Studie Yom Kippur

Yom Kippur, uit te spreken als Joom Kipoer, is de tweede van de ‘feesten’ in het najaar. Het woord feest is niet zo passend. Het is beter om het een hoogtijdag te noemen. Een bijzondere dag met een serieuze inhoud. Het is in huidige Israël en zeker voor de religieuze Joodse mensen een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, dag van het jaar. Het is een dag van vasten, reflectie op je leven, schuldbelijdenis, vergeving accepteren en heiliging.

Yom Kippur is bekend geworden in Nederland omdat op die dag in 1973 het Egyptische leger gebruik maakte van deze bijzondere dag om Israël aan te vallen. Deze oorlog wordt daarom wel de Yom Kippur oorlog genoemd. In het Nederlands is deze dag bekend als de Grote Verzoendag.

De kruisiging van Jezus is de nieuwe stap in het nieuwe verbond, die de opvolging is van Yom Kippur. Als je je daarmee verbindt dan is pas echt de verzoening met God mogelijk. De brief aan de Hebreeën in deze studie informeert ons hierover. Zie verder de studie de kruisiging van Jezus.

Studievragen

In de kerk vieren we Yom Kippur niet. Zit er een goede reden achter? Of is het ons zomaar overkomen? Verzoening en heiliging is voor christenen toch ook belangrijk?

Oude Testament

Het Oude Testament geeft informatie over het Hebreeuwse begrip kippur en ook beschrijft het Oude Testament de instelling van die bijzonder dag.

Kaphar (bedekken)

Er zijn drie woorden in het Hebreeuws rond kaphar, kippur, hieronder in de tabel het overzicht.

Woord Soort
woord
Strong Opmerkingen:
1כָּפַר
kaphar
WerkwoordH3722Bedekken, aflossen
Komt 102 keer voor in 94 verzen.
KJV: atonement (71x), purge (7x), reconciliation (4x), reconcile (3x), forgive (3x), purge away (2x), pacify (2x), atonement… made (2x), merciful (2x), cleansed (1x), disannulled (1x), appease (1x), put off (1x), pardon (1x), pitch (1x).
2כִּפֻּר
kippur
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
meervoud
H3725Bedekkingen, aflossingen
Komt 8 keer voor in 8 verzen.
KJV: atonement (8x).
3כִּפֻּר יוֹם
Yom Kippur
CombinatieH3117
H3725
Dag verzoening.
Komt drie keer voor.
KJV: day of atonement (3x)

Ad 1: het werkwoord kaphar kun je met bedekken of vergeven vertalen. Je zonden zijn niet meer te zien. In het Nieuwe Testament is er een woord dat je met verzoenen kunt vertalen. Dat gaat verder dan dit woord. Dit woord wordt in het Oude Testament wel met verzoenen en verzoening vertaald maar dat gaat denk ik verder dan de bedoeling van de schrijvers.

Ad 2: de Blue Letter Bible geeft aan dat dit een zelfstandig naamwoord
mannelijk meervoud is. Ik denk dat de aanvulling met ‘meervoud’ betekent dat het alleen in het meervoud voorkomt. Daarmee is gelijk duidelijk dat het niet verzoening betekent. Er is verzoening of er is geen verzoening. Verzoeningen zou vreemd zijn.

Ad 3: de combinatie Yom (=dag) en kippur komt drie keer voor. Voor de naam van een belangrijk feest relatief weinig keer. Het hoogtijdag zelf is belangrijker dan de naam van het hoogtijdag.

Werkwoord kaphar.
Het werkwoord kaphar komt 104 keer voor.

Het woord komt tweemaal voor in het boek Genesis.

Hier de opdracht van God aan Noach.
Genesis 6:14. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek.
Opmerking: hier is kaphar vertaalt met bestrijken.

Genesis 32:18-19. Tegen de eerste knecht zei hij: ‘Als je mijn broer Esau tegenkomt en hij vraagt je bij wie je hoort en waar je heen gaat, en van wie de dieren zijn die je voor je uit drijft, dan moet je zeggen: “Ik hoor bij uw dienaar Jakob, en dit is een geschenk dat bestemd is voor zijn heer, voor Esau. Jakob zelf komt achter ons aan.”’
Opmerking: hier gaat het om een geschenk dat de schuld van Jacob aan Esau moet bedekken.

In de eerste tekst gaat het om letterlijk bedekken en de tweede tekst heeft het bedekken met schuld te maken.

In het boek Exodus komt dit woord 9 keer voor en in het boek Leviticus 49 keer. Meestal in relatie met offers. Hier de eerste twee teksten die voorkomen met het woord kaphar.

Exodus 29:33. Zij mogen namelijk alleen die dingen eten waarmee verzoening gedaan is om hen tot priester te wijden en hen te heiligen. Een onbevoegde echter mag er niet van eten, want het is heilig. [HSV]

Exodus 29:36-37. U moet ook elke dag een jonge stier als zondoffer ter verzoening bereiden en het altaar van zonde reinigen door er verzoening voor te doen; u moet het dan zalven om het te heiligen. Zeven dagen lang moet u verzoening doen voor het altaar en het heiligen; dan zal dat altaar allerheiligst zijn. Ieder die het altaar aanraakt, zal heilig zijn. [HSV]

Opmerking: het zijn handelingen, die gaan in de richting van verzoening. Het gaat om bedekken, het woord verzoenen geeft teveel aan.

Hier de twee teksten van het boek Deuteronomium waarin het woord kaphar voorkomt.

Deuteronomium 21:8. Ach HEER, houd Israël, het volk dat U bevrijd hebt, niet verantwoordelijk voor deze moord, en reken het ons niet aan dat er onder uw volk een onschuldige is gedood.’ Dan zal die moord hun niet worden aangerekend.
Opmerking: de NBV21 vertaalt hier met ‘niet aanrekenen’. De HSV vertaalt hier met verzoenen.

Deuteronomium 32:43. Laten alle volken zijn volk toejuichen, omdat Hij het bloed van zijn dienaren wreekt; Hij neemt wraak op zijn vijanden en de schuld van zijn land en zijn volk wist Hij uit.’
Opmerking: de NBV21 vertaalt hier met ‘uitwissen’, de HSV hier ook met verzoenen.

Zelfstandig naamwoord kippur
In de Bijbel komt acht keer het zelfstandig naamwoord kippur voor. Steeds in het meervoud. Vier keer komt het woord voor in combinatie met ‘dag’, de teksten met die uitdrukking staan in het volgende hoofdstuk. Hieronder de vier overige teksten.

Exodus 29:36. U moet ook elke dag een jonge stier als zondoffer ter verzoening bereiden en het altaar van zonde reinigen door er verzoening voor te doen; u moet het dan zalven om het te heiligen. [HSV]

Opmerking: deze handeling was een stier offeren op een altaar dat daar voor was geschikt gemaakt. In deze tekst staan alle woorden rond verzoening: offer, offering, verzoening (kippur), zonde, altaar, verzoenen, zalven en  heiligen.

Exodus 30:10. Aäron moet dan eenmaal per jaar aan de horens van het altaar verzoening doen met een deel van het bloed van het zondoffer ter verzoening. Eenmaal per jaar moet hij aan de horens verzoening doen, al uw generaties door; het is allerheiligst voor de HEERE. [HSV]

Opmerking: de NBV spreekt van verzoeningsrite. Het woord rite lijkt een speciaal religieus woord. Terwijl het hier gaar om handelingen, die in gehoorzaamheid moesten worden uitgevoerd. De gehoorzaamheid maakte het krachtig.

Exodus 30:16. U moet het geld ter verzoening van de Israëlieten nemen en het bestemmen voor de dienst van de tent van ontmoeting. Het moet een herinnering voor de Israëlieten zijn voor het aangezicht van de HEERE, om voor uw leven verzoening te doen. [HSV]

Opmerking: het gaat hier om het betalen van losgeld als je een registratie doet. Waarom je bij een registratie dit moet doen, heb ik niet uitgezocht

Numeri 5:8. Maar als die man geen losser heeft om aan hem de schuld te vergoeden, is de schuld die vergoed moet worden aan de HEERE, voor de priester, naast de ram van verzoening waarmee hij voor zichzelf verzoening moet doen. [HSV.]

Opmerking: het gaat hier om een vergoeding die iemand moet geven als hij schuldig is. Is er niemand aan wie hij kan betalen, dan is het voor de priester. Evenals het ram dat hij heeft aangeboden.

Yom Kippur

Er is in de Bijbel een hoofdstuk van 34 verzen waarin wordt beschreven welke handelingen de hogepriester op de dag van de grote verzoening moest uitvoeren. Het is het 16de hoofdstuk van het boek Leviticus.

De handelingen op Yom Kippur zijn een verbijzondering van de offering en de genoegdoening, die iedere dag plaatsvinden.

Aanleiding en achtergrond.
Leviticus 16:1-2. Na de dood van de twee zonen van Aäron die stierven toen ze in de nabijheid van de HEER kwamen, zei de HEER tegen Mozes: ‘Zeg tegen je broer Aäron dat hij niet zomaar de heilige ruimte achter het voorhangsel mag binnengaan. Het zou zijn dood betekenen, want daar, boven de verzoeningsplaat die op de ark ligt, is de plaats waar ik in een wolk verschijn.

Wat Aäron bij zich moet hebben als hij de heilige ruimte binnengaat
Leviticus 16:3-5. Dit moet Aäron bij zich hebben wanneer hij de heilige ruimte betreedt: een stier voor een reinigingsoffer en een ram voor een brandoffer. Hij moet een heilige linnen tuniek aantrekken en een linnen broek dragen. Hij moet een linnen gordel om zijn middel binden en zijn hoofd met een linnen tulband bedekken. Dat is heilige kleding; voordat hij die aantrekt, moet hij zijn lichaam met water wassen. Van de Israëlieten moet hij twee bokken voor een reinigingsoffer in ontvangst nemen en een ram voor een brandoffer.

Leviticus 16:6-10. De stier biedt Aäron aan als reinigingsoffer namens zichzelf, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. De beide bokken moet hij naar de ingang van de ontmoetingstent brengen, en daar, ten overstaan van de HEER, moet hij door loting vaststellen welke bok bestemd is voor de HEER en welke voor Azazel. De bok die door het lot voor de HEER bestemd is, moet hij als reinigingsoffer opdragen; de bok die door het lot bestemd is voor Azazel moet levend voor de HEER blijven staan om verzoening mee te bewerken, en daarna de woestijn in worden gestuurd, naar Azazel.

Leviticus 16:11-14. Aäron moet de stier voor zijn eigen reinigingsoffer aan de HEER opdragen, om voor zichzelf en zijn familie verzoening te bewerken. Hij moet de stier slachten en een vuurbak vullen met gloeiende houtskool van het altaar dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat. Hij moet twee handen fijngestampt geurig reukwerk nemen en dat alles naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. Daar moet hij het reukwerk ten overstaan van de HEER op het vuur leggen opdat de wolk van het reukwerk de verzoeningsplaat op de ark met de verbondstekst aan het oog onttrekt, anders sterft hij. Hij moet met zijn vinger wat bloed van de stier op de verzoeningsplaat sprenkelen en zevenmaal wat bloed op de grond ervoor. 

Leviticus 16:15-19. Daarna moet hij de bok voor het reinigingsoffer van het volk slachten, en het bloed naar de heilige ruimte achter het voorhangsel brengen. Met het bloed moet hij hetzelfde doen als met het bloed van de stier: hij moet het op de verzoeningsplaat en op de grond ervoor sprenkelen. Zo voltrekt hij aan de heilige ruimte de verzoeningsrite voor de onreinheden en overtredingen van de Israëlieten, voor al hun zonden. Hetzelfde moet hij doen met het voorste deel van de ontmoetingstent, die in hun kamp staat, te midden van alle onreinheid van het volk. Er mag niemand in de ontmoetingstent zijn, vanaf het moment dat hij die binnengaat om de verzoeningsrite te voltrekken tot het ogenblik waarop hij de tent verlaat. Nadat hij voor zichzelf en zijn familie en voor de hele gemeenschap van Israël de verzoeningsrite heeft voltrokken, moet hij naar buiten gaan, naar het altaar dat bij de ingang staat. Ook daaraan moet hij de verzoeningsrite voltrekken. Hij moet wat bloed van de stier en van de bok aan de horens van het altaar strijken, en vervolgens met zijn vinger het altaar zevenmaal met het bloed besprenkelen. Zo reinigt hij het van de onreinheid van de Israëlieten en heiligt hij het weer.

Leviticus 16:20-22. Nadat Aäron de verzoeningsrite heeft voltrokken aan de heilige ruimte, het voorste deel van de ontmoetingstent en het altaar, moet hij de andere, nog levende bok laten brengen. Hij legt dan zijn beide handen op de kop van de bok en spreekt alle wandaden en vergrijpen van de Israëlieten openlijk uit, alle zonden die ze hebben begaan. Zo legt hij alle zonden op de kop van de bok. Daarna moet hij het dier de woestijn in sturen, onder de hoede van iemand die daarvoor is aangewezen. De bok neemt alle zonden van het volk met zich mee, naar een verlaten gebied.

Leviticus 16-22b-28. Nadat de bok in de woestijn is losgelaten, moet Aäron de ontmoetingstent binnengaan. Hij moet de linnen kleren uitdoen die hij had aangetrokken toen hij de heilige ruimte binnenging, en ze daar laten liggen. Op een heilige plaats moet hij zijn lichaam met water wassen en zijn gewone kleren weer aantrekken. Dan gaat hij naar buiten en brengt zijn eigen brandoffer en het brandoffer van het volk, om voor zichzelf en voor het volk verzoening te bewerken. Het vet van de reinigingsoffers moet hij op het altaar verbranden. De man die de bok naar Azazel heeft gestuurd, moet zijn kleren en zijn lichaam met water wassen voordat hij het kamp weer in mag. De stier en de bok voor het reinigingsoffer, waarvan het bloed het heiligdom is binnengebracht voor de verzoeningsrite, worden buiten het kamp gebracht, waar de huid en het vlees en de ingewanden moeten worden verbrand. Degene die ze verbrand heeft, moet zijn kleren en zijn lichaam met water wassen voordat hij het kamp weer in mag.

Leviticus 16:29-34. De volgende bepaling blijft voor jullie voor altijd van kracht: De tiende dag van de zevende maand moeten jullie in onthouding doorbrengen en je mag dan geen enkele bezigheid verrichten, geboren Israëlieten evenmin als de vreemdelingen die bij jullie wonen. Want op die dag wordt voor jullie de verzoeningsrite voltrokken opdat jullie van al je zonden gereinigd worden en de HEER weer rein tegemoet kunnen treden. Die dag moet in volstrekte rust en onthouding worden doorgebracht; deze bepaling blijft voor altijd van kracht. De priester die gezalfd is en tot opvolger van zijn vader is aangesteld, zal dan de verzoeningsrite voltrekken. Gehuld in zijn heilige linnen kleding 33moet hij de verzoeningsrite voltrekken aan de heilige ruimte in het heiligdom, en ook aan het voorste deel van de ontmoetingstent en aan het altaar. Zo bewerkt hij verzoening voor de priesters en de hele gemeenschap. Deze bepaling blijft voor jullie voor altijd van kracht: eenmaal per jaar moet voor de Israëlieten verzoening bewerkt worden voor al hun zonden.’ Mozes deed wat de HEER hem had opgedragen.

Opvallend is dat in dit hoofdstuk de naam van de dag, Yom Kippur of Grote Verzoendag, niet wordt genoemd. Deze naam wordt wel in drie andere teksten in de Bijbel genoemd. Deze staan hieronder. De tekst erna gaat ook over Grote Verzoendag zonder dat de naam van de dag wordt genoemd.

Dit is de tekst, die voor het eerst de naam van de dag noemt.

Leviticus 23:26-32. De HEER zei tegen Mozes:  ‘Neem dit in acht: De tiende dag van de zevende maand is het Grote Verzoendag, een dag die jullie als heilige dag samen moeten vieren. Jullie moeten die dag in onthouding doorbrengen en de HEER een offergave aanbieden. Je mag dan geen enkele bezigheid verrichten, want het is Grote Verzoendag, waarop voor jullie ten overstaan van de HEER, jullie God, de verzoeningsrite zal worden voltrokken. Wie deze dag niet in onthouding doorbrengt, zal uit de gemeenschap gestoten worden. Wie die dag enige bezigheid verricht, zal ik zelf uit de gemeenschap wegvagen. Je mag die dag geen enkele bezigheid verrichten; deze bepaling geldt voor jullie voor altijd, generatie na generatie, waar je ook woont. Het zal voor jullie een dag van volstrekte rust zijn, die je in onthouding moet doorbrengen. Deze dag moet in volstrekte rust worden doorgebracht, vanaf de avond van de negende dag van die maand tot aan de avond daarop.’

In deze tekst geeft aan dat zeker bij het jubeljaar de Grote Verzoendag moet worden gevierd.

Leviticus 25:8-10. Na verloop van zeven sabbatsjaren, na zeven maal zeven jaar, wanneer er negenenveertig jaren verstreken zijn, moeten jullie op de tiende dag van de zevende maand de ramshoorn luid laten schallen. Op Grote Verzoendag moet in heel het land de ramshoorn schallen. Elk vijftigste jaar zal voor jullie een heilig jaar zijn, waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het land. Dit is het jubeljaar, waarin ieder naar zijn eigen grond en zijn eigen familie kan terugkeren. 

We komen ook nog een keer in een andere tekst de 10de dag van de 7de maand tegen. Hier gaat het dus ook over Grote Verzoendag.
Numeri 29:7-11. Ook de tiende dag van de zevende maand moet u als heilige dag samen vieren. U moet die dag in onthouding doorbrengen en mag geen enkele bezigheid verrichten. Bied de HEER die dag als brandoffer, als een geurige gave, een stier aan, een volwassen ram en zeven eenjarige rammen, alle zonder enig gebrek, met het bijbehorende graanoffer van tarwebloem vermengd met olijfolie: drie tiende efa bij de stier, twee tiende efa bij de volwassen ram en één tiende efa bij elk van de zeven jonge rammen. Als reinigingsoffer moet u een bok aanbieden. Deze offers komen niet in mindering op het reinigingsoffer waarmee de verzoeningsrite voltrokken wordt, en ook niet op het dagelijkse brandoffer en de daarbij horende graan- en wijnoffers.

Opmerking: het gaat hier er vooral om welke offers moeten worden gebracht. Ieder soort offer heeft natuurlijk een specifieke betekenis. Zie verder de studie over de offers <<die moet nog worden gemaakt>>

Attributen

Bij de dienst voor Grote Verzoendag kwamen allerlei specifieke middelen aan de orde en ook allerlei specifieke handelingen. Deze komen in dit hoofdstuk aan de orde.

‘Aron (kist)
Eerst werd door Israël een ‘ark’ gemaakt. Een houten kist van pakweg 1,7 bij 1 bij 1 meter. Deze kist wordt in Nederlandse vertalingen ‘ark’ genoemd.

Woord Soort
woord
StrongOpmerkingen:
1אָרוֹן ‘ārônZelfstandig
naamwoord
mannelijk
H727Kist, ark
Komt 202 keer voor in 174 verzen
KJV: ark (195x), chest (6x), coffin (1x).

In het Hebreeuws gebruikt men dit woord voor een kist waarin je dingen bewaard. Men hanteert dit woord ook om overleden mensen in te leggen. Zo werd Jozef de zoon van Jacob na zijn dood gelegd in zo’n kist gelegd. Genesis 50:26.

Kapporeth (genadedeksel)

Op de kist in de tabernakel kwam een plaat te liggen, de kapporeth. Er is ook een Grieks voor, dat in het Nieuwe Testament wordt gebruikt.

Woord Soort
woord
StrongOpmerkingen:
1כַּפֹּרֶת
kapporeth
Zelfstandig
naamwoord
vrouwelijk
H3727Verzoeningsplaat
Komt 27 keer voor in 22
verzen
KJV: mercy seat (26x),
mercy seatward (1x).
2ἱλαστήριον
hilastērion
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2435Middel voor verzoening
Komt 2 keer voor in 2 verzen.
KJV: propitiation (1x), mercyseat (1x).

Het woord kapporeth komt 27 keer in 22 verzen voor. De SV, HSV en NBG vertalen dit woord met verzoendeksel. De NBV heeft gekozen voor verzoeningsplaat.

Een deksel veronderstelt dat de bovenkant open was als het deksel er niet was. De plaat zou op het houten deksel kunnen zijn aangebracht. Of het een deksel of een plaats was is mij tot nu toe niet bekend. <<>>

De KJV gaat een heel andere kant op bij de vertaling, een mercy seat, een genadetroon. Dit woord kom je in Nederland wel in liederen tegen.

Je zou ook wel de woorden bedekken of besmeren kunnen gebruiken. Er werd bloed op gesmeerd. <<?>>

Exodus 25:17-21. Je moet ook een verzoeningsplaat maken van zuiver goud, twee-en-een-halve ​el​ lang en anderhalve ​el​ breed. Maak aan de beide uiteinden daarvan een cherub, eveneens van goud, één aan het ene uiteinde en één aan het andere uiteinde. Het moet drijfwerk zijn, de twee cherubs moeten één geheel met de plaat vormen. Ze moeten tegenover elkaar staan, met het gezicht naar de verzoeningsplaat gekeerd, en hun vleugels moeten gespreid zijn zodat ze zich daar beschermend over uitstrekken. Leg de verzoeningsplaat op de ​ark; leg de verbondstekst die ik je zal geven in de ​ark. Daar zal ik je ontmoeten, en vanaf die plaats, boven de verzoeningsplaat, tussen de twee ​cherubs​ op de ​ark​ met de verbondstekst, zal ik met je spreken en je alles zeggen wat ik van de Israëlieten verlang.

Exodus 37:6-9. Ook maakte hij (Basaleël) de verzoeningsplaat van zuiver goud, twee-en-een-halve ​el​ lang en anderhalve ​el​ breed. Aan de beide uiteinden daarvan maakte hij een cherub, eveneens van goud, één aan het ene uiteinde en één aan het andere uiteinde. Het was drijfwerk, de twee cherubs vormden één geheel met de plaat. Ze stonden tegenover elkaar, met het gezicht naar de verzoeningsplaat gekeerd, en hun vleugels waren gespreid zodat ze zich daar beschermend over uitstrekten.

Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament wijdt een heel hoofdstuk aan de relatie van het offer van Jezus met Yom Kippur. Verder openbaart het Nieuwe Testament nog meer over de genade en als ultieme doel, de verzoening.

Yom Kippur

In het 9de hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën wordt de kijk op Yom Kippur vanuit het perspectief van het Nieuwe Testament toegelicht.

De kern daarbij is dat Jezus nu een rol als hogepriester heeft met een veel grotere betekenis. Vanaf vers 11 is dat te lezen. Tot vers 11 is er een beschrijving van het Yom kippur feest zoals dat eerder betekenis had.

De eerste tekst verwijst naar het hoogtijdag van het eerste verbond
Hebreeën 9:1. Het eerste verbond bevatte bepalingen voor de rituelen van de dienst en het aardse heiligdom.

De verzen daarna omschrijven de jaarlijkse handelingen van het Oude Verbond
Hebreeën 9:2-5. De voorste tent, die is ingericht met de kandelaar en de tafel voor de toonbroden, wordt het heilige genoemd. Achter het tweede voorhangsel bevindt zich de tent die het allerheiligste genoemd wordt. Daar staan het vergulde reukofferaltaar en de ark van het verbond, die langs alle zijden met goud overtrokken is en waarin zich de vergulde kruik met het manna, Aärons staf die gebloeid heeft en de platen met de verbondstekst bevinden; daarop staan de cherubs als teken van Gods majesteit, zij bedekken de verzoeningsplaat met hun schaduw. Op dit alles kunnen we nu niet in detail ingaan.

Het werk van de priesters tijdens het Oude Verbond.
Hebreeën 9:6-7. In het aldus ingerichte heiligdom gaan de priesters voortdurend de voorste tent binnen om hun dienst te vervullen, maar de tweede tent gaat alleen de hogepriester binnen, slechts eenmaal per jaar en nooit zonder het bloed dat hij offert voor zichzelf en voor de zonden die het volk uit onwetendheid heeft begaan.

Het resultaat van het werk tijdens het Oude Verbond.
Hebreeën 9:8-10. Hiermee maakt de heilige Geest duidelijk dat de weg naar het hemelse heiligdom niet zichtbaar is zolang de eerste tent nog dienstdoet. Dit alles is een zinnebeeld voor de huidige tijd: er worden daar gaven en offers gebracht die het geweten van degenen die ze opdragen niet tot volmaaktheid kunnen brengen; het gaat alleen om voedsel, drank en rituele wassingen, om bepalingen over uiterlijkheden die slechts gelden tot aan de nieuwe orde.

Christus als hogepriester en offer.
Hebreeën 9:11-12. Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht: Hij is door een indrukwekkender en volmaakter tent – die niet door mensenhanden gemaakt is en niet behoort tot onze schepping – voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft Hij een eeuwige verlossing verworven.

Het bloed van Christus reinigt ons geweten en heiligt ons.
Hebreeën 9:13-14. Want als het lichaam van wie onrein is al wordt gereinigd en geheiligd wanneer het besprenkeld wordt met het bloed van bokken en stieren of bestrooid met de as van een jonge koe, hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God?

Christus is bemiddelaar van een nieuw verbond.
Hebreeën 9:15-17. Zo is Hij dan bemiddelaar van een nieuw verbond; Hij is immers gestorven om ons te verlossen van de overtredingen tegen het eerste verbond. Nu kunnen allen die geroepen zijn het beloofde eeuwige erfdeel ontvangen. Bij een testament is het noodzakelijk dat de dood van de erflater wordt vastgesteld. Een testament is immers pas geldig na overlijden, het heeft geen rechtskracht wanneer de erflater nog leeft.

Uitleg van de verzoening bij het eerste verbond.
Hebreeën 9:18-22. Daarom is ook het eerste verbond niet zonder bloed ingewijd. Want nadat Mozes alle voorschriften van de wet aan heel het volk had voorgelezen, nam hij het bloed van jonge stieren en bokken, water, karmozijnrode wol en majoraan, en besprenkelde zowel het boek zelf als heel het volk, en verklaarde: ‘Dit is het bloed van het verbond dat God aan u heeft opgelegd.’ Vervolgens besprenkelde hij op dezelfde manier de tabernakel en alle voor de eredienst benodigde voorwerpen met het bloed. Volgens de wet wordt inderdaad vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats.

<<uitzoeken waarom water, karmozijnrode wol en majoraan, en besprenkelde zowel het boek??>>

De reiniging van wat er in de hemel is, moet met betere offergave.
Hebreeën 9:23-24. Als het dus noodzakelijk is dat de afbeeldingen van wat zich in de hemel bevindt op die manier gereinigd worden, dan moet wat in de hemel zelf is met veel betere offergaven worden gereinigd. Christus is immers geen heiligdom binnengegaan dat door mensenhanden is gemaakt, een afbeelding van het hemelse heiligdom, maar de hemel zelf, waar Hij nu bij God voor ons pleit.

Het offer van Jezus was eenmalig en het was genoeg.
Hebreeën 9:25-26. Hij offert zichzelf daar niet telkens opnieuw; Hij is dus niet te vergelijken met de hogepriester die elk jaar het heiligdom binnengaat, met bloed dat het zijne niet is, want dan zou Hij sinds de grondvesting van de wereld telkens opnieuw hebben moeten lijden. Nee, Hij heeft zich bij de voltooiing van de tijden eenmaal geopenbaard, om met zijn offer de zonde teniet te doen.

Jezus draagt de zonden voor wie Hem verwachten.
Hebreeën 9:27-28. Mensen moeten eenmaal sterven en daarna volgt het oordeel. Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen, niet om opnieuw de zonde op zich te nemen, maar om te redden wie Hem verwachten.

Nog een toevoeging
Hier wordt het woord verzoening niet genoemd maar het gaat er wel over.
Hebreeën 13:10-13. Wij hebben een altaar waarvan zij die in de tent dienstdoen niet mogen eten. De offerdieren, waarvan het bloed door de hogepriester het heiligdom wordt binnengedragen voor het reinigingsoffer, worden buiten het kamp verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om met zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden. Laten we dus het kamp verlaten, ons bij Hem voegen en delen in zijn vernedering.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
Het bloed van de offering zorgt voor reiniging en vergeving. Hebreeën 9:18-22.

Jezus heeft zijn offer vooral in de hemel gebracht. Waar Hij nu ook voor ons pleit. Hebreeën 9:23-24.

Wat Jezus met zijn offer heeft bereikt is:
– Hij heeft een eeuwige verlossing verworven. Hebreeën 9:12
– ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God? Hebreeën 9:13-14
– ons, het Joodse volk, te verlossen van de overtredingen tegen het eerste verbond. Hebreeën 9:15-17
– met zijn offer de zonde teniet te doen. Hebreeën 9:26.
– de zonden van velen te dragen. Hebreeën 9:28
– nu kunnen allen die geroepen zijn het beloofde eeuwige erfdeel ontvangen. Hebreeën 9:15-17

Genadig zijn (hilaskomai).

Er worden diverse Griekse woorden rond hilaskomai, die voorkomen in het Nieuwe Testament.

WoordSoort
woord
StrongOpmerkingen:
1ἱλάσκομαι
hilaskomai
WerkwoordG2433
SB2181
Genadig stemmen
Komt 2 keer voor
KJV: be merciful (1x), make reconciliation (1x).
2ἱλαστήριον
hilastērion
Zelfstandig
naamwoord
onzijdig
G2435
SB2183
Verzoeningsmiddel
Komt 2 keer voor
KJV: propitiation (1x), mercyseat (1x).
3ἱλασμός
hilasmos
Zelfstandig
naamwoord
mannelijk
G2434
SB2182
Verzoeningsmiddel
Komt 2 keer voor.
KJV: propitiation (2x).
4ἵλεως
ileōs
Bijvoeglijk
naamwoord
G2436
SB2184
Genadig
Komt 2 keer voor
KJV: be it far (1x), merciful (1x).

Dit woord geeft aan wat er direct vooraf gaat aan verzoenen, namelijk genadig zijn.

Genadig zijn hilaskomai
Dit werkwoord komt twee keer voor in twee verzen.

Lukas 18:13-14. De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich berouwvol op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’

Hebreeën 2:17. Daarom moest Hij in alles aan Zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om de zonden van het volk te verzoenen. [HSV]

Middel voor verzoening hilastērion.
Het zelfstandig naamwoord komt twee keer voor in twee verzen.

Romeinen 3:25-26. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee toont God zijn gerechtigheid, want in zijn verdraagzaamheid gaat Hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan, om nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid te bewijzen: Hij laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.

Hebreeën 9:5. … daarop staan de cherubs als teken van Gods majesteit, zij bedekken de verzoeningsplaat met hun schaduw. Op dit alles kunnen we nu niet in detail ingaan.
Opmerking: de cherubs staan daar om verkeerd gebruik tegen te gaan.

Zelfstandig naamwoord hilasmos
Het zelfstandig naamwoord komt twee keer voor in twee verzen.

1 Johannes 2:2. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.
Opmerking: brengen van genade zou een beter vertaling zijn.

1 Johannes 4:10. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.
Opmerking: brengen van genade zou een beter vertaling zijn.

Bijvoeglijk naamwoord hileos
Dit woord komt twee keer voor.

Matteüs 16:22. En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! [HSV]

Hebreeën 8:11-13. En zij zullen beslist niet ieder zijn naaste en ieder zijn broeder onderwijzen en zeggen: Ken de Heere. Want zij allen zullen Mij kennen, van klein tot groot onder hen. Want Ik zal wat hun ongerechtigheden betreft genadig zijn en aan hun zonden en hun wetteloos gedrag beslist niet meer denken. Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmee het eerste voor verouderd verklaard. En wat oud is verklaard en wat veroudert, staat op het punt te verdwijnen.

Het begrip troon van genade
Het Nieuwe Testament spreekt ook van de troon van genade. Een andere uitdrukking dan de verzoeningsplaat.

Hebreeën 4:16. Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.
Opmerking: hier wordt het Griekse woord charis gebruikt G5485 gebruikt dat met genade is vertaald.

Zou de troon van God de Vader ook een troon van genade zijn?
Openbaring 1:4-6. Van Johannes, aan de zeven gemeenten in Asia. Genade zij u en vrede van Hem die is, die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de dood, de heerser over de vorsten van de aarde. Aan Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan Hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
Opmerking: ook hier wordt het Griekse woord charis gebruikt G5485.

Wat kunnen we van deze teksten leren?
De sleutel om genade te ontvangen ligt in eerbied en ontzag voor God. Lukas 18:13-14.

Doordat Jezus aan God trouw was en samen met zijn broeders was kon Hij de nieuwe hogepriester zijn. Hebreeën 2:17

Jezus is het middel voor genade. Voorwaarde is dat je in Jezus gelooft. Romeinen 3:25-26

De cherubs staan als teken van Gods majesteit op de genadeplaat. Dat is een bewaking voor verkeerd gebruik. Hebreeën 9:5

God heeft zijn Zoon gezonden om genade te brengen. 1 Johannes 4:10. Zelfs voor de hele wereld. 1 Johannes 2:2.

Genade kan bestaan uit bescherming. Matteüs 16:22. Niet meer denken aan onze zonden en wetteloos gedrag. Hebreeën 8:11-13

Uit Gods troon komt genade. Hebreeën 4:16. Zoals dat Jezus ons liefheeft, ons bevrijd door zijn bloed, een koninkrijk uit ons gevormd en gemaakt tot priesters. Openbaring 1:4-6.

Andere Bronnen

Ik ken geen christelijke boeken die alleen over Yom Kippur gaan. Natuurlijk is er wel veel literatuur over Yom Kippur uit het Jodendom.

De godsdienstige bronnen, respectievelijk Joods (1), RK (2), Calvijn (3) en H. Berkhof (4).

Locatie en opmerkingen:
1Kitsoer Sjoechan Aroech. Hoofdstuk 130 de tien bekeringsdagen, 131 de dag voor Jom Kippoer, 132 de avond van Jom Kippoer, 133 voorschriften voor Jom Kippoer (31 voorschriften) bladzijden 679 tot 699. Hier enkele citaten.

Hoofdstuk 130: De tien dagen vanaf Rosj Hasjana tot en met Jom Kippoer hoort iedereen zich berouwvol tot God te wenden met deze ontzagwekkende dag van Jom Hakippoeriem in zicht, zoals gesuggereerd wordt [Vajikra 16:30]: “Reinig jezelf voor HaSjeem”, en [Jesjajahoe 55:6]: “Zoek God wanneer Hij te vinden is”.

Hoofdstuk 131. Op Jom Kippoer worden niet de overtredingen
vergeven die men begaan heeft tegenover zijn medemens, tenzij men met die ander vrede gesloten heeft, zoals er staat geschreven [Vajikra 16:30]: “Je zult gereinigd worden van al je zonden voor Hasjeem”. Dat wil zeggen dat alleen de zonden en overtredingen die men voor HaSjeem begaan heeft, zullen worden vergeven. Maar de overtredingen tussen mensen onderling, daar
kan men geen vergiffenis van HaSjeem voor krijgen, tenzij men met elkaar daarover vrede gesloten heeft. Daarom moet iedereen nagaan of het geld dat hij in zijn bezit heeft, wel van hemzelf
is of niet. Men moet [bij twijfel] aan zijn naaste bekend maken, dat hij direct na Jom Kippoer met hem naar een Tora-rechtbank wil gaan en dat hij het besluit van het Beet Dien zal uitvoeren.

Hoofdstuk 133. Op Jom Kippoer is het verboden:
a] te eten,
b] te drinken,
c] zich te wassen,
d] zich te oliën of te zalven,
el leren schoeisel te dragen,
f] seksuele gemeenschap te hebben.
2RK Katechismus: geen tekst over Yom Kippur
3Institutie van Calvijn: geen tekst over Yom Kippur
4Christelijk Geloof van H. Berkhof: geen tekst over Yom Kippur

Er zijn wel boeken in de christelijke wereld, die gaan over verzoening.

Auteur:Titel:
1Dr Cohen StuartJoodse feesten en vasten (blz. 203-220)
2Arno LammWake Up (blz 347-397)
3Eddie ChumneyThe seven festivals of the messiah
4 Jacob J. PetuchowskiVan Pesach tot Chanoeka
5Derek PrinceVerzoening
Jouw ontmoeting met God

<<enkele opmerkingen uit het Wake Up boek toevoegen>>

Overwegingen

Het volk Israël is met deze dag destijds in de woestijn begonnen en heeft deze dag eeuwenlang gevierd zoals het was voorgeschreven.

De eerste tempel werd in 586 voor Christus verwoest. De tweede tempel werd in 515 voor Christus gebouwd. Nadat deze tweede tempel in het jaar 70 na Christus werd verwoest heeft het joodse volk en ook de kerk nog eeuwenlang dit feest in aangepaste vorm gevierd. Het bleef een dag van vasten, schuldbelijdenis en het beleven van de genade.

Wij als christenen zouden deze dag ook kunnen beleven. Welke vorm? <<nog eens over nadenken>>

Meestal sluiten de feesten van het Nieuwe Verbond aan op de kalender van het Oude Verbond. Pesach en Pasen. Sjawoeot en Pinksterfeest, maar Yom Kippur in het najaar is opgevolgd door de kruisiging bij het Paasfeest. Wat zit daar voor een les in? Komt er in de toekomst nog een dan van bedekking, aflossing en verzoening die veel verder gaat?

Lessen

Yom Kippur, viert men in Israël op de 10de dag van de 7de maand. En dat is een dag op de kalender die de Bijbel hanteert. In ons land hanteren we een andere kalender.

Yom Kippur is na de bijzondere dag op de 1ste  dag van die 7de maand. Die dag heet Rosh Hasjana. In Israël is dat Nieuwjaarsdag. Na Yom Kippur begint, vijf dagen later, het Loofhuttenfeest dat dus op de 15de dag van de maand begint.

Yom Kippur was in Oude Tijden, die ene dag in het jaar dat de hogepriester de heilige ruimte achter het voorhangsel in de tempel in Jeruzalem mocht betreden om de voorgeschreven handelingen te doen voor het volk. Toen er alleen nog maar een tabernakel was, gebeurde het daar en toen de tempel was gebouwd gebeurde het in de tempel.

Het 9de hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën legt duidelijk uit hoe het is met de verzoening door Jezus Christus en voor wie die verzoening is.

We willen weer opnieuw van Jezus leren. Hij gaf lessen voor een goed leven.