Studie de Hemelse Rechtbank

In vroeger tijden was rechtspreken een taak van een heerser. Bij het rechtspreken hield hij rekening met de wetten van zijn eigen land.

Deze studie gaat over de wetten en de rechtspraak in de geestelijke wereld. De Heere God is niet alleen onze Heer, maar Hij is ook onze rechter. Hij spreekt recht n.a.v. zijn eigen wetten. Dat zijn wetten die Hijzelf ook aan ons mensen heeft bekend gemaakt.

In deze studie worden tientallen verzen uit de Bijbel geciteerd. De teksten zijn geciteerd uit de NBV of NBV21 vertaling, tenzij anders is aangegeven.

Studievragen

Wat staat er in de Bijbel over rechtspreken en in hoeverre lijkt het rechtspreken hier op aarde op het hemelse rechtspreken?

Op grond van welke wetten doet de hemelse rechtbank haar werk?

Op welke manier hebben hemelse vonnissen gevolgen voor de mensen?

Oude Testament

In het Oude Testament worden de leiders van het volk ook wel rechters genoemd. Er is een boek in de Bijbel over leiders dat zelfs Rechters is genoemd. In dit boek worden leiders genoemd, die in dienst van de allerhoogste God naast leiding geven vooral ook rechtspraken.

Rechtspreken (din)

Er is een groep van Hebreeuwse woorden, die je met rechtspreken, rechtspraak en rechter kunt vertalen. Hier de gegevens.

  Woord Soort woordStrong Opmerkingen:
1דִּין
dîn
WerkwoordH1777Rechtspreken
Komt 24 keer voor in 24 verzen
KJV: judge (18x), plead the cause (2x), contend (1x), execute (1x), plead (1x), strife (1x)
2דִּין
dîn
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H1779Rechtspraak
Komt 21 keer voor in 17 verzen
KJV: judgment (9x), cause (8x), plea (2x), strife (1x)
3דַּיָּן dayyānZelfstandig
naamwoord
mannelijk
H1781Rechter
Komt 2 keer voor in 2 verzen
KJV: judge (2x)

De Aramese versies van deze woorden zijn niet meegenomen. Het woord met Strong H1780, is de Aramese versie van rechtspraak, komt vijf keer voor, en het woord met Strong H1782, de Aramese versie van rechter en eenmaal voor komt.

Ook niet meegenomen is de naam Daniël דָּנִיֵּאל (dānîyē’l) Strong H1841. De naam, die ‘God is mijn rechter’ of ‘Mijn rechter is God’ betekent. Het woord komt voor in 52 verzen. En een variant van die naam דִּנִיֵּאל (dinîyē’l), Strong H1840. Komt 32 keer voor in 28 verzen.

Opvallend is dat het woord rechter als zelfstandig naamwoord maar twee keer voorkomt. Wellicht om niet teveel status aan een mens toe te kennen.

Rechtspreken, dîn
Het werkwoord din komt 24 keer voor in de Bijbel in 24 verzen. In deze paragraaf staan ze allemaal.

In het Hebreeuws kan door de werkwoordsvorm de betekenis van het werkwoord veranderen. De betekenis van de Qal werkwoordsvorm is: ‘handelen als rechter’ of ‘regeren’ en de werkwoordsvorm Niphal: ‘om in strijd te zijn’ of ‘ruzie te maken’.

Genesis 6:3. Toen zei de HEERE: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.

Opmerking: het is hier de Qal werkwoordsvorm. De HEER wil niet voor eeuwig rechtspreken over een mens. Omdat een mensen altijd wel iets te klagen heeft?

Genesis 15:13-14. Toen zei de HEER: ‘Besef goed dat je nakomelingen als vreemdeling zullen wonen in een land dat niet van hen is, en dat ze daar slaaf zullen zijn en onderdrukt zullen worden, vierhonderd jaar lang. Maar Ik zal het volk dat hen als slaaf laat werken ter verantwoording roepen, en dan zullen ze wegtrekken, met grote rijkdommen.

Opmerking: dit was een rechtszaak die de Egyptenaren van het volk Israël verloren. Ze gingen het volk Israël schatten geven.

Genesis 30:6. Toen zei Rachel: ‘God heeft mij recht gedaan: Hij heeft mij verhoord en mij een zoon gegeven.’ Daarom noemde ze hem Dan.

Opmerking 1: Rachel ziet blijkbaar haar kinderloosheid als onrecht.
Opmerking 2: het ging overigens om een zoon van een dienstmeisje van Rachel. Het gebeuren werd door Rachel geïnterpreteerd als een overwinning in een rechtszaak.

Dit is de zegen, die aartsvader Jacob geeft aan zijn zoon Dan.
Genesis 49:16. Dan, hij handhaaft het recht van zijn stam als elk van de stammen van Israël.

Opmerking: de naam die de zoon Dan kreeg was blijkbaar profetisch. Een van God gegeven naam. Het was dus inderdaad onrecht wat Rachel overkwam.

Deuteronomium 32:36-37. Want de HEER zal zijn volk recht doen,
Hij ontfermt zich weer over zijn dienaren. Als Hij ziet dat alle krachten hun begeven en weldra iedereen bezwijkt, zal Hij zeggen: “Waar zijn je goden nu? Waar is de rots waarop je steunde?

1 Samuel 2:10. De HEER spreekt recht over heel de aarde, Hij geeft macht aan de koning die Hij kiest en verhoogt het aanzien van zijn gezalfde.’

2 Samuel 19:9. En onder heel het volk, alle stammen van Israël, was er tweedracht. Men zei: De koning heeft ons gered uit de hand van onze vijanden en hij heeft ons bevrijd uit de hand van de Filistijnen, en nu is hij het land uit gevlucht voor Absalom! [HSV]
Opmerking: de werkwoordsvorm is Niphal.

Het gaat in dit gedicht over God.
Job 36:30-32. De hemel laat Hij baden in zijn licht en Hij legt het diepste van de zeeën bloot. Zo oordeelt Hij over de volken, zo geeft Hij de mensen voedsel in overvloed. In beide handen neemt Hij schichten,
die Hij op hun doelwit richt.
Opmerking: rechtspreken is hier vertaalt met oordelen.

Psalm 7:9. De HEERE zal over de volken rechtspreken. Doe mij recht, HEERE, want ik ben rechtvaardig en oprechtheid is bij mij.

Psalm 9:8. Hij Zelf zal de wereld oordelen in gerechtigheid en over de volken op billijke wijze rechtspreken. [HSV]
Opmerking: dat rechtspreken gaat mesjar oftewel zonder aanziens des persoons zoals wij dat uitdrukken, zoals hier vertaalt met billijk.

Psalm 50:1-6. Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE, spreekt, en roept de aarde, vanwaar de zon opkomt tot waar hij ondergaat. Uit Sion, de volmaakte schoonheid, verschijnt God blinkend. Onze God komt en zal niet zwijgen; voor Zijn aangezicht verteert een vuur, rondom Hem stormt het geweldig. Hij roept tot de hemel daarboven en tot de aarde, om over Zijn volk recht te spreken: Verzamel Mij Mijn gunstelingen, die een verbond met Mij sluiten door offers. De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid; want God Zelf is RechterSela [HSV]

Opmerking 1: God zelf is Rechter, hier staat in het Hebreeuws sofet, zie volgend hoofdstuk.
Opmerking 2: de rechter betrekt de hemel er bij. Dit is een belangrijk principe.

Psalm 54:1-3. Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een kunstig lied van David, toen de inwoners van Zif aan Saul waren gaan zeggen: ‘Weet u wel dat David zich bij ons schuilhoudt?’ God, bevrijd mij door uw naam, verschaf mij recht door uw macht.
Opmerking: door de machtige daden van God recht verschaffen.

Psalm 72:1-2. Van Salomo. Geef, o God, uw wetten aan de koning, uw gerechtigheid aan de koningszoon. Moge hij uw volk rechtvaardig besturen, uw arme volk naar recht en wet.
Opmerking 1: in vers 1 is het Hebreeuws misjpat vertaalt met wetten.,
Opmerking 2: in vers 2 staan drie woorden die met elkaar te maken hebben din, rechtspreken, tsedeka rechtvaardigheid en misjpat recht. Vers 2 de ideale situatie.

Psalm 96:10. Zeg onder de heidenvolken: De HEERE regeert; ja, vast staat de wereld, ze zal niet wankelen; Hij zal over de volken op billijke wijze rechtspreken.
Opmerking 1: in deze tekst lijkt het er op dat regeren en rechtspreken synoniemen zijn.
Opmerking 2: ook hier mesjar in eenheid, zonder aanziens des persoons.

Psalm 110:6. Hij spreekt recht onder de heidenvolken, vult het slagveld met dode lichamen en verplettert hem die het hoofd is over een groot land. [HSV]
Opmerking: het rechtspreken houdt ook bepaalde ernstige gevolgen in.

Psalm 135:14. Want de HEER doet recht aan zijn volk en ontfermt zich over zijn dienaren.
Opmerking: ‘doet recht’ gaat verder dan wat er staat, namelijk ‘rechtspreken’.

Spreuken 31:9. Open je mond, oordeel met rechtvaardigheid, en verschaf recht aan de ellendige en de arme.

Prediker 6:10. Wat iemand ook is, zijn naam is al genoemd. Het is bekend dat hij een mens is. Hij kan niet in het geding treden tegen Hem Die sterker is dan hij. [HSV] **

Jesaja 3:13. De HEERE staat gereed om Zijn rechtszaak te voeren,
en Hij staat klaar om over de volken recht te spreken. [HSV]

Jeremia 5:28. Daarom zijn zij groot en rijk geworden, vet en vadsig. Zelfs overtreffen zij de slechtste dingen: geen rechtszaak behartigen zij, zelfs niet de rechtszaak van een wees, en toch hebben ze voorspoed, het recht van de armen laten zij niet gelden.

Jeremia 21:11-12. Over het koningshuis van Juda. ‘Luister naar de woorden van de HEER, huis van David! Dit zegt de HEER: Spreek eerlijk recht, iedere ochtend, red wie beroofd werd uit de handen van zijn onderdrukker. Anders slaat mijn toorn uit als een vuur, een brand die niet te blussen is, vanwege jullie kwalijke praktijken.

Jeremia 22:16. Hij behartigde de rechtszaak van de ellendige en de arme. Toen ging het goed! Is dat niet: Mij kennen? spreekt de HEERE. [HSV] **

Jeremia 30:12-13. Want zo zegt de HEERE: Ongeneeslijk is uw breuk, pijnlijk uw wond. Er is niemand die uw zaak behartigt; voor een gezwel zijn er medicijnen, maar voor u is er geen herstel. [HSV] **

Zacharia 3:6-7. Toen verzekerde de Engel van de HEERE Jozua: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Als u in Mijn wegen gaat en als u uw taak ten behoeve van Mij vervult, dan zult ú ook Mijn huis besturen, en ook Mijn voorhoven bewaken, en zal Ik u omgang geven met hen die hier staan. [HSV] **

** is nog niet in de samenvatting opgenomen.

Rechtspraak dîn
Het zelfstandig naamwoord dîn komt in 21 keer voor in 17 verzen in de Bijbel. Hieronder staan ze allemaal. Het woord is niet alleen met rechtszaak of rechtspraak vertaalt maar ook met ‘het recht’ en ‘het oordeel’.

Deuteronomium 17:8. Met betrekking tot moord of doodslag, rechtsvordering en geweldpleging kunnen zich in uw steden rechtszaken voordoen waarin het te moeilijk is om vonnis te wijzen. In dergelijke gevallen moet u naar de plaats gaan die de HEER, uw God, zal uitkiezen. 

Esther 1:13. Toen zei de koning tegen de wijzen, die de tijden kenden (zo immers was de handelwijze van de koning tegenover allen die de wet en het recht kenden. [HSV]

Job 19:29. Wees zelf maar bevreesd voor het zwaard – want woede is een van de misdaden die het zwaard verdienen – opdat jullie weten dat er een oordeel is. [HSV]

Job 35:14. Zo is het ook wanneer je zegt dat je Hem niet waarneemt. Er is echter een rechtszaak voor Zijn aangezicht, wacht dan op Hem. [HSV]

Job 36:17. Maar je bent vol van de rechtszaak van de goddeloze; de rechtszaak en het recht houden je vast. [HSV]
Opmerking: hier geen citaat uit de NBV omdat die gaat uitleggen: “Maar jij denkt slechts aan de veroordeling van goddelozen, al ontkom je zelf evenmin aan een geding en vonnis”.

Koning David zegt dit over zichzelf.
Psalm 9:4. Want U hebt mijn recht en mijn rechtszaak behartigd, U hebt Zich gezet op de troon, o rechtvaardige Rechter. [HSV]
Opmerking 1: waar is vertaalt met recht, staat in het Hebreeuws het woord ‘misjpat’. Een woord dat een nauwe relatie heeft met dit onderwerp. Dit woord is behandeld in de studie geboden, zie link.
Opmerking 2: waar is vertaalt met rechtvaardige Rechter staat in het Hebreeuws ‘in rechtvaardigheid’

Psalm 76:8. Vanuit de hemel klonk uw oordeel, de aarde vreesde en hield de adem in.

Psalm 140:12. Dit weet ik: de HEER beschermt de zwakken, Hij doet recht aan de armen.

Spreuken 8:10. Als het recht de troon van een koning schraagt,
verjaagt hij met zijn blik elke boosdoener.

Spreuken 22:10. Jaag een spotter weg, en de ruzie is voorbij, twistgesprekken en beledigingen houden op.

Spreuken 29:7. Een rechtvaardige neemt kennis van de rechtszaak van de armen, maar een goddeloze heeft geen enkel inzicht. [HSV]
Spreuken 29:7. Een rechtvaardige erkent de rechten van de armen, een goddeloze is daar blind voor.

Spreuken 31:4-8. Het past koningen niet, Lemoël, het past koningen niet wijn te drinken, of dat vorsten vragen: Waar is er sterkedrank? Anders zal hij drinken en vergeten wat verordend is, de rechtszaak van alle ellendigen verdraaien. Geef sterkedrank aan wie dreigt om te komen, en wijn aan hen die bitter bedroefd van ziel zijn. Laat hem drinken en zijn armoede vergeten, en niet langer aan zijn moeite denken. Open je mond voor een stomme, voor de rechtszaak van allen die verkwijnen.

Jesaja 10:1-2. Wee degenen die onrechtvaardige wetten uitvaardigen, die de onderdrukking wettelijk bekrachtigen. Zij verdraaien het recht van de zwakken en ontnemen de armen van mijn volk hun deel. Weduwen worden door hen beroofd, wezen uitgebuit.

Jeremia 5:28. Zelfs overtreffen zij de slechtste dingen: geen rechtszaak behartigen zij, zelfs niet de rechtszaak van een wees, en toch hebben ze voorspoed, het recht van de armen laten zij niet gelden. [HSV]

Jeremia 22:16. Hij behartigde de rechtszaak van de ellendige en de arme. Toen ging het goed! Is dat niet: Mij kennen? spreekt de HEERE. [HSV]

Jeremia 30:12-13. Want zo zegt de HEERE: Ongeneeslijk is uw breuk,
pijnlijk uw wond. Er is niemand die uw zaak behartigt; voor een gezwel zijn er medicijnen, maar voor u is er geen herstel. [HSV]

** de teksten in deze paragraaf zijn nog niet in de samenvatting opgenomen.

Rechter dayyān
Het woord dayyān komt twee keer voor in de Bijbel. Het is dezelfde tekst in twee verschillende boeken van de Bijbel.

1 Samuël 24:15. De HEERE zal Rechter zijn en oordelen tussen mij en u. Hij zal toezien en het voor mij opnemen, en mij recht doen en bevrijden uit uw hand. [HSV]

Psalm 68:5. De HEERE zal Rechter zijn en oordelen tussen mij en u. Hij zal toezien en het voor mij opnemen, en mij recht doen en bevrijden uit uw hand. [HSV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het eerste rechterlijke werk waarvan we lezen in de Bijbel is de zaak tussen het volk Israël en de Egyptenaren. Genesis 15:13-14.

Rachel ziet haar kinderloosheid als onrecht. Genesis 30:6. en God bevestigt dat. Genesis 49:16

De HEER is een rechter die waarschuwt en gaat helpen als het volk weer de goede kant kiest. Deuteronomium 32:36-37. De HEER spreekt recht over zijn eigen volk. Psalm 135:14.

De HEER spreekt recht over heel de aarde. De HEER kan dat doen door koningen macht te geven. 1 Samuel 2:10.

De HEER spreekt recht over de volken. Job 36:30-32. Psalm 7:9, 9:8. En ook over zijn volk. Psalm 50, 96:10, 110:6. Jesaja 3:13.

God betrekt de hemelingen bij zijn rechtspraak. Psalm 50:4

God maakt dingen recht door machtige daden. Psalm 54:1-3. Psalm 110:6.

Een gebed dat de koning Salomo een goede rechter zal zijn. Psalm 72:2. De koning moet goed recht spreken. Spreuken 31:9.

Dit is wat we mogen hopen van koningen: Moge hij uw volk rechtvaardig besturen, uw arme volk naar recht en wet. Psalm 72

Rechtspreken gaat mesjar oftewel zonder aanziens des persoons. Psalm 9:8.

Dit is wat God doet, het opnemen voor hen die onrecht wordt gedaan. Psalm 68:5.

De Heere God ergert zich aan slechte rechters. Jeremia 5:28. Je moet als rechter juist eerlijk rechtspreken. Jeremia 21:11-12.

Je kunt de Rechter van hemel en aarde erbij roepen om een uitspraak te doen. 1 Samuël 24:15. Psalm 68:5.

Beoordelen en beslissen (safat)

Er is nog een Hebreeuws woord, dat je met rechtspreken kunt vertalen. Hier de gegevens.

  Woord Soort woord Strong Opmerkingen:
1שָׁפַט
šāp̄aṭ
WerkwoordH8199Oordelen, rechtspreken.
Komt 204 keer voor in 182 verzen.
KJV: judge (v) (119x), judge (n) (60x), plead (11x), avenged (2x), condemn (2x), execute (2x), judgment (2x), defend (1x), deliver (1x), miscellaneous (3x).

Het woord safat komt wel vier keer meer voor in de Bijbel dan de woorden rond din in het vorige hoofdstuk. Hier alleen citaten van de teksten uit de torah.

Genesis 16:5. Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’

Als Abraham bidt voor Sodom.
Genesis 18:25. Zoiets kunt U toch niet doen, hen samen met de schuldigen laten omkomen! Dan zouden schuldigen en onschuldigen over één kam worden geschoren. Dat kunt U toch niet doen! Hij die rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?’

Genesis 19:9. Toen zeiden zij: Ga opzij! Ook zeiden ze: Deze ene is gekomen om hier als vreemdeling te verblijven en nu wil hij zeker rechter over ons zijn! Nu zullen we u meer kwaad aandoen dan hun. Zij drongen erg op de man, op Lot, aan en kwamen dichterbij om de deur open te breken. [HSV] **

Genesis 31:53. De God van Abraham en de God van Nachor, die ook de God van hun vader was, zal beoordelen wie van ons beiden in zijn recht staat.’
Opmerking: de NBV vertaalt het werkwoord met een hele omschrijving.

Exodus 2:14. Maar die antwoordde: ‘Wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld? Wou je mij soms ook doodslaan, net als die Egyptenaar?’ Mozes schrok, hij dacht: Dan is het dus toch bekend geworden! **

Dit zeiden de opzichter van het volk Israël omdat door het werk van Mozes de farao nog strenger werd.
Exodus 5:21. En zij zeiden tegen hen: Moge de HEERE op u toezien en moge Hij oordelen, omdat u ons in een kwade reuk gebracht hebt bij de farao en bij zijn dienaren, door hun een zwaard in handen te geven om ons te doden. [HSV]

Exodus 18:13. De volgende dag sprak Mozes recht over het volk. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stonden de mensen om hem heen. 

Exodus 18:16. Wanneer zij een zaak hebben, komt men daarmee naar mij en oordeel ik tussen de een en de ander. Ik maak hun de verordeningen van God en Zijn wetten bekend. [HSV]

Exodus 18:22. Zij moeten altijd over dit volk oordelen. Maar laat het zo zijn dat zij elke grote zaak bij jou brengen, en zelf over elke kleine zaak oordelen. Maak het zo voor jezelf lichter en laat hen die last samen met je dragen. [HSV]

Exodus 18:26. Zij stonden altijd klaar om over het volk recht te spreken. Moeilijke zaken legden ze aan Mozes voor, in eenvoudiger zaken deden ze zelf uitspraak. **

Leviticus 19:15. U mag geen onrecht doen in de rechtspraak, u mag geen partij trekken voor de arme en de aanzienlijke niet voortrekken. Op rechtvaardige wijze moet u uw naaste oordelen. [HSV]

Numeri 25:5. Hierop droeg Mozes de rechters van Israël op om allen die onder hun bevoegdheid vielen en zich hadden afgegeven met de Baäl van de Peor te doden. **

Numeri 35:24. … dan moet de gemeenschap met behulp van deze regels rechtspreken over de dader en de bloedwreker. **

Deuteronomium 1:17. Oordeel zonder aanzien des persoons, hoor de arme evengoed als de rijke. Laat u door niemand bang maken, want u spreekt recht namens God. Wanneer iets u te moeilijk is, leg het dan aan mij voor en ik zal me erover buigen.’

Deuteronomium 16:18. U moet binnen al uw poorten, die de HEERE , uw God, u geeft, rechters en beambten over uw stammen aanstellen. Zij moeten met een rechtvaardig oordeel rechtspreken over het volk.

Deuteronomium 17:8-9. Met betrekking tot moord of doodslag, rechtsvordering en geweldpleging kunnen zich in uw steden rechtszaken voordoen waarin het te moeilijk is om vonnis te wijzen. In dergelijke gevallen moet u naar de plaats gaan die de HEER, uw God, zal uitkiezen. Daar raadpleegt u de Levitische priesters en de rechter die daar op dat moment zetelt, en zij zullen uitspraak doen.

Vervolg in 10-13. Doe precies wat zij u voorschrijven en volg de aanwijzingen die u van hen krijgt nauwkeurig op. Houd u aan de uitleg die zij u geven en aan het vonnis dat ze uitspreken. Wijk daar op geen enkele manier van af. Degene die het waagt om de woorden van de rechter of van de priester die daar voor de HEER, uw God, dienstdoet in de wind te slaan, moet ter dood gebracht worden. Zo moet u het kwaad uit Israëls midden verwijderen. Het hele volk moet daardoor worden afgeschrikt, zodat ze zoiets geen tweede keer wagen.

Deuteronomium 19:15-21. Eén enkel getuigenis dat iemand een overtreding heeft begaan of een misdrijf of wat dan ook, is niet geldig. Een aanklacht krijgt pas rechtsgeldigheid op grond van de verklaring van ten minste twee getuigen. Als een getuige tracht een ander ten val te brengen door een leugenachtige verklaring over hem af te leggen, dan moeten de twee partijen in het geding samen voor de HEER verschijnen, voor de priesters en de rechters die op dat moment in functie zijn. De rechters moeten de zaak zorgvuldig onderzoeken. Als blijkt dat de getuige heeft gelogen en een vals getuigenis heeft afgelegd, dan moet u hem de straf opleggen die hij de ander had toebedacht. Zo moet u het kwaad uit uw midden verwijderen. De anderen moeten daardoor worden afgeschrikt, zodat dergelijke wandaden zich niet herhalen. Heb geen medelijden en eis een leven voor een leven, een oog voor een oog, een tand voor een tand, een hand voor een hand, een voet voor een voet.

Deuteronomium 21:2. … dan moeten uw oudsten en rechters de afstand tussen het lijk en de steden in de directe omgeving meten. **
Opmerking: in het Hebreeuws is oudsten een bijvoeglijk naamwoord: de oudste mannen. En rechters is een werkwoord, degenen, die recht spreken.

Deuteronomium 25:1-3. Wanneer twee mannen een geschil hebben en ermee naar de rechter gaan, en in het vonnis wordt de een vrijgesproken en de ander veroordeeld, dan moet de rechter de schuldige, als die tot stokslagen veroordeeld is, op de grond laten neerleggen en hem in zijn bijzijn het aantal slagen laten toedienen dat past bij het misdrijf. Ten hoogste veertig stokslagen mogen hem gegeven worden, niet meer. Anders wordt er geen maat gehouden, en zou een volksgenoot voor uw ogen zijn eer verliezen.

** deze tekst is niet in de samenvatting opgenomen.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Men deed een oproep tot God om rechter te zijn over hun zaak. Genesis 6:15, 18:25 en 31:53.

Ze deden een beroep op de hemelse rechter om Mozes te straffen. Exodus 5:21.

De grote zaken waren voor rechter Mozes en andere zaken voor andere rechters uit het volk. Exodus 18:13, 16 en 22.

De andere teksten uit de Torah gaan over aardse rechters.

Rechters spreken recht namens God. Deuteronomium 1:17.

Ze moeten met een rechtvaardig oordeel rechtspreken. Deuteronomium 16:18. Zonder aanziens des persoons. Leviticus 19:15

Destijds was het alsof je voor de hemelse rechter kwam. Deuteronomium 19:17. Een rechter moet zorgvuldig onderzoeken. Deuteronomium 19:18. Een rechter moet niet een te harde straf opleggen. Deuteronomium 25:1-3.

Voor lastige rechtszaken bestemde God een aparte plaatsen. Wie niet gehoorzaamd aan de woorden van de rechter moet ter dood worden gebracht. Deuteronomium 17:8:13.

Nieuwe Testament

Ook in het Nieuwe Testament zijn besturen en rechtspreken met elkaar verbonden. We beginnen bij dit deel met degenen, die dit doen, de rechters.

De rechter

Er zijn twee Griekse woorden die je met rechter kun vertalen namelijk krites en dikastēs. Daarnaast is er nog een woord dat eenmalig wordt gebruikt het woord kritikos, dat erg lijkt op ons woord criticus.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1κριτής
kritēs
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G2923
B2606
Rechter
Komt 17 keer voor in 15 verzen
KJV: judge (15x), Judge (2x)
2κριτικός
kritikos
Bijvoeglijk
naamwoord
G2924
SB2607
Oordeelkundige.
Alleen in Hebr 4:12
KJV: discerner (1x).
3δικαστής
dikastēs
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G1348
SB1209
Rechter
Komt 3 keer voor
KJV: judge (3x)

Hieronder alle teksten, die het woord rechter, krites gebruiken. Het begint met twee keer teksten die in twee evangeliën voorkomen.

Matteüs 5:25. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet.
Lucas 12:58. Als je met je tegenstander op weg bent naar een hoge autoriteit, doe dan moeite om nog onderweg tot een vergelijk met hem te komen, anders sleept hij je voor de rechter, en de rechter zal je uitleveren aan de gerechtsdienaar, en die zal je in de gevangenis gooien.

Matteüs 12:27. En als Ik inderdaad dankzij Beëlzebul demonen uitdrijf, door wie drijven uw eigen mensen ze dan uit? Zij zullen dan ook uw rechters zijn!
Lucas 11:19. Als Ik inderdaad dankzij Beëlzebul demonen uitdrijf, door wie drijven jullie eigen mensen ze dan uit? Zij zullen dan ook jullie rechters zijn!
Opmerking: de eigen mensen van de schriftgeleerden zullen uitspreken dat je alleen demonen kun uitdrijven door kracht van de Geest van God. Het is een manier van zeggen dat je ongelijk hebt. **

Lucas 18:1-8. Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: ‘Er was eens een rechter in een stad die voor God geen ontzag had en zich van de mensen niets aantrok. Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander.” Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik voor God geen ontzag en trek ik me van de mensen niets aan, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.’ Toen zei de Heer: ‘Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen? Hij hoort hen immers geduldig aan. Ik zeg jullie dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?’

Opmerking: een rechter moet je als het nodig is lastig maken. Kom voor je recht op.

Handelingen 10:42. Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat Hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden.

Deze tekst geeft aan wat ten tijde van het volk Israël destijds gebeurde.
Handelingen 13:20. Dit alles vond plaats in ongeveer vierhonderdvijftig jaar. Vervolgens stelde Hij rechters aan, die heersten tot de tijd van de profeet Samuel. **

Opmerking: een rechter is ervoor om uitspraken te doen over verschillen tussen mensen. Daarnaast zorgt hij er ook voor dat het vonnis wordt uitgevoerd. In de tijden van het oude volk Israël zorgde de rechter er ook voor dat het vonnis over omringende volken werden uitgevoerd. God hielp hen daarbij.

Handelingen 18:15. … maar als er een geschilpunt is over een woord, over namen en over de wet die onder u geldt, dan moet u het zelf maar zien; want ik wil over deze dingen geen rechter zijn. [HSV]

Handelingen 24:10. Maar Paulus antwoordde, nadat de stadhouder hem een wenk had gegeven dat hij kon spreken: Omdat ik weet dat u al vele jaren rechter over dit volk bent, verdedig ik mijn zaak met des te meer vertrouwen. [HSV]

2 Timoteüs 4:8. Nu wacht mij de erekrans van de gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien.
Opmerking: hier wordt Jezus de rechtvaardige rechter genoemd.

Hebreeën 12:22-24. Nee, u bent de Sionsberg genaderd, de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en duizenden engelen die in vreugde bijeen zijn, de gemeenschap van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven zijn; u bent God genaderd, de rechter van allen, en de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid gekomen zijn. de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.

Opmerking: deze tekst geeft een inkijk in de geestelijke wereld om ons als gelovigen in Jezus heen. Het is een soort rechtszaal.

Jakobus 2:2-4. Want als in uw samenkomst een man zou binnenkomen met een gouden ring aan zijn vinger, in sierlijke kleding, en er kwam ook een arme man in haveloze kleding, en u zou hoog opzien tegen hem die de sierlijke kleding draagt, en tegen hem zeggen: Gaat u hier zitten op een mooie plaats, en u zou tegen de arme zeggen: Gaat u daar maar staan, of: Ga hier zitten bij mijn voetbank, hebt u dan niet onder elkaar een onderscheid gemaakt en bent u zo geen rechters geworden met verkeerde overwegingen?

Jakobus 4:11-12. Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaadspreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet. En als u de wet veroordeelt, handelt u niet naar de wet, maar treedt u op als rechter. Er is maar één wetgever en rechter: Hij die bij machte is te redden of in het verderf te storten. Maar wie bent u om uw naaste te veroordelen?

Opmerking: in de Blue Letter Bible is in de grondtekst het woord Strong G2919 gebruikt in plaats G2923. <<wat betekent dat?>>

Jakobus 5:9. Klaag niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur staat.

Oordeelkundige kritikos
Het bijvoeglijk naamwoord komt alleen in deze tekst voor.

Hebreeën 4:12. Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling van de ziel, en van de geest, en van de samenvoegselen, en van het merg, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten. [SV]

Opmerking 1: de Statenvertaling vertaalt het als een bijvoeglijk naamwoord.
Opmerking 2: het Woord van God is rechterlijk, iets wat goed kan beoordelen.

Rechter δικαστής dikastēs
Het zelfstandig naamwoord dikastes is afgeleid van het woord dikazo dat rechtspreken of als rechter beoordelen betekent. Een woord dat niet in het Nieuwe Testament voorkomt.

Lukas 12:13-14. Iemand uit de menigte zei tegen Hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ 

In de twee teksten hieronder gaat het over Mozes. De eerste tekst gaat over wat er gebeurde en de tweede tekst kijkt nog een keer op het voorval terug.

Handelingen 7:27. Maar de man die zijn volksgenoot mishandelde, duwde hem weg en zei: “Wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld?

Handelingen 7:35. Het was deze Mozes die door zijn volksgenoten werd afgewezen met de woorden: “Wie heeft jou als leider en rechter aangesteld?” Maar God zond hem als leider en bevrijder naar hen toe, door tussenkomst van de engel die in de doornstruik aan hem verschenen was. 

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het is beter om een kwestie met iemand zelf op te lossen dan naar de rechter te stappen. Matteüs 5:25, Lucas 12:58

Kom voor je recht op! Lucas 18:1-8

Jezus is door God aangesteld als rechter over levenden en doden. Handelingen 10:42. 2 Timoteüs 4:8. In het geval van een conflict tussen twee mensen gaf Jezus aan dat Hij hiervoor niet als rechter was aangesteld. Lukas 12:13-14

Het kan ook gaan over aardse rechters, Handelingen 18:15, 24:10.

Als je mensen niet gelijk behandeld ben je een soort rechter. Jakobus 2:2-4

Spreek geen kwaad over elkaar en klaag niet over elkaar. Jakobus 4:11-12, Jakobus 5:9.

Het Woord van God is een rechterachtig iemand. Hebreeën 4:12

Het volk Israël wilde Mozes niet als leider en rechter, maar God stelde Hem op die manier aan. Handelingen 7:27 en 35.

Troon of rechterstoel (bema)
Er is een Grieks woord, dat je met rechterstoel kunt vertalen. Hier de gegevens.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1βῆμα
bēma
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G968
SB864
Rechterstoel
Komt 12 keer voor in 12 verzen.
KJV: judgment seat (10x), throne (1x), to set (one’s) foot on (with G4128) (1x).

Het woord bema is afgeleid van baino wat lopen betekent. Het woord bema heeft de betekenis van een verheven plaats, verhoging, platform, tribune, opstap of spreekstoel, waarbij iemand omhoog moest lopen om op deze verhoging te kunnen plaatsnemen.

Het gaat in de teksten waar dit woord voorkomt twee keer over de rechterstoel van Christus. En andere keren gaat het om de troon of rechterstoel van Pilatus of Herodus.

De eerste tekst benadrukt vooral dat we zelf geen rechter zijn maar dat we dat aan Christus moeten overlaten.
Romeinen 14:8-13. Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. Want Christus is gestorven en weer tot leven gekomen om te heersen over de doden en de levenden. Wie bent u dat u een oordeel velt over uw broeder of zuster? Wie bent u dat u neerziet op uw broeder of zuster? Wij zullen allen voor Gods rechterstoel komen te staan, want er staat geschreven: ‘Zo waar ik leef – zegt de Heer –, voor mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’ Ieder van ons zal zich dus tegenover God moeten verantwoorden. Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen, maar neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hen niet te ergeren.

De Statenvertaling en de HSV hanteren een andere versie van de grondtekst, die andere handschriften leidend vindt, dan de NBV vertaling. In die handschriften staat ‘rechterstoel van Christus’. Zo vertalen ze deze tekst dan ook. Is dan wel overeenkomstig de onderstaande tekst.

En de tweede tekst gaat er over dat we zelf voor Christus zullen verschijnen voor zijn rechterstoel.
2 Korintiërs 5:10. Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, om Hem welbehaaglijk te zijn. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. [HSV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als we worden uiteindelijk geoordeeld en de plaats is Gods of Christus rechterstoel.

Aanklager

De volgende woorden komen voor, die je met aanklagen zou kunnen vertalen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1κατηγορέω
katēgoreō
WerkwoordG2723
SB2428
Aanklagen
Komt 22 keer voor in 21 verzen
KJV: accuse (21x), object (1x).
2κατηγορία
katēgoria
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G2724
SB2429
Aanklacht
Komt 4 keer voor in 4 verzen
KJV: accusation (3x), accused (1x)
3κατήγορος
katēgoros
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G2725
SB2430
Aanklager
Komt 7 keer voor in 7 verzen
KJV: accuser (7x)
4ἐγκαλέω egkaleōWerkwoordG1458
SB1309
Aanklagen
Komt 7 keer voor in 7 verzen
KJV: accuse (4x), implead (1x), call in question (1x), lay anything to the charge (1x).

De eerste drie Griekse woorden bevatten de woorden kata dat je met tegen kunt vertalen en agoreuo dat met de markt te maken heeft, de agora. Je spreekt iemand op de markt tegen, aanklagen dus.

Bij deze woorden is ook het woord beschuldigen te gebruiken.

Aanklagen (katēgoreō)
In 21 verzen gaat het over aanklagen. Meestal gaat het over Jezus, die wordt aangeklaagd.

In de aanloop naar de kruisiging

Matteüs 12:9-10. Hij trok weer verder en kwam in hun synagoge. Daar stond iemand met een misvormde hand. Omdat ze Jezus wilden aanklagen, vroegen ze: ‘Is het toegestaan iemand op sabbat te genezen?’
Opmerking: in Marcus 3:2 zelfde tekst.

Lukas 6:6-7. Op een andere sabbat geschiedde het, dat Hij in de synagoge ging en leerde. En daar was iemand, wiens rechterhand verschrompeld was. De schriftgeleerden en de Farizeeën letten op Hem, of Hij op de sabbat genas, om een aanklacht tegen Hem te vinden. [NBG]

Lukas 11:53-54. Toen Hij deze dingen tegen hen zei, begonnen de schriftgeleerden en Farizeeën hevig tegen Hem tekeer te gaan en dwongen zij Hem Zich over veel dingen uit te spreken: zij spanden strikken voor Hem om iets uit Zijn mond op te vangen, opdat zij Hem zouden kunnen beschuldigen. [HSV]

Johannes 5:45. U moet niet denken dat Ik u bij de Vader zal aanklagen; Mozes, op wie u uw hoop hebt gevestigd, klaagt u aan.

Johannes 8:6. Dit zeiden ze om Hem op de proef te stellen, om te zien of ze Hem konden aanklagen.
Opmerking: de bedoeling was dat ze Jezus tot iets zouden kunnen verleiden dat tegen de wet was.

Johannes 8:10. Jezus nu richtte Zich op en toen Hij niemand zag dan de vrouw, zei Hij tegen haar: Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld? [HSV]

Rond het proces van de kruisiging

Matteüs 27:11-12. Toen Jezus voor de gouverneur stond, stelde deze Hem de vraag: ‘Bent U de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’ Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen Hem inbrachten, antwoordde Hij niet één keer.
Opmerking: Marcus 15:3 en Lukas 23:2 zelfde tekst.

Lukas 23:10-14. De hogepriesters en de schriftgeleerden die erbij stonden, brachten zware beschuldigingen tegen Hem in. Hierop begonnen Herodes en zijn soldaten Jezus te honen, en ze dreven de spot met Hem door Hem een pronkgewaad om te hangen. Zo stuurde hij Hem terug naar Pilatus. Op die dag werden Herodes en Pilatus vrienden, terwijl ze altijd elkaars vijanden waren geweest. Pilatus riep de hogepriesters en de leiders en het volk bij zich en zei tegen hen: ‘U hebt die man voor mij gebracht als iemand die het volk van het rechte pad afbrengt, maar u weet dat ik Hem, toen ik Hem in uw bijzijn verhoorde, aan geen van de zaken waarvan u Hem beticht schuldig heb bevonden.

Johannes 18:29. Pilatus dan ging naar buiten, naar hen toe en zei: Welke aanklacht brengt u tegen deze Mens in? [HSV]

De zaak tegen de apostel Paulus

De apostel Paulus reist naar Jeruzalem en daar wordt hij in de tempel gearresteerd. Handelingen 21:27. De rest van het boek Handelingen staat in het teken van deze arrestatie. Meerdere rechters komen er aan te pas om Paulus te berechten.

Handelingen 22:30. En omdat hij met zekerheid wilde weten waarvan hij door de Joden beschuldigd werd, maakte hij de volgende dag zijn boeien los en gaf hij bevel dat de overpriesters en heel hun Raad bijeen zouden komen; en hij bracht Paulus naar beneden en leidde hem voor hen. [HSV]

Handelingen 23:30. En toen mij te kennen gegeven was, dat er door de Joden een hinderlaag voor deze man gelegd zou worden, heb ik hem ogenblikkelijk naar u toe gestuurd en ook de aanklagers geboden in uw tegenwoordigheid te vertellen wat zij tegen hem hadden. [HSV]

Handelingen 23:35. zei hij: Ik zal u verhoren als ook uw aanklagers hier gekomen zijn. En hij gaf bevel hem in het gerechtsgebouw van Herodes in bewaring te stellen. [HSV]

Handelingen 24:1-2. En vijf dagen daarna kwam de hogepriester Ananias daar met de oudsten en een zekere advocaat, Tertullus. Die verschenen voor de stadhouder met een aanklacht tegen Paulus. En toen deze geroepen was, begon Tertullus hem als volgt te beschuldigen: [HSV]

Ook in Handelingen 24:8, 13 en 19 en 25:5, 11 en 16 gaat het om aanklagen. En in Handelingen 24:8 en 25:16 en 18 om aanklagers.

Tenslotte sluit dit af met deze tekst.
Handelingen 28:17-19. Na drie dagen riep hij de Joodse leiders bij zich. Toen ze bijeengekomen waren, zei hij tegen hen: ‘Broeders, ofschoon ik ons volk niets heb misdaan en de gebruiken van onze voorouders niet heb geschonden, ben ik door de Joden in Jeruzalem gevangengenomen en uitgeleverd aan de Romeinen, die me na verhoor wilden vrijlaten omdat er geen enkele grond was om mij ter dood te veroordelen. De Joden tekenden daar echter bezwaar tegen aan, zodat ik me gedwongen zag me op de keizer te beroepen, overigens zonder mijn volk van iets te willen beschuldigen.

Teksten in de brieven

Romeinen 2:14-16. Wanneer namelijk mensen uit volken die de wet niet hebben, de wet van nature naleven, dan zijn ze zichzelf tot wet, ook al hebben ze hem niet. Ze bewijzen door hun daden dat wat de wet eist in hun hart geschreven staat; en hun geweten bevestigt dit, omdat ze zichzelf met hun gedachten beschuldigen of vrijpleiten. Dit alles zal blijken op de dag waarop, volgens het evangelie dat ik verkondig, God door Christus Jezus oordeelt over wat er in de mens verborgen is.

Opmerking: de mensen die de wet niet hebben bedenken bij zichzelf of iets wel of niet goed is.

1Timoteüs 5:19. Geef alleen gehoor aan een aanklacht tegen een oudste als die bevestigd wordt door ten minste twee getuigen.

Titus 1:5-6. Ik heb je op Kreta achtergelaten om, volgens mijn richtlijnen, de resterende zaken te regelen en in elke stad oudsten aan te stellen: onberispelijke mannen met maar één vrouw en met gelovige kinderen die niet kunnen worden beschuldigd van schandelijk gedrag en ongehoorzaamheid.
Opmerking: beter zou zijn om te vertalen ‘waarbij niet een aanklacht kan worden gedaan voor’ etc.

Openbaring 12:10. Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht.

Aanklagen egkaleō

Handelingen19:38-40. Mochten Demetrius en zijn ambachtslieden met iemand een geschil hebben, dan bestaan daar rechtszittingen en proconsuls voor; laten ze dan maar een aanklacht indienen. Als er daarbuiten nog iets anders is dat u wenst, zal dat op een officiële volksvergadering behandeld worden. We lopen toch al het gevaar dat we ter verantwoording worden geroepen voor het oproer van vandaag, daar we deze onlusten op geen enkele manier kunnen goedpraten.’ Na deze woorden maakte hij een einde aan de bijeenkomst.

Handelingen 23:28-29. Omdat ik wilde weten waarvan ze hem beschuldigden, bracht ik hem naar hun raad, en ik stelde toen vast dat de beschuldigingen betrekking hadden op geschilpunten inzake hun wet; er werd hem niets ten laste gelegd dat met de dood of gevangenschap wordt bestraft.

Handelingen 26:1-2, Agrippa zei tegen Paulus: ‘U mag uw zaak bepleiten.’ Paulus hief zijn hand op en verdedigde zich als volgt: ‘Ik prijs me gelukkig, koning Agrippa, dat ik me vandaag juist in uw bijzijn mag verdedigen tegen alle aanklachten die door de Joden tegen me zijn ingediend, 

Handelingen 26:6-7. Nu sta ik terecht omdat ik hoop op de vervulling van de belofte die God aan onze voorouders heeft gedaan. 7Ook de twaalf stammen van ons volk hopen deel te krijgen aan de vervulling van die belofte door God volhardend te dienen, dag en nacht. Omwille van deze hoop word ik door de Joden aangeklaagd, majesteit! 

Romeinen 8:33-34. Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons. 
Opmerking: deze tekst staat ook in de paragraaf hierna.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Vooral Jezus werd steeds aangeklaagd, dat was steeds niet terecht. Daarna wordt ook de apostel Paulus aangeklaagd. Ook daar was geen grond voor veroordeling.

Jezus zal klaagde de Joodse mensen die tegen Hem waren niet bij de Vader aanklagen. Jezus zei dat Mozes hen aanklaagt. Johannes 5:45.

Een vrouw werd aangeklaagd, maar Jezus veroordeelt haar niet. Johannes 8:10.

Het is goed als je geweten je aanklaagt als je iets doet wat niet goed is. Romeinen 2:14-16.

En een bemoediging. Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Romeinen 8:33-34.

In een gemeente moet je opletten voor aanklachten. Alleen iets serieus nemen als een aanklacht tegen een oudste als die bevestigd wordt door ten minste twee getuigen. 1Timoteüs 5:19. En kies oudsten waartegen geen aanklacht is te verwachten. Titus 1:5-6.

De aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht. Openbaring 12:10.

Middelaar, mediator

Van dit woord is geen werkwoord. Het werkwoord bemiddelen bestaat niet in het Nieuwe Testament.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1μεσίτης
mesitēs
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G3316
SB2839
Middelaar, mediator.
Komt 6 keer voor in 6 verzen.
KJV: mediator (6x).

Wat je bij de vertalingen merkt is dat men een poging doet om de vertaling niet direct te koppelen aan het idee van een rechtbank. Hier alle teksten waar dit woord in voorkomt.

Galaten 3:19-20. Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, en zij is op last van (God) door engelen in de hand van een middelaar gegeven. Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één. [NBG] **

1 Timoteüs 2:5-6. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.

Hebreeën 8:6. Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften.

Hebreeën 9:15. Zo is hij dan bemiddelaar van een nieuw verbond; hij is immers gestorven om ons te verlossen van de overtredingen tegen het eerste verbond. Nu kunnen allen die geroepen zijn het beloofde eeuwige erfdeel ontvangen.

Hebreeën 12:22-24. Nee, u staat voor de Sionsberg, voor de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en voor duizenden engelen die in vreugde bijeen zijn, voor de gemeenschap van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven zijn, voor God, de rechter van allen, en voor de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid gekomen zijn, voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Jezus is een bemiddelaar, een mediator tussen God en de mensen, 1 Timoteüs. Een bemiddeling op basis van een beter verbond, Hebreeën 8. In Hebreeën 9 wordt dat het nieuwe verbond genoemd.

In Hebreeën 9 ook dat Jezus ons verlost van de overtredingen tegen het eerste verbond, waardoor we nu wel het erfdeel van het eerste verbond, dat zijn de zegeningen, kunnen ontvangen.

Het gesprenkelde bloed van Jezus spreekt krachtiger dan dat van Abel. Daarom is Jezus de juiste mediator, Hebreeën 12.

Getuige

Hier de gegevens van het woord getuige.

Er is ook nog een werkwoord getuigen en twee zelfstandig naamwoorden, die met getuigenis zijn te vertalen. Het kan zijn dat deze woorden ook te maken hebben met de hemelse rechtbank. Dat moet ik nog bestuderen. <<>>

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1μάρτυς
martys
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G3144
SB2779
Getuige.
Komt 34 keer voor in 34 verzen.
KJV: witness (29x), martyr (3x), record (2x).

Volgens de “Outline of Biblical Usage” komt dit woord in drie betekenissen voor. In juridische, geschiedkundige en ethische zin. Hier alleen in die gevallen dat het  in juridische zin voorkomt.

Verkondigen aan de wereld of in het kader van een rechtbank.

Matteüs 18:15-16. Als je broeder of zuster tegen je zondigt, moet je die persoon onder vier ogen daarop aanspreken. Als hij luistert, heb je hem teruggewonnen. Luistert hij niet, haal er dan een of twee anderen bij, want een aanklacht is rechtsgeldig met een verklaring van ten minste twee getuigen.

Matteüs 26:65. Hierop scheurde de hogepriester zijn kleren en hij riep uit: ‘Hij heeft God gelasterd! Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt nu zelf zijn godslastering gehoord.
Opmerking: dezelfde tekst staat in Marcus 14:63.

Handelingen 6:12b-13. Ten slotte namen ze Stefanus gevangen en brachten hem voor het Sanhedrin. Ze lieten valse getuigen komen, die verklaarden: ‘Deze man keert zich steeds weer tegen de tempel en de wet,

Handelingen 7:58-59. Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen. De getuigen gaven hun mantel in bewaring bij een jongeman die Saulus heette. Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’ 

Romeinen 1:9. God, die ik door de verkondiging van het evangelie over zijn Zoon vol overgave dien, is mijn getuige dat ik u onophoudelijk in mijn gebeden noem.

2 Korintiërs 1:23. Ik roep God op als mijn getuige, ik zweer bij mijn leven dat ik van een nieuw bezoek aan Korinte heb afgezien om u te sparen.

2 Korintiërs 13:1. Ik kom nu voor de derde keer naar u toe. U weet: iedere zaak kan met een verklaring van twee of drie getuigen worden beslecht.

1 Timoteüs 5:19. Geef alleen gehoor aan een aanklacht tegen een oudste als die bevestigd wordt door ten minste twee getuigen.

Filippenzen 1:8. Want God is mijn Getuige hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innige gevoelens van Jezus Christus. [HSV]

1 Tessalonicenzen 2:5. U weet dat we u nooit naar de mond hebben gepraat en dat onze woorden nooit een dekmantel voor hebzucht waren. God is onze getuige.

1 Thessalonicenzen 2:10. U bent getuige, en God, hoe heilig en rechtvaardig en onberispelijk wij geweest zijn bij u die gelooft. [HSV]

Hebreeën 10:28. Voor wie de wet van Mozes naast zich neerlegt is er geen pardon; wanneer er ten minste twee getuigen een verklaring tegen hem afleggen, moet hij sterven.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als een broeder of zuster tegen je zondigt, moet je die persoon onder vier ogen daarop aanspreken en desnoods met iemand er bij. Dan is het rechtsgeldig. Matteüs 18:15-16.

In de zaak tegen Jezus werden valse getuigen ingeschakeld. Matteüs 26:65 en Marcus 14:63.

Ook Stefanus had te maken met valse getuigen. Handelingen 6:13 en 7:58.

God wordt door de apostel Paulus als getuige erbij betrokken. Romeinen 1:9, 2 Korintiërs 1:23, Filippenzen 1:8 en 1 Tessalonicenzen 2:5 en 2:10.

De regel dat er tenminste twee getuigen nodig zijn staat in diverse verzen. 2 Korintiërs 13:1, 1 Timoteüs 5:19 en Hebreeën 10:28.

Pleiter, advocaat

Hier de gegevens van twee Griekse woorden die met pleiter of advocaat zijn te vertalen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1παράκλητος
paraklētos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G3875
SB3353
Advocaat, voorspraak
Komt 5 keer voor in 5 verzen
KJV: comforter (4x) advocate (1x)
2ἐντυγχάνω
entygchanō
WerkwoordG1793
SB1620
Pleiten, op audiëntie gaan
Komt 5 keer voor in 5 verzen
KJV: make intercession (4x), deal (1x)

Er zijn bij een rechtbank personen met allerlei rollen. Hier de gegevens van twee Griekse woorden die over twee rollen gaan.

Helper pleitbezorger paraklētos
Het Nieuwe Testament gebruikt het zelfstandig naamwoord paraklētos, dat erbij geroepene betekent. Je roept iemand erbij om te helpen. Bij een rechtbank roep je iemand erbij, die helpt om voor je te pleiten. Of je nu eiser of verdachte bent. Bij een rechtbank noemen we dit een pleiter, een raadsman of een advocaat.

De NBV vertaalt steeds met pleitbezorger, zie hieronder. Het lijkt me echter niet steeds te gaan om een rechtbank. De SV, HSV en NBG vertalen steeds met Trooster, behalve de laatste tekst. Voor het woord Trooster is volgens de Studiebijbel geen onderbouwing.

Je zou de eerste vier teksten kunnen vertalen met Helper en de laatste tekst met pleitbezorger of advocaat.

Hier alle vijf teksten, waarbij alleen de laatste tekst in het kader van een rechtbank lijkt.

Johannes 14: 16-17a. Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid.

Johannes 14: 26. Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb.

Johannes 15:26. Wanneer de pleitbezorger komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen.         

Johannes 16:7. Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden.

1 Johannes 2:1. Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige.

Opmerking: de SV, HSV en NBG vertalen hier met het woord voorspraak.

Pleiten entygchanō
De KJV vertaalt met ‘make intercession’ dat wordt in het Nederlands vertaald met voorbede. Dat is dus pleiten. Het Griekse woord wijst op ontmoeten op in gesprek gaan. Het is dus ook te vertalen met op audiëntie gaan.

Handelingen 25:24. Festus zei: ‘Koning​ ​Agrippa, en u allen die hier aanwezig bent, dit is de man om wie de hele Joodse bevolking zich tot mij heeft gewend, zowel hier als in ​Jeruzalem, terwijl ze luidkeels te kennen gaven dat hij niet langer het recht had om te leven.
Opmerking: het ’tot mij heeft gewend’ moet je zien als een aanklacht inbrengen voor de rechtbank.

Romeinen 8:27. God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen, want de Geest pleit voor de heiligen overeenkomstig Gods wil. 

Romeinen 8:33-34. Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons
Opmerking: deze tekst staat ook in de vorige paragraaf.

Romeinen 11:2-3. God heeft zijn volk, dat Hij al van tevoren uitgekozen heeft, niet verstoten. Of weet u niet wat de Schrift over Elia zegt, hoe hij Israël bij God aanklaagt? ‘Heer, uw profeten hebben ze gedood, uw altaren verwoest. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.
Opmerking: de HSV vertaalt met ‘hoe hij God aanspreekt’. Zou je ook kunnen vertalen met: “pleit bij God om hen te straffen’.

Hebreeën 7:22-25. Daardoor staat Jezus garant voor een beter verbond. Zij moesten met velen zijn, omdat de dood hun belette priester te blijven, maar omdat Hij blijft tot in eeuwigheid, is ook zijn priesterschap eeuwig. Zo kan Hij allen die God door Hem naderen volkomen redden, omdat Hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De pleitbezorger van de gelovigen bij de Vader is Jezus. 1 Johannes 2:1.

Oordelen

In dit hoofdstuk gaat het eerst om het woord oordelen of oordeel. Daarnaast is er nog een sterkere uitdrukking. Die kun je met veroordelen vertalen. Hier gaat het in het tweede deel van dit hoofdstuk over.

Naast een werkwoord komen er ook twee zelfstandig naamwoorden voor, die je met oordelen of oordeel kunt vertalen. Hier de gegevens over deze woorden.

  Woord Soort woord Strong Opmerkingen:
1κρίνω krinō Werkwoord G2919 SB2603 Oordelen
Komt 131 keer voor in 98 verzen.
KJV: judge (88x), determine (7x), condemn (5x), go to law (2x), call in question (2x), esteem (2x), miscellaneous (8x).
2κρίμα krima Zelfstandig naamwoord
onzijdig
G2917
SB2601
Oordeel
Komt 28 keer voor in 28 verzen. KJV: judgment (13x), damnation (7x), condemnation (5x), be condemned (1x), go to law (with G2192) (1x), avenge (with G2919) (1x).
3κρίσις krisis Zelfstandig naamwoord vrouwelijk G2920 SB2604 Oordeel
Komt 48 keer voor in 47 verzen.
KJV: judgment (41x), damnation (3x), accusation (2x), condemnation (2x).

Meer dan 200 keer komen woorden in het Grieks voor, die je met oordelen, beoordelen of zelfs veroordelen kunt vertalen.

Hier alleen een citaat van de teksten wanneer het gaat over een oordeel met geestelijke gevolgen. Dus niet over oordelen tussen mensen onderling. Teksten, die gaan over God als rechter op de dag van het oordeel, het laatste oordeel zijn ook niet opgenomen.

De zelfstandig naamwoorden krima en krisis zijn te vertalen met het besluiten, de beoordeling, degenen, die je beoordeelt, zoals bij het gerecht en ook het recht.

Matteüs 5:21-22. Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” Dit zeg Ik daarover: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie hen voor nietsnut uitmaakt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. 
Opmerking: in deze tijd juli 2023 is zojuist een minister afgetreden omdat hij dit soort deed.

Matteüs 7:1-2. Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden. [HSV]
Opmerking: het Griekse woord krima is hier vertaald met oordeel.
Opmerking: dit is niet alleen tussen mensen het geval, maar ook vanuit de hemel.

Matteüs 12: 17-21. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Hier is mijn dienaar, Hem heb Ik uitgekozen, Hem heb Ik lief, in Hem vind Ik vreugde. Ik zal Hem vervullen met mijn Geest, Hij zal alle volken het oordeel aanzeggen. Hij zal niet twisten of schreeuwen, op straat wordt zijn stem niet gehoord. Het geknakte riet breekt Hij niet af noch dooft Hij de kwijnende vlam, totdat Hij in het oordeel zegeviert. Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen.’
Opmerking: Jezus zal de volken beoordelen en recht doen. Heer laat Oekraïne zegenvieren.

Matteüs 23:14. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u eet de huizen van de weduwen op, en voor de schijn bidt u lang; daarom zult u een des te zwaarder oordeel ontvangen. [HSV]
Marcus 12:40. Zij verslinden de huizen van de weduwen en voor de schijn bidden zij lang. Dezen zullen een zwaarder oordeel ontvangen. [HSV]
Opmerking: zelfde tekst als Marcus 12 ook in Lucas 20:47.
Opmerking: het Griekse woord krima is hier steeds vertaald met oordeel.

Johannes 3:17-19. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht.
Opmerking: de laatste zin lijkt mij het criterium voor de beoordeling heb je meer van de duisternis gehouden dan het licht?

Johannes 5:22-24. De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd. Dan zal iedereen de Zoon eer betuigen zoals men de Vader eert. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet die hem gezonden heeft. Werkelijk, Ik verzeker u, wie luistert naar wat Ik zeg en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven. 
Opmerking: het beoordelen is aan Jezus, Hij staat dichtbij de mensen. Het is aan Hem gedelegeert.

Johannes 8:15-16. U oordeelt naar het vlees, Ik oordeel niemand. En als Ik al oordeel, Mijn oordeel is waar, want Ik ben niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. [HSV]

Johannes 8:24. Ik heb u dan gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven. Zij zeiden dan tegen Hem: Wie bent U? En Jezus zei tegen hen: Wat Ik u vanaf het begin al zeg. Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen, maar Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, spreek Ik tot de wereld. [HSV]

Johannes 9:39. En Jezus zei: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat zij die niet zien, zien zouden, en die zien, blind zouden worden.
Opmerking: het Grieks woord krima is me oordeel vertaald.

Heb je de woorden van Jezus serieus genomen?
Johannes 12:47-48. Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen.
Opmerking: ‘die zal hem oordelen’ vertaalt de NBV met een rechter.

Johannes 16:8-11. En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel: van zonde, omdat zij niet in Mij geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien; en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is. [HSV]
Opmerking: je kunt ook vertalen dat de vorst van deze wereld is beoordeeld.

Handelingen 7:6-7. En zo sprak God uit dat zijn nageslacht bijwoner zou zijn in een vreemd land en dat ze hen tot slaven zouden maken en slecht zouden behandelen, vierhonderd jaar lang. En het volk dat zij zullen dienen, zal Ik oordelen, sprak God; en daarna zullen zij uittrekken en Mij dienen op deze plaats. [HSV]
Opmerking: het oordelen van God had allerlei gevolgen o.a. de tien plagen.

Deze passage uit Jesaja 53 leest de kamerling en hij krijgt uitleg van Filippus.
Handelingen 8:33. In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen en wie zal over Zijn geslacht vertellen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
Opmerking: door de vernedering van Jezus kreeg hij niet alleen vrijspraak maar werd ook opgewekt uit de doden.

Voor Romeinen 2:1-3 zie bij het hoofdstuk veroordelen.

Romeinen 2:26-28. En wanneer iemand die niet besneden is de voorschriften van de wet in acht neemt, zal hij dan door God niet als besneden worden beschouwd? Wie onbesneden is gebleven maar zich aan de wet houdt, zal een oordeel vellen over u die, ook al hebt u de wet op schrift en bent u besneden, de wet overtreedt. Jood is men niet door uiterlijkheden, en het gaat ook niet om de uiterlijke, lichamelijke besnijdenis.

Het gaat in deze tekst over de Joodse mensen in de tijd van Paulus.
Romeinen 3:4-7. Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God  is waarachtig maar ieder mens een leugenaar, zoals geschreven staat: Opdat U gerechtvaardigd wordt wanneer U rechtspreekt, en overwint wanneer U oordeelt. Als nu onze ongerechtigheid de gerechtigheid van God bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? Ik spreek op menselijke wijze. Volstrekt niet! Hoe zal God anders de wereld oordelen? Want als de waarheid van God door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, waarom word ik dan toch nog als zondaar geoordeeld? En het is toch niet, zoals wij belasterd worden en zoals sommigen zeggen dat wij zeggen: Laten wij het kwade doen, opdat het goede daaruit voortkomt? De verdoemenis van hen is rechtvaardig.

Opmerking 1: uitspraak vers 4 staat in Psalm 51:6.
Opmerking 2: het woord krima in vers 8, is door de HSV met verdoemenis vertaald.

Romeinen 5:16. <<zie deze tekst bij het hoofdstuk over veroordelen>>.

Romeinen 11:33. Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen.
Opmerking: hier staat krima, kun je ook met besluiten vertalen of veroordelingen, omdat de rechter soms mild oordeelt.

Romeinen 13:1-2. Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een oordeel halen. [HSV]
Opmerking: het Griekse woord krima is met oordeel vertaald

1 Korintiërs 5:13. Over de buitenstaanders zal God oordelen. 
Opmerking: de mensen in de gemeente is een taak van de gemeente.

1 Korintiërs 11:31-32. <<zie deze tekst bij het hoofdstuk over veroordelen>>.

Het gaat hier over mensen, die geen goed onderwijs gaven aan de gemeente.
Galaten 5:10. Ik vertrouw van u in de Heere dat u niet anders gezind zult zijn; maar hij die u in verwarring brengt, zal het oordeel dragen, wie hij ook is. [HSV]

2 Tessalonicenzen 1:3-5. Wij moeten God altijd voor u danken, broeders, zoals het behoort, omdat uw geloof buitengewoon sterk groeit en de liefde van ieder van u allen tot elkaar steeds toeneemt, zodat wij zelf 
over u roemen in de gemeenten van God vanwege uw volharding en geloof in al uw vervolgingen en in de verdrukkingen die u verdraagt: een teken van Gods rechtvaardig oordeel dat u het Koninkrijk van God waardig geacht wordt, waarvoor u ook lijdt.
Opmerking: het oordeel kan zijn dat we het Koninkrijk van God waardig worden geacht.

2 Tessalonicenzen 2:11-12. Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen geloven. Zo zal iedereen die de waarheid niet gelooft maar behagen schept in onrecht, worden veroordeeld.

Het gaat over waar een benoeming van een leidinggevende aan moet voldoen.
1 Timoteüs 3:6. Hij mag geen pasbekeerde zijn, opdat hij niet verwaand wordt en daardoor onder het oordeel van de duivel valt. [HSV]
Opmerking 1: het Griekse woord krima is met oordeel vertaald.
Opmerking 2: als je een pasbekeerde bent ben je nog kwetsbaar voor de duivel.

1 Timoteüs 5:11-12. Maar neem jonge weduwen niet aan. Want als zij door het volgen van hun lusten zich afkeren van de dienst van Christus, willen zij trouwen, en ontvangen zij het oordeel omdat zij hun eerste trouw tenietgedaan hebben. [HSV]
Opmerking: het Griekse woord krima is met oordeel vertaald.

1 Timoteüs 5:24. Van sommige mensen zijn de zonden zo overduidelijk dat ze voor hen uit snellen naar het oordeel; bij anderen komen ze pas achteraf aan het licht.
Opmerking: het woord krisis is met oordeel vertaald.

Hebreeën 9:27-28. En zoals het voor de mensen beschikt is dat zij eenmaal moeten sterven en dat daarna het oordeel volgt, zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid.
Opmerking: het woord krisis is met oordeel vertaald.

Hebreeën 10:26-31. Wanneer we willens en wetens blijven zondigen nadat we de waarheid hebben leren kennen, is er geen enkel offer voor de ​zonden​ meer mogelijk, en kunnen we niet anders dan huiverend wachten op het oordeel en op het vuur dat de tegenstanders gretig zal verslinden. Voor wie de wet van ​Mozes​ naast zich neerlegt is er geen pardon; wanneer er ten minste twee getuigen een verklaring tegen hem afleggen, moet hij sterven. Hoeveel zwaarder zal dan de straf niet zijn, denkt u, voor wie de ​Zoon van God​ vertrapt, het bloed van het ​verbond​ ontheiligt – terwijl hij erdoor ​geheiligd​ is – en de Geest van de ​genade​ veracht? We kennen immers degene die gezegd heeft: ‘Het is aan mij om te wreken, ik zal vergelden,’ en ook: ‘De ​Heer​ zal oordelen over zijn volk.’ Huiveringwekkend is het te vallen in de handen van de levende God!

Opmerking: Hier staan sterke uitdrukkingen ‘Jezus vertrapt’ en ‘de Geest veracht’.

Hebreeën 13:4. Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want ontuchtplegers en echtbrekers zal God veroordelen.
Opmerking: oordelen staat er, zo vertaalt ook de HSV, de NBV vertaalt dus met veroordelen.

Jakobus noemt het criterium barmhartigheid
Jakobus 2:12-13. Zorg ervoor dat uw spreken en uw handelen de toets kunnen doorstaan van de wet, die vrijheid brengt.  Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel.

Jakobus 3:1. Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat.
Opmerking: hier staat in het Grieks krima.

Jacobus 5:12. Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt. [HSV]
Opmerking: hier is krisis met oordeel vertaald.

Jacobus 5:9. Klaag niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur staat.

1 Petrus 1:15-17. Leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’ En als u Hem Vader noemt die iedereen naar zijn daden beoordeelt, zonder aanzien des persoons, heb dan ook ontzag voor Hem tijdens uw leven als vreemdeling. 

1 Petrus 4:5-6. Maar zij zullen rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen. Want daartoe is aan de doden het Evangelie verkondigd, opdat zij wel geoordeeld werden naar de mens in het vlees, maar ook zouden leven naar God in de geest.
Opmerking 1: het oordelen van de levenden en de doden komt in de studie over het eind van de tijd aan de orde.
Opmerking 2: het aan de doden het evangelie verkondigen is in tegenspraak met onze theologische opvattingen.

Dit gaat over Jezus.
1 Petrus 2:22-23. Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is; Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt. [HSV]
Opmerking: het oordeel is aan God

1 Petrus 4:17. Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken. Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen. Als het bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het evangelie van God te aanvaarden?
Opmerking: hier staat in het Grieks het woord krima.

2 Petrus 2:3-4. Gedreven door hebzucht zullen ze u bedriegen met misleidende verhalen, maar hun vonnis is allang geveld, hun ondergang laat niet op zich wachten. Immers, God heeft zelfs engelen die gezondigd hadden niet gespaard maar hen in de Tartarus geworpen. Daar, in de diepste duisternis, blijven ze opgesloten om hun vonnis af te wachten.
Opmerking: de eerste keer is het Grieks krima met vonnis vertaalt en de tweede keer is het Griekse woord krisis met vonnis vertaalt.

Judas 1:4. Er hebben zich namelijk ongemerkt mensen onder u gemengd van wie het vonnis al lang geleden schriftelijk is vastgelegd: goddelozen, die de genade van onze God misbruiken als voorwendsel voor losbandigheid en die onze enige meester en Heer, Jezus Christus, verloochenen.
Opmerking: hier staat in het Grieks het woord krima.

Judas 1:15. … om over allen zijn vonnis uit te spreken; alle goddeloze zondaars zal hij veroordelen voor alle goddeloze daden die ze in hun goddeloosheid bedreven hebben en voor de harde woorden waarmee ze hem hebben beledigd.’
Opmerking: hier staat in het Grieks het woord krisis.

Openbaring 6:9-10. En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? [HSV]
Opmerking: hier is krino met wreken vertaald.

Dit roept een engel.
Openbaring 14:7. Luid riep hij: ‘Heb ontzag voor God en geef Hem eer, want nu is de tijd gekomen dat Hij zijn oordeel zal vellen. Aanbid Hem die hemel en aarde, zee en waterbronnen geschapen heeft.’

Dit gebeurde nadat de derde engel zijn schaal uitgoot.
Openbaring 16:5-7. En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het. En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. [HSV]
Opmerking: het woord krisis is met oordeel vertaalt.

Openbaring 17:1. En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij en zei tegen mij: Kom, ik zal u het oordeel over de grote hoer laten zien, die aan vele wateren zit. [HSV]
Opmerking: het Griekse woord krima is met oordeel vertaald.

Openbaring 18:8. Daarom zullen alle plagen haar op één dag treffen: dodelijke ziekte, rouw en hongersnood, en ze zal in vlammen opgaan. Want God, de Heer, die dat vonnis heeft geveld, is machtig.

Openbaring 18:10. Ze blijven op een afstand, ontzet door de straf die zij krijgt, en zeggen: “Wee! Wee Babylon, grote, sterke stad! In één uur tijd is je vonnis voltrokken!”
Opmerking: het woord krisis is met vonnis vertaalt.

Openbaring 18:20. Juich om haar, hemel, juich heiligen, apostelen en profeten! Het vonnis dat zij jullie had toebedacht, heeft God aan haar voltrokken.
Opmerking: zowel krima als het werkwoord krino.

Openbaring 19:2. … want zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken.’
Opmerking: vonnis is de vertaling van het Griekse woord krisis.

Openbaring 19:11. Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Je kunt voorkomen dat je wordt veroordeeld, je kunt ook voorkomen dat je wort geoordeeld.

Het gaat hier om woorden rond beoordelen, oordelen, rechtspreken en veroordelen. Beslissen en besluiten kan daar een onderdeel van zijn. Het scheiden van iets, waar en niet waar, kan hierbij ook aan de orde zijn.

Zoals je bij veel onderwerpen ziet, zie je dat het hier ook een samenwerkingsverband is. Zowel Jezus als God.

Voorbeeld van een gunstig oordeel staat in 2 Tessalonicenzen 1:5

Voor allerlei mensen, die Jezus en God afwijzen en een verkeerd leven leiden is er een oordeel. 2 Petrus, Judas en Openbaringen

<<dit deel nog nog verder aanvullen>>

Veroordelen

Als er aan het woord voor oordelen ‘kata’ is toegevoegd, dan hebben de woorden de scherpte van veroordelen. Er komen rond het woord veroordelen een werkwoord voor en twee zelfstandig naamwoorden. Hier de gegevens van deze woorden.

  WoordSoort woord Strong Opmerkingen:
1κατακρίνω
katakrinō
WerkwoordG2632
SB2337
Veroordelen.
Komt 22 keer voor in 19 verzen
KJV: condemn (17x), damn (2x)
2κατάκριμα
katakrima
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2631
SB2336
Veroordeling
Komt 3 keer voor
KJV: condemnation (3x). Rom 5:16
3κατάκρισις
katakrisis
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G2633
SB2338
Het veroordelen
Twee keer
KJV: condemnation (1x), condemn (1x).

Het gaat hier om het veroordelen en de veroordeling door de hemelse rechter. Teksten, die gaan over de veroordeling van Jezus door mensen zijn niet opgenomen. Evenmin de veroordeling aan het eind van de tijd, die komen voor in de studie over het einde van de tijd.

Jezus bij de overspelige vrouw
Johannes 8:10-11. Jezus​ richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, ​heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei ​Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’
Opmerking: voor deze vrouw was er genade. Door het handelen van Jezus, genade van de mensen, die haar aanklaagden. Ook genade van Jezus zelf.

Marcus 16:15-18. En hij zei tegen hen: ‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend. Wie gelooft en ​gedoopt​ is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’

Romeinen 2:1-3. Natuurlijk, u veroordeelt dit alles. Maar u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. [dit alles’ gaat over allerlei slecht gedrag] Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. Of denkt u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen?
Opmerking: alleen bij het onderstreepte woord staat veroordeling, de andere woorden kun je ook met (be)oordelen vertalen.

Romeinen 5:16-18. Dit geschenk (Jezus) gaat het gevolg van de ​zonde​ van één mens verre te boven, want die ene ​overtreding​ heeft tot veroordeling geleid, maar de ​genade​ die na talloze overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid. Als de dood kon gaan heersen door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus. Kortom, zoals de ​overtreding​ van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de ​rechtvaardigheid​ van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven.
Opmerking: in Romeinen 5:18 staat het zelfstandig naamwoord veroordeling, niet het werkwoord veroordelen.

Romeinen 8:1-3. Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in ​Christus​ ​Jezus​ zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven in ​Christus​ ​Jezus​ heeft mij vrijgemaakt van de wet van de ​zonde​ en van de dood. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de ​zonde, en de ​zonde​ veroordeeld in het vlees opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. [HSV]
Opmerking: De zonde is veroordeelt en voor ons is er geen veroordeling als we in Christus Jezus zijn

Romeinen 8:31-35. Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons. Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus?
Opmerking: de HSV gebruikt bij de onderstreepte tekst het woord verdoemd.

Romeinen 14:22-23. Uw overtuiging is een aangelegenheid tussen u en God. Gelukkig is wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, maar wie twijfelt of hij alles mag eten, is op het moment dat hij alles eet al veroordeeld. Want het komt niet voort uit geloof, en alles wat niet uit geloof voortkomt is zondig.
Opmerking: wat er innerlijk zich afspeelt, je voelt je niet zeker, betekent ook een geestelijke veroordeling.

Dit gaat over het niet goed vieren van de maaltijd van de Heer
1 Korintiërs 11:28-34. Laat daarom iedereen zichzelf eerst toetsen voordat hij van het brood eet en uit de ​beker​ drinkt, want wie eet en drinkt maar niet beseft dat het om het lichaam van de ​Heer​ gaat, roept zijn veroordeling af over zichzelf. Daarom zijn er onder u veel zwakke en zieke mensen en zijn er al velen onder u gestorven. Als we onszelf zouden toetsen, zouden we niet worden veroordeeld. Maar nu velt de ​Heer​ zijn oordeel over ons en wijst hij ons terecht, opdat we niet samen met de wereld zullen worden veroordeeld. Daarom, broeders en zusters, wees gastvrij voor elkaar wanneer u samenkomt voor de maaltijd. Wie honger heeft kan beter thuis eten. Dan leiden uw samenkomsten tenminste niet tot uw veroordeling.

Opmerking: het lichaam van de Heer is de gemeente met de Heer als hoofd. Alleen bij het onderstreepte woord staat veroordeling, de andere woorden kun je ook met (be)oordelen vertalen.

2 Korintiërs 3:7-9. Wanneer wat de dood bracht en met letters in steen werd gegrift, al met zo veel luister verscheen dat het volk van Israël niet naar ​Mozes​ kon kijken door de stralende glans op zijn gezicht – een glans die verdween –, zal dan wat de Geest brengt niet nog groter luister hebben? Wanneer wat tot veroordeling leidt al met luister is bekleed, dan is wat tot vrijspraak leidt dat des te meer.

2 Korintiërs 7:3. Geef ons plaats in uw ​hart. Wij hebben niemand ​onrecht​ aangedaan, wij hebben niemand te gronde gericht, wij hebben niemand uitgebuit. Ik zeg dit niet om u te veroordelen, want ik heb al eerder gezegd dat wij zo hartelijk met u verbonden zijn, dat wij samen met u zouden willen sterven en leven. [HSV]

Hebreeën 11:7. Door zijn geloof bouwde ​Noach, toen hem te kennen was gegeven wat er zou gebeuren, nog voordat dit voor iemand zichtbaar was, gehoorzaam een ark om daarmee zijn huisgenoten te redden. Zo veroordeelde hij de wereld en verwierf hij de ​gerechtigheid​ die voortkomt uit het geloof.

2 Petrus 2:6. Ook Sodom en Gomorra heeft hij tot de vernietiging veroordeeld, hij heeft die steden in de as gelegd en ze daarmee ten voorbeeld gesteld aan alle zondaars van latere tijden.

Wat kunnen we van deze tekst leren?
Bij een veroordeling hoort een vonnis met een straf. De straf voor de overspelige vrouw zou steniging zijn. Er is genade voor haar terwijl ze zich niet eens had verontschuldigd. Johannes 8.

Dat als je gelooft en die tekenen doet zoals demonen uitdrijven, spreken in tongen en zieken gezond maken, ben je gered, anders ben je veroordeelt. Marcus 16.

Als je een ander oordeelt, dan veroordeel je jezelf. Let op de extra zwaarte. Geeft wel aan dat we met oordelen voorzichtig moeten zijn. Romeinen 2. Zie ook de studie Oordelen.

Door één mens is de veroordeling in de wereld gekomen. Romeinen 5.

Als je in Christus Jezus bent, wandelt naar de Geest, als je Gods uitverkorene bent, ben je niet veroordeelt. De zonde is veroordeelt. Romeinen 8.

Als je niet zeker ben, bijvoorbeeld wat je eet, zoek dan naar het juiste inzicht. Als je dat nalaat is er veroordeling. Romeinen 14:22-23.

Als de nieuwe mens nog niet in ons is doorgebroken zullen we zwak en ziek kunnen zijn. Is een uitkomst van een beoordeling in het geestelijke. De maaltijd van de Heer maakt dat scherp. Die maaltijd kan ook gezondheid geven. 1 Korintiërs 11:28-34.

De wet die kwam in de tijd van Mozes leidde doordat men zich er niet aan hield tot veroordeling. Door leven in de Geest is er vrijspraak. 2 Korintiërs 3:7-9.

De apostel Paulus geeft aan waar de ander tekort is geschoten zonder de gemeente te veroordelen. 2 Korintiërs 7:3. <<zie de studie oordelen>>

Als een daad van geloof niet leidt tot bekering van zondaars, dan kan dat leiden tot hun veroordeling. Heftig maar waar. Hebreeën 11:7

Er kunnen ook steden worden gestraft. De straf voor Sodom en Gomorra was totale vernietiging. Als voorbeeld voor de zondaars onder de mensheid. 2 Petrus 2:6.

Uitspraak, Vonnis

Er zijn drie Griekse woorden, die je met uitspraak of vonnis kunt vertalen. Het zijn de woorden dikaioō, diakioma, dikaiōsis en dike.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1δικαιόω
dikaioō
WerkwoordG1344
SB1205
Vrijspreken
Komt 40 keer voor in 26 verzen
KJV: justify (37x), be freed (1x), be righteous (1x), justifier (1x).
2δικαίωμα
dikaiōma
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G1345
SB1206
Vonnis, uitspraak, uitleg
Komt 10 keer voor in 10 verzen
KJV: righteousness (4x), ordinance (3x), judgment (2x), justification (1x)
3δικαίωσις
dikaiōsis
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1347
SB1208
Rechtvaardigverklaring
Komt 2 keer voor
KJV: justification (2x)
4δίκη
dikē
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1349
SB1210
Het recht
Komt 4 keer voor in 4 verzen.
KJV: vengeance (2x), judgment (1x), punish (with G5099) (1x)

Op basis van de wat de diverse partijen naar voren brengen spreekt de rechter een vonnis uit.

Enkele verschillende Griekse woorden duiden op de uitspraak. Niet meegenomen zijn het woord dikaios duidt op een rechtvaardige Strong G1342, SB1203, zie de studie over de rechtvaardige. En het woord dikaosune dat met gerechtigheid is te vertalen Strong G1343, SB1204. Dat spreekt als het ware over de kwaliteit van de rechtbank.

In deze tekst staat het woord dikaiokrisia, dat eenmaal voorkomt en rechtvaardig oordeel betekent. Strong G1341, SB1202.
Romeinen 2:1-5. En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. Dacht u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen? Of veracht u zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid, en weet u niet dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen? Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u de straf op de dag van Gods toorn, wanneer Hij zijn rechtvaardig vonnis velt, alleen maar zwaarder.

Opmerking: het gaat hier om dat je anderen veroordeelt wat je zelf ook doet. Je wordt veroordeel voor wat je zelf doet en het werkt niet positief dat je er anderen om hebt veroordeelt. Paulus wijst op de toekomst.

Vrijspreken dikaioō
Een vrijspraak is natuurlijk mooi. De vertalingen maken er gerechtvaardigd van. Als rechtvaardig erkennen. Niet schuldig.

Matteüs 11:19. Nu is de Mensenzoon gekomen, Hij eet en drinkt wel, en nu zegt men: “Kijk toch eens, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.” Maar de Wijsheid wordt door heel haar optreden in het gelijk gesteld.’
Opmerking: HSV heeft ‘gerechtvaardigd’.

Matteüs 12:37. Want op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken, en op grond van je woorden zul je worden veroordeeld.’

Lucas 7:29. Alle mensen die naar hem geluisterd hebben, ook de tollenaars, hebben Gods rechtvaardigheid erkend, want zij hebben zich door Johannes laten dopen.
Opmerking: je zou ook kunnen vertalen ‘hebben God in het gelijk gesteld’ oftewel ‘gelijk gegeven’.

Lucas 7:35. En toch is de Wijsheid door al haar kinderen in het gelijk gesteld.

Lucas 10:29. Maar de wetgeleerde wilde zijn gelijk halen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’

Lucas 16:14-15. De farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor Hem op. Maar Jezus zei tegen hen: ‘U wilt bij de mensen voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God.

Lucas 18:14. Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Handelingen 13:38-39. U moet dus weten, volksgenoten, dat het dankzij Hem is dat aan u de vergeving van de zonden verkondigd wordt; ieder die gelooft wordt door Hem vrijgesproken van alles waarvan hij geen vrijspraak kon krijgen op grond van de wet van Mozes.

Romeinen 2:13. Niet wie de wet slechts aanhoort geldt voor God als rechtvaardig, maar wie de wet naleeft.

Romeinen 3:4. Natuurlijk niet. Ieder mens is onbetrouwbaar, maar God is betrouwbaar, zoals ook geschreven staat: ‘Als U spreekt blijkt uw rechtvaardigheid, U overwint in elk geschil.’
Opmerking: <<betekenis nader uitzoeken>>

Romeinen 3:20. Daarom geldt geen mens voor Hem als rechtvaardig door de wet na te leven, want juist de wet leert ons de zonde kennen.

Romeinen 3:24. en iedereen wordt uit genade rechtvaardig verklaard, om niet, dankzij de verlossing door Christus Jezus.

Romeinen 3:25-26. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee toont God zijn gerechtigheid, want in zijn verdraagzaamheid gaat Hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan, om nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid te bewijzen: Hij laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.

Romeinen 3:28-30. Ik heb u er immers op gewezen dat een mens door geloof wordt vrijgesproken, en niet door de wet na te leven. Is God soms alleen de God van de Joden en niet ook van de andere volken? Zeker ook van de andere volken, want er is maar één God, en Hij zal zowel besnedenen als onbesnedenen op grond van hun geloof rechtvaardig verklaren.

Romeinen 4:2. Indien hij rechtvaardig verklaard zou zijn op grond van zijn daden, dan had hij zich daarop kunnen laten voorstaan. Maar niet tegenover God,

Romeinen 4:4-5. Iemand die werkt, krijgt zijn loon niet als een gunst maar als een recht. Maar als iemand zelf niets inbrengt, maar wel zijn vertrouwen stelt in Hem die de schuldige vrijspreekt, dan wordt zijn vertrouwen hem als rechtvaardigheid toegerekend.

Romeinen 5:1. Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus.

Romeinen 5:9. Des te zekerder is het dus dat wij, nu we door zijn dood zijn vrijgesproken, dankzij Hem gered zullen worden en niet veroordeeld.

Romeinen 6:5-8. Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven

Romeinen 8:30. Wie Hij hiertoe heeft bestemd, heeft Hij ook geroepen; en wie Hij heeft geroepen, heeft Hij ook vrijgesproken; en wie Hij heeft vrijgesproken, heeft Hij ook laten delen in zijn luister.

Romeinen 8:33. Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij.

1 Korintiërs 4:4. Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd. Wie mij echter beoordeelt, is de Heere. [HSV]

1 Korintiërs 6:11. Sommigen van u zijn dat ooit geweest, maar u bent gereinigd, u bent geheiligd, u bent rechtvaardig verklaard in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.

Galaten 2:16-17. …weten we dat iemand niet rechtvaardig verklaard wordt door de wet na te leven, maar door geloof in Jezus Christus. Daarom stellen ook wij ons vertrouwen in Christus Jezus, opdat wij rechtvaardig verklaard worden door het geloof in Hem en niet door het naleven van de wet. Want geen mens wordt rechtvaardig verklaard door de wet na te leven. Uit ons streven om door geloof in Christus rechtvaardig verklaard te worden, blijkt dat ook wijzelf zondaars zijn. Betekent dit dan dat Christus in dienst staat van de zonde? Natuurlijk niet.

Galaten 3:7-8. U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. En de Schrift, die voorzag dat God ook de andere volken door geloof rechtvaardig zou verklaren, verkondigde het evangelie al lang tevoren aan Abraham: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’

Galaten 3:11. Dat niemand voor God als rechtvaardig geldt omdat hij de wet naleeft, is volkomen duidelijk, want ‘de rechtvaardige zal leven door geloof’.

Galaten 3:24. Kortom, de wet hield ons onder toezicht totdat Christus kwam, opdat we rechtvaardig verklaard zouden worden op grond van geloof.

Galaten 5:4. Als u probeert rechtvaardig verklaard te worden door de wet na te leven, bent u van Christus losgemaakt en hebt u Gods genade verspeeld.

1 Timoteüs 3:16. Ongetwijfeld is dit het grote geheim van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, Hij vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit.

Titus 3:7. Zo zijn wij door zijn genade rechtvaardig verklaard en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop onze hoop gericht is.

Jakobus 2:21. Werd onze voorvader Abraham niet rechtvaardig verklaard om wat hij deed toen hij zijn zoon Isaak op het altaar wilde offeren?

Jakobus 2:24-25. U ziet dus dat iemand rechtvaardig wordt verklaard om wat hij doet, en niet alleen om zijn geloof. Werd niet ook Rachab, de hoer, rechtvaardig verklaard om wat ze deed, toen ze de verkenners ontving en langs een andere weg liet vertrekken?

Openbaring 22:11. Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden. [HSV]

Opmerking: is wel typerende om te zien hoe de NBV21 vertaalt namelijk zo: “Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goeddoet zal nog meer goeddoen, en wie heilig is zal nog heiliger worden.’ Het gaat uit van het idee dat het of dit of dat is, je bent rechtvaardig verklaard of niet. In deze tekst staat juist je bent nog meer rechtvaardig verklaard.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
<<>>

Uitspraak dikaiōma
Het woord dikaiōma heeft twee soorten betekenissen. In de zin van een uitwerking van de wet, zeg maar de jurisprudentie. De andere betekenis is de uitgewerkte uitspraak van de rechter, dat kan een vrijspraak zijn. Hier de tien teksten, die over dit woord gaan.

Lucas 1:6. Beiden waren vrome en gelovige mensen, die zich strikt aan alle geboden en wetten van de Heer hielden. [uitleg van de wet]

Romeinen 1:32. En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen. [uitwerking van de wet]

Romeinen 2:26. En wanneer iemand die niet besneden is de voorschriften van de wet in acht neemt, zal hij dan door God niet als besneden worden beschouwd?

Hier twee teksten van de tweede betekenis van het woord.
Romeinen 5:16-18. Dit geschenk gaat het gevolg van de zonde van één mens verre te boven, want die ene overtreding heeft tot veroordeling geleid, maar de genade die na talloze overtredingen geschonken werd, heeft tot vrijspraak geleid. Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus. Kortom, zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven.

Romeinen 8:2-4. Want waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door onze aardse natuur, dat heeft God tot stand gebracht. Vanwege de zonde heeft Hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo heeft Hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, opdat in ons wordt volbracht wat de wet van ons eist. Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest. 
Opmerking: door onze innerlijke verandering doen we vanzelf wat de wet van ons eist.

Hebreeën 9:1. Het eerste verbond bevatte bepalingen voor de rituelen van de dienst en het aardse heiligdom.

Hebreeën 9:9-10. Dit alles is een zinnebeeld voor de huidige tijd: er worden daar gaven en offers gebracht die het geweten van degenen die ze opdragen niet tot volmaakte zuiverheid kunnen brengen; het gaat alleen om voedsel, drank en rituele wassingen, om bepalingen over uiterlijkheden die slechts gelden tot aan de nieuwe orde.
Opmerking: voor de verandering van ons innerlijk is meer nodig dan offers en regels.

Openbaringen 15:4. Wie zou u, Heer, niet vereren, uw naam niet prijzen? Want u alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en zich voor u neerbuigen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard.’
Opmerking: het lijkt me hier te gaan om gunstige uitspraak van het vonnis.

Openbaringen 19:8. En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. [HSV]
Opmerking: dit lijkt me een gunstige uitspraak te betekenen.

Wat kunnen we van de teksten leren?
<<moet ik nog invullen>>

Rechtvaardig verklaring dikaiōsis
Er zijn twee verzen waar het woord … rechtvaardigverklaring in voorkomt. Hier staan ze.

Romeinen 4:25. Hij die werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.

Romeinen 5:18. Zoals dus door één overtreding de veroordeling gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven. [HSV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?

<<nog invullen>>

Vonnis dike
Dit zijn de gegevens van het woord dike.

Het woord δίκη dikē heeft ook verschillende kleuren van recht zoals Dikè de godin van het recht was. Maar ook een gerechtelijke uitspraak of nog scherper straf of boete.

Handelingen 25:15. Toen ik in Jeruzalem was hebben de hogepriesters en de oudsten van de Joden een klacht tegen hem ingediend en om zijn veroordeling verzocht.

Handelingen 28:4. Toen de Maltezers het beest aan zijn hand zagen hangen, zeiden ze tegen elkaar: ‘Die man is vast een moordenaar. Hij is aan de zee ontsnapt, maar Dikè wil niet dat hij blijft leven.’

Het gaat in de context om mensen, die de gemeente onderdrukken.
2 Tessalonicenzen 1:6-9. God is inderdaad rechtvaardig: Hij zal met uw onderdrukkers afrekenen door henzelf te onderdrukken, maar u, die nu onderdrukt wordt, samen met ons van alle last bevrijden wanneer de Heer Jezus vanuit de hemel verschijnt. Dan komt Hij in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie Hij zijn macht toont; dan straft Hij hen die God niet erkennen en geen gehoor geven aan het evangelie van onze Heer Jezus. Hun straf zal de eeuwige ondergang zijn, ver van de Heer en van zijn kracht en majesteit.

Judas 1:7. Evenzo is het met Sodom en Gomorra, en de steden eromheen, die op dezelfde wijze als zij hoererij bedreven hebben en ander vlees achterna zijn gegaan. Zij liggen daar als een waarschuwend voorbeeld, doordat zij de straf van het eeuwige vuur ondergaan. [HSV]
Opmerking: de rechterlijke uitspraak houdt een bepaalde straf in.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Men wilde voor de rechtvaardige apostel Paulus een vonnis, een straf. Dat kan dus zomaar gebeuren. Handelingen 25:15.

Mensen kunnen komen tot een foutief oordeel. Handelingen 28:4

Het vonnis van onderdrukkers is dat ze ver van de Heer zijn en dat ze worden vernietigd, gedood, geruïneerd (Strong G3639). De onderdrukkers zullen worden onderdrukt. 2 Tessalonicenzen 1:6-9.

De steden Sodom en Gomorra die vroeger bij wat nu de Dode Zee is lagen, zijn tot de dag van vandaag een waarschuwend voorbeeld. Judas 1:7

Losgeld

Dit zijn de gegevens van de twee Griekse woorden, die je met losgeld kunt vertalen.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1λύτρον
lytron
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G3083
SB2736
Losgeld
Komt 2 keer voor.
KJV: ransom (2x).
2ἀντίλυτρον
antilytron
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G487
SB447
Losgeld
Komt één keer voor.
KJV: ransom (1x)

Er komen in het Grieks twee woorden voor lytron en antilytron. De NBV vertaalt deze woorden met losgeld, andere vertalingen met losprijs. Het woord losgeld is het bedrag dat we betalen aan een gijzelnemer bij een ontvoering. Een alternatief woord zou afkoopsom zijn.

Hier eerst de twee teksten met lytron en dan de tekst met antilytron.

Matteüs 20:27-28. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.

Dit is de parallelle tekst in het evangelie van Marcus.
Marcus 10:45. … want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.

1 Timoteüs 2:5-6. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
<nog invullen>

Recht verschaffen

Als de uitspraak is gedaan, het vonnis geveld, dan moet het recht in uitvoering komen. De volgende woorden komen voor in het Nieuwe Testament. Een actieve benadering om tot een rechtvaardige oplossing te komen.

  WoordSoort woordStrong Opmerkingen:
1ὀργή orgēZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G3709Wraak
Komt 36 keer voor in 34 verzen
KJV: wrath (31x), anger (3x), vengeance (1x), indignation (1x).
1ἐκδικέω
ekdikeō
WerkwoordG1556
SB1400
Recht verschaffen
Komt 6 keer voor in 6 verzen
KJV: avenge (5x), revenge (1x)
2ἐκδίκησις
ekdikēsis
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1557
SB1441
Recht verschaffing
Komt 9 keer voor in 9 verzen
KJV: vengeance (4x), avenge (with G4060) (3x), revenge (1x), punishment (1x).
3ἔκδικος
ekdikos
Bijvoeglijk
naamwoord
G1558
SB1402
Recht verschaffend
Komt 2 keer voor in 2 verzen
KJV: avenger (1x), revenger (1x).

De woorden in deze tabel kunnen een verschillende kleur hebben. Van recht verschaffen, tot vergelden, tot straffen en tot wreken. De vertalingen maken een keus voor het ene of het andere woord.

Wreken is bij ons iets wat met veel emotie gepaard gaat.

Het voorvoegsel ‘ek’ betekent uit of naar. <<>>

Wraak orgē
Hier alleen de teksten met het woord wraak tot en met de brief aan de Romeinen.

Matteüs 3:7. Toen hij zag dat veel farizeeën en sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel?
Opmerking 1: de3ze tekst staat ook in Lukas 3:7.
Opmerking 2: ieder komt op de plaats na het oordeel waar hij of zij recht op heeft.

Marcus 3:5. Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen zei hij tegen de man die in het midden stond: ‘Steek uw hand uit.’ Hij stak zijn hand uit en er kwam weer leven in.

Opmerking: Jezus verschafte door de genezing recht aan deze man. Voor de degenen, die zich kwalijk gedroegen zal er vergelding zijn.

Lucas 21:23. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Want er zal ontzaglijk veel leed zijn in het land, en een zwaar vonnis zal de bevolking treffen.

Johannes 3:36. Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’
Opmerking: er staat dus wraak. Ook de NBG, HSV, SV en Willibrord hebben toorn. En die blijft rusten op hen die Jezus niet vertrouwen. Wat betekent dat? <<>>

Romeinen 1:18-20. Vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen. Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn

De apostel Paulus schrijft hier over de mensen in het algemeen.
Romeinen 2:5. Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u dat de straf waartoe God u veroordeelt op de dag dat hij zijn rechtvaardig vonnis uitspreekt en uitvoert, alleen maar zwaarder wordt.
Opmerking: ook hier staat twee keer het woord voor wraak.

Romeinen 2:8. Maar wie handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft Hij met zijn toorn en woede.

Romeinen 3:5. Als nu onze ongerechtigheid de gerechtigheid van God bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? Ik spreek op menselijke wijze.

Romeinen 4:15. De wet leidt er namelijk toe dat God straft; zonder wet is er ook geen overtreding.
Opmerking: het woord wraak is vertaald met het werkwoord straffen.

Romeinen 5:9. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. [HSV]

Romeinen 9:22. En is het niet zo dat God, omdat Hij Zijn toorn wilde bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel geduld de voorwerpen van Zijn toorn, voor het verderf gereedgemaakt, verdragen heeft? [HSV]

Romeinen 12:19. Wreek (edikeo) uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak (orge) toe, Ik zal het vergelden (ekdikēsis), zegt de Heere. [HSV]
Opmerking: de woorden ekdikeō en ekdikēsis komen in de volgende paragraaf aan de orde.

Romeinen 13:4-5. Zij is immers Gods dienares, u ten goede. Als u echter kwaad doet, vrees dan, want zij draagt het zwaard niet zonder reden. Zij is namelijk Gods dienares, een wreekster tot straf voor hem die het kwade doet. Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen omwille van de straf, maar ook omwille van het geweten. [HSV]

Er zijn nog 19 andere verzen waar het woord orge in voorkomt. Zal worden toegevoegd op een later moment.

Recht verschaffen ekdikeo en recht verschaffing ekdikesis
Het werkwoord ekdikeo komt zes keer voor en het zelfstandig naamwoord ekdikesis komt negen keer voor. Hier staan alle verzen.

Lukas 18:1-5. Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: ‘Er was eens een rechter in een stad die voor God geen ontzag had en zich van de mensen niets aantrok. Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander.”  Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik voor God geen ontzag en trek ik me van de mensen niets aan, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.’

Lucas 18:6-8. Toen zei de Heer: ‘Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen? Hij hoort hen immers geduldig aan. Ik zeg jullie dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen.
Opmerking: er staat twee keer het zelfstandig naamwoord ekdikesis.
Opmerking 2: God verschaft dus recht.

Lucas 21:21- 22. Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, want in die dagen wordt de straf voltrokken, waardoor alles wat geschreven staat in vervulling zal gaan.

Opmerking: het niet luisteren naar Jezus had voor het Joodse volk een gruwelijk gevolg. Miljoenen mensen kwamen om.

Handelingen 7:24. Op een dag zag hij dat een van hen werd mishandeld door een Egyptenaar, waarop hij de man wie dit onrecht werd aangedaan te hulp schoot en wraak nam door de Egyptenaar te doden.

Romeinen 12:19. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat ruimte voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, zegt de Heere. [HSV]
Opmerking: hier eerst het werkwoord en daarna het zelfstandig naamwoord.

Het gaat er hier om dat Paulus had gewezen op iets dat niet goed was, en de gemeente had maatregelen genomen.
2 Korintiërs 7:11. Want zie, juist dit, dat u overeenkomstig de wil van God bedroefd bent geworden, wat een grote inzet heeft dat in u teweeggebracht! Ja, wat een verdediging, ja, wat een verontwaardiging, ja, wat een vrees, ja, wat een vurig verlangen, ja, wat een ijver, ja, wat een bestraffing! In alles hebt u bewezen zelf rein te zijn in deze zaak. [HSV]

2 Korintiërs 10:4-6. De wapens waarmee wij ten strijde trekken zijn niet de wapens van deze wereld; ze zijn zo krachtig dat ze bolwerken kunnen slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen en zullen op het moment dat u Hem volledig gehoorzaam bent geworden, paraat staan om anderen voor hun ongehoorzaamheid te straffen.

2 Tessalonicenzen 1:6-8. Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent  over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. [HSV]

Hebreeën 10:30-31. We kennen immers degene die gezegd heeft: ‘Het is aan mij om te wreken, ik zal vergelden,’ en ook: ‘De Heer zal oordelen over zijn volk.’ Huiveringwekkend is het te vallen in de handen van de levende God!

1 Petrus 2:13-14. Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber, hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden tot straf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen.

Als het lam de zesde zegel verbreekt.
Openbaringen 6:9-10. En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? [HSV]

Openbaringen 19:2. Hierna hoorde ik in de hemel een geweldige stem als van een grote menigte zeggen: ‘Halleluja! De redding, de eer en de macht zijn van onze God, want zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken.’

Recht verschaffend ekdikos
Het bijvoeglijk naamwoord ekdikos komt twee keer voor.

Romeinen 13:3-4. Want voor de overheid hoeft men niet te vrezen, wanneer men goede werken doet, maar wel als men kwade werken doet. Wilt u nu van het gezag niets te vrezen hebben, doe het goede en u zult er lof van ontvangen. Zij is immers Gods dienares, u ten goede. Als u echter kwaad doet, vrees dan, want zij draagt het zwaard niet zonder reden. Zij is namelijk Gods dienares, een wreekster tot straf voor hem die het kwade doet. [HSV]

1 Tessalonicenzen 4:6 Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Dit woord is overeenkomstig met het Nederlandse woord ‘wraak’. Wraak dien je over te laten aan de rechter, dat kan de aardse of de hemelse rechter zijn. In het woord zit ook de boosheid van de hemelse rechter over het onrecht. Het is geen emotieloze rechter, maar een rechter, die meevoelt en meelijdt.

Andere bronnen

We kennen via de televisie het programma de rijdende rechter, maar er zijn meer programma’s met de rechtspraak als onderwerp op de televisie. Wat opvalt is dat de uitspraak van de rechter opgevolgd moet worden.

Er zijn natuurlijk een heleboel boeken over het recht, het Nederlands recht bijvoorbeeld of het internationale recht. Er is een welhaast oneindige hoeveelheid informatie over allerlei soorten recht.

Ik ken geen boeken met een christelijke kijk op de aardse rechtspraak. Er zijn wel boeken over hoe de hemelse rechtbank functioneert:
– Procederen in de hemelse rechtbanken van Robert Henderson
– Vrijspraak van Marie-Thérèse Van. Ondertitel: Bidden voor je bevrijding in de hemelse rechtbank.

Bij de organisatie ‘Living in Your Destiny’ kun je ook een cursus over de Hemelse Rechtbank volgen, dat helpt om de Rechter van hemel en aarde in te schakelen bij onrecht.

Overwegingen

In Nederland is de wetgevende en de uitvoerende macht gescheiden. De Tweede en Eerste kamer maken de wetten. De rechter voeren de rechtspraak op basis van deze wetten. Ook degenen, die ons land leiden moeten zich aan de wetten houden.

Dat was anders in Israël en in het Romeinse rijk. Leiders deden dikwijls ook de rechtspraak. Er waren zeker wetten, maar als het zo uitkwam dan hielden ze minder aan de wetten.

Lessen

Mijn persoonlijke les is dat dit onderwerp mij alleen vaag bekend was, maar dat dit onderwerp van wezenlijk belang is, zeker als je steeds ongeluk en pech ervaart.

Het is we bijzonder dat de rechtsgang, die wij kennen van ons aardse leven ook voorkomt in de Bijbel maar dan in relatie tot de geestelijke wereld. Die geestelijke rechtsgang was er natuurlijk eerder en de aardse zal ervan zijn afgeleid.

Er zijn in die hemelse rechtsgang aanklachten en beschuldigingen, er zijn getuigen, er zijn pleiters en middelaars, er is een beoordelingsproces, er zijn rechterlijke uitspraken en het vonnis dat zal moeten worden uitgevoerd.

God is de rechter van alle mensen, of ze nu wel of niet geloven in Hem geloven. De rechter vergelijkt je daden met de geboden in de Bijbel.

Er is geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn, maar er is wel een oordeel. Een bepaling van wat jouw plek is of zal zijn.

Voor de rechterstoel van Christus zullen we worden geoordeeld op ieder ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.