Er zijn wel teksten te vinden waar je uit zou kunnen concluderen dat het bereiken van rust voor een mens het hoogste te bereiken doel is.
De citaten van teksten uit de Bijbel zijn uit de NBV of NBV21 vertaling. Als het citaat van een andere vertaling is, dan is dat aangegeven.
Deze studie is gebaseerd op de teksten uit de Torah en het boek Jozua waar het over woorden als rust en rusten gaat en op alle teksten in het Nieuwe Testament waar het over rust en rusten gaat.
Studievragen
Over dit onderwerp zijn de volgende vragen te stellen.
Wat is rust?
Hoe komt je aan die rust?
Heeft de christelijke wereld dit onderwerp goed begrepen en toegepast?
Hebben de vertalingen van de Bijbel dit onderwerp correct vertaald?
In het laatste hoofdstuk Lessen staan antwoorden op deze vragen.
Oude Testament
Het Hebreeuws kent diverse werkwoorden en zelfstandig naamwoorden voor rusten.
Nuwach, rusten
Hier de gegevens van de familie van woorden rond het woord nuwach.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | נוּחַ nuwach | Werkwoord | H5117 | Rusten Komt 65 keer voor in 64 verzen. KJV: rest (55x), ceased (1x), confederate (1x), let down (1x), set down (1x), lay (1x), quiet (2x), remain (1x), set (1x). |
| 2 | מְנוּחָה mĕnuwchah | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H4496 | Rust Komt 21 keer voor in 21 verzen. KJV: rest (15x), resting place (2x), comfortable (1x), ease (1x), quiet (1x), still (1x). |
| 3 | מָנוֹחַ manowach | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H4494 | Rust Komt 6 keer voor in 6 verzen. KJV: rest (7x). |
Ad. 1. Nuach, rusten.
Het werkwoord nuach komt 65 keer voor in 64 verzen. Hieronder citaten van de verzen uit de Torah en het boek Jozua waarin het woord nuwach voorkomt en verder nog vier citaten die me opvielen uit de overige boeken.
Genesis 8:4. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte.
Opmerking: de ark rustte op de berg Ararat. Let op: de zevende maand en de zeven tiende dag. Nadruk op de ark kwam tot rust.
Exodus 10:14. In grote zwermen streken ze in heel Egypte neer. Nooit eerder was er zo’n sprinkhanenplaag geweest en nooit zal er meer zo’n plaag komen.
Opmerking: gingen ze rusten etc.
Exodus 17:11. Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste.
Opmerking: zijn arm liet rusten.
Exodus 20:11. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
Exodus 23:12. Zes dagen lang mag je werken, maar op de zevende dag moet je rust houden; dan kunnen ook je rund en je ezel uitrusten en kunnen je slaven en de vreemdelingen die voor je werken op adem komen.
Opmerking: wij zelf rust houden staat het woord Strong H7673.
Exodus 33:14. De HEER antwoordde: ‘Moet ik dan zelf meegaan om je gerust te stellen?’
Opmerking: rusten is hier met geruststellen vertaald
Numeri 10:33-36. Nadat ze bij de berg van de HEER vandaan gegaan waren, trokken ze drie dagen verder. De ark van het verbond met de HEER ging voor hen uit om een rustplaats voor hen te zoeken. Wanneer ze verder trokken, hing overdag de wolk van de HEER boven hen. Steeds als de ark verder zou trekken zei Mozes: ‘Sta op, HEER, en uw vijanden stuiven uiteen, uw tegenstanders vluchten voor u!’ En steeds als de ark stilhield zei hij: ‘Keer terug, HEER, naar Israël, keer terug naar de tienduizend maal duizenden!’
Opmerking: Strong 4496 menuha is met rustplaats vertaald.
Numeri 11:24-26. Mozes ging naar buiten en bracht de woorden van de HEER aan het volk over. Daarna bracht hij zeventig oudsten van het volk bijeen en stelde hen rond de tent op. Toen daalde de HEER af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geest die op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze te profeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd. Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp.
Opmerking: het eerste woord rustte in de tekst is door de vertaler toegevoegd.
Deuteronomium 3:20. … totdat de HEER ook uw broeders vrede heeft gegeven en ook zij het land in bezit hebben genomen dat de HEER, uw God, hun geeft aan de overkant van de Jordaan. Pas dan mag ieder van u teruggaan naar zijn eigen grond, die hij van mij heeft gekregen.’
Deuteronomium 5:13-14. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u.
Rust en vrede over het land na een tijd van oorlog is ook de gedachte van Deuteronomium 12:10, en 25:19 en van Jozua 1:13 en 15 en Jozua 21:44, 22:4 en 23:1.
In Jozua staat dat de Jordaan rustig werd.
Jozua 3:12-13. Kies nu twaalf mannen, één uit elke stam van Israël. Op het moment dat de priesters die de ark van de HEER dragen, de Heer van de hele aarde, de Jordaan in gaan, zal de stroom tot stilstand komen en zal het water oprijzen als een dam.’
Opmerking: de stroom water komt tot rust.
Een man van vrede.
1 Kronieken 22:7-9. David riep zijn zoon Salomo bij zich en droeg hem op een tempel te bouwen voor de HEER, de God van Israël. Hij zei hem: ‘Ik had graag zelf een tempel gebouwd voor de naam van de HEER, mijn God. Maar de HEER heeft zich tot mij gericht met de woorden: “Jij hebt ten overstaan van mij veel bloed vergoten en grote oorlogen gevoerd. Daarom zul jij geen huis bouwen voor mijn naam, je hebt te veel bloed vergoten. Maar je zult een zoon krijgen. Hij zal een man van vrede zijn, want ik zal hem rust geven door hem van al zijn vijanden te verlossen. Salomo zal hij daarom heten; tijdens zijn bewind zal ik Israël rust en vrede schenken.
Opmerking: de iesh menuha, Strong 4496 is vertaald met man van vrede.
Jesaja 14:3-7. Dan, op die dag, zal de HEER jullie vrede geven en een eind maken aan jullie zwoegen, jullie ellende, jullie slavendienst. En jullie zullen het volgende spotlied op de koning van Babylonië aanheffen: ‘Het is gedaan met die slavendrijver, gedaan met zijn dwingelandij. De HEER heeft de stok van de goddelozen gebroken, de scepter van de heersers, die de volken sloeg met woedende slagen, zonder eind, die hen belaagde met zijn toorn, zonder maat. Overal op aarde is rust en vrede, vrolijk gejubel weerklinkt.
Opmerking: het laatste onderstreepte woord is vertaald uit het woord shaqat.
Jesaja 25:10. De hand van de HEER rust op deze berg.
Opmerking: deze berg is de berg Sion.
Jesaja 63:14. Het was de geest van de HEER die hun rust gaf.
Ad. 2. Menucha, rust
Het zelfstandig naamwoord menucha komt 21 keer voor in 21 verzen. Het voorvoegsel me duidt op het voorzetsel vanuit of vanaf. Je zou kunnen zeggen de rust kan vanuit God en vanaf het moment dat je het hebt gevonden. Het is het mooiste of één van de mooiste dingen die een mens kan bereiken.
Hier de vijf teksten uit het boek van de Psalmen. Twee keer komt dit woord in een tekst voor in de vorige paragraaf.
Psalm 23:2. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren. [NBG]
Opmerking: het is een water dat rust geeft, in het Nederlands zou je met rustwater kunnen vertalen.
Psalm 95:11. En ik zwoer in mijn woede: “Nooit gaan zij mijn rustplaats binnen!”’
Psalm 116:7. Mijn ziel, keer terug tot uw rust, want de HEERE is goed voor u geweest. [HSV]
Psalm 132:8. Trek op, HEER, naar uw rustplaats, u en uw machtige ark.
Psalm 132:13-14. De HEER heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd: ‘Dit is, voor altijd, mijn rustplaats, hier verlang ik te wonen.
<<actie: in een volgende versie vanwege het belang van het woord alle tekst citeren>>
Ad. 3. Manowach, rust
Het zelfstandig woord manowach komt zes keer voor in zes verzen. <<ik weet niet wat het verschil is met het vorige woord en ik heb ook nog niet de teksten bekeken>>
Jesaja 66:1. Zo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank van Mijn voeten. Waar zou dan het huis zijn dat u voor Mij zou willen bouwen en waar de plaats van Mijn rust? [HSV]
Opmerking: Stefanus zal later na dat bijzondere Pinksterfeest deze tekst citeren.
Sjabbatoon, rust
Dit zijn de gegevens rond het woord sjabbatoon, rust.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | שָׁבַת šāḇaṯ | Werkwoord | H7673 | Rusten Komt 71 keer voor in 67 verzen. KJV: cease (47x), rest (11x), away (3x), fail (2x), celebrate (1x), miscellaneous (7x). |
| 2 | שַׁבָּתוֹן šabāṯôn | Zelfstandig naamwoord mannelijk | H7677 | Rust Komt 11 keer voor in 10 verzen. KJV: rest (8x), sabbath (3x). |
Ad. 1. Sjavath, rusten.
Zelfstandig naamwoorden in het Hebreeuws hebben dikwijls als wortel een werkwoord. Voor het woord sabbat is dat dit werkwoord shavat.
Het werkwoord shavat betekent rusten en komt in 67 verzen voor. Het werkwoord voor rusten komt al vijf keer voor voordat over de sabbat wordt gesproken. Hieronder staan alle teksten uit de boeken Genesis en Exodus.
Genesis 2:1-4. Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen.
Opmerking: zo gaat het in het tweede hoofdstuk van de Bijbel al om rusten. God geeft het goede voorbeeld. Hij rust van zijn werk.
Genesis 8:22. Voortaan, al de dagen van de aarde, zullen zaaitijd en oogsttijd, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht niet ophouden. [HSV]
Opmerking: na de zondvloed zegt God dit tegen Noach. Het gaat dan om niet rusten.
Exodus 5:5. En hij voegde eraan toe: ‘Dat volk is nu al veel te talrijk, en dan wilt u ook nog dat ze ophouden met werken!’
Opmerking: Farao wil niet dat het volk Israël gaat rusten.
Exodus 12:15. Eet dan zeven dagen lang ongedesemd brood, en verwijder meteen op de eerste dag alle zuurdesem uit jullie huizen; wie op een van die zeven dagen iets eet dat zuurdesem bevat, moet uit de gemeenschap van Israël gestoten worden.
Opmerking: het is de matse gedenkdagen dat je alles wat voor onrust zorgt, verwijdert uit je huis.
Exodus 16:30. Toen hield iedereen op de zevende dag rust.
Exodus 20:11. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
Exodus 23:12. Zes dagen lang mag je werken, maar op de zevende dag moet je rust houden; dan kunnen ook je rund en je ezel uitrusten en kunnen je slaven en de vreemdelingen die voor je werken op adem komen
Exodus 31:17. Voor Mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft Hij gerust om op adem te komen.’
Exodus 34:21. Zes dagen lang mag je werken, maar op de zevende dag moet je rust houden, ook in de ploegtijd en in de oogsttijd.
Opmerking: deze tekst is als een soort zwerfsteen. Het is een werkwijze, die je vaker in de Torah aantreft. Belangrijke geboden worden herhaald op allerlei plaatsen om het vooral niet te vergeten. Dit vers heeft als context de eerstgeborenen.
Exodus 35:2. … zes dagen kan er gewerkt worden, maar de zevende dag, de sabbat, moet een dag van volstrekte rust zijn, gewijd aan de HEER . Iedereen die dan werkt moet ter dood gebracht worden.
Leviticus 16:31. Die dag moet in volstrekte rust en onthouding worden doorgebracht; deze bepaling blijft voor altijd van kracht.
Sjaqat, rusten
Hier de gegevens van het woord sjaqat.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | שָׁקַט shaqat | Werkwoord | H8252 | Rusten, stil zijn. Komt 41 keer voor in 41 verzen. KJV: rest (16x), quiet (16x), quietness (4x), still (2x), appeaseth (1x), idleness (1x), settled (1x). |
<<teksten met dit woord heb ik nog niet onderzocht>>
Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament komen twee woord families voor die te vertalen zijn met rusten en rust. In deze woorden komt het Griekse woord pauze voor. Bij ons ook een bekend woord voor rust. Het Griekse pauo betekent meer ophouden, stoppen.
Het werkwoord pauo betekent ophouden, met werken bijvoorbeeld. Het woord kata voor dit woord heeft in het Grieks een versterkend effect. Een dikke pauze dus. Het woord ana voor het woord betekent zoiets als opnieuw. Opnieuw ophouden, dan kom je tot rust.
Katapausis, rust
Dit zijn de gegevens van dit woord en het bijbehorende werkwoord.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | καταπαύω katapauō | Werkwoord | G2664 SB2369 | Rusten Komt 4 keer voor in 4 verzen. KJV: restrain (1x), rest (1x), give rest (1x), cease (1x). |
| 2 | κατάπαυσις katapausis | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G2663 SB2368 | Rust Komt 9 keer voor in 8 verzen. KJV: rest (9x). |
Hieronder alle teksten waarin deze woorden voorkomen.
Hier een deel van de toespraak van Stefanus, die het verleden in herinnering roept met een citaat uit Jesaja 66:1.
Handelingen 7:47-49. Maar Salomo bouwde voor Hem een huis. De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt: De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten. Wat voor huis zult u dan voor Mij bouwen, zegt de Heere, of wat is de plaats van Mijn rust? [HSV]
Opmerking 1: dit is een deel van de preek van Stefanus die werd veroordeelt vanwege zijn nuanceringen van het belang van de tempel.
Opmerking 2: het antwoord op de vraag is dat de Heer wel aanwezig is in de tempel maar het is niet de plaats van zijn rust, waar Hij woont. Stefanus citeert Jesaja 66:1. Zie menuach hierboven.
In deze tekst staat het werkwoord met een lijdend voorwerp. Paulus en Barnabas lukte het om de menigte tot rust te brengen.
Handelingen 14:18. Door deze woorden slaagden ze er met moeite in de mensenmenigte ervan te weerhouden om aan hen een offer te brengen.
Opmerking: de vertaling geeft een interpretatie van de situatie. Ze probeerden de mensen tot rust te brengen.
Hebreeën 3:11. En in mijn toorn heb Ik gezworen: “Nooit zullen ze mijn rust binnengaan.”’
Opmerking 1: deze tekst verwijst naar Deuteronomium 1:34-35. Toen de HEERE uw woorden hoorde, werd Hij zeer toornig en zwoer: Niemand van deze mannen, van deze slechte generatie, zal het goede land zien dat Ik gezworen heb aan uw vaderen te geven! [HSV] Dat is uit de geschiedenis van Israël toen de tien verspieders het land Kanaän door ongeloof niet wilden intrekken.
Opmerking 2: ‘de rust’ in Hebreeën 3:11 gaat dus over het beloofde land. Waarmee God in zijn Vaderlijke goedheid hen wilde verwennen. Dat land moesten ze binnengaan. Ook ‘de rust’ moet je binnengaan zoals ze het land moesten binnengaan.
Hebreeën 3:18. En aan wie zwoer Hij dat ze zijn rust niet zouden binnengaan – toch zeker aan hen die ongehoorzaam waren?
Opmerking: de HSV verwijst naar onderstaande tekst uit het boek Numeri, waar het gaat om dezelfde geschiedenis als in Deuteronomium 1. Als je gelooft en gehoorzaam bent dan deel je mee in de heerlijkheid van de Heer.
Numeri 14:20-24. De HEERE zei: Op uw woord heb Ik hun vergeven.
Echter, zo waar Ik leef, de hele aarde zal met de heerlijkheid van de HEERE vervuld worden! Want al de mannen die Mijn heerlijkheid gezien hebben en Mijn tekenen, die Ik in Egypte en in de woestijn gedaan heb, en die Mij nu al tien keer op de proef gesteld hebben en niet naar Mijn stem hebben geluisterd, zij zullen het land dat Ik hun vaderen gezworen heb, niet zien! Ja, geen van allen die Mij verworpen hebben, zullen het zien! Maar Mijn dienaar Kaleb, omdat in hem een andere geest was en hij erin volhard heeft Mij na te volgen, hem zal Ik brengen in het land waar hij geweest is, en zijn nageslacht zal het in bezit nemen. [HSV]
Hebreeën 4:1-2. Aangezien de belofte om zijn rust binnen te gaan nog steeds van kracht is, moeten we ervoor waken dat iemand van u ook maar de schijn wekt achter te blijven. Want ook aan ons is het goede nieuws verkondigd, net als aan hen; maar het verkondigde woord baatte hun niet, omdat zij het – anders dan wie het aannamen – niet geloofden.
Hebreeën 4:3-5. Omdat wij echter geloven, gaan we de rust binnen waarvan Hij gezegd heeft: ‘In mijn toorn heb Ik gezworen: “Nooit zullen ze mijn rust binnengaan”’ – hoewel zijn werk al met de grondvesting van de wereld voltooid was. Over de zevende dag heeft Hij immers ergens gezegd: ‘En op de zevende dag rustte God van al zijn werk,’ hier echter: ‘Nooit zullen ze mijn rust binnengaan.’
Hebreeën 4:6-7. Het staat dus vast dat mensen er kunnen binnengaan, maar degenen aan wie vroeger het goede nieuws verkondigd is, zijn er vanwege hun ongehoorzaamheid niet binnengegaan. Daarom legt God opnieuw een dag vast, een ‘vandaag’, waarover Hij, zoals eerder is opgemerkt, lange tijd later David heeft laten zeggen: ‘Horen jullie vandaag zijn stem, wees dan niet halsstarrig.’
Opmerking: als je Gods stem hoort, stel het niet uit, maar reageer er op ‘vandaag’.
Hebreeën 4:8-9. Was de rust hun al door Jozua gegeven, dan zou God daarna niet meer over een andere dag hebben gesproken. Er wacht het volk van God dus nog steeds een sabbatsrust.
Opmerking: je zou het woord sabbatismos, Strong 4520, SB3958 ook kunnen vertalen met sabbatsviering. Sabbat betekent al rust, dus sabbatsrust is dubbelop.
Hebreeën 4:10-11. Want wie Gods rust is binnengegaan, vindt rust na zijn werk zoals God na het zijne. Laten we dus alles op alles zetten om die rust binnen te gaan, opdat niemand dit voorbeeld van ongehoorzaamheid volgt en te gronde gaat.
Opmerking: het gaat er steeds om dat we de rust binnengaan, Strong G1525. Het is dus iets waar je naar binnen kan gaan, net zoals destijds het volk Israël in het beloofde land Kanaän. Binnengaan betekent, je moet er iets voor doen.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
De HEER rust zelf in de hemel, dat rusten door de Heer gaat niet in huizen, die wij hebben gebouwd, maar hij kan ons wel rust geven. Handelingen 7:47-49
Twee hoofdstukken in de brief aan de Hebreeën zijn gewijd aan de kernwaarde rust. Hoofdstuk 3: omdat het volk niet gehoorzaam was en ongelovig, daarom kwamen ze niet tot rust. Dat is de veroordeling van God. Hoofdstuk 4 gaat over de belofte van rust. Rust was lange tijd een belofte voor de mens terwijl die rust er nog niet was. Hebreeën 4:6-7 en Hebreeën 4:8-9
Rust is essentieel voor een mens. We hebben dan dezelfde houding als God. Hebreeën 4:10-11
Anapausis, rust
Dit zijn de gegevens van de woorden rond anapausis.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | ἀναπαύω anapauō | Werkwoord | G373 | Rusten Komt 12 keer voor in 12 verzen. KJV: rest (4x), refresh (4x), take rest (2x), give rest (1x), take ease (1x). |
| 2 | ἀνάπαυσις anapausis | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G372 | Rust Komt 5 keer voor in 5 verzen. KJV: rest (4x), rest (with G2192) (1x) |
Het voorvoegsel ‘ana’ duidt in dit verband op weer of opnieuw. We komen weer opnieuw tot rust.
Ad. 1. Anapauō, rusten.
Matteüs 11:28-30. Kom allen bij Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Opmerking: zowel het werkwoord als het zelfstandig naamwoord komt in deze tekst voor
Matteüs 26:45. Daarna voegde Hij zich weer bij de leerlingen en zei: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het ogenblik is nabij waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars.
Opmerking: dat gaat over Jezus geestelijke strijd in Gethsemané.
Marcus 6:30-31. De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten.
Marcus 14:41. Toen Hij voor de derde maal terugkwam, zei Hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is genoeg. Het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars.
Lukas 12:18-19. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je.
1 Korintiërs 16:17-18. En ik verblijd mij over de komst van Stefanas en Fortunatus en Achaïcus, want zij hebben aangevuld wat mij van uw kant nog ontbrak, want zij hebben mijn geest verkwikt en die van u. Erken zulke mensen dan. [HSV]
Opmerking: mensen die je rust geven past niet in het denkraam van vertalers. De HSV maakt er ‘verkwikt’ van. De NBV21 spreekt over ‘nieuwe kracht gegeven’. Dat lijkt mij iets heel anders dan er staat.
2 Korintiërs 7:13. Daarom zijn wij getroost door uw vertroosting; en wij zijn des te meer verblijd over de blijdschap van Titus, omdat zijn geest door u allen is verkwikt. [HSV]
Opmerking: hier hetzelfde punt. De gemeente heeft Titus rust gegeven, wellicht zelfvertrouwen.
Filemon 1:6-7. Moge uw gemeenschap in het geloof zich krachtig openbaren in de kennis van al het goede dat in u is met betrekking tot Christus Jezus, want wij beleven veel vreugde en troost aan uw liefde, omdat de heiligen innerlijk door u verkwikt zijn, broeder!
Opmerking: hier hetzelfde punt. Filemon heeft de gemeente rust gegeven.
Filemon 1:19-20. Ik, Paulus, schrijf hier eigenhandig neer dat ik u zal betalen. Ik ga er dan maar aan voorbij dat u mij uw eigen leven schuldig bent. Kom, broeder, bewijs mij deze dienst omwille van de Heer, stel mij omwille van Christus gerust.
Opmerking: hier vertaalt de HSV weer met verkwikt en de NBV21 met gerust.
1 Petrus 4:14. Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al zijn luister op u rust.
Openbaring 6:11. Ieder van hen kreeg witte kleren. Verder werd hun gezegd nog een korte tijd geduld te hebben, totdat het aantal dienaren compleet zou zijn: zij en hun broeders en zusters die net als zij gedood zouden worden
Openbaring 14:13. Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: ‘Schrijf op: “Gelukkig zijn zij die vanaf nu sterven in verbondenheid met de Heer.”’ En de Geest beaamt: ‘Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.’
Ad 2. anapausis, het zelfstandig naamwoord rust.
Matteüs 12:43-44a. Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden, op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.”
Luk 11:24. Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden, op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.”
Openbaring 4:8. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en vanbinnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt! [HSV]
Openbaring 14:11. De rook van die pijniging zal opstijgen tot in eeuwigheid. Wie het beest en zijn beeld aanbidden, of wie het merkteken van zijn naam draagt, ze krijgen geen rust, overdag niet en ’s nachts niet.’
Andere bronnen
Ik ken geen boeken die als onderwerp de rust als de kernwaarde van God hebben. Een commentaar op het boek van de Hebreeën geeft zeker wel informatie over de rust.
Overwegingen
Je ziet in de geschiedenis dat toen God zijn volk rust gunde door hen een mooi stuk land te geven en dat niet goed lukt dat Hij nu een nieuwe poging doet om rust te ervaren. Namelijk door bij Jezus te komen.
Lessen
Hier staan antwoorden op vragen die bij Studievragen zijn gesteld.
Wat is rust?
Hoe komt je aan die rust?
Heeft de christelijke wereld dit onderwerp goed begrepen en toegepast?
Gezien het feit dat er weinig of misschien zelfs wel geen boeken over zijn geschreven geeft al aan dit het onderwerp weinig bekend is.
Hebben de vertalingen van de Bijbel dit onderwerp correct vertaald?
Lijkt me wel. Behalve dit. Dat mensen je rust kunnen geven past niet in het denkraam van onze vertalers. Zie 1 Korintiërs 16:17-18 en 2 Korintiërs 7:13