Zegenen betekent goed spreken over anderen en ook over God. God kan ook goed spreken over mensen. Het staat tegenover kwaad spreken.
Het goed spreken heeft ook goede gevolgen en het kwaad spreken idem dito.
Deze studie bekijkt alle teksten van het Nieuwe Testament waar woorden, die je met zegenen kunt vertalen in voorkomen. En slechts een kleine selectie van deze woorden van het Oude Testament.
De citaten zijn uit de NBV21 vertaling tenzij anders is aangegeven.
Studievragen
Over dit onderwerp zijn de volgende vragen te stellen.
Wat is zegenen?
Wie kunnen zegenen. En wie kunnen we zegenen?
Kunnen we namens God zegenen?
Wat kan zegenen uitwerken?
Hoe kun je zegenen?
Hebben de vertalingen de woorden goed vertaald?
Doet de christelijke wereld dit zoals de bedoeling is?
Wat heb ik ervan geleerd? Wat is mijn persoonlijke les?
In het laatste hoofdstuk Lessen staan antwoorden op deze vragen.
Oude Testament
In het Hebreeuws komen deze woorden voor die je met zegenen en zegen kunt vertalen.
Barak, zegenen
Dit zijn de gegevens rond het woord barak.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | בָּרַךְ bāraḵ | Werkwoord | H1288 | Zegenen Komt 330 keer voor in 289 verzen KJV: bless (302x), salute (5x), curse (4x), blaspheme (2x), blessing (2x), praised (2x), kneel down (2x), congratulate (1x), kneel (1x), make to kneel (1x), miscellaneous (8x). |
| 2 | בְּרָכָה bᵊrāḵâ | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | H1293 | Zegening Komt 69 keer voor in 64 verzen. KJV: blessing (61x), blessed (3x), present (3x), liberal (1x), pools (1x). |
Ad. 1. Barak, zegenen.
Dit woord komt vooral in twee boeken veel voor namelijk 73 keer in het boek Genesis en 75 keer voor in het boek van de Psalmen.
Genesis 1:22. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’
Opmerking: de eerste zeen van God is voor de dieren.
Genesis 1:28. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’
Opmerking: de tweede zegen van God is voor de mensen.
Genesis 2:3. God zegende de zevende dag en heiligde die, want op die dag rustte Hij van heel zijn scheppingswerk.
Opmerking: de derde zegen van God is voor de sabbat.
Genesis 5:2. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Toen Hij hen geschapen had, zegende Hij hen en noemde hen mens.
Opmerking: voor de tweede keer is genoemd dat God de mens zegende.
Genesis 9:1, Toen zegende God Noach en zijn zonen; Hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde.
Genesis 9:26. Ook zei hij: Gezegend is de HEERE, de God van Sem! Laat Kanaän een dienaar voor hem zijn! ]HSV]
Opmerking: dit zei Noach toen hij uit zijn roes ontwaakte en opmerkte dat Sem en Jafeth met respect met hem waren omgegaan en Cham de vader van Kanaän niet.
Genesis 12: 2-3 ‘Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal Ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij’.
Opmerking 1: dit zegt God tegen Abraham. Dit gaat voor het eerst erover dat mensen ook zegenen, namelijk Abraham zegenen.
Opmerking 2: ‘een bron van zegen zul je zijn’, hier voor de eerste keer het zelfstandig naamwoord bᵊrāḵâ
De Zegen van de Hogepriester
Numeri 6:24-26. De HEERE zegene u, en behoede u!
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig!
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!
Opmerking 1: De tekst hierboven staat zowel in de SV, NBG als HSV. De NBV maakt er een wens van ‘moge’ dit en ‘moge’ dat. Deze vertalers hebben naar mijn mening het zegenen niet begrepen.
Opmerking 2: dit is de zegen die Aäron en de zonen die zijn opvolgers waren moesten uitspreken. Dit wordt ook wel de Aäronitische zegen genoemd. God voegt er nog aan toe, zie vers 27. ‘Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen’.
Drie keer in iedere zin is God het onderwerp. De drie zinnen bevatten achtereenvolgens 3, 5 en 7 woorden en resp. 15, 20 en 25 letters (zie verder Bijbelcommentaar Studiebijbel
| De tekst in letterlijke vertaling: | Opmerkingen: |
| Zegene u- de Here- en Hij beware u (3 woorden) | Bewaren is beschermen of beveiligen. De taak van een vader en zeker dus ook dé Vader. |
| Doe schijnen- de Here- zijn aangezicht- over u- en geve u genade (5 woorden) | Zijn aangezicht doen schijnen betekent dat we Hem kunnen zien. Zoals je in het donker met een lamp iemands gezicht beschijnt. De keerzijde zou zijn dat God zich verborgen houdt. |
| Heffe op- de Here- zijn aangezicht- over u- en Hij stelle- voor u- vrede (7 woorden) | Hij kijkt op naar jou en kijkt je aan. Hij stelt voor jou vast: vrede. Dit kunnen we eigen maken door het werk van de Heilige Geest. |
Nieuwe Testament
Ook in het Nieuwe Testament komt er maar een woordfamilie voor dat met zegenen is te vertalen.
Eulogeo, zegenen
Dit zijn de gegevens rond het woord eulogeo.
| Woord | Soort woord | Strong | Opmerkingen: | |
| 1 | εὐλογέω eulogeō | Werkwoord | G2127 SB1939 | Goed spreken, zegenen Komt 44 keer voor in 41 verzen KJV: bless (43x), praise (1x) |
| 2 | εὐλογητός eulogētos | Bijvoeglijk naamwoord | G2128 SB1940 | Gezegende Komt 8 keer voor in 8 verzen KJV: blessed (said of God) (8x). |
| 3 | εὐλογία eulogia | Zelfstandig naamwoord vrouwelijk | G2129 SB1941 | Zegen Komt 16 keer voor in 14 verzen KJV: blessing (11x), bounty (2x), bountifully (with G1909) (2x), fair speech (1x). |
| 4 | ἐνευλογέω eneulogeō | Werkwoord | G1757 SB<<>> | Zegenen. Komt 2 keer voor in 2 verzen KJV: bless (2x). |
Ad. 1. Eulogeo, zegenen
‘Eu’ betekent ‘goed’. ‘Logos’ betekent ‘woord’. Beide woorden samen, ‘goede woorden’. Het werkwoord eulogeo is goede woorden spreken oftewel prijzen, loven of complimenteren.
Hieronder alle teksten waarin dit woord in voorkomt.
Matteüs 5:43-45. U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten. Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. [HSV]
Matteüs 14:19. En Hij gaf de menigte opdracht op het gras te gaan zitten; en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. [HSV]
Opmerking: Jezus sprak goed over de broden en de vissen. Wat het daarom dat ze zich vermenigvuldigden? Zelfde tekst in Marcus 6:41 en Lucas 9:16.
Dit was tijdens de intocht van Jezus in Jeruzalem. Palmpasen.
Matteüs 21:9. De talloze mensen die voor Hem uit liepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel!’
Matteüs 23:39. Ik verzeker jullie: vanaf nu zullen jullie Mij niet meer zien, totdat je zult zeggen: “Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!”’
Opmerking: als Jezus terugkomt dan zal hetzelfde worden gezegd.
Matteüs 25:34. Dan zal de koning tegen de groep aan zijn rechterzijde zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.
Matteüs 26:26. En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. [HSV]
Opmerking: dit gebeurt als Jezus met zijn discipelen het Pesachmaal viert.
Marcus 8:7. En zij hadden enkele visjes; en toen Hij ze gezegend had, zei Hij dat zij ook die moesten voorzetten. [HSV]
Marcus 10:16. En Hij omarmde hen, legde de handen op hen en zegende hen. [HSV]
Opmerking 1: het gaat hier over het zegenen van de kinderen die bij Jezus werden gebracht.
Opmerking 2: de NBV21 vertaalt met: “Hij nam de kinderen in zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen”. De NBV denkt dat ze zegen door handoplegging wordt gedaan. Zoals we dat in de kerk gewend zijn. Het zijn juist twee verschillende dingen.
Marcus 11:9-10. Allen die voor Hem uit liepen of achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hoogste hemel!
Marcus 14:22. En terwijl zij aten, nam Jezus brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het hun en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. [HSV]
Lucas 1:28. En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen. [HSV]
Opmerking: de laatste zin komt niet in de NBV21 voor omdat het niet in de brontekst staat die de NBV hanteert.
Lucas 1:42. … en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot!
Lucas 1:64. En meteen werd zijn tong losgemaakt en zijn mond geopend, en hij begon te spreken en God te loven.
Opmerking: dit gaat over Zacharias, de vader van Johannes de Doper, die begint goed over God te spreken.
Lucs 2:28-35. … nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden: ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals U hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over Hem werd gezegd. Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël vanwege Hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat weersproken wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’
Opmerking: dit gaat over Simeon, die erbji was toen Jezus werd opgedragen in de tempel.
Lucas 6:27-28. Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.
Lucas 13:35. Jullie tempel wordt aan zijn lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen Mij niet meer zien, totdat je zult zeggen: “Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!”’
Lucas 19:38. Ze riepen: ‘Gezegend Hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’
Lucas 24:30. Toen Hij met hen aanlag voor de maaltijd, nam Hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun.
Opmerking: dit gaat over het Pesachmaal. Er staat dat Jezus het zegende. Het is wel waarschijnlijk dat Jezus hierbij een het gebruikelijke Joodse gebed uitsprak, dat inderdaad een zegenbede is.
Lucas 24:50-53. Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. Ze aanbaden Hem en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem. Ze waren voortdurend in de tempel, waar ze God loofden.
Opmerking: dit zijn de laatste woorden van het evangelie volgens Lucas.
Johannes 12:13. …haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.’
Handelingen 3:25-26. U bent de erfgenamen van deze profeten, en van het verbond dat God met uw voorouders heeft gesloten toen Hij tegen Abraham zei: “In jouw nageslacht zullen alle volken op aarde gezegend worden“. (Strong H1757). God heeft zijn dienaar allereerst voor u laten opstaan en Hem naar u gezonden om ieder van u die zich afkeert van zijn slechte daden te zegenen.’
Romeinen 12:14. Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet.
Opmerking: spreek niet slecht over de vervolgers.
1 Korintiërs 4:11-13. Tot op de dag van vandaag lijden we honger en dorst, hebben we nauwelijks kleren, worden we mishandeld, leiden we een zwervend bestaan en zwoegen we voor ons eigen brood. Worden we bespot, dan zegenen we; worden we vervolgd, dan verdragen we het;
worden we beledigd, dan antwoorden we vriendelijk. Tot op dit ogenblik zijn wij het uitschot van de wereld, het uitvaagsel van de mensheid.
1 Korintiërs 10:16. Laat de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet delen in het bloed van Christus? Laat het brood dat wij breken ons niet delen in het lichaam van Christus?
Opmerking: de letterlijke vertaling is: ‘De beker van zegen die we zegenen’. Wat een overvloed wil God ons geven via die beker.
1 Korintiërs 14:15-16. Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden. Ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen. Want anders, als u dankzegt met uw geest, hoe zal hij die de plaats inneemt van de niet-ingewijde, amen zeggen op uw dankzegging, wanneer hij niet weet wat u zegt?
Opmerking: een wellicht onbegrijpelijke tekst voor degenen die geen tongentaal kennen.
Galaten 3:8-9. En de Schrift, die voorzag dat God ook de andere volken door geloof rechtvaardig zou verklaren, verkondigde het evangelie al lang tevoren aan Abraham: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ (Strong G1757). En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend.
Efeziërs 1:3. Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
Opmerking: in deze tekst staat naast het werkwoord ook het bijvoeglijk naamwoord en een
Hebreeën 6:13-14. Toen God aan Abraham zijn belofte deed, kon Hij bij niemand zweren die hoger was dan Hijzelf, en dus zwoer Hij plechtig bij zichzelf: ‘Ik zal je rijkelijk zegenen en je talloze nakomelingen geven.’
Opmerking: letterlijk staat er: ‘zegenende zal ik u zegenen’.
Hebreeën 7:1. Want deze Melchisedek, koning van Salem en priester van de allerhoogste God, ging Abraham tegemoet toen deze terugkeerde van zijn overwinning op de koningen, en zegende hem,
Hebreeën 7:6-7. Maar hoewel hij niet met hen verwant was, heeft Melchisedek tienden geïnd van Abraham en de man gezegend die de beloften ontvangen had. Het staat buiten kijf dat de mindere altijd gezegend wordt door de meerdere.
Hebreeën 11:20-21. Door zijn geloof zegende Isaak Jakob en Esau, ook met het oog op de toekomst. Door zijn geloof kon Jakob op zijn sterfbed de beide zonen van Jozef zegenen; daarna knielde hij neer, steunend op de greep van zijn stok.
Jakobus 3:10. Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters?
1 Petrus 3:9. Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen.
Opmerking: naast het werkwoord staat hier ook het zelfstandig naamwoord zegen.
Ad. 2. eulogētos, gezegend
Het bijvoeglijk naamwoord eulogētos betekent gezegend, zegenrijk verklaard, geprezen.
Marcus 14:61-62a. Maar Hij bleef zwijgen en antwoordde niet. Toen vroeg de hogepriester Hem: ‘Bent U de messias, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: ‘Dat ben Ik,
Lukas 1:68. Geprezen zij de Heer, de God van Israël, Hij heeft zich over zijn volk ontfermd en het verlost.
Romeinen 1:25. … de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid.
Romeinen 9:5. Hij die God is, boven alles verheven, zij geprezen tot in eeuwigheid.
2 Korintiërs 1:3-4. Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven.
2 Korintiërs 11:31. De God en Vader van de Heer Jezus, de God die moet worden geprezen tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg
Efeziërs 1:3. Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
1 Petrus 1:3. Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven.
Ad. 3. eulogia, zegen
Dit is een zelfstandig naamwoord dat zegen of zegening betekent.
Romeinen 15:29. En ik weet dat wanneer ik kom, ik met de volle zegen van Christus kom.
Opmerking: de apostel Paulus heeft veel goeds te vertellen.
Romeinen 16:18. Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen. [HSV]
Opmerking: je kunt je ook van zinloze mooie praat bedienen. Dit is een tekst die aangeeft dat je goede woorden ook verkeerd kunt gebruiken.
1 Korintiërs 10:16. Laat de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet delen in het bloed van Christus? Laat het brood dat wij breken ons niet delen in het lichaam van Christus?
Opmerking: letterlijke vertaling is: ‘De beker van zegen die we zegenen’. Wat een overvloed wil God ons geven via die beker.
2 Korintiërs 9:5-6. Ik achtte het dus nodig de broeders aan te sporen eerst naar u toe te gaan en de eerder door u beloofde zegen vóóraf in gereedheid te brengen, zodat deze gereedligt als een zegen en niet als een gift in gierigheid gegeven. En dit zeg ik: Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. [HSV]
Opmerking: hier is de zegen iets materieels. Een mooie waarheid die in geloof navolging verdient.
Galaten 3:14. Zo zouden in Christus Jezus alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals is beloofd, door geloof de Geest ontvangen.
Opmerking: als Gods zegen ook het nageslacht betreft, dan geniet het nageslacht dus van de zegen die aan een ander is gegeven. Ieder die gelooft is nageslacht van Abraham.
Efeziërs 1:3. Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
Hebreeën 6:7-8. Land dat de overvloedige regen opneemt en nuttige gewassen oplevert aan wie het bewerken, ontvangt Gods zegen, maar land dat dorens en distels voortbrengt is waardeloos en rijp voor vervloeking; het zal uiteindelijk in vlammen opgaan.
Opmerking: hier gaat het om onze verantwoordelijkheid.
Hebreeën 12:17. U weet immers dat hij daarna, toen hij alsnog de zegen wilde verkrijgen, afgewezen werd; hij kon het niet meer ongedaan maken, ook al smeekte hij er in tranen om.
Opmerking: sommige goede woorden met dito gevolgen zijn eenmalig.
Jacobus 3:10-11. Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking. Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? Laat een bron soms uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen?
Opmerking: wat Jacobus wil duidelijk maken is dat als er uit ons kwade woorden komen over iemand, dat ons innerlijk niet zuiver is.
1 Petrus 3:9. Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen.
Opmerking: wat een enorm mooi wetmatigheid die in de schepping is gelegd.
Openbaring 5:12-14. Met luide stem riepen ze: ‘Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’
Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ De vier wezens antwoordden: ‘Amen,’ en de oudsten wierpen zich in aanbidding
Openbaring 7:11-12. Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze wierpen zich neer voor de troon en aanbaden God met de woorden: ‘Amen! Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid. Amen.’
Ad. 4. Eneulogeō, zegenen in.
Dit werkwoord komt in twee verzen voor die hierboven reeds zijn geciteerd namelijk Handelingen 3:25 en Galaten 3:8.
Wat kunnen we van deze teksten leren?
Zegenen en vloeken worden in twee teksten tegenover elkaar gezet. Het is goed, zelfs cruciaal, om te zegenen en om niet te vervloeken. Zoals in Matteüs 5:43-45. “Zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen”. Lucas 6:27. “Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet”. Romeinen 12:14. “Worden we bespot, dan zegenen we”. 1 Korintiërs 4:11-13. Doe het zegenen met je hart. Jakobus 3:10. Vergeldt geen kwaad met kwaad maar zegen juist. 1 Petrus 3:9
Jezus spreekt goede woorden over het brood en de vis die zich daarna vermenigvuldigden. Zoals in Matteüs 14:19. En over het brood van het Pesachmaal. Zoals in Matteüs 26:26.
Er wordt vijf keer opgeroepen om te zeggen dat Jezus als Messias gezegend is. Zoals in Matteüs 21:9.
Er wordt van mensen gezegd dat God goede woorden over ze spreekt. Zoals in Matteüs 25:34. Kom en neem deel aan het koninkrijk.
Jezus zegent kinderen die bij Hem worden gebracht. Marcus 10:16.
Onder de vrouwen spreekt God aan Maria goede woorden uit. Lucas 1:28 en 42.
Zacharia en Simeon zegent God. Lucas 1:64 en 2:28. In een tiental teksten worden we opgeroepen om goede woorden over God te spreken. Er staat soms ook bij welke goede woorden je kunt gebruiken. Je zou in de vertalingen God zegenen verwachten maar men vertaalt met loven en prijzen waar ook andere Griekse woorden voor zijn om daarmee te vertalen.
Simeon spreekt goede woorden uit tegen de vader en moeder van Jezus. Lucas 2:45. Door geloof zegende Isaac Jacob en Esau en Jacob zijn de beide zonen van Jozef. Hebreeën 11:20-21.
Jezus sprak goede woorden uit over zijn discipelen toen hij opsteeg naar de hemel. Lucas 24:50-53. Jezus zegent ieder die zich afkeert van zijn slechte daden. Handelingen 3:26.
In het nageslacht van Abraham zal ieder worden gezegend. Handelingen 3:25-26. Namelijk, die zijn geloof navolgt. Galaten 3:8-9 en 14. Zegenende zegende Hij Abraham en zijn talloze nakomelingen. Hebreeën 6:13-14. Ook Melchizedek zegende Abraham. Hebreeën 7:1 en 6.
‘De beker van zegen die we zegenen’. 1 Korintiërs 10:16
God zegenen met mijn geest. 1 Korintiërs 14:15-16.
God de Vader heeft de groep die in Christus is met geestelijke zegeningen gezegend. Efeziërs 1:3.
De hogepriester noemt God de Vader de Gezegende. Marcus 14:61.
Paulus deed zijn werk met de volle zegen van God. Lukas 1:68.
Je kunt ook onjuiste goede woorden spreken. Romeinen 16:18.
Een zegen geven kan ook iets materieels zijn. 2 Korintiërs 9:5-6.
Land dat de overvloedige regen opneemt en nuttige gewassen oplevert aan wie het bewerken, ontvangt Gods zegen, maar land dat dorens en distels voortbrengt is waardeloos en rijp voor vervloeking. Hebreeën 6:7-8.
Als er de mogelijkheid is van zegen te ontvangen, ontvang die dan ook. Het kan later wellicht niet meer. Hebreeën 12:17
Zegenwoorden van apostel Paulus
Aan het eind van iedere brief van de apostel Paulus schrijft hij enkele goede woorden, een zegen op voor de gemeente.
Het Grieks kent geen beleefdheidsvorm, de woorden zijn met u en je of jou te vertalen.
In de meeste zinnen staat geen werkwoord. De vertalers voegen er meestal ‘zij’ aan toe dan wordt het een wens. Er zijn predikanten die niet ‘zij’ maar ‘is’ uitspreken, bijvoorbeeld ‘De genade is met u’.
De woorden ‘met uw geest’ laten sommigen vertalingen vervallen. Waarom? Begrijpt men dat niet? Vind men die toevoeging overbodig? Meestal staat er meervoud ‘jullie’, soms enkelvoud ‘jij’.
Romeinen 16:24. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. [HSV]
Opmerking 1: deze tekst heeft de NBV21 niet omdat hij niet in de brontekst voorkomt die de NBV hanteert.
Opmerking 2: na deze tekst komt er nog een lofprijzing aan God en Jezus, die overigens ook niet in alle handschriften staat.
Romeinen 16:25-27. Aan Hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen – aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.
1 Korintiërs 16:23-24. De genade van de Heer Jezus zij met u. Mijn liefde gaat uit naar u allen, met wie ik verbonden ben in Christus Jezus.
2 Korintiërs 13:13. De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen. [HSV]
Opmerking: gemeenschap is de vertaling van het Griekse woord koinonia. De gemeente is een gemeenschap van de heilige Geest. Deze zegen woorden worden in kerken gebruikt aan het eind van de dienst.
Galaten 618. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen. [HSV]
Efeziërs 6:23-24. Vrede zij de broeders, en liefde met geloof, van God de Vader en van de Heere Jezus Christus. De genade zij met allen die onze Heere Jezus Christus in onvergankelijkheid liefhebben. Amen. [HSV]
Filippenzen 4:23. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. [HSV]
Kolossenzen 4:18b. De genade zij met u. Amen.
1 Tessalonicenzen 5:28. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen. [HSV]
2 Tessalonicenzen 3:18. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. [HSV]
1 Timoteüs 6:21. De genade zij met u. Amen. [HSV]
2 Timoteüs 4:22. De Heere Jezus Christus zij met uw geest. De genade zij met u allen. Amen. [HSV]
Titus 3:15b. De genade zij met u allen. Amen. [HSV]
Filemon 1:21. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen. [HSV]
Ds. Hette Abma in een preek: Het woord ‘zij’ in de zegen is te weinig, maar het woord ‘is’ is teveel. Het zit er tussen in. Het is een soort pakketje wat je krijgt. Of moet je zeggen een baal of een berg? Het wordt je toegeworpen ‘Genade voor jou’. ‘De liefde van God voor jou’. Ontvang je het? Niet zomaar geven, ook niet zomaar laten gaan maar bewust ontvangen.
Andere bronnen
Er zijn enkele boeken over zegenen geschreven.
| Schrijver: | Titel: | |
| 1 | André de Haan | Nou, het beste |
| 2 | T.J. van der Weele | Zegenend Helpen |
Er is ook een stichting Zegenend helpen die o.a. cursus geeft op dit terrein. https://www.zegenendhelpen.nl/
Uit een preek van Jos Douma. Hij schrijft: ‘Daarin klinkt mee wat de joodse overlevering ook zegt, namelijk dat een vrome jood meer dan 100 zegeningen (berachot, meervoud van beracha) moet uitspreken. Dat is de manier om God te eren: niet een beetje, maar hem álle eer geven!’ God zegenen dus, dat is de essentie van de beracha. Wij vragen altijd om een zegen over het eten: ‘Heer, zegen dit eten, zegen dit brood’. De jood zegent niet het brood maar zegent God die de schepper en de gever is van het brood. Voelt u dat de blikrichting anders is? We leren door middel van de beracha dat we ons niet moeten focussen op de gave maar op de Gever, niet op wat we krijgen, maar op hem die het ons geeft. De beracha is een voortdurende oefening om niet alleen de gaven van God te willen ontvangen, maar vooral God zelf. Zie link.
De site joodsleven.nl geeft informatie over Joodse dankgebeden die men al eeuwen gebruikt.
Het gebed, de berecha, beginnen ze met: „Gezegend bent U, Eeuwige onze G-d, Koning van de wereld…” waarna ze verder gaan al naar gelang welke zegen aan de orde is:
Voor brood: „…die brood voortbrengt uit de aarde.”
Voor andere graanproducten: „… die allerlei soorten voedsel geschapen heeft.”
Voor wijn: „…die de vrucht van de wijnstok geschapen heeft.”
Voor boomvruchten (zoals appelen e.d.): „…die de vrucht van de boom geschapen heeft.”
Voor groente en aardvruchten (zoals aardbeien e.d.): „…die de vrucht van de aarde geschapen heeft.”
Voor al het overig voedsel (zoals vlees en eieren e.d.): „…door wiens woord alles is ontstaan.”
Als ze brood eten wassen ze eerst nog de handen en danken: „… die ons geheiligd heeft met Zijn geboden, en ons geboden heeft omtrent het wassen van de handen.”)
Het dankgebed bestaat zoals je ziet uit twee delen. In het eerste deel wordt God benaderd en aangesproken. In het tweede deel komt aan de orde waarvoor je God wil danken.
Het eerste deel begint met Baruch atah, Gezegend bent u. Baruch kun je ook vertalen met lofprijzen, bewonderen en dankzeggen. Baruch is goede woorden uitspreken tegen God, geweldig bent u, mooi bent u, bewondering uitspreken.
Overwegingen
Hier enkele punten ter overweging.
Woorden hebben kracht
Woorden kunnen kracht hebben. Door woorden ontstond de hele schepping. Door woorden van Jezus werden mensen genezen en bevrijd.
Onze goede woorden hebben zondermeer en psychologische kracht. Mensen kunnen er blij van worden. Aan onze woorden kan de Geest van God ook geestelijke kracht verlenen. En dan kan het van alles teweeg brengen.
Er staan veel woorden in de Bijbel waaronder woorden zijn, die als krachtig bekend staan in de geestelijke wereld. Bijvoorbeeld de woorden die Jezus heeft uitgesproken en God de Vader in het Oude Testament. Of woorden van de apostelen.
Als je dat soort woorden uit de Bijbel als zegen woorden gebruikt hebben ze extra kracht. Of als je speciale woorden gebruikt die de Geest van God je ingeeft.
Als je zegt: ‘ik zegen jou’, betekent dat op zich nog weinig. Hoezo? Je moet dan iets gaan zeggen. Met wat wil je iemand dan gaan zegenen? Je moet er nog iets aan toevoegen. Als je dat niet gewend bent is dat best lastig. Maar daar kun je je inoefenen. En dat is goed om te doen, want we worden opgeroepen om te zegenen.
En trouwens ook om een zegen te zijn voor andere mensen. Wat is dat een zegen zijn? Dat je iets goeds teweeg brengt voor een ander.
Zegenen tegenover vloeken
In het Griekenland van die dagen stond ‘goed spreken’ tegenover ‘kwaad spreken’ een woord dat ook in de bijbel voorkomt ‘kakologeo’, studiebijbel woordnummer SB2263). Dat woord is ook te vertalen met vloeken.
Is zegenen hetzelfde als een compliment geven?
Een ‘compliment geven’ komt niet in vertalingen van de Bijbel voor, maar dat woord had men wel kunnen gebruiken.
Als wij een ander een compliment geven dan fungeren wij eigenlijk als spreekbuis van de Heer bij het opbouwen van die ander. En als wij een gemeend en terecht compliment ontvangen, dan laten wij ons in feite door de Heer via een medegelovige opbouwen’ (citaat Jan Willem en Cora Bakker).
Lessen
Hier staan antwoorden op de vragen die bij het eerste hoofdstuk Studievragen zijn gesteld.
Wat is zegenen?
Zegenen is over iemand, een mens of over God goede woorden uitspreken. Het is wel beperkt als we alleen zeggen ik: “Ik zegen jou” en er verder niet zeggen waarover en waarmee. Gewone woorden als ‘goede morgen’ en ‘beterschap’ hebben kracht.
God spreekt ook goede woorden over ons uit. Dat is de belangrijkste bron van zegen.
Wie kunnen zegenen. En wie kunnen we zegenen?
Ieder mens kan goede woorden uitspreken. Bij de ene mensen zal er meer geestelijke kracht in zitten dan bij een ander.
Als je een zegen over een hele groep uitspreekt, dan heeft het meer kracht als je geautoriseerd bent om die zegen uit te spreken.
Kunnen we namens God zegenen?
Zeker. We kunnen namens God zegenen, als we daartoe door de Geest zijn geïnspireerd en zo goede woorden over iemand uitspreken.
Wat kan zegenen uitwerken?
Een zege kan ervoor zorgen dat het beter gaat met de mensen waarover het is uitgesproken. Dat kan gaan over alle facetten van het leven van die mensen.
Als we goede woorden over God of tegen God uitspreken kan Hij meer aanwezig zijn.
Hoe kun je zegenen?
Met eigen woorden of met door de Geest geïnspireerde woorden kun je zegenen. Ook met woorden die in de Bijbel staan.
Hebben de vertalingen de woorden goed vertaald?
God zegenen vinden de vertalers moeilijk, ze maken er dan loven en prijzen van God van. Jammer omdat het dan verschil maakt tussen mensen zegenen en God zegenen.
Doet de christelijke wereld dit zoals de bedoeling is?
In de kerken zijn we wel gewend om iets aardigs tegen elkaar te zeggen, maar dat je een geestelijke kracht over kan dragen wordt algemeen niet zo gezien. Waarom? Ongeloof? Ongehoorzaamheid? Ongepaste bescheidenheid?
Dat geldt niet alleen voor het uitdelen maar ook om het ontvangen. Als een dominee aan het eind van de dienst een zegen uitspreekt is het voor velen lastig om die zegen te ontvangen.
Wat we ook lastig vinden is, dat als je wilt zegenen dat je er ook bij zegt waarover of waarmee je iemand zegent.
Wat heb ik ervan geleerd? Wat is mijn persoonlijke les?
Dat zegenend en niet vloekend spreken super belangrijk is.