Wij mensen horen bij allerlei groepen zoals gezin, familie, groepen op het werk, de sport, de kerk of clubs.
De groepen waar ieder van ons deel van uitmaken kun je qua sfeer verdelen in de volgende groepen:
1. Die waar men elkaar tolereert, niet meer een ook niet minder dan dat.
2. Die waar men elkaar respecteert.
3. Die waar men echt verbinding heeft met elkaar. Het is een contact op hartsniveau.
Het kan ook nog voorkomen dat men elkaar niet tolereert, dat het een ruzie groep is of andersom dat men juist los van elkaar leeft. Bijvoorbeeld kinderen, die hun vader of moeder nooit meer zien.
Het kan zijn dat de groepen waar je bij hoort qua sfeer heel verschillend zijn. Er zijn beperkingen aan de inbreng, die je zelf hebt. Kun je zelf alleen maar tolereren, dan draag je niet bij dat de groep elkaar respecteert of echt verbinding heeft met elkaar.
Ben je in staat om op hartniveau verbinding met anderen aan te gaan, dan zal dat moeilijk gaan als anderen hooguit alleen respecteren of tolereren.
Het heeft dus ook te maken wat mensen kunnen. Wat ze kunnen zien en zelf kunnen doen.
Nadere uitwerking
Hier een nadere uitleg van hoe het in ieder van die drie groepen gaat. Dit is natuurlijk een model, in de praktijk tref je geen enkele soort groep in pure vorm aan.
Soort groep: | Kenmerken: |
Tolereren | Niet kunnen zien en begrijpen dat niet iedereen is zoals jezelf bent. Vandaar oordelen. Veroordelen. Roddelen. |
Respecteren | |
Verbinding | Hier heeft men het vermogen om gaven en talenten van anderen te zien en daarvan te genieten. Daarom gunnend naar anderen. Blij zijn met anderen. Leuk vinden als iemand iets niet kan of begrijpt dat je hem of haar kun helpen. |
Let op: er zijn groepen waar tolereren zelfs niet wordt gedaan.
Er zijn series van gezinnen en families op TV waar tolereren de norm is. Bij romantische films kan het hartsniveau aan de orde komen.
Als je vooral of altijd in een bepaalde groep zit heeft dat ook gevolgen voor de mensen, die er in zitten.
Soort groep: | Wat daar bij hoort: |
Tolereren | Weinig mensenkennis, weinig zelfkennis, weinig ontplooiing van de persoonlijkheid. |
Respecteren | |
Verbinding | Erkenning, waardering, vrede, rust, warmte, blijdschap, helpen als je naaste de mist ingaat. Zie ook 1 Korintiërs 13. |
De christelijke naastenliefde
Wat de liefde tot elkaar inhoudt is beschreven in 1 Korintiërs 13.
Tekst: | Uitleg: |
De liefde is geduldig en vol goedheid (vers 4). | De liefde neemt fouten en onhandige dingen niet kwalijk. Dus geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid, niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht |
De liefde vindt vreugde in de waarheid (vers 6). | Ongeacht of de waarheid voordelig of juist niet voordelig is. |
Alles verdraagt ze (vers 7). | Voor de liefde maakt het niet uit of het moeilijk is of niet, wat mensen ervan zeggen en dat de omstandigheden het tegenspreken: alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. |
De liefde zal nooit vergaan (vers 8). | De liefde gaat niet uit van eindigheid. Ze wordt beleefd alsof het altijd zo blijft. Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. |
De christelijke naastenliefde is pas mogelijk als we God liefhebben en Hij ons die liefde geeft. Zo kunnen wij God liefhebben met ons hart zoals het gebod ons vraagt. En daardoor kunnen we ook onze naaste liefhebben.
Deuteronomium 6:5. Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. [NBG]
Meer dan tien keer wordt in de Bijbel het verband gelegd met God liefhebben en ons hart.
Andere bronnen
Tim Keller schreef het boek Preken – Geloof overbrengen in een sceptische tijd. De ondertitel geeft al aan, dat het boek niet alleen over preken gaat. Iets wat doorgaans door een predikant wordt gedaan. Het boek is voor “iedereen die worstelt met hoe je op wat voor niveau dan ook de levensveranderende boodschap van de Bijbel moet overbrengen op mensen in een tijd die steeds sceptischer wordt”.
Hoofdstuk 6 – Christus verkondigen en het hart aanspreken gaat wel specifiek over preken. Keller omschrijft het doel van een preek als volgt: “Dus het doel van de preek kan niet zijn alleen maar de waarheid helder krijgen zodat het verstand die kan begrijpen, maar ook ervoor zorgen dat de waarheid begrepen wordt en werkelijkheid wordt op hartsniveau”. Preken moet aankomen op hartsniveau. Er moet zo gepreekt worden, “dat mensen ‘diep in het hart geraakt’ worden”. Waarom? Omdat dat wat het hart raakt ook de gevoelens en het gedrag zal bepalen.
Vervolgens voert Keller Jonathan Edwards (met zijn boek The Religious Affections) ten tonele. Edwards onderscheidt twee menselijke vermogens:
1. het ‘begrip’: “het feit dat we in staat zijn om de aard van de dingen waar te nemen en te beoordelen”;
2. de ‘inclinatie’ (of geneigdheid): “om datgene wat we waarnemen al dan niet te waarderen, om het lief te hebben of af te wijzen”.
Deze laatste splitst Edwards vervolgens weer verder uit:
2a. de ‘wil’: als de geneigdheid betrekking heeft op het handelen;
2b. het ‘hart’: als de geneigdheid besef heeft van de schoonheid van datgene wat het begrip heeft waargenomen.
“De ‘affecten’ zijn wat Edwards ‘de krachtigste en meest merkbare uitingen’ noemt van dit vermogen (AG: vermogen zoals genoemd bij 2b).”
“Deze affecten staan natuurlijk bol van de emoties, maar ze zijn er niet gelijk aan. Affecten zijn de geneigdheid van de hele mens als hij doordrongen raakt van de schoonheid en voortreffelijkheid van een bepaald object.” Affecten zijn veel blijvender dan emoties “en hebben zowel betrekking op de overtuiging van het verstand als op veranderingen in ons gedrag en leven”.
Enkel en alleen “rationele argumentatie en onderwijs in de leer” is niet voldoende. “(…) er is (…) voor nodig dat Christus in al zijn schoonheid wordt voorgesteld als degene die zijn rijkdom voor ons opgaf”. Het moet gaan om een diepe waarheid op hartsniveau. Alleen dat leidt tot veranderingen van binnenuit. Tot bekering. Edwards schrijft: “Er is dus verschil tussen van mening zijn dat God heilig en genadig is, en echt doordrongen zijn van de liefelijkheid en schoonheid van die heiligheid en genade.” Het eerst heeft betrekking op het ‘begrip’, het tweede op het besef van het ‘hart’.
Ook het inspelen op de ‘wil’ is niet effectief, omdat de affecten van het hart daardoor niet veranderen. “Wat het hart het liefst wil zal het verstand aanvaardbaar vinden, zullen de emoties waardevol vinden en zal de wil te doen vinden. Het is daarom ongelofelijk belangrijk dat prediking het hart zo raakt dat het ophoudt met het vertrouwen en liefhebben van andere dingen dan God.” God zal als enige ultieme waarde voor je moeten krijgen.
Zie ‘Preken op hartsniveau’ (agelderblom.blogspot.com) d.d. nov 2022.