest. Om minder belangrijk te maken dat het Pinksterfeest bij de Joden al vele eeuwen bestond? Daar lijkt het wel op. Niet goed.

De NBV vertaalt overigens in het apocrieve boek Tobit als in 2 Makkabeeën wel met het woord ‘pinksterfeest’. Waarom dan niet bovenstaande teksten?

Laten we niet vergeten het Pinksterfeest door de Joodse mensen toen al vele eeuwen werd gevierd. Het Pinksterfeest is een christelijk feest maar in basis het feest van het volk Israël.

Het getal zeven is een bijzonder getal. Het is de optelling van het cijfer drie dat verwijst naar God en naar het cijfer vier dat verwijst naar de mensheid. Denk aan de vier windstreken. Het is een samenwerking van God met de mensheid.

De wortel van het Hebreeuwse woord voor zeven verwijst naar zweren of bezweren. Wij als mensheid beloven dat we God zullen dienen en God belooft dat Hij ons zal helpen.

Pesach en Pinksteren worden wel oogstfeesten genoemd. Dat zijn ze ook. Wat was er eerst in de gedachten van God? De oogsttijden passend bij de natuur van de gewassen en dat is door God meer betekenis gegeven. Of. Het plan van God om zaken het volk Israël te leren en dat heeft Hij in de natuur van de gewassen gelegd.

Lessen

Ieder feest wil iets leren. Door zo’n feest ieder jaar te vieren wordt het onderdeel van het leven. Leren is luisteren en doen.

1. Wanneer en met welk doel werd Shavoeot, het Pinksterfeest, ingevoerd?
Toen het volk Israël na de bevrijding uit het Egypte in de woestijn was, is dit feest ingesteld net zoals het Pesach feest en de najaarsfeesten.

Het eerstelingen en Pinksterfeest wil ons leren te geven en te ontvangen.

2. Hoe werd het Shavoeot feest gevierd?
In Israël plande men zo, door een extra maand al dan niet in te voegen, dat met Pesach het voor het voedsel zo belangrijke gerst kon worden geoogst. De eerste dag na de sabbat van Pesach werd de eerste schoof gerst in de tempel geofferd. Het waren voor een boerenbedrijf de eerstelingen van de oogst. Dat je de eerstelingen afstaat is een belangrijk principe in de Bijbel.

Het offer van de schoof gerst was een beweegoffer. Men hief het offer omhoog naar de hemel. Dat doet denken aan Jezus die werd verhoogd aan het kruis en opstond uit de dood.

Men ging negen en veertig dagen lang dit offer herhalen. Men was in die tijd met de gersteoogst bezig. Op de verschillende plaatsen in het land was ook op verschillende tijden de oogst rijp om te oogsten.

Men ging dus met dit ‘feest’ beginnen terwijl men dan ook nog het Matses feest vierde. Zou die overlap ook een betekenis hebben? Ik weet het niet.

En dan op de vijftigste dag, Shavoeot, Pinksterfeest, was de tijd dan men het tarwegraan kon gaan oosten. Dat ging men op die dag offeren. Als men de eerste tarwe had geofferd mocht in het land Israël pas de dag daarna de tarwe oogst worden gestart.

3. Waarom is Shavoeot, het Pinksterfeest, belangrijk?
Wij leren te geven door het eerste wat we ontvangen, de eerstelingen, weer terug te geven. Dat is ook zo met de Heere God. Hij geeft zijn enige Zoon. Hij ontvangt onze toewijding en Hij geeft weer opnieuw: zegen en sinds dat bijzondere Pinksterfeest: de Heilige Geest.

De discipelen gaven destijds na de hemelvaart van Jezus tien dagen lang in de bovenzaal hun aanbidding aan God. En God geeft op die bijzondere Pinksterdag Zijn Geest.

4. Vieren Joodse mensen hier in Nederland en in Israël dit feest nog steeds?
Zeker. Er zijn in de Joodse traditie ook richtlijnen voor het vieren van dit feest.

5. Waarom vieren de christelijke kerken het Pinksterfeest en niet het Shavoeot feest?
Dat heeft zich zo ontwikkeld in de geschiedenis. De periode tussen Pasen en Pinksteren is een gewone periode geworden. Het geven van mensen is op de achtergrond geraakt. We zijn het op andere dagen gaan vieren dan het volk Israël.

Enerzijds is het zonder erbij na te denken zo gegroeid, anderzijds was er ook de behoefte om afstand te nemen van het Joodse volk. Een trieste zaak en niet een goed uitgangspunt om de zegen van God te ontvangen.

6. Wat is de relatie tussen het Shavoeot feest en het Pinksterfeest?
Tijdens dat bijzondere Pinksterfeest gaf God zijn belangrijkste gave namelijk de Heilige Geest. Alleen …. wat hebben wij gegeven?

7. Wat heeft het Shavoeot feest en het Pinksterfeest de gelovigen gebracht?
Het Pinksterfeest heeft de hele christelijke wereld de Heilige Geest gebracht.

8. Wat mij persoonlijk raakte?
Doordat vertalingen Chag Shavoeot met Wekenfeest vertalen in plaats van met Pinksterfeest, is de link naar het ons bekende Pinksterfeest vaag geworden. Dat is een slechte zaak. Vooral als dat vanwege bewuste of onbewust aversie tegen het Joodse volk is gebeurd.

Dat het feest er ook om gaat dat wij onze eerstelingen aan God offeren, is op de achtergrond geraak. Jammer. We willen wel ontvangen van God, maar geven aan God is ook belangrijk.

Heer, beide zaken zijn niet goed. Wees ons genadig. Laten degenen die dit zien, wijsheid en kracht ontvangen om de christelijke wereld weer op de goede weg te brengen.

We willen opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.