Studie Oordelen

Je kunt een ander zegenen, maar je kunt ook het tegenovergestelde doen, negatief spreken over een ander. Dat laatste is slecht voor de ander, maar ook slecht voor jezelf en heeft ook een slechte invloed op de groep of groepen waartoe je behoort.

En een enkele keer ben je of kom je in de positie om te oordelen en wellicht wel te veroordelen. Denk maar aan een leraar, een manager of een voetbaltrainer. En voor rechters is oordelen en veroordelen het dagelijks werk.

Deze studie geeft aan wat volgens de Bijbel de varianten van negatief spreken over elkaar zijn en wat de gevolgen daarvan zijn.

Het onderwerp komt ook aan de orde bij de studie de Hemelse Rechtbank en de studie over de dag van het oordeel. De geciteerde teksten uit de Bijbel komen van de NBV vertaling tenzij anders aangegeven.

Deze studie geeft geen compleet maar wel een relevant beeld van de teksten, die over dit onderwerp gaan en voldoet qua vorm aan de eisen, die voor studies op deze site is gesteld.

Studievragen

Is het ernstig om andere mensen te veroordelen. En hoe is dat met oordelen?

Oude Testament

Het gaat in het Oude Testament ook over dit onderwerp. Neem alleen maar het gebod: gij zult geen vals getuigenis geven.

De teksten, die erover gaan zijn nog niet bestudeerd.

Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament kom je adviezen tegen over oordelen en veroordelen. Het oordelen en veroordelen was in de tijd van het Nieuwe Testament ook gebruikelijk om te doen. Of het zo erg was als in Nederland vandaag de dag, dat weet ik niet. In Nederland is oordelen en veroordelen en zelfs kwaadspreken en roddelen gemeengoed geworden is mijn indruk.

Oordelen

In het Grieks van het Nieuwe Testament komen diverse woorden voor oordelen voor.

  WoordSoort woord Strong Opmerkingen:
1 κρίνω
krinō  
WerkwoordG2919
SB2603
Oordelen
Komt 114 keer voor in 98 verzen.
KJV: judge (88x), determine (7x), condemn (5x), go to law (2x), call in question (2x), esteem (2x), miscellaneous (8x).
2κρίμα
krima
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2917
SB2601
Oordeel
Komt 28 keer voor in 28 verzen.
KJV: judgment (13x), damnation (7x), condemnation (5x), be condemned (1x), go to law (with G2192) (1x), avenge (with G2919) (1x).

Voor het oordelen tussen mensen wordt vooral het werkwoord gebruikt en een heel enkele keer het zelfstandig naamwoord krima.

Het andere zelfstandig naamwoord voor oordeel κρίσις krisis, Strong G2920, SB nummer 2604 wordt niet gebruikt in de zin van elkaar oordelen.

Omdat het oordelen van mensen onderling ook het oordeel van God voor mensen raakt heb ik daar enkele teksten over opgenomen. Zie verder de studie hemelse rechtbank.

Matteüs 7:1-2. Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.

Lucas 6:37. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden.

Jezus dreigt te worden vermoord om iets wat hij deed.
Johannes 7:23-24. Als een mens de besnijdenis ontvangt op de sabbat, juist om de wet van Mozes niet te breken, bent u dan verbitterd tegen Mij, omdat Ik een heel mens gezond gemaakt heb op de sabbat? Oordeel niet naar wat voor ogen is, maar vel een rechtvaardig oordeel. [HSV]

Johannes 8:15-16. U oordeelt met menselijke maatstaven, maar Ik oordeel over niemand. En wanneer Ik toch een oordeel vel, is mijn oordeel betrouwbaar, omdat Ik niet alleen ben, maar samen met de Vader, die Mij gezonden heeft.
Opmerking: dit is een mooi voorbeeld van de manier van uitdrukken, die de Jezus en in het algemeen de Bijbel gebruikt. Jezus schetst de hoofdlijn en de verbijzondering.

De twee teksten hieronder gaan over het oordeel van God, zie verder studie hemelse rechtbank.

Johannes 9:39. En Jezus zei: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat zij die niet zien, zien zouden, en die zien, blind zouden worden.

De houding van Jezus t.a.v. oordelen is deze.
Johannes 12:48. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden.
Opmerking: We zijn net als Jezus. Wij zijn niet gekomen om de wereld te oordelen maar om de wereld te redden.

Het elkaar oordelen was blijkbaar ook een probleem in de gemeente van Rome. De apostel Paulus schrijft er over.
Romeinen 2:1-3. Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. En wij weten dat het oordeel van God in overeenstemming met de waarheid is over hen die zulke dingen doen. En u, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen doen, en ze zelf ook doet, denkt u dat u aan het oordeel van God zult ontkomen? [HSV]

Opmerking 1: naast het werkwoord oordelen komt in vers 1 ook het werkwoord veroordelen voor.
Opmerking 2: Het lijkt op de wijsheid van Jezus over de splinter en de balk.

Romeinen 14:1-4. Aanvaard degenen die zwak staan in het geloof, ontvang hen zonder hun opvattingen te bestrijden. De een gelooft dat hij alles mag eten, maar iemand met een zwak geloof eet alleen groenten. Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet, want God heeft hem aanvaard. Wie bent u dat u een oordeel velt over de dienaar van een ander? Of hij wel of niet volhardt in het geloof gaat alleen zijn eigen meester aan – en hij zal volharden, want de Heer heeft de macht hem dat te laten doen.

Romeinen 14:10-13. Wie bent u dat u een oordeel velt over uw broeder of zuster? Wie bent u dat u neerziet op uw broeder of zuster? Wij zullen allen voor Gods rechterstoel komen te staan, want er staat geschreven: ‘Zo waar ik leef – zegt de ​Heer​ –, voor mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’ Ieder van ons zal zich dus tegenover God moeten verantwoorden. Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen, maar neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hen niet te ergeren.
Opmerking: de NBV vertaalt het werkwoord oordelen met veroordelen.

De context van de onderstaande tekst is wat je wel en niet mag eten. Dat is bij Joodse mensen een belangrijk punt dat heel precies in hun gewoonten beschreven. De tekst is weergegeven in de letterlijke vertaling van de HSV én in de interpretatie vertaling van NBV21.

Romeinen 14:22-23. Hebt u geloof? Heb dat bij uzelf voor God. Zalig die zichzelf niet oordeelt in wat hem goeddunkt. Wie echter twijfelt als hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En alles wat niet uit geloof is, is zonde.
Romeinen 14:22-23. Uw overtuiging is een aangelegenheid tussen u en God. Gelukkig is wie zich geen verwijten hoeft te maken over wat hij besluit te doen, maar wie met zichzelf in conflict komt door wat hij eet, is op dat moment al veroordeeld. Want dan komt het niet voort uit geloof, en alles wat niet uit geloof voortkomt is zondig.
Opmerking: hier komt ook het werkwoord veroordelen voor.

Ook deze tekst gaat over jezelf oordelen en anderen, die je oordelen.
1 Korintiërs 4:4-5. Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd. Wie mij echter beoordeelt, is de Heere. Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt. Hij zal ook wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen, en de voornemens van het hart openbaar maken. En dan zal ieder van God lof ontvangen. [HSV]

Wat moet je doen als er kwaaddoeners in de gemeente zijn? Dan moet je oordelen en maatregelen nemen.
1 Korintiërs 5:11-13. Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten. Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeeltimmers niet alleen hen die binnen zijn? Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. En doe de kwaaddoener uit uw midden weg. [HSV]

1 Korintiërs 6:1-3. Durft iemand van u, die een geschil heeft met een ander, zijn recht te zoeken bij de onrechtvaardigen en niet bij de heiligen? Weet u niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En als door u de wereld geoordeeld wordt, zou u dan ongeschikt zijn voor de meest onbeduidende rechtszaken? Weet u niet dat wij engelen zullen oordelen? Hoeveel te meer dan alledaagse dingen? [HSV]

De apostel Paulus vraagt aan deze gemeente om zelf de uitspraken van hem te beoordelen. Het gaat om afgoden offers en de maaltijd van de Heer.
1 Korintiërs 10:15. Ik spreek toch tot u als tot verstandige mensen, beoordeeltdan zelf wat ik zeg. [HSV]

Deze tekst gaat verder op het thema van wel of niet vlees eten dat is toegewijd aan de goden van die tijd.
1 Korintiërs 10:29. Ik heb het echter niet over uw eigen geweten, maar over dat van de ander. Immers, waarom zou mijn vrijheid onder het oordeel vallen van het geweten van een ander? [HSV]

Hier vraagt Paulus om zelf te beoordelen over een gebruik.
1 Korintiërs 11:13. Oordeelt u zelf: Is het gepast dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt? 
Opmerking: Joodse mannen bedekken hun hoofd als ze tot God bidden. Dan is het de vraag als vrouwen tot God bidden, zou het dan ook gepast zijn om hun hoofd te bedekken.

Kolossenzen 2:16. Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. [HSV]
Opmerking: De HSV vertaalt het werkwoord met veroordelen.

Jacobus 4:11-12. Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaadspreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt over de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet, maar een rechter. Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt? [HSV]

1 Petrus 2:23. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet, hij liet het oordeel over aan hem die rechtvaardig oordeelt.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Dat is een geestelijk principe. Hoe jij over anderen oordeelt, zo zal er over jou worden geoordeeld. Matteüs 7 en Lukas 6. Door God. Romeinen 2. Oordeel niets voor de tijd dat de Heer komt. 1 Korintiërs 4. Als je oordeelt heb je zelf een norm (wet) in gedacht waaraan je spiegelt. Die rol komt je niet toe. Jacobus 4.

Het komt vaak voor dat als we oordelen, we dat doen op basis van een verkeerde kijk op de zaak. Johannes 7.

In het algemeen oordeelt Jezus niemand, maar als het toch aan de orde is, dan doet Jezus dat samen met de Vader, die Jezus zond. Johannes 12.

Laat mensen vrij en neem geen aanstoot aan ze, als ze over allerlei zaken een andere opvatting te hebben. Romeinen 14:1-4 en 10-13. 1 Korintiërs 10. Kolossenzen 2.

Als wat je doet gebaseerd is op geloof, dan is het goed. Twijfel je dan ben je niet uit geloof bezig en dat is zonde. Romeinen 14:22-23. Mijn overwegingen. Het geloof is uit het horen van de stem van God. Daarom is het goed. Ook als je het wellicht niet helemaal goed verstaat.

Soms is het wel nodig om in een gemeente een oordeel te hebben over mensen, die kwaad doen. 1 Korintiërs 5. Die taak is te begrijpen omdat de heiligen uiteindelijk de wereld zullen oordelen. 1 Korintiërs 6.

Laten we een voorbeeld nemen aan Jezus, die het oordeel aan God overliet 2 Petrus.

Veroordelen

Er zijn twee werkwoorden en ook nog een zelfstandig naamwoord rond veroordelen in het Grieks.

  WoordSoort woord Strong Opmerkingen:
1κατακρίνω
katakrinō
WerkwoordG2632
SB2337
Veroordelen
Komt 19 keer voor in 19 verzen
KJV: condemn (17x), damn (2x).
κατάκριμα
katakrima
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2631
SB2336
Veroordeling
Komt 3 keer voor in 3 verzen.
KJV: condemnation (3x).
2καταδικάζω
katadikazō
WerkwoordG2613
SB2318
Veroordelen
Komt 5 keer voor in 4 verzen.
KJV: condemn (5x).

De woorden in deze tabel staan in het vorige hoofdstuk zonder de voorvoeging ‘kata’. Het woord ‘kata’ betekent neer of tegen, dus letterlijk oordelen tegen. Dit kun je met veroordelen vertalen.

Teksten met de woorden katakrino en katakrima
Het woord katakrino kan diverse situaties belichten. Hier alleen het veroordelen bij mensen onderling en veroordelen in het algemeen.

Er wordt een vrouw bij Jezus gebracht, die betrapt is op overspel.
Johannes 8:10-11. Jezus nu richtte Zich op en toen Hij niemand zag dan de vrouw, zei Hij tegen haar: Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer. [HSV]

Romeinen 2:1. Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. [HSV]

Romeinen 8:1-3. Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees. [HSV]
Opmerking 1: de HSV vertaalt veroordeling met verdoemenis.
Opmerking 2: Romeinen 5 vers 16 en 18 geeft weer hoe de veroordeling van de mensen door God in de mensheid is gekomen.

Romeinen 8:31-34. Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt, zit aan de rechterhand van God en pleit voor ons.

Romeinen 14:22-23. Hebt u geloof? Heb dat bij uzelf voor God. Zalig die zichzelf niet oordeelt in wat hem goeddunkt. Wie echter twijfelt als hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En alles wat niet uit geloof is, is zonde.
Opmerking: deze tekst kwam ook voor in het vorige hoofdstuk.
Opmerking: dus als je iets in vertrouwen doet omdat je denkt dat God het zo wil, dan is het goed. Als je onzeker daarover bent gaat het niet goed. Dus als je het niet weet: beter luisteren naar de Heer.

De apostel Paulus schrijft over het goed omgaan met de maaltijd van de Heer.
1 Korintiërs 11:28-32. Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker. 29Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt. 30Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen. 31 Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden.32Maar als wij geoordeeld worden, worden wij door de Heere bestraft, opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden. [HSV]

Opmerking bij vers 28. Wat met beproeven is vertaald kun je ook met onderzoeken of toetsen vertalen.
Opmerking bij vers 29. Een oordeel, een krima, zie vorig hoofdstuk. Er zal een onderzoek naar je plaatsvinden.
Opmerking bij vers 31. Als we even apart naar onszelf zouden kijken, in het Grieks verwoord als diekrimenon Strong G1251, zouden we niet worden geoordeeld.
Opmerking bij vers 32: de HSV vertaalt het Griekse woord paideuometha dat is opgevoed, met het strengere bestraft.

2 Korintiërs 7:3. Geef ons plaats in uw ​hart. Wij hebben niemand ​onrecht​ aangedaan, wij hebben niemand te gronde gericht, wij hebben niemand uitgebuit. Ik zeg dit niet om u te veroordelen, want ik heb al eerder gezegd dat wij zo hartelijk met u verbonden zijn, dat wij samen met u zouden willen sterven en leven. [HSV]

Jakobus 5:9. Klaag niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur staat.
Opmerking 1: in het Grieks staat veroordeling, in de vertaling oordeel.
Opmerking 2: niet kreunen of klagen over elkaar.

Het werkwoord katadikazō
Het Griekse werkwoord katadikazō was in gebruik voor de rechtspraak in dit tijd. Helaas komt het ook in het gewone leven voor dat mensen denken rechter te zijn.

Jezus reageert op de veroordeling van farizeeën op het overtreden van het sabbatsgebod.
Matteüs 12:7-8. Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers,” dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. Want de Mensenzoon is heer over de sabbat.’

In deze tekst de vergelijking van de balk en de splinter.
Lukas 6:37-42 . Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’ Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet samen in een kuil? Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester. Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.
Opmerking: vers 37 is ook geciteerd in het hoofdstuk over oordelen.

Dit schrijft Jacobus over de rijken, die in die tijd ook veel macht hadden.
Jakobus 5:4-6. Hoor de klacht van het loon dat u de arbeiders die uw velden maaiden hebt onthouden. Het geroep van de maaiers is tot de Heer van de hemelse machten doorgedrongen. U hebt op aarde in weelde gebaad en losbandig geleefd, u hebt uzelf vetgemest voor de slachttijd. U hebt de rechtvaardige veroordeeld en vermoord, en hij heeft zich niet tegen u verzet.
Opmerking: Jacobus voert een pleidooi voor de armen tegen de rijken. De rijken hebben door hun daden de arbeiders veroordeeld.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Soms als mensen tot bezinning komen veroordelen ze niet meer. En Jezus doet het ook niet altijd. Johannes 8.

Als je anderen oordeelt, veroordeel je jezelf. Romeinen 2.

Voor wie in Christus zijn is er geen veroordeling door God. God zelf spreekt hen vrij. Juist de zonde is veroordeeld. Romeinen 8.

Als je twijfelt over wat je eet, dan veroordeel je jezelf. Romeinen 14. Als je niet weet wat je moet doen, luister dan naar de stem van God.

Wat de maaltijd van de Heer betreft, het is goed om in de spiegel te kijken, ben ik zover ik weet wel goed bezig. En pas dan aan wat je ziet, anders gaat de HEER je opvoeden omdat we anders met de wereld worden veroordeeld. 1 Korintiërs 11.

De apostel Paulus geeft aan waar de ander tekort is geschoten zonder de gemeente te veroordelen. 2 Korintiërs 7.

Wij als mensen veroordelen soms mensen omdat we de achtergronden niet goed kennen. Matteüs 12.

Kijk naar de balk in je eigen ogen en niet naar de splinter van de ander. Lucas 6.

Mensen, die rijk zijn, machthebbers in die tijd, dienen er op te letten geen rechtvaardigen te veroordelen door hun loon te onthouden bijvoorbeeld. Jacobus 5.

Kwaadspreken, roddelen

Woorden, die je met kwaadspreken en roddelen kunt vertalen komen niet veel voor in het Nieuwe Testament.

WoordSoort woord Strong Opmerkingen:
1ψιθυριστής
psithyristēs
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G5588
SB4900
Fluisteraar, roddelaar
Komt 1 keer voor.
KJV: whisperer (1x)
ψιθυρισμός
psithyrismos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G5587
SB4899
Fluistering, roddel
Komt 1 keer voor
KJV: whispering (1x)
2καταλαλέω
katalaleō
WerkwoordG2635
SB2340
Kwaad spreken
Komt 5 keer voor in 3 verzen.
KJV: speak evil of (4x), speak against (1x)
λαλιά
katalalia
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
G2636
SB2341
Kwaadsprekerij
Komt 2 keer voor in 2 verzen.
KJV: backbiting (1x), evil speaking (1x)
κατάλαλος katalalosBijvoeglijk
naamwoord
G2637
SB2342
Kwaadsprekende
Komt 1 keer voor.
KJV: backbiter (1x)

In drie teksten gaat het twee keer over roddelen en acht keer over kwaad spreken. De Statenvertaling spreekt bij roddelen over oorblazers, mensen die met pssst, pssst in je oor fluisteren.

Jakobus 4:11. Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaadspreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet. En als u de wet veroordeelt, handelt u niet naar de wet, maar treedt u op als rechter.

Romeinen 1:29-30. Ze zijn door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht. Ze zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en kwaadaardig. Ze roddelen en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig, trots en verwaand. Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag voor hun ouders.
Opmerking: hier staat het bijvoeglijk naamwoord kwaadsprekende katalalos .

2 Korintiërs 12:20. Ik ben namelijk bang dat ik u bij mijn komst anders zal aantreffen dan ik zou wensen, en dat onze ontmoeting dus anders zal uitpakken dan u wilt. Ik ben bang voor tweespalt, jaloezie, woede, gekonkel, kwaadsprekerij, geroddel, arrogantie en wanorde.

1 Petrus 2:1-2. Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle afgunst en kwaadsprekerij, en verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt.

1 Petrus 2:12. Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen omgezien wordt. [HSV]

1 Petrus 3:16. En heb een goed geweten, opdat in datgene waarin zij kwaad van u spreken als van kwaaddoeners, zij beschaamd gemaakt worden die uw goede levenswandel in Christus belasteren. [HSV]

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Als je kwaad spreekt over een ander, spreek je kwaad over de wet. Jacobus 4. Kwaadspreken over de wet was in de tijd van Jakobus een doodzonde. Helaas in de kerk een gewoonte geworden. Als je kwaad spreekt over de wet, spreek je kwaad over de Bijbel.

Elkaar oordelen en zeker veroordelen is niet goed, maar bewust onjuiste informatie verstrekken over een ander is een groot kwaad. Romeinen 1,2 Korintiërs 12, 1 Petrus 2.

Door onze goede levenswandel gaan mensen God verheerlijken, die nu nog van ons kwaadspreken. 1 Petrus 2:12. Ze zullen zich gaan schamen. 1 Petrus 3:16.

Andere bronnen

Ik heb nog geen boeken gevonden, die over oordelen, veroordelen of roddelen tussen mensen gaan. Wel is over het veroordelen van mensen door God door schrijvers met een reformatorische achtergrond geschreven.

De media zijn het gewoon gaan vinden om te roddelen. In 1974 verscheen het eerste roddelblad. Oplage momenteel van de roddelbladen is 300.000 per week. Er zijn ook roddelprogramma’s op de televisie en er zijn ook You Tube roddelkanalen.

Overwegingen

Onnodig oordelen, veroordelen, roddelen en kwaadspreken staat in flagrante tegenstelling met de naaste liefhebben, wat onderdeel is van het belangrijkste gebod van God.

Bewust foute informatie verstrekken over een ander is een groot kwaad. In Nederland is dat de laatste tientallen jaren steeds meer een gewoonte geworden. Slecht voor de mensen, die het overkomt en voor heel Nederland. In het verleden spraken politieke leiders over Nederland als gidsland. Dat idee is er niet meer.

Bij de tekst van Jacobus kijken we in de spiegel als het gaat om ‘de wet’. In de tijd van Jacobus werd de wet als het meest hoogstaande gezien. Helaas is dat in kerken en evangelische gemeenten niet meer zo.

Jezus is gekomen tot een oordeel voor de wereld, Johannes 9, en Jezus is niet gekomen om de wereld te oordelen, maar om te redden zijn Johannes 12 zijn niet met elkaar in tegenspraak. Jezus komt om te redden. Helaas sommigen zien dat wel maar anderen niet.

Als je in Christus bent is er geen veroordeling, Romeinen 8:1, maar als je twijfelt over zaken leef je in zonden, Romeinen 8:23 is ook niet met elkaar in tegenspraak. Ook al leef je in zonde, als je in Christus bent is er geen veroordeling.

Lessen

Het is ook goed om te weten hoe oordelen, veroordelen en zeker kwaad spreken slecht uitwerkt voor je eigen leven. Maar aan de andere kant hoeveel lichter je leven wordt als je dat niet meer doet. Het is een verademing. Dit is mijn persoonlijke les van deze studie.

Een belangrijke les is sowieso, relativeer je oordeel over iets. In de tijd van Jezus veroordeelde men Hem omdat ze niet begrepen wat Hij onderwees. Zo kunnen ook wij oordelen en veroordelen omdat we iets niet begrijpen.

Een andere les is, relativeer ook wat je ziet aan een fout bij een ander. Je eigen fouten ben je aan gewend, die kunnen wel veel groter zijn. Denk aan het beeld van Jezus over de balk en de splinter.

Als je gelooft wat Jezus zegt: “Zoals jij oordeelt zo zal er ook over jou worden geoordeeld”, moet dat ons tot nadenken stemmen. Laten we ons allemaal tot dit woord omkeren. En ook goed blijven opletten dat we dat blijvend niet meer doen, want het sluipt er gemakkelijk weer in.

Wat bij mensen ook voorkomt is jezelf veroordelen. Ik bid dat als dat zo is, dan je het bij jezelf opmerkt. Zoek hulp om ervan af te komen.

Daar waar men kwaad over anderen spreekt is het alsof je in de uitlaatgassen staat van een slecht afgestelde motor. Ongezond. Blijf er vandaan.

Tenslotte is ook goed om bij jezelf te rade te gaan over jezelf. Jezelf op een gezonde manier beoordelen. Oordeel jezelf, staat er in 1 Korintiërs 11:13. Het gaat daar om een principiële keuze. Maar ook in verband met de maaltijd van de Heer wordt gezegd: “laat ieder mens zichzelf beproeven”, 1 Korintiërs 11:28.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.