Studie Autoriteit

Je kunt een zalving krijgen waardoor je een autoriteit bent op een bepaald terrein en ook gezag hebt.

Het is voor de hand liggend dat de Bijbel ons vooral de geestelijke autoriteit duidelijk maakt.

De studie heeft twee onderdelen. Het uitoefenen van autoriteit of gezag. En ten tweede het erkennen van gezag.

Deze studie laat zien wat er in het Nieuwe Testament is te vinden over autoriteit en geeft een kort overzicht van het onderwerp autoriteit in het Oude Testament. De geciteerde teksten zijn uit de NBV vertaling tenzij anders aangegeven.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament is er een duidelijk onderscheid tussen gezag hebben en het ondergaan van gezag. Met andere woorden autoriteit ontvangen en uitvoeren en je schikken onder de autoriteit van een ander. Dit staat in de komende twee hoofdstukken.

Autoriteit hebben

De meeste teksten gaan over de autoriteit die Jezus had gekregen van de Vader en de autoriteit die Jezus aan zijn discipelen overdroeg. Het overdragen gaat in een steeds wijdere kring, eerst de twaalf discipelen, daarna de zeventig en daarna een nog grotere groep.

Het Grieks van het Nieuwe Testament gebruikt het woord exousia ἐξουσία zowel als zelfstandig naamwoord en als werkwoord.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1ἐξουσία
exousia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G1849
SB1674
Autoriteit.
Komt 103 keer voor in 93 verzen.
KJV: power (69x), authority (29x), right (2x), liberty (1x), jurisdiction (1x), strength (1x)
2ἐξουσιάζω
éxousiazo
WerkwoordG1850 SB1675Autoriteit hebben over.
Komt 4 keer voor in 3 verzen
KJV: have power of (2x), exercise authority upon (1x), bring under power (1x).

Het Griekse woord exousia met de Griekse letters ‘ἐξουσία’ dien je uit te spreken met de nadruk op de voorlaatste lettergreep. Er is in het Nederlands niet één vergelijkbaar woord om mee te vertalen.

Je kunt de betekenis van het woord exousia wel omschrijven. Exousia betekent (recht op) vrijheid van handelen en niet door anderen gehinderde macht (om iets te doen).

Het woord staat voor autoriteit, gezag, macht en bevoegdheid. Het gaat er daarbij niet alleen om gezagsverhoudingen onder mensen, maar ook die in de onzichtbare geestelijke wereld en die tussen de onzichtbare en de zichtbare wereld.

Hieronder een overzicht van alle teksten waarin het woord voorkomt gesorteerd naar onderwerp. Als eerste die teksten, die gaan over inzicht in gezag, daarna die over de autoriteit van Jezus, de autoriteit, die zijn volgelingen van Jezus kregen en krijgen en tenslotte andere vormen van autoriteit. <<nog nagaan of inderdaad alle teksten zijn genoemd>>

Inzicht in gezag

Een centurio van de Romeinse overheersers liet zien dat hij inzicht had in de geestelijke en de dagelijkse autoriteit. Dit is wat hij zei.

Matteüs 8:8-10. Daarop zei de centurio: ‘Heer, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt, u hoeft alleen maar te spreken en mijn slaaf zal genezen. Ook ik ben iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer soldaten onder zich heeft, en als ik tegen een soldaat zeg: “Ga!” dan gaat hij, en tegen een andere: “Kom!” dan komt hij, en als ik tegen mijn dienaar zeg: “Doe dit!” dan doet hij het.’ Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich en hij zei tegen degenen die hem volgden: ‘Ik verzeker jullie: bij niemand in Israël heb ik zo’n groot geloof gevonden’. 

Opmerking: voor deze centurio was autoriteit in de geestelijke wereld een realiteit die volgens hem overeen kwam met de autoriteit in het intermenselijke verkeer. Dat de Romein de autoriteit van Jezus zag en erkende was een daad van groot geloof in Jezus.

Deze woorden worden gewisseld door Jezus als gevangene en Pilatus als de wereldlijke machthebber.

Johannes 19:10-12. Waarom zegt u niets tegen mij?’ vroeg ​Pilatus. ‘Weet u dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te ​kruisigen?’ Jezus​ antwoordde: ‘De enige macht die u over mij hebt, is u van boven gegeven. Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd heeft de meeste ​schuld.’ Vanaf dat moment wilde ​Pilatus​ hem vrijlaten.

Opmerking: bij Jezus woorden ‘van boven gegeven’ zal Pilatus gedacht hebben aan zijn goden. Blijkbaar speelde dat voor hem persoonlijke een belangrijke rol, wellicht had hij een gelofte afgelegd aan de goden. Pilatus zag dat Jezus een hoge geestelijke autoriteit had. Hij probeerde daarna ook Jezus vrij te laten.

Conclusie: geestelijke autoriteit kan leiden tot lichamelijke genezing. Het is ook de geestelijke autoriteit, die bepaalt of we leiding mogen geven.

Het gezag dat Jezus had ontvangen

Let op hoe vertalingen de onderstreepte woorden verschillend vertalen terwijl er in het Grieks steeds hetzelfde woord staat namelijk exousia.

Er gaan diverse teksten over het gezag dat Jezus had ontvangen. Het begint met een aanbod voor exousia, die Jezus niet ontvangen wilde, namelijk de exousia van het rijk van de duisternis.

Lukas 4:5-6. Toen bracht de duivel Hem naar een hooggelegen plaats en liet Hem in één ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien. De duivel zei tegen hem: ‘Ik geef u de macht over dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover beschikken en ik geef het aan wie ik wil …’.

Opmerking: het gaat over macht over de koninkrijken van de wereld. De duivel doet alsof hij de autoriteit over die rijken is. Jezus spreekt dat niet tegen, maar gaat er ook niet op in. Jezus weigerde de exousia van de duivel aan te nemen en kwam gesterkt door de Geest uit de woestijn terug, zie Lucas 4:14.

Lukas 4:31-32. Hij ging naar ​Kafarnaüm, een stad in Galilea, waar hij de inwoners steeds op ​sabbat​ onderwees. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak met gezag.

Lukas 4:33-37. Er was in de ​synagoge​ iemand die ​bezeten​ was door een geest, een onreine ​demon, en deze schreeuwde luidkeels: ‘Aaah! Wat hebben wij met jou te maken, ​Jezus​ van ​Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de ​heilige​ van God.’ Maar ​Jezus​ sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’ De ​demon​ smeet de man op de grond en ging uit hem weg zonder hem te verwonden. Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: ‘Wat zijn dat voor dingen die hij zegt? Hoe komt het dat hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?’ Het nieuws over hem verspreidde zich overal in de streek.

Opmerking 1: zo gaat dat in de geestelijke wereld. Na een uitdaging, die je hebt doorstaan is de autoriteit groter. Omdat Jezus de verleiding in de woestijn door de duivel weerstond had Jezus extra gezag verworven.
Opmerking 2: voor het uitdrijven van boze geesten zowel gezag (exousia) als macht (dynamis) nodig.

Deze tekst is de afsluiting van de Bergrede van Jezus.
Matteüs 7:28-29. Toen Jezus deze rede had uitgesproken, waren de mensen diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, en niet zoals hun schriftgeleerden.

Opmerking 1: voor welke terreinen geldt gezag? Spreken met gezag is er één van.
Opmerking 2: de Joodse manier van onderwijzen is vooral het citeren van anderen: die zegt dit en die zegt dat. Jezus vertelt de mensen hoe het in werkelijkheid is en hij paste het toe in de praktijk van het leven. Dit zou ook het beeld van de volgelingen van Jezus moeten zijn. Ook meer en meer met gezag spreken.

In dit gedeelte gaat het om de exousia om de zonden te vergeven.
Matteüs 9:1-8. Hij stapte weer in de boot en stak over, terug naar zijn eigen stad. Daar probeerden een paar mensen een verlamde bij hem te brengen die op een draagbed lag. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Wees gerust, uw zonden worden u vergeven.’ Daarop zeiden enkele schriftgeleerden bij zichzelf: Wat een godslasterlijke taal! Jezus doorzag hun gedachten en zei: ‘Waarom hebt u zulke boosaardige gedachten? Wat is gemakkelijker, te zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op en loop”? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Sta op, pak uw bed en ga naar huis.’ En hij stond op en ging naar huis. Bij het zien hiervan werden de mensen van ontzag vervuld en ze loofden God, om de macht die hij aan mensen heeft verleend.

Opmerking 1: dit is de gebruikelijke volgorde als er genezing nodig is. Eerst vergeving, als er sprake van is dat dit in de weg staat, daarna genezing.
Opmerking 2: omdat Jezus als mens alles aan zijn discipelen voordeed kunnen ook zijn volgelingen de exousia van vergeving ontvangen.
Opmerking 3: de vrienden van de zieke en ook de persoon zelf, denk ik, keken verwachtingsvol naar Jezus. Dat verwachtingsvolle kijken raakt het hart van de volgelingen van Jezus en ook van Jezus zelf en van God de Vader.
Opmerking 4: omdat de tijdgenoten van Jezus hem vooral als mens zagen kwamen ze ook gemakkelijker dan wij tot de juiste overtuiging. God geeft mensen exousia.

Hier spreekt Jezus over zijn relatie met de Vader.
Johannes 5:27-29. En omdat Hij de Mensenzoon is, heeft de Vader Hem ook gezag gegeven om het oordeel te vellen. Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden.

Opmerking 1: het is fijn om te weten dat Jezus ons zal beoordelen. Wij kennen Hem als geen ander.
Opmerking 2: het lijkt mij dat het hier ook al gaat om het leven wat we nu leven. Of misschien wel dat het juist om dit leven gaat.
Opmerking 3: er staan drie voorwaarden om het leven te ontvangen. De Zoon en daarmee ook de Vader eren, vers 24. Het horen van de woorden van Jezus en op Jezus vertrouwen, vers 25.

Bij het onderwijs van Jezus over de goede herder zegt Hij dit.
Johannes 10:17-18. Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het opnieuw te nemen. Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen.

Opmerking 1: het woord exousia komt twee keer voor. Er staat twee keer: ik heb gezag. Zowel om het leven neer te leggen als om het weer terug te nemen.
Opmerking 2: Jezus heeft de autoriteit om zijn leven af te leggen en weer op te nemen. In het Oude Testament kom je tegen dat aartsvader Jacob nadat hij de zegen aan zijn kinderen had gegeven ook het leven gaf. Zou dit voor de volgelingen van Jezus ook meer mogelijk zijn, dan we nu denken?

Dit zegt Jezus in het Hogepriesterlijk gebed. Dit zegt Jezus over zichzelf.
Johannes 17:2. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U aan Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken.
Opmerking 1: autoriteit over alle mensen.
Opmerking 2: en autoriteit om de groep mensen, die de Vader aan Jezus gaf eeuwig leven te schenken. Een leven dat ‘eeuwig’ duurt, wat volgens Hebreeuws inzicht een lange periode is. Een oneindig lange tijd is een Griekse gedachte.

Bij de tempel ontstaat er een gesprek over de exousia van Jezus.
Matteüs 21:23-27. Toen hij naar de ​tempel​ was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar hem toe. Ze vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die bevoegdheid gegeven?’ Jezus​ gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als u mij daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe. In wiens opdracht doopte Johannes? Kwam die opdracht van de hemel of van mensen?’ Ze overlegden met elkaar en zeiden: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” dan zal hij tegen ons zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” Maar als we zeggen: “Van mensen,” dan krijgen we het volk over ons heen, want iedereen houdt Johannes voor een ​profeet.’ Dus gaven ze ​Jezus​ als antwoord: ‘We weten het niet.’ Daarop zei hij tegen hen: ‘Dan zeg ik u ook niet op grond van welke bevoegdheid ik die dingen doe. <<onderstreping juist?>>

Opmerking: dit is een gesprek met joodse leiders over bevoegdheden. Jezus maakt het ze moeilijk, maar geeft op zijn Hebreeuws ook antwoord. Hij geeft een hint door naar Johannes de Doper te verwijzen, die de opdracht van boven kreeg.

Als Jezus afscheid neemt van de discipelen zegt hij dit.
Matteüs 28: 18-20. Jezus​ kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op ​weg​ en maak alle volken tot mijn ​leerlingen, door hen te ​dopen​ in de naam van de Vader en de Zoon en de ​heilige​ Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’

Opmerking: Jezus is alle autoriteit gegeven. Jezus vraagt zijn discipelen hetzelfde te doen als hijzelf heeft gedaan, onderwijs geven, hen dichtbij de Vader, de Zoon en de Geest te brengen en te doen wat Jezus zelf zijn Vader zag doen. Voor de discipelen is dat ook alleen mogelijk als ze autoriteit hebben. Hun autoriteit is in deze tekst verondersteld.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De exousia van Jezus is hem gegeven. Matteüs 28. Door wie? De veronderstelling is dat die van boven komt net zoals bij Johannes de Doper. Matteüs 21.

Er zijn maten in autoriteit. Als Jezus zegt dan al de autoriteit aan Hem is gegeven, betekent dat ook dat er ook kleinere mate van autoriteit is. Matteüs 28.

Er is ook een autoriteit mogelijk om zonden te vergeven. Die is nodig voor genezing. Matteüs 9.

Je kunt spreken met autoriteit. Matteüs 7. Lukas 4.

Voor het uitdrijven van boze geesten heb je autoriteit en kracht nodig. Lukas 4:33-37.

Het gezag dat discipelen krijgen

Jezus geeft als eerste gezag aan de twaalf discipelen. En het blijkt te werken. Jezus is er blij mee.

Matteüs 10:1 ‘Daarop riep hij zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen’.
Marcus 3:13-15. Hij ging de berg op en riep al degenen bij zich op wie Hij zijn keuze had laten vallen, en ze kwamen naar Hem toe. Hij stelde twaalf van hen aan als apostel; ze moesten Hem vergezellen, en Hij wilde hen uitzenden om het goede nieuws te verkondigen. Ook kregen ze de macht om demonen uit te drijven.
Lukas 9:1 Hij riep de twaalf bij zich en gaf hun exousia over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen’.

Opmerking 1: wat hier gebeurt, is ontzagwekkend. Hoe zou je zo’n ceremonie moeten noemen? Een kroning, een wijding of inwijding?
Opmerking 2: Lukas 9:1 noemt naast exousia ook de kracht om zieken te genezen.

Overdracht van exousia?
Hoe kon de mens Jezus exousia overdragen aan anderen. Zelf exousia ontvangen is al bijzonder maar dat ook nog over kunnen dragen. Nog meer bijzonder.

Zijn roeping met die speciale missie. de toewijding van Jezus aan zijn missie, zelfs als Hij zijn leven er voor moest geven en de liefde van de Vader voor Hem, bij de doop in de Jordaan klinkt al: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde’, Matteüs 3:17, zullen ertoe hebben geleid dat Jezus uiteindelijke alle autoriteit kreeg, die er was.

Als de mens Jezus autoriteit kon overdragen, dan zal dat ook mogelijk zijn voor andere mensen, die autoriteit hebben gekregen om dat ook over te kunnen dragen.

Dus wat er in de zichtbare wereld mogelijk is, overdracht van bevoegdheden als iemand voor je waarneemt bijvoorbeeld, dat is ook in de onzichtbare wereld mogelijk.

Exousia voor zeventig anderen
Jezus liet het niet bij het geven van exousia aan zijn twaalf uitgekozen leerlingen. Nee, Jezus gaf de exousia over de duisternis ook aan zeventig anderen.
Lucas 10:1. Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan.

Lucas 10:9. … genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.

Lukas 10:17-20. De tweeënzeventig keerden vol vreugde terug en zeiden: ‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam.’ Hij zei tegen hen: ‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen! Bedenk wel: ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets jullie kan schaden. Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend.

Opmerking 1: de wijding van de zeventig heeft een belangrijk voorloper in de Torah. Mozes had destijds in opdracht van God zeventig leiders meegenomen naar de ontmoetingstent waar ze prompt begonnen met profeteren, Numeri 11:25.
Opmerking 2: de laatste zin, vers 20, is een waarschuwing om ter harte te nemen. Verlekker je niet in exousia maar in je relatie met de Heer.

Exousia aan dienaren
Jezus maakt van het geven van autoriteit een algemeen principe voor de eindtijd. Met Jezus komt begon al de eindtijd trouwens. Als Jezus over de toekomst spreekt dan voegt hij daar aan toe dat het ook de tijd is dat dienaren van de Heer autoriteit krijgen. Hier een tekst die daar naar wijst.

Marcus 13:33-34. Pas op, wees waakzaam, want jullie weten niet wanneer die tijd zal komen. Het is als met een man die op reis ging: hij verliet zijn huis en droeg het beheer over aan zijn dienaren, die elk een eigen taak kregen, en de deurwachter gaf hij opdracht om de wacht te houden.

Opmerking 1: hier is het woord exousia vertaalt met ‘het beheer’, dat is wel een heel slappe vertaling van de tekst.
Opmerking 2: waren het eerst discipelen, die later apostelen werden, die exousia kregen, daarna waren het zeventig mensen, een soort van pioniers denk ik, niet de eersten de besten. Als derde worden dienaren aangesteld. Dit geeft wel aan dat de exousia niet zomaar direct voor iedere nieuwe volgeling is. Maar wel weer voor hen die na leerling geweest te zijn, het werk van een apostel, profeet, herder, leraar of evangelist gaan doen.

De apostel Johannes  trekt alle registers open als hij voor de eerste keer het woord exousia gebruikt. Als je Jezus ontvangt dan geeft Jezus je de autoriteit om kind van God te worden.

Johannes 1:11-13. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om ​kinderen​ Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn. [NBG]

Opmerking 1: hier is voor de NBG vertaling gekozen, omdat die beter bij de grondtekst aansluit.
Opmerking 2: het laatste deel, vers 13, geeft een verklaring om de autoriteit te ontvangen. Namelijk je kunt het ontvangen omdat, als je in Hem gelooft je uit God geboren bent. De NBV vertaalt i.p.v. ‘macht’ met het woord ‘voorrecht’ wat een zwakker woord is dan het Griekse woord.
Opmerking 3: allen, die Jezus aannemen heeft God de Vader de autoriteit gegeven om kind van God te worden. Een kind van God is tot alles in staat wat de Zoon ook kan.

Hierboven wordt al genoemd dat je exousia kan krijgen om te genezen en duivelen uit te drijven. Maar het gaat nog verder: exousia over steden. De exousia over steden staat in Lukas 19, een gelijkenis die wij de gelijkenis van de talenten noemen. Volgens vers 1 staat deze gelijkenis in het kader van onderwijs over het Koninkrijk van God.

Lukas 19:16-19. Toen verscheen de eerste en zei: Heer, uw pond heeft tien ponden winst opgeleverd. En hij zei tegen hem: Goed gedaan, goede dienaar! Wees, omdat u in het minste trouw bent geweest, machthebber over tien steden. Toen kwam de tweede en zei: Heer, uw pond heeft vijf ponden opgeleverd. En hij zei ook tegen hem: En u, wees machthebber over vijf steden. [HSV]

Opmerking 1: Hier heeft een geestelijke inzet namelijk met geloof en moed aan het werk gaan een bijzondere exousia opgeleverd.
Opmerking 2: ook deze toekenning van Jezus aan dienaren van de exousia heeft een voorganger van eeuwen her, namelijk de toekenning hiervan aan Jeremia. Zie de tekst van Jeremia.
Jeremia 1:10. Nu, op deze dag, geef ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, om ze te vernietigen en af te breken, op te bouwen en te planten.’ .

In het boek Openbaring komt die exousia over de volken weer terug in de brief aan de engel van de gemeente van Thyatira,
Openbaringen 2:26-29. Wie overwint en mij navolgt tot het einde, zal ik macht geven over alle volken. Met een ijzeren herdersstaf zal hij hen hoeden, als aardewerk worden ze verbrijzeld. Ik geef hem macht, zoals mijn Vader die aan mij heeft gegeven. En ik zal hem ook de morgenster geven. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Opmerking: de tweede keer dat met macht is vertaald, is het Griekse woord ‘poimaino’ gebruikt.

Overige vormen van gezag

Het rijk van de duisternis heeft ook een gezag. Vorsten natuurlijk in onze wereld. We kunnen accepteren dat allerlei omstandigheden gezag over ons hebben. En binnen het huwelijk is dat er ook.

Duisternis
De exousia van Jezus was tijdens zijn leven groter dan die van het rijk van de duisternis, behalve op het moment van zijn gevangenneming. De evangelist Lukas maakt hier melding van.

Lukas 22:53. Toen Ik dagelijks bij u was in de tempel, hebt u de handen niet naar Mij uitgestoken. Maar dit is uw uur en de macht van de duisternis. [HSV]

Opmerking: tijdens dit uur van de duisternis was de exousia van de duisternis dominant. De exousia van Jezus voorkwam eerdere gevangenneming. Hier zijn zover ik weet drie voorbeelden van. De eerste toen ze Jezus van de steilte wilde storten, “maar hij liep midden tussen hen door en vertrok”, Lukas 4:30. In Johannes 7:30 en 8:20 wordt gezegd dat ze hem wilden grijpen maar dat zijn uur nog niet gekomen was.

Efeziërs 6:12. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.

Opmerking 1: Een van de vier geestelijke machten, die hier worden genoemd, zijn de exousia.
Opmerking 2: Een tekst, die aangeeft dat de strijd er nog is. Wij onder het gezag van Jezus tegen duistere vormen van gezag.

Het boek Openbaring geeft aan dat de duivel nog steeds exousia heeft.
Openbaringen 13:2. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over.

Deze tekst staat ook in vers 4. Pas in Openbaringen 20:2 wordt de duivel voor duizend jaar geketend. En daarna, in vers 10, wordt hij in de poel van vuur en zwavel geworpen. Nergens kon ik vinden of de exousia ook van hem afgenomen werd.

Vorsten
Opmerking: de vorsten uit de tijd van Jezus hadden in tegenstelling tot onze leiders deze macht.

Lukas 22:25. Jezus​ zei tegen hen: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen.
Opmerking 1: hier staat het werkwoord m.b.t. gezag.
Opmerking 2: als je door macht weldoener laat noemen ben je als vorst blij met surrogaat.

In Lukas 20:20 en 23:7 wordt ook gesproken over de autoriteiten in de wereld. Het ging over de stadhouder Herodes, de autoriteit in Galilea.

Niet door omstandigheden
1 Korintiërs 6:12. U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen.

Opmerking 1: de HSV vertaalt met “ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen”. Hier staat het werkwoord.
Opmerking 2: de context van deze tekst gaat over eten, drinken, seks, afgoderij enzovoort, die horen geen autoriteit over ons te hebben.
Opmerking 3: deze tekst is een gebod.

Binnen het huwelijk
1 Korintiërs 7:4. Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw.

Opmerking 1: dit is een mooi principe in het huwelijk.
Opmerking 2: deze tekst is een aanvulling op Genesis 3:16b waar staat: ‘Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’

Autoriteit om in de Gehenna te werpen
Hieronder gaat het om de autoriteit om in de Gehenna te werpen. Dat lijkt mij een soort hel op aarde.

Lukas 12:4-5. Tegen jullie, mijn vrienden, zeg ik: wees niet bang voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar niet tot iets ergers in staat zijn. Ik zal jullie zeggen voor wie je bang moet zijn. Wees bang voor hem die de macht heeft om iemand niet alleen te doden maar ook in de Gehenna te werpen.

Opmerking 1: wie is die persoon of die macht, die iemand in de Gehenna kan werpen. De Vader? Jezus? De duivel? Een mens, die je verleidt? <verder over bidden en nadenken>
Opmerking 2: de dood is heftig, maar in de Gehenna geworpen te worden is vreselijk.

Gezag erkennen

Je hebt gezag ontvangen, maar daarnaast is het ook goed om gezag te erkennen. Je onderschikken onder een hogere autoriteit.

Zou het erkennen van een hogere autoriteit essentieel zijn om zelf autoriteit te krijgen.

In het Nieuwe Testament worden de volgende woorden daar voor gehanteerd.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1ὑποτάσσω hypotassōWerkwoordG5293
SB4632
Gezag erkennen.
Komt 49 keer voor in 32 verzen.
KJV: put under (6x), be subject unto (6x), be subject to (5x), submit (one’s) self unto (5x), submit (one’s) self to (3x), be in subjection unto (2x), put in subjection under (1x), miscellaneous (12x).
2ὑποταγή hypotagēZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G5292Gezag erkenning
Komt vier maal voor.
KJV: subjection (4x).

Het Griekse woord hupotasso bestaat uit twee delen, ‘hupo’ wat met ‘onder’ en ’tasso’ wat met ‘ordenen’ is te vertalen. Zeg maar je ‘ordenen of rangschikken onder’.

In vertalingen is dikwijls gekozen voor woorden als onderwerping en onderdanig zijn. Maar dat lijken mij teveel woorden, die een slavenhouding aanduiden. De uitdrukking ‘je ordenen onder’ lijkt mij precies wat de bedoeling is. De teksten waarin de woorden voorkomen zullen aangeven of deze woorden op zijn plaats zouden zijn.

Bijvoorbeeld als iemand tot voorzitter van de vergadering is benoemd. Hij stelt dan ‘gehoord hebbende de vergadering’ de besluiten vast. De leden van de vergadering voegen zich dan onder de besluiten vastgesteld door de voorzitter.

In de relatie van man en vrouw in een huwelijk komt erkennen van gezag aan de orde. Dat is niet zo vreemd omdat het een algemeen punt is in het Koninkrijk van God. Maar in de oudere vertalingen en van de HSV is er met de vertaling van deze tekst in ons land iets goed fout gegaan. Vandaar even de aandacht daar voor.

Er zitten nog twee kanten aan. Die van vrijwilligheid en van dwang. Dat is dikwijls afhankelijk van de positie van de leider. Een voorzitter heeft weinig mogelijkheden als een lid van de vergadering vervelend doet. Hij is afhankelijk van de discipline van de deelnemer aan de vergadering. Maar een generaal kan een onwillige ondergeschikte dwingen om de gewenste stappen te nemen.

Jezelf ordenen onder

Hieronder alle teksten waar het werkwoord ‘ordenen onder’ voorkomt.

Jezus erkende het gezag van zijn ouders.
Lukas 2:51. Hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun gehoorzaam. Zijn moeder bewaarde alles wat er met Hem gebeurd was in haar hart.
Opmerking: de HSV vertaalt met ‘was hun onderdanig’

De boze geesten erkenden het gezag van de discipelen en ook van Jezus. Lukas 10:17-20. De tweeënzeventig keerden vol vreugde terug en zeiden: ‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam.’ Hij zei tegen hen: ‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen! Bedenk wel: Ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets jullie kan schaden. Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.’

Romeinen 8:7. Het aardse streven staat vijandig tegenover God, want het onderwerpt zich niet aan zijn wet en is daar ook niet toe in staat.

Romeinen 8:20. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door Hem die haar daaraan heeft onderworpen.

Het gaat hier over het volk Israël.
Romeinen 10:3. … hebben zij zich niet aan de gerechtigheid van God onderworpen. [HSV]
Opmerking: zij vonden hun eigen rechten belangrijker.

Romeinen 13:1. Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over hem gesteld zijn,  want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er zijn, zijn door God ingesteld. [HSV]
Opmerking: het is het goede plan van God dat er onder mensen een gezagsstructuur is. Laten we ons daar in principe aan houden.

Romeinen 13:5. Daarom is het nodig onderworpen te zijn, niet alleen omwille van de straf, maar ook omwille van het geweten. [HSV]
Opmerking: het is goed om met de gezagsstructuur, die er is in te stemmen.

1 Korintiërs 14:32-33. En de geesten van de profeten zijn aan de profeten zelf onderworpen. Want God is geen God van wanorde, maar van vrede, zoals in alle gemeenten van de heiligen. [HSV]
Opmerking:

1 Korintiërs 14:34. Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat.

1 Korintiërs 15:26-28. De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood, want er staat: ‘Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd.’ Wanneer er ‘alles’ staat, is dat natuurlijk uitgezonderd degene die alles aan Hem onderwerpt. En op het moment dat alles aan Hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan Hem die alles aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.

Filippenzen 3:21. Met de kracht waarmee Hij in staat is alles aan zich te onderwerpen, zal Hij ons armzalig lichaam gelijkmaken aan zijn verheerlijkt lichaam.

Kolossenzen 3:18. Vrouwen, erken het gezag van uw man, zoals het volgelingen van de Heer past. 

Titus 2:3-5. Ook oudere vrouwen moeten zich ingetogen gedragen, ze mogen niet kwaadspreken of verslaafd zijn aan wijn. Ze moeten goede raad weten te geven en de jonge vrouwen voorhouden dat ze hun man en kinderen moeten liefhebben, dat ze ingetogen, kuis, zorgzaam in het huishouden en vriendelijk moeten zijn, en dat ze het gezag van hun man moeten erkennen. Dan wordt het woord van God in ere gehouden.

Titus 2:9. Slaven moeten in alles het gezag van hun meester erkennen en het hem naar de zin maken. Ze mogen hem niet tegenspreken

Titus 3:1. Herinner allen eraan dat ze overheid en gezag moeten erkennen en gehoorzaam moeten zijn, bereid om altijd het goede te doen.

Hebreeën 2:5-8. Welnu, de komende wereld, waarover wij hier spreken, heeft Hij niet aan engelen onderworpen. Integendeel, iemand heeft ergens getuigd: ‘Wat is de mens dat U aan hem denkt, het mensenkind dat U naar hem omziet? U hebt hem voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst; U hebt hem met eer en luister gekroond, alles hebt U aan hem onderworpen.’ Doordat Hij alles aan hem onderworpen heeft, rest er niets dat niet aan hem is onderworpen. Dat alles aan hem onderworpen is, zien wij echter nu nog niet;

Hebreeën 12:9. Daar komt nog bij dat wij voor onze aardse vaders, door wie we werden opgevoed, respect hadden; hoeveel te meer zullen we ons dan niet onderwerpen aan het gezag van de Vader van alle geesten, en dan leven?

Jakobus 4:7. Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten.

1 Petrus 2:13-14. Erken omwille van de Heer het gezag van de overheden die door mensen zijn aangesteld: van de keizer als de hoogste autoriteit en van de gouverneurs, door hem afgevaardigd om misdadigers te straffen en om te belonen wie het goede doen.
Opmerking: wat staat er bij hoogste autoriteit in de grondtekst? <<uitzoeken>>

1Petrus 2:18. Slaven, erken het gezag van uw meesters en heb ontzag voor hen, niet alleen voor goede en vriendelijke, maar ook voor slechte.
Opmerking: welke woord staat er bij ontzag?

1 Petrus 3:1. Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man. Dan zullen mannen die weigeren Gods woord te gehoorzamen daarvoor gewonnen worden door het gedrag van hun vrouw, zonder dat zij iets hoeft te zeggen,

1 Petrus 3:5. Daarmee tooiden zich vroeger ook de heilige vrouwen die hun hoop op God vestigden en het gezag van hun man erkenden,

1 Petrus 3:21b-22. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus, die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.

1 Petrus 5:5. En u, jongeren, moet van uw kant het gezag van de oudsten erkennen. Overigens, in de omgang met elkaar moet ieder van u altijd de minste willen zijn, want God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt Hij zijn genade.

De Statenvertaling en de HSV vertalen 17 keer met ‘onderdanig’. De NBG vertaalt 11 keer met ‘onderdanig’ juist als het gaat om de houding van de vrouw naar de man. Het woord ‘onderdanig’ heeft niet meer de klank van het vrijwillig erkennen van gezag van een ander, wat de bedoeling is van deze woorden.

Erkenning van gezag

2 Korintiërs 9:12-13. Want het betonen van deze dienst vult niet alleen de tekorten van de heiligen aan, maar is ook een overvloedige bron van vele dankzeggingen aan God, want door dit bewijs van dienstbetoon verheerlijken zij God vanwege de onderdanigheid aan het Evangelie van Christus, overeenkomstig uw belijdenis, en vanwege de gulle handreiking aan hen en aan allen.

Galaten 2:4-5. En dat ter wille van de binnengedrongen valse broeders, die waren binnengeslopen om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, te bespioneren, om ons tot slaven te maken. Voor hen zijn wij ook geen moment in onderdanigheid opzijgegaan, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou blijven. [HSV]

1 Timoteüs 2:11. Een vrouw moet zich laten onderwijzen in stilheid, in alle onderdanigheid. [HSV]
Opmerking: gaat over erkenning van gezag in de gemeente.

1 Timoteüs 3:4. Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen.
Opmerking: het is belangrijk dat de kinderen dat je als ouders je kinderen op een waardige manier leert het gezag van de ouders te erkennen.

Oude Testament

In het Hebreeuws komen we diverse woorden tegen, die met gezag, macht en autoriteit kunnen worden vertaald.

WoordSoort woordStrongOpmerkingen:
1מָשַׁל 
mashal
WerkwoordH4910Gezag verwerven
Komt 81 voor in 74 verzen.
KJV: rule (38x), ruler (19x), reign (8x), dominion (7x), governor (4x), ruled over (2x), power (2x), indeed (1x).
2רָדָה 
radah
WerkwoordH7287Komt 27 keer voor in 25 verzen.
KJV: rule (13x), dominion (9x), take (2x), prevaileth (1x), reign (1x), ruler (1x).
3כָּבַשׁ
kabash
WerkwoordH3533Komt 15 voor in 13 verzen.
KJV: subdue (8x), bring into subjection (3x), bring into bondage (2x), keep under (1x), force (1x).
4מֶמְשָׁלָה memshalahZelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H4475Heerschappij
Komt 17 keer voor in 16 verzen.
KJV: dominion (10x), rule (4x), dominion (with H3027) (1x), government (1x), power (1x).
5שָׁלְטָן 
sholtan (Aramaic)
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
H7985Heerschappij
Komt 14 keer voor in 9 verzen van het boek Daniël
KJV: dominion (14x).
6שַׁלִּיט
shalliyt
Bijvoeglijk naamwoordH7989Machtige
Komt 4 keer voor  in 4 verzen.
KJV: governor (1x), mighty (1x), that hath power (1x), ruler (1x).

Ad 1. Gezag verwerven mashal

Spreuken 12:24. Een vlijtig mens verwerft gezag, luiheid leidt tot slavernij.

Jeremia 1:10. Nu, op deze dag, geef ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, om ze te vernietigen en af te breken, op te bouwen en te planten.’
Opmerking: dit zijn de woorden, die Jeremia te horen kreeg toen hij werd aangesteld als profeet. En inderdaad heeft hij diverse woorden over diverse volken uitgesproken, die ook werkelijkheid zijn geworden.

Ad 2. Heerschappij radah

Gen 1:26, 28
Lev 25:43, 46, 53
Lev 26:17
Numeri 24:19
Richteren 5:13.

Psa 49:14
Psa 68:27
Psa 72:8
Psa 110:2
Jesaja 14:2, 6

Ad 3. kabash

Gen 1:28
Num 32:22, 29
Jos 18:1
2Sa 8:11
1Ch 22:18
2Ch 28:10
Neh 5:5
Est 7:8
Jer 34:11, 16
Mic 7:19
Zec 9:15

Ad 4. Heerschappij memsjalah

Genesis 1:16. En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren. [NBG]

Psalm103:22. Loof de HEERE, al Zijn werken, op alle plaatsen van Zijn heerschappij. [HSV]
Psalm 114:2. Toen Israël wegtrok uit Egypte, het volk van Jakob dat vreemdtalige land verliet, werd Juda zijn heiligdom, Israël zijn koninkrijk.
Psalm 136:7-9. … die de grote lichten maakte – eeuwig duurt zijn trouw –
de zon, om te heersen over de dag – eeuwig duurt zijn trouw – maan en sterren, om te heersen over de nacht – eeuwig duurt zijn trouw –
Psalm 145:13. ‘Uw koningschap omspant de eeuwen, uw heerschappij omvat alle geslachten.’

Jeremia 51:28. Bereid vele volken voor op de strijd, de koningen van Medië, bestuurders en bevelhebbers, alle landen onder hun heerschappij.

Daniël 11:5. De koning van het Zuiden zal machtig worden, maar een van zijn vorsten wordt nog machtiger dan hij en zal in zijn plaats heersen; zijn heerschappij zal zich over een groot gebied uitstrekken.

Micha 4:8. En jij, wachttoren over de kudde, vesting van Sion, jij zult je vroegere heerschappij herkrijgen, aan jou, Jeruzalem, behoort het koningschap toe.

Ad 5. Sjaltan in het boek Daniël
Van de 14 keer dat het woord sjaltan in het boek Daniël voorkomt hier de eerste vijf keer in hoofdstuk 4 .

Daniël 4:1-3. Koning Nebukadnezar aan alle volken, natiën en talen die op de hele aarde wonen: Moge uw vrede toenemen. Het behaagt mij de tekenen en wonderen die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft, te kennen te geven. Hoe groot zijn Zijn tekenen en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk en Zijn heerschappij is van generatie op generatie. [HSV]

Daniël 4:20-22. De boom die u gezien hebt – hij was groot en sterk geworden, zijn hoogte reikte tot aan de hemel en hij was te zien over heel de aarde, zijn loof was prachtig en zijn vruchten talrijk, er zat voedsel aan voor allen, de dieren van het veld verbleven eronder en de vogels in de lucht nestelden in zijn takken – dat bent u, o koning, u die groot en sterk bent geworden. Want uw grootheid is zo toegenomen dat zij reikt tot de hemel, en uw heerschappij reikt tot het einde van de aarde. [HSV]

Daniël 4:34. Na verloop van die dagen sloeg ík, Nebukadnezar, mijn ogen op naar de hemel, want mijn verstand kwam in mij terug, en ik loofde de Allerhoogste en prees en verheerlijkte Hem Die eeuwig leeft. Zijn heerschappij is immers een eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van generatie op generatie. [HSV]

Ad 6. Sjallitt machtige
Het bijvoeglijk naamwoord sjallit komt voor in de volgende teksten.

Genesis 42:6. Jozef was de hoogste machthebber in het land en iedereen moest bij hem graan kopen. Toen zijn broers voor hem verschenen, bogen ze zich diep voor hem neer. 
Opmerking: er staat letterlijk: Jozef was de machtige in het land.

Prediker 7:19. De wijsheid maakt de wijze sterker dan tien machthebbers die in de stad zijn. [HSV]

Prediker 8:8. Niemand heeft macht over zijn adem, geen mens kan tegenhouden dat zijn adem vergaat. Niemand heeft macht over de dag waarop hij sterft, geen mens ontvlucht het slagveld van de dood. En ook het kwaad – het zal zijn dienaren niet redden.
Opmerking: de tweede keer dat in deze tekst het woord macht staat is het woord שִׁלְטוֹן šilṭôn, Strong H7983 gebruikt. Is een synoniem van sjalliet.

Prediker 10:5-7. Ik heb een kwade zaak onder de zon gezien, een wandaad die machthebbers plegen te begaan: dwazen zetelen op hoge posten, rijken worden neergezet op lage posten. Slaven komen te paard, zo heb ik gezien, maar edelen gaan te voet als slaven.

In je hand gegeven

Er zijn uitdrukkingen, die macht en gezag aangeven, zoals ‘inje handen leggen’ Strong nummers H7760 en H3027, zie deze tekst in Exodus.

Exodus 4:21. En de Heere zeide tot Mozes: Terwijl gij heentrekt, om weer naar Egypte te keren, zie toe, dat gij al de wonderen doet voor Faraö, die Ik in uw hand gesteld heb; doch Ik zal zijn hart verstokken, dat hij het volk niet zal laten gaan. [Statenvertaling]

Ik heb geen andere teksten kunnen vinden met deze woord combinatie en betekenis.

Andere bronnen

Komt dit onderwerp ook voor bij het onderwijs in de Joodse, Katholieke, Protestantse of Evangelische/Charismatische andere hoeken van de christelijke wereld?

In de samenvatting van de Joodse leer, de Kitsoer heb ik het uitvoeren en ondergaan van gezag niet gevonden.

In de Katechismus van de Katholieke kerk gevonden gaat het wat gezag betreft over het gezag van de overheid, regel 1897 tot en met regel 1904 en de plichten van de overheid en de burgers, regel 2235 tot en met 2243 om aan dat gezag gehoor te geven. Ik heb geen onderwijs gezien over de autoriteit t.a.v. het rijk van de duisternis.

In de Institutie van Calvijn komt dit onderwerp ook voor, namelijk in deel 4, hoofdstuk 20 over de burgerlijke regering. En verder het bezwaar van Calvijn over het gezag van de paus en het pausdom, deel 4 hoofdstukken 6 en 7. En verder over leergezag, concilies, kerkelijke wetten, kerkelijke rechtspraak en kerkelijke tucht, zelfde deel hoofdstukken 8 tot en met 12. Ook hier heb ik geen onderwijs ontdekt t.a.v. het rijk van de duisternis, waar het in de Bijbel juist over gaat.

Het is nog wel interessant of het hoofdstuk over het leergezag, hoofdstuk 8, overeenkomt met het spreken met gezag dat we in de Bijbel tegenkomen.

Jan Pool heeft een serie boekjes met de titels: Intimiteit, Identiteit en Autoriteit. Geeft een beknopte inleiding op het onderwerp. Geeft ook gelijk al aan waar autoriteit uit ontstaat, om te beginnen ‘intimiteit met God’.

<<andere boeken in de evangelische of charismatische stroming, die hier aandacht aan besteden?>>

Overwegingen

Er is in het Nederlands een verschil in betekenis tussen macht en gezag. Macht is als je de middelen heb om iets voor elkaar te krijgen. Een dictator heeft alle macht. Dikwijls heeft hij een leger en een geheime dienst om iedere tegenwerking de kop in te drukken.

Gezag is wat je krijgt doordat mensen van je onder de indruk zijn. Ook in de geestelijke wereld kun je macht en gezag hebben. Vooral als God je een grote bevoegdheid hebt gegeven.

Verder is er nog het begrip ‘autoriteit’, dat heeft misschien de meeste overeenkomst met het begrip bevoegdheid. Je bent bevoegd om bepaalde opdrachten te verstrekken. Als je werkt in een bedrijf kun je een procuratie ontvangen om bijvoorbeeld tot een bepaald bedrag opdrachten te vertrekken. Zoiets kan God jou en mij ook geven in de geestelijke wereld om bepaalde dingen te doen.

Ik heb jaren bij KPN gewerkt en daar is om te werken een autorisatie in systemen belangrijk. Dat bepaalt wat je mag en daarmee ook kan doen. Zo heb ik ook wel meegewerkt aan autorisatie beleid. Een ander voorbeeld uit het bedrijfsleven is de procuratie. Op een procuratie overzicht staat wie tot welke bedrag mag inkopen en verkopen bijvoorbeeld. Als de juiste handtekening er niet is gaat de opdracht of de offerte niet de deur uit. Een ander voorbeeld is die van de agent, die de bevoegdheid heeft om je te laten stoppen en je een bekering te geven.

Waarom vermijdt Jezus om te zeggen van wie hij autoriteit had gekregen? <<uitzoeken>>

Interessante gedachte: Autoriteit in de zichtbare wereld begint met autoriteit in de geestelijke wereld.

Samenvatting

Voor de nieuwe mens is kenmerkend dat hij exousia heeft in de geestelijke wereld heeft. Als je een bediening gekregen hebt, ontvang je daarbij ook de bijbehorende exousia.

Door autoriteit in de geestelijke wereld heb je ook invloed op de zichtbare wereld. Als je een kwade machten bindt of wegstuurt, dan gaat iemand zich ook vrij voelen en raak wellicht lichamelijke problemen kwijt. Door autoriteit kun je genezingen doen. Ook wonderen in de natuur. Veranderingen voor flora en fauna, voor steden en dorpen en voor volken en naties, zoals we in de teksten hierboven zagen.  Je kunt het denken van mensen beïnvloeden en ook het hart van mensen beïnvloeden.

Je kunt bij jezelf ook de exousia opmerken. Bijvoorbeeld als mensen rustig worden als je boze geesten uitdrijft of als mensen genezen als je genezing uitspreekt. Je kunt het ook bij een ander opmerken dat hij of zij exousia heeft.

Als het goed is, neemt onze exousia toe in de geestelijke wereld! Het is een kwestie van geestelijk volwassen worden. Dat gebeurt pas als je meer doet dan lid zijn van een kerk en regelmatig kerkdiensten bezoeken. Net als Jezus ontvang je exousia als je de woorden van God ontvangt, de doop ondergaat, als je vast, als je verzoekingen weerstaat en vooral doet wat God van je vraagt.

Met exousia ben je in de geestelijke wereld bekend. Je bent daar iemand. Ze houden daar rekening met je. Duistere geesten lopen met een boog om je heen. Engelen staan klaar om te helpen. Ze letten op: ‘Wat gaat dit kind van God doen? Schakelt hij of zij ons in? Aan je woorden wordt bovennatuurlijke kracht verleend. Net als bij God de Vader. Hij sprak en het was er. Ik weet niet hoe het werkt, maar het gebeurt.

Ieder mens heeft in de zichtbare wereld een bevoegdheid. Voor je eigen leven. En je kinderen hebt, ook voor je kinderen. En als je werkt, ook bij het bedrijf. Als je van de geestelijke dingen liever weg blijft, dan zijn er in ieder geval bevoegdheden in de zichtbare wereld. Werk vanuit de bevoegdheid met liefde, nauwgezetheid en betrouwbaarheid voor jezelf en voor anderen.

Verstandig met het gezag omgaan leidt tot succes in je leven. Goed omgaan met gezag over anderen en goed omgaan met gezag van anderen over jouw leven eveneens.

Pastorale toepassing

Als je andere mensen wil helpen is het heel belangrijk om op zoek te gaan naar meer autoriteit. Dan kun je des te beter anderen helpen.

Hoe kun je meer autoriteit bereiken? <<tekst nog aanvullen>>

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.