#94 Buitenbeentjes

We moeten in ons leven allemaal dingen ontdekken en leren. Rond het eerste jaar van ons leven leren we lopen en rond het zesde jaar lezen. We moeten ook leren om met onze emoties om te gaan. En zo zijn er nog wel duizend andere dingen.

Bij bepaalde onderdelen kan het voor de één lastiger zijn om te leren dan voor een ander. Bijvoorbeeld voor iemand met dyslectie is het moeilijker om de letters te leren.

Voor een ander kind kunnen te leren zaken veel te eenvoudig zijn en zo’n kind verveeld zich dan enorm en heeft geen enkele uitdaging. Weer andere kinderen bruisen van energie en voor hen is uren in een schoolbankje een straf.

In onze tijd zijn we allerlei specifieke kenmerken van een mens namen gaan geven. Het woord dyslectie is al gevallen, maar er zijn namen als hoogbegaafdheid, hooggevoeligheid (high sensitive) en high sensation seeker. En ook: zwakbegaafdheid en laag gevoelig. En zijn er nog aanduidingen, die men ook tegenkomt in het handboek van de psychiater zoals autisme, ADD en ADHD.

Er is wellicht onderscheid te maken in wat nu eenmaal het ontwerp van een specifiek mens is en wat is veroorzaakt doordat die mens als kind al van alles en nog wat is tekort gekomen. Als een kind druk is, kan dat onderdeel van zijn ontwerp of is het voor hem of haar een manier geworden om de problemen van het leven te overwinnen?

Dit artikel gaat erover hoe we het best met buitenbeentje onder ons om zouden moeten gaan. Per soort buitenbeentje is andere zorg nodig. Maar altijd is belangrijk te communiceren: buitenbeentjes zijn belangrijk in de maatschappij, je kan iets niet zo goed, maar je kunt andere dingen juist wel weer erg goed. Maak daar ook werk van om het kind of volwassene in zijn kracht te zetten.

<<hieronder komt nog beschrijving van hoogbegaafdheid, hooggevoeligheid (high sensitive), high sensation seeker. Ook: zwakbegaafdheid, laag gevoelig en drukke kinderen>>

Dyslectie

Bij dat spectrum om te leren is er één, die gaat over leren lezen, correct taal schrijven en rekenen. Er zijn mensen, die op dit stuk van het leerspectrum niet snel leren, terwijl ze op andere gebieden van het leerspectrum wel snel kunnen leren. Dit kenmerk van een mens noemen we ‘dyslectie’.

Er zijn testen waar een norm aan is gekoppeld en als een leerling niet aan die norm voldoet noemt men die leerling dyslectisch. Zo’n leerling, mits door een goedgekeurde instantie getest, kan dan gratis hulp krijgen. Zo is het in Nederland geregeld.

De hulp bestaat er voornamelijk uit dat er extra wordt geoefend. En dat met aanvullende oefeningen, die van dezelfde soort zijn als de gebruikelijke oefeningen de eventuele achterstand wordt ingehaald.

De hulp bestaat er ook uit dat bij toetsen en examen leerlingen met dyslectie extra tijd krijgen.

Er zijn ook alternatieve oplossingen op de markt zoals speciale brillen waardoor je beter zou kunnen lezen. Of ze helpen? Het lijkt me in het algemeen niet. Het probleem zit namelijk niet in de ogen maar in het brein.

Het is denk ik belangrijk om over dit punt normaal te doen. De één heeft nu eenmaal aanleg voor dit en de ander voor dat. Alleen is het voor kinderen lastig omdat ze gelijk op de basisschool een moeilijke start hebben. Extra mentale steun voor het kind is dan belangrijk.

De zorg voor mensen met dyslectie kan bestaan uit geruststelling: je bent niet dom, maar je kan een onderdeel niet zo goed wat juist op de basisschool belangrijk is.

Een kind met dyslectie kan op ander terrein juist erg goed zijn, bijvoorbeeld ruimtelijk denken, ga daar naar op zoek en zet het kind in zijn of haar kracht.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.